De „Vrijheidsbond" in vergadering bijeen. MET DE SNIP NAAR DE WEST. WARMENHU1ZEM lahgehduk BEEMSTER DE RIJP Binnenland Doel, streven en actie der Liberale partij. Voor inkrimping der steunverleening aan bedrijfsleven en werkloozen. 'rf' er van Lidth de Jeude EERSTE KIEVITSEI VOOR H. M. DE KONINGIN. Geraapt te Hijdaard. NIEUW-MALTHUSIAANSCHE BOND. TWEE BRUIDJES GEDUPEERD. Boerderijbrand te Groesbeek. Luchlvaarl Siem v. d. Molen schrijft een roman van de „Snip". Fragment uit zijn boek. Siem v. d. Molen Poets met wat goeds, met I VOROL, de ivoor tandpasta Per tube 40 en 60 et, doos 20 ct. Tijde lijk een tube Amilda mat eream gratis ter kennismaking. Wat Mijnhardt maakt is goed De R.K. kiesvereeniging alhier hield de zer dagen een vergadering in het Patronaats gebouw. De voorzitter, de heer Jn. de Groot, opende met den chr. groet. Als ingekomen stuk las de voorzitter een schrijven voor van den secretaris van den Rijkskring Den Helder, naar aanleiding van de verkiezing van de Prov. Staten op 14 April a.s. Voor den gemeenteraad zijn de volgende candidaten ingekoedend: K. Molenaar, Joh. de Groot, W. Dekker, C. Beemsterboer, W. Molenaar Jr., Jn. Ligthart, A. de Groot Jacz Jn. de Groot Jacz., P. Tesselaar Gz., A. Nan- nes, Ambr. Groot, P. Mosch Dzn. en C. Roo- z endaal. Daar de rondvraag niets opleverde sloot de voorzitter de vergadering met den chr. groet. 'Dat de nood onder de broodvisschers in het Geestmerambacht groot is blijkt wel uit het feit, dat de vergadering der visscherevereeniging, welke anders al tijd 's middags werd gehouden, thans 's avonds zal plaats vinden, omdat het grootste deel der visschers in de werkverschaffing is tewerk gesteld. De Oosthuizerweg. De Oosthuizerweg in de Beemster vanaf Middenweg tot den dijk bij Schermerhorn verkeert op het ooger.blik in slechten staat. In verband met den aanleg van den nieu wen hoofdweg moet thans het verkeer naar Alkmaar over dezen weg plaats hebben. De A.N.W.B. en de K.N.A.C. hebben nu aan het wegbestuur verzocht een spoedige verbetering van dit weggedeelte te willen bevorderen Dr. G. Jebbirik. f Op 52-jarigen leeftijd is te De Rijp overleden dr. G. J. Jebbink. De overledene, die ongeveer 13 of 14 jaar in deze gemeente practiseerde, was bij de bevolking zeer gezien. Ofschoon hij sinds enkele weken lijdende was heeft de dood nog plotseling een einde aan dit werkzame leven gemaakt. Zaterdag en gisteren is te Am sterdam de algemeene vergadering gehouden van de Liberale Staats partij „De Vrijheidsbond". De goedbezochte vergadering werd geleid door mr. M. H. de Boer inplaats van den voorzitter van den Bond, mr. W. C. Wendelaar, die door ziekte verhinderd was. In zijn openingswoord herinnerde de voor zitter aan het overlijden van ir. J. Kalff, die op zoo eervolle wijze deel heeft uitgemaakt van het kabinet. De leiding der partij was verheugd, toen jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude geroepen werd tot minister van water staat, omdat wij weten, hoe groot zijn be kwaamheden zijn en tevens welk een goed en overtuigd liberaal hij is. Het verheugt spr., dat de minister deze vergadering bijwoont. Vervolgens gaf spr. eenige politieke beschou wingen. Deze regeering is opgetreden met een tweeledig doelzij zou trachten het bud getair evenwicht te herstellen en het gezag der overheid, dat in de laatste jaren al te zeer had geleden te versterken. De liberalen onderschreven met volkomen instemming dit programma. Het is geen wonder, dat de libe ralen de tegenwoordige regeering met groo- te voldoening begroetten. Toch valt het niet te ontkennen, dat de algemeene voldoening van toen wel eenigszins is getemperd. Men dient echter niet te vergeten, dat de ontwik keling van de conjunctuur de regeering wei nig wind in de zeilen heeft gegeven. Wat het herstel van het budgetair evenwicht betreft, meen ik aldus spr. dat daaraan inder daad belangrijk werk is verricht. Doch de vraag blijft, of het tempo waarin de regeering zich aan het bezuinigingswerk heeft gezet wel blijk geeft van haar zoo menigmaal uit gesproken vast besluit de gaafheid van onze gulden te handhaven. Van een wezenlijke ver sobering van den staatsdienst is nog steeds een voornemen. Wel is de indiening van een bezuinigingsontwerp meermalen toegezegd, maar deze toezegging is nog steeds niet in gelost. Alleen loonsverlaging zal oplossing van de moeilijkhedeiTfcunnen geven. De libe ralen hebben reeds jaren geleden de afwij zing van elke niet-noodzakelijke overheids bemoeiing de betrachting van uiterste zuinig heid bij den publieken dienst en de instand houding van een klein, doch goed gesala rieerd ambtenarencorps voorgestaan. Gaar ne wordt erkend, dat de versterking van het gezag der overheid krachtig is ter hand ge nomen. Meer dan ooit is in dezen tijd samen werking van allen met allen noodig. In één opzicht -zijn onze wenschen niet vervuld. Nog steeds is het mogelijk, dat volksvertegenwoor digers, die zoowel krachtens het Nederland- sche Staatsrecht als volgens hun eed gebon den zijn om de wetten des lands en het alge meen belang te behartigen, ongestraft van hun positie misbruik maken om de grondsla gen van den staat te ondermijnen. Wat de toekomst aangaat, is er naar mijn meening, aldus spr., geen enkele reden, deze regeering, die in haar buitengewoon moei lijke taak de steun en medewerking van alle goedgezinde Nederlanders noodig heeft, en daarop ook aanspraak kan maken, ons ver trouwen op te zeggen. Dat beteekent niet, dat wij haar blindelings zullen volgen. Enkele punten in het bijzonder treden op den voor grond, in de eerste plaats onze vrijheid. Vrij heid is onbestaanbaar zonder recht. Waak zaamheid voor het behoud van onze staat als rechts-staat is juist in dezen tijd bijzonder geboden. De gecompliceerde en voortdurend wisselende economische verhoudingen en de iisch van een krachtig gezag vragen wel eens maatregelen, die snel genomen moeten wor den of onvoorzien zijn. Niet altijd is er vol doende tijd, om zich de bevoegdheid tot het nemen van die maatregelen te verschaffen en en is de verleiding groot, om het met de be- voegdheidsvraag niet zoo nauw te nemen. Toch meent spr., dat daarmee niet mag wor den getransigeerd, vooral niet, omdat al te gemakkelijke usurpatie door regeerders van niet verleende bevoegdheden den weg baant tot dictatuur. Een andere overweging voor de toekomst zal moeten zijn, of niet iets moet worden gedaan om de, voortdurende afbraak van het openbare onderwijs te keeren, terwijl het bijzonder onderwijs even welig als voor hen blijft tieren. Ook de defensie vraagt onze aandacht. De toestand in Europa laat niet toe, onverschil lig te staan tegenover de handhaving onzer onafhankelijkheid. Misschien zal de noodza kelijke bezuiniging onze weermacht ook niet kunnen sparen. Maar van tevoren dient men te weten, dat de liberalen daarbij niet verder zullen gaan dan vereenigbaar is met de handhaving van het weerbaarheidspeil. Indien het juist is, dat de ontwikkeling van het maatschappelijk en politiek leven is gegaan langs de lijnen, die de liberalen het eerst hebben vooruitgezien, en dat Neder land thans en regeering heeft, zooals de libe ralen die vroeger hebben gewenscht, dan moet het wel verwondering wekken, dat hun politiek bij de andere partijen niet meer In stemming heeft gevonden. Geen partij in ons land wordt zoo heftig bestreden als de onze. Wij echter kunnen er trotsch op zijn, dat de liberale politiek de wereld welvaart heeft ge bracht, en het geestelijk peil van de mensch- heid heeft verheven. Wij willen vrije libera le Nederlanders zijn en blijven, ons verhef fend door eigen kracht en eigen strijd en steunend op eigen verantwoordelijkheid. Misschien zullen wij het niet bereiken, maar wij kunnen ervoor strijden, want om met Thorbecke te spreken niemand heeft zijn ideaal in de hand, maar waarheen stuurt hij, die het niet in het oog houdt? De vergadering liet een daverend applaus hooren, nadat spr. zijn rede had beëindigd, waarna het Wilhelmus werd gezongen. Na deze openingsrede stelt de voorzitter voor een telegram te zenden aan H.M. de ko ningin, waarin de onverbrekelijke trouw van de leden van den Vrijheidsbond wordt uitge sproken. (Hartelijk applaus.) Voorts deelde de voorzitter mede, dat van mr. Wendelaar een telegram was ontvangen, waarin hij de Vrijheidsbond een goede ver gadering toewenscht. Een telegram van ant woord werd gezonden, waarin een spoedig algeheel herstel werd uitgesproken. Het woord was daarna aan den minis ter van water staat, jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude Spr. dankte voor het wel kom hem toe geroepen en erkende, dat hem een zware last op de schoudlers is gelegd, toen hij benoemd werd als opvolger van wijlen mi nister Kalff. Spr. is het niet ons met hen die beweren, lat de liberale ;artij zich lie ver afzijdig had moeten houden, want dan zou de partij haar invloed op den gang van zaken hebben prijsgegeven. Met de belangen en wenschen van de partij behoort toch reke ning te worden gehouden. Het is echter nood zakelijk, dat wij in eigen kring, zei spr., dui delijk formuleeren, wat wij wenschen, opdat de liberale begrippen niet vervagen. Het is aan de algemeene vergadering de juiste for mule te vinden, waarop instemming wordt gevonden van het liberaal voelend Neder land. Twee bondgenooten, zegt spr., heeft de liberale partij: de ontvankelijkheid van ons nationaal karakter voor de liberale le vensbeschouwing en de ongunst der tijden die velen de oogen opent. Spr. hoopt, dat deze vergadering die juiste formule zal vinden. Men zegt, zoo besloot spr., dat we ons thans in de ebbe bevinden. Spr. hoopt, dat de liberale partij in den vloedstroom met volle zeilen Nederland zal binnenvaren. (Applaus.) Hierna heette de heer Walrave Boissevain namens de afdeeling Amsterdam de vergade ring welkom. Het jaarverslag, uitgebracht door dr. H. J. Pippel, vermeldt o.m., dat het aantal afdeelingen op 31 Dec. j.1. bedroeg 362. Van de 362 afdeelingen hebben 212 hun aantal leden opgegeven. Zij telden 22172 le den. In het afgeloopen jaar werden zes nieu we afdeelingen gesticht. Daarna werd aan den penningmeester, den heer S. v. d. Bergh, decharge verleend van zijn beheer. De vergadering ging daarna over tot huis houdelijke besprekingen. Op deze vergadering zijn bij de stemming voor de vervulling van vier vacatures in het hoofdbestuur gekozen, mej. mr. E. C. van Dorp, mr. A. N. Molenaar, prof. mr. C. W. de Vries en A. A. Barendregt. In huishoudelijke vergadering is het beleid der Kamerfracties besproken, waarbij tevens werd gediscussieerd over eenige moties be treffende de economische politiek. De behan deling van het rapport der commissie-De Boer werd gedelegeerd aan den partijraad. Een motie-Heemstede, handelende over de cumulatie, werd met algemeene stemmen aan genomen. Een door de afdeeling Amsterdam ingediende motie over de landsverdediging werd aangenomen, evenals een motie van de afdeeling-Den Haag tot behoud van het par lementaire stelsel en een motie van de afdee- ling-Wassenaar over de door de partij te voe ren actie, waarover bij Kamerfracties, hoofd bestuur en partijvergadering absolute een stemmigheid bleek te bestaan. Het hoofdbestuur zal thans overwegen, op welke wijze het best de verschillende sugges ties kunnen worden verwezenlijkt. Aan de spanning die ieder jaar op het Friesche platteland heerscht, wie het eerste kievitsei zal vinden, i6 een eir.de gekomen. De heer J. Hingst te Hijdaard was de gelukige die in de lan derijen onder genoemde plaats het eer ste ei opraapte, hetwelk aan H. M. de Koningin werd opgezonden. De strijd was dit jaar wel bijzonder scherp, want enkele uren later vond de heer Douma te Offingawier, het tweede ei. Dit werd, zooals gebruikelijk, aan den Commissaris der Koningin in Fries land gezonden. De Nieuw-Malthusiaan6che Bond heeft Zaterdagavond in „Kras" te Amsterdam een algemeene vergadering gehou len onder leiding van den heer J. N. Goud, algemeen voorzitter. Het verslag van den secretaris, den heer G. J. Selier, ver meldt o.m. dat het aantal afdeelingen in het afgeloopen jaar gestegen is tot 41, terwijl het ledental in stijgende lijn is. De rekening en verantwoording van den penningmeester wijst een bedrag aan van 19621 aan inkomsten en uitgaven en een saldo van 5713. De jaarverslagen werden goedgekeurd. De, aftredende bestuursleden werden herkozen. In de Zondag voortgezette vergade ring werden huishoudelijke zaken be handeld. Zondagmorgen, terwijl de meeste be woners ter kerke waren, ontstond, waar schijnlijk door kortsluiting, brand in het achterhuis van de boerderij van de we duwe Binnenhei. Het geheele pand brandde af. Het vee kon worden gered. De uitzetten van de beide dochters, die na Paschen in het huwelijk zullen tre den, zijn evenals de verdere inboedel, verloren gegaan. De schade wordt door verzekering gedekt. UITVERKOOPEN EN OPRUIMEN IN HET WINKELBEDRIJF. Een adres van den Kon. Ned. middens andsbond over het be treffende wetsontwerp. De indiening van het wetsontwerp inzake regeling betreffende het uitverkoopen en op ruimen in het winkelbedrijf is door het hoofdbestuur van den Kon. Ned. midden standsbond met groote voldoening ont vangen, aldus een adres van dezen bond daar hiermede voldaan wordt aan een reeds jarenlang in middenstandskringen ge- koesterden wensch. Het hoofdbestuur beveelt evenwel eenige wijzigingen én aanvullingen ter overweging aan. In de eerste plaats is het hoofdbestuur van meening, dat het aanbeveling verdient, van het begrip „winkelbedrijf" in art. 2 van het wetsontwerp een omschrijving te geven, welke overeen zou kunnen stemmen met die van het begrip „winkel" in art. 1 der Win kelsluitingswet 1936 In dit verband is het van belang, de in dacht erop te vestigen, dat art. 2, zooal^lit thans luidt, de mogelijkheid open laat, dat door marktkooplieden een groote opruiming wordt georganiseerd. In de tweede plaats acht het hoofdbestuur het gewenscht, dat naar analogie van art. 3 t.o.v. de opruimingen in art. 6 wordt be paald, dat de Kamer van Koophandel en Fabrieken bepaalde benamingen kan voor schrijven, waaronder bedoelde uitverkoopen mogen worden aangekondigd. Vervolgens acht het hoofdbestuur het ge wenscht, dat in het wetsontwerp waarbor gen tegen misbruiken in verband met oprui mingen worden gegeven voor de periode, gedurende welke de opruimingen zonder vergunning zijn toegestaan. Dit zou kunnen worden bereikt door aan artikel 12 een sub c toe te voegen, luidende: „mondeling of bij geschrifte eenige onware mededeelingen te doen, welke kan strekken tot misleiding van het publiek of tot nadeel van concurrenten" Aangezien het twijfelachtig is, of art. 6 wel voldoende beteugeling van het euvel der z.g. vliegende winkels biedt, ware deze on zekerheid op te heffen door de toevoeging van een vijfde lid, luidende: „Behoudens bijzondere omstandigheden ter beoordeeling van de Kamer van Koop handel en Fabrieken, wordt de vergunning, bedoeld in het eerste en tweede lid, slechts verleend, indien de aanvrager kan aantoo- nen, dat de winkelnering tenminste geduren de één jaar in het perceel, waarvoor de ver- gunning zal gelden, voor den verkoop van dezelfde goederen is uitgeoefend". Verder is het hoofdbestuur van oordeel, dat in art. 6 een bepaling opgenomen dient te worden, waarin de Kamer van Koophan del en Fabrieken tevens de bevoegdheid wordt gegeven om een eenmaal verleende vergunning in te trekken, wanneer van de gegeven vergunning niet op bonafide wijze gebruik wordt gemaakt. Hierbij dient aan te sluiten de bevoegdheid om in geval van het houden van een uitverkoop of opruiming, in strijd met de bepalingen dezer wet, deze te stuiten. Teneinde de opsporing van overtredingen te vergemakkelijken en te doen geschieden door personen, die met het bedrijfsleven be kend zijn, ware het gewenscht, dat ook aan ambtenaren der Kamers van Koophandel en Fabrieken opsporingsbevoegdheid kan worden verleend. Daartoe waren artikel 16 van het wetsontwerp aan te vullen Tenslotte zou het bestuur art. 10 van het wetsontwerp aldus gewijzigd willen zien, dat de daarin bedoelde commissie zal fun- geeren als een commissie van advies en be slissing over de al of niet verleening van een vergunning wordt overgelaten aan het bureau Kamer met beroep op de voltallige vergadering. Hierbij wordt aangenomen, dat van de desbetreffende besluiten van de Kamer in gevolge art. 22 van de wet op de Kamers van Koophandel, nog beroep open staat op den minister. Zulks acht de Kon. Ned. middenstands bond zeer gewenscht. BRAND TE BEMMEL. Gistermiddag te ongeveer half één is brand uitgebroken in de kapitale boerderij en tuinderij van den heer Ebben te Bemmel, Het huis stond in een oogwenk in lichter laaie. Het geheele complex brandde tot den grond toe af. Van den inboedel kon niets worden gered. De brand is veimoedelijk ver oorzaakt door vonken uit een autogeen-lasch- apparaat Het beroep van den vlieger inspi reert tot schrijven. Het K.L.M.- corps telt onder zijn leden reeds de bekwame auteurs Viruly en Van Veenendaal en als dritte im Bunde kondigt zich thans aan de marco nist van de „Snip", de heer S. v. d. Molen. In het boek „Alles O. K. Draaien!", dat binnenkort te Am sterdam zal verschijnen, beschrijft Van der Molen den tocht van de „Snip" naar West-Indië. Dank zij de welwillendheid van den uitgever was de Tel. in staat reeds thans een fragment van Van der Molen's spannend verhaal te publiceeren. Het is het gedeelte, waarin hij zijn indrukken weergeeft van Schiphol in den donkeren, stormachtigen nacht van het vertrek. Wij nemen hieronder het frag ment over en laten dus onzen stad genoot Siem v. d. Molen aan woord: het Als een nieuwe vogel was de „Snip" van Waalhaven naar Schiphol gekomen. Waar eens gezellige,'gemakkelijke stoelen stonden, waren nu groote, roodbruine benzinetanks, de kaartentafel, de radio-instal'atie. Ook ramen waren er niet meer in de cabine, waar die gezeten hadden, was nu linnen ge plakt met „Holland-West-Indië" op den bui tenkant; 20 kilo glas was er zoo nog afge haald. Ook de W.C. was er uitgesloopt en de W. C.-deur en een groot gedeelte van hel plafond van de cabine. Hoe lichter het vlieg tuig, hoe meer benzine er meegenomen zou kunnen worden, het werd tot op halve onsjes afgemikt. En zoo brak eindelijk de groote dag aan De proefvluchten warer. alle vlot verloopen, zelfs met een gewicht van ruim negen dui zend kilo was de „Snip" nog als een veertje de lucht ingegaan, de radio werkte perfect, we waren, wat er bij schijnt te hooren, ge filmd door Polygoon, we hoefden dus nog maar in te stappen om te kunnen vertrekken De laatste dag thuis was lan? en verve lend. De meest noodzakeliike afscheidsvisites waren al 'n paar dagen tevoren afgewerkt, je koffers waren allang gepakt, stonden klaar om zoo maar mee genomen te kunnen worden en 't liefst was je nu ook maar met een vertrokken. Ja, zoo^n laatste dag thuis kan vervelend zijn; als je vrouw iedere keer, wanneer ze merkt, dat je naar haar kijkt, probeert te glimlachen en het 'e'kens half mislukt; waardoor je maar weer grapjes tracht te maken om haar wat op te vrool ij ken, zonder daarvoor zelf in de stemming te zijn. Als je rusteloos door het huis loopt tc dazen; je bent klaar, je wilt weg. De reis- zenuwen hebben je te pakken, komen pas tot rust, als je vertrokken bent. Nee, zoo'n laatste dag, als je 's avonds laat pas "ertrekt Maar ook aan dezen dag kwam een einde; 't werd negen uur, tien uur, half elf, daar kwam de wagen. We gingen naar Schiphol. Een Schiphol, dat alleen nog maar als iets verwards, als iets krankzinnig verwards in mijn herinnering voortleeft, waaruit een paar felle, vlijmscherpe, diep- plotseling ingegrifde, alleenstaande beelden te voor schijn komen. Beelden, die telkens weer op duiken, als ik terugblik aan dezen chaos van niet te ontwarren gebeuren. Aan het Schip hol van dien nacht Gestaag valt een alles doordringende regen, doet je tot op je botten verkillen en maakt groote plassen op het platform, waar in het felle schijnsel van schijnwerpers en Jupiterlampen grillig weerkaatst wordt Drommen menschen loopen je voorbij, men- schen, die je nog nooit gezien hebt, die je misschien nooit meer zien zult, met zware jassen aan en hoogopstaande kragen voor den regen en den ijzigen wind, die over 't veld blaast. Ze hebben onwezenlijke gezichten als witte vlekken tusschen het zwart van hun jassen en hoeden. Ze stappen voorzichtig over de plassen heen, loopen door en blijven dan weer staanze gapen je aan al die witte vlekken, ze zeggen wat tegen je en lachen dan. Je hoort de klank van hun woorden, het klinkt vriendelijk en aanmoedigend, maar al die woorden rennen en duikelen over el kaar heen en je zegt maar ja en merci en weer ja en je schudt handen, handen han den. De witte vlekken gaan weer verder, maar er komen weer anderen, tientallen, honder den, duizenden, het begint je te duizelen, het lijkt een verwarde droom, maar door dat alles heen voel je scherp en duidelijk die klein hand op je arm, die daar al uren schijnt te rusten, die je arm probeert vast te houden als om nooit weer los te laten En als je opkijkt, blik je in een paar betraande oogen en kijk je naar een mond, die tracht te lachen en zachtjes: „Fijn, hè?" zegt. Wat probeerde je dapper te zijn in dat warmbenauwde opgepropte rookerige restau rant, waar een op en neer deinend geroeze moes van verwarde stemmen was en witte kellnerjassen heen en weer flitsen door de grauwe rook, je maakte zelfs nog een grapje tegen dien langen ober, die onze koffie bracht. Ja, vliegersvrouwen moeten dapper zijn In een dichte massa verdringen de men schen zich om het toestel. Ze sleepen je hier naar toe, ze sletpen je daar naar toe, je schudt weer handen, je praat met een minis ter, met een generaal en het dringt alles nauwelijks tot je door. Dan plotseling sta je met z'n vieren op een rij, met Hondong, Van Balkom, Stolk en als mokerslagen hameren de woorden van je baas op je in, van je directeur. Ieder woord treft doel, dringt door tot in je diepste bin nenste, doet je kaken krachtig op elkaar zet ten. Weg, alle sentimentaliteit, weg alle an dere gedachten; er is alleen nog maar de vlucht, die je nu gaat beginnen, niets, niets anders; geen vrouw, geen huis, alleen maar de komende vlucht. En zijn woorden bijten zich in je vast, blij ven de hele reis bij je. Gauw nog een lange, laatste zoen, een paar bemoedigende woor den en dan de machine in. Dicht die cabine deur!! Nee, nog één komt er aansnellen, klimt het vliegtuig binnen. „Bijna zouden jullie me ont snappen, maar dat lukt jullie zoo maar niet Hij schudt handen. „Goede reis, Hondong, hou je maar taai, ouwe rakker. Goeie reis, Van Balkom, Stolk, Van der Molen". Dan kan de deur dicht, ook deze laatste, die af scheid van ons nam, ook Beekman is weg- De motoren daveren, maar worden over stemd door spreekkoren van honderden men schen, die de naam van Hondong brullen. Zelfs het gieren en loeien van de wind wordt overstemd, het regent nog steeds met gewel dige vlagen. Daar staat m'n vrouw, ik kan haar net zien uit het overgebleven raampje in de cabine. Ze wuift en lacht en huilt tegelijk- Ze staat net onder een straal water, die van den vleugel afdruipt, 't Moet met stralen haar hals inloopen; het plenst op haar bont jas, de jas. waar ze altijd zoo zuinig op is> ze merkt het niet, ze huilt en lacht en wuift; Als een vurige flits schiet Schiphol voorbij, als wij nog een keer langszwieren, dan be gint een donker dreigende nacht, we zij" vertrokken, onze jeugddroomen worden be- waarheid, het leven begint.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 8