8
t
8
V
JxuMetm
De gemeente en de stads-autobussen.
HET GEHEIMZINNIGE LANDHUIS
Het publiek is niet alleen door een goeden en
goedkoopen busdienst, maar ook door ont-
wikkeling van het taxi-verkeer gebaat.
Een zonderlinge bijlage.
WARMENHUIZÈN
De gemeente betaalt elk jaar een belang
rijk bedrag aan een niet in Alkmaar geves
tigde firma om deze in de gelegenheid te
stellen hier ter stede een autobusdienst te on
derhouden.
Zooals de gemeente vroeger een Stedelijk
muziekcorps bezat omdat men het anders
zonder muziek zou moeten stellen zoo had
men ook een paardentram, omdat men de
zekerheid had, dat niemand anders er over
zou denken een dergelijk vervoermiddel in
het leven te roepen.
De paardentram werd gevolgd door een
tractortram en deze weer door een autobus.
Het vervoermiddel is in verloop van tijd ver
anderd, maar het principe is gebleven. Alk
maar heeft op het oogenblik een gemeente
lijken of semi-gemeentelijken busdienst, omdat
zonder de daadwerkelijke hulp der gemeente
een dergelijk vervoermiddel niet geëxploi
teerd zou kunnen worden.
Voor het tekort op de exploitatie heeft Alk
maar een garantie van hoogstens 4000 per
jaar opzien genomen en waar de begrootingen
elk jaar moeilijker sluitend zijn te maken en
op velerlei nuttig bestede uitgaven bezuinigd
moet worden, komt onwillekeurig de vraag
naar voren: is het nog altijd nooaig, dat de
gemeente er een eigen busdienst op nahoudt
en zoo ja, kan dat dan langzamerhand niet
wat goedkooper?
Is een gemeentelijke busdienst
nog noodzakelijk?
Toen particulieren muziekcorpsen opricht
ten, heelt men het gemeentelijke corps opge
heven en het ligt voor de hand, dat ook de
overheidszorg voor autobussen zal verdwij
nen als van particuliere zijde voldoende in de
vervoerbehoefte kan worden voorzien.
Die tijd schijnt niet ver meer. Het taxi-be
drijf is van jaar tot jaar van grooter betee-
kenis geworden, er zijn meer taxi's gekomen,
de tarieven zijn verlaagd en het is nu reeds
zoover, dat men met twee of meer personen
bijna voor denzelfden prijs per taxi als per
bus kan rijden met de zekerheid, dat men
voor zijn huis zal kunnen uitstappen.
In de thans verschenen bijlage no. 46
wordt medegedeeld, dat de gemeente zich
nog tot 1 Januari 1939 aan de tegenwoor
dige busdiensten gebonden heeft en waar het
vervoersvraagstuk zich snel wijzigt, mag
men zich afvragen of het wel verstandig ge
weest is zich voor zoovele jaren aan de tegen
woordige vrij kostbare regeling vast te leg
gen.'
De thans ingediende aanvrage van de Nas-
sau-garage bewijst immers al, dat de tijd
reeds gekomen is, dat een andere, evenzeer
vertrouwbare onderneming den dienst voor
het halve subsidiebedrag wil overnemen.
Taxi's en autobussen.
Maar er is meer. Het gevaar is namelijk
niet denkbeeldig, dat de ontwikkeling van
het taxi-bedrijf opzettelijk wordt tegenge
gaan, omdat deze taxi s concurrentie voor
den busdienst beteekenen. Die vrees is aan de
tafel van B. en W. al eens uitgesproken en
dan komt het hierop neer, dat men de taxi's
geen vrijheid van beweging wil toestaan,
omdat zij anders te veel passagiers van de
bussen trekken, wat voor de gemeente nadee-
lige gevolgen kan hebben.
Men critiseert thans allerwege in den
lande het tegengaan van de zoogenaamde
wilde busdiensten en de critici wijzen er
daarbij op, dat men het publiek dus een goed
koop vervoermiddel onthoudt om een minder
gezocht vervoermiddel kunstmatig in het
leven te kunnen houden, zoodat de spoor
wegen er ten slotte niet meer voor het publiek
maar het publiek er voor de spoorwegen is.
Is het niet even onlogisch als men in Alk
maar de ontwikkeling van het taxi-verkeer
tegengaat om den busdienst te kunnen be-
voordeelen?
Alkmaar zet de klok terug.
Reeds vroeger heeft de Nasau-garage oni
vaste standplaatsen in de gemeente ge
vraagd, die telefonisch met de garage ver
bonden zouden worden, zoodat men er zeker
van kan zijn op elk punt van de stad binnen
zeer korten tijd over een dergelijk vervoer
middel te kunnen beschikken. Dat is afge
wezen en het wordt in deze nieuwe aanvrage
opnieuw afgewezen. Alkmaar zet de klok
terug, het taxibedrijf mag niet groeien en
men verdedigt dit thans door er op te wijzen,
dat het niet billijk zou zijn één garage boven
andere te bevoordeelen.
Dat wenschen ook wij niet, maar inplaats
van een stap achteruit te gaan, zouden wij
een stap vooruit willen doen en aan elke
garage, die dat wenscht een of meer vaste
standplaatsen willen toekennen. Laat men
desnoods een maximum aantal stellen en
dit dan naar billijkheid over de hier ge
vestigde ondernemingen verdeelen. Het pu
bliek zal er mee gediend zijn en dat is ten
slotte het eenige waarnaar men heeft te stre
ven.
Is de gemeentelijk werkelijk nog
voor jaren gebonden?
„De gemeente", zeggen B. en W. in bij
lage no. 46, „is nog tot 1939 aan den tegen-
woordigen busdienst gebonden'' en wij moe
ten dus aannemen, dat er wederzijdsche rech
ten en verplichtingen bestaan, welke vóór dat
tijdstip niet verbroken kunnen worden. Maar
in den aanbiedingsbrief van de geiiieentebe-
grooting wordt melding gemaakt van een op
merking van de Commissie van bijstand voor
de financiën, waarin gezegd wordt, dat de
bus-subsidie van 4000 voor vermindering
in aanmerking behoort te komen.
„Het in de begrooting voor 1935 uitgetrok
ken bedrag", zoo zeggen B. en W. in hun
antwoord, „dient tot dekking van het exploi
tatieverlies over 1934. Het lijkt ons tegen
over de ondernemers niet geheel correct ach
teraf het maximum-bedrag lager te stellen.
Wel kan thans worden uitgesproken, dat de
in de begrooting 1936 op te nemen bijdrage
over 1935 niet hooger zal worden gesteld
dan 3000".
Hieruit blijkt dus, dat de gemeente wel
degelijk de vrijheid heeft het subsidiebedrag
willekeurig te verkleinen en omdat wij ons
niet kunnen voorstellen, dat alle rechten aan
de zijde der gemeente en alle plichten aan de
zijde van de Heiloosche firma zouden zijn
blijkt uit het bovenstaande o.i. duidelijk, dat
van een onverbrekelijke overeenkomst tot
1939 geen sprake kan zijn.
Een zonderlinge bijlage.
Dien indruk geeft ook in sterke mate bij
lage no. 46, waarin de voorstellen van de
Nassau-garage worden afgewezen, een bij
lage, die wij, op zijn zachtst uitgedrukt min
of meer zonderling zouden willen noemen.
Een autogarage vraagt aan B. en W. om
vooitaan in aanmerking te mogen komen
om den busdienst in onze gemeente te exploi-
teeren en tevens om niet alleen aan het sta
tion maar ook op andere plaatsen een stand
plaats" te mogen innemen.
Men zou verwachten,, dat B en W., die
toch met den tegenwoordigen concessioir-
naris een overeenkomst tot 1939 hebben,
daarop zouden antwoorden, dat het doen
exploiteeren van een anderen busdienst vóer
dien tijd niet kan plaats vinden, waarmede
de zaak zou afgedaan zijn.
Maar er gebeurt wat anders.
„Naar aanleiding van deze aanvrage"
zoo zeggen B. en W. „hebben wij aan
adressante gegevens gevraagd betreffende
het aantal in gebruik te nemen bussen, de
frequentie van het busverkeer, de routes, het
busmerk, de grootte der bussen en verdere
bijzonderheden, die voor de exploitatie van
belang zijn" en de daarover verstrekte in
lichtingen worden dan vertrouwelijk
voor de raadsleden ter inzage gelegd.
B. en W. gaan zelfs verder. „Nadien"
zeggen zij „hebben wij met de N.V. een
bespreking gehouden, waarna nog een na
dere uiteenzetting van de N.V. op ons ver
zoek is toegezonden, welke wij eveneens bij
de stukken ter inzage leggen Adressante
wenscht ook dit stuk als v e r t r o u w e 1 ij k
te zien beschouwd".
En ondanks al die verklaringen van ver
trouwelijkheid volgen in genoemde bijlage
dan de meest uitgebreide bijzonderheden
over datgene wat de N.V geheim had willen
hcuden.
ls het wonder, dat.de directie van de Nas
sau-garage over de publicatie van deze bij
lage ten hoogste .verwonderd en teleurge
steld is geweest?
Men wekt den schijn alsof er kfins -bestaat,
dat men op de verzoeken ral ingaan, men
vraagt meerdere inlichtingen, belooft ge
heimhouding en publiceert daarna alles met
de simpele mededeeling, dat meu er niet op
in zal kunnen gaan, ornaat men tot 1939
aan den tegenwoordigen. toestand is gebon
den.
Had men dit niet dadelijk kunnen zeggen
en de directie van de N.V. daardoor veel nut
teloos werk en een nuttelooze conferentie
kunnen besparen?
De ontwikkeling van het verkeer
kan niet jaren op een reeds afge
sloten overeenkomst wachten.
Het wordt tijd, dat het contract tusschen
de gemeente en den tegenwoordigen exploi
tant van den busdienst gepubliceerd wordt,
opdat men kan zien hoe lang de gemeente
nog aan deze regeling is gebonden.
Mocht men dit contract tusschentijds kun
nen verbreken wat met het oog op de ver
minderde subsidie-uitkeering niet onlogisch
schijntdan dient te worden nagegaan op
welke wijze deze busdienst, als men hem al
thans nog bestendigen wil, verbeterd en
goedkooper gemaakt kan worden en welk
aanbod daarbij de meeste aanbeveling ver
dient.
Het wordt tijd om het taxi-bedrijf niet lan
ger te bemoeilijken.
Wanneer wij de Nassau-garage 2000
voor het exploitegren van een busdienst ga-
wen, hebben B. en W gezegd, zouden wij iu-
direct door deze subsidie het taxj-bedrijf van
deze N.V. bevoordeelen en dat zou niet bil
lijk tegenover andere ondernemingen zijn.
Maar heeft men nimmer bedacht, dat men
door de tegenwoordige busdiensten te subsi
dieeren, en in verband daarmede de normale
ontwikkeling van het taxibedrijf tegen te
houden, eveneens door bescherming van één
onderneming vele andere gedupeerd heeft?
De taak der gemeente is vóór alles het die
nen van het algemeen belang en het publiek
is er mee gebaat, dat naast een goede en zoo
goedkoop mogelijke busexploitatie een zoo
groot mogelijke vrijheid voor de ontwikkeling
van het taxi-verkeer wordt geboden.
De raad vergaderde gistermiddag om 2.30
uur onder voorzitterschap van burgemeester
H. Nolet, die den wensch uitte, dat de be
raadslagingen tot heil van de gemeente zul
len strekken.
Ingevolge een verzoek van de afd. War-
menhuizen van den R.K. Volksbond deelden
B. en W. mede* dat door den minister van
binnenlandsche zaken was bepaald, dat ook
noodlijdende gemeenten tegemoetkoming mo
gen verleenen in de contributie van werkloo-
ze arbeiders aan ziekenfondsen, waarom B.
en W. besloten een derde yan.de premie voor
rekening wan' de. gemeenste nemen.
'Weth. S 1 ó't steldé vqèt. dat het gemeente
bestuur al drie jaar' in'ïlie richting werk
zaam is geweest.
De heer M j n.k wildé den maatregel ook
voor ziekenhuisverzorgiAg.
De voorzitter zégde een antwoord
toe.
Een voorstel van B, én W. om in verband
met een verzoek van de afd. Warmenhuizcn
van den R.K. Landarbeidersbond „St. Deus
Dedit", aan den minister van sociale zaken
te verzoeken om op de loonen der georgani
seerde arbeiders in de werkverschaffing een
toeslag van 2 cent per uur te mogen verlee
nen, gaf den heer M ink aanleiding op te
merken, dat het wenschelijk was, dat ook de
ongeorganiseerden de 2 cent meer kregen, al
keurde hij het voorstel niet af, omdat de ge-
organiseerden offers brpngen voor hun orga
nisaties, hoewel deze organisaties thans wei
nig kunnen bereiken voor de lotsverbetering
van de leden.
Wethouder Slot vond het voorstel wel
sympathiek, maar er is geen vrij bedrijf meer
en een verbetering verwacht spr. van de con
tributiebetaling niet. Hij had den indruk, dat
er van de werkloozenuitkeering een soort van
uitverkoop gemaakt wordt. Er is gelegenheid
om bij de werkverschaffing te gaan.
jij! Woensdag 27 Maart.
1 HILVERSUM, 1875 M. (VARA-
x uitz.) 8.Orgelspel C. Steyn. 8.30
0 Gr.pl. 9.30 P. J. Kers: Onze keu-
0 ken. 10.— VPRO-morgenwijding
m 10.15 Voor Arb. inde Continubedr
Strijkorkest olv. E. Walis, Dubbel
P X ensemble olv. C. Steyn, Schalmei
olv. P. Renes en lezingen. 12.—
Gr.pl. 12.30 „Orvitropia" olv. J. v.
d Horst. 1.— De Zonnekloppers o.
1. v. C. Steyn. 1.15-1.45 De Fliere
fluiters olv. E. Walis. 2.Voor de
vrouwen. 2.15 Kn.pies. 3.Voor
de kinderen. 5.30 Uitz. v. h. Ont
P houders-Radio-Comité. 5 45 Paljas,
O Leoncava'.lo (op gr.pl.) 7 Sport-
0 uitz. 7.15 L. Wallace, cembalo en
X N de Klijn, viool 7.45 Uitz. v. d.
x Centr. Bond v. Transportarb. 8.
Herh. SOS-ber. 8.03 Vaz Dias en
0 VARA-Varia. 8.10 „Wat kan die
(jdi) vent liegen", interview met Frans
x Nicnhuys. 9.Mr. D. S. Jessurun
Cardozo: De vrouw en het recht.
9 20 „Uit het leven van Joh. Seb
Bach", progr. van W. v, Cappellen
en P. liggers, m. m. v. het VARA
tocneel olv. W. van Cappellen,
VAR A-orkest olv. P. Tiggers en so
listen. 11.— Gr.pl. 11.15 Orgelspel
J Jong. 11.45—12.— Gr pl.
HUIZEN, 301 M. (NCRV.-uitz
8.— Schriftlezing en meditatie. 8 15
—9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst o.
1. v. ds. J. Verkuyl. 11.— Orgelspel
R Parker. 12.15 Gr.pl. 12.30
Kwintetconcert olv. P. v. d. Hurk.
2.— Gr.pl. 2.30 Voor postzegelver
zamelaars. 3.-3.45 Gr.pl. 4.
Vioolrecital Nap de Klyn. A. d.
vleugel A. Heksch. 5.Kinderuur
6.Landbouwpr. 6.30 Afgestaan
7— Ned. Chr. Persbureau. 7.15
Gr.pl. 7.30 Technische causerie S.
v Otterloo. 8 Vaz Dias. 805
Evangelisatie-dienst in de Baptis
ten-kerk te Leeuwarden. Sprekers
ds F. E. Huizinga en ds J. Louw.
9 35 Gr.pl. 10 Vaz Dias. 10.05
Het Waleson-trio en gr.pl. 11.
11.30 Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.35—
10.50 Morgenwijding. 11 20 Gr.pl.
1150 Fransche les. 12.05 Orgel
spel Q. MacLean. 12.50 Ch Man
ning en zijn orkest. 1.50 Orgelcon
cert M Vinden. 2.25 Voor de scho
len. 3.10 Lezing. 3.35 Sted orkest
Bournemouth olv. R. Austin, mmv.
A. Fachiri, viool. 5.05 Het Mac-
Arthur Kwintet. 5.35 BBC-dans-
orkest olv. H. Hall. 6.20 Ber. 6 50
en 7.05 Lezing. 7.20 Kwartetcon
cert. 7.50 Het Broadhurst Septet.
8 35 Concertinleiding. 8.50 BBC
Symphonie-concert m. m. v. E La-
mond, piano en het BBC-koor olv.
F Weingartner. 11 10—12.20 Roy
Fox en zijn band.
RADIO PARIS, 1648 M- 7.20 cn
8.20 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert olv
Touche. 820 „Le marchand de
Vénise", opera van Hahn.
KALUNDBORG, 1261 M. 1120
—1.20 Concert uit rest. Ritz. 2.—
Zang en piano. 2.20 Gr.pl. 2.50— af
4.50 M. Hansen's orkest. 7.20 Ope- UP
rettemuziek olv. Reesen. 8.35 Mo- 0
derne Deensche muziek. 9.05 Oude
Engelsche dansen voor Houtblazers
9 40 Fransche muziek olv. E. Ree-
sen. 10.2011 50 Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 5.20 Gr.pl.
6 35 Orkestconcert. 11.20 Accor
deonconcert, 12.35 Omroepkwintet.
1 35 Zang. 3.20 Omroepkleinorkest
olv. Eysoldt en solisten. 5.05 Zang.
6.20 Voordr. 8.10 Omroeporkest o.
1. v. E. Buschkötter. 10.20 V. d.
DeutschLs.: IJslandsche muziek.
10.50-11.20 Gr.pl.
ROME, 421 M. 8.20 Opera-uitz.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12.20 Gr.pl. 1.30-2.20 L. Lang-
lois' orkest. 5.20 Zang en piano.
6.05 en 6.50 Gr.pl. 7.20 Celloreci.
tal. 8.20 Salonorkest. 9.20 Dito.
10.30—11.20 J. Rutten's orkest.
484 M.: 12.20 L. L»ng oi«' orkest.
I.30-2.20 Gr.pl. 5.20 't Pro Arte
Kwartet. 705 Zang. 7.35 Gr.pl.
8 20 Hoorsp-v 8.50 „La victoire",
tekst van Payen, muziek van A. Du-
puis. 10.40 Gr.pl. 10.50—11.20
Vervolg van 8.50.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7 35 „Stunde der iungen Na-
tion: Soldaten". 8.05 Militair con
cert olv. W. Thiele. 9.20 Ber. 9.40
Reportage. 10.05 Weerber. 10.20
IJslandsche muziek 10.5011.50
Dansmuziek olv. H. Bund.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: D.sender 8.05—9.20,
Keulen 0.20—13.50, Parijs Radio
13.50—14.20, Kalundborg 14.20—
15.20, Keulen 15.20—16.50, Lond.
Reg. 16 50-17.40, Leipzig 17.40—
19.30, Beromunster 19.30—21.50,
Weenen 21.50—22.10, Motala
22.10-22.20 Leipzig 22.20-24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8 05—8.50,
Droitwich 10.35—11.05, Lond. Reg
II.05—12.05, Droitwich 12.05
13.50, Lond. Reg. 13.5015 35,
Droitwich 15.3518.20, Brussel
Fr. 18.20—18.50, Lond. Reg. 18.50
19.50, Droitwich 19.50—24.
o
De heer Dekker was overtuigd, dat de
loonen nog slechter zouden zijn als de orga
nisaties er niet waren.
Weth. Molenaar was het er mede eens,
dat het grondtoon te laag was. De bonden
werken wel, maar bereiken niets. Het voor
stel van den heer Mink oordeelde hij een
nieuw voorstel. Voor de regeering zit er voor
deel in dat de arbeiders zich organiseeren en
er kunnen omstandigheden zijn waarom een
arbeider liever van de werkverschaffing trekt,
dan in de werkverschaffing te gaan.
Devo.orzitter merkte op, dat B. en W.
gestreefd hebben de loonen op peil te hou
den. Wat wordt voorgesteld ligt in de tot
nog toe gevolgde lijn. Men moet praktisch
blijven en begrijpen, dat men, als men te veel
vraagt, niets krijgt.
Weth. Slot becijferde, dat als de regee
ring er toe overgaat er nog een voordeeltje
behaald wordt door de werkloozen, omdat
de contributie 65 cent per week is en dan 1
meer ontvangen wordt. Het wordt dan zaak
voor allen om zich te organiseeren.
De heer Mink was er niet tegen, doch
hij had van de bonden weinig gemerkt.
Weth. Slot: De strekking is, het or
ganiseeren te bevorderen. Het streven tot
loonsverhooging is iets anders en het werk
van de bonden.
Z.h.st. werd het voorstel aangenomen.
Medegedeeld werd, dat bij K B. het raads
besluit om de biljartbelasting weer in te vce-
ren en voor café's het wettelijk tarief te her
stellen, was goedgekeurd.
Een verzoek van den Tuindersbond om re
ductie op de huur van de landerijen te ver
leenen, wenschten B. en W. af te wijzen, om
dat de pacht zoo is, dat met de slechte tijds
omstandigheden rekening is gehouden en een
reductie van 50 pCt. niet gerechtvaardigd is.
Na aftrek van de lasten houdt de gemeente
haast niets over.
De heer Mink verzocht B. en W. het ver
zoek nader te overwegen. De heeren Mole
naar, Dekker en Tesselaar wilden alleen
voor enkelen een uitzondering maken.
De v o o r z i 11 er zeide, dat B. en W. nog
nimmer iemand het mes op de keel hebben
gezet. Men moet elk geval op zichzelf bekij
ken. Er zijn echter ook gevallen van men-
schen die hard schreeuwen, maar zeer goed
kunnen betalen.
Weth. Slot beaamde dit. Er zijn er die
het moeilijk kunnen betalen, doch de gemeen
te kan niet doorgaan met steeds reductie te
verleenen. In gevallen waar het gemotiveerd
was hebben B. en W. de streep er door ge
haald. De mogelijkheid bestaat echter, dat
uit het Engelsch van Hugh Walpole
en J. B. Prietsley, door H. A. C. S.
50)
20 Jérmyn Street.
Beste Bob, v
De dingen schieten nu vlug op zóó
vlug inderdaad, dat het mij niet mogelijk is
te gelooven dat dit mijn leven is of mijn per
soon of mijn gewichtigheid - behalve Jean,
die de mijne is, voor goed de mijne en
laat het met de minne jenever en bitterwe-
reld, waar ik thans in verkeer, maar loopen,
zooals het loopt.
Mijn wereld draait om Mulligan en Mul-
ligan is er de godheid van. Ik had gister
avond 'n gesprek met hem, dat mij zóó einde
loos boeide, dat het mij spijt, dat ik slechts
de franje er van kan geven. Ik zou wensche,
dat een van die kerels, die werkelijke, god
delijk ware romans schrijven, zich door mij
bij Mulligan liet introduceeren en dan met
hem ging leven, met hem eten, met hem on
der hetzelfde dak slapen, voor een langen,
langen tijd. Je herinnert je Verloc, in The Se
cret Agent, hoe hij er uitzag of hij den ge-
heelen dag op 'n onopgemaakt bed gewoeld
had? Nu, dat is Mulligan's wereld. Je weet
hoe je soms in onze schitterende dagblad
pers leest van den een of anderen kerel, die
een spion voor de Sovjet is geweest of een
afperser, of een koppelaar en plotseling
worden alle melodrama's van Oppenheim en
Wallace zoo realistisch als gaslicht. „Wel",
zeggen wij, „ik had gedacht, dat die wereld
Martiaansch was en zie, hier is zij, vlak bij
mijn elleboog". Zoo voel ik het met Mulli
gan.
Niet dat ons gesprek, gisteravond, erg
lang was. Ik ging weer naar Rossett Jr.'s
nachtclub en zat nog eens aan het akelige
tafeltje en luisterde naar de akelige kleine
band, die menschen met hun zwarte gezich
ten. Maar ditmaal was de zaal vol en van
wat voor gedaanten alleen gedaanten in
twee dimensie's, geknipt uit zijdepapier, zich
bewegende als slaapwandelaars op de melo
die van „Ik ga morgen sterven, ik ga
Het meisje, dat mij ten huwelijk vroeg, was
er ook weer en stevende opeens op mii af.
Zij vindt mij betooverend. Op haar halfdoo-
de treurige manier vertelde zij mij dat, nog
eens verklarend, dat als ik haar alleen maar
nu en dan wilde ontmoeten, zij erg dankbaar
zou zijn en mij met dezelfde munt zou terug
betalen. Toen ik haar vroeg met welke munt,
antwoordde zij, dat zij mij een paar dingen
kon vertellen, die mij den wensch zouden
doen opkomen om mijn hoofd af te koelen in
frisch water. Over Mulligan? vroeg ik haar.
Kon zij mij iets vertellen over Mulligan?
Of kon zij dat niet? Zonder opwinding of
emotie, van welke soort ook, vertelde zij mij,
dat ze mij misselijk van Mulligan kon ma
ken en dat, als ik bijzonderheden wenschte te
weten over la vie intime vai den duivel,
haar kleine feiten over Mulligan mij al wat
ik noodig had zouden verschaffen.
Toen verscheen Mulligan zelf, nogal net
jes gekleed in smoking, wit vest en met een
glazen gardenia. Ik ging recht op hem al
en zei,.dat ik graag een paar woorden met
hem zou willen spreken. Voor een oogenblik,
ik ben gelukkig het te kunnen zeggen, maak
te ik hem angstig. Hij kon mij het eerste
oogenblik niet thuis brengen en hij leeft,
vermoed ik, in een voortdurende vrees voor
een geheel-vreemde, nooit wetend, wanneer
de slag zal vallen. In één oogenblik echter,
na een blik op mij geworpen te hebben, her
stelde hij zien; hij kon zien, dat ik niet het
type was, dat eenige intieme dingen van
hem zou kunnen weten.
Hij dacht, vermoed ik, dat ik de een of an
dere jeugdige stommeling was, die in moei
lijkheden zit, die gehoord had dat hij geld
kon leenen (tegen een erg aardige rente) of
geloof had in zijn kennis als insider van elk
soort bedrog. Hij was volmaakt beleefd*
kwam aan mijn tafeltje, bestelde wat en be
keek mij toen met het'vriendelijk, welwillend
air van een bisschop op een tuinpartij. Wat
kon hij voor mij doen? Wat hij voor mij
doen kon, legde ik hem onmiddellijk uit,
was: mijn jongen vriend Rossett los te laten
Den greep, dien hij op den jongen had,
moest hij opgeven en dat gauw. Ik nam hier
bij een dappere, besliste houding aan. Jean
bij mij te hebben, waar ik ook heenga, maak
te mij dapper.
Zijn manieren veranderden opeens. Ik kon
zien, dat hij zichzelf afvroeg hoeveel ik
wist, wat er achter mijn driestheid zat. Ik
ben tenminste blij. dat hij nooit realiseerde,
hoe weinig ik werkelijk wist. Hij werd waar
dig, domiaeerend. Hij zwol zienderoogen op
Ik zag, dat hij een grooten trots had over
zijn macht, dat cit de eenige godheid was,
die hij vereerde behalve vrouwen natuur
lijk en dat al de kleine, gemeene, vuile,
valsche, wreede streken, waarmee zijn leven
gevuld was, in het licht van het besef aan
gaande zijn macht, groote prachtige daden
waren, als van Bismarck, die Frankrijk en
Duitschland in oorlog, doippelt, of als Na-
po'eon, die losbranden laat met schroot.
Ik trachtte een houding aan te nemen,
zoo beslist als mij mogelijk was, maar ik
had niet veel succes. In de eerste plaats wist
ik te weinig van wat Rossett werkelijk ge
daan had en was bevreesd het te laten mer
ken, en, in de tweede plaats, de zaal met
haar rioollucht van geui van gezichtspoe
der, haar nevelachtig licht en schaduwach
tige, geestachtige, zich kronkelende licha
men maakte mij duizelig. En: de man zelf
domineerde over mij. Ik realiseerde mij plot
seling dat, verwaand als hij was, geen en
kele valschheid onmogelijk voor hem was,
dat hij het minste gevoel had voor iemand's
ellende, dat iemands tranen hem niets kon
den schelen, dat hij net zooveel wroeging
kende als een boaconstrictor. Mij op te ne
men en mij over zijn knie te breken betee-
kende voor hem niet meer dan een Vermouth
te drinken en ik kon mij voorstellen hoe
vlug, nadat hij het gedaan had, hij mij in
een hoek weggestopt zou hebben en dat
daarna de band des te luider zou spelen
Hij vroeg mij rustig wat ik wenschte, dat
hij zou doen, met het oog op Rossett en
waarom ik voor hem geïnteresseerd was. Ik
zei, dat ik den jongen kende en een vriend
van de familie was. Een vriend van de fami
lie? Zijn belangstelling werd levendig. Hij
dacht, vermoed ik, aan Jean. O, wel, in dat
geval, als ik vriend van de familie was,
moest ik begrijpen, hoe goed hij voor den
jongen geweest was, hoeveel de jongen aan
hem verschuldigd was. Hij zwol op van
deugd. Als het niet voor hem geweest
wasHad hij niet dit of dat gedaan
waar zou de jongen dan nu zijn? In de ge
vangenis, natuurlijk, en een overvloed van
dergelijke praatjes
Hij praatte met mij als een vader, ver
baasd hoe iemand, die een werkelijke vriend
van de familie was, kon hebben toegestaan
dat de jongen den weg opging, waarop hij
zich thans bevindt. Waarom had ik niet ge
probeerd den jongen uit de handen van
siechte kameraden te houden, van lichte
vrouwen, enzoovoort? Zag ik niet in...?
Maar ik onderbrak deze humbug, vroeg hem
of iets gewonnen werd met zulken onzin,
vroeg hem tenslotte of het geld was, dat hij
wenschte. Hij glimlachte met een vertrouwe-
lijken, vriendelijken glimlach. Neen, het
was geen geld. Hij wenschte den jongen
niet kwijt te raken. Hij vertelde mij ronduit,
dat hij den jongen graag bij de hand had,
naast zich en ik zag zijn groote witte
vingers open en dicht gaan en zijn mond
ging, even, flauwtjes open en zijn roode
tong raakte de lippen aan, alsof hij iets aan
genaams proefde. Wat hij wenschte hij
stond plotseling overeind, stond over mij
heen, uitpuilend van vet onder zijn kleeren,
met opgeblazen wangen, met oogen, die uit
zijn hoofd puilden. Wat hii wenschte wel,
als ik een vriend van de familie was, wilde
ik hem misschien helpen om de familie ook
te leeren kennen. De jongen had een zuster,
een aardig meisje. Nu, waarom zou ik niet
vriendelijk en beminnelijk zijn? Waarom
zouden wij niet allen met elkaar vrienden
zijn? Waarom niet? Hij keek glimlachend
naar mij.
„U kunt mij hier de meeste avonden vin
den", zei hij. „Als u den jongen wenscht te
helpen, breng dan het meisje". Vervolgens
stapte hij gewichtig, met z'n hoofd omhoog,
de zaal in, pikte het een of andere wachten
de juffertje op en verdween, dansend als een
reusachtige olifant.
Dus Bob, het loopt. Of liever, het loopt
niet. Maar ik zit er dik in. Ik zal niet stop^
pen of het opgeven voor ik mijn hand op hej
hart van Mulligan heb en kan voelen dat
het van vrees ophoudt te kloppen. Heeie-
maal Oppenheim of die Clubfoot-meneer.
Doet er niet toe. Jean is er tenslotte.
Je toegenen MARK-
Wordt vervolgd-