CC.cfe£i/{e Jthaakaéciek Raadselhoekie HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKL ALS T VOORJAAR WORDT ZOEKPLAATJE T^ojerWaarc/ Ter oplossing voor deze week: Probleem 1378 van H. Giroux (Fr.) Zw. 16 sch. op: 3, 4, 8/11, 13/16, 18, 19, 20, 23, 25, 26. W. 16 scb. op: 27, 28, 30, 32/36, 38, 40, 43, 44, 45, 47, 48, 50. Welke slagzet maakt wit? In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Niet te haastig! 't Is nog winler! Slaap dus rustig nog maar voort, Tot je Zuidenwind, je vriendje, -T- In je kale takken hoort! Vouw dan vlug je blaadjes open. 't Jonge groen, dat is zoo irisch! En de menschen zeggen: Heerlijk, Dat het nu weer Voorjaar is! CARLA HOOG. (Nadruk verboden). Moeder, zie, de kale takken Wuiven, Spreken zij een taal? Wil de wind hun wat vertellen? Moeder, weet je 't allemaal? Kindje, boomen spreken stellig Net als bloemen, 't Komt 'r op aan, Of wij, menschen, en ook kind'ren, Maar hun woorden goed verstaan. Struiken, boomen zijn nog kaal nu, Maar.... het voorjaar nadert vast. Hoor maar, hoe de hooge stammen Fluist'rend kraken: Opgepast! Probleem 538. A. Manderscheid. Khl De2 Tal Tfl. Ld3 Lg3 Pa4 p. a2 b2 c2 g2 en h2 12. Zw. Boguljubow. Kf7 Dd7 Ta8 Tg8 Lc8 Ld4 Pf6 en p. a6. b7 d5 e5 g7 en h7. Zwart had gespeeld: 18Dd7 (om e5—e4 te laten vol gen) Wit vervolgde nu met: 19. Le5! Da4 (overziet hier wits 22en zet). 20 Tf4. Lg4, 21. Dg4 Le5. Nu is de T. aan zijn plaats gebonden, want na Ta4 volgt Pg4 maar wit speelt: 22. Tf6f! en wint de dame, waarop zwart capituleert. bow, die wij met te meer belangstelling volgden om ons een oordeel te vormen over de kansen, die de match-Euwe Aljechine, aan onzen nationalen kam pioen zou geven. Nimzowitsch is geboren 7 November 1886 te Riga; hij is alzoo iemand uit de Baltische landen, die vroeger tot Rus land behoorden en ons als de Oostzee- provinciën geleerd werden. Hij genoot een zorgvuldige opvoeding als kind van goed gesitueerde ouders. Zijn universi taire studiën zeide hij vaarwel ten be hoeve van zijn schaakstudie. De Tel. ver telt van hem, dat hij tijdens zijn studie te München kennis maakte met de se dert kort overleden meester Alapin. Uit partijen en besprekingen met dezen ont wikkelde N. zich in korten tijd tot een genialen speler. In 1907 nam hij voor 't eerst deel aan een tournooi n.l. te Ostende en verover de de 3e en 4e plaats 14 4 10). In 't zelfde jaar speelde hij mee in Karlsbad en bezette de 4e en 5e plaats. In San Sebastiaan 1911 was hij deel nemer met de allergrootste schaakmees ter en werd no. 5. In 1914 werd hij met Aljechine te St. Petersburg 1 en 2. De oorlog heeft hem als zooveler? ge ruïneerd. Nu moest hij om den broode spelen en zijn oude moeder onderhou den. Dit vergde te veel van zijn zenuwen en speelde hem parten. Hij heeft zich nadien te Kopenhagen gevestigd en moest van schaken leven. In Gotenburg werd hij dan ook no. 12. Veel heeft hij nadien niet meer gepres teerd. Hij werd een grootster van de 2e rang. Dr. Tartakower schrijft in zijn boek: Do hypermoderne schaakpartie van hem o m. dat hij de voorlooper was van de hypermodernen. Hij heeft een geheel nieuw licht ge worpen op 't schaakspel. De ideeën van Tarrasch werden door hem onderst boven gegooid. Vandaar dat Tarrasch de orthodoxe werd. Hij heeft een nieuw licht doen schijn- nen over de Philidor en de Caro-Kann- verdediging. Hij heeft andere ideeën verkondigd over de strategische vragen omtrent de ontwikkelingsvoorsprong, het tempoge- win, de centrumbezetting enz. Grootmeesters als de logische Rubin- sfcin, de methodische Maroczy, de filo- sophische Lasker, de fantastische Reti ondergingen den invloed van zijn nieu were denkbeelden. Hij heeft zijn ideeën neergelegd in zijn boek: Mijn systeem. Wij laten hier een eindspel zien. dat ontstond in een partij gespeeld in 1920 to Stockholm, waarin hij Bogoljubow aan zijn zegewagen bond. Na de 18e zet van zwart ontstond in een Fransche partij de volgende stelling: Wit: Nimzowitsch. Tweezet. Oplossing probleem 538. 1. Lf6. Eindspel 870. H. Rinck. Jantje lacht en Moeder zeg? Onder stevig wrijven: Janneman, beloof me maar Vroolijk nu te blijven! Jantje knikt en zegt: Dat 's goed! Ik zal niet meer huilen, Enals 'k 't bij vergissing doe, Moes, wil je dan ruilen 'n Huilgezicht voor 'n lachend, Ja? Hokus-pokus! fluist'ren? Goed! zegt Moeder, als mijn Jan, Er maar naar wil luist'renl Jantje lacht en Jantje huilt, Is me dat een stakker! Zeg eens, Jantje, droom je soms? Ventje, word eens wakker! Ik ben wakker, zegt dan Jan 'n Oogenblikje later, Maar en zijn gezicht betrekt! T Is zoo koud, dat water! Jantje, ben je daarvoor bang? Wat een domme kerel! Kijk eens! Buiten schijnt de zon En daar fluit een merel! Jans gezicht klaart daad'lijk op. Jan laat zich zoet wasschen En krijgt zelf plezier er in, Zie het ventj' eens plassen! Oplossingen der raadsels nit het vorige nummer. Voor grooteren. Pink Piet Hein. Iris Ezel Tien Ha n d E m s t Inkt Ne u s Wit speelt en wint. 1. Pb4f Kd7 (na 1Kc5? volgt 2. Pd3 na 1Kc7 wint 2. Ka7 Pb6 3. Le5f na 1. Kd6 2. Kb7 Pc7 3. Pd3 en 4. Le5f). 2. Kb7 Pc7 3. Pd?! La3 (of Ld2 Le3 Lg5 Lh6) 4. Pe5f Kdfi (Kd8 5. Lf6f Le7 Pc6f) 5. Pc4f of Pf7f en wint. Eindspel 871. S. Birnow. CARLA HOOG. (Nadruk verboden), Windhoos. Hond, doos, woud, wis. Had de boer al de huur van zijn hoeve opgezegd? (Oeral). Moeder zal pennen en inkt uit de stad meebrengen. (Alpen). Heetf Oom Hans u de tentoonstelling rond geleid? (Sndeten). Het moet heel druk zijn in dat hos pitaal (Athos). Voor kleineren. Neger regen. Amstel, Donge, Linge, Berkel. Mei, (want die heeft maar 3 letters). Kat, te, kwaad; kattekwaad. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een vruchtboom. Wit speelt en wint. Niet toereikend is 1. Pa4? wegens ab4. Maar 1. b5! dreigt met doorloopen van de pion. Dus 1Lb5 2. Pb5 en wit dreigt 3. Lb6. O Lc7 naast Lb8. Alzoo 2. Lh6. 3. Lc7 Le3 4. Lb8 Lbb6 Na 5. La7 wordt zwart mat of hij verliest de L^oper. NIMZOWITSCH f J.l. Zondag brachten de nieuwsbladen 't ontstellende bericht van de plotselin ge dood van den grootmeester Aron Nimzowitsch. Wij Nederlanders, kennen hem uit de zeer gedegen analyses, die hij in de Tel. gaf omtrent de partijen uit de verleden jaar gespeelde match Aljechine-Bogolju- 'w/, *$f'\ (Nadruk verboden) Waar is de waschvrouw? Ladderraadsel, le rij een medeklinker. 2e een groote steen. 3e een klein vischje. 4e een dier, dat groote voorraden maakt. 5e 't gevraagde woord. 6e iets, dat dagelijks verschijnt. 7e houten schoeisel. 8e een lichaamsdeel van een dier. 9e een medeklinker. Verborgen boomen. Trap dezen molshoop eens plat. Aan die oneffenheden in onzen tuin heb ik het land. (2) 't Examen is heel moeilijk; ik geloof niet, dat Bob er komen zal. Andries peddelde een heelen middag op zijn nieuw karretje. Noem een stok, die vruchten draagt, Vruchten, waarnaar men veel vraagt. Men treft ze in 't Westland aan En ook heel ver hier vandaan! Een jongensnaam en een vleesch- soort vormen samen een grappen maker. Voor kleineren. Vul de rijmwoorden in: Hoera, het is nu voorjaar! We gaan dus met elk Naar buiten, vroolijk zingend, Soms dansend en soms We juichen allen blij: „Het is na voorjaar: le (bovenste) sport een vaartuig. 2e syort een vervoermidr XXXXXXXXX X 3e sport een mooie bloem. 4e sport een jaargetijde. X e 5e sport een landbouw- X werktuig. X 6e sport een boom. 7e sport een broodje. De woorden bestaan alle uit 5 letters en de middelste letters vormen, van boven naar beneden gelezen den naam van een plaats in Noord- Brabant. Welke bloemen kan men niet pluk ken? Ze vallen nooit uit en toch blijven ze soms maar heel kort. Mijn geheel wordt met 8 letters ge schreven en noemt een zuidvrucht. Een 1, 2, 5, 3, 4 is een deel van een jaar. De 6, 7, 8 is een rivier, welke gedeel telijk door ons land stroomt. Een 1, 7, 8 is een onderaardsche gang. De 1. 5, 2, 8 is een hemellichaam. Een 6, 2, 4 is een deel van een wagen. (Nadruk verboden). 193. In Siam worden witte olifanten als eerbiedwaardige die ren beschouwd. Zoo komt het dat daar iedere witte olifant een eigen auto heeft, al is het niet veel bijzonders. De olifant op bovenstaand plaatje heette Sim Sem en die had altijd een of ander mankement met zijn aut(

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 12