Gevaarlijk spel De Leeuwerik-slachtoffers begraven. Üeuitteton Luchtvaart. De indrukwekkende plechtigheid op Zorgvlied. IN DE AULA. geraakt. Maar gelukkig verbiedt de politie verordening van Óterleek het spelen om geld op den openbaren weg, onder welken vorm ook en de politie maakte dan ook spoedig 'n eind aan het mooie spelletje van den p&eudo- visscher. Mijnheer Leo H. verscheen op 4 Januari voor den kantonrechter en werd toen voor deze „flesschentrelckerij", zooals de ambtenaar het noemde, tot 40 boete of 20 dagen veroordeeld. Hij zag warempel nog heil in een hooger beroep en debiteerde heden opnieuw voor .ija doorzichtig smoesje, dat hij alleen naar Óterleek was gekomen om te visschen, maar de officier liep er niet in en vorderde bevestiging van het gewezen von nis. Verdachte mopperde nog heel wat tegen, maar mocht nog van geluk spreken dat de officier ook hier geen schepje oplegde. r, ^en ^nkerkant gehouden. De chauffeur op een 6-wielige Shel-auto Andries D. uit St. Pancras, had te Schoorl 3» 29 November bij het oprijden van den elderscheweg vanuit den Damweg den linkerkant van den weg gehouden, waarop een aanrijding plaats had met een wagen, bestuurd door den hr. A. Duiker, aannemer te Wijk aan zee. De St. Pancrasser was voor dit feit veroordeeld tot 15 boete of ,10 dagep, dofh vond die straf nog te hoog en kwam tlu in appél, nu met mr. Koster, een Amsterdamsch advocaat als verdediger. De officier vorderde bevestiging, waarop mr. Koster betoogde dat niet vaststond, dat een plaats gehau hebbend ongeval een ge volg van die aanrijding was en tot oorzaak had de overtreding waarvoor appeller was veroordeeld. Mr. Koster verzocht dus het opleggen vhn een lichtere straf. Hst beruchte artikel 250bis. In de middagzitting werd met gesloten deuren behandeld een zedezaak uit Den Helder contra Johanna Maria B., geboren B. In deze zaak waren niet minder dan 9 getuigen a charge, waaronder brigadier KI Horsman, gedagvaard. Als verdediger fungeerde mr. Langeveld. Gevorderd werd 3 maanden gev. met aftrek voorarrest. 'Reeds vrij uitvoerig hebben wij gisteren melding gemaakt van de teraardebestelling van de slachtoffers van de Leeuwerik. Toch moeten wij nog terugkomen op dat verslag en wij begirtnen daarom met nog even te her inneren aan degenen, die in de Aula aanwe zig waren. Daar waren aanwezig burgemeester de Vlugt uit Amsterdam en zijn beide zoons. Den dag te voren hadden zij hun zoon en broeder begraven, nu stonden zij voor de ba ren van hen, die tegelijk met hun eigen bloed verwant den dood gevonden hadden. Daar was verder Parmentier, die ontroerd, nu hij afscheid moest nemen van zijn colle ga's, van Piet Scer vooral. En daar was Smirncff, die met Soer den Pelikaantocht maakte, den tocht, die beiden beroemd maak te. Daar waren vele anderen, die nauw bij de K L.M. betrokken zijn, die bloedverwanten gingen begraven. Daar waren tenslotte vele vliegersvrouwen, die nu meer nog dan anders zich een groote familie voelen Het gesproken woord. Nadat directeur Plesman namens de K.L. M., de heer Enthoven namens de K.N.I.L.M. en de heer ter Haar namens het gemeentebe stuur van Amsterdam woorden van deelne ming hadden gesproken, kregen anderen gele genheid, om een laatsten grcet te brengen aan de dooden. Mr. Haspels, burgemeester van Nieuwer- Amstel, schetste hoe de bevolking van deze plaats in alle lagen meeleeft met het gebeu ren en hoe aller gedachten uitgaan naar de dooden en hun nabestaanden. Vooral Soer en Wingelaar, die beiden te Nieuwer-Amstel woonachtig waren, worden herdacht. Nog zoo kort geleden werd Soer op grootsche wij ze gehuldigd en spreker mocht hem toen ae eere-medaille overhandigen. Wingelaar was bij allen bekend als de trouwe, harde wer ker. Spreker wil herinneren aan de woorden van Soer zelf, die soms zeihet leven van een piloot is broos, maar als hij wordt weggeno men is het zijn tijd. De gemeente Nieuwer-Amstel heeft ge meend een grafstede aan de gevallenen te mogen aanbieden. Allen in Nieuwer-Amstel hopen met liefde en zorg de overblijvenden te mogen omringen. Dat God hen moge hel pen het zware leed te dragen. De heer Eggink, burgemeester van Havelte, de plaats waar Soer werd geboren, spreekt namens den commissaris van de koningin in de provincie Drenthe. Hij roemt Soer als een plichtsgetrouw Drent, die in den ure des ge- vaars alles gedaan heeft wat hij kon om de aan hem toevertrouwde bemanning en passa giers veilig aan den grond te zetten. Helaas moest hij vallen als offer van zijn plicht. Men zal hem in Drenthe niet vergeten. Spreker schetst dan nog, als burgemeester van Ha- velte, hoe ontzettend de indruk daar was, toen de ramp bekend werd in het eenvoudige dorp waaraan hij verknocht was als geen ander. Mr. A. H. S. Stemerding, wethouder van Rotterdam, brengt namens het gemeentebe stuur van Rotterdam de gevoelens van innige deelneming over. Met één slag werden vijf jonge levens vernietigd. Woorden kunnen hier de ontroering niet weergeven Spr. zelf voelt alles wellicht nog dieper dan anderen, omdat hij nog slechts in het begin der vorige week met Soer en Weiman van Rotterdam naar Praag vloog, om de luchtlijn daarheen te ope nen. Soer's groote vriendelijkheid, hartelijk heid en fermheid zullen spreker steeds bijblij ven. Niet de mensch, maar God zal troost moeten schenken aan hen die achterblijven. Mr. Harm Srrieenge, lid van de Eerste Ka mer, spreekt eenige gevoelige woorden aan Soer's nagedachtenis, als Drentenaar. Soer bracht Drenthe paar voren en het ligt voor de hand dat Drenthe dezen zoon een laatsten groet wil brengen. Spr. doet dit ook namens de Drentsche vereeniging te Amsterdam. Het heeft spreker getroffen, hoe de bevolking van Sauerland innig meegevoeld heeft met de om- komeneo en dat is voor spreker een bewijs, at er met gemeenschapsgevoel in de wereld veel te bereiken is. Spreker hoopt en is er van overtuigd, dat Drenthe en Havelte zullen zor gen, dat het mevroirf' Soer en haar kind aan niets zal ontbrekend Ds. J. C. Koningsbergen die ds. Berkel- bach van den Sprenkel verving sprak een woord van hart tot hart tot de nabestaanden. Hij verwijst daarbij naar de gestalte van Hem, die in deze wereld van zonde en rouw verschijnt, als een Licht, hoop brengend in aller harten Hij herinnert aan het voorbeeld van Jezus' discipel die toen hij in de golven verzonk, uitriep: „Heer behoudt mij!" On middellijk werd zijn hand gegrepen. Tot al len die hier met aen blik omlaag in rouw staan zou spieker willen zeggen: Richt op, uw hoofd en grijp <)e hand die u wordt toe gestoken. Wellicht v.ift het velen zwaar, maar dan denke mdf èen Jezus vertwijfeling die in het uur van bhi&rt uitriep: Mijn Goa, mijn God, waarom hebt gij, mij verlaten 1 De troost van Jezus moge de nabestaanden hel pen in hun diepste verlatenheid als zij straks terugkeeren naar liet stil geworden huis. Grijpt vast aan de levensvastheid die Hij u geeft. Velen gaan Hij blijft en leidt u naar de kroon. Na dén dood komt de opstan ding, na de eenzaamheid de gemeenschap. Zijn woorden waren; „Ik ben de opstanding en het leven!'' Spreker hoopt dat de goede Herder ook zal willen zorgen voor de kleine lammeren die alleen achter bleven. God zoekt niet des menschens dood, maar des men- schens leven. De kisten uitgedragen. Na de plechtigheid ifi de Aula worden de kisten een voor een uitgedragen, en op de ge reedstaande burries neergezet. Alleen de bloemen van degenen, die hen het naast ston den, liggen nu op de deksels. En zoo is het ook goed. Die hebben daarop het meeste recht. Vooraan staat, aan den arm van den heer Plesman, mevr. de wed. Soer, in zwaren rouw. Als de Aula Jeegstroomt scharen ook de andere nabestaanden zich onmiddellijk achter de baren. Honderden staan achter hef ijzerdraad geschaard, maar men hoort niets, en allen hebben het hoofd ontbloot, terwijl de vliegers, de militairen en de politie-beamb- ten salueeren. Op een rteeken van den heer Struys worden de baren gelijktijdig, als door één kracht opgetild én elk door acht man op de schouders genomen. Vooruit worden de groote kransen en bloemstukken gedragen, en zoo gaat het langzaam en plechtig over den doodenakker, terwijl uit de luidsprekers SCH2.-B fende een stroopersgevalletje in de Bakkum- nier duinen, waar de jachtopziener Liefting hem had betrapt op stroopen met den licht bak en in het bezit van 1G buitgemaakte ko nijnen. Gerrit protesteerde destijds ten sterkste tegen deze lasterlijke aantijgingen. Hij had slechts gefungeerd als drager en beslist van geen carbid-iantaarn gebruik gemaakt. De ambtenaar noemde hem 'n ergen strooper en zijn ontkenning gemeen en requireerde f 35 boete of 35 dagen, waarvan de kantonrechter, die ook het onderste uit de kan niet ver langt, 30 boe'e of 30 dagen maakte. Maar clementie ging den zich gruwelijk ver ongelijkt gevoelenden heer Gerrit A. lang niet ver genoeg, vandaar zijn verschijning ter audiëntie. Natuurlijk voerde Gerrit, die vandaag niet ,jt en morgen weer dat zegt, het zelfde ver deer als in eerste instantie. Uit de voorradige collectie carbidlampen kon Gerrit zijn eigen dom niet herkennen. Zijn actie had eenter jdet het succes,waarop hij misschien nog mocht hebben gehoopt, de officier wilde heelemaal niet bijten en vorderde zelfs nog 50 boete of 30 dagen met vernietiging der lantaarn. Met de boomen in conflict gekomen. De 34-jarige heer Theo Jos. S-, handelaar te Bergen, was in den avond van 4 Novem ber bij den Berger overweg de spoorbaan opgereden, niettegenstaande de boomen in dalende beweging waren. De schuld werd door den kantonrechter zeer gering geacht en den heer S. werd slechts 5 boete of 5 dagen opgelegd. Niettegenstaande deze zachte cor rectie kwam de veroordeelde in appèl, aan gezien hij vermeende dat de treurige ver lichting etc. de oorzaak waren Voorts kreeg hij ook nog gelegenheid zich ernstig te be klagen over de onvoldoende bediening der aldaar aanwezige spooi boomen. De seinnuis-wachter en boomenbedienaar Groot verklaarde, dat appèllant tegen den boom was aangereden en deze werd ver nield De maatschappij had appèllant aange sproken voor 180 schadevergoeding. Appèllant had den dalenden boom niet op gemerkt, voor deze zijn voorruit raakte en hij de rcode lampjes zag schitteren. Hij heeft zelf vei zocht den chef te mogen spreken over het geval. Appèllant citeerde een stukje van de N. A. C. in de Alkmaarsche Courant, waarin werd betoogd, dat de spoorboomen behoor lijk verlicht dienen te worden. De officier geloofde niet, dat de toestand bij den Bergerweg ideaal is Niemand in Noordholland zal riit durven beweren, ge tuige voorts de vele malen, dat de boomen stuk worden gereden Niettegenstaande dat, vermeende spr., dat appellant niet geheel schuldvrij was en hij requireerde bevestiging. De officier onderstreepte in zijn requisi toir nog sterk de noodzakelijkheid, dat in 't belang van 't verkeer in den toestand bij dien overweg verbetering werd gebracht. Het Egmondzeesch Bremer strooperspact. De zuster van Cornelis D., alias Cees van de Kneut, een professional strooper, is getrouwd met Frits A., die te Bremen het levenslicht voor het eerst aanschouwde en nu als assistent konijnenvanger al aardige vorderingen maakte. Deze beide heeren had den op 25 Nov. in de duinen van „Age Binnen" met den lichtbak gewerkt en Ces werd veroordeeld tot 7 dagen principaal en de assistent heel „genadig" bedacht met 30 boete of 20 dagen hechtenis. De onver- zadiglijke ambtenaar had zelfs 40 of 30 dagen gevorderd. Het stond echter reeds di rect vast dat deze uitspraak niet in den smaak viel van de heeren zwagers en het verwonderde ons niet, hen heden in hooger beroep voor het voetlicht te zien verschijnen Hun klachten hebben we in 't kantongerecht- verslag reeds behandeld en in dien stand van zaken kwam ook nu geen verandering Evenmin als in de meening van den officier, die bevestiging vorderde van het gewezen vonnis. Cees verzocht bescheid en 1 ijle eenige cle mentie en probeerde ook nog zijn lantaarn [os te peuteren, maar de president beduidde hem dat hij op die consideratie niet behoefde te rekenen. De goochelaar met de noten- doppen. De koopman Leo H., 'n Brabander uit Oosterhout, te Amsterdam woonachtig, was op 14 Augustus tijdens een harddraverij te Gterleek gearriveerd, zoogenaamd om te visschen, maar in werkelijkheid om de be zoekers der harddraverij er eens tusschen te nemen met de bekende notendopjestruc. Gok de landbouwer Ger. W. Stam had eens geraden, maar was direct 5 kwijt Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 6) vil uw vragen niet beantwoorden., ^aten we de zaken afhandelen Ik ben hier- -een gezonden om zoo gauw mogelijk dat jo'aadlooze rapport te kiijgen. Dat zal wel 'et zoo moeilijk zijn. Hoe eerder u tvgint e werken, des te beter". »Ik zit er over te denken, of liet niet mo «pjk zcu zijn twee vliegen in één klap te 'aan Ik wil Hallam onschadelijk maken we het zoo konden inrichten, dal hij e|f de inlichtingen gaf j'j hield op en keek haar scherp aan. »G denkt aan Stella -, »Ja, ik wil haar hebben. Ik dacht, dat haar vergeten was, maar gisteren merkte k> dat ik mij vergist had" "Gelooft u in liefde op het eerste ge- zicht?' vroeg ze en hij lachte om haar vraag ;„,'i .s> 'k toch gelijk. U is onder den 'vloed van Hallam's charmes. Mijn beste le'sjp, je zou in een week je oogen uit je Q°ofd schreien van verveling. De vent is een brave Hendrik". „Ik ben het niet met u eens of u moet bedoelen, dat hij een goed mensch is. Ik heb den laatsten tijd zooveel lui van een ander soort ontmoet, dat het goed doet een man tegen te komen, die eerlijk is". „Dan heeft u het niet getroffen". „Ik heb omgegaan met mannen, zooals u", zei ze kortaf. „U is veel te kieskeurig voor iemand van uw beroep". Terwijl hij sprak stond hij op en belde. Nadat hij de rekening had betaald gin gen ze naar beneden in de auto en reden ze snel naar Wayport. Valda stapt uit toen ze dicht bij de stad waren en wandelde lang zaam in de richting van mevrouw Came- ron's huis. Daar vond ze een brief van haar moeder. „Mijn lieveling", begon deze. „ik moet een ernstige operatie ondergaan. Vandaag ga ik naar het ziekenhuis. Ik wil niet dat je naar me toekomt, daarom geef ik je geen adres. Maar als het verkeerd gaat met me, zal ik een telegram zenden en dan moet je dadelijk naar Lorden komen. B. kwam gis teren bij me en legde me het gewicht van je zending uit. Pas op, dat het je niet mislukt. B. zei me. dat hij heel tevreden Was over je werk en dat je waardevolle diensten had be wezen. Ik behoef je wel niet op het hart te drukken erg voorzichtig te zijn. Alles werkt bij je mee, en, tenzij je een groote fout maakt, geloof ik niet, dat ze je ooit zullen verdenken. Maak je niet ongerust over mij, liefste. Je liefhebbende moeder". Valda zuchttte diep toen ze de hall door liep. Bij de deur van het salon bleef ze staan. Ér was iemand binnen en ze herken de Hallam's stem. Even aarzelde ze en ging toen naar boven naar haar kamer. Langzaam deed ze de voile af en keek naar haar beeld in den spiegel. Ja, er was geen twijfel aan, dat ze mooi was en toch voelde Hallam niets voor haar schoonheid. Hoe gelukkig was ze een paar dagen geleden ge weest. Geen kind kon een liethebbender moeder hebben gehad, dan zij, en toch voel de zij, dat ze niet was als andere meis;e3. Zij had een moeilijk leven gehad en had veel moeten leeren dat vreemd was. Al haar va canties had ze met haar moeder op hei vasteland doorgebracht en ze had verschil lende talen vloeiend leeren spreken Toen was die vreeselijke dag in Berlijn ge komen Op haar achttienden verjaardag had haaf moeder ronduit inet haar over de toekomst gesproken. „Kind", had ze gezegd, „jouw leven zal geen nutteloos leven zijn. Ik heb je opge voed met een bepaald doel. Je hebt me dik wijls naar je vader gevraagd en ik heb je vragen vermeden Nu is de tijd gekome. dal je moet weten hoe ik geleden heb Vóór ik twintig jaar was, werd ik verliefd op een Engelschman en trouwde met hem. Hij was zeeofficier de besle'man, die ooit be staan heeft. Hij was gedetacheerd in Ports- mouth en ik woonde in Southsea Hij had heel weinig geld, maar we hielden harts „Ases Tod" weerklinkt, gespeeld door den or ganist binnen. Grijs en droef is de lucht. Op het kerkhoi. Tegenover het wijdgeopende graf worden de burries met de kisten weer gelijktijdig in' een rij neergezet, en een voor een worden ze geplaatst op het toestel, dat ze omlaag zal voeren. Nu klinkt overluid snikken. Vrouwen, oude en jonge, strooien bloemen op de kis ten, die daarna, haast ongemerkt, in den schoot der aarde verdwijnen. Den bloemen- rijkdom met de veelkleurige linten schikt men om iiet graf heen. En wij denken aan Von dels woord: „Die glorie gaat haast over". Even komt er beweging in den stillen, ge sloten kring, Men laat twee vertegenwoordi- Sers van het buitenland door. Het zijn de eeren O. Didier van de „Air France" en M. Fengler van de „Deutsche Lufthansa". Ook Croydon zond bloemen, en bijzonder treffend is de tak seringen uit Engeland, met dit ont roerend opschrift: „From an English garden over whicn Soer has flown many times". Hier spreekt een hart van verre in een taal, die wij allen begrijpen. De lucht wordt al donkerder en dreigen der. Vloog even vóór de plechtigheid de nieuwe Fokker 22, van de Zwecdsche lucht lijn A. B. A., de Lapland, over den dooden akker, op weg naar Schiphol, om als het wa re een stillen groet te brengen aan de geval len makkers, nu ziet men geen vliegtuig, zelfs geen vogel. De gebeden deel uitmakend van de beaardingsplechtigheid, van den marco nist van der Klein, worden uitgesproken door diens broeder, R.K. geestelijke te Beverwijk Dan treedt mr. Haspels, burgemeester van Nieuwer-Amstel, naar voren om, op verzoek van de familie, dank te betuigen aan allen die door hunne tegenwoordigheid eer hebben bewezen aan de nagedachtenis van de vijf be treurde luchtvaarders. De menigte verspreidt zich, en juist als de terugtocht naar de stad ondernomen wordt, ruischt de regen neer over tochtelijk veel van elkaar. Een paar maan den vóór je geboren werd, werd hij gearres teerd en beschuldigd geheimen aan Duitsch- land te hebben verkocht. Hij werd schuldig verklaard Ze zetten hem niet in de gevange nis, maar ontsloegen hem uit den dienst. Je vader was onschuldig dat zweer ik en ik kende hem. Hij was een eerlijk man. Den nacht van het vonnis brachten ze hem thuisdood. Hij had zichzelf een kogel door het hoofd gc'aagd; hij kon de onver diende schande niet dragen. Den volgenden morgen werd jij geboren ik had gehoopt, dat je een jongen zoudt zijn. Op zijn doode lichaam heb ik gezworen, dat jouw leven zou gewijd zijn aan het terugbetalen van. het vreeselijke onrecht, dat hem was aange daan. Toen jij grooter werd zag ik duidelijk mijn weg voor me. Terwijl jij op school was, begon ik het werk, dat jij nu verder vol brengen moet. Ik ging bij den „geheimen Diiitschen dienst". Valda herinrterde zich, hoe ze de plan nen, die baar moeder voor haar gemaakt had, verafschuwd had en hoe hartstochtelijk ze gesmeekt had om gespaard te worden. Maar voortdurend aandringen had gelei delijk zijn werk gedaan en ze had toegege ven. Van het begin af had ze succes gehad Alles had ze vóór. Voor het oog was ze een mooi Engelsch meisje, dat men instinctief kon vertrouwen Langzamerhand verzoen de haar geweten zich met wat ze deed en wanneer ze verslapte, was haar moeder het nu eenzame massa-graf. Als een waardig slot-accoord. DE BEGRAFENIS VAN DEN HEER BRIEL. Onder groote belangstelling is gistermid dag het stoffelijk overschot van den heer Briel op de Bieberg bij Ginneken ter aarde besteld. Zeer vele belangstellenden hadden zich om en nabij het station te Breda verzameld om getuige te zijn van de aankomst van het stof felijk overschot. Vele jaren is de heer Briel een bekende en geziene figuur in het Breda- sche vereenigingsleven geweest, zoodat het geen verwondering kan baren dat het sta tionsplein vrijwel geheel gevuld was. Nadat de stoet zich in beweging had gezet, begaf men zich naar de markt te Ginneken waar kransen aan den wagen werden ge hecht namens den raad van beheer van de H.K.I., directie en personeel der H.K.I. en voorts van de vele neven bed rijven van deze industrie. Even over drieën arriveerde de stoet op het kerkhof. Toen de kist langzaam in de groeve was neergedaald, trad als eerste spreker ds. ter Haar Romeny naar voren. Spr. sprak tot me vrouw Briel en hare kinderen woorden van troost en noemde den overledene oen stoere werker, die een voorbeeld voor allen was. De heer Stulemeyer voerde het woord na mens het bestuur van de H.K.I., de directie van de maatschappij en de zusterfabrieken. Hij sprak woorden van dank voor de toewij ding en de kennis van den overledene voor de zaak. Hij noemde den heer Briel een voor beeld voor zijn collega's. Tenslotte spraken nog de heer Andries, namens de Verkoopcentrale, de heer Pauw, namens de K.L.M., de heer Eggelte, een vriend van den overledene, waarna de zoon van den heer Briel allen dank bracht voor de betoonde belangstelling. daar om haar te herinneren aan het on recht, haar vader aangedaan. Nu, terwijl ze aan het verleden dacht, voelde Valda hevig de schaamte, die sinds gisteren in haar begon op te komen. Op nieuw vroeg ze zichzelf de reden daarvan af en het gelaat van Guy Hallam met zijn open, oprechte oogen kwam haar voor den geest. Met een diepen zucht wierp ze haar hoed op het bed en ging naar beneden. De deur van het salon werd open gedaan en Hallam kwam naar buiten. Hij scheen haar niet te zien, maar liep recht door. „Mijnheer Hallam, wat is er gebeurd?" riep ze hem na. Hij keek even om en ze sehrok terug voor den wanhodp in1 zijn gezicht. Toen viel de vobfdeur acnter hem dicht. HOOFDSTUK IV. Guy Hallam bleef lunchen en deed zijn uiterste best om zijn vader op te vroolijken. Hij sprak hoopvol over de toekomst, en zei dat hij de marine niet zou verlaten, wat er ook zou gebeuren. Toen Guv het hotel verliet, was zijn va der opgewekter. „En nu naar mevrouw Cameron", zei Guy in zichzelf, terwijl hij de richting naar haar huis opwandelde. Hij zou Stella niet zien zonder haar moeders toestemming dat had hij vast besloten Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7