Gevaarlijk spel
De Leeuwerik-slachtoffers begraven.
Üeuitteton
Luchtvaart.
De indrukwekkende plechtigheid
op Zorgvlied.
IN DE AULA.
geraakt. Maar gelukkig verbiedt de politie
verordening van Óterleek het spelen om geld
op den openbaren weg, onder welken vorm
ook en de politie maakte dan ook spoedig 'n
eind aan het mooie spelletje van den p&eudo-
visscher. Mijnheer Leo H. verscheen op 4
Januari voor den kantonrechter en werd toen
voor deze „flesschentrelckerij", zooals de
ambtenaar het noemde, tot 40 boete of 20
dagen veroordeeld. Hij zag warempel nog
heil in een hooger beroep en debiteerde heden
opnieuw voor .ija doorzichtig smoesje, dat
hij alleen naar Óterleek was gekomen om te
visschen, maar de officier liep er niet in en
vorderde bevestiging van het gewezen von
nis. Verdachte mopperde nog heel wat tegen,
maar mocht nog van geluk spreken dat de
officier ook hier geen schepje oplegde.
r, ^en ^nkerkant gehouden.
De chauffeur op een 6-wielige Shel-auto
Andries D. uit St. Pancras, had te Schoorl
3» 29 November bij het oprijden van den
elderscheweg vanuit den Damweg den
linkerkant van den weg gehouden, waarop
een aanrijding plaats had met een wagen,
bestuurd door den hr. A. Duiker, aannemer
te Wijk aan zee. De St. Pancrasser was
voor dit feit veroordeeld tot 15 boete of
,10 dagep, dofh vond die straf nog te hoog
en kwam tlu in appél, nu met mr. Koster,
een Amsterdamsch advocaat als verdediger.
De officier vorderde bevestiging, waarop
mr. Koster betoogde dat niet vaststond, dat
een plaats gehau hebbend ongeval een ge
volg van die aanrijding was en tot oorzaak
had de overtreding waarvoor appeller was
veroordeeld. Mr. Koster verzocht dus het
opleggen vhn een lichtere straf.
Hst beruchte artikel 250bis.
In de middagzitting werd met gesloten
deuren behandeld een zedezaak uit Den
Helder contra Johanna Maria B., geboren
B. In deze zaak waren niet minder dan 9
getuigen a charge, waaronder brigadier KI
Horsman, gedagvaard. Als verdediger
fungeerde mr. Langeveld.
Gevorderd werd 3 maanden gev. met aftrek
voorarrest.
'Reeds vrij uitvoerig hebben wij gisteren
melding gemaakt van de teraardebestelling
van de slachtoffers van de Leeuwerik. Toch
moeten wij nog terugkomen op dat verslag
en wij begirtnen daarom met nog even te her
inneren aan degenen, die in de Aula aanwe
zig waren.
Daar waren aanwezig burgemeester de
Vlugt uit Amsterdam en zijn beide zoons.
Den dag te voren hadden zij hun zoon en
broeder begraven, nu stonden zij voor de ba
ren van hen, die tegelijk met hun eigen bloed
verwant den dood gevonden hadden.
Daar was verder Parmentier, die ontroerd,
nu hij afscheid moest nemen van zijn colle
ga's, van Piet Scer vooral. En daar was
Smirncff, die met Soer den Pelikaantocht
maakte, den tocht, die beiden beroemd maak
te. Daar waren vele anderen, die nauw bij de
K L.M. betrokken zijn, die bloedverwanten
gingen begraven.
Daar waren tenslotte vele vliegersvrouwen,
die nu meer nog dan anders zich een groote
familie voelen
Het gesproken woord.
Nadat directeur Plesman namens de K.L.
M., de heer Enthoven namens de K.N.I.L.M.
en de heer ter Haar namens het gemeentebe
stuur van Amsterdam woorden van deelne
ming hadden gesproken, kregen anderen gele
genheid, om een laatsten grcet te brengen
aan de dooden.
Mr. Haspels, burgemeester van Nieuwer-
Amstel, schetste hoe de bevolking van deze
plaats in alle lagen meeleeft met het gebeu
ren en hoe aller gedachten uitgaan naar de
dooden en hun nabestaanden. Vooral Soer
en Wingelaar, die beiden te Nieuwer-Amstel
woonachtig waren, worden herdacht. Nog
zoo kort geleden werd Soer op grootsche wij
ze gehuldigd en spreker mocht hem toen ae
eere-medaille overhandigen. Wingelaar was
bij allen bekend als de trouwe, harde wer
ker. Spreker wil herinneren aan de woorden
van Soer zelf, die soms zeihet leven van een
piloot is broos, maar als hij wordt weggeno
men is het zijn tijd.
De gemeente Nieuwer-Amstel heeft ge
meend een grafstede aan de gevallenen te
mogen aanbieden. Allen in Nieuwer-Amstel
hopen met liefde en zorg de overblijvenden
te mogen omringen. Dat God hen moge hel
pen het zware leed te dragen.
De heer Eggink, burgemeester van Havelte,
de plaats waar Soer werd geboren, spreekt
namens den commissaris van de koningin in
de provincie Drenthe. Hij roemt Soer als een
plichtsgetrouw Drent, die in den ure des ge-
vaars alles gedaan heeft wat hij kon om de
aan hem toevertrouwde bemanning en passa
giers veilig aan den grond te zetten. Helaas
moest hij vallen als offer van zijn plicht. Men
zal hem in Drenthe niet vergeten. Spreker
schetst dan nog, als burgemeester van Ha-
velte, hoe ontzettend de indruk daar was,
toen de ramp bekend werd in het eenvoudige
dorp waaraan hij verknocht was als geen
ander.
Mr. A. H. S. Stemerding, wethouder van
Rotterdam, brengt namens het gemeentebe
stuur van Rotterdam de gevoelens van innige
deelneming over. Met één slag werden vijf
jonge levens vernietigd. Woorden kunnen hier
de ontroering niet weergeven Spr. zelf voelt
alles wellicht nog dieper dan anderen, omdat
hij nog slechts in het begin der vorige week
met Soer en Weiman van Rotterdam naar
Praag vloog, om de luchtlijn daarheen te ope
nen. Soer's groote vriendelijkheid, hartelijk
heid en fermheid zullen spreker steeds bijblij
ven. Niet de mensch, maar God zal troost
moeten schenken aan hen die achterblijven.
Mr. Harm Srrieenge, lid van de Eerste Ka
mer, spreekt eenige gevoelige woorden aan
Soer's nagedachtenis, als Drentenaar. Soer
bracht Drenthe paar voren en het ligt voor
de hand dat Drenthe dezen zoon een laatsten
groet wil brengen. Spr. doet dit ook namens
de Drentsche vereeniging te Amsterdam. Het
heeft spreker getroffen, hoe de bevolking van
Sauerland innig meegevoeld heeft met de om-
komeneo en dat is voor spreker een bewijs,
at er met gemeenschapsgevoel in de wereld
veel te bereiken is. Spreker hoopt en is er van
overtuigd, dat Drenthe en Havelte zullen zor
gen, dat het mevroirf' Soer en haar kind aan
niets zal ontbrekend
Ds. J. C. Koningsbergen die ds. Berkel-
bach van den Sprenkel verving sprak een
woord van hart tot hart tot de nabestaanden.
Hij verwijst daarbij naar de gestalte van
Hem, die in deze wereld van zonde en rouw
verschijnt, als een Licht, hoop brengend in
aller harten Hij herinnert aan het voorbeeld
van Jezus' discipel die toen hij in de golven
verzonk, uitriep: „Heer behoudt mij!" On
middellijk werd zijn hand gegrepen. Tot al
len die hier met aen blik omlaag in rouw
staan zou spieker willen zeggen: Richt op,
uw hoofd en grijp <)e hand die u wordt toe
gestoken. Wellicht v.ift het velen zwaar,
maar dan denke mdf èen Jezus vertwijfeling
die in het uur van bhi&rt uitriep: Mijn Goa,
mijn God, waarom hebt gij, mij verlaten 1 De
troost van Jezus moge de nabestaanden hel
pen in hun diepste verlatenheid als zij straks
terugkeeren naar liet stil geworden huis.
Grijpt vast aan de levensvastheid die Hij
u geeft. Velen gaan Hij blijft en leidt u
naar de kroon. Na dén dood komt de opstan
ding, na de eenzaamheid de gemeenschap.
Zijn woorden waren; „Ik ben de opstanding
en het leven!'' Spreker hoopt dat de goede
Herder ook zal willen zorgen voor de kleine
lammeren die alleen achter bleven. God zoekt
niet des menschens dood, maar des men-
schens leven.
De kisten uitgedragen.
Na de plechtigheid ifi de Aula worden de
kisten een voor een uitgedragen, en op de ge
reedstaande burries neergezet. Alleen de
bloemen van degenen, die hen het naast ston
den, liggen nu op de deksels. En zoo is het
ook goed. Die hebben daarop het meeste
recht. Vooraan staat, aan den arm van den
heer Plesman, mevr. de wed. Soer, in zwaren
rouw. Als de Aula Jeegstroomt scharen ook
de andere nabestaanden zich onmiddellijk
achter de baren. Honderden staan achter hef
ijzerdraad geschaard, maar men hoort niets,
en allen hebben het hoofd ontbloot, terwijl
de vliegers, de militairen en de politie-beamb-
ten salueeren. Op een rteeken van den heer
Struys worden de baren gelijktijdig, als door
één kracht opgetild én elk door acht man op
de schouders genomen. Vooruit worden de
groote kransen en bloemstukken gedragen,
en zoo gaat het langzaam en plechtig over
den doodenakker, terwijl uit de luidsprekers
SCH2.-B
fende een stroopersgevalletje in de Bakkum-
nier duinen, waar de jachtopziener Liefting
hem had betrapt op stroopen met den licht
bak en in het bezit van 1G buitgemaakte ko
nijnen.
Gerrit protesteerde destijds ten sterkste
tegen deze lasterlijke aantijgingen. Hij had
slechts gefungeerd als drager en beslist van
geen carbid-iantaarn gebruik gemaakt. De
ambtenaar noemde hem 'n ergen strooper en
zijn ontkenning gemeen en requireerde f 35
boete of 35 dagen, waarvan de kantonrechter,
die ook het onderste uit de kan niet ver
langt, 30 boe'e of 30 dagen maakte. Maar
clementie ging den zich gruwelijk ver
ongelijkt gevoelenden heer Gerrit A. lang
niet ver genoeg, vandaar zijn verschijning
ter audiëntie.
Natuurlijk voerde Gerrit, die vandaag niet
,jt en morgen weer dat zegt, het zelfde ver
deer als in eerste instantie. Uit de voorradige
collectie carbidlampen kon Gerrit zijn eigen
dom niet herkennen. Zijn actie had eenter
jdet het succes,waarop hij misschien nog
mocht hebben gehoopt, de officier wilde
heelemaal niet bijten en vorderde zelfs nog
50 boete of 30 dagen met vernietiging der
lantaarn.
Met de boomen in conflict
gekomen.
De 34-jarige heer Theo Jos. S-, handelaar
te Bergen, was in den avond van 4 Novem
ber bij den Berger overweg de spoorbaan
opgereden, niettegenstaande de boomen in
dalende beweging waren. De schuld werd
door den kantonrechter zeer gering geacht en
den heer S. werd slechts 5 boete of 5 dagen
opgelegd. Niettegenstaande deze zachte cor
rectie kwam de veroordeelde in appèl, aan
gezien hij vermeende dat de treurige ver
lichting etc. de oorzaak waren Voorts kreeg
hij ook nog gelegenheid zich ernstig te be
klagen over de onvoldoende bediening der
aldaar aanwezige spooi boomen.
De seinnuis-wachter en boomenbedienaar
Groot verklaarde, dat appèllant tegen den
boom was aangereden en deze werd ver
nield De maatschappij had appèllant aange
sproken voor 180 schadevergoeding.
Appèllant had den dalenden boom niet op
gemerkt, voor deze zijn voorruit raakte en
hij de rcode lampjes zag schitteren. Hij
heeft zelf vei zocht den chef te mogen spreken
over het geval.
Appèllant citeerde een stukje van de
N. A. C. in de Alkmaarsche Courant, waarin
werd betoogd, dat de spoorboomen behoor
lijk verlicht dienen te worden.
De officier geloofde niet, dat de toestand
bij den Bergerweg ideaal is Niemand in
Noordholland zal riit durven beweren, ge
tuige voorts de vele malen, dat de boomen
stuk worden gereden
Niettegenstaande dat, vermeende spr., dat
appellant niet geheel schuldvrij was en hij
requireerde bevestiging.
De officier onderstreepte in zijn requisi
toir nog sterk de noodzakelijkheid, dat in 't
belang van 't verkeer in den toestand bij
dien overweg verbetering werd gebracht.
Het Egmondzeesch Bremer
strooperspact.
De zuster van Cornelis D., alias Cees
van de Kneut, een professional strooper,
is getrouwd met Frits A., die te Bremen het
levenslicht voor het eerst aanschouwde en
nu als assistent konijnenvanger al aardige
vorderingen maakte. Deze beide heeren had
den op 25 Nov. in de duinen van „Age
Binnen" met den lichtbak gewerkt en Ces
werd veroordeeld tot 7 dagen principaal en
de assistent heel „genadig" bedacht met
30 boete of 20 dagen hechtenis. De onver-
zadiglijke ambtenaar had zelfs 40 of 30
dagen gevorderd. Het stond echter reeds di
rect vast dat deze uitspraak niet in den
smaak viel van de heeren zwagers en het
verwonderde ons niet, hen heden in hooger
beroep voor het voetlicht te zien verschijnen
Hun klachten hebben we in 't kantongerecht-
verslag reeds behandeld en in dien stand
van zaken kwam ook nu geen verandering
Evenmin als in de meening van den officier,
die bevestiging vorderde van het gewezen
vonnis.
Cees verzocht bescheid en 1 ijle eenige cle
mentie en probeerde ook nog zijn lantaarn
[os te peuteren, maar de president beduidde
hem dat hij op die consideratie niet behoefde
te rekenen.
De goochelaar met de noten-
doppen.
De koopman Leo H., 'n Brabander uit
Oosterhout, te Amsterdam woonachtig, was
op 14 Augustus tijdens een harddraverij te
Gterleek gearriveerd, zoogenaamd om te
visschen, maar in werkelijkheid om de be
zoekers der harddraverij er eens tusschen te
nemen met de bekende notendopjestruc.
Gok de landbouwer Ger. W. Stam had
eens geraden, maar was direct 5 kwijt
Uit het Engelsch
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
6)
vil uw vragen niet beantwoorden.,
^aten we de zaken afhandelen Ik ben hier-
-een gezonden om zoo gauw mogelijk dat
jo'aadlooze rapport te kiijgen. Dat zal wel
'et zoo moeilijk zijn. Hoe eerder u tvgint
e werken, des te beter".
»Ik zit er over te denken, of liet niet mo
«pjk zcu zijn twee vliegen in één klap te
'aan Ik wil Hallam onschadelijk maken
we het zoo konden inrichten, dal hij
e|f de inlichtingen gaf
j'j hield op en keek haar scherp aan.
»G denkt aan Stella
-, »Ja, ik wil haar hebben. Ik dacht, dat
haar vergeten was, maar gisteren merkte
k> dat ik mij vergist had"
"Gelooft u in liefde op het eerste ge-
zicht?' vroeg ze en hij lachte om haar
vraag
;„,'i .s> 'k toch gelijk. U is onder den
'vloed van Hallam's charmes. Mijn beste
le'sjp, je zou in een week je oogen uit je
Q°ofd schreien van verveling. De vent is een
brave Hendrik".
„Ik ben het niet met u eens of u moet
bedoelen, dat hij een goed mensch is. Ik heb
den laatsten tijd zooveel lui van een ander
soort ontmoet, dat het goed doet een man
tegen te komen, die eerlijk is".
„Dan heeft u het niet getroffen".
„Ik heb omgegaan met mannen, zooals
u", zei ze kortaf.
„U is veel te kieskeurig voor iemand van
uw beroep". Terwijl hij sprak stond hij op
en belde.
Nadat hij de rekening had betaald gin
gen ze naar beneden in de auto en reden ze
snel naar Wayport. Valda stapt uit toen ze
dicht bij de stad waren en wandelde lang
zaam in de richting van mevrouw Came-
ron's huis. Daar vond ze een brief van haar
moeder.
„Mijn lieveling", begon deze. „ik moet een
ernstige operatie ondergaan. Vandaag ga
ik naar het ziekenhuis. Ik wil niet dat je
naar me toekomt, daarom geef ik je geen
adres. Maar als het verkeerd gaat met me,
zal ik een telegram zenden en dan moet je
dadelijk naar Lorden komen. B. kwam gis
teren bij me en legde me het gewicht van je
zending uit. Pas op, dat het je niet mislukt.
B. zei me. dat hij heel tevreden Was over je
werk en dat je waardevolle diensten had be
wezen. Ik behoef je wel niet op het hart te
drukken erg voorzichtig te zijn. Alles werkt
bij je mee, en, tenzij je een groote fout
maakt, geloof ik niet, dat ze je ooit zullen
verdenken. Maak je niet ongerust over mij,
liefste. Je liefhebbende moeder".
Valda zuchttte diep toen ze de hall door
liep. Bij de deur van het salon bleef ze
staan. Ér was iemand binnen en ze herken
de Hallam's stem. Even aarzelde ze en
ging toen naar boven naar haar kamer.
Langzaam deed ze de voile af en keek naar
haar beeld in den spiegel. Ja, er was geen
twijfel aan, dat ze mooi was en toch voelde
Hallam niets voor haar schoonheid. Hoe
gelukkig was ze een paar dagen geleden ge
weest. Geen kind kon een liethebbender
moeder hebben gehad, dan zij, en toch voel
de zij, dat ze niet was als andere meis;e3.
Zij had een moeilijk leven gehad en had veel
moeten leeren dat vreemd was. Al haar va
canties had ze met haar moeder op hei
vasteland doorgebracht en ze had verschil
lende talen vloeiend leeren spreken
Toen was die vreeselijke dag in Berlijn ge
komen Op haar achttienden verjaardag
had haaf moeder ronduit inet haar over de
toekomst gesproken.
„Kind", had ze gezegd, „jouw leven zal
geen nutteloos leven zijn. Ik heb je opge
voed met een bepaald doel. Je hebt me dik
wijls naar je vader gevraagd en ik heb je
vragen vermeden Nu is de tijd gekome. dal
je moet weten hoe ik geleden heb Vóór ik
twintig jaar was, werd ik verliefd op een
Engelschman en trouwde met hem. Hij was
zeeofficier de besle'man, die ooit be
staan heeft. Hij was gedetacheerd in Ports-
mouth en ik woonde in Southsea Hij had
heel weinig geld, maar we hielden harts
„Ases Tod" weerklinkt, gespeeld door den or
ganist binnen. Grijs en droef is de lucht.
Op het kerkhoi.
Tegenover het wijdgeopende graf worden
de burries met de kisten weer gelijktijdig in'
een rij neergezet, en een voor een worden ze
geplaatst op het toestel, dat ze omlaag zal
voeren. Nu klinkt overluid snikken. Vrouwen,
oude en jonge, strooien bloemen op de kis
ten, die daarna, haast ongemerkt, in den
schoot der aarde verdwijnen. Den bloemen-
rijkdom met de veelkleurige linten schikt men
om iiet graf heen. En wij denken aan Von
dels woord: „Die glorie gaat haast over".
Even komt er beweging in den stillen, ge
sloten kring, Men laat twee vertegenwoordi-
Sers van het buitenland door. Het zijn de
eeren O. Didier van de „Air France" en M.
Fengler van de „Deutsche Lufthansa". Ook
Croydon zond bloemen, en bijzonder treffend
is de tak seringen uit Engeland, met dit ont
roerend opschrift: „From an English garden
over whicn Soer has flown many times". Hier
spreekt een hart van verre in een taal, die
wij allen begrijpen.
De lucht wordt al donkerder en dreigen
der. Vloog even vóór de plechtigheid de
nieuwe Fokker 22, van de Zwecdsche lucht
lijn A. B. A., de Lapland, over den dooden
akker, op weg naar Schiphol, om als het wa
re een stillen groet te brengen aan de geval
len makkers, nu ziet men geen vliegtuig, zelfs
geen vogel. De gebeden deel uitmakend van
de beaardingsplechtigheid, van den marco
nist van der Klein, worden uitgesproken door
diens broeder, R.K. geestelijke te Beverwijk
Dan treedt mr. Haspels, burgemeester van
Nieuwer-Amstel, naar voren om, op verzoek
van de familie, dank te betuigen aan allen
die door hunne tegenwoordigheid eer hebben
bewezen aan de nagedachtenis van de vijf be
treurde luchtvaarders. De menigte verspreidt
zich, en juist als de terugtocht naar de stad
ondernomen wordt, ruischt de regen neer over
tochtelijk veel van elkaar. Een paar maan
den vóór je geboren werd, werd hij gearres
teerd en beschuldigd geheimen aan Duitsch-
land te hebben verkocht. Hij werd schuldig
verklaard Ze zetten hem niet in de gevange
nis, maar ontsloegen hem uit den dienst. Je
vader was onschuldig dat zweer ik en ik
kende hem. Hij was een eerlijk man. Den
nacht van het vonnis brachten ze hem
thuisdood. Hij had zichzelf een kogel
door het hoofd gc'aagd; hij kon de onver
diende schande niet dragen. Den volgenden
morgen werd jij geboren ik had gehoopt,
dat je een jongen zoudt zijn. Op zijn doode
lichaam heb ik gezworen, dat jouw leven
zou gewijd zijn aan het terugbetalen van.
het vreeselijke onrecht, dat hem was aange
daan. Toen jij grooter werd zag ik duidelijk
mijn weg voor me. Terwijl jij op school was,
begon ik het werk, dat jij nu verder vol
brengen moet. Ik ging bij den „geheimen
Diiitschen dienst".
Valda herinrterde zich, hoe ze de plan
nen, die baar moeder voor haar gemaakt
had, verafschuwd had en hoe hartstochtelijk
ze gesmeekt had om gespaard te worden.
Maar voortdurend aandringen had gelei
delijk zijn werk gedaan en ze had toegege
ven.
Van het begin af had ze succes gehad
Alles had ze vóór. Voor het oog was ze een
mooi Engelsch meisje, dat men instinctief
kon vertrouwen Langzamerhand verzoen
de haar geweten zich met wat ze deed en
wanneer ze verslapte, was haar moeder
het nu eenzame massa-graf. Als een waardig
slot-accoord.
DE BEGRAFENIS
VAN DEN HEER BRIEL.
Onder groote belangstelling is gistermid
dag het stoffelijk overschot van den heer
Briel op de Bieberg bij Ginneken ter aarde
besteld.
Zeer vele belangstellenden hadden zich om
en nabij het station te Breda verzameld om
getuige te zijn van de aankomst van het stof
felijk overschot. Vele jaren is de heer Briel
een bekende en geziene figuur in het Breda-
sche vereenigingsleven geweest, zoodat het
geen verwondering kan baren dat het sta
tionsplein vrijwel geheel gevuld was.
Nadat de stoet zich in beweging had gezet,
begaf men zich naar de markt te Ginneken
waar kransen aan den wagen werden ge
hecht namens den raad van beheer van de
H.K.I., directie en personeel der H.K.I. en
voorts van de vele neven bed rijven van deze
industrie.
Even over drieën arriveerde de stoet op het
kerkhof.
Toen de kist langzaam in de groeve was
neergedaald, trad als eerste spreker ds. ter
Haar Romeny naar voren. Spr. sprak tot me
vrouw Briel en hare kinderen woorden van
troost en noemde den overledene oen stoere
werker, die een voorbeeld voor allen was.
De heer Stulemeyer voerde het woord na
mens het bestuur van de H.K.I., de directie
van de maatschappij en de zusterfabrieken.
Hij sprak woorden van dank voor de toewij
ding en de kennis van den overledene voor
de zaak. Hij noemde den heer Briel een voor
beeld voor zijn collega's.
Tenslotte spraken nog de heer Andries,
namens de Verkoopcentrale, de heer Pauw,
namens de K.L.M., de heer Eggelte, een
vriend van den overledene, waarna de zoon
van den heer Briel allen dank bracht voor
de betoonde belangstelling.
daar om haar te herinneren aan het on
recht, haar vader aangedaan.
Nu, terwijl ze aan het verleden dacht,
voelde Valda hevig de schaamte, die sinds
gisteren in haar begon op te komen. Op
nieuw vroeg ze zichzelf de reden daarvan
af en het gelaat van Guy Hallam met zijn
open, oprechte oogen kwam haar voor den
geest.
Met een diepen zucht wierp ze haar hoed
op het bed en ging naar beneden.
De deur van het salon werd open gedaan
en Hallam kwam naar buiten. Hij scheen
haar niet te zien, maar liep recht door.
„Mijnheer Hallam, wat is er gebeurd?"
riep ze hem na.
Hij keek even om en ze sehrok terug voor
den wanhodp in1 zijn gezicht. Toen viel de
vobfdeur acnter hem dicht.
HOOFDSTUK IV.
Guy Hallam bleef lunchen en deed zijn
uiterste best om zijn vader op te vroolijken.
Hij sprak hoopvol over de toekomst, en zei
dat hij de marine niet zou verlaten, wat
er ook zou gebeuren.
Toen Guv het hotel verliet, was zijn va
der opgewekter.
„En nu naar mevrouw Cameron", zei
Guy in zichzelf, terwijl hij de richting naar
haar huis opwandelde. Hij zou Stella niet
zien zonder haar moeders toestemming
dat had hij vast besloten
Wordt vervolgd