AlKMflAHSCHt COURAHT.
MONTE CARLO IN DEN CRISIS-GREEP.
Adverteeren...
geld wegsmijten
ALKMAARSCHE COURANT van DINSDAG 16 APRIL 1935
Buitenland.
HET BEROEMDE CASINO MET
SLUITING BEDREIGD.
Geneeskundige brieven
DE VETTE JAREN ZIJN VOORBIJ...
£and: en 3mn&otm
HET MENGPERCENTAGE VOOR
DE MARGARINE.
Nadere bijzonderheden.
Stad en Omgeoittq.
De Arts en de Toekomst.
In de beide vorige brieven heb ik de moei
lijkheden geschetst, welke onder invloed van
de wijzigingen in de economische structuur
van het Nederlandsche volk en van den
overmatigen toevloed van studenten in de
geneeskunde aan alle kanten reeds in de
naaste toekomst opdoemen. Onheilspellend
stapelen de onweerswolken zich boven de be
oefenaren van de geneeskunst op en onwille
keurig komt de vraag naar voren of ooit ach
ter deze sombere welken de zon weer te voor
schijn kan komen? Er is ongetwijfeld over
productie in de meeste intellectueele beroepen
en in het algemeen zal men terecht huiverig
zijn hierbij corrigeerend op te treden door
maatregelen van contingenteering en orde
ning. Maar waar een abnormale verproleta-
riseering van den geneeskundigen stand,
naar ik hoop te hebben aangetoond, zoo ge
makkelijk leiden kan tot verscherping van
tegenstellingen en het optreden van conflic
ten waar de volksgezondheid slechts nadeel
van kan ondervinden, daar is op dit terrein
zeker de vraag gewettigd: wat hiertegen is te
doen?
De vrijheid van het beroep van arts en de
vrije artsenkeuze doet het menigeen aanlok
kelijk schijnen arts te worden en zoo zijn
kansje op een behoorlijk levensbestaan maar
eens te wagen. Wanneer edele concurrentie
zou voeren tot steeds betere prestaties tegen
steeds lager tarieven, dan zou er voor de
zieken een voordeel in gelegen kunnen zijn
het proces maar op natuurlijke wijze te laten
uitzieken. Dan zou de arts voor zijn genees
kundig artikel men vergeve mij deze wijze
van spreken maar de productiekosten om
laag moeten brengen en met een minimum
winstmarge per handeling genoegen moeten
nemen.
Wanneer echter deze gedragslijn zou wor
den gevolgd, vreezen velen, m.i. zeer terecht,
groote schade voor de individueele en alge-
meene gezondheid.
Beperking van het aantal studenten?
Moet dan de oplossing worden gezocht
door sterkere selectie en beperking van het
aantal studenten in de geneeskunde? Geheel
in het midden latend of deze tactiek nood
zakelijk kan worden in verband met de be
schikbare ruimten von collegezalen, labora
toria en opleidingsziekenhuizen, meen ik deze
vraag vooralsnog ontkennend te moeten be
antwoorden, doordat een behoorlijke maat
staf voor zulk een selectie ontbreekt.
Het lijkt mij niet mogelijk een eventuee'.e
beperking van het aantal studenten anders
uit te voeren dan door verzwaring der exa-
meneischen of vergelijkende examens, een
vergelijkend toelatingsexamen incluis. Men
komt dan tot een selectie op grond van het
projecteeren van een bepaalde hoeveelheid
parate kennis en de gave om dit op het exa
men behoorlijk onder woorden te brengen of
op schrift te stellen. De vakken voor zulk
een toelatingsexamen houden echter hoog
stens zeer zijdelings verband met de vakken,
waarop de uitoefening van het toekomstig
beroep moet steunen en al zijn parate kennis
en verstand noodzakelijke, waardevolle en
kostbare onderdeelen, waarop de arts moet
6teunen, er zijn daarnaast nog zoo heel veel
andere factoren, die beslissen of het genees
kundig beroep goed en tot heil der mensch-
heid zal worden beoefend. Ik noem b.v.
altruïsme, sociaal inzicht en sociale belang
stelling naast vele andere eigenschappen,
welke als regel op een examen buiten be
schouwing blijven. Voor diverse van deze fac
toren kan men bovendien den jeugdigen stu
dent nog geen maatstaf aanleggen omdat ze
pas op lateren leeftijd zich kunnen gaan ont
wikkelen in de eene of de andere richting.
De arts staatsambtenaar?
Is het dan wellicht gewenscht den arts tot
staatsambtenaar te maken? Dit denkbeeld
zou ongetwijfeld sterken tegenstand ontmoe
ten in de artsenwereld, waarin o.a. steeds
weer opnieuw wordt gewezen op de noodza
kelijkheid voor de patiënten van de vrije
artsenkeuze. Toch zitten er onder invloed
juist van de zich voltrekkende wijzigingen
in de economische structuur mogelijkheden.
>n zulk een oplossing, die men niet luchthar
tig kan voorbijgaan. Op de dorpen bestaat
de vrije artsenkeuze meestal maar in zeer be
perkte mate en de ervaring in de ziekenfond
sen leert, dat slechts een zeer klein deel der
fondsleden zich naar een anderen fondsarts
laat overschrijven, aldus aan het recht van
vrije artsenkeuze practisch gevolg gevende.
In de partucliere praktijk geschiedt dit mis
schien iets gemakkelijker en vaker, maar het
is zeer de vraag of dit voor den patiënt altijd
voordeel met zich mede brengt. Dat van het
recht om van arts te wisselen niet overmatig
veel gebruik gemaakt wordt, is echter nog
geen voldoende motief dit recht aan de pa
tiënten te gaan ontnemen. Toch zou men ver
moedelijk bij de verandering van den arts tot
volledig staatsambtenaar hiertoe overgaan,
en in de steden b.v. een behandeling naar
verdeeling in wijken regelen.
Zulk een veraeeling in wijken bestaat al
bij de gemeentelijke geneeskundige diensten
voor de armenpraktijk zonder dat zulks in
het algemeen als een grievend en schadelijk
onrecht wordt aangevoeld. Het is echter
zeer twijfelachtig of dit voor de geheele zie
kenverzorging doorvoerbaar zou zijn. Ten
slotte zou het voor de volksgezondheid na
deel beteekenen wanneer men van de verschil
lende medici geen profijt trok van hun ver
schillende werkkracht en gaven en niet de
uitblinkers door kennis of (en) vertrouwen
in de gelegenheid stelde méér te prestoeren
en daarnaar te honoreeren.
Ziekenfondswezen.
Is het dan wellicht wenschelijk en mogelijk
het ziekenfondswezen aan te passen, uit te
breiden en te perfectionneeren? Feisser wijst
er in zijn brocliure terecht op, dat ook in de
ziekenfondsen moeilijke situaties zijn opge
treden door de crisis, malaise, werkloosheid
en daling van inkomens. Een steunregeling
is dan ook al reeds in de meeste gebieden van
ons land ingevoerd, waardoor het den ouden
leden mogelijk gemaakt wordt, in de zieken
fondsen te blijven. Hij acht het ondenkbaar
dat dit systeem tot in de verre toekomst ge
volgd kan blijven worden. Er is zeker reden
tot pessimisme en daarom is het noodig om
aa te gaan of de ziekenfondsen en hun leden
zich ook op andere wijzen kunnen aanpassen
en wel door verlaging der fondsuitgaven
zonder vermindering der geneeskundige ver
zorging. Dit zou dan tot contributievermin
dering moeten voeren.
Al is dit probleem niet zoo onoplosbaar
als het zoeken naar de kwadratuur van den
cirkel, het is toch verre van eenvoudig. Feis
ser wijst er op, dat de ziekenfondsleden geen
gering bedrag regelmatig betalen en dat dit
geen al te hoog percentage van het inkomen
mag worden. We naderen, onder invloed van
de daling van het gemiddelde gezinsinkomen,
inderdaad snel de grens van toelaatbare be
lasting. Hij wijst op uitgaven die inderdaad
onder de loupe genomen behooren te worden.
Hij heeft b.v. nagegaan, dat in Rotterdam de
250.000 ziekenfondsleden 2.650.000 recepten
lieten gereedmaken, d.i. 30 per gezin per
iaari Aangezien de fondsarts ook 30 bezoe
ken per gezin per jaar brengt beteekent dit
dus, dat bij elk bezoek een recept wordt afge
geven. De apothekersrekening was voor de
ziekenfondsleden even hoog als die van den
dokter, terwijl deze verhouding in de parti
culiere praktijk slechts 1/3 of 1/4 zou bedra
gen. Vermindering van de receptuur zou dus
drastisch moeten en mogen worden nage
streefd.
Dan wijst hij er op, dat het ziekenfondslid
in het algemeen te gemakkelijk het spreekuur
voor alles en nog wat soms voor verschil
lende gezinsleden tegelijk opzoekt. Dit
voert tot overvolle spreekuren en onvoldoen
den tijd voor een behoorlijk onderzoek door
den huisarts. Dit leidt tot te snelle verwij
zing naar den specialist en te gemakkelijke
observatie in een ziekenhuis. Dit laatste
wordt door de tegenwoordige bestaande zie-
kenhuisverplegingsvereenigingen ook weer in
de hand gewerkt. Feisser zou hier remmend
willen optreden o.a. door invoering van een
verplichten kleinen bijslag voor 't eerste be
zoek en de recepten, door den patiënt te vol
doen. Ik acht dit een gevaarlijk tweesnijdend
zwaard. Er is een aantal aandoeningen
waarmede men haast niet vroeg genoeg bij
zijn arts kan komen of waarvoor een korte
observatie in een ziekenhuis een levensred
dende noodzakelijkheid kan zijn.
Deze gaan soms schuil achter geringe en
schijnbaar onschuldige klachten. Remming en
bemoeilijking van het vrijmoedige eerste
bezoek kan gaan ten koste van sommige
menschenlevens. Het is juist een ;an de mo
gelijkheden waarbij de fondspatiënt in het
voordeel kan zijn tegenover den particulieren
patiënt, die angst heeft voor e'ke overbodige
uitgave. Feitelijk behoorde elke patiënt met
niet duidelijke klachten en ondubbelzinnige
diagnose tot ziekenhuis-observatie te kunnen
overgaan. Wordt er dan niets bijzonders ge
vonden dan kan de behandeling eenvoudiger
worden en de receptuur sterk worden inge
krompen. Bezuiniging in het ziekenfonds
wezen zal wellicht dringend noodig worden,
maar deze moet m.i. pas doorgevoerd wor
den na volledig onderzoek in alle dubieuze
gevallen. Het is denkbaar dat daarvoor het
thans door de geneesheeren steeds bestreden
standpunt van artsen, die vol en uitsluitend
z'ekenfondsambtenaar worden, nader moet
worden bekeken. Ik acht de bezwaren van
dit systeem niet zoo verwerpelijk als het aan
leggen van een rem voor den fondspatiënt
om vrijuit den arts te bezoekeh.
Het werkschema van den arts.
Het is wel buitengewoon moeilijk om de
goede oplossing aan te geven, om van het
doorvoeren van zulk een oplossing verder te
zwijgen. Leeraren in een bepaald vak geven
een bepaald aantal uren maximaal les, ver
werken alien op ongeveer overeeenkomende
wijze een bepaalde hoeveelheid leerstof en het
is dus begrijpelijk dat men er ambtenaren
van gemaakt heeft. In den hun overbliivenden
vrijen tijd kunnen ze deze uren die tevoren
bekend zijn productief maken in verschil
lende richtingen. Het zijn gelijke monniken
met gelijke kappen, doch met dc mogelijkheid
nog verschillen van materieelen aard aan te
brengen naar eigen voorkeur. Dit geldt ook
voor verschillende andere ambtelijke beroe
pen. Deze uniformiteit van basis en werk
schema ontbreekt bij den arts. De een kan en
wil veel meer presteeren dan de ander en
wordt daartoe op grond van het vertrouwen
van een groctere schare van patiënten ook in
staat gesteld
Te voren bekende vaste vrije tijd is hem
vreemd en onbekend, alle tijd wordt, over
dag zoowel als 's nachts, aan de uitoefening
van het vak gegeven. Het zijn door een reeks
van omstandigheden ongelijke monniken.
Daarom gaat het niet aan hen ambtelijk ge
lijke kapf>en op te zetten. Maar in de volle
dige vrijheid en den daarmede samenhangen-
den al te overdadigen toevloed van medische
studenten schuilt, ik ben dit met Feisser vol
komen eens, een dreigend gevaar.
Ik vraag mij af, of hei systeem van be
noeming zooals dit bij het notarieele ambt
gevolgd wordt ook hiervoor de goede op'os-
sing zou kunnen zijn? Ook hier blijft de in
dividueele mogelijkheid bestaan, zich door
zijn reputatie een betere positie te verschaf
fen. Maar het aantal notarissen in zijn ge
heel is zoodanig gelimiteerd, dat redelijker
wijze iedere notaris een bestaan kan vinden
De bevoegde wordt eerst candidaat en weet
dat dit de proefjaren zijn, waarin tevens na
der wordt uitgemaakt of hij op den duur
waard en geschikt is notaris te worden in de
plaats van zijn keuze.
Met het stellen van deze vraag eindig ik
deze beschouwingen. Zij die in het vraagstuk
speciaal belang stellen raad ik intusschen
de lezing van ae brochure van Feisser zeer
aan.
P. N. N.
Dacht U dat Uw concurrent
zoo dom is
Een modern zakenman is „bij
de tijd" en adverteert in de
Het beroemde Casino te Monte
Carlo zal naar alle waarschijnlijk
heid worden gesloten, daar tenge
volge van de crisis steeds minder
vreemdelingen er hun geluk komen
beproeven.
De zoo beroemde badplaats Monte Carlo
lijdt de laatste jaren een wel zeer kwijnend
bestaan. De directie van het Casino heeft
reeds al het mogelijke in het werk gesteld
om bezoekers te trekken. Zoo werd in begin
1932 een geheel nieuw speelpaleis openge
steld, dat het meest luxueuse ter wereld is.
Om bezoekers te trekken verbond men er spe
ciale attracties aan, o.a. door de maxima voor
de in te zetten bedragen bij de diverse spelen
af te schaffen. Zooals bekend zijn er bij de
verschillende speelbanken maxima vastge
steld, waarmede de sj>elers kunnen inzetten.
Hoewel de banken een onuitputtelijke hoe
veelheid geld bezitten, is het maximum voor
hen een verdedigingsmiddel tegen de spelers,
die eveneens over ruime geldmiddelen be
schikken, want als er geen maximum is, dan
kan iemand, die voldoende geld tot zijn be
schikking heeft, met bijna wiskundige zeker
heid winnen, indien tenminste door de bank
houders geeen minderwaardige praktijken
worden toegepast, zooals meermalen het ge
val blijkt te zijn. Hij heeft een zeker bedrag
in te zetten op rood of even, of een andere
z g. enkelvoudige kans. En als hij na elk ver
lies zijn oorspronkelijken inzet verdubbelt,
totdat eindelijk rood of even, of waarop hij
heeft gezet, uitkomt, dan zal hij steeds zijn
oorsoronkelijken inzet als netto winst over
houden. Door nu het maximum op te heffen
hoopte de directie van het Casino een groot
aantal bezoekers te trekken, welke hoop even
wel niet is verwezenlijkt, gezien het feit, dat
de directie van Monte Carlo's Casino haar
deuren wil sluiten.
Monte Carlo, de hoofdplaats van het klei
ne prinsdom Monaco, heeft zijn wereldver
maardheid alleen te danken aan zijn Casino
en velen denken zich Monte Carlo als een
stad, waar men spoedig rijk kan worden. Te
Monte Carlo wisselt het geld voortdurend
van eigenaar en meer dan één is er rijk heen
gegaan, doch dood arm teruggekeerd.
Niet altijd echter is Monte Carlo de mon
daine touristenstad geweest, zooals wij* haar
thans kennen. Ruim 60 jaar geleden was het
een armelijk visschersdorpje. Het vorsten
dom Monaco was in die jaren in het vreem
delingenverkeer geheel onbekend. Spoorwe
gen kende men er niet en de wegen bevonden
zich in een erbarmelijk slechten ntoestand
Het werd „ontdekt" door den Franschman
Franco is Blanc, die vroeger in Bad Homburg
een speelbank had gepacht en op zoek was
naar een nieuw arbeidsveld. De roulette be
stond reeds, maar zij bezat nog niet zoo'n
aantrekkingskracht als later. Blanc vond
Monaco een bij uitstek geschikte plaats om
zijn plannen te verwezenlijken. Aan den toen-
maligen heerscher van Monaco, Karei III,
vroeg hij toestemming om in Monte Carlo
een speelbank te mogen oprichten. Daar de
staatskas leeg was en Blanc bereid was een
bedrag van 177 duizend francs te storten
DE LANGENDIJKER
GROENTENVEILINGEN.
Nu we half April schrijven, worden de
aanvoeren uit den aard der zaak heel wat ge
ringer. Toch was het deze week nog druk aan
onze veilingen en op sommige dagen
heerschte er een levendigheid en opgewekt
heid alsof we nog midden in het winter
seizoen zaten.
De slechte prijzen, die den heelen winter
door voor een paar koolsoorten zijn ge
maakt, zijn oorzaak geweest, dat men daar
van nog flinke hoeveelheden heeft overge
houden, die nu aan de markt komen. Het
koude weer van de laatste weken heeft dit be
waren beter dan anders mogelijk gemaakt
Het heeft bovendien ook zijn invloed op de
prijzen der producten uitgeoefend omdat er
niet zoo veel vroege groenten op de markten
verschenen als bij zacht weer het geval zou
zijn geweest.
Voor de roode kool heeft dit mede tot
zeer hooge prijzen kunnen leiden. Ongetwij
feld is een andere factor van nog meer in
vloed geweest. Immers van dit product ver
scheen maar zeer weinig aan de markt. De
hooge prijzen van de vorige weken hadden
tot gevolg, dat toen met groote haast werd
geveild. Voor de sorteering van 2 tot 3 pond
werd nu 17 —f 18 betaald; enkele prima
partijtjes 'liepen zelfs tot f 20. Voor tweede
kwaliteit werd 1416 betaald met voor
enkele partijtjes een iets lageren prijs.
Aan de veiling van de Langendijker
Groentencentrale kwam in de afgelcopen
week nog heel veel gele kool, n.1. nog meer
dan 50 spoorwagens en te Noordscharwoude
nog ongeveer 25. Ook voor deze koolsoort
was meer belangstelling, doordat het bui
tenland wat meer vroeg en ook voor het
binnenland, dank zij het koude weer, wat
meer vraag kwam. De prijzen van eerste
kwaliteit lagen tusschen 1.20f 3.60. Er
werd meer boven de 2 verkocht dan er be
neden en niet altijd was nu het vroeger meer
gewilde goed van 2 3 pond favoriet Zwaar
dere kool werd nu wel duurder verkocht dan
minder zware. Voor tweede kwaliteit werd
van 20 cent tot 1 minder betaald.
Ook van Deensche witte kool blijken nog
flinke voorraden aanwezig te zijn Zoo wer
den er Zaterdag alleen aan den Noorder-
marktbond nog bijna 18 spoorwagens aan
gevoerd. De prijzen stegen niet in dezelfde
mate als die der gele kool, daar de eerste
vooral op export is aangewezen en het
voor het verkrijgen van een concessie, gaf de
vorst maar al te gaarne zijn toestemming
tot het oprichten van een Casino. Nadat
Blanc in het bezit van de verlangde conces
sie was gekomen, kocht hij zooveel rotsland
als hij maar krijgen kon en daar hij goed be
taalde, waren de arme bewoners blij, dat zij
op die manier van hun waardeloozen grond
afkwamen. Zoo kwam bijna het geheele
vorstendom in het bezit van Fran^ois Blanc.
De speelbank verheugde zich alreeds ter
stond na de oprichting in een groote belang
stelling, welke in den loop der jaren niet
verminderde, doch steeds toe nam.
Blanc liet bij zijn dood aan zijn erfgena
men het niet gering bedrag van 60 millioen
francs na, welke nalatenschap een duidelijk
bewijs leverde, dat de exploitatie van de
speelbank hem geen windeieren had gelegd!
Sedert de stichting van het Casino berust
het bestuur van Monaco feitelijk bij de di
rectie hiervan. De vorst is wel heerscher in
naam, doch alle onkosten van den staat
worden bestreden uit de inkomsten van de
sjieelbanken. De burgers van Monaco be
hoeven bijvoorbeeld geen belasting te beta
len, zijn vrij van den militairen dienst, ter
wijl het electrisch licht, gas, enz. hun zoo
goed als niets kosten. Daarom zou de aan
sluiting van Monte Carlo's Casino ook vele
nadeelen opleveren voor de bewoners van
het vorstendom. In Monaco wonen zeer vele
vreemdelingen. Enkele jaren geleden telde
men er 23.000 vreemdelingen tegen 1500
Monegasken. De meeste vreemdelingen zijn
geregelde bezoekers van het Casino, ook al
hebben zij er hun geheele fortuin verloren!
Zoo loopt er bijvoorbeeld door de zalen van
het Casino geregeld een oude, verlepte
vrouw, die toekijkt als er wordt gespeeld
Het is een eertijds om haar schoonheid be
roemde Parisienne, die haar vermogen aan
de roulette heeft geofferd. Ondanks dat kan
zij de speelzaal nog altijd niet verlaten. Zij
ontvangt van de directie van het Casino een
periodiek bedrag, doch het is haar verboden
met dit geld te sjoelen. De croupiers nemen
haar inzetten niet aan.
Onder de vele types, welke in Monte Car
lo leven, bevindt zich verder een oude
Fransche graaf, die een bepaald speelsy
steem verkoopt. Hij zelf heeft er echter nog
nooit iets meer gewonnen: integendeel: hij
heeft zijn geheele vermogen verloren.
Als men de speelzaal van Monte Carlo be
zoekt, herkent men dadelijk de beroepsspe
lers. Ofschoon voor hen vaak hun geheele
vermogen op het spel staat, weten zij zich
uitstekend te beheerschen. Geen enkele trek
op hun gelaat verraadt hun inwendige emo
tie: slechts als het balletje van de roulette
stil houdt, kijken ze naar het nummer. De
gelegenheidsspelers echter volgen met ge
spannen aandacht naar het balletje en als
gehypnotiseerd staren zij naar het balletje,
dat hun verlies of winst zal brengen.
In de jaren na den oorlog heeft het Casi
no zijn besten tijd gehad. Met de groote,
dikwijls fabelachtige winsten is het thans
echter gedaan en zelfs de dividenden worden
niet meer uitgekeerd. En als het zoo door
gaat zullen de bewoners van Monaco spoe
dig belasting dienen te betalen.
buitenland nog maar weinig aan de markt
kwam. De hoogste noteeringen lagen tus
schen f 1.80 en 2.20. Deze prijzen werden
betaald voor Denen van 3 a 4 pond, grovere
soorten brachten 1.401.60 op.
Tweede kwaliteit was aanmerkelijk lager
in prijs, zoodat er nog een gedeelte voor
70 cent werd verkocht. Het mooiste goed
bracht 20 a 30 cent meer op.
De uien zijn flink in prijs gestegen. Er
worden nu prijzen besteed, die ruim bevre
digend zouden zijn, als er niet zoo veel afval
was Nu is het nog te laag voor een loonende
teelt. Voor gele uien werd 4.50 tot f 6.10
betaald, grove brdchten 5.20—6.20 op,
drielingen stegen tot f 2.303 20 en voor
nep werd f 1.20— f 2.30 besteed. De aan
voer beliep nog 8 spoorwagens.
De aangevoerde Bevelanders brachten
f 2.50 op. Voor peen was de markt gun
stiger gestemd dan dit gedurende dezen
winter het geval is geweest.
Een mooie partij grove peen bracht nu
f 1.70— f 1.90 op; minder mooie 10—20
cent minder. Voor kleine werd 0.60— f 090
betaald.
Voor bieten bleef de markt slecht gestemd.
De zwaardere sorteering bracht van 40—80
cent op; kleine worden zeldzaam aangevoerd.
„In verband met de vraag van het
mengpercentage voor de margarine,
hebben wij bij bevoegde zijde inlichtin-
e?n ingewonnen omtrent het standpunt
do» regeeringsorganen. Men wees er ons
op, dat het aspect, dat onze boterpositie
vertoont, gedurende den laat6ten t'jd een
groote aandacht wordt gevolgd. Zooals
veil. Het spreekt vanzelf, dat de loop
di gebeurtenissen op dit terrein met
groote aandacht wordt gevoigd. Zooals
bekend, werd met ingang van 13 Januari
j.1. het mengfvercentage van boter in de
margarine teruggebracht van 25 op
15 Deze maatregel was eenerzijds het
gevolg van de overigens geheel normale,
sterke daling van de boterproductie en
anderzijds gegrond op de overweging,
dat het zeer wenschelijk moest worden
geoordeeld, het op de Engelsche markt
verworven afzetgebied te blijven voor
zien, teneinde het gewonnen terrein al
daar niet meer te verliezen.
„Sindsdien steeg de boterproductie
aanmerkelijk en werd er van verschil
lende zijden bij herhaling op aangedron
gen, het mengpercentage voor de mar
garine weer op 25 te brengen. Hiertoe
werd vooralsnog echter niet overgegaan.
Verwerkt in de margarine toch, brengt
de boter feitelijk niet meer op dan de
prijs van de grondstoffen van eerstge
noemd product, zijnde een aanmerkelijk
goringer bedrag dan bij expori van de
boter wordt verkregen.
„Met het oog op de inkomsten van het
Lrndbouwcrisisfonds dient dus de ver
hooging van het mengpercentage zoo
lang mogelijk uitgesteld te worden,
waarbij nog komt, dat handhaving en
zoo mogelijk uitbreiding van den boter-
exnort naar Engeland om de reed^ ge
noemde redenen aanbeveling verdient.
„Bovendien heeft onze boterpositie,
ondanks de zelfs boven het normale uit
gaande seizoenstijging eenige verbete
ring ondergaan door het in de markt
komen van Amerika voor ons product.
De export daarheen heeft beduidende
afmetingen aangenomen, hetgeen zich
weerspiegelt in het oploopen van de
z.g. Leeuwarder-commissienoteering.
Als gevolg hiervan kan het tijdstip, om
tot verhooging van het mengpercentage
over te gaan op dit oogenblik nog niet
als aangebroken worden beschouwd.
„De situatie wordt evenwel van dag
tot dag nagegaan, om, zoodra de nood
zakelijkheid dringt, tot verhooging van
het mengpercentage te besluiten."
DISTRICTS-ARBEIDSBEURS
Tel. 4395
Voor werknemers uitsluitend geopend van
9—12 uur en op Maandagavond van 7—8
uur, voor vrouwelijk personeel bij voorkeur
van 2—5 uur n.m. Bemiddeling voor werk
gevers van 912 en van 25 uur n.m.
De directeur van bovengenoemd bureau
deelt mede, dat heden staan ingeschreven:
groep bouwvakken: 1 bouwkundige, 4 opz.-
teekenaars, 3 bouwk.-opzichters, 2 water
bouwkundigen, 1 glas in loodzetter, 1 gla-
zenwasscher, 1 steenbikker, 1 steenhouwer, 2
stratenmakers, 1 stratenm.-opperman, 1 stuc.-
opperman, 6 betonwerkers, 1 betonemailleur,
41 opperlieden, 4 stucadoors, 48 metselaars,
88 timmerlieden, 15 voegers, 32 schilders, 125
grondwerkers;
metaalindustrie: 1 autog.-lasscher, 18
bankwerkers, 1 blikslager, 3 carosseriebou-
wers, 7 electriciens, 1 electro-technicus, 3 fit
ters, 1 fraiser, 3 instrumentmakers, 2 kern
makers, 3 ketelmakers, 7 klinkers, 11 loodgie
ters, 2 lijnwerkers, 10 machinisten, 2 mach.-
teekenaars, 12 metaaldraaiers, 1 metaalvijler,
3 metaalslijpers, 18 monteurs, 2 plaatwer
kers, 4 rijwielherstellers, 3 scheepsbouwers,
2 scheepswerktuigkundigen, 7 smeden, 14 sto
kers, 1 tandtechniker, 1 tegenhouder, 1 voor-
slaander, 3 vuurwerkers, 5 wagenmakers, 1
werktuigkundige, 10 ijzerwerkers, 1 zandbe-
reider, 3 zandvormers;
groep voedings- en genotmiddelen: 46 siga
renmakers, 1 sorteerder, 2 kistenplakkers, 1
stripper, 4 tabaksbewerkers, 5 slagers, 1 kok,
3 chocoladebewerkers, 1 suikerbakker, 23
bakkers, 2 bierbottelaars, 1 zuivelbereider;
groep verkeerswezen47 chauffeurs, 7 koet
siers, 1 stuurman groote vaart, 1 motorschip-
per, 28 pakhuisknechts, 16 magazijnbedien
den, 8 kellners;
groep boek- en steendrukkerijen: 4 letter
zetters, 1 drukker, 9 boekbinders;
groep houtbewerking: 16 meubelmakers, 3
meubelstoffeerders, 7 mach. houtbewerkers, 3
kistenmakers, 1 borstelmaker, 1 beitser, I
beeldhouwer, 1 biljartmaker, 1 kuiper;
groep landbouwbedrijven: 9 tuinlieden, 21
boerenarbeiders, 2 bloemisten;
groep handel: 17 vertegenwoordigers, 2
winkelbedienden;
overige beroepen: 1 wasscher, 3 kleerma
kers, 2 rietwerkers, 5 schoenmakers, 3 port.-
huisknechten, 1 verfbereider, 1 kalkbrander,
2 huidenzouters, 4 incasseerders, 6 zakken-
stoppers, 1 kapper, 2 ambtenaren ter secreta
rie, 1 electr.-techn. ingenieur, 1 klomjjenschil-
der, 16 kantoorbedienden, 1 bedrijfsleider, 3
administrateurs, 1 controleur, 42 transjwrt-
en 727 1os-arbeiders;
gedeeltelijk werkloos: metaalindustrie 32,
tabaksindustrie 22, overige beroejjen 5;
jeugdige werkloozen beneden 18 jaar in di
verse beroepen22
vrouwelijk personeel: 2 steno-typisten, 3
kantoorbedienden, 1 winkeljuffrouw, 1 huis
bewaarster, 4 dagmeisjes, 9 werksters, 1
leerl.-verkoopster;
geplaatst: 14 werkzoekenden.
De directeur voornoemd,
v. d. HEUVEL.
INGEKOMEN PERSONEN:
J. P. Verhagen, adj.-referendaris P.T.T.,
N.H., en gezin, van 's-Gravenhage naar Brou
werstraat 24. J. de Groot, bloemenhande
laar, R.K., en gezin, van Den Helder naar
St. Annastraat 41. Cornelis Matthijs
Aubertijn, chef handelsver. Veluwe, N.H., en
gezin, van 's-Hertogenbosch naar Vondel
straat 7a. N. Pepping, groentenhandelaar,
R.K., en echtg., van Heiloo naar Tulpstraat
2. G. J. Bakker, dienstbode, R.K., van Ob-
dam naar Nassaulaan 19. J. Bal der, tuin-
bouwarbeider, N.H., en gezin, van St. Pan-
cras naar Kruislaan 8. J. Noordijk, z.b.,
N.H., van Amsterdam naar Wagenmakers-
straat 3. Angelo Lenarduzzi, granietwer
ker, R.K., van Italië naar le Landdwarsstr.
2a. H. J. Selie, koopman, R.K., en gezin,
van St. ancras naar Kaarsemakersgracht 1.
C. M. Punt, dienstbode, R.K., van Enkhui
zen naar Luttik Oudorp 35. A. Dekker,
dienstbode, R.K., van Oude Niedorp naar
Zevenhuizen 8. Wed. K. Schouten, z.b.,
R.K., en zoon, van Heerhugowaard naar
Akerslaan 16. W. A. H. Slag, kapper,
R K., van Bergen (N.H.) naar Westenveg
149. P. van Vliet, drogisten bediende, N.H.,
van Zevenhuizen naar Voordam 7. C.
Brouwer, auto-eport, geen, van Nieuwe Nie
dorp naar Verdronkenoord 94. A. Muring,
schipper, G.K., van Vlagtwedde naar Omval
(vaartuig Aaltje). J. C. van Sprang, broe
der-onderwijzer, R.K., van Amsterdam naar
Nassaulaan 30. F. J. A. Hillen, winkelbe
diende, R.K., en echtg., van Hoorn naar Ly
ceumstraat 25. P. J. Kooijinan, broodbak
kersknecht, R.K., van Oudorp naar Tulpstr.