Als t Pa5Chen Worgt HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKl Wat wij mat Paschen doen EEN KLEUR-WEDSTRIJD VOUWPLAATJE VOOR PASCHEN Raadselhoekie xxxxxxxxx vrees voor kwaliteit b.v. 19. deó Lf3 20. edö! Ldl 21. Tdl. Of 19fe5 20. Pgó. Ldl 21 Ddl enz. 19, Ld4! Lg4 Na 19c5 lijkt wit een looper te verliezen. Maar hij speelt dan niet 20. Le3? doch 20. Leöll fe5 21. Pe5! ei 22. Df4f en*. 20 !"De3 Dh5 Er dreigde b.v. na 20c5, 't offer. 21. Lf6. gf6. 22. Db6f- Ke8. 23. Df6 enz. 21. e5! Om de Zwarte Dame voor de damevleugel af te houden. 2 1fe5. 22. Lc5 Lc5 (Fout ware 22 Pc8 want dan volgde 23. Td0 Pd0 24. Tdl. enz. 23. Dc5f Ke8 24. Tdel Pd7 25.Te5!Ü Een buitengewoon kwallteits- offer. Na 25De5 volgt 20. Lf7l waarna Zwart zijn dame met 6chaak verliest. 25Pe5 26. Pe5 Le6 De eenige verdediging. Immers na 27. Le6? volgt 27Tdlf enz. 27. Tel. Td2. 27Lb3 koet de dame. 28 Le6. De2 Vertwijfeling. 29. Lf7f Kd8. 30. Df8f Kc7. 31. De7f. Kc8. Na 31Kb8 wint wit met pjaard schaak de dame. 32. Le6f Kb8 33 Pd7f Kc7 Na 83Td7 34. De8f Kc7 35. Dd7f en 30. Te2 is 't ui tl 34 Pc5 Opgegeven. Immers nu 34KbÓ. 35. Db7f Kc5 volgt 30. Db4 mat. Een prachtige matvoering. Vrij naar de W. S. Oplossingen der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. 1. Stettin. Tien, nest, Stien, tin, teen. 2. Roe, bel; roebel. 3. Dus denk je, dat het pantser Ir geen geval noodig is? (sering). Wij gaan met Tante Ceres Edam be kijken. (reseda). Hij begon ..ia!" te balken, maar wij wisten wel, dat er geen ezeltje was. (begonia). Wij willen liever Ben alles nauw keurig vertellen. (verbena). De kookkunst. Voor kleineren. Eend, een, den. 4 1, 2. Banaan f 2. 3. fabel k I a u w Li n g e baars Frans k o n ij n Wanneer een ruiter op het paard zit- Rol, lor. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Verborgen vloeistoffen en dranken. De oude dame nam eiken dag haar bond mee op de wandeling, k weet werkelijk niet, wat er voorge vallen is. Laat het zink toch vernieuwen; het is niets meer waard! Maak het alsjeblief niet hee'emaal donker in de kamerl Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een Nederlandsch eiland. X X i X X t X X i X rij een medeklinker. 2* een deel van een gebouw. een academiestad. een ander woord voor slim. uit- 9 gerekend. ii 't gevraagde woord. 6e n iets, dat de landbouwer doet. een jongensnaam. °e n een lichaamsdeel van een dier. 9® ii een medeklinker. Mijn geheel wordt met 7 letters ge schreven en noemt een plaats in Noordholland. Een 3, 4 is een bolgewas. -. 6, 4 is de naam van een maan Een 5, 3, 4, 2 is een lichaamsdeel. Een 2, 1, 7 ls een onderaardsche gang. Een 5 0, 7 is een boom. Maak personen uit de geschiedenis van: Nol Poe n a N a n Tod Tine Hiep 1. Voor kleineren. Wat vertelt dingen van gewicht zon der een woord te spreken? Vul deze 9 vakjes in met: 4 A 1D IK 1T maar doe het zóó, dat je van links naar rechts en van boven naar be neden leest: le een voertuig. 2e een meisjesnaam. 3e een knaagdier. 3 Ik vroeg het heele a. b. c. Eens samen op een kopje thee En twintig kwamen er op tijd. De laatste zee, die hadden spijt, Zooals 't in zoo'n geval steeds gaat, Want 't half dozijn kwam te laat! Wat hiervan wel de reden was? Zeg 't antwoord van 't raadsel rasl 4. Wat kun je maken van: cent via a (Nadruk verboden. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Met Paschen gaan we allen uit. Is dat een feest of niet? We gaan loge eren op de hei Bij Oom en Tante Vliet. We nemen onze fietsen mee En pedd'len door het Gooi, Het is daar in het voorjaar ook Zoo heerlijk en zoo mooi! Moes zegt: Het is een drukte, hoor! Voor we reisvaardig zijn! W ij vinden dat gedoe vooruit Toch immers juist zoo fijn! Wij gaan er op de fiets naar toe, Maar Moes en kleine Jet Gaan met den trein. Zus klapt al in Haar handjes van de pret. Wij pedd'len daar den heelen dag, Zijn 's avonds „lekker moe." 'k Wenech allen, die dit lezen, ook Een „V r o o 1 ij k Paschen!" toe. En nog iet: 'k hoop, dat jullie steeds Mooi weer hebt in dien tijd, Want dan dan hebben wij 't ook! 'k Had van dien wensch nooit spijt. (Nadruk verboden). m CORtfJOPPf/ 't Heele hazen volk je Is druk in de weer En loopt heel voorzichtig Steeds maar op en neer Van het bosch naar stad toe En dan weer terug. Trippel-trippel-trippel Gaan de pootjes vlug. In een mandje dragen Zij hun eierschat. 't Zou me toch wat wezen, Als de Jeugd niets had! Morgen is het Paschen En zoekt ieder kind, Hoopt ,dat 't in de struiken Een mooi eitje vindt. En de haasjes leggen Eitjes ov'ral neer. Daarom is dat volkje Zóó druk In de weer. Tripel-trippel-trippel Kijk, het maantje lacht! Het houdt steeds daar boven Immers trouw de wacht! 't Zou graag 't kindervolkje Op Paaschmorgen zien, Maardan moet het slapen En het droomt misschien...» Wel van al die kinders En hun eierfeest. 't Is er in gedachten Dan toch bij geweest! C. E. DE LILLE HOGERWAARD. (Nadruk verboden). In Hazenland is 't wedstrijd; Wie 't mooiste ei'ren kleurt, Om aan de jeugd te brengen, Die w-int den prijs. 't Gebeurt Elk jaar opnieuw met Paschen. 'k Zou graag een haasje zijn! Wat zou ik ijv'rig kleuren Met tinten, o zoo fijn! Heer Lepel van Fluweelvel, Die reikt de prijzen uit. De haasjes zijn vol spanning! Je ziet 't wel aan hun snuit. Voor o n s is 't een geheim steeds, Wie of den wedstrijd wint, Al zijn we heel nieuwsgierig! Maar weet je, wat ik vind Wij moeten toch de haasjes Bedanken! Dat is vast. Zij deden zooveel moeite, Want niet gemak'lijk was 't! En in ons kinderblaadje Bedanken wij den haas, Die 't allermooiste kleurde. Hij is een knappe baas! Ook d' and'ren zijn we dankbaar. Elk haasje heeft 't verdiend. We mogen ieder noemen: Een trouwen kindervriend! CARLA HOOG. (Nadruk verboden). 229. 't Zeemonster werd met den dag makker. Hij at reeds uit Piet zijn hand en als Je het over den kop aaide scheen het dier het prettig te vinden, 't E'gen- aardige was dat het dier meer van Piet dan van Drein scheen te houden, maar dat kwam misschien omdat Drein altijd zoo zuur keek, 230. Drein Drentel en Piet Prikkel trokken ongehin derd verder en aan alles kon je zien dat ze Europa al weer naderden. In Turkije werden ze ontvangen door een meneer die een toespraak tot hen hield die wel een uur duurde en erg vervelend was. De Eierboer. Dit haasje, dat bij zijn kruiwagen staat en eieren verkoopt, mag in ons Paaschnummer niet ontbreken. Julli vindt het zeker aardig, het geheel op te zetten. Aan het voorbeeld hoef je niets te doen. Dat dient alleen n aar om naar te kijken, hoe 't geheel worden moet. Eerst de plaatjes op dun doorzichtig papier overtrekken. Dan op dun. buig zaam karton plakken, k euren en uit knippen. De zwart gemaakte kanten an den (Naaruk verboden). kruiwagen worden omgevouwen even als vlak A. De as van het wiel is een lucifer, wel ken je door twee gaatjes in de hoornen steekt. Het mandje vouw je langs do stippel lijnen om en plak je met de lipjes vast. Ook het hengsel wordt vastgeplakt De haasjes plak je met do lipjes op een kartonnetje. Van Moeder, Oma of Tante krijg je misschien wel een paar chocolade- of si-'kereltjes om in het mandje t* leg- gen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 11