Wereldtentoonstelling te Brussel.
GRATIS
De expositie in wording.
ïBwtiejttlatid
JmiMeJUm
leder pak HONIG's VERMICELLI
EVAARLIJK SPEL
ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 20 APRIL 1935
Een gebeurtenis, waarop de oogen van de heele
wereld gericht zullen zijn.
Deelneming van 26 landen.
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE
Motorrijder verongelukt.
(Van onzen reisredacteur).
Het Nederlandsche paviljoen.
Op 27 April a.s., des morgens om 11 uur,
zal Koning Leopold III van België de
Brusselsche wereldtentoonstelling openen.
Voor dat het echter zoo ver is, moet er nog
heel veel gebeuren op de zoogenaamde
„Osseghem-wijk", waar deze belangrijke
tentoonstelling op een 140 hectaren groot
terrein wordt genouden. Op uitnoodiging
van het uitvoerend comité der tentoonstel
ling heeft een deel der Nedc 'andsche pers
een voorbezoek aan de expositieterreinen ge
bracht waarbij gelegenheid was een indruk
te krijgen van den grootscheepschen opzet
en de uitgebreidheid der werkzaamheden,
die aan deze bijzondere tentoonstelling zijn
verbonden. Met man en macht wordt er al-
lerwege gewerkt om op tijd gereed te zijn,
en een twee a drie duizend arbeiders vinden
er bezigheid. Aan de meeste gebouwen
werkt men nog; het eene is bijna klaar,
van het andere ziet men alleen nog maar
het geraamte; wegen worden geplaveid,
riolen, water- en gasleidingen, electrische
kabels en trottoirs worden aangelegd. Toch
was het al heel goed mogelijk, zich een
voorstelling te maken, hoe het straks zal
zijn, als alles gereed is gekomen, de werk
lui zijn verdwenen en daarvoor in de plaats
bezoekers uit allerlei landen over het terrein
dwalen. De inhoud der verschillende gebou
wen moest zich evenwel meerendeels nog la
ten raden. Misschien vinden we later nog
wel gelegenheid daarover meer te vertellen.
Terrein en gebouwen.
Het tentoonstellingsterrein grenst aan het
park van Laken, waarin het zomerverblijf
van het Belgische koninklijke huis is gele
gen. Het behoort aan de stad Brussel, die
er waterwerken en bosschen op heeft aange
legd. Naar het Noorden loopt het glooiend
op, waarvan bij de aanleg op fraaie wijze
partij is getrokken. Zoo heeft men van som
mige punten een prachtig uitzicht over de
stad, hetgeen vooral des avonds een bijzon
dere attractie zal vormen. De hoofdlanen
»ijn met boomen geplant, grasperken en tui
nen zijn aangelegd en millioenen zijn ge
plant, waarvan speciaal de bolgewassen
reeds in vollen luister staan. Daarbij komen
nog lichtfonteinen en watervallen, die straks
het aanzien zullen verlevendigen.
De bestaande aanleg van het park is in
den aanleg van het tentoonstellingsterrein
opgenomen, veel van wat nu is gedaan is
als blijvend bedoeld. De voorbijgaande be
hoeften van de expositie zijn namelijk zoo
veel mogelijk aangepast aan het streven om
hier een blijvend stadsdeel te vestigen,
waarin sommige gebouwen, die van duur
zamer materiaal zijn opgetrokken, een per
manent karakter zullen hebben. Als deze
tentoonstelling al lang is afgebroken, zullen
deze gebouwen, de zoogenaamde Groote
Paleizen, de hallen van het jubelpark ver
vangen voor het houden der Brusselsche
Jaarbeurs en van andere periodieke exposi
ties. Zulk een drang naar permanentie gaat
meestal gepaard met gebeurtenissen als de
ze: de Parijsche Eiffeitoren, het Londensche
Cristal Palace en het vroegere Amsterdam-
sche Paleis voor Volksvlijt zijn ook eenmaal
onderdeelen van een wereldtentoonstelling
geweest. Het park, dat middenin is aange
legd, zal eveneens blijven bestaan.
De meeste gebouwen, die er, voor zoover
ze van buiten gereed waren gekomen, zoo
soliede uitzagen, zijn echter gedoemd om
spoedig te verdwijnen. Daaronder zijn de
inzendingen van 26 landen behalve België,
waarbij ook Nederland. De tentoonstelling
is algemeen en internationaal, dat wil zeg
gen, dat er naar gestreefd is om naar alle
producten van alle landen te doen bevatten.
Op enkele onderdeelen wordt echter speciaal
de nadruk gelegd; een ruime plaats is be
stemd voor de uitgebreide afdeelingen van
het verkeer, de electriciteit en de radio.
Op deze twee laatste gebieden zal de Bel
gische Philips-maatschappij een toonaan
gevende plaats innemen. Ook de kolonieën
hebben de bizondere aandacht, in verband
met de vijftigste verjaring van de stichting
van den Congo-staat. De afdeeling vervoer
zal worden beheerscht door het eeuwfeest
der spoorwegen in België. Ten slotte wordt
veel zorg besteed aan de inrichting van een
tentoonstelling in oude kunst, waaraan ook
Nederland in bescheiden mate deelneemt.
De Nederlandsche afdeeling.
Niet dan na eenige aarzeling is ook Ne
derland toegetreden tot de landen, die aan
deze wereldtentoonstelling deelnemen. Veel
geneigdheid daartoe bestond er in den aan
vang hier niet, omdat men meende, dat het
niet aanging om in deze tijden geld uit te
geven ter verhooging van de attractie van
een buitenlandsche onderneming, die de be
doeling had veel vreemde bezoekers naar
het buitenland te trekken. Men heeft echter
ten slotte niet achter willen blijven, omdat
het hier een groote gebeurtenis betreft,
waarop de oogen van de geheele wereld ge
vestigd zullen zijn, waarbij ons land zeker
niet mocht ontbreken. De industrieelen heb
ben zich nog langen tijd van medewerking
onthouden, omdat zij zeer terecht
weinig voelden voor een expositie buiten de
grenzen, die thans als schier onoverkome
lijke afscheidingen het handelsverkeer be
lemmeren. Terwille van het nationale pres
tige is men per slot van rekening van stand
punt verandert. De oud-minister mr. T. J.
Verschuur heeft als regeerings-commissaris
de leiding van de Nederlandsche afdeeling,
waarbij hij door enkele ijverige sub-commis
sies gesteund wordt. Als dezen zomer ook
Nederlanders deze Belgisehe onderneming
bezoeken, hoopt men hen speciaal in het
eigen paviljoen welkom te heeten; zij zullen,
kunnen zien, dat ons land, ondanks alles,
op deze tentoonstelling in Het buurland geen',
slecht figuur maakt.
De heer Verschuur heeft ons door het.
gebouw, een schepping van den Haagschen*
architect ir. D. Roosenburg, rondgeleid enf,
een uiteenzetting gegeven van wat er na de
otficieele opening door minister Steenberghe
op 30 April allemaal te zien zal zijn. Alles inf
en aan het gebouw met zijn 45 meter hoogetó
foren jé Neder la ndsdi fabrikaat, zoowel de»
ijzerconstructie, bedekt met een bijzonder"
soort geperste cementp)aten, ate dfe bafc?
steenen moppen van fret monumentale terè
.Kassencomplex voor den ingang, tn overlr-
met den architect zijn d'e ge\els aan voor-
achterzijde verlevendigd door kleurige
"dermgen, welke respectievelijk vervaa.
zijn door prof. Herman Rosse en Charlesl
.Eyck. Naait dit hoofdgebouw staat nog een$
echte Holiandsche boerderij, waarin specraaf
op de vaderlandsche veeteeltproducten de!
aandacht zal worden gevestigd
Bij het ipterieur wan het hoofdgebouw fcj
partij getrokken van het oploopende terrein^
waardoor als vanzelf drie afdeelingen zijn
ontstaan, die onderling een nieter in hoogte»
verschillen. De eerste afdeeling is 41 hoofdwf
zaak gewijji aan groote openbare welken^
zooals de sluizen ïe IJmuiden en de Zuider-*
zeewerken. Ook de Nederlandsche Noordzee-,
badplaatsen zullen hier gezamenlijk de aan
dacht vragen.
De tweede afdeeling is voor land en tuin
bouw bestemd. Aan de wanden komen hier
een twaalftal schilderingen van gelijke afme
tingen, waarop verschillende artisten Neder
landsche landschappen hebben afgebeeld.
Om de noodige eenheid te verkrijgen ge
bruikten zij hetzelfde kleurengamma en is de
horizon overal op dezelfde gezichtsthoogte
aangebracht. Midden in deze afdeeling komt
een kleine floralia van vaderlandsche bloe
men en sierplanten en een basin met vis-
schen. Ter nadere toelichting zullen hier
verder eenige statistieken en foto's te zien
zijn. De overzeesche gewesten zijn in de
derde afdeeling aan het woord. Hier zal een
demonstratie worden gegeven van het cultu-
reele peil, waarop deze gewesten zich be
vinden, terwijl vooral de nadruk zal worden
gelegd op de verbindingen, te water, door
de lucht en door den ae'her, tusschen beide
gebiedsdeelen. Zelfs zal er een cel worden
gebouwd, van waaruit men met Indóë zal
kunnen telefoneeren. Tegen den achterwand
komt een groot schilderwerk van Joep
Nicolas, vervaardigd op vermurail, dat op
allegorische wijze de verhoudingen tusschen
Nederland en Indië in beeld brengt.
Over de heele lengte van het gebouw Is
een zijzaal de industrieele afdeeling inge
richt, waarbij een mooie collectie scheeps
modellen te bewonderen zal zijn.
Ten slotte is aan de voorzijde naast den
ingang een vijfhoekige hal gebouwd, be
stemd voor de Nederlandsche kunstnijver,
heid, waarvan verschillende voorwerpen in
vitrines zullen worden tentoongesteld. Het
interieur wordt hier door stemmige, neutraal
gehouden glas in lood-ramen verlicht. Er
komen ook de afbeeldingen in relief van de
acht Nederlanders, wier wetenschappelijke
arbeid door een Nobelprijs werd onder
scheiden.
Oud-Brussel.
Een enkel woord moeten wij nog wijden
aan de tentoonstelling Oud-Brussel, die
reeds zoo goed als gereed is. Daar wordt
een getrouw beeld gegeven van de Bel
gische hoofdstad in de eerste helft der acht
tiende eeuw met openbare pleinen, straten,
een kerk en witte huizen met trapgevels
De oude boomen, die bij den bouw van dit
onderdeel der expositie alle zijn gespaard
gebleven, geven in deze miniatuurstad vele
schaduwrijke plekjes. Een kleine waterloop,
gevormd door talrijke ter plaatse bestaande
bronnen, herinnert aan de Senne, die tus
schen de oude huizen doorliep en onder de
bogen verdween van de sluis met open
brug, zooals oude schilderijen nog te zien
geven. Aan den rand komen landelijke her
bergen, half in de bosschen verscholen,
evenals het oude Brussel die kende aan den
zoom van de stad. Niet minder dan 136
De weggezakte boom en de kuilen bij de Mientbrug, ontstaan doordat bet
water onder de walmuren van de Mient door, het lager gelegen water van de
afgedamde Zij- en Voordam opzocht.
huizen werden er opgericht voor deze her
schepping, waarvan er vele zijn uitgevoerd
naar oude teekeningen of naar bestaande
voorbeelden.
De oude stad zal ook worden bewoond;
het dagelijksche leven zal er te zien zijn, om
den bezoeker volledig de illusie te geven van
de verloopen tijden. De vroegere zeden, de
costumes en de vermakelijkheden zullen zoo
natuurgetrouw worden nagebootst; men zal
ze terugzien in de feesten, de optochten te
paard en de maskerades, die er gehouden
zullen worden. Daarvoor is een geheel apart
programma opgesteld.
„Tot stichtinge ende vermaek" zou men de
oprichting van dit oude stadsdeel kunnen
kwalificeeren. Een tentoonstelling als deze
zou echter niet compleet zijn, als er ook niet
een onderdeel was, dat uitsluitend aart het
vermaak was gewijd. Dat is het park der
vermakelijkheden, hetwelk allerlei kermis
attracties zal bevatten en waarvan de mon-
tagne-russe al hoog boven de omgeving uit
steekt.
Wie weet, of niet deze afdeeling der expo
sitie voor velen de belangrijkste zal blijken te
zijn!
Ernstig ongeluk op den Haar
lemmerweg.
Gisteravond heeft op den Haar
lemmerweg te Halfweg, omstreeks
half zeven, ter hoogte van de
Liedebrug een ernstig verkeerson
geluk plaats gevonden, waarbij
een motorrijder om het leven is
gekomen.
Op genoemde plaats bevond zich op dat
moment een luxe-auto, die met den kop naar
Halfweg stond geparkeerd, terwijl uit de
richting Haarlem een licht motorrijwiel na-
nog niet is komen vast te staan, doch die
vermoedelijk een inwoner van Haarlem is,
werd op slag gedood. Zijn lijk is overge
bracht naar de Mariasticting te Haarlem.
De heer Maarschalk, die als gevolg van dit
ongeluk zeer overstuur was, moest in een
derde, dat de geparkeerde auto wilde pas-
seeren. Op hetzelfde oogenblik naderde uit
de richting Halfweg een andere personen»
auto, welke bestuurd werd door den burge
meester van Haarlem, den heer C. Maar-
schalk.
Door welke oorzaak is nog niet komen
vast te staan, maar laatstgenoemde auto
reed het motorrijwiel aan en smakte over de
stilstaande motorrijder, wiens indentiteit
nabijzijnde woning worden binnengebracht,
waar hij aan de politie de toedracht van het
ongeluk uiteenzette. Hij had geen verwon
dingen bekomen. Inmiddels werd ook de po
litie van Haarlemmerliede en Halfweg ge
waarschuwd, terwijl ook de politie uit Haar
lem arriveerdt. Eenigen tijd later verscheen
de commissaris van politie te Haarlem, de
heer Tenkinck, waarna een uitgebreid onder
zoek naar het ongeval werd ingesteld. De
beide auto's werden slechts licht beschadigd,
terwijl het motorrijwiel nagenoeg geheel
werd vernield.
Uit het Engelsch
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
»Wat is er gebeurd, zeg het me vóór Hal-
tem komt".
»,Mijn moeder is ziek en ik ga naar de
stad. Mevrouw Cameron en Stella gaan met
me mee, dat. is alles".
»,En Hallam?"
».Ik geloof dat hij ook mee gaat".
«Hoe staat het met het engagement? Is
het af?"
«Neen, ondanks mevrouw Cameron's te
genstand. Ze zal het wel niet prettig vinden
ate ze Hallam ziet".
«Daar komt hij aan. Waar kan ik je in
de stad treffen, het is van belang".
Zij gaf hem het adres van een particu
lier ziekenhuis, dat hij voor zichzelf herhaal
de.
«U hoeft er niet over te tobben. Ik zal er
wel voor zorgen dat hun verloving niet
lang duurt. Adieu".
Zo stapte de coupe in en onmiddellijk
daarna kwam Guy aan.
Een kruier zette zijn valies onder de bank
en Hallam ging in een hoekje bij het raam
zitten.
«Waar logeer je?," yroeg Furber.
„Als mijn vader soms mocht komen, wil
je hem dan zeggen dat ik op zijn kamers in
St. James ben en daar een week blijf?"
„Hoe is het adres?"
„Ryderstraat 42".
Furber krabbelde het op een stukje papier
en noteerde tegelijkertijd het adres, dat Val-
da hem gegeven had. Toen nam hij afscheid
en ging regelrecht naar het telegraafkan
toor.
De trein vertrok eh het was stil in de
coupé. Mevrouw Cameron's gezicht stond
woedend, terwijl ze in een tijdschrift keek.
Stella stond op en ging tegenover Hallam
zitten.
„Ik zou graag zoo gauw mogelijk met je
vader spreken", zei mevrouw Cameron plot
seling.
„Ik zal hem bij u brengen".
„Vanavond zal het te laat zijn. Wij zullen
in het Langham hotel logeeren. Misschien
wil je hem wel vragen of hij me morgen wil
bezoeken".
.„Ja, maar mag ik u verzoeken het den
ouden man niet al te moeilijk te maken? Hij
heeft al verdriet genoeg", antwoordde Guy
ernstig.
„Moeder, wees toch vrienden. Als u het
wilt, zal ik beloven Guy niet te trouwen tot
u uw toestemming geeft", zei Stella impul
sief.
Het was het eerste misverstand dat er
tusschen haar en haar moeder was Ze had
haar inr.ig lief en was bereid tot elk offer,
behalve dat eene, om maar weer goede
vrienden te zijn.
Mevrouw Cameron's gezicht klaarde op
en ze wendde zich tot Guy,
„Wil je me dezelfde belofte geven?"
vroeg ze scherp.
„Ja, Stella en ik denken hetzelfde. Ik
weet zeker dat ze nooit gelukkig zou zijn
zonder uw toestemming", antwooidde hij
kalm.
„Ziezoo, dat is dan afgemaakt Nu zijn
wij goede vrienden", zei Stella vroolijk en
gaf Guy een blik, die zijn hart deed bon-
scn
Toen ze Warerloo bereikt ladden, zorgde
hii dat hun bagage op een taxi weid gezet
en' wenschte hen goeden nacht, zeggende,
dai hij den volgenden morger. me zijn va-
der zou komen. Toen reed hij naar Ryder-
straat en vroeg den portier van de kamers
of zijn vader thuis was- Gp het beves
tigend antwoord ging hij met de lift naar
boven en klopte aan de deur van de zitka
mer Er kwam geen antwoord, dus draaide
hij den knop om en ging binnen. Klaarblij
kelijk was zijn vader naar bed gegaan. Hij
opende de verbindingsdeur; het electrische
licht was aan en mijnheer Hallam zat in
een leunstoel, het gezicht bedekt met de
handen. Op tafel, dicht bij hem, lag een re
volver.
Vader", zei Guy en vloog op hem toe.
Mijnheer Hallam keek met verwezen blik
op.
„Ben jij daar? Goddank", zei hij fluiste
rend.
„U wilde u toch niet
„Wat kan ik nog anders doen? Niemand
wil me geld leenen. Ik ben goed verzekerd.
Als ik dood ben, zul je een paar duizend
pond krijgen".
„U moet wel krankzinnig zijn om aan
zooiets te denken. God zij dank, dat ik in de
stad kwam. Zoo erg is het toch niet. Die
150 pond, die u zond
„Welke 150 pond?" vroeg mijnheer Hal
lam met inspanning.
„Heeft u me dan geen geld gezonden?"
„Neen".
Guy keek zijn vader in stomme verbazing
aan.
HOOFDSTUK VIII.
Mevrouw Glyn was in een particuliere
ziekenverpleging in een straat dicht bij
Langham Hotel, en zoodra ze mevrouw
Cameron en Stella in het hotel had achter
gelaten, ging Valda er direct heen. De
nachtzuster ontving haar met een bezorgd
gezicht.
„Ik ben zoo blij dat u er is, juffrouw Glyn.
Uw moeder is heel ernstig", zei ze.
„Zou ze nog kunnen herstellen?"
„We vreezen van niet. Het is te betwijfe
len of ze den morgen zal halen. Er is een
maaltijd voor u gereeden
„Ik zou niet kunnen eten".
„U zult al uw kracht noodig hebben Pro
beer het", zei de zuster vriendelijk.
Een kwartier later trad Valda de kamer,
waar haar moeder lag, binnen. Mevrouw
Glyn keek op en glimlachte zwakjes. Valda
schrok heftig van de verwoesting, die de
ziekte had aangericht. Wat was ze altijd
trots geweest op haar moeders schoonheid.
„Ga zitten, kind. Ik ben zoo blij dat je
op tijd gekomen bent. Kom dicht bij me,
liefste. Ik heb niet veel kracht meer".
„O, moeder", zei Valda gebroken en naast
het bed op haar knieën vallende, verborg ze
haar gezicht tegen haar moeder's borst.
„Mijn arme, kleine meisje. Als jij er niet
was, zou ik blij zijn te sterven. Je vader
wacht op me. De eenige man, dien ik ooit
heb lief gehad. Ik moet je spreken. De ba
ron is vanmorgen hier geweest".
„Laten we over onszelf praten, moeder.
U moogt me niet verlaten. Wij houden zoo
veel van elkaar en
„Ik kan er niets aan doen. lieveling. Mijn
haat is sterker dan mijn lietde. Sinds je va
der is gestorven, heb ik maar voor één ding
geleefd wraak. Valda, je zult mij toch
niet in den steek laten, nu het succes zoo
dichtbij is? Ik heb prachtig nieuws De ba
ron vertelde me dat „de dag" dicht bij is.
Zij, die je vader in den dood gejaagd heb
ben, zullen gestraft worden. Ik wou dat ik
kon leven om dat te zien. De groote Duitsche
natie is gereed. Ze hebben alle voorberei
dingen getroffen en niets kan hun weerstaan.
Zelfs nu kan ik het doode lichaam van je
vader zien en mijn haat is nog verbitterder
geworden".
„Moeder, zeg dat toch niet", zei Valda
wanhopig.
„Als ik maar wist, dat jij niet zult ver
slappen. Er is veel van je vader in je. Als
de meeste Engelschen kon hij. niet goed ha
ten. Wij, Duitschers, zijn anders. Wij ver
geven nooit. Valda, je moet me beloven, dat
niets je zal bewegen /an je voornemen af
te wijken. Zwier me dat".
„Vraag me dat niet. Het is vreeselijk nu
u zoo ziek is".
Wordt vervolgd