GRATIS
M
i
f
Bi
mi
§j§ j§
nu
j§AfB
go
Hl
m.
a
m
Sft
buitenland
leder pak HONIG's VERMICELLI
bucqecüike Stand
JUiaakeu&ciek
mm
mtm
WM
m
m
K*
i
Mê
ini //f™
leuilletün
I lEVAARLIJK SPEL
VAN MENSCH TOT AAP,
Amerikaansche tragedie.
RUSSISCHE SPOORWEGEN.
Een janboel
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE
DE BEUL ZEGT HET MET
BLOEMEN.
Deibier als kweeker.
MENSCHLIEVENDE KROKODIL.
Vertrouwd met negers.
WARMENHUIZEN (Maart en April.)
HEEMSKERK April).
Ondertrouw d:C. Snijders en C. de
Groot.
Getrouwd: Jac. Bijwaard en M. C.
B e v a 1 1 e n: J. Sinnege—Castricum z.
J. P. Castien—de Vos z.J. de Munck
van Santen z. P. A. BaltusZonneveld d.
Eindspel 880.
m
i
luidende leeningen, alsmede pandbrieven der
Nederlandse!-e hypotheekbanken zijn aan
merkelijk in koers verbeterd. De 4 pCt. Ne-
derlandsche staatsleeningen waren tot
slechts een fractie beneden pari gestegen,
daarmede nieuwe verwachtingen opwekkend
voor een verder doorwerken van het proces
van renteverlaging. Jammer genoeg heeft
de herleving van het wantrouwen, dat zich
echter ditmaal nog meer tegen den Zwitser-
schen franc dan tegen den gulden richt, een
ontijdig einde aan de koersverbetering be
reid. Toch blijven de noteeringen nog aan
merkelijk boven het in de vorige weck be
reikte niveau. Wanneer men ziet, hoe betrek
kelijk snel een koersverlies op de beleggings-
markt, bij een lichte verbetering van de stem
ming, kan worden ingehaald, dan begrijpt
men, dat de Nederlanasche regeering paraat
wil blijven voor eventueele verdere conver
sie-transacties en zich hiervoor in een wets
ontwerp, dat aan de bezuinigingsvoorstel
len is toegevoegd, heeft laten machtigen.
Het koersherstel op de obligatiemarkt is
ditmaal niet gepaard gegaan met een koers
daling van aandeelen. Integendeel: ook de
leidende fondsen der aandeelenmarkt Ko
ninklijke Petroleum en Philips, konden een
verdere koersverbetering boeken. Voor een
deel heeft men hierbij nog te doen met vraag
van buitenlandsche zijde, voornamelijk van
Parijs, waar egenover aanbod van Fransche
staasfondsen zooals gewoonlijk kooplust
voor aandeelen Koninklijke Petroleum heeft
gestaan. Prijsverhoogingen voor benzine in
Amerika en in Engeland hebben tot de be
langstelling voor het petroleumfonds bijge
dragen. Ook het jaarverslag van de Shell
Union Oil Corporation, de Amerikaansche
dochtermaatschappij der Koninklijke Shell-
groep, maakte een bevredigenden indruk.
Ondanks grooere afschrijvingen en hoogere
uitgaven aan loon is het bedrijfsverlies tot
§49.000 gedaald, tegen 5.25 millioen
over het voorafgaande jaar, hoewel in het
laatste kwartaal van 1934 de strijd op de
Amerikaansche benzine-markt hevig woedde.
Uit het jaarverslag blijkt wel, hoe moeilijk
de positie van de groote petroleummaat-
schappijen in Amerika is door de concurren
tie van de onwettig geproduceerde ruwe olie,
die tegen een kostprijs van 2 5dollarcents per
vat kan worden gewonnen, terwijl de groote
concerns hun productiekosten belangrijk ver
hoogd zien door de vrijwillige productie
beperking. Geen wonder, dat in het verslag
nogmaals met kracht wordt aangedrongen
op nieuwe wettelijke maatregelen ter ver
scherping van de controle op de olie-win
ning.
Voor de koersverbetering van aandeelen
Philips' zijn geen directe oorzaken aan te
wijzen, tenzij dan de verlenging van de con-
tingenteering van den import van gloeilam
pen hier te lande met een jaar en de ver
wachting van de publicatie van gunstige
financieele resultaten over het afgeloopen
boekjaar.
Ondanks een lichte reactie in het midden
der week bleef de grondstemming voor dit
fonds tot het eind toe vast. Unilever konden
zich goed in koers handhaven. Van kunst-
zijde-aandeelen waren Hollandsche Kunst
zijde Industrie wat hooger, op de publicatie
van het jaarverslag, blijkens hetwelk uit
een netto-winst van 303.603 tegen slechts
lf 56 048 vorig jaar een dividend van 3 pCt.
kan worden uitgekeerd, tegen nihil over
1933. Ten aanzien van de vooruitzichten
voor het loopende boekjaar uit het verslag
zich echter weinig gunstig. Hoewel de kost
prijs in 1934 aanmerkelijk kon worden ver
laagd, heeft de prijsdaling in de eerste
maanden van 1935 tot gevolg, dat de marge
tusschen kostprijs en verkoopsprijs aanmer
kelijk kleiner is geworden dan in 1934 het
geval was. In de tweede helft van het boek
jaar 1934 moest wegens vermindering van
den afzet reeds tot inkrimping der productie
worden overgegaan en het verslag maakt
geen melding van een verbetering van den
afzet in het nieuwe jaar.
Ook de Nederlandsche kunstzijde-fabrie
ken ontmoeten de concurrentie van de Ja-
pansche kunstzijde-industrie, die met zoo
veel lagere kosten werkt dan de fabrieken in
andere landen. Een der groote Amerikaan
sche kunstzijde-concerns heeft onlangs een
berekening gepubliceerd van de fabricage-
kosten voor kunstzijde in Japan en in vier
andere landen. Omgerekend in Amerikaan
sche dollarcents, blijken de totale productie
kosten in Japan 16.2 cents per 1b. te bedra
gen. Hierop volgt Italië met 23 cents, ver
volgens Duitschland met 33.4, Engeland met
38.4 en Amerika met 44.5 dollarcents per Ib.
Nederland ontbreekt jammer genoeg in deze
berekening. Vermoedelijk zijn hier de produc
tiekosten ongeveer gelijk aan die in Duitsch
land.
In cultuurwaarden is weinig omgegaan.
Suikeraandeelen waren echter vrij vast, in
sympathie met de betere stemming op de
Java-suikermarkt, waar de prijzen sinds hei
begin van dit jaar, voor export naar Britsch-
Indië, China en Japan met een gulden per
100 KG. zijn verbeterd, en de voorraden
aanmerkelijk zijn verminderd. Rubberaan-
deelen waren goed prijshoudend; tabakken
daarentegen liepen in koers terug.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop
4 pCt. Nederland 98 7/8, 99 7/8, 99 3/8;
3 pCt. Nederland 83 3/4, 87 1/8, 86/4;
2H pCt. N.W.S. 72 13/16, 75, 74 X
4 pCt. Amsterdam 95 15/16, 97 3/8, 97/4
3%, pCt. Noordholland 93, 94, 93/4;
4 pCt. Rotterdam 94 3/8, 95/4;
4 pCt. Ned.-Indië 96 15/16, 98 1/4, 97 5/8;
4/4 pCt. België (gld.) 78 1/4, 82;
4/4 pCt. Frankrijk 85/4, 83/4, 83 7/8,
83 3/8;
Kon. Petroleum 1531/4, 158 7/8;
Philips' 233 3/4, 243%, 240/4, 243/4;
Unilever 90 1/4, 92 3/4;
Ford Automobielabriek 2401 /4, 246,
242/4;
Holl. Kunstzijde 65, 67 1/4;
Handelsver. „Amsterdam" 181, 187, 186;
Amsterdam Rubber 98, 1001/8;
Deli Batavia Mij. 131, 1281/4;
Deli Mij. 125 1/4, 117 3/4, 123/4;
Senembah 134 3'8, 129 1/4, 132.
De medische autoriteiten in Amerika zijn
diep onder den indruk der tragedie van een
etaleur, Georg Backiet genaamd, welke zich
langzaam maar zeker voltrekt. Acht jaar
geleden viel hij van een ladder af met den
ruggegraat op den grond. Hoewel men geen
kwetsuren van het centrale zenuwstelsel
kon waarnemen, traden allerlei merkwaar
dige verschijnselen in den loop der jaren op.
Eerst klaagde de patiënt alleen maar over
vreeselijke rugpijnen, vervolgens kreeg hij
pijn in de kaak en deze begon plotseling uit
te groeien, gelijk ook bij andere ziekten wel
als gevolg van klieraandoeningen geschiedt.
Het volgende bedrijf was, dat de beenen be
gonnen te vermageren, terwijl de armen
daarentegen groeiden. Het ziekteproces
schreed verder voort en de ongelukkige
man heeft thans een machtig breeden
kop met geweldige kaken, die onmiddeüjk
op de schouders zit. De hals is geheel ver
dwenen. Acht jaar geleden was hij een sta
tige jongeman van 1.80 meter lengte. Thans
is hij al minder dan 1.50. De geneesheeren
zijn teneinde raad. Zij weten, dat de buik
speekselklier, de schildklier en de hypophy-
se hun taak niet meer behoorlijk verrichten.
Ten deele werkten zij te sterk, ten deele in
het geheel niet meer. In den laatsten tijd
schrompelt het lichaam verder ineen en nu
beginnen ook de ribben zich naar buiten te
buigen. Alle pogingen, om hem door toe
voer van klierreparaten of operaties te hel
pen, zijn mislukt en daar een dergelijk ge
val nog nooit ergens is voorgekomen, heb
ben de medici de hoop opgegeven, den man
te kunnen genezen.
Het Russische persagentschap Tass pu
bliceert den tekst van de mededeelingen,
door Kaganowitsj, volkscommissaris voor
Verkeerswezen, eenigen tijd geleden op de
arbeidsconfenrentie van de politieke en eco
nomische afdeelingen van het spoorweg
transportwezen en op de groote speciale
conferentie van spoorwegbeambten in te
genwoordigheid van Stal in en alle volks
commissarissen gedaan en die een schril
licht werpen op de wantoestanden bij de
Sovjet-spoorwegen.
Wij moeten toegeven, aldus zeide Kaga
nowitsj, dat de arbeidsmethoden bij de Sov
jet-spoorwegen, zooals zij tot nu toe zijn
gehandhaafd, onder geen voorwaarde mo
gen voortduren. Het grootste euvel bestaat
hierin, dat er geen controle bestaat op de
doorvoering van de uitgevaardigde beslui
ten. Van nu af aan wordt aan de presiden
ten van de spoorwegdirecties de onvoor
waardelijke plicht opgelegd, zich bij spoor
wegongelukken onverwijld naar de plaats
des onhcils te begeven om het onderzoek
naar de oorzaken persoonlijk te leiden, en
zich niet slechts met zuiver bureaucratisch
gestelde getuigenverklaringen tevreden te
stellen. Ook moet ieder der hoogere spoor
wegambtenaren zelf in staat zijn, een hulp-
trein naar de plaats des onheils te leiden.
De verkeersdictator kondigde zeer strenge
straffen aan voor hen, die uit vrees voor
het bekend worden hiervan, spoorwegonge
vallen verzwijgen.
Dagelijks, zoo verklaarde Kaganowitsj
aan het slot zijner rede, komen bij het ver-
keerscommissariaat ontelbare meldingen
binnen van het rijden door halteseinen.
Iedere machinist zal de grootst mogelijke
oplettendheid voor de seinen moeten worden
ingeprent. Onder geen voorwaarde mag toe
gelaten worden, dat de machinist eigen
machtig besluit, een haltetrein voorbij te rij
den, omdat hij wellicht kennis draagt van
de op enkele stations bestaande gewoonte,
een sein op onveilig te zetten, oodat het sta-
tionspersoneel rustiger kan werken.
NEGEN MAAL SCHIJNDOOD.
Merkwaardige experimenten van een
Londenschen dokter.
Bijna levend begraven.
Mac Ivor Tyndal is een dokter in een voor
stad van Londen, die een goede praktijk heeft
en van wien tot dusver de buitenwereld alleen
wist dat hij een even goed biljarter ais
hypnotiseur is. Een jaar of wat geleden
kwam de dokter tot de ontdekking, dat hij
door een schitterend voorwerp aan te staren,
b.v. een diamant in een ring, nu luttele minu
ten in een cataleptischen toestand geraakte,
de doodsstijfheid, welke b.v. de fakirs door
bijzondere kunstgrepen bij zichzelf verwek
ken. Hij kende aan deze ontdekking echter
slecht in zoover waarde toe, aldus de N.R.C.,
dai hij hoopte, daardoor interessante experi
menten op zijn eigen lichaam te kunnen doen
Op 'n dag viel dr. Tyndal op straat voor het
huis van een patiënt, dien hij juist wilde be
zoeken, neer. Hij werd naar een politie
bureau gebracht; de politiedokter onderzocht
den bewustelooze en constateerde den reeds
ingetreden dood.
Het lijk werd twee later naar de mor-
gue gebracht en daar tusschen de andere
dooden gelegd. De eenige in Londen wonen
de verwante van den dokter, een nicht, die
men gewaarschuwd had, verscheen daar, en
terwijl ze bij den baar stond, geschiedde er
iets geheel onverwachts. De doode richtle
zich op en scheen zeer verwonderd over de
onplezierige plaats, waar hij zich bevond
Men bracht hem haastig naar een ziekenhuis,
waar bleek, dat Mac Ivor Tyndal niet het
minste of geringste mankeerde en nog den
zelfden avond ging hij naar huis. Het merk
waardige vooral kwam ieder zeer mysterieus
voor. alleen den betrokkene niet. Hij wist nu
dat hem niet alleen de macht was gegeven
om door autohypnose in doodsstarheid te
geraken, maar, dat hem ook zonder zijn eigen
toedoen een dergelijke den dood gelijken toe
stand allen tijde kon overvallen. Maar hij
nam de zaak niet al te zwaar op.
In de doodkist.
Vier maanden verliepen. Tyndal bezocht in
gezelschap van vrienden een tooneelvoorstel-
ling en viel in zijn loge neer. Twee dokters
uit het publiek waren dadelijk present. Hei
onderzoek van het hart en den pols toonde
duidelijk aan, dat hun arme collega, dr. Mac
Ivor Tyndal, niet meer tot de levenden be
hoorde. Hij werd naar zijn woning gebracht
en daar afgelegd. Niettegenstaande het
merkwaardige avontuur in de morgne, twij
felde niemand er aan, ook Tyndal's nicht
niet. dat de dokter nu werkelijk dood was.
Ze bestelde een keurige metalen kist. Den
volgenden dag werd Tyndal's stoffelijk hul
sel in de kist gelegd, welks deksel voorloopig
niet gesloten werd. Tyndal zal zoowat een
anderhalf uur in zijn arcofaag gelegen heb
ben, toen hij wakker werd. Er mankeerde hem
niets. Den volgenden dag bracht hij weer ge
woon zijn visites.
Voorzorgsmaatregelen.
Van dit oogenblik af was Tyndal voorzich
tiger. Hij naaide in de voering van zijn jas
een briefje op linnen, van den volgenden in
houd: „Mocht iemand me op straat of ergens
anders in een toestand van doodsverstijving
vinden, zoo neme hij er kennis van, dat ik
heelemaal niet dood ben. Ook de medici moe
ten in élk geval zeven dagen wachten voor ze
het intreden van den dood bij me constatee-
ren. Voor het verstrijken van dien tijd moet
men gt-en sectie verrichten noch me begra
ven en ook niet verasscben Eerst als ik na
zeven dagen niet mocht ontwaken, kan men
er zeker van zijn dat ik niet schijndood ben"
Deze voorzorgsmaatregel van den dokter,
teneinde zich te beschermen, *egen levend-be-
graven-worden, is lang niet onnoodig geble
ken. Want het laatste jaar is dr. Tyndal niet
minder dan zeven maal in doodsverstijving
gevallen. Deze toestand duurde eenmaal
zelfs 4/4 dag!
De dokter heeft er evenmin als van een
der andere gevallen eenig nadeel voor zijn
gezondheid van ondervonden.
Het geval houdt de belangstelling in medi
sche kringen nog steeds gaande. De laatste
maanden is Tyndal door zeer bekende auto
riteiten op medisch gebied verscheidene ma
len onderzocht, maar telkens volkomen nor
maal en gezond bevonden.
De beul van Frankrijk, Henri Anatole
Deibier, heeft in zijn vrijen tijd tot liefheb
berij het kweeken van bloemen. lederen dag
is Deibier, die in zijn 37-jarige ambtsperiode
meer hoofden afsloeg dan hij zich kan her
inneren, met zijn bloemen bezig. De beul,
die door zijn witten baard zooveel op Poin-
caré lijkt is in zijn woonplaats St. Cloud een
bekende persoonlijkheid en brengt elk vrij
oogenblik in zijn tuin door, waar hij met
dezelfde slanke handen, welke zoo vaak het
mes van de guillotine hanteeren, zijn rozen
en geraniums verzorgt. Slechts in zijn tuin
laat „Monsieur de Paris" het ondoorgronde
lijke masker, waarachter hij zijn gevoelens
verschuilt, vallen, daar vergeet hij zijn bloe
dig beroep. De 65-jarige Deibier verlaat zijn
huis en hof nergens anders voor dan om
zijn werk te verrichten.
Ondanks zijn hoogen leeftijd denkt hij er
nog niet aan ontslag te nemen, integendeel;
hij is trotsch op zijn luguber beroep en wil
het blijven uitoefenen, zoolang zijn gezond
heid dit toelaat. Bovendien betaalt het goed;
voor elke terechtstelling onvangt hij 7500
franc en vergoeding van onkosten.
Deibier werkt met twee guillotines: een
zware voor gebruik in Parijs en een lichtere
uit elkaar neembare, voor in de provincie.
In de „Umschau", een wetenschappe
lijk weekblad, vertelt professor dr.
Grafe van een ontmoeting met een tam-
rnen krokodil bij het Victoriameer in
Equatoriaal Afrika.
Ik bevond mij, aldus vangt de ge
leerde zijn verhaal aan, op een auto
tocht naar 't Victoriameer. Mijn chauf
feur had een rustigen zijweg gekozen,
omzoomd door laag kreupelhout en
heestergewas. De zon brandde op onze
hoofden. In de verte zagen wij het blau
we watervlak van het meer en de tal
rijke witte zeilen der schepen.
Verschillende Europeanen uit Kam
pala hadden zich aan den oever verza
meld, want het was Zondag en het
schouwspel, dat ons zou worden gebo
den, behoorde alleen tot de Zondagschc
attracties.
Op een gegeven oogenblik sprong een
negerjongen naar voren en riep wat in
de richting van het meer.
Een oogenblik later kwam het water
in beroering en voor onze oogen ver
toonde zich een krokodil van geweldige
afmetingen, zeker meer dan 5 meter
lang, die langzaam en vadsig naar den
oever kwam gezwommen.
De jongen lokte het monster met en
kele visschen, doch het beest maakte
hoegenaamd geen haast en scheen in
het geheel niet vraatzuchtig te zijn.
Ten slotte liet het monster zich toch
ertoe bewegen eenige visschen te ver
zwelgen. Het dier was echter door over
voeding iederen Zondag werd de ver
tooning herhaald zoo lui geworden,
dat het niet meer de kracht bezat den
draai te nemen, noodig om weer in het
meer te verdwijnen.
Daarom pakten verschillende neger
jongens zijn staart beet en hielden dien
in de hoogte om het dier het draaien te
vergemakkelijken. De geheele vertoo
ning had iets weg van bruidsmeisjes,
die den sleep van het bruidje dragen.
Het dier komt reeds talrijke jaren op
deze plaats uit het meer te voorschijn
en de vader van den jongen, die het
beest thans met visschen uit het meer
lokt, heeft het monster ook al gevoed.
Het is onder den naam van „Lutembe"
aan het geheele Victoriameer bekend en
vormt een aardige attractie voor de
vreemdelingen, die dit gebied koor-
kruisen.
Geboren: Anna Maria Francisca,
d. v. Cornelis Huibers en Barbara Kalek.
Johannes, z. v. Cornelis Petrus Va
der en Cornelia Kraakman. Wilhel
mus Josef, z. v. Adrianus de Nijs en Cla-
sina Slijkerman. Simon, z. v. Johan
nes Adrianus Ligthart en Clasina Mek
ken. Tine Marie, d. v. Jacob Willem
Gutker en Kaatje Bakker. Gerardus,
z. v. Jan Brandsen en Geertje Laan.
Jacob, z. v. Bertus Barsingerhorn en
Trijntje Kroon. Anthonius, z. v. Cor-
nelis Dekker en Agatha Afra Reinderg.
Ida Catharina, d. v. Antonius Nannes
en Trijntje Molenaar. Maria Clasina,
d. v. Johannes Kok en Jacoba Elisabeth
Alberta Breed. Anna, d. v. Klaas Been
en Rigtje Meijer. Margaretha Jan
netje, d. v. Cornelis Dalenberg en Mar
garetha Mosch. Christianus Aloijsius,
z. v. Henricus Nolet en Johanna Wil-
helmina Maria de Rijk.
Overleden: Catharina Slikker, 68
jaar, echtgenoote van Pieter de Moei.
Pieter Jonker, 71 jaar, echtgenoot van
Antje Molenaar. Niesje de Graaf, 74
jaar, weduwe van Pieter Jelmen Laur-
man. Aagje Groen, 68 jaar, weduwe
van Dirk Kamper.
SINT PANCRAS. (April).
Geboren: Jan Pieter, z. van Pieter
Modder en Jeltje Wagemaker. Bernard
Anton, z. van Abram Wiering en Anna
Ringnalda. Jan, z. van Jacob Leegwater
en Cornelia Bouwens. Antje, d. van Jan
Roos en Neeltje Verdwaald. Jan, z. van
Jan Wagenaar en Geertje Zeeman.
Koper.
Probleem 543.
A. Manderscheid.
MM
abfcdetgb
Tweezet
Oplossing 1. De3.
K. Kondel ik.
W, éy///,.
*5
M PP
abcdefgh
Zelfpat door wit.
1. Ta4 Kb8 2. La5 en 3. b4 pat. Zwart
kan nog 2. Ta8f spelen maar dan duurt
't één zet langer.
Uit het Engelsch
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
23) t
XlVe HOOFDSTUK.
Sir George Granston en Guy keerden
naar mijnheer Hallam's kamer terug. Nu
en dan schraapte de oude heer zijn keel,
maar hij sprak niet, vóór zij in de zitkamer
waren.
„Guy, ik zou het doen. Het is geen pret
tig werk, maar het geeft je een kans uit dien
warboel te komen. Je kunt je geweten ge
rust stellen met te denken, dat je voor jp
land werkt".
„Ik haat de gedachte", zei Guy driftig.
„Natuurlijk. Maar ik zie geen anderen weg
voor je. Stel je voor dat je naar den krijgs
raad gaat. De schijn is absoluut tegen en ik
twijfel er niet aan of ze zullen je schuldig
verklaren. Als je tijd en gelegenheid hebt,
krijg je misschien de kans den verrader te
pakken te krijgen. Het zou niet prettig zijn
naar je schip terug te keeren als die be
schuldiging op je drukt".
„Nee, dat zou het zeker niet", zei Guy
huiverend. Hoe zou de baron dat draadloo-
ze rapport in handen hebben gekregen?"
„Verdenk je iemand op de „Drietand?"
„Nee, mijn kameraden staan boven ver
denking".
„Het is niet waarschijnlijk dat er bij de
admiraliteit iets is uitgelekt. Maar je kunt
nooit zeggen, waar de Duitschers hun
spionnen hebben. Het wordt tijd dat Enge
land het gevaar inziet. We hebben veel te
lang geslapen. Het land is overstroomd met
hunne agenten en het zijn niet allemaal
Duitschers. Ik heb er tallooze keeren over
geschreven, maar ze denken dat ik een oude
gek ben".
Guy stond op en streek ongeduldig met
zijn hand over het haar.
„Laten we het dan maar voor afgemaakt
houden. Ik zal het aannemen".
„Goed. Geef er je met hart en ziel aan.
Je moet niet te kieskeurig zijn, mijn jongen
Bevecht ze met hun eigen wapenen. Je
moet met mij in contact blijven. Ik ben we!
oud, maar ik heb mijn hersens nog goed bij
elkaar. Ik ben de eenige persoon, die je in
je vertrouwen zult kunnen nemen".
„Ik had Stelia vergeten. Wat moet ik aan
haar zeggen?" vroeg Guy verslagen.
„Laat dat aan mij over. Je moet haar niet
laten vermoeden wat je gaat doen. Je hebt
het den admiraal beloofd, denk daarom".
„Zal ze het niet erg vreemd vinden?"
„Laat het aan mij over", herhaalde Sir
George met vertrouwen. En nu ter zake. Je
gaat met me mee naar de bank en ik zal
een crediet voor je openen. Het zou wel eens
een kostbare geschiedenis kunnen worden en
je moet over al het geld dat je noodig hebt
kunnen beschikken".
„U is verbazend goed".
„Geld is bijzaak. Waarachtig ik voel me
jaren jonger. Je hebt me bezigheid gegeven
op mijn ouden dag". Hij zweeg en scheen tot
een besluit te komen.
„Je moogt het ook eigenlijk net zoo goed
weten. Jaren geleden had ik je moeder lief.
Zij koos je vader hij was meer van haar
eigen leeftijd. Ik heb je moeder nooit kun
nen vergeten, dat is alles".
„Ik heb haar nauwelijks gekend; ik was
nog een baby toen ze stierf".
„Het is altijd mijn bedoeling' geweest dat
jij mijn erfgenaam zoudt worden. Hoewel
we elkander nooit veel hebben gezien sedert
je bij de marine ging, heb ik je toch in het
oog gehouden. Alles, wat ik over je heb ge
hoord, is goed geweest. Je bent de zoon
van je moeder. Je hebt haar sterke karak
ter gelukkig. Ik bedoel hiermede geen on
vriendelijkheid aan het adres van je va
der", voegde hij er snel bij.
Er werd aan de deur geklopt en Stella
kwam binnen, gevolgd door Valda. „Wat
is er gebeurd?", vroeg de eerste bezorgd.
Sir George ging naar haar toe en klopte
haar op den schouder.
„Alles is in orde, lieve. Er is niets om over
te tobben".
„Goddank", zei Stella uit den grond van
haar hart.
„Ze hebben hem een speciaal baantje ge
geven bij de admiraliteit. Nu zullen we
gaan lunchen".
Sir George nam hen mee naar het Ritz
Hotel en voerde onder tafel bijna alleen
de conversatie. Guy was stil en nadenkend
en voelde dat Stella bezorgd over hem was.
Tevergeefs trachtte hij zichzelf op te vroo
lijken en opgewekt te praten, maar er moest
een gewichtige vraag beslist worden en vlug.
Op het oogenblik was hij onder verdenking
de meest ernstige misdaad te hebben be
gaan, waaraan een zeeofficier zich kan
schuldig maken. Het was waarschijnlijk
dat hij nog eenigen tijd onder die verden
king zou staan. Was het goed, dat hij met
Stella verloofd zou blijven? Er kon maar één
antwoord op die vraag zijn. Het zou nog
erger worden, want het was onmogelijk om
eerlijk met haar te zijn en haar zijn rede
nen uit te leggen.
Onmiddellijk na de lunch excuseerde hij
zich en ging naar de admiraliteit. Nadat hij
een kwartier gewacht had, ontving admi
raal Langton hem.
„Heeft u uw besluit genomen?" vroeg hij
scherp. 1
„Ja, mijnheer. Ik ben bereid te doen wat
u wenscht", antwoordde Guy vast.
„Goed. Je kunt in eens beginnen! We ver
langen er naar den baron in handen te krij
gen. Misschien zal het nog een goed ding
voor het land blijken te zijn, dat u verdacht
is geworden. Waarschijnlijk zal hij u geld
aanbieden. U heeft mijn toestemming om
het aan te nemen U moet bij voorkeur wat
hebzuchtig doen. U moet alles in het werk
stellen om zijn argwaan in slaap te sussen
Het zal niet zoo gemakkelijk zijn"
„Ik heb één verzoek. Mag ik 'juffrouw
Cameron alles vertellen?"
„Neen, dat verbied ik absoluut. In zulke
zaken kan geen enkele vrouw vertrouwd
worden, vooral niet als ze verliefd is"
„Het zal mijn positie zeer moeilijk maken
mijnheer", protesteerde Guy
„Daar is niets aan te doen",
„Wat moet ik aan mijn vrienden, mijn
collega's zeggen?"
„U kunt hen zeggen, dat u bij mijn staf
benoemd is, als dat beslist noodig is. Het
zou mogelijk goed zijn den baron te laten
denken dat je uit den dienst bent. Maar
wacht eens. Waarom zoudt u het aanbod
van dienstnemen bij de Zuid-Amerikaansche
marine niet aannemen? maar enfin, doet
wat u het beste vindt. U moet zich laten lei
den door de omstandigheden. Ik dring al
leen op spoed aan. Het is mogelijk dat alles
in een maand afgeloopen zal zijn
„Ik begrijp u niet, mijnheer
„Misschien is het maar het beste dat u
dat niet doet. Ga nu aan het werk en laat
me zoo gauw mogelijk van u hooren".
De admiraal stak zijn hand uit en Guy
vatte die.
„Nog één woord Hallam persoonlijk
'k vertrouw je".
„Ik ben u zeer dankbaar, mijnheer".
Guy verliet de admiialiteit met gemengde
gevoelens. Het ergste was niet gebeurd)
maar toch was zijn toestand treurig Senoe.?'
Vóór hij zijn gedachten ten volle aan zi)n
werk kon geven, moest hij eerst Stella zien-
Hij moest noodzakelijk eerst nadenken ove
wat hij zou vertellen. Daarom keerde mi
naar Ryderstraat terujf om een uurtje rus
tig alleen te kunnen zijn. Tot zijn verras-
lla
n
I h
mij niet om den tuin leiden, Guy, lievel'jWj
sing vond hij daar Stella.
„Ik voelde dat ik je moest zien, daaro
zond ik Valda naar het hotel terug. Je Kun
mij mei uiu utu luin mutu, uu;p -
Ik weet dat er iets niet in orde is. ua
ten liefste, en vertel het me", zei ze
(Wordt vervolgd/-