GRATIS M i f Bi mi §j§ j§ nu j§AfB go Hl m. a m Sft buitenland leder pak HONIG's VERMICELLI bucqecüike Stand JUiaakeu&ciek mm mtm WM m m K* i Mê ini //f™ leuilletün I lEVAARLIJK SPEL VAN MENSCH TOT AAP, Amerikaansche tragedie. RUSSISCHE SPOORWEGEN. Een janboel bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE DE BEUL ZEGT HET MET BLOEMEN. Deibier als kweeker. MENSCHLIEVENDE KROKODIL. Vertrouwd met negers. WARMENHUIZEN (Maart en April.) HEEMSKERK April). Ondertrouw d:C. Snijders en C. de Groot. Getrouwd: Jac. Bijwaard en M. C. B e v a 1 1 e n: J. Sinnege—Castricum z. J. P. Castien—de Vos z.J. de Munck van Santen z. P. A. BaltusZonneveld d. Eindspel 880. m i luidende leeningen, alsmede pandbrieven der Nederlandse!-e hypotheekbanken zijn aan merkelijk in koers verbeterd. De 4 pCt. Ne- derlandsche staatsleeningen waren tot slechts een fractie beneden pari gestegen, daarmede nieuwe verwachtingen opwekkend voor een verder doorwerken van het proces van renteverlaging. Jammer genoeg heeft de herleving van het wantrouwen, dat zich echter ditmaal nog meer tegen den Zwitser- schen franc dan tegen den gulden richt, een ontijdig einde aan de koersverbetering be reid. Toch blijven de noteeringen nog aan merkelijk boven het in de vorige weck be reikte niveau. Wanneer men ziet, hoe betrek kelijk snel een koersverlies op de beleggings- markt, bij een lichte verbetering van de stem ming, kan worden ingehaald, dan begrijpt men, dat de Nederlanasche regeering paraat wil blijven voor eventueele verdere conver sie-transacties en zich hiervoor in een wets ontwerp, dat aan de bezuinigingsvoorstel len is toegevoegd, heeft laten machtigen. Het koersherstel op de obligatiemarkt is ditmaal niet gepaard gegaan met een koers daling van aandeelen. Integendeel: ook de leidende fondsen der aandeelenmarkt Ko ninklijke Petroleum en Philips, konden een verdere koersverbetering boeken. Voor een deel heeft men hierbij nog te doen met vraag van buitenlandsche zijde, voornamelijk van Parijs, waar egenover aanbod van Fransche staasfondsen zooals gewoonlijk kooplust voor aandeelen Koninklijke Petroleum heeft gestaan. Prijsverhoogingen voor benzine in Amerika en in Engeland hebben tot de be langstelling voor het petroleumfonds bijge dragen. Ook het jaarverslag van de Shell Union Oil Corporation, de Amerikaansche dochtermaatschappij der Koninklijke Shell- groep, maakte een bevredigenden indruk. Ondanks grooere afschrijvingen en hoogere uitgaven aan loon is het bedrijfsverlies tot §49.000 gedaald, tegen 5.25 millioen over het voorafgaande jaar, hoewel in het laatste kwartaal van 1934 de strijd op de Amerikaansche benzine-markt hevig woedde. Uit het jaarverslag blijkt wel, hoe moeilijk de positie van de groote petroleummaat- schappijen in Amerika is door de concurren tie van de onwettig geproduceerde ruwe olie, die tegen een kostprijs van 2 5dollarcents per vat kan worden gewonnen, terwijl de groote concerns hun productiekosten belangrijk ver hoogd zien door de vrijwillige productie beperking. Geen wonder, dat in het verslag nogmaals met kracht wordt aangedrongen op nieuwe wettelijke maatregelen ter ver scherping van de controle op de olie-win ning. Voor de koersverbetering van aandeelen Philips' zijn geen directe oorzaken aan te wijzen, tenzij dan de verlenging van de con- tingenteering van den import van gloeilam pen hier te lande met een jaar en de ver wachting van de publicatie van gunstige financieele resultaten over het afgeloopen boekjaar. Ondanks een lichte reactie in het midden der week bleef de grondstemming voor dit fonds tot het eind toe vast. Unilever konden zich goed in koers handhaven. Van kunst- zijde-aandeelen waren Hollandsche Kunst zijde Industrie wat hooger, op de publicatie van het jaarverslag, blijkens hetwelk uit een netto-winst van 303.603 tegen slechts lf 56 048 vorig jaar een dividend van 3 pCt. kan worden uitgekeerd, tegen nihil over 1933. Ten aanzien van de vooruitzichten voor het loopende boekjaar uit het verslag zich echter weinig gunstig. Hoewel de kost prijs in 1934 aanmerkelijk kon worden ver laagd, heeft de prijsdaling in de eerste maanden van 1935 tot gevolg, dat de marge tusschen kostprijs en verkoopsprijs aanmer kelijk kleiner is geworden dan in 1934 het geval was. In de tweede helft van het boek jaar 1934 moest wegens vermindering van den afzet reeds tot inkrimping der productie worden overgegaan en het verslag maakt geen melding van een verbetering van den afzet in het nieuwe jaar. Ook de Nederlandsche kunstzijde-fabrie ken ontmoeten de concurrentie van de Ja- pansche kunstzijde-industrie, die met zoo veel lagere kosten werkt dan de fabrieken in andere landen. Een der groote Amerikaan sche kunstzijde-concerns heeft onlangs een berekening gepubliceerd van de fabricage- kosten voor kunstzijde in Japan en in vier andere landen. Omgerekend in Amerikaan sche dollarcents, blijken de totale productie kosten in Japan 16.2 cents per 1b. te bedra gen. Hierop volgt Italië met 23 cents, ver volgens Duitschland met 33.4, Engeland met 38.4 en Amerika met 44.5 dollarcents per Ib. Nederland ontbreekt jammer genoeg in deze berekening. Vermoedelijk zijn hier de produc tiekosten ongeveer gelijk aan die in Duitsch land. In cultuurwaarden is weinig omgegaan. Suikeraandeelen waren echter vrij vast, in sympathie met de betere stemming op de Java-suikermarkt, waar de prijzen sinds hei begin van dit jaar, voor export naar Britsch- Indië, China en Japan met een gulden per 100 KG. zijn verbeterd, en de voorraden aanmerkelijk zijn verminderd. Rubberaan- deelen waren goed prijshoudend; tabakken daarentegen liepen in koers terug. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop 4 pCt. Nederland 98 7/8, 99 7/8, 99 3/8; 3 pCt. Nederland 83 3/4, 87 1/8, 86/4; 2H pCt. N.W.S. 72 13/16, 75, 74 X 4 pCt. Amsterdam 95 15/16, 97 3/8, 97/4 3%, pCt. Noordholland 93, 94, 93/4; 4 pCt. Rotterdam 94 3/8, 95/4; 4 pCt. Ned.-Indië 96 15/16, 98 1/4, 97 5/8; 4/4 pCt. België (gld.) 78 1/4, 82; 4/4 pCt. Frankrijk 85/4, 83/4, 83 7/8, 83 3/8; Kon. Petroleum 1531/4, 158 7/8; Philips' 233 3/4, 243%, 240/4, 243/4; Unilever 90 1/4, 92 3/4; Ford Automobielabriek 2401 /4, 246, 242/4; Holl. Kunstzijde 65, 67 1/4; Handelsver. „Amsterdam" 181, 187, 186; Amsterdam Rubber 98, 1001/8; Deli Batavia Mij. 131, 1281/4; Deli Mij. 125 1/4, 117 3/4, 123/4; Senembah 134 3'8, 129 1/4, 132. De medische autoriteiten in Amerika zijn diep onder den indruk der tragedie van een etaleur, Georg Backiet genaamd, welke zich langzaam maar zeker voltrekt. Acht jaar geleden viel hij van een ladder af met den ruggegraat op den grond. Hoewel men geen kwetsuren van het centrale zenuwstelsel kon waarnemen, traden allerlei merkwaar dige verschijnselen in den loop der jaren op. Eerst klaagde de patiënt alleen maar over vreeselijke rugpijnen, vervolgens kreeg hij pijn in de kaak en deze begon plotseling uit te groeien, gelijk ook bij andere ziekten wel als gevolg van klieraandoeningen geschiedt. Het volgende bedrijf was, dat de beenen be gonnen te vermageren, terwijl de armen daarentegen groeiden. Het ziekteproces schreed verder voort en de ongelukkige man heeft thans een machtig breeden kop met geweldige kaken, die onmiddeüjk op de schouders zit. De hals is geheel ver dwenen. Acht jaar geleden was hij een sta tige jongeman van 1.80 meter lengte. Thans is hij al minder dan 1.50. De geneesheeren zijn teneinde raad. Zij weten, dat de buik speekselklier, de schildklier en de hypophy- se hun taak niet meer behoorlijk verrichten. Ten deele werkten zij te sterk, ten deele in het geheel niet meer. In den laatsten tijd schrompelt het lichaam verder ineen en nu beginnen ook de ribben zich naar buiten te buigen. Alle pogingen, om hem door toe voer van klierreparaten of operaties te hel pen, zijn mislukt en daar een dergelijk ge val nog nooit ergens is voorgekomen, heb ben de medici de hoop opgegeven, den man te kunnen genezen. Het Russische persagentschap Tass pu bliceert den tekst van de mededeelingen, door Kaganowitsj, volkscommissaris voor Verkeerswezen, eenigen tijd geleden op de arbeidsconfenrentie van de politieke en eco nomische afdeelingen van het spoorweg transportwezen en op de groote speciale conferentie van spoorwegbeambten in te genwoordigheid van Stal in en alle volks commissarissen gedaan en die een schril licht werpen op de wantoestanden bij de Sovjet-spoorwegen. Wij moeten toegeven, aldus zeide Kaga nowitsj, dat de arbeidsmethoden bij de Sov jet-spoorwegen, zooals zij tot nu toe zijn gehandhaafd, onder geen voorwaarde mo gen voortduren. Het grootste euvel bestaat hierin, dat er geen controle bestaat op de doorvoering van de uitgevaardigde beslui ten. Van nu af aan wordt aan de presiden ten van de spoorwegdirecties de onvoor waardelijke plicht opgelegd, zich bij spoor wegongelukken onverwijld naar de plaats des onhcils te begeven om het onderzoek naar de oorzaken persoonlijk te leiden, en zich niet slechts met zuiver bureaucratisch gestelde getuigenverklaringen tevreden te stellen. Ook moet ieder der hoogere spoor wegambtenaren zelf in staat zijn, een hulp- trein naar de plaats des onheils te leiden. De verkeersdictator kondigde zeer strenge straffen aan voor hen, die uit vrees voor het bekend worden hiervan, spoorwegonge vallen verzwijgen. Dagelijks, zoo verklaarde Kaganowitsj aan het slot zijner rede, komen bij het ver- keerscommissariaat ontelbare meldingen binnen van het rijden door halteseinen. Iedere machinist zal de grootst mogelijke oplettendheid voor de seinen moeten worden ingeprent. Onder geen voorwaarde mag toe gelaten worden, dat de machinist eigen machtig besluit, een haltetrein voorbij te rij den, omdat hij wellicht kennis draagt van de op enkele stations bestaande gewoonte, een sein op onveilig te zetten, oodat het sta- tionspersoneel rustiger kan werken. NEGEN MAAL SCHIJNDOOD. Merkwaardige experimenten van een Londenschen dokter. Bijna levend begraven. Mac Ivor Tyndal is een dokter in een voor stad van Londen, die een goede praktijk heeft en van wien tot dusver de buitenwereld alleen wist dat hij een even goed biljarter ais hypnotiseur is. Een jaar of wat geleden kwam de dokter tot de ontdekking, dat hij door een schitterend voorwerp aan te staren, b.v. een diamant in een ring, nu luttele minu ten in een cataleptischen toestand geraakte, de doodsstijfheid, welke b.v. de fakirs door bijzondere kunstgrepen bij zichzelf verwek ken. Hij kende aan deze ontdekking echter slecht in zoover waarde toe, aldus de N.R.C., dai hij hoopte, daardoor interessante experi menten op zijn eigen lichaam te kunnen doen Op 'n dag viel dr. Tyndal op straat voor het huis van een patiënt, dien hij juist wilde be zoeken, neer. Hij werd naar een politie bureau gebracht; de politiedokter onderzocht den bewustelooze en constateerde den reeds ingetreden dood. Het lijk werd twee later naar de mor- gue gebracht en daar tusschen de andere dooden gelegd. De eenige in Londen wonen de verwante van den dokter, een nicht, die men gewaarschuwd had, verscheen daar, en terwijl ze bij den baar stond, geschiedde er iets geheel onverwachts. De doode richtle zich op en scheen zeer verwonderd over de onplezierige plaats, waar hij zich bevond Men bracht hem haastig naar een ziekenhuis, waar bleek, dat Mac Ivor Tyndal niet het minste of geringste mankeerde en nog den zelfden avond ging hij naar huis. Het merk waardige vooral kwam ieder zeer mysterieus voor. alleen den betrokkene niet. Hij wist nu dat hem niet alleen de macht was gegeven om door autohypnose in doodsstarheid te geraken, maar, dat hem ook zonder zijn eigen toedoen een dergelijke den dood gelijken toe stand allen tijde kon overvallen. Maar hij nam de zaak niet al te zwaar op. In de doodkist. Vier maanden verliepen. Tyndal bezocht in gezelschap van vrienden een tooneelvoorstel- ling en viel in zijn loge neer. Twee dokters uit het publiek waren dadelijk present. Hei onderzoek van het hart en den pols toonde duidelijk aan, dat hun arme collega, dr. Mac Ivor Tyndal, niet meer tot de levenden be hoorde. Hij werd naar zijn woning gebracht en daar afgelegd. Niettegenstaande het merkwaardige avontuur in de morgne, twij felde niemand er aan, ook Tyndal's nicht niet. dat de dokter nu werkelijk dood was. Ze bestelde een keurige metalen kist. Den volgenden dag werd Tyndal's stoffelijk hul sel in de kist gelegd, welks deksel voorloopig niet gesloten werd. Tyndal zal zoowat een anderhalf uur in zijn arcofaag gelegen heb ben, toen hij wakker werd. Er mankeerde hem niets. Den volgenden dag bracht hij weer ge woon zijn visites. Voorzorgsmaatregelen. Van dit oogenblik af was Tyndal voorzich tiger. Hij naaide in de voering van zijn jas een briefje op linnen, van den volgenden in houd: „Mocht iemand me op straat of ergens anders in een toestand van doodsverstijving vinden, zoo neme hij er kennis van, dat ik heelemaal niet dood ben. Ook de medici moe ten in élk geval zeven dagen wachten voor ze het intreden van den dood bij me constatee- ren. Voor het verstrijken van dien tijd moet men gt-en sectie verrichten noch me begra ven en ook niet verasscben Eerst als ik na zeven dagen niet mocht ontwaken, kan men er zeker van zijn dat ik niet schijndood ben" Deze voorzorgsmaatregel van den dokter, teneinde zich te beschermen, *egen levend-be- graven-worden, is lang niet onnoodig geble ken. Want het laatste jaar is dr. Tyndal niet minder dan zeven maal in doodsverstijving gevallen. Deze toestand duurde eenmaal zelfs 4/4 dag! De dokter heeft er evenmin als van een der andere gevallen eenig nadeel voor zijn gezondheid van ondervonden. Het geval houdt de belangstelling in medi sche kringen nog steeds gaande. De laatste maanden is Tyndal door zeer bekende auto riteiten op medisch gebied verscheidene ma len onderzocht, maar telkens volkomen nor maal en gezond bevonden. De beul van Frankrijk, Henri Anatole Deibier, heeft in zijn vrijen tijd tot liefheb berij het kweeken van bloemen. lederen dag is Deibier, die in zijn 37-jarige ambtsperiode meer hoofden afsloeg dan hij zich kan her inneren, met zijn bloemen bezig. De beul, die door zijn witten baard zooveel op Poin- caré lijkt is in zijn woonplaats St. Cloud een bekende persoonlijkheid en brengt elk vrij oogenblik in zijn tuin door, waar hij met dezelfde slanke handen, welke zoo vaak het mes van de guillotine hanteeren, zijn rozen en geraniums verzorgt. Slechts in zijn tuin laat „Monsieur de Paris" het ondoorgronde lijke masker, waarachter hij zijn gevoelens verschuilt, vallen, daar vergeet hij zijn bloe dig beroep. De 65-jarige Deibier verlaat zijn huis en hof nergens anders voor dan om zijn werk te verrichten. Ondanks zijn hoogen leeftijd denkt hij er nog niet aan ontslag te nemen, integendeel; hij is trotsch op zijn luguber beroep en wil het blijven uitoefenen, zoolang zijn gezond heid dit toelaat. Bovendien betaalt het goed; voor elke terechtstelling onvangt hij 7500 franc en vergoeding van onkosten. Deibier werkt met twee guillotines: een zware voor gebruik in Parijs en een lichtere uit elkaar neembare, voor in de provincie. In de „Umschau", een wetenschappe lijk weekblad, vertelt professor dr. Grafe van een ontmoeting met een tam- rnen krokodil bij het Victoriameer in Equatoriaal Afrika. Ik bevond mij, aldus vangt de ge leerde zijn verhaal aan, op een auto tocht naar 't Victoriameer. Mijn chauf feur had een rustigen zijweg gekozen, omzoomd door laag kreupelhout en heestergewas. De zon brandde op onze hoofden. In de verte zagen wij het blau we watervlak van het meer en de tal rijke witte zeilen der schepen. Verschillende Europeanen uit Kam pala hadden zich aan den oever verza meld, want het was Zondag en het schouwspel, dat ons zou worden gebo den, behoorde alleen tot de Zondagschc attracties. Op een gegeven oogenblik sprong een negerjongen naar voren en riep wat in de richting van het meer. Een oogenblik later kwam het water in beroering en voor onze oogen ver toonde zich een krokodil van geweldige afmetingen, zeker meer dan 5 meter lang, die langzaam en vadsig naar den oever kwam gezwommen. De jongen lokte het monster met en kele visschen, doch het beest maakte hoegenaamd geen haast en scheen in het geheel niet vraatzuchtig te zijn. Ten slotte liet het monster zich toch ertoe bewegen eenige visschen te ver zwelgen. Het dier was echter door over voeding iederen Zondag werd de ver tooning herhaald zoo lui geworden, dat het niet meer de kracht bezat den draai te nemen, noodig om weer in het meer te verdwijnen. Daarom pakten verschillende neger jongens zijn staart beet en hielden dien in de hoogte om het dier het draaien te vergemakkelijken. De geheele vertoo ning had iets weg van bruidsmeisjes, die den sleep van het bruidje dragen. Het dier komt reeds talrijke jaren op deze plaats uit het meer te voorschijn en de vader van den jongen, die het beest thans met visschen uit het meer lokt, heeft het monster ook al gevoed. Het is onder den naam van „Lutembe" aan het geheele Victoriameer bekend en vormt een aardige attractie voor de vreemdelingen, die dit gebied koor- kruisen. Geboren: Anna Maria Francisca, d. v. Cornelis Huibers en Barbara Kalek. Johannes, z. v. Cornelis Petrus Va der en Cornelia Kraakman. Wilhel mus Josef, z. v. Adrianus de Nijs en Cla- sina Slijkerman. Simon, z. v. Johan nes Adrianus Ligthart en Clasina Mek ken. Tine Marie, d. v. Jacob Willem Gutker en Kaatje Bakker. Gerardus, z. v. Jan Brandsen en Geertje Laan. Jacob, z. v. Bertus Barsingerhorn en Trijntje Kroon. Anthonius, z. v. Cor- nelis Dekker en Agatha Afra Reinderg. Ida Catharina, d. v. Antonius Nannes en Trijntje Molenaar. Maria Clasina, d. v. Johannes Kok en Jacoba Elisabeth Alberta Breed. Anna, d. v. Klaas Been en Rigtje Meijer. Margaretha Jan netje, d. v. Cornelis Dalenberg en Mar garetha Mosch. Christianus Aloijsius, z. v. Henricus Nolet en Johanna Wil- helmina Maria de Rijk. Overleden: Catharina Slikker, 68 jaar, echtgenoote van Pieter de Moei. Pieter Jonker, 71 jaar, echtgenoot van Antje Molenaar. Niesje de Graaf, 74 jaar, weduwe van Pieter Jelmen Laur- man. Aagje Groen, 68 jaar, weduwe van Dirk Kamper. SINT PANCRAS. (April). Geboren: Jan Pieter, z. van Pieter Modder en Jeltje Wagemaker. Bernard Anton, z. van Abram Wiering en Anna Ringnalda. Jan, z. van Jacob Leegwater en Cornelia Bouwens. Antje, d. van Jan Roos en Neeltje Verdwaald. Jan, z. van Jan Wagenaar en Geertje Zeeman. Koper. Probleem 543. A. Manderscheid. MM abfcdetgb Tweezet Oplossing 1. De3. K. Kondel ik. W, éy///,. *5 M PP abcdefgh Zelfpat door wit. 1. Ta4 Kb8 2. La5 en 3. b4 pat. Zwart kan nog 2. Ta8f spelen maar dan duurt 't één zet langer. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 23) t XlVe HOOFDSTUK. Sir George Granston en Guy keerden naar mijnheer Hallam's kamer terug. Nu en dan schraapte de oude heer zijn keel, maar hij sprak niet, vóór zij in de zitkamer waren. „Guy, ik zou het doen. Het is geen pret tig werk, maar het geeft je een kans uit dien warboel te komen. Je kunt je geweten ge rust stellen met te denken, dat je voor jp land werkt". „Ik haat de gedachte", zei Guy driftig. „Natuurlijk. Maar ik zie geen anderen weg voor je. Stel je voor dat je naar den krijgs raad gaat. De schijn is absoluut tegen en ik twijfel er niet aan of ze zullen je schuldig verklaren. Als je tijd en gelegenheid hebt, krijg je misschien de kans den verrader te pakken te krijgen. Het zou niet prettig zijn naar je schip terug te keeren als die be schuldiging op je drukt". „Nee, dat zou het zeker niet", zei Guy huiverend. Hoe zou de baron dat draadloo- ze rapport in handen hebben gekregen?" „Verdenk je iemand op de „Drietand?" „Nee, mijn kameraden staan boven ver denking". „Het is niet waarschijnlijk dat er bij de admiraliteit iets is uitgelekt. Maar je kunt nooit zeggen, waar de Duitschers hun spionnen hebben. Het wordt tijd dat Enge land het gevaar inziet. We hebben veel te lang geslapen. Het land is overstroomd met hunne agenten en het zijn niet allemaal Duitschers. Ik heb er tallooze keeren over geschreven, maar ze denken dat ik een oude gek ben". Guy stond op en streek ongeduldig met zijn hand over het haar. „Laten we het dan maar voor afgemaakt houden. Ik zal het aannemen". „Goed. Geef er je met hart en ziel aan. Je moet niet te kieskeurig zijn, mijn jongen Bevecht ze met hun eigen wapenen. Je moet met mij in contact blijven. Ik ben we! oud, maar ik heb mijn hersens nog goed bij elkaar. Ik ben de eenige persoon, die je in je vertrouwen zult kunnen nemen". „Ik had Stelia vergeten. Wat moet ik aan haar zeggen?" vroeg Guy verslagen. „Laat dat aan mij over. Je moet haar niet laten vermoeden wat je gaat doen. Je hebt het den admiraal beloofd, denk daarom". „Zal ze het niet erg vreemd vinden?" „Laat het aan mij over", herhaalde Sir George met vertrouwen. En nu ter zake. Je gaat met me mee naar de bank en ik zal een crediet voor je openen. Het zou wel eens een kostbare geschiedenis kunnen worden en je moet over al het geld dat je noodig hebt kunnen beschikken". „U is verbazend goed". „Geld is bijzaak. Waarachtig ik voel me jaren jonger. Je hebt me bezigheid gegeven op mijn ouden dag". Hij zweeg en scheen tot een besluit te komen. „Je moogt het ook eigenlijk net zoo goed weten. Jaren geleden had ik je moeder lief. Zij koos je vader hij was meer van haar eigen leeftijd. Ik heb je moeder nooit kun nen vergeten, dat is alles". „Ik heb haar nauwelijks gekend; ik was nog een baby toen ze stierf". „Het is altijd mijn bedoeling' geweest dat jij mijn erfgenaam zoudt worden. Hoewel we elkander nooit veel hebben gezien sedert je bij de marine ging, heb ik je toch in het oog gehouden. Alles, wat ik over je heb ge hoord, is goed geweest. Je bent de zoon van je moeder. Je hebt haar sterke karak ter gelukkig. Ik bedoel hiermede geen on vriendelijkheid aan het adres van je va der", voegde hij er snel bij. Er werd aan de deur geklopt en Stella kwam binnen, gevolgd door Valda. „Wat is er gebeurd?", vroeg de eerste bezorgd. Sir George ging naar haar toe en klopte haar op den schouder. „Alles is in orde, lieve. Er is niets om over te tobben". „Goddank", zei Stella uit den grond van haar hart. „Ze hebben hem een speciaal baantje ge geven bij de admiraliteit. Nu zullen we gaan lunchen". Sir George nam hen mee naar het Ritz Hotel en voerde onder tafel bijna alleen de conversatie. Guy was stil en nadenkend en voelde dat Stella bezorgd over hem was. Tevergeefs trachtte hij zichzelf op te vroo lijken en opgewekt te praten, maar er moest een gewichtige vraag beslist worden en vlug. Op het oogenblik was hij onder verdenking de meest ernstige misdaad te hebben be gaan, waaraan een zeeofficier zich kan schuldig maken. Het was waarschijnlijk dat hij nog eenigen tijd onder die verden king zou staan. Was het goed, dat hij met Stella verloofd zou blijven? Er kon maar één antwoord op die vraag zijn. Het zou nog erger worden, want het was onmogelijk om eerlijk met haar te zijn en haar zijn rede nen uit te leggen. Onmiddellijk na de lunch excuseerde hij zich en ging naar de admiraliteit. Nadat hij een kwartier gewacht had, ontving admi raal Langton hem. „Heeft u uw besluit genomen?" vroeg hij scherp. 1 „Ja, mijnheer. Ik ben bereid te doen wat u wenscht", antwoordde Guy vast. „Goed. Je kunt in eens beginnen! We ver langen er naar den baron in handen te krij gen. Misschien zal het nog een goed ding voor het land blijken te zijn, dat u verdacht is geworden. Waarschijnlijk zal hij u geld aanbieden. U heeft mijn toestemming om het aan te nemen U moet bij voorkeur wat hebzuchtig doen. U moet alles in het werk stellen om zijn argwaan in slaap te sussen Het zal niet zoo gemakkelijk zijn" „Ik heb één verzoek. Mag ik 'juffrouw Cameron alles vertellen?" „Neen, dat verbied ik absoluut. In zulke zaken kan geen enkele vrouw vertrouwd worden, vooral niet als ze verliefd is" „Het zal mijn positie zeer moeilijk maken mijnheer", protesteerde Guy „Daar is niets aan te doen", „Wat moet ik aan mijn vrienden, mijn collega's zeggen?" „U kunt hen zeggen, dat u bij mijn staf benoemd is, als dat beslist noodig is. Het zou mogelijk goed zijn den baron te laten denken dat je uit den dienst bent. Maar wacht eens. Waarom zoudt u het aanbod van dienstnemen bij de Zuid-Amerikaansche marine niet aannemen? maar enfin, doet wat u het beste vindt. U moet zich laten lei den door de omstandigheden. Ik dring al leen op spoed aan. Het is mogelijk dat alles in een maand afgeloopen zal zijn „Ik begrijp u niet, mijnheer „Misschien is het maar het beste dat u dat niet doet. Ga nu aan het werk en laat me zoo gauw mogelijk van u hooren". De admiraal stak zijn hand uit en Guy vatte die. „Nog één woord Hallam persoonlijk 'k vertrouw je". „Ik ben u zeer dankbaar, mijnheer". Guy verliet de admiialiteit met gemengde gevoelens. Het ergste was niet gebeurd) maar toch was zijn toestand treurig Senoe.?' Vóór hij zijn gedachten ten volle aan zi)n werk kon geven, moest hij eerst Stella zien- Hij moest noodzakelijk eerst nadenken ove wat hij zou vertellen. Daarom keerde mi naar Ryderstraat terujf om een uurtje rus tig alleen te kunnen zijn. Tot zijn verras- lla n I h mij niet om den tuin leiden, Guy, lievel'jWj sing vond hij daar Stella. „Ik voelde dat ik je moest zien, daaro zond ik Valda naar het hotel terug. Je Kun mij mei uiu utu luin mutu, uu;p - Ik weet dat er iets niet in orde is. ua ten liefste, en vertel het me", zei ze (Wordt vervolgd/-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10