DAGBLAD VOOB ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Indische begrooling.
De aanstaande verklaringen van Hitier.
QxiqeCiihsch Overzicht
Buitenland.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 109 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Donderdag 9 Mei 1935
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Eerste Kamer.
De Indische staatsregeling is verkeerd,
zegt minister Colijn.
Critiek op den Volksraad.
Duitschland en het Fransch-Russisch verbond.
Sensatie verwacht?
DE PROTOCOLLEN VAN
DE WIJZEN VAN ZION.
Wat vandaag de
aandacht trekt
HET SPAANSCHE PARLEMENT.
Meerderheid der regeering van
167 stemmen.
STAAT HITLER ONDER CENSUUR?
HET WONDER VAN DE ZEVEN.
ALKMAARSCHE COURANT.
■■i
Mr. Mendels (s.d.) ving zijn speech bij de
behandeling van de Indische begrooting in
de Eerste Kamer aan met minister Colijn ge
luk te wenschen met het herstel van zijn
ziekte en den goeden afloop van de operatie,
welke hij heeft ondergaan. Hij liet er echter
op volgen, dat deze gelukwensch la bonne
bouche moest geven voor een menu van scho
tels, welke den minister van koloniën vermoe
delijk niet zouden smaken, daar het uit kri
tiek toebereide gerechten waren. Dit was
aandig gezegd. Mr. Mendels heeft er slag
van, de dingen pakkend te zeggen. Dit toon
de hij ook, toen hij, de Indische justitie kri-
tiseerende, sprak over vonnissen, welke bij
het mud gewezen worden, en over de recht
spraak aan een loopenden band. Zulke kern
achtige uitdrukkingen kan men waardee-
ren. Deze hulde mogen we mr. Mendels la
bonne bouche geven voor een schoteltje cri
tiek, dat wij hem nu moeten voorzetten, om
dat zijn speech, als gewoonlijk, te lang was.
Het is jammer, dat deze redenaar zichzelf
zoo gaarne hoort.
De bezuinigingspolitiek der regeering ty
peerde mr. Mendels, door te verklaren, dat
zij de liquidatie nadert. Hij meende, dat Ne
derland verplicht was, een deel van de Indi
sche schulden op zich te nemen, omdat Ne
derland honderden millioenen guldens uit
de werkkracht der Inheemschen heeft ge
haald en nog haalt.
Mr. Janssen (r.k.) daarentegen scheen, al
was hij het op enkele punten min of meer
met mr. Mendels eens, de bezuinigingspoli
tiek noodzakelijk te achten.
En prof. De Savornin Lohman (c.h.) hul
digde voor deze politiek den minister en den
gouverneur-generaal.
Pleitte mr. Mendels voor een uitvoerrecht
op aardolie (dat de regeering afwijst, omdat
zij vreest, dat het buitenlandsche oliekapitaal
Indië zou gaan mijden), ook mr. Janssen, of
schoon zien niet zoo stellig uitdrukkende als
de sociaal-democraat, achtte het denkbeeld
van zulk een uitvoerrecht wel te overwegen.
En nadat mr. Mendels voor industrialisatie
van Indië een lans had gebroken, liet ook
mr. Janssen hiervoor een zekere sympathie
blijken, waarbij hij weliswaar den nadruk
legde op de wenschelijkheid, dat met name
de kleine nijverheid zou worden bevorderd.
Minister Colijn heeft in woord en ge
schrift herhaaldelijk te kennen gegeven, dat
hij de tegenwoordige Indische Staatsregeling
verkeerd acht, omdat de volksraad veel kri
tiek op de regeering kan oefenen, zonder dat
de oppositie, zooals in een parlement, geroe
pen wordt, de regeeringsverantwooraelijk-
heid over te nemen. Z.Exc. vindt het nu niet
het oogenblik voor een ingrijpende wijziging
al ware het alleen, omdat zijn geneesmiddë
nog te weinig instemming vindt. Hij wil ge
decentraliseerde vertegenwoordigende licha
men, in eiland-gouvernementen, en meent,
dat die zich dan verder kunnen ontwikkelen
tot een soort van parlementen Al zullen de
zen nooit de resiaenten en gouverneurs to*
heengaan kunnen dwingen, aldus de be
windsman, zij zouden wel de departements
hoofden van het eiland kunnen doen vervan
gen. Aan de mogelijkheid van een ontwikke
ling van den volksraad tot parlement gelooft
de minister niet, omdat de bevolking van ge
heel Indië, waarvan de volksraad de verte
genwoordiging is, uit te veel verschillende
soorten bestaat om één parlement te kunnen
hebben. Mr. Mendels echter heeft aanbevo
len om den volksraad, door hem meer rech
ten te geven, meer op een parlement te doen
gelijken. Prof. De Savornin Lohman daar
entegen waarschuwde tegen constitutioneele
hervormingen, welke de Rijkseenheid zouden
kunnen breken. Hij wenschte geen positie
voor Nederlandsch Indië als die der Engel-
sche dominions en wil aan de Inheemsche
bevolking alleen in kleine staatsrechtelijke
gemeenschappen meer invloed geven.
Op een volksraad is veel kritiek geoefend,
omdat hij vele amendementen en tientallen
moties heeft aangenomen, welke de regee-
ringsgemachtigden hadden bestreden. Te
genover deze kritiek liet mr. Mendels zich in
menig opzicht lovend over den volksraad
uit.
Mr. Janssen maakte de opmerking, dat
niet alleen de volksraad, maar ook de regec-
ringsgemachtigden den tact moeten toonen,
welke voor een goede verhouding noodig is.
Prof. Lohman, tegenvoeter van mr. Mem
dels, huldigde den gouverneur-generaal voor
diens krachtige beleid, waardoor veel ver
zet, dat voor de bevolking zelve schadelijk
zou zijn geweest, voorkomen was. De ge
schiedenis in Britsch-Indië, zeide hij, bewees,
dat men niet te gemoedelijk te werk moet
gaan. Tegenover mr. Mendels betoogde hij,
dat een rechtsstaat, als ten onzent, in Indië
niet mogelijk is. De door mr. Mendels ge
laakte interneering noemde prof Lohman
geen straf- maar tuchtrecht. „Het is een lief-
koozing!", interrumpeerde mr. Mendels.
Ten slotte zij vermeld, dat prof. Lohman
het Indische leger reeds te veel verzwakt
vindt en waarschuwde tegen nog verdere
verzwakking.
Of de redevoering, die Hitier misschien de
volgende week in den Rijksdag zal houden,
Inderdaad zoo sensationeel belooft te wezen
als veelal wordt verwacht, is een kwestie, die
wij straks zullen behandelen. Zoo begint de
Berlijndsche N.R.C.-correspondent zijn arti
kel, waarin hij verder zegt:
Eerst mag er aan worden herinnerd, dat
de onderhandelingen tusschen Berlijn en
Londen aangaande de voorbereiding van de
conferentie over het vlootprobleem nog aan
den gang zijn. Deze onderhandelingen kun
nen binnenkort een zekere uitbreiding onder
gaan, doordien mogelijk Duitschland aan
Engeland opheldering zal vragen over de be
trekking tusschen het Locarno-pact en het
nieuw Fransch-Russische verbond. Wat ge
beurt er, zoo heeft men aan Simon in het La
gerhuis gevraagd, indien Duitschland een
aanval op Rusland zou doen en Frankrijk
dan op zijn beurt door een aanval in de Rijn
streek op Duitschland, Rusland te hulp zou
komen?
Moet Engeland dan Duitschland tegen
Frankrijk helpen verdedigen? Op deze vraag
«erft Simon natuurlijk ontkennend geant
woord. Engeland's verplichtingen uit hoofde
van het Lacorno-verdrag blijven daar buiten.
Dit strookt echter niet met de Duitsche
opvatting. Volgens de opvatting in Duitsch
land, waar men gaarne met allerhande theo
retische mogelijkheden rekening houdt, raakt
het verdrag door de in het Lagerhuis geop-
C-rde eventualiteit, wel degelijk het pact van
ocarno. Zulks geschiedt niet alleen daar
door, maar ook door het feit, dat het verdrag
al staat het er niet met zoovele woorden
in uitsluitend tegen Duitschland is ge
richt. Deze kwestie is hier op het oogenblik
in onderzoek en men acht het in diplomatieke
kringen niet uitgesloten, dat Duitschland
aan Sir John Simon een opheldering vragen
zal van zijn eigen woorden, om elk misver
stand uit te sluiten.
Deze heele geschiedenis kan echter pas dan
vasten vorm aannemen als de leden van het
Duitsche kabinet weer in de Duitsche hoofd
stad zullen zijn teruggekeerd. Op het oogen
blik is niet alleen de Leider uit Berlijn af
wezig, maar ook Goering en Hess bevinden
zich niet te Berlijn, terwijl von Neurath wel
even is geweest, maar zich toch laat ver
tegenwoordigen.
De kwestie van de betrekking tusschen het
Fransch-Russische verdrag en het pact van
Locarno kan dus op zijn vroegst aan het eind
van de week als de kopstukken van de regee
ring weer hier zijn, worden besproken.
Dan moet ook eerst nog een definitief be
sluit vallen omtrent de vraag of er een ver
gadering van den Rijksdag zal worden ge
houden. Want al is dat ook heel waarschijn
lijk, zeker is het nog niet en er blijft nog
altijd een kleine mogelijkheid, dat Hitier voor
zijn verklaringen geen gebruik zal maken
van het klankbord, als hoedanig de Rijksdag
uitsluitend zal hebben te dienen.
Het eenige wat menschelijkerwijs volstrekt
vast staat, is, dat de Leider een verklaring
over de buitenlandsche politiek zal afleggen.
Juist indien dit zal geschieden voor het
forum van den Rijksdag, mag men met te
grooter zekerheid aannemen, dat deze ver
klaring zich uitsluitend met de buitenland
sche politiek zal bezig houden. Dit is ook de
opvatting van de bevoegde kringen.
Als de Leider besluiten mocht willen nemen
op economisch gebied of op het gebied van
de kerkelijke politiek, dan zal hij die beslui
ten niet in den Rijksdag gaan motiveeren.
Dat zou in een anderen tijd thuis hooren.
Maar hoe dan ook, het getuigt ons inziens
van volslagen desorienteering als men bij het
buitenlandsche publiek de verwachting gaat
opwekken, dat de Leider ten opzichte van de
kerkelijke politiek een besluit zou treffen ten
voordeele van de belijdeniskerk en de katho
lieke kerk en gericht tegen hetgeen deze ker
ken als staatsinmenging in de kerk beschou
wen. Volgens het standpunt van de natio-
naal-socialistische partij, alsook van Hitier
zelf hebben wij niet te doen met inmenging
van den staat in kerkelijke aangelegenheden,
doch met inmenging van de kerkelijke poten
taten in staatsaangelegenheden, waartoe in
het bijzonder behoort de opvoeding van de
jeugd uit een oogpunt van politiek en wereld
beschouwing. Men leze maar in ons avond
blad van Maandag, wat Baldur van
Schirach erover nog dezer dagen heeft ge
zegd, maar neme daarbij in aanmerking, dat
deze jeugdleider natuurlijk niet van zich zelf
kon zeggen, dat hij de rechten der andere
jeugdorganisatie had fijn gemalen. Men leze
hier inplaats van „rechten resten.
Nu de vraag naar het sensationeele karak
ter van de aanstaande verklaringen van den
Leider en de beteekenis van deze verklarin
gen voor den wereldvrede.
De verklaringen van Hitier zullen onge
twijfeld van vredelievenden aard zijn, maar
men vergete niet, dat er in de internationale
waardeering van zulke verklaringen zekere
wijziging is ingetreden. Twee jaar geleden
hield Hitier een vredelievende redevoering in
den Rijksdag en dan werkte deze redevoering
op zich zelf nog sensationeel! Thans is men
daaraan gewend geraakt en ziet men dit
alleen in Duitschland zelf nog heel bijzon
der. Indien Hitier eventueel zou verklaren,
dat Duitschland zonder omzien direct naar
den Volkenbond terug wil keeren of dingen
van dergelijke strekking, dan zou dat niet
alleen in Duitschland, maar ook in de ove
rige wereld sensatie wekken. Iets dergelijks
is echter niet te verwachten. Veeleer neemt
men met stelligheid aan, dat Duitschland
zich bij monde van zijn Leider bereid zal ver
klaren zich aan te sluiten bij elk systeem van
veiligheid, mits zulks een systeem in overeen
stemming is met hetgeen Duitschland daar
van wenscht. Het is dus zaak niet al te over
dreven verwachtingen te koesteien.
Een voorbeeld van een dergelijk geval
vormt wel het Donau-pact. Duitschland zou
zich daarbij nog steeds willen aansluiten,
maar het sluit zich er toch niet bij aan, om
dat de Italiaansche formuleering van het be
grip der niet-inmenging door Duitschland al
te eenzijdig van de hand wordt gewezen.
Het proces schiet langzaam op.
De behandeling van gister van het Bern-
sche proces inzake de Protocollen van de
Wijzen van Zion was wederom gewijd aan
de uiteenzettingen van den boven de partij
en staanden deskundige C. A. Loosli. Aan de
hand van de Thora toonde spreker aan, hoe
onjuist en oneerlijk de beweringen zijn be
treffende den ritueelen moord. Toen het
Christendom nog een staatsreligie was, wer
den de Christenen zeer vaak eveneens bloe
dig vervolgd wegens beweerden ritueelen
moord. Antisemitisme en anti-christendom
bedienen zich, zooals spreker uiteenzette,
dus zeer vaak van dezelfde methode.
De vérvalsching der protocollen diende
interne Russische motieven en moest den
Tsaar bewijzen, dat het de Joden waren, die
samenzwoeren tegen de toenmalige Russi
sche staatsorde en streefden naar de Jood-
sche wereldheerschappij. Er moest den
Tsaar worden wijsgemaakt, dat de Russi
sche bevolking met zijn regeeringsmethoden
tevreden was. De bij de instandhouding van
het absolutisme belanghebbende kringen
wilden daardoor verhinderen, dat de Tsaar
op de gedachte kon komen hervormingen in
te voeren, die hun macht zouden kunnen
verminderen.
Voortgaande zette de deskundige, uiteen,
dat Hitler's boek „Mein Kampf" het duide
lijke bewijs levert, dat de Duitsche leider de
protocollen gemaakt heeft tot zijn politieke
richtlijnen. Aan de hand van talrijke aanha
lingen uit de protocollen toonde spr. aan
dat de tegenwoordige nationaal socialisti
sche regeering de maximen van de protocol
len zeer nauwkeurig opvolgt. De protocol
len zijn niet in overeenstemming met den
geest der Joden, maar met den geest van
iet tegenwoordige Duitschland.
Deskundige Loosli behandelde vervolgens
de vraag, of eenigerlei betrekkingen tus
schen Joden en vrijmetselaars bestonden, ge
lijk door het antisemitisme steeds beweerd
wordt. Deze vraag ontkende Loosli aan de
hand van documenten ten stelligste. De in
het proces herhaaldelijk genoemde Joodsche
Bnci Brith Orde is niet-poiitiek en staat in
geen contact met de vrijmetselaars. Zijn
activiteit is uitsluitend weldadig en sociaal.
De vrijmetselaars nemen weliswaar Joden
op, maar in geheel Zwitserland is nauwe
lijks 1 Joden onder de vrijmetselaars.
Er bevindt zich in de Zwitsersche regeering
geen enkele vrijmetselaar.
Theodor Fritsch aldus vervolgde Loosli
van wien deskundige Fleischhauer zich
een vriend genoemd heeft, is wegens laster
en vérvalsching bestraft. De niet-Joodsche
deskundige, prof. Kittel, die in een straf-
zaak-Fritsch betrokken is geweest, noemde
Fritsch geestelijk en moreel defect. Interes
sant is, dat ook de toenmalige en tegenwoor
dige rijksbankpresident, dr. Schacht tegen
Fritsch een aanklacht heeft ingediend, aan
gezien deze uitgever der protocollen de be
wering heeft geuit, dat de rijksbank een in
stelling van valschmunterij was.
Deskundige Loosli wees dan op de door
frontisten en nationaal socialisten uitge-
oefenden gezindheidsterreur in Zwitserland,
waarbij zij ook door physiek geweld niet te
rugschrikken.
Deskundige Loosli behandelde dan kort de
expertise van den nationaal-socialistischen
deskundige Fleischhauer. Hij wilde slechts op
zeer weinige punten ingaan. Fleischhauer
heeft niet alleen de Joden uitgescholden; hij
keerde zich tegen de R.K. kerk op een ver
nederende wijze, beleedigde de ernstige
bijbelvorschers en anderen op grond van
een materiaal, dat niet de geringste bewijs
kracht heeft. Het rapport van Fleischhauer,
aldus Loosli, is geen rapport, maar een anti
semitisch propagandageschrift. Het is geba
seerd op geenerlei onaantastbare documen
ten en geeft in hoofdzaak slechts meenings-
uitingen weer van antisemitische, anti-demo
cratische en anti-liberale stemmen. Zelfs wan
neer de protocollen echt zouden zijn, wat
echter niet het geval is, zou men enkel en al
leen de werkelijke opstellers daarvoor ver
antwoordelijk mogen stellen, maar niet een
geheel volk. Het rapport van Fleischhauer
beroept zich op de rassenleer en het nat -
socialisme. Een Zwitsersch gerechtshof ech
ter kan niet steunen op deze rassenleer. „Wij
Zwitsers mogen echter niet onverschillig
staan tegenover de rassenleer. Want die
maakt aanspraak op algemeene geldigheid.
Wij bevinden ons in een toestand van ge
rechtvaardigde afweer. De rassenleer is geen
wetenschap. De wetenschap moet er zich
weliswaar mee bezig houden, maar slechts
als object van onderzoek voor de psychiatrie
en de criminalistiek".
Met allen nadruk stelde Loosli vast, dat het
rapport van den heer Fleischhauer aan geen
enkelen eisch voldoet, welke een gerechtshof
van een geciviliseerde natie aan een rapport
kan stellen. Het rapport van de beklaagden
is in overeenstemming met de strijdwijze der
antisemieten. Het steunt voor het grootste
gedeelte op aantoonbare vervaischingen en
met elkaar in tegenspraak zijnde beweringen.
Het rapport tracht door een overmaat van
geen steekhoudend materiaal zijn weten
schappelijkheid te bewijzen. Het gaat den
rapporteur echter niet om de waarheid, maar
om de propagandakracht voor de anti-semi-
tische gedachte. Op grond van het Bernsche
wetboek van strafrecht en de strafwetboeken
van de meeste geciviliseerde staten zou het
rapport zelf behandeld moeten worden als
,Schundlitteratur". Loosli wees het rapport
onvoorwaardelijk af. Het heeft nergens het
karakter van een wetenschappelijk rapport,
doch is een politiek gewetenloos propaganda
geschrift.
ENGELAND EN DE DOMINIONS-
De besprekingen over buiten
landsche politiek.
Met het oog op de verschillende en voor
een deel met eikaar in strijd zijnde veronder
stellingen over het verloop van de op het
oogenblik tusschen het Engelsche kabinet en
de premiers der Dominions plaats vindende
besprekingen over de buitenlandsche politiek,
heeft Maaionald gistermiddag in het Lager
huis een verklaring afgelegd.
Spr. wees op de in eenige ochtendbladen
gepubliceerde berichten, volgens welke men
zou hebben verzekerd, dat de Engelsche re
geering in de toekomst buitenlandsch poli
tieke beslissingen zou kunnen nemen, zonder
tevoren ruggespraak te houden met de Do
minions. Het is buitengewoon te betreuren,
dat in een voor het vertrouwen en de over
eenstemming in het Britsehe wereldrijk zoo
belangrijk tijdperk dergelijke volkomen on
gegronde en schadelijke beweringen opge
steld zijn. Het is ten slotte onwaar, dat een
verandering van de tegenwoordige verant
woordelijkheid en de buitenlandsch politieke
verplichtingen der Dominions te berde ge
bracht of overwogen is. Dit onderwerp is in
geen enkele zitting ter sprake gekomen. De
Engelsche regeering houdt zich energiek
aan de op de verschillende imperiale confe
renties vastgelegde principes van het systeem
der consultatie inzake verdragsonderhande
lingen en de leiding van buitenlandsch poli
tieke aangelegenheden in het algemeen.
Deze principes, die zijn vastgelegd in een
rapport van de conferentie van 1930, zijn
volstrekt erkend en hun toepassing wordt
niet bestreden. Het is, vooral voor de open
bare meening in de Dominions van het aller
grootste belang, dat over het tegenwoordige
systeem geen verkeerde opvatting gaat
heerschen.
Do aanstaand© verklaring van
Hitier. (Dag. Overzicht).
De protocollen van de Wijzen
van Zion. (Buitenland.)
Engeland en de Dominions. (Bui
tenland.)
Het conflict Italië—Abessinië.
(Buitenland.)
Broedermoord te Zevenbergen.
(Binnenland.)
Doodelijk© verkeersongevallen.
(Binnenland.)
De „Vrijheid6bond"-verkiezings-
plaat; antwoord van den minister.
(Binnenland.)
Mr. H. Smeenge f (Binnenland).
Haagsche financieel© instelling
licht voor 28.000 op. (Binnenland.)
Hollandsche Mij. van Landbouw
bijeen. (Land- en Tuinbouw.)
Twee kinderen verdronken te
Anna Paulowna. (Stad en Om
geving.)
Nadere bijzonderheden omtrent
de aanranding te Midden-Beemster.
(Stad en Omgeving.)
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
De betreffende clausules luiden als volgt:
„Iedere in onderhandelingen zijnde regee
ring van Z. M. moet de andere regeeringen
van Z. M., ingeval deze daarbij belang heb
ben. inlichten en haar gelegenheid geven tot
meaedeeling van hare opvattingen, wanneer
zij gelooven, dat hun belangen zouden kun
nen worden betrokken. Iedere regeering van
Z. M. moet na het verstrekken van zoodanige
informaties hare opvattingen met gepaste
snelheid uiten. Geen der regeeringen kan
stappen doen, die de andere regeeringen van
Z. M. zouden kunnen verwikkelen in eeniger
lei actieve verplichtingen zonder hare defini
tieve toestemming".
Het Spaansche parlement is gisteren
voor het eerst sedert vijf weken bijeen
gekomen.
Minister-president Lerroux las de re
geringsverklaring voor, welke o.m. in
houdt, dat de regeering voor het herstel
van de maatschappelijke en economische
orde en rust, in de eer6te plaats de ener
gieke bestrijding der werkloosheid,
voorts de reorganisatie der gemeentebe
sturen door in het najaar te houden ver
kiezingen, de uitvaardiging van een
perswet en de ordening der begrooting
op haar program heeft staan.
De nieuwe regeering streeft naar een
gr, ndwetswijziging.
Bij de gehouden stemming bleef de
regeering met 189 tegen 22 stemmen in
d' meerderheid.
Bij zijn jongste 1 Mei-rede op het Tem-
pelhoferveld veroordeelde Hitier het ver
leden, wijl het Duitsche volk toen in zoo
ontelbaar vele partijen, klassen, organi
saties, groepjes, vakvereenigingen, we
reldbeschouwingen en confessies ver
deeld was.
Het feest van 1 Mei, en de daarbij ge
sproken redevoeringen worden nu in de
Berlijnsche cinema's verbreid, maar
daarbij is het niet algemeen opgevallen,
dat de woorden des Führers aan een
correctie onderworpen werden. Het
woord „confessies" komt in deze weer
gave n.1. niet meer voor. Een of ander
machtige heeft het geschrapt.
Welke beteekenis aan dit verschijnsel
toegekend moet worden, ligt in»duister
nis verborgen. Maar als verschijnsel is
het waard gesignaleerd te worden.
Dinsdag is in een der ziekenhuizen
van Detroit een knaapje geboren in
wiens leven de zeven een belangrijke rol
schijnt te gaan spelen. Bij zijn geboorte
woog hij 7 pond 7 ons. Het was Dinsdag
7 Mei en het was 7 uur n.m., dat het
jochie het levenslicht aanschouwde.
Voorts is hij het zevende kind, dat dien
dag in bedoeld ziekenhuis werd gebo
ren en alsof dit alles nog niet genoeg
was: zijn moeder had zich des ochtends
om zeven uur in het ziekenhuis laten
opnemen; terwjjl Tuesday, toeval ig ook
Dinsdag, uit zeven lette/s bestaat.
A