DAGBLAD VOOB ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Indische begrooling. De aanstaande verklaringen van Hitier. QxiqeCiihsch Overzicht Buitenland. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIENs Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 109 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 9 Mei 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 137e Jaargang Eerste Kamer. De Indische staatsregeling is verkeerd, zegt minister Colijn. Critiek op den Volksraad. Duitschland en het Fransch-Russisch verbond. Sensatie verwacht? DE PROTOCOLLEN VAN DE WIJZEN VAN ZION. Wat vandaag de aandacht trekt HET SPAANSCHE PARLEMENT. Meerderheid der regeering van 167 stemmen. STAAT HITLER ONDER CENSUUR? HET WONDER VAN DE ZEVEN. ALKMAARSCHE COURANT. ■■i Mr. Mendels (s.d.) ving zijn speech bij de behandeling van de Indische begrooting in de Eerste Kamer aan met minister Colijn ge luk te wenschen met het herstel van zijn ziekte en den goeden afloop van de operatie, welke hij heeft ondergaan. Hij liet er echter op volgen, dat deze gelukwensch la bonne bouche moest geven voor een menu van scho tels, welke den minister van koloniën vermoe delijk niet zouden smaken, daar het uit kri tiek toebereide gerechten waren. Dit was aandig gezegd. Mr. Mendels heeft er slag van, de dingen pakkend te zeggen. Dit toon de hij ook, toen hij, de Indische justitie kri- tiseerende, sprak over vonnissen, welke bij het mud gewezen worden, en over de recht spraak aan een loopenden band. Zulke kern achtige uitdrukkingen kan men waardee- ren. Deze hulde mogen we mr. Mendels la bonne bouche geven voor een schoteltje cri tiek, dat wij hem nu moeten voorzetten, om dat zijn speech, als gewoonlijk, te lang was. Het is jammer, dat deze redenaar zichzelf zoo gaarne hoort. De bezuinigingspolitiek der regeering ty peerde mr. Mendels, door te verklaren, dat zij de liquidatie nadert. Hij meende, dat Ne derland verplicht was, een deel van de Indi sche schulden op zich te nemen, omdat Ne derland honderden millioenen guldens uit de werkkracht der Inheemschen heeft ge haald en nog haalt. Mr. Janssen (r.k.) daarentegen scheen, al was hij het op enkele punten min of meer met mr. Mendels eens, de bezuinigingspoli tiek noodzakelijk te achten. En prof. De Savornin Lohman (c.h.) hul digde voor deze politiek den minister en den gouverneur-generaal. Pleitte mr. Mendels voor een uitvoerrecht op aardolie (dat de regeering afwijst, omdat zij vreest, dat het buitenlandsche oliekapitaal Indië zou gaan mijden), ook mr. Janssen, of schoon zien niet zoo stellig uitdrukkende als de sociaal-democraat, achtte het denkbeeld van zulk een uitvoerrecht wel te overwegen. En nadat mr. Mendels voor industrialisatie van Indië een lans had gebroken, liet ook mr. Janssen hiervoor een zekere sympathie blijken, waarbij hij weliswaar den nadruk legde op de wenschelijkheid, dat met name de kleine nijverheid zou worden bevorderd. Minister Colijn heeft in woord en ge schrift herhaaldelijk te kennen gegeven, dat hij de tegenwoordige Indische Staatsregeling verkeerd acht, omdat de volksraad veel kri tiek op de regeering kan oefenen, zonder dat de oppositie, zooals in een parlement, geroe pen wordt, de regeeringsverantwooraelijk- heid over te nemen. Z.Exc. vindt het nu niet het oogenblik voor een ingrijpende wijziging al ware het alleen, omdat zijn geneesmiddë nog te weinig instemming vindt. Hij wil ge decentraliseerde vertegenwoordigende licha men, in eiland-gouvernementen, en meent, dat die zich dan verder kunnen ontwikkelen tot een soort van parlementen Al zullen de zen nooit de resiaenten en gouverneurs to* heengaan kunnen dwingen, aldus de be windsman, zij zouden wel de departements hoofden van het eiland kunnen doen vervan gen. Aan de mogelijkheid van een ontwikke ling van den volksraad tot parlement gelooft de minister niet, omdat de bevolking van ge heel Indië, waarvan de volksraad de verte genwoordiging is, uit te veel verschillende soorten bestaat om één parlement te kunnen hebben. Mr. Mendels echter heeft aanbevo len om den volksraad, door hem meer rech ten te geven, meer op een parlement te doen gelijken. Prof. De Savornin Lohman daar entegen waarschuwde tegen constitutioneele hervormingen, welke de Rijkseenheid zouden kunnen breken. Hij wenschte geen positie voor Nederlandsch Indië als die der Engel- sche dominions en wil aan de Inheemsche bevolking alleen in kleine staatsrechtelijke gemeenschappen meer invloed geven. Op een volksraad is veel kritiek geoefend, omdat hij vele amendementen en tientallen moties heeft aangenomen, welke de regee- ringsgemachtigden hadden bestreden. Te genover deze kritiek liet mr. Mendels zich in menig opzicht lovend over den volksraad uit. Mr. Janssen maakte de opmerking, dat niet alleen de volksraad, maar ook de regec- ringsgemachtigden den tact moeten toonen, welke voor een goede verhouding noodig is. Prof. Lohman, tegenvoeter van mr. Mem dels, huldigde den gouverneur-generaal voor diens krachtige beleid, waardoor veel ver zet, dat voor de bevolking zelve schadelijk zou zijn geweest, voorkomen was. De ge schiedenis in Britsch-Indië, zeide hij, bewees, dat men niet te gemoedelijk te werk moet gaan. Tegenover mr. Mendels betoogde hij, dat een rechtsstaat, als ten onzent, in Indië niet mogelijk is. De door mr. Mendels ge laakte interneering noemde prof Lohman geen straf- maar tuchtrecht. „Het is een lief- koozing!", interrumpeerde mr. Mendels. Ten slotte zij vermeld, dat prof. Lohman het Indische leger reeds te veel verzwakt vindt en waarschuwde tegen nog verdere verzwakking. Of de redevoering, die Hitier misschien de volgende week in den Rijksdag zal houden, Inderdaad zoo sensationeel belooft te wezen als veelal wordt verwacht, is een kwestie, die wij straks zullen behandelen. Zoo begint de Berlijndsche N.R.C.-correspondent zijn arti kel, waarin hij verder zegt: Eerst mag er aan worden herinnerd, dat de onderhandelingen tusschen Berlijn en Londen aangaande de voorbereiding van de conferentie over het vlootprobleem nog aan den gang zijn. Deze onderhandelingen kun nen binnenkort een zekere uitbreiding onder gaan, doordien mogelijk Duitschland aan Engeland opheldering zal vragen over de be trekking tusschen het Locarno-pact en het nieuw Fransch-Russische verbond. Wat ge beurt er, zoo heeft men aan Simon in het La gerhuis gevraagd, indien Duitschland een aanval op Rusland zou doen en Frankrijk dan op zijn beurt door een aanval in de Rijn streek op Duitschland, Rusland te hulp zou komen? Moet Engeland dan Duitschland tegen Frankrijk helpen verdedigen? Op deze vraag «erft Simon natuurlijk ontkennend geant woord. Engeland's verplichtingen uit hoofde van het Lacorno-verdrag blijven daar buiten. Dit strookt echter niet met de Duitsche opvatting. Volgens de opvatting in Duitsch land, waar men gaarne met allerhande theo retische mogelijkheden rekening houdt, raakt het verdrag door de in het Lagerhuis geop- C-rde eventualiteit, wel degelijk het pact van ocarno. Zulks geschiedt niet alleen daar door, maar ook door het feit, dat het verdrag al staat het er niet met zoovele woorden in uitsluitend tegen Duitschland is ge richt. Deze kwestie is hier op het oogenblik in onderzoek en men acht het in diplomatieke kringen niet uitgesloten, dat Duitschland aan Sir John Simon een opheldering vragen zal van zijn eigen woorden, om elk misver stand uit te sluiten. Deze heele geschiedenis kan echter pas dan vasten vorm aannemen als de leden van het Duitsche kabinet weer in de Duitsche hoofd stad zullen zijn teruggekeerd. Op het oogen blik is niet alleen de Leider uit Berlijn af wezig, maar ook Goering en Hess bevinden zich niet te Berlijn, terwijl von Neurath wel even is geweest, maar zich toch laat ver tegenwoordigen. De kwestie van de betrekking tusschen het Fransch-Russische verdrag en het pact van Locarno kan dus op zijn vroegst aan het eind van de week als de kopstukken van de regee ring weer hier zijn, worden besproken. Dan moet ook eerst nog een definitief be sluit vallen omtrent de vraag of er een ver gadering van den Rijksdag zal worden ge houden. Want al is dat ook heel waarschijn lijk, zeker is het nog niet en er blijft nog altijd een kleine mogelijkheid, dat Hitier voor zijn verklaringen geen gebruik zal maken van het klankbord, als hoedanig de Rijksdag uitsluitend zal hebben te dienen. Het eenige wat menschelijkerwijs volstrekt vast staat, is, dat de Leider een verklaring over de buitenlandsche politiek zal afleggen. Juist indien dit zal geschieden voor het forum van den Rijksdag, mag men met te grooter zekerheid aannemen, dat deze ver klaring zich uitsluitend met de buitenland sche politiek zal bezig houden. Dit is ook de opvatting van de bevoegde kringen. Als de Leider besluiten mocht willen nemen op economisch gebied of op het gebied van de kerkelijke politiek, dan zal hij die beslui ten niet in den Rijksdag gaan motiveeren. Dat zou in een anderen tijd thuis hooren. Maar hoe dan ook, het getuigt ons inziens van volslagen desorienteering als men bij het buitenlandsche publiek de verwachting gaat opwekken, dat de Leider ten opzichte van de kerkelijke politiek een besluit zou treffen ten voordeele van de belijdeniskerk en de katho lieke kerk en gericht tegen hetgeen deze ker ken als staatsinmenging in de kerk beschou wen. Volgens het standpunt van de natio- naal-socialistische partij, alsook van Hitier zelf hebben wij niet te doen met inmenging van den staat in kerkelijke aangelegenheden, doch met inmenging van de kerkelijke poten taten in staatsaangelegenheden, waartoe in het bijzonder behoort de opvoeding van de jeugd uit een oogpunt van politiek en wereld beschouwing. Men leze maar in ons avond blad van Maandag, wat Baldur van Schirach erover nog dezer dagen heeft ge zegd, maar neme daarbij in aanmerking, dat deze jeugdleider natuurlijk niet van zich zelf kon zeggen, dat hij de rechten der andere jeugdorganisatie had fijn gemalen. Men leze hier inplaats van „rechten resten. Nu de vraag naar het sensationeele karak ter van de aanstaande verklaringen van den Leider en de beteekenis van deze verklarin gen voor den wereldvrede. De verklaringen van Hitier zullen onge twijfeld van vredelievenden aard zijn, maar men vergete niet, dat er in de internationale waardeering van zulke verklaringen zekere wijziging is ingetreden. Twee jaar geleden hield Hitier een vredelievende redevoering in den Rijksdag en dan werkte deze redevoering op zich zelf nog sensationeel! Thans is men daaraan gewend geraakt en ziet men dit alleen in Duitschland zelf nog heel bijzon der. Indien Hitier eventueel zou verklaren, dat Duitschland zonder omzien direct naar den Volkenbond terug wil keeren of dingen van dergelijke strekking, dan zou dat niet alleen in Duitschland, maar ook in de ove rige wereld sensatie wekken. Iets dergelijks is echter niet te verwachten. Veeleer neemt men met stelligheid aan, dat Duitschland zich bij monde van zijn Leider bereid zal ver klaren zich aan te sluiten bij elk systeem van veiligheid, mits zulks een systeem in overeen stemming is met hetgeen Duitschland daar van wenscht. Het is dus zaak niet al te over dreven verwachtingen te koesteien. Een voorbeeld van een dergelijk geval vormt wel het Donau-pact. Duitschland zou zich daarbij nog steeds willen aansluiten, maar het sluit zich er toch niet bij aan, om dat de Italiaansche formuleering van het be grip der niet-inmenging door Duitschland al te eenzijdig van de hand wordt gewezen. Het proces schiet langzaam op. De behandeling van gister van het Bern- sche proces inzake de Protocollen van de Wijzen van Zion was wederom gewijd aan de uiteenzettingen van den boven de partij en staanden deskundige C. A. Loosli. Aan de hand van de Thora toonde spreker aan, hoe onjuist en oneerlijk de beweringen zijn be treffende den ritueelen moord. Toen het Christendom nog een staatsreligie was, wer den de Christenen zeer vaak eveneens bloe dig vervolgd wegens beweerden ritueelen moord. Antisemitisme en anti-christendom bedienen zich, zooals spreker uiteenzette, dus zeer vaak van dezelfde methode. De vérvalsching der protocollen diende interne Russische motieven en moest den Tsaar bewijzen, dat het de Joden waren, die samenzwoeren tegen de toenmalige Russi sche staatsorde en streefden naar de Jood- sche wereldheerschappij. Er moest den Tsaar worden wijsgemaakt, dat de Russi sche bevolking met zijn regeeringsmethoden tevreden was. De bij de instandhouding van het absolutisme belanghebbende kringen wilden daardoor verhinderen, dat de Tsaar op de gedachte kon komen hervormingen in te voeren, die hun macht zouden kunnen verminderen. Voortgaande zette de deskundige, uiteen, dat Hitler's boek „Mein Kampf" het duide lijke bewijs levert, dat de Duitsche leider de protocollen gemaakt heeft tot zijn politieke richtlijnen. Aan de hand van talrijke aanha lingen uit de protocollen toonde spr. aan dat de tegenwoordige nationaal socialisti sche regeering de maximen van de protocol len zeer nauwkeurig opvolgt. De protocol len zijn niet in overeenstemming met den geest der Joden, maar met den geest van iet tegenwoordige Duitschland. Deskundige Loosli behandelde vervolgens de vraag, of eenigerlei betrekkingen tus schen Joden en vrijmetselaars bestonden, ge lijk door het antisemitisme steeds beweerd wordt. Deze vraag ontkende Loosli aan de hand van documenten ten stelligste. De in het proces herhaaldelijk genoemde Joodsche Bnci Brith Orde is niet-poiitiek en staat in geen contact met de vrijmetselaars. Zijn activiteit is uitsluitend weldadig en sociaal. De vrijmetselaars nemen weliswaar Joden op, maar in geheel Zwitserland is nauwe lijks 1 Joden onder de vrijmetselaars. Er bevindt zich in de Zwitsersche regeering geen enkele vrijmetselaar. Theodor Fritsch aldus vervolgde Loosli van wien deskundige Fleischhauer zich een vriend genoemd heeft, is wegens laster en vérvalsching bestraft. De niet-Joodsche deskundige, prof. Kittel, die in een straf- zaak-Fritsch betrokken is geweest, noemde Fritsch geestelijk en moreel defect. Interes sant is, dat ook de toenmalige en tegenwoor dige rijksbankpresident, dr. Schacht tegen Fritsch een aanklacht heeft ingediend, aan gezien deze uitgever der protocollen de be wering heeft geuit, dat de rijksbank een in stelling van valschmunterij was. Deskundige Loosli wees dan op de door frontisten en nationaal socialisten uitge- oefenden gezindheidsterreur in Zwitserland, waarbij zij ook door physiek geweld niet te rugschrikken. Deskundige Loosli behandelde dan kort de expertise van den nationaal-socialistischen deskundige Fleischhauer. Hij wilde slechts op zeer weinige punten ingaan. Fleischhauer heeft niet alleen de Joden uitgescholden; hij keerde zich tegen de R.K. kerk op een ver nederende wijze, beleedigde de ernstige bijbelvorschers en anderen op grond van een materiaal, dat niet de geringste bewijs kracht heeft. Het rapport van Fleischhauer, aldus Loosli, is geen rapport, maar een anti semitisch propagandageschrift. Het is geba seerd op geenerlei onaantastbare documen ten en geeft in hoofdzaak slechts meenings- uitingen weer van antisemitische, anti-demo cratische en anti-liberale stemmen. Zelfs wan neer de protocollen echt zouden zijn, wat echter niet het geval is, zou men enkel en al leen de werkelijke opstellers daarvoor ver antwoordelijk mogen stellen, maar niet een geheel volk. Het rapport van Fleischhauer beroept zich op de rassenleer en het nat - socialisme. Een Zwitsersch gerechtshof ech ter kan niet steunen op deze rassenleer. „Wij Zwitsers mogen echter niet onverschillig staan tegenover de rassenleer. Want die maakt aanspraak op algemeene geldigheid. Wij bevinden ons in een toestand van ge rechtvaardigde afweer. De rassenleer is geen wetenschap. De wetenschap moet er zich weliswaar mee bezig houden, maar slechts als object van onderzoek voor de psychiatrie en de criminalistiek". Met allen nadruk stelde Loosli vast, dat het rapport van den heer Fleischhauer aan geen enkelen eisch voldoet, welke een gerechtshof van een geciviliseerde natie aan een rapport kan stellen. Het rapport van de beklaagden is in overeenstemming met de strijdwijze der antisemieten. Het steunt voor het grootste gedeelte op aantoonbare vervaischingen en met elkaar in tegenspraak zijnde beweringen. Het rapport tracht door een overmaat van geen steekhoudend materiaal zijn weten schappelijkheid te bewijzen. Het gaat den rapporteur echter niet om de waarheid, maar om de propagandakracht voor de anti-semi- tische gedachte. Op grond van het Bernsche wetboek van strafrecht en de strafwetboeken van de meeste geciviliseerde staten zou het rapport zelf behandeld moeten worden als ,Schundlitteratur". Loosli wees het rapport onvoorwaardelijk af. Het heeft nergens het karakter van een wetenschappelijk rapport, doch is een politiek gewetenloos propaganda geschrift. ENGELAND EN DE DOMINIONS- De besprekingen over buiten landsche politiek. Met het oog op de verschillende en voor een deel met eikaar in strijd zijnde veronder stellingen over het verloop van de op het oogenblik tusschen het Engelsche kabinet en de premiers der Dominions plaats vindende besprekingen over de buitenlandsche politiek, heeft Maaionald gistermiddag in het Lager huis een verklaring afgelegd. Spr. wees op de in eenige ochtendbladen gepubliceerde berichten, volgens welke men zou hebben verzekerd, dat de Engelsche re geering in de toekomst buitenlandsch poli tieke beslissingen zou kunnen nemen, zonder tevoren ruggespraak te houden met de Do minions. Het is buitengewoon te betreuren, dat in een voor het vertrouwen en de over eenstemming in het Britsehe wereldrijk zoo belangrijk tijdperk dergelijke volkomen on gegronde en schadelijke beweringen opge steld zijn. Het is ten slotte onwaar, dat een verandering van de tegenwoordige verant woordelijkheid en de buitenlandsch politieke verplichtingen der Dominions te berde ge bracht of overwogen is. Dit onderwerp is in geen enkele zitting ter sprake gekomen. De Engelsche regeering houdt zich energiek aan de op de verschillende imperiale confe renties vastgelegde principes van het systeem der consultatie inzake verdragsonderhande lingen en de leiding van buitenlandsch poli tieke aangelegenheden in het algemeen. Deze principes, die zijn vastgelegd in een rapport van de conferentie van 1930, zijn volstrekt erkend en hun toepassing wordt niet bestreden. Het is, vooral voor de open bare meening in de Dominions van het aller grootste belang, dat over het tegenwoordige systeem geen verkeerde opvatting gaat heerschen. Do aanstaand© verklaring van Hitier. (Dag. Overzicht). De protocollen van de Wijzen van Zion. (Buitenland.) Engeland en de Dominions. (Bui tenland.) Het conflict Italië—Abessinië. (Buitenland.) Broedermoord te Zevenbergen. (Binnenland.) Doodelijk© verkeersongevallen. (Binnenland.) De „Vrijheid6bond"-verkiezings- plaat; antwoord van den minister. (Binnenland.) Mr. H. Smeenge f (Binnenland). Haagsche financieel© instelling licht voor 28.000 op. (Binnenland.) Hollandsche Mij. van Landbouw bijeen. (Land- en Tuinbouw.) Twee kinderen verdronken te Anna Paulowna. (Stad en Om geving.) Nadere bijzonderheden omtrent de aanranding te Midden-Beemster. (Stad en Omgeving.) (Zie verder eventueel laatste berichten.) De betreffende clausules luiden als volgt: „Iedere in onderhandelingen zijnde regee ring van Z. M. moet de andere regeeringen van Z. M., ingeval deze daarbij belang heb ben. inlichten en haar gelegenheid geven tot meaedeeling van hare opvattingen, wanneer zij gelooven, dat hun belangen zouden kun nen worden betrokken. Iedere regeering van Z. M. moet na het verstrekken van zoodanige informaties hare opvattingen met gepaste snelheid uiten. Geen der regeeringen kan stappen doen, die de andere regeeringen van Z. M. zouden kunnen verwikkelen in eeniger lei actieve verplichtingen zonder hare defini tieve toestemming". Het Spaansche parlement is gisteren voor het eerst sedert vijf weken bijeen gekomen. Minister-president Lerroux las de re geringsverklaring voor, welke o.m. in houdt, dat de regeering voor het herstel van de maatschappelijke en economische orde en rust, in de eer6te plaats de ener gieke bestrijding der werkloosheid, voorts de reorganisatie der gemeentebe sturen door in het najaar te houden ver kiezingen, de uitvaardiging van een perswet en de ordening der begrooting op haar program heeft staan. De nieuwe regeering streeft naar een gr, ndwetswijziging. Bij de gehouden stemming bleef de regeering met 189 tegen 22 stemmen in d' meerderheid. Bij zijn jongste 1 Mei-rede op het Tem- pelhoferveld veroordeelde Hitier het ver leden, wijl het Duitsche volk toen in zoo ontelbaar vele partijen, klassen, organi saties, groepjes, vakvereenigingen, we reldbeschouwingen en confessies ver deeld was. Het feest van 1 Mei, en de daarbij ge sproken redevoeringen worden nu in de Berlijnsche cinema's verbreid, maar daarbij is het niet algemeen opgevallen, dat de woorden des Führers aan een correctie onderworpen werden. Het woord „confessies" komt in deze weer gave n.1. niet meer voor. Een of ander machtige heeft het geschrapt. Welke beteekenis aan dit verschijnsel toegekend moet worden, ligt in»duister nis verborgen. Maar als verschijnsel is het waard gesignaleerd te worden. Dinsdag is in een der ziekenhuizen van Detroit een knaapje geboren in wiens leven de zeven een belangrijke rol schijnt te gaan spelen. Bij zijn geboorte woog hij 7 pond 7 ons. Het was Dinsdag 7 Mei en het was 7 uur n.m., dat het jochie het levenslicht aanschouwde. Voorts is hij het zevende kind, dat dien dag in bedoeld ziekenhuis werd gebo ren en alsof dit alles nog niet genoeg was: zijn moeder had zich des ochtends om zeven uur in het ziekenhuis laten opnemen; terwjjl Tuesday, toeval ig ook Dinsdag, uit zeven lette/s bestaat. A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1