mm
m
nare Hoofdpijn
Bommen uit oorlogsvliegtuigen.
QetneMiecadett
5iidschci(tm
JbhaaAcu&cieA
i 'M at ft
m m m
m m
m w//mm
SM SÊ
m 8Ü m m
-mi HH
m l
MA f
Qamciétiek
Beschutting der burgerbevolking.
i s im4 mi
4 luB
^*\Wf
ÜRH111#
ft m m m
HEEMSKERK
Luchtbescherming behoort tot de taak
der gemeenten.
ORGANISATIE IS NOODIG.
Hl DÉ fUt ÉH
|§P
!*'S4
m
m
!^i
4 pCt. Nederland 99 1/4, 98 5/8, 99 1/4, 99;
2'A pCt. N.W.S. 74 3/8, 74 1/4, 75;
4 pCt. Ned. Indië 97 13/16, 96 7/8, 97 3/16;
4 pCt. Amsterdam 96 5/8, 95
4 pCt. 's-Gravenhage 98 1/4, 98 3/4;
4.'4 pCt. België (gld.) 81, 80, 81;
4VÉ pCt. Frankrijk 83 1/4, 82 1/4.
De raad kwam Donderdagmiddag
voltallig bijeen.
Vastgesteld werden de gemeentelijke ver
goedingen volgens artikel 101 L. O. wet.
Voor de r k. jongensschool bedraagt deze
701.50 en die der meisjesschool
731.64 en de ch. school 185.60.
De overeenkomst met Beverwijk inzake de
vleeschkeuringswet werd aangenomen over
eenkomstig een voorstel van B. en W.
Tot leden der streekplan-commissie be
noorden het Kanaal werden benoemd de
burgemeester en de oudste wethouder, tot
pl. verv. de heeren I. v. Duivenvoorde en I
Docter
Wethouder Henneman maakte bezwaar
tegen den verkoop van een stukje grond
van de gemeente, groot 100 M2, voor den
bouw van een rijkstelefoongebouwtje.
Wethouder Duivenvoorde was van eene
tegenovergestelde meening doch bij stem
ming bleek dat de meeste leden zich aan de
zijde schaarden van wethouder Henneman,
derhalve werd het verzoek van het rijk afge-
jvezen.
Aan de vereeniging glascultuur werd
alsnog eene subsidie van 50 toegekend.
Onieuw kwam ter sprake aanschaffing
van een „zuurstof-apparaat".
Om de kosten 100—150 stelde B. en
W. voor dit te wijzen, echter zal op voorstel
van wethouder v. Duivenvoorde dit punt
t.z.t. wederom in behandeling gebracht wor
den.
Ged. Staten berichtte de raad om het
presentiegeld der leden van 4 op 2.50
te brengen, waarbij na eindelooze discussies
besloten werd hiermede geen genoegen te
nemen.
De N.V. Noorderbad vroeg met het oog
op de a.s. komst van 200 kampeerders nog
J000 M. strand te mogen pachten.
Met het oog dat bij deze uitbreiding zich
wanordelijkheden kunnen voordoen werd
besloten hierop nog geen beslissing uit te
lokken.
Voorgesteld werd de overeenkomst met
Beverwijk inzake glaslevering te wijzigen in
dien zin dat aan onze gemeente geen winst
zal worden uitbetaald alvorens hier winst
gemaakt is.
De voorzitter zegde dat deze wijziging in
het nadeel van onze gemeente is. Niettegen
staande dit vermeende nadeel hebben toch
de beide wethouders in de bijeenkomst van
behoeft Uw dag niet te vergallen. Neem een
"AKKERTJE" en Ge zijl er af. Bovendien, Ge
proeft nietsI Prettig en makkelijk innemenl
AKKER - CACHETS verdrijven spoedig
Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijn, Spierpijn.
Overal verkrijgbaar i 52 cent per 12 stuks.
B. en. W. voorgesteld deze wijziging te moe
ten aanvaarden.
De heer N. Henneman sprak daarom zijn
verwondering uit over de houding dezer
wethouders.
Weth. Henneman veerde aan dat z.i. juist
het bestaande contract niet in het belang
onzer gemeente is en zij om die reden wijzi
ging het meest wencshelijk geacht hebben.
Uit de discussies bleek dat vroeger tus-
schen Beverwijk en Heemskerk over gasle
vering een proces gevoerd is welk proces ten
gunste van Heemskerk uit viel, later is er
volgens Weth. Henneman tusschen beide ge
meenten over deze zaak geconfereerd, waar
bij alles in de beste harmonie is besproken.
Komt er nu volgens spr. geen overeenstem
ming dan vreesae ij dat deze zaak voor
Heemskerk op een fiasco zal uitloopen.
De voorzitter was van meening dat het
bestaande contract moet worden nageleefd.
Voortgaande zeide spr. dat de winst-clau
sule aantoont dat onze gemeente recht heeft
op uitkeering van een gedeelte der gemaakte
winst, wat door de arbitrage-commissie
geensinds wordt betwist.
Na schier eindelooze debatten werd het
voorstel der meerderheid van B. en W. d. i.
de wijziging of aanvaarding van het nieuwe
contract met 7 tegen 4 stemmen aangeno
men.
De heer P. de Vries Thr. uitte nog zijn
verontwaardiging uver den uitslag dezer
stemming.
Wij ontvingen een exemplaar van het nieu
we maandblad „Kers' Keukengeheimen".
(Uitgave firma wed. P. v. d. Hert, Bussum.)
De bedoeling van dit blad is om bij den
steeds lager zinkenden levensstandaard, des
kundige voorlichting te geven i.z. het vraag
stuk der economische en toch deugdelijke en
smakelijke voedselbereiding.
(Van onzen reisredacteur).
Over luchtbescherming heerschen nog
maar al te veel onjuiste begrippen. De
noodzakelijkheid zoowel als de moge
lijkheid ervan worden vaak bestreden,
hetgeen vooral daarin zijn oorzaak
vindt, dat gelukkig nog niemand kennis
heeft gemaakt met luchtaanvallen, zoo
als de moderne techniek deze mogelijk
maakt. Teneinde deskundige voorlich
ting te bevorderen aangaande de moge
lijkheden en middelen tot bescherming
tegen een gevaar, waartegen meer zal
kunnen worden uitgericht, naarmate
het publiek beter is voorbereid, heeft de
Regeeringspersdienst dezer dagen een
persconferentie georganiseerd, waar het
hoofd van het bureau voor luchtverde
diging van den generalen staf, majoor
A. H. Schimmel, en de kapitein J. H.
van Riesen van dat bilreau over dit on
derwerp een bespreking hebben gehou
den. De chef van den regeeringspers
dienst, de heer A. J. Lievegoed, die ver
gezeld was van den adjunct-chef, den
heer D. J. Lambooy, leidde de besprekin
gen met een kort woord van welkom in.
Aanvallen uit de lucht.
Om van de luchtbescherming iets af
te weten, moeten we eerst het begrip
luchtoorlog kennen. Dit begrip is in de
laatste jaren wel zeer gewijzigd. Vroeger
d. w. z. in den afgeloopen wereldoor
log dienden de luchtstrijdkrachten
alleen tot hulp van de gewone strijd
krachten. Pas tegen het einde van den
oorlog viel een begin te constateeren
van een zelfstandig optreden, dat den
modei'nen luchtoorlog, zooals de militai
re schrijvers die zien, volledig zal ken
merken. Dat verschil van toen en nu (en
„nu", dat misschien toekomst, misschien
nimmer werkelijkheid zal zijn, maar
waarmee men als een groote mogelijk
heid moet rekening houden) is vooral
veroorzaakt doordat het vermogen van
het vliegtuig sedert den oorlog zoo snel
en zoo belangrijk is vergroot. Snelheid,
veiligheid en draagvermogen zijn gewel
dig toegenomen en ook het vliegen in
een donkeren nacht alleen op de instru
menten is tot groote ontwikkeling geko
men. Wel is er op het gebied van den
modernen luchtoorlog nog geen erva
ring, maar men kan eenigszins nagaan,
welken vorm en welk karakter hij zal
hebben. Veel wordt er in de militaire
vakbladen over geschreven en in het al
gemeen wordt er een belangrijke plaats
aan toegedacht.
Hoofdzakelijk beslaat de luchtoorlog
uit het bombardeeren van verschillende
objecten, die voor militaire doeleinden
van belang zijn. Dus in de eerste plaats
mobilisatie-centra, bruggen waarover
militair verkeer geleid wordt, stations,
munitiefabrieken. Maar ook andere in
dustrieën, die met militaire voorzienin
gen in verband staan, en welke zijn dat
eigenlijk niet? Kledingfabrieken, fa
brieken van voedingsmiddelen, machi
nefabrieken, electriciteits-, gas- en wa
terleidingsbedrijven, slechts heel weinig
fabrieken zullen door den vijand van
geen belang geacht worden.
Vliegtuigen komen.
Een bombardement van uit de lucht
beteekent, dat men op vrij groote hoogte
boven een bepaald punt vliegt en er
bommen op laat vallen. Dat kan niet
met volstrekt zuiverheid geschieden,
zoodat ook de omgeving daaraan bloot
staat. Proeven hebben uitgewezen dat in
een vierkant van 200 X 200 meter onge
veer 80 pet. der bommen terecht komt.
Daar staat tegenover, dat de luchtverde
diging met het moderne afweergeschut
ook groote trefkansen heeft. Doch het
luchtdoelgeschut, dat wegens de snel
heid, waarmee geschoten moet worden,
slechts doeltreffend kan zijn met een
mechanische bediening, is verbazend
duur en niet snel verplaatsbaar. Kon
men over het geheele land deze artille
rie in groote hoeveelheid opstellen, dan
zou een luchtaanval goed bestreden
kunnen worden, maar financieele over
wegingen maken dit onmogelijk. Alleen
tot een verdediging van de meest vitale
objecten moet men zich dus bepalen.
Een belangrijk en tevens zeer mobiel
verdedigingsmiddel is het jager-vlieg
tuig, doch ook dat is niet afdoende, om
dat in den regel de jagers eerst 20 minu
ten na de eerste melding in de lucht
kunnen zijn en wat kan een vijandelijk
vliegtuig, dat met een snelheid van meer
dan 400 kilometer per uur zich voortbe
weegt, in dien tijd al niet voor kwaad
hebben gesticht!
Voor grootere landen is een snelle en
uitgebreide luchtmacht effectiever, om
dat de vijand daar niet in zoo korten tijd
tot in het hart zal zijn doorgedrongen.
Wat Duitschland zijn grensgebied
noemt, waarachter dus pas een goede
luchtverdediging mogelijk is, heoft de
breedte van Nederland! Met de eigen
vliegtuigen kan men wel den vijand ver
volgen, doch dat is meer een bestraffing
nadat het kwaad al is geschied. Voor
kleine landen is düs een luchtbescher
ming nóg meer noodig dan voor groote
zooals Duitschland, waar deze organisa
tie overigens toch tot in de puntjes in
orde is. Dat hebben de jongste oefenin
gen bewezen, waarvan majoor Schim
mel, die ze had bijgewoond, enkele staal
tjes vertelde. Heel Nederland behoort op
luchtbescherming te zijn ingesteld, want
ook plaatsen, die nu geen objecten voor
et., bombardement meenen te zijn, kun
nen dat door aanleg van werken in den
oorlog plotseling worden. Alleen het
platteland is uitgeschakeld; daar is de
aanvalskans zoowel als de trefkans zeer
gering, terwijl ook moeilijk voorzienin
gen zijn t^ maken. Men volstaat er met
na zonsondergang een algeheele duister
nis te bevelen.
Bommen vallen.
In den modernen luchtoorlog zullen
drie soorten van bommen worden ge
bruikt: brisant-, brand- en gasbommen.
Vermoedelijk zullen alle drie soorten te
gelijk worden neergeworpen om don
aanval des te effectiever te maken.
De brisantbommen hebben een spring
lading, die uiteenloopt van 50 tot 1000
kilogram, al naar mate men veel kleine
treffers of een enkele grooten treffer wil
maken. Eén treffer is voldoende om een
groote ravage te stichten, doch directe
trefkans is niet groot. Men moet echter
rekening houden met de in de omgeving
van het doel vallende bommen, die juist
de burgerbevolking veel schade kunnen
toebrengen, en met de in het rond sprin
gende schreven, die ook een verwoes
tende werking hebben.
Brandbommen hebben een gewicht
van drie tot vijf kilogram en zijn gevuld
met stoffen die zelf branden zonder
zuurstof noodig te hebben en een hitte
ontwikkelen van 2000 graden Celsius. De
brandtijd is maar kort, doch door de
groote hitte kan, wanneer de bom op
een daartoe gunstige plek is neergeko
men, een brand ontstaan, die dan op de
gewone wijze moet bestreden worden.
Ongeveer 10 pet. der brandbommen valt
bij een luchtaanval op brandbare plaat
sen en daarvan hebben nog niet alle een
brand ten gevolge.
Dan zijn er ten slotte de gasbommen,
gevuld met concentraties van voor de
gezondheid schadelijke gassen. Wanneer
zoo'n bom ergens uit elkaar spring, ver
spreidt zich snel het verderfelijke gas,
dat zwaarder is dan de lucht en dus
moeilijk verdwijnt, in de omgeving
dringt door reten en scheuren in de hui
zen en bedreigt op alle mogelijke manie
ren de burgerbevolking.
Naar majoor Schimmel ons meedeel
de, bestaat in militaire kringen de over
tuiging, dat de burgerij, vooral in het
begin van den oorlog, niet aan groote
gasaanvallen zal blootstaan. De bedoe
ling van een luchtaanval is uitsluitend
vernieling van militaire troepen en
hulpmiddelen. Daarvoor kunnen alleen
brisant- en brandbommen dienen, ter
wijl gas er hoogstens bij gebruikt wordt
om het blusschen van eventueel ontsta
ne branden te bemoeilijken. Werkelijke
gasaanvallen zal de burgerbevolking
alleen te duchten hebben bij den z.g.
onbeperkten luchtoorlog, die zeker niet
dadelijk zal worden toegepast,, omdat
het aanvallende land er de algemeene
antipathie in de wereld mee zou opwek
ken en bloot zou staan aan represailles,
die voor het land zelf even ernstig zijn.
Luchtbescherming.
Tegen deze aanvallen uit de lucht,
van welken aard zij ook mogen zijn,
moet de bevolking beschermd worden.
Zooals wij al hebben uiteengezet: door
de snelheid van het vijandelijk optreden
zal een militaire tegenaanval of verdedi
ging niet steeds het gewenschte resul
taat hebben. Men moet dus zijn voorbe
reid op dergelijke gebeurtenissen en
daarvoor is organisatie in vredestijd
noodig. De militaire overheid kan er
zich in oorlogstijd niet mee bemoeien,
maar wil nu gaarne de noodige voor
lichting geven bij de organisatie ervan.
De luchtbescherming is gemeentezaak,
het is een zuiver passieve, burgerlijke
dienst. De deelnemers eraan kunnen
door de tegenpartij niet als franc-tireurs
worden beschouwd, omdat er geen aan-
valsgedachte in zit. Er is geen sprake
van, dat men het gevoel behoeft te heb
ben aan de oorlogshandelingen deel te
nemen.
Op'vele plaatsen begint men nu tot
een juister inzicht te komen ten aanzien
van de noodzakelijkheid eener organisa
tie van de luchtbescherming. In het bij
zonder in de provincies Overijssel en
Gelderland, doch ook elders helaas
nog niet in de groote steden zette men
zich aan het werk. De burgemeester van
Winterswijk verrichtte pionierswerk
door in October 1933 een eerste oefening
in de luchtbescherming aldaar te hou
den, welke weldra werd gevolgd door
talrijke andere: Terneuzen, Eindhoven,
Zaltbommel, Vriezenveen, Wageningen,
Kuilenburg, Nijmegen, Vlaardingen,
IJsselstein, 's-Gravenhage, Zuid-Lim
burg, Gelderland en in het najaar
Utrecht. In de provincies Gelderland en
Overijssel hielden verscheidene gemeen
ten oefeningen in den radio-luister-
dienst, den alarmeeringsdienst en in het
w'-duisteren. De afdeeling luchtverdedi
ging van den generalen staf geeft daar
bij voorlichting, die den laatsten tijd ook
in geschriften wordt Verstrekt. Een nut-
tie boekje is de door het departement
van defensie uitgegeven: Leidraad
luchtbeschermingsdienst, dat voor ieder
verkrijgbaar is.
De organisatie behoeft niet veel te
kosten, doch in verscheidene gemeenten
kan het dagelijksch bestuur van den
raad voor deze dingen geen medewer
king krijgen. Dat zal straks anders wor
den, wanneer een wet, die thans in voor
bereiding is, zal zijn aangenomen, waar
in de noodige voorschriften worden ge
geven en waarin de gemeenten verplicht
worden de noodige voorzieningen te
treffen.
Organisatie.
In vredestijd moet de bevolking leeren
hoe zij zich in oorlogstijd moet gedragen
Daarom kunnen aan de organisatie eener
luchtbescherming geen militairen deelnemen,
omdat die in oorlogstijd niet beschikbaar
zijn. Er is wat personeel noodig, doch men
kan in het klein beginnen. Ook de verschil
lende gemeentediensten moeten worden voor
bereid. Politie, brandweer, personeel der ver
schillende overheidsbedrijven moeten alle
worden geïnstrueerd wat hun te doen staat.
Door de brandbommen zullen veel z.g se
cundaire branden ontstaan, die gewoon ge
bluscht moeten worden, en in de water-, gas
en electriciteitsvoorzieningen zullen de bri
santbommen storingen veroorzaken, die snei
moeten worden verholpen.
Een van de beginselen is de waarschu-
wings- en alarmeeringsdienst. Verschillende
posten zullen moeten worden uitgezet, die
een centraal punt waarschuwen, als een
vijandelijk eskader op komst is. Van daar uit
wordt de bevolking langs radio-telefonischen
weg gewaarschuwd. Sirenes loeien en ieder
moet weten wat hem te doen staat. Een bom
bardement maakt de centralisatie gcwenscht,
zoodat veel kleine posten beter zijn dan en
kele groote.
Bij het begin van den oorlog wordt al da
delijk een beperkte verduistering ingesteld
waarbij alleen verkeerspunten verlicht wor
den. Het platteland is al dadelijk geheel in
het donker, omdat in verspreide gemeenten
een tijdige waarschuwi ïg onmogelijk is. In
de groote gemeenten wordt dan bij een
luchtaanval tot totale verduistering overge
gaan, waarbij de openbare verlichting of to
taal is gedoofd, of beperkt is tot enkele mei
uitstralende bakens voor het verkeer. De
burgerij moet, wat de verlichting eer huizen
betreft, daarbij medewerken.
De burgerij.
In het algemeen zal de bescherming tegen
luchtaanvallen grootendeels op de burgerij
zelf neer komen. De menschen moeten weten
wat hun te doen staat, en ze moeten de voor
schriften d:r zelfbescherming kennen. De
studievereeniging voor luchtbescherming
heeft hierover nuttige handleidingen samen
gesteld.
Rustig zijn is een eerste vereischte, doch
dat kan alleen geschieden, wanneer men
vooraf weet, wat pr gedaan moet worden.
De gemeente richt gemeenschappelijke
schuilplaatsen in, doch in ieder huis of hui
zenblok moet voor de bewoners een schuil-
vertrek (liefst de kelder) gemaakt worden,
waar gas zoo weinig mogelijk kan door
dringen. De zolder moet door een laagje
zand of linoleum tegen brandbommen wor
den beveiligd. Ramen moeten met gordijnen
kunnen worden afgesloten, die geen licht
naar buiten doorlaten. Gasmaskers moeten
aanwezig en in orde zijn, evenals bescher
mende pakken.
Ten slotte moet er veel geoefend worden,
opdat men in oorlogstijd paraat is. Daar is
veel voorbereiding voor noodig, die de ge
meentebesturen op zich moeten nemen De
oefeningen in zelfbescherming zijn de moei
lijkste, doch Berlijn heeft er onlangs een uit
stekend voorbeeld van gegeven. Luchtbe
scherming geeft geen 100 zekerheid, doch
het verminderd de -.ciiade en lenigt den nood
Een ideale luchtbescherming zal de verlie
zen tot 10 reduceeren.
Men moet niet zorgeloos zijn, zeide ma
joor Schimmel, doch de zaak ook niet over
dreven voorstellen. Gassen bijvoorbeeld,
waartegen geen afweer mogelijk is, bestaan
niet, evenmin als z.g. doodende stralen.
Wanneer de burgereii op het gebied der
luchtbescherming goed is getraind, dan be
hoeft er geen paniekf temming te ontstaan en
dp gevolgen van een «venti eelen oorlog kun
nen voor de burgerbevolking zeer worden
verminderd.
Probleem 544.
M. H. Bamlin Moskou.
n
Afe WÊ'
m.
mmw/M
yM.
m
1 w, lü
abcdelgb
Tweezet.
Oplossing 1. Tc8.
Eindspel 882.
Dr. R. Hatschik.
■mt
v/m. a mm m
m a f
abcdefgh
Wit aan zet en dwingt remise af.
Oplossing 1. I'b3. h3. 2. Pal, h2. 3. 1>3
pat.
Eindspel 883.
J. Dufresne.
i
t, 'mm m
«OU Uli
Ai
a b o d e f g
Wit aan zet en dwingt remise af.
Oplossing: L. en P moeten ingesloten
worden. Maar eerst moet de zwarte T
van de één lijn af. Dus:
1 g8D+, Kg8. 2. Tg6f- Tgti. 3. Palf en
4. bS pat.
In 1935 wordt te Warschau weder een
landentournooi gehouden. Do daar be
staande schaakclub biedt allen deelne
mers vrije verblijfkosten aan. Ook Hol-
land gaat met zijn vijf sterkste spelei s
mee doen.
Om die te vinden worden in de ver
schillende gewesten tournooien gehou
den. De kampioenen dezer tournooien
vechten om de 3e, 4e en 5e plaatsen,
want het bestuur van de Ned. Sch. Bond
hee ae eerste en tweede plaats gereser
veerd voor de heeren Landau en Jhr.
m Van den Bosch.
Ook Letland een der Baltische landen
(de vroegere Russische Oostzeepriwin
des), zal zijn team afvaardigen. Hier
voor zijn daar ook tournooien gehouden.
Hier volgt een partij uit die wedstrijden
Wit: Villard (no. 6). Zw. Raud (no. 4)!
Koning-Indisch.
1. d4 Pf6.
2. Pf3 g6 Deze zet ie typeerend
voor de opening.
3. Pbd2 dö
4. e3 Lf5.
5. Le2 Lg7
6 00 00
7. Pb4 e6 Dit hoort thuis in zwarts
plan, hoewel Ldl veiliger was.
8. Pf5 efö.
9. c4. Om de druk op e4 te ver
minderen.
9 c6
10. Db3. Db6.
11. cd5 Pd5
12. Lf3 Tfd8 Wit oefent een sterke
druk uit op d5.
13. a3 Dit is tepo-verlles daar
straks (15e zet) toch a3—a4 volgt.
13Lf6 Zwart wil een aanval op
wits koningsstelling gaan onderne
men met de h-pion.
14. g3 h5
15. a4 hl
16. a5 Dc7,
17. Pc4. Nu dreigt wit: 18. Ld5 19.
Pb6 en wint de kwaliteit.
17Pa6. Nu kan wit niet spelen:
18. Ldó Tdó 19. Pb6, abC 20. ab6 D.
speelt. Had zwart 17Paö vei*
zuimd dan zou zwart's toren verlo
ren zijn gegaan.
18. Ld2 Kg7 Zwart kan nu weer aan
zijn eigen plan gaan werken.
19. Pe5 Dit is een foutieve combina
tie. Beter Kg2.
19Leo
20. de5 De5 Wit kan toch met Lc3
niets bereiken.
21. Db7. Wit gaat op pionnenroot
uit maar dit is een tweesnijdend
zwaard.
21Pc5,
22. Dc6 De4. Zwart moet ook steeds
Lc3 in 't oog houden.
23. Tfdl Tac8
24. Da4. hg3
25. hg3 Pg3ü Zwart krijgt voor zijn
paard minstens drie pionnen b v.
26. fg3 Dg3 27. Lg2 Pe3 28. Le3 De3f.
26. Ld5 Wit wil als maar tot Lc3
komen maar zwart kan dit steeds
verhinderen met Pe2f.
2 6Td5.
27. Lel. Beter was Kg2,
2 7Th8!
28. Dc4? Wit doet wanhopige pogin
gen om aan de druk te ontkomen.
Maar 't lukt hem niet!
2 8Tc5 Nu volgt na Lc3 Dc3.
Ook kon nu 28. Kg2 niet meer b.v.
28. Kg2 Pe2 29. Kfl. f4! 30. Ke3 f3f
31. Kf3 Dh5 en wint.
Of 29. Dc4 Tc5 30. Dd3 f4 enz.
Of 29. Lc3 Pc3 30. bc3 met zwakke
remisekansen voor wit.
Maar 28. fg3! De3f. 29 Kg2 De2f
30 Lf2 Tli2t 31. Kh2 Df2 32. Khl!
(niet 32. Kh3! f4! en wint) geeft wel
remise want zwart moet eeuwig
schaak geven.
29. Da4. Ook 29. Dd3 helpt niet meer.
29Pe2. 30. Kfl. f4! enz.
29 f4! Nu moet ook de Td5 mee
gaan doen aan 't mat geven.
30. fg3 De3f,
31. Lf2 Thlüf
Een prachtig torenoffer dat beslist.
32. Khl. Df3f
33 Kgl Th5 en 't mat is niet te
dekken. Na 34. Dd4f volgt Kh7.
(Naar de W. S.)
Men ziet deze spelers zijn niet voor
de poes.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1383.
Stand.
Zw. 10 sch. op: 8, 9, 16, 18, 19, 20, 22, 23,
28, 36.
W. 10 sch. op: 26, 29, 30, 32, 34, 37, 42,
44. 46, 49.
Oplossing.
1. 32-27 1. 22 31
2 46—41 2. 36 38
3. 4139 3. 31 42
4. 30—24 4. 19:30
5- 34:12 5. 23:43
6- 12:32 6. 38:27
49 47! Zeer mooi!
Uit de partij.
In de volgende positie:
mm
"//w,
HP
v/m