mm m nare Hoofdpijn Bommen uit oorlogsvliegtuigen. QetneMiecadett 5iidschci(tm JbhaaAcu&cieA i 'M at ft m m m m m m w//mm SM SÊ m 8Ü m m -mi HH m l MA f Qamciétiek Beschutting der burgerbevolking. i s im4 mi 4 luB ^*\Wf ÜRH111# ft m m m HEEMSKERK Luchtbescherming behoort tot de taak der gemeenten. ORGANISATIE IS NOODIG. Hl DÉ fUt ÉH |§P !*'S4 m m !^i 4 pCt. Nederland 99 1/4, 98 5/8, 99 1/4, 99; 2'A pCt. N.W.S. 74 3/8, 74 1/4, 75; 4 pCt. Ned. Indië 97 13/16, 96 7/8, 97 3/16; 4 pCt. Amsterdam 96 5/8, 95 4 pCt. 's-Gravenhage 98 1/4, 98 3/4; 4.'4 pCt. België (gld.) 81, 80, 81; 4VÉ pCt. Frankrijk 83 1/4, 82 1/4. De raad kwam Donderdagmiddag voltallig bijeen. Vastgesteld werden de gemeentelijke ver goedingen volgens artikel 101 L. O. wet. Voor de r k. jongensschool bedraagt deze 701.50 en die der meisjesschool 731.64 en de ch. school 185.60. De overeenkomst met Beverwijk inzake de vleeschkeuringswet werd aangenomen over eenkomstig een voorstel van B. en W. Tot leden der streekplan-commissie be noorden het Kanaal werden benoemd de burgemeester en de oudste wethouder, tot pl. verv. de heeren I. v. Duivenvoorde en I Docter Wethouder Henneman maakte bezwaar tegen den verkoop van een stukje grond van de gemeente, groot 100 M2, voor den bouw van een rijkstelefoongebouwtje. Wethouder Duivenvoorde was van eene tegenovergestelde meening doch bij stem ming bleek dat de meeste leden zich aan de zijde schaarden van wethouder Henneman, derhalve werd het verzoek van het rijk afge- jvezen. Aan de vereeniging glascultuur werd alsnog eene subsidie van 50 toegekend. Onieuw kwam ter sprake aanschaffing van een „zuurstof-apparaat". Om de kosten 100—150 stelde B. en W. voor dit te wijzen, echter zal op voorstel van wethouder v. Duivenvoorde dit punt t.z.t. wederom in behandeling gebracht wor den. Ged. Staten berichtte de raad om het presentiegeld der leden van 4 op 2.50 te brengen, waarbij na eindelooze discussies besloten werd hiermede geen genoegen te nemen. De N.V. Noorderbad vroeg met het oog op de a.s. komst van 200 kampeerders nog J000 M. strand te mogen pachten. Met het oog dat bij deze uitbreiding zich wanordelijkheden kunnen voordoen werd besloten hierop nog geen beslissing uit te lokken. Voorgesteld werd de overeenkomst met Beverwijk inzake glaslevering te wijzigen in dien zin dat aan onze gemeente geen winst zal worden uitbetaald alvorens hier winst gemaakt is. De voorzitter zegde dat deze wijziging in het nadeel van onze gemeente is. Niettegen staande dit vermeende nadeel hebben toch de beide wethouders in de bijeenkomst van behoeft Uw dag niet te vergallen. Neem een "AKKERTJE" en Ge zijl er af. Bovendien, Ge proeft nietsI Prettig en makkelijk innemenl AKKER - CACHETS verdrijven spoedig Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijn, Spierpijn. Overal verkrijgbaar i 52 cent per 12 stuks. B. en. W. voorgesteld deze wijziging te moe ten aanvaarden. De heer N. Henneman sprak daarom zijn verwondering uit over de houding dezer wethouders. Weth. Henneman veerde aan dat z.i. juist het bestaande contract niet in het belang onzer gemeente is en zij om die reden wijzi ging het meest wencshelijk geacht hebben. Uit de discussies bleek dat vroeger tus- schen Beverwijk en Heemskerk over gasle vering een proces gevoerd is welk proces ten gunste van Heemskerk uit viel, later is er volgens Weth. Henneman tusschen beide ge meenten over deze zaak geconfereerd, waar bij alles in de beste harmonie is besproken. Komt er nu volgens spr. geen overeenstem ming dan vreesae ij dat deze zaak voor Heemskerk op een fiasco zal uitloopen. De voorzitter was van meening dat het bestaande contract moet worden nageleefd. Voortgaande zeide spr. dat de winst-clau sule aantoont dat onze gemeente recht heeft op uitkeering van een gedeelte der gemaakte winst, wat door de arbitrage-commissie geensinds wordt betwist. Na schier eindelooze debatten werd het voorstel der meerderheid van B. en W. d. i. de wijziging of aanvaarding van het nieuwe contract met 7 tegen 4 stemmen aangeno men. De heer P. de Vries Thr. uitte nog zijn verontwaardiging uver den uitslag dezer stemming. Wij ontvingen een exemplaar van het nieu we maandblad „Kers' Keukengeheimen". (Uitgave firma wed. P. v. d. Hert, Bussum.) De bedoeling van dit blad is om bij den steeds lager zinkenden levensstandaard, des kundige voorlichting te geven i.z. het vraag stuk der economische en toch deugdelijke en smakelijke voedselbereiding. (Van onzen reisredacteur). Over luchtbescherming heerschen nog maar al te veel onjuiste begrippen. De noodzakelijkheid zoowel als de moge lijkheid ervan worden vaak bestreden, hetgeen vooral daarin zijn oorzaak vindt, dat gelukkig nog niemand kennis heeft gemaakt met luchtaanvallen, zoo als de moderne techniek deze mogelijk maakt. Teneinde deskundige voorlich ting te bevorderen aangaande de moge lijkheden en middelen tot bescherming tegen een gevaar, waartegen meer zal kunnen worden uitgericht, naarmate het publiek beter is voorbereid, heeft de Regeeringspersdienst dezer dagen een persconferentie georganiseerd, waar het hoofd van het bureau voor luchtverde diging van den generalen staf, majoor A. H. Schimmel, en de kapitein J. H. van Riesen van dat bilreau over dit on derwerp een bespreking hebben gehou den. De chef van den regeeringspers dienst, de heer A. J. Lievegoed, die ver gezeld was van den adjunct-chef, den heer D. J. Lambooy, leidde de besprekin gen met een kort woord van welkom in. Aanvallen uit de lucht. Om van de luchtbescherming iets af te weten, moeten we eerst het begrip luchtoorlog kennen. Dit begrip is in de laatste jaren wel zeer gewijzigd. Vroeger d. w. z. in den afgeloopen wereldoor log dienden de luchtstrijdkrachten alleen tot hulp van de gewone strijd krachten. Pas tegen het einde van den oorlog viel een begin te constateeren van een zelfstandig optreden, dat den modei'nen luchtoorlog, zooals de militai re schrijvers die zien, volledig zal ken merken. Dat verschil van toen en nu (en „nu", dat misschien toekomst, misschien nimmer werkelijkheid zal zijn, maar waarmee men als een groote mogelijk heid moet rekening houden) is vooral veroorzaakt doordat het vermogen van het vliegtuig sedert den oorlog zoo snel en zoo belangrijk is vergroot. Snelheid, veiligheid en draagvermogen zijn gewel dig toegenomen en ook het vliegen in een donkeren nacht alleen op de instru menten is tot groote ontwikkeling geko men. Wel is er op het gebied van den modernen luchtoorlog nog geen erva ring, maar men kan eenigszins nagaan, welken vorm en welk karakter hij zal hebben. Veel wordt er in de militaire vakbladen over geschreven en in het al gemeen wordt er een belangrijke plaats aan toegedacht. Hoofdzakelijk beslaat de luchtoorlog uit het bombardeeren van verschillende objecten, die voor militaire doeleinden van belang zijn. Dus in de eerste plaats mobilisatie-centra, bruggen waarover militair verkeer geleid wordt, stations, munitiefabrieken. Maar ook andere in dustrieën, die met militaire voorzienin gen in verband staan, en welke zijn dat eigenlijk niet? Kledingfabrieken, fa brieken van voedingsmiddelen, machi nefabrieken, electriciteits-, gas- en wa terleidingsbedrijven, slechts heel weinig fabrieken zullen door den vijand van geen belang geacht worden. Vliegtuigen komen. Een bombardement van uit de lucht beteekent, dat men op vrij groote hoogte boven een bepaald punt vliegt en er bommen op laat vallen. Dat kan niet met volstrekt zuiverheid geschieden, zoodat ook de omgeving daaraan bloot staat. Proeven hebben uitgewezen dat in een vierkant van 200 X 200 meter onge veer 80 pet. der bommen terecht komt. Daar staat tegenover, dat de luchtverde diging met het moderne afweergeschut ook groote trefkansen heeft. Doch het luchtdoelgeschut, dat wegens de snel heid, waarmee geschoten moet worden, slechts doeltreffend kan zijn met een mechanische bediening, is verbazend duur en niet snel verplaatsbaar. Kon men over het geheele land deze artille rie in groote hoeveelheid opstellen, dan zou een luchtaanval goed bestreden kunnen worden, maar financieele over wegingen maken dit onmogelijk. Alleen tot een verdediging van de meest vitale objecten moet men zich dus bepalen. Een belangrijk en tevens zeer mobiel verdedigingsmiddel is het jager-vlieg tuig, doch ook dat is niet afdoende, om dat in den regel de jagers eerst 20 minu ten na de eerste melding in de lucht kunnen zijn en wat kan een vijandelijk vliegtuig, dat met een snelheid van meer dan 400 kilometer per uur zich voortbe weegt, in dien tijd al niet voor kwaad hebben gesticht! Voor grootere landen is een snelle en uitgebreide luchtmacht effectiever, om dat de vijand daar niet in zoo korten tijd tot in het hart zal zijn doorgedrongen. Wat Duitschland zijn grensgebied noemt, waarachter dus pas een goede luchtverdediging mogelijk is, heoft de breedte van Nederland! Met de eigen vliegtuigen kan men wel den vijand ver volgen, doch dat is meer een bestraffing nadat het kwaad al is geschied. Voor kleine landen is düs een luchtbescher ming nóg meer noodig dan voor groote zooals Duitschland, waar deze organisa tie overigens toch tot in de puntjes in orde is. Dat hebben de jongste oefenin gen bewezen, waarvan majoor Schim mel, die ze had bijgewoond, enkele staal tjes vertelde. Heel Nederland behoort op luchtbescherming te zijn ingesteld, want ook plaatsen, die nu geen objecten voor et., bombardement meenen te zijn, kun nen dat door aanleg van werken in den oorlog plotseling worden. Alleen het platteland is uitgeschakeld; daar is de aanvalskans zoowel als de trefkans zeer gering, terwijl ook moeilijk voorzienin gen zijn t^ maken. Men volstaat er met na zonsondergang een algeheele duister nis te bevelen. Bommen vallen. In den modernen luchtoorlog zullen drie soorten van bommen worden ge bruikt: brisant-, brand- en gasbommen. Vermoedelijk zullen alle drie soorten te gelijk worden neergeworpen om don aanval des te effectiever te maken. De brisantbommen hebben een spring lading, die uiteenloopt van 50 tot 1000 kilogram, al naar mate men veel kleine treffers of een enkele grooten treffer wil maken. Eén treffer is voldoende om een groote ravage te stichten, doch directe trefkans is niet groot. Men moet echter rekening houden met de in de omgeving van het doel vallende bommen, die juist de burgerbevolking veel schade kunnen toebrengen, en met de in het rond sprin gende schreven, die ook een verwoes tende werking hebben. Brandbommen hebben een gewicht van drie tot vijf kilogram en zijn gevuld met stoffen die zelf branden zonder zuurstof noodig te hebben en een hitte ontwikkelen van 2000 graden Celsius. De brandtijd is maar kort, doch door de groote hitte kan, wanneer de bom op een daartoe gunstige plek is neergeko men, een brand ontstaan, die dan op de gewone wijze moet bestreden worden. Ongeveer 10 pet. der brandbommen valt bij een luchtaanval op brandbare plaat sen en daarvan hebben nog niet alle een brand ten gevolge. Dan zijn er ten slotte de gasbommen, gevuld met concentraties van voor de gezondheid schadelijke gassen. Wanneer zoo'n bom ergens uit elkaar spring, ver spreidt zich snel het verderfelijke gas, dat zwaarder is dan de lucht en dus moeilijk verdwijnt, in de omgeving dringt door reten en scheuren in de hui zen en bedreigt op alle mogelijke manie ren de burgerbevolking. Naar majoor Schimmel ons meedeel de, bestaat in militaire kringen de over tuiging, dat de burgerij, vooral in het begin van den oorlog, niet aan groote gasaanvallen zal blootstaan. De bedoe ling van een luchtaanval is uitsluitend vernieling van militaire troepen en hulpmiddelen. Daarvoor kunnen alleen brisant- en brandbommen dienen, ter wijl gas er hoogstens bij gebruikt wordt om het blusschen van eventueel ontsta ne branden te bemoeilijken. Werkelijke gasaanvallen zal de burgerbevolking alleen te duchten hebben bij den z.g. onbeperkten luchtoorlog, die zeker niet dadelijk zal worden toegepast,, omdat het aanvallende land er de algemeene antipathie in de wereld mee zou opwek ken en bloot zou staan aan represailles, die voor het land zelf even ernstig zijn. Luchtbescherming. Tegen deze aanvallen uit de lucht, van welken aard zij ook mogen zijn, moet de bevolking beschermd worden. Zooals wij al hebben uiteengezet: door de snelheid van het vijandelijk optreden zal een militaire tegenaanval of verdedi ging niet steeds het gewenschte resul taat hebben. Men moet dus zijn voorbe reid op dergelijke gebeurtenissen en daarvoor is organisatie in vredestijd noodig. De militaire overheid kan er zich in oorlogstijd niet mee bemoeien, maar wil nu gaarne de noodige voor lichting geven bij de organisatie ervan. De luchtbescherming is gemeentezaak, het is een zuiver passieve, burgerlijke dienst. De deelnemers eraan kunnen door de tegenpartij niet als franc-tireurs worden beschouwd, omdat er geen aan- valsgedachte in zit. Er is geen sprake van, dat men het gevoel behoeft te heb ben aan de oorlogshandelingen deel te nemen. Op'vele plaatsen begint men nu tot een juister inzicht te komen ten aanzien van de noodzakelijkheid eener organisa tie van de luchtbescherming. In het bij zonder in de provincies Overijssel en Gelderland, doch ook elders helaas nog niet in de groote steden zette men zich aan het werk. De burgemeester van Winterswijk verrichtte pionierswerk door in October 1933 een eerste oefening in de luchtbescherming aldaar te hou den, welke weldra werd gevolgd door talrijke andere: Terneuzen, Eindhoven, Zaltbommel, Vriezenveen, Wageningen, Kuilenburg, Nijmegen, Vlaardingen, IJsselstein, 's-Gravenhage, Zuid-Lim burg, Gelderland en in het najaar Utrecht. In de provincies Gelderland en Overijssel hielden verscheidene gemeen ten oefeningen in den radio-luister- dienst, den alarmeeringsdienst en in het w'-duisteren. De afdeeling luchtverdedi ging van den generalen staf geeft daar bij voorlichting, die den laatsten tijd ook in geschriften wordt Verstrekt. Een nut- tie boekje is de door het departement van defensie uitgegeven: Leidraad luchtbeschermingsdienst, dat voor ieder verkrijgbaar is. De organisatie behoeft niet veel te kosten, doch in verscheidene gemeenten kan het dagelijksch bestuur van den raad voor deze dingen geen medewer king krijgen. Dat zal straks anders wor den, wanneer een wet, die thans in voor bereiding is, zal zijn aangenomen, waar in de noodige voorschriften worden ge geven en waarin de gemeenten verplicht worden de noodige voorzieningen te treffen. Organisatie. In vredestijd moet de bevolking leeren hoe zij zich in oorlogstijd moet gedragen Daarom kunnen aan de organisatie eener luchtbescherming geen militairen deelnemen, omdat die in oorlogstijd niet beschikbaar zijn. Er is wat personeel noodig, doch men kan in het klein beginnen. Ook de verschil lende gemeentediensten moeten worden voor bereid. Politie, brandweer, personeel der ver schillende overheidsbedrijven moeten alle worden geïnstrueerd wat hun te doen staat. Door de brandbommen zullen veel z.g se cundaire branden ontstaan, die gewoon ge bluscht moeten worden, en in de water-, gas en electriciteitsvoorzieningen zullen de bri santbommen storingen veroorzaken, die snei moeten worden verholpen. Een van de beginselen is de waarschu- wings- en alarmeeringsdienst. Verschillende posten zullen moeten worden uitgezet, die een centraal punt waarschuwen, als een vijandelijk eskader op komst is. Van daar uit wordt de bevolking langs radio-telefonischen weg gewaarschuwd. Sirenes loeien en ieder moet weten wat hem te doen staat. Een bom bardement maakt de centralisatie gcwenscht, zoodat veel kleine posten beter zijn dan en kele groote. Bij het begin van den oorlog wordt al da delijk een beperkte verduistering ingesteld waarbij alleen verkeerspunten verlicht wor den. Het platteland is al dadelijk geheel in het donker, omdat in verspreide gemeenten een tijdige waarschuwi ïg onmogelijk is. In de groote gemeenten wordt dan bij een luchtaanval tot totale verduistering overge gaan, waarbij de openbare verlichting of to taal is gedoofd, of beperkt is tot enkele mei uitstralende bakens voor het verkeer. De burgerij moet, wat de verlichting eer huizen betreft, daarbij medewerken. De burgerij. In het algemeen zal de bescherming tegen luchtaanvallen grootendeels op de burgerij zelf neer komen. De menschen moeten weten wat hun te doen staat, en ze moeten de voor schriften d:r zelfbescherming kennen. De studievereeniging voor luchtbescherming heeft hierover nuttige handleidingen samen gesteld. Rustig zijn is een eerste vereischte, doch dat kan alleen geschieden, wanneer men vooraf weet, wat pr gedaan moet worden. De gemeente richt gemeenschappelijke schuilplaatsen in, doch in ieder huis of hui zenblok moet voor de bewoners een schuil- vertrek (liefst de kelder) gemaakt worden, waar gas zoo weinig mogelijk kan door dringen. De zolder moet door een laagje zand of linoleum tegen brandbommen wor den beveiligd. Ramen moeten met gordijnen kunnen worden afgesloten, die geen licht naar buiten doorlaten. Gasmaskers moeten aanwezig en in orde zijn, evenals bescher mende pakken. Ten slotte moet er veel geoefend worden, opdat men in oorlogstijd paraat is. Daar is veel voorbereiding voor noodig, die de ge meentebesturen op zich moeten nemen De oefeningen in zelfbescherming zijn de moei lijkste, doch Berlijn heeft er onlangs een uit stekend voorbeeld van gegeven. Luchtbe scherming geeft geen 100 zekerheid, doch het verminderd de -.ciiade en lenigt den nood Een ideale luchtbescherming zal de verlie zen tot 10 reduceeren. Men moet niet zorgeloos zijn, zeide ma joor Schimmel, doch de zaak ook niet over dreven voorstellen. Gassen bijvoorbeeld, waartegen geen afweer mogelijk is, bestaan niet, evenmin als z.g. doodende stralen. Wanneer de burgereii op het gebied der luchtbescherming goed is getraind, dan be hoeft er geen paniekf temming te ontstaan en dp gevolgen van een «venti eelen oorlog kun nen voor de burgerbevolking zeer worden verminderd. Probleem 544. M. H. Bamlin Moskou. n Afe WÊ' m. mmw/M yM. m 1 w, lü abcdelgb Tweezet. Oplossing 1. Tc8. Eindspel 882. Dr. R. Hatschik. ■mt v/m. a mm m m a f abcdefgh Wit aan zet en dwingt remise af. Oplossing 1. I'b3. h3. 2. Pal, h2. 3. 1>3 pat. Eindspel 883. J. Dufresne. i t, 'mm m «OU Uli Ai a b o d e f g Wit aan zet en dwingt remise af. Oplossing: L. en P moeten ingesloten worden. Maar eerst moet de zwarte T van de één lijn af. Dus: 1 g8D+, Kg8. 2. Tg6f- Tgti. 3. Palf en 4. bS pat. In 1935 wordt te Warschau weder een landentournooi gehouden. Do daar be staande schaakclub biedt allen deelne mers vrije verblijfkosten aan. Ook Hol- land gaat met zijn vijf sterkste spelei s mee doen. Om die te vinden worden in de ver schillende gewesten tournooien gehou den. De kampioenen dezer tournooien vechten om de 3e, 4e en 5e plaatsen, want het bestuur van de Ned. Sch. Bond hee ae eerste en tweede plaats gereser veerd voor de heeren Landau en Jhr. m Van den Bosch. Ook Letland een der Baltische landen (de vroegere Russische Oostzeepriwin des), zal zijn team afvaardigen. Hier voor zijn daar ook tournooien gehouden. Hier volgt een partij uit die wedstrijden Wit: Villard (no. 6). Zw. Raud (no. 4)! Koning-Indisch. 1. d4 Pf6. 2. Pf3 g6 Deze zet ie typeerend voor de opening. 3. Pbd2 dö 4. e3 Lf5. 5. Le2 Lg7 6 00 00 7. Pb4 e6 Dit hoort thuis in zwarts plan, hoewel Ldl veiliger was. 8. Pf5 efö. 9. c4. Om de druk op e4 te ver minderen. 9 c6 10. Db3. Db6. 11. cd5 Pd5 12. Lf3 Tfd8 Wit oefent een sterke druk uit op d5. 13. a3 Dit is tepo-verlles daar straks (15e zet) toch a3—a4 volgt. 13Lf6 Zwart wil een aanval op wits koningsstelling gaan onderne men met de h-pion. 14. g3 h5 15. a4 hl 16. a5 Dc7, 17. Pc4. Nu dreigt wit: 18. Ld5 19. Pb6 en wint de kwaliteit. 17Pa6. Nu kan wit niet spelen: 18. Ldó Tdó 19. Pb6, abC 20. ab6 D. speelt. Had zwart 17Paö vei* zuimd dan zou zwart's toren verlo ren zijn gegaan. 18. Ld2 Kg7 Zwart kan nu weer aan zijn eigen plan gaan werken. 19. Pe5 Dit is een foutieve combina tie. Beter Kg2. 19Leo 20. de5 De5 Wit kan toch met Lc3 niets bereiken. 21. Db7. Wit gaat op pionnenroot uit maar dit is een tweesnijdend zwaard. 21Pc5, 22. Dc6 De4. Zwart moet ook steeds Lc3 in 't oog houden. 23. Tfdl Tac8 24. Da4. hg3 25. hg3 Pg3ü Zwart krijgt voor zijn paard minstens drie pionnen b v. 26. fg3 Dg3 27. Lg2 Pe3 28. Le3 De3f. 26. Ld5 Wit wil als maar tot Lc3 komen maar zwart kan dit steeds verhinderen met Pe2f. 2 6Td5. 27. Lel. Beter was Kg2, 2 7Th8! 28. Dc4? Wit doet wanhopige pogin gen om aan de druk te ontkomen. Maar 't lukt hem niet! 2 8Tc5 Nu volgt na Lc3 Dc3. Ook kon nu 28. Kg2 niet meer b.v. 28. Kg2 Pe2 29. Kfl. f4! 30. Ke3 f3f 31. Kf3 Dh5 en wint. Of 29. Dc4 Tc5 30. Dd3 f4 enz. Of 29. Lc3 Pc3 30. bc3 met zwakke remisekansen voor wit. Maar 28. fg3! De3f. 29 Kg2 De2f 30 Lf2 Tli2t 31. Kh2 Df2 32. Khl! (niet 32. Kh3! f4! en wint) geeft wel remise want zwart moet eeuwig schaak geven. 29. Da4. Ook 29. Dd3 helpt niet meer. 29Pe2. 30. Kfl. f4! enz. 29 f4! Nu moet ook de Td5 mee gaan doen aan 't mat geven. 30. fg3 De3f, 31. Lf2 Thlüf Een prachtig torenoffer dat beslist. 32. Khl. Df3f 33 Kgl Th5 en 't mat is niet te dekken. Na 34. Dd4f volgt Kh7. (Naar de W. S.) Men ziet deze spelers zijn niet voor de poes. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1383. Stand. Zw. 10 sch. op: 8, 9, 16, 18, 19, 20, 22, 23, 28, 36. W. 10 sch. op: 26, 29, 30, 32, 34, 37, 42, 44. 46, 49. Oplossing. 1. 32-27 1. 22 31 2 46—41 2. 36 38 3. 4139 3. 31 42 4. 30—24 4. 19:30 5- 34:12 5. 23:43 6- 12:32 6. 38:27 49 47! Zeer mooi! Uit de partij. In de volgende positie: mm "//w, HP v/m

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10