t „Landbouw en Maatschappij" mobiliseert. ROOKT a NIEMEIJER'S Stad m Om Een druk bezochte vergadering in de „Harmonie". Land' en Tuinbouw Propaganda-vergaderirig. Spreker staat vervolgens stil bij drie groote problemen welke wel in de eerste plaats de belangstelling der beweging ver dienen. 1 De vrijhandel, 2 de verhouding tusachen landbouw en industrie en 3de grondslag van onze sociale actie. Het zijn vooral de verkeerde opvattingen inzake de ze drie punten, die voldoende hulp aan den boerenstand in den weg staan. ïkUiïkC Qeaotf een dagblad-advertentie? Wel, enkel dan alleen krijgt gr van elk attentlel In de Harmonie organiseerde het gewest N -H. van den Nationalen Bond Landbouw en (Maatschappij een propaganda-vergadering, waarin als sprekers het woord voerden de heer J. Smit uit Voorburg, adviseur van den Nationalen Bond, de heer G. J. Ruiten te Knype en Jac. Welleman te Krabbendijke. Voor deze vergadering bestond groote belangstelling. Reeds om half tien liep de Harmoniezaal vol. Onder de aanwezigen merkten wij op ir. Dyt, den heer P. Stapel, voorz. van de Holl. Mij. van Landbouw, mr. v. Leeuwen, kring leider van de N. S. B., ir Lienesch en den beer J. Barendirecht uit den IJpolder. De heer A. Briene uit Haarlemmermeer heette in zijn openingswoord den heer Smit als geestelijke vader van de organisatie, speciaal welkom. Spr. hoopte, dat ook Noordholland het streven van Landbouw en Maatschappij, die reeds 20000 leden telt, beter zal gaan begrijpen. Spr. schetste de noodzakelijkheid van een nieuwe economische oriënteering. De boeren dienen schouder aan schouder te staan, opdat aan de bodembewerkers niet langer de beschutting onthouden wordt, die aan anderen wordt gegeven. Voorts betoogde spr., dat de bond geens zins beoogt de bestaande landbouworgani saties te bestrijden. Siechts zal op gekomen worden tegen de economische fouten in alle politieke partijen. Aan de deur was het blad „Volk en Vader land" uitgereikt. Spr. oordeelde het noodig, vast te stellen, dat „Landbouw en Maat schappij" met de N. S. B evenmin als met anflere politieke partijen, iets te maken heeft. (Applaus). De algemeene economische politiek. Dit onderwerp werd in behandeling ge nomen door den adviseur van den Bond, oud-referendaris van het Dep. van Land bouw, den heer J. Smit te Voorburg. Spr. begon met te zeggen, dat, naar meer en meer blijkt, onze maatschappij noodig heeft een algeheele economische heroriën teering in de richting van den landbouw, die nog altijd de grondslag vormt van het geheele economisch leven Daar kan men de eenvoudige waarheden terug vinden, welke onder den invloed van een eenzijdig stede lijk en industrieel georiënteerde maatschappij beschouwing zijn zoek geraakt. Dit heeft in hooge mate bijgedragen tot het ontstaan van de crisis en is eene onoverkomelijke hin derpaal voor het vinden van den weg tot herstel. Tegenover deze stedelijk en industrieel ge oriënteerde maatschappijbeschouwing plaaisi spr. een andere, die uitgaat van het funda ment van de maatschappij, den landbouw. Het is deze maatschappijbeschouwing, die spr. in 1918. toen alle politieke partijen de kluts kwijt waren, in staat stelde te voor spellen, dat ^e toen op sociaal gebied inge slagen wegen zouden leiden tot een cata- strophe. Deze catastrophe is gekomen door oorzaken, die spr. ook niet kon voor zien, in nog ergere mate dan hij vermoedde. Spr. heeft in de laatste jaren zich geheel gegeven aan de ontwikkeling van zijne denk beelden. En hij heeft daarbij steun gevon den in de Boerenbonden, die vereenigd zijn in den Bond Landbouw en Maatschappij Deze beweging vond haar oorsprong in Drente, waar in het begin van 1932 de Drentsche boerenbond werd opgericht, die spoedig gevolgd werd door de oprichting van dergelijke bonden in Groningen, Fries land, Overijssel, Gelderland en Noordhol land Ontstaan uit den crisisnood wil de Bond Landbouw en Maatschappij toch meer zijn dan een crisisverschijnsel. Hij stelt zich ten doel de economische en politieke scholing van den boerenstand of eigenlijk van de ge heele plattelandsbevolking, ten einde zoo doende die bevolking een grooteren invloed te doen uitoefenen op onze geheele cultuur. Landbouw en Maatschappij wil alleen politiek van hoogere orde uitoefenen en mijdt daarom zooveel mogelijk alles wat op partijpolitiek lijkt. Zij wil als het eenigszins anders kan, niet als politieke partij optreden, maar aanhangers van verschillende politieke partijen bijeen brengen, ten einde gezamen lijk te strijde tegen een fout, die alle politieke partijen gemeen hebben, n.1. dat zij de nei ging hebben de maatschappij eenzijdig te be zien door een stedelijke en industrieele bril. De oond werd aanvankelijk door de be staande landbouworganisaties met zeker wantrouwen begroet. Ten onrechte echter. Hij laat de bestaande organisaties op hare plaats, doch wil alleen doen, wat die organi saties hebben geschroomd te doen, n.1. de landbouwende bevolking op economisch en politiek gebied wegwijs te maken. Door hare ongeschooldheid op dit terrein is de land bouwende bevolking in de laatste jaren door de andere bevolkingsgroepen onder den voet geloopen. Zeer tot nadeel van het platteland, maar ook van het geheele volk. Intusschen komen Landbouw en Maat schappij en de oudere landbouw-organisaties meer en meer tot elkaar. In Drente is men zelfs tot eenige innige samenwerking geko men. Slaagt men daarin ook elders dan zal de grondslag zijn gelegd van een krachtig agrarisch front. Wat het eerste punt betreft, merkte spre ker op, dat Nederland zich als een vrijhan delsland bij uitnemendheid beschouwt. Dit komt doordien velen het wezen van den vrijhandel heel slecht begrijpen. Vrijhandel beteekent niet alleen ja zelfs niet in de eer ste plaats vrije concurrentie bij de prijsbepa ling op de wereldmarkt, maar tevens bij de binnenlandsche loon- en prijsbepaling. Te gen deze laatste verzetten zich echter onze sociale opvattingen. Deze toornen voortdu rend tegen deze vrije concurrentie en heb ben haar bij de binnenlandsche loon- en prijsbepaling vrijwel geheel uitgeschakeld. Daardoor is echter de vrijhandel in zijn hartader aangetast. Zal toch de vrijhandel nuttig werken, dan dienen alle loonen en prijzen zich vlot bij de schommelingen van de wereldmarkt aan te passen. En dat nu wordt door onze sociale opvattingen onmo gelijk gemaakt. Naar spreker meent zal deze strijd tusschen vrijhandel en sociale opvattingen door den vrijhandel niet wor den gewonnen. Het is echter in het belang van den landbouw, zoowel als van het alge meen, dat hij zoo spoedig mogelijk eindigt. Men heeft thans twee systemen. Voor wat de landbouwer moet verkoopen, beroept men zich altijd nog op den vrijhandel, die uit gaat van wereldmarktprijzen en de loonen aan die prijzen wil aanpassen. Voor wat de landbouwer moet koopen geldt echter een ander systeem, waarbij wordt uitgegaan van sociaal wenschelijk geachte loonen en de prijzen zich daarbij moeten aanpassen. Tusschen deze twee sy stemen wordt de 1 andbouwende bevolking doodgedrukt. En aangezien spreker nu van meening is, dat wij onze sociale opvattingen niet weer aan den dijk zullen kunnen zetten, zullen wij het vrijhandelsbeginsel principi eel moeten laten varen en het op onze so ciale opvattingen steunende systeem ook moeten toepassen op de landbouw. Dit wil zeggen, dat men de prijzen der landbouw producten op zoodanig peil moeten brengen, dat de landbouwarbeid op denzelfden voet kan worden beloond als andere arbeid. Wie zich op dit standpunt stelt en ieder die zich in dit vraagstuk verdiept zal zich op dit standpunt moeten stellen begrijpt ook, hoe onjuist het is te beweren dat de land bouw 200.000.000 gulden steun ontvangt. Inplaats van steun te ontvangen, komt de landbouw zeker 200.000.000 gulden te kort. De prijzen der landbouwproducten staan thans op ongeveer 70 van het vooroor- logsche peil, terwijl het stedelijke en indus trieele loon- en prijspeil op ongeveer 175 staat. Deze twee cijfers moeten weer aan el kander gelijk worden. Daarvoor zullen de loonen belangrijk moeten dalen en de prij- z-n der landbouwproducten belangrijk moe ten stijgen. Met het huidige systeem van maatregelen kan men dit echter niet berei ken. Wel met het syseem van landbouw en Maatschappij. Dit wil door hooge invoer rechten de akkerbouwproducten op het ge- wenschte peil brengen en met de hulp van de opbrengst van die invoerrechten de vee houderijproducten zich daarbij doen aanpas sen. Spreker begrijpt niet, hoe dit systeem door de veehouders kan worden bestreden Zonder loonende akkerbouw zal men de veehouderij nooit loonend kunnen maken. Dé prijzen der veehouderij producten zullen zich moeten aanpassen aan loonende prij zen der akkerbouwproducten. De fout van het huidige systeem is, dat men den akker bouw loonend wil maken en het voer goed koop houden, wat ten gevolge heeft, dat de melkproductie voortdurend toeneemt en de veehoucjer met het goedkoope krachtvoer 'den prijs bederft, van de melk, die hij produceert met zijn eigen gras. Spr. komt thans tot het tweede punt: de verhouding tusschen landbouw en industrie. Hij wijst in dit verband op de dwaze opvat tingen in dezen, waarvan verschillende stem men uit handel en industrie in het laatste jaar hebben blijk gegeven. Spr. kan niet vaak genoeg wijzen op de elementaire waar heid, dat elke industrieele bovenbouw der maatschappij moet rusten op een landbouw- fundament. Door de verandering in de we reldstructuur ontvalt ons een belangrijk deel van ons buitenlandsch landbouwfundament Dit stelt ons den eisch ons binnenlandsch landbouwfundament zooveel mogelijk uit te breiden. De binnenlandsche afzet toch van onze industrie moet zoo groot mogelijk wor den gemaakt, nu de buitenlandsche afzet mogelijkheid inkrimpt. En deze binnenland sche afzetmogelijkheid wordt voor een groot deel bepaald door den omvang van onzen landbouw. Wij moeten er daarom alles op zetten, onzen bodem zoo intensief moge lijk te exploiteeren. Dit is echter alleen moge lijk bij loonende prijzen. Zooals de prijzen thans zijn, beweegt de landbouw zich in extensieve richting. Spr. kan het niet vaak genoeg zeggen, dat steun aan den landbouw tevens de meest doelmatige steun is aan in dustrie en middenstand. Het derde probleem, dat landbouw en maatschappij op den voorgrond stelt, betreft den grondslag van onze sociale politiek. Van loonactie is naar spr. meent weinig heil te verwachten. Zij heeft hoofdzakelijk slechts geleid tot uitbuiting van de landbouwende bevolking door de stedelijke en de indus trieele. Ook van het socialisme verwacht spr. geen uitkomst, zoolang dit zijn hart verpand houdt aan het gemeenschappelijk bezit der productiemiddelen. Dit komt neer op de ver plaatsing van de bestaansverantwoordelijk heid van het individu naar de gemeenschap Dit acht spr. onvereenigbaar met de demo cratie. Vandaar dat het socialisme ook over al den weg heeft geeffend voor de dictatuur Wil men de op'ossing van het sociale vraagstuk op democratischen grondslag, dan zal men mopten uitgaan van de indivi dueele bestaansverantwoordelijkheid. Ieder mensch moet door arbeid, spaarzaamheid en eene doelmatige levenshouding trachten tot welvaart en vooral iot bezith te komen. En dit moet door de overheid worden bevorderd. Onze huidige politiek doet echter in menig opzicht het tegengestelde. Zij offert de flinke menschen op aan wie er maar op los heeft geleefd. Men kan gerust zeggen, dat op werkzaamheid en strafzaamheid straf wordt gesteld. Spr. eindigt met de opmerking, dat het Program van Landbouw en Maatschappij in menig opzicht den weg aanwijst, die de maatschappij, voor zoover in onze macht ligt, uit de moeilijkheden, waarin zij ver keert, kan redden. Spr. eindigde, onder app1aus der vergade ring, zijn betoog, met als zijn overtuiging uit te spreken, dat de uitvoering van dit streven behalve voor de boeren ook zijn groot nut zal hebben voor de gehede maatschappij. De voorzitter stond hierna, onder af wijzing van debat, het stellen van vragen toe. De heer K o o ij m a n vond dit te beperkt, doch de voorzitter meende dit te moeten volhouden. De heer V i s s evroeg naar de mogelijk heid van den steun door verhoogde invoer rechten op granen. De heer Smit antwoordde, dat Land bouw en Maatschappij een heffing wil van de invoer van alle landbouwproducten. Het was zijn overtuiging, dat men met dit bedrag niet te kort kwam. De heer Visser vroeg of niet voorop ge zet moest worden: van den Nederlandschen bodem eerst het eigen volk, met wering van buitenlandsche producten. Deze vraag raakte het betoog van den heer Ruiter. De heer P. Stapel wenschte deze gele genheid te benutten om een woord van hulde te brengen aan den heer Smit, die door zijn optreden het geheele platteland diende en be lichtte wat het platteland beteekende voor de geheele samenleving. (Applaus). Het zuivelvraagstuk- De heer G. J. R u i te r te de Knijpe be sprak hierop den noodtoestand in de veehou derij. De positie van de veehouderij is moei lijker geworden, doordat verzuimd is, den graanbouw loonend te houden. Door het ge ven van de melknoteering, schetste spr. den noodtoestand in de veehouderij. De wereldmarktwaarde van de melk is thans 0,13 cent per K.G. De regelingen schieten te kort en de veehouderij gaat ten gronde. Spr. was van oordeel, dat de Neder- landsche markt niet voldoende benut wordt door de regeering. In regeeringskringen toont men niet den noodigen moed om den consument voor de agrarische producten een prijs te laten be talen, die den productieprijs dekt. Uitvoerig besprak spr. de maatregel van de crisiszuivelwet. Het menggebod, waarvan spr. een tegenstander was, oordeelde spr. toch niet zoo zwaar, dat daarop samenwer king met anderen moet stranden. Met nadruk betoogde spr., dat de werk gelegenheid ten plattelande oneindig meer zou toenemen bij stillegging van de marga rine-industrie, waarin 1500 menschen wer ken. De scheepvaart zou er ook belang bij hebben, dat de boterindustrie wordt uitge breid, omdat dan meer K.G. graan moeten worden ingevoerd, dan vetten voor de mar garineindustrie. Spr. was van oordeel, dat de Unie Lever een te sterke positie in onze maatschappij inneemt. Spr. sloot zich aan bij het betoog van minister Posthuma te Leeuwarden en onderschreef diens bewering, dat het een dwaasheid is voor landbouwge bieden om een margarinefabrikant naar de Eerste Kamer af te vaardigen. (Applaus). Spr. besprak het vetrapport en conclu deerde dat er van een gezonde verhouding geen sprake kan zijn, wanneer geen drasti sche beperking van de margarine-industrie wordt toegepast. De boter behoort in ons land in de eerste plaats te worden gesteld. Een druk in de goede richting zal ook kunnen worden, door de bereiding van melk- brood voor te schrijven. Driehonderd mil- lioen K.G. melk per jaar kan dan meer wor den verwerkt. Dat de tarwewet daardoor wordt geschaad, ontkende spr. Ook ont kende hij, dat de prijsverhooging een be zwaar zal ziin, omdat dit argument prin cipieel niet opgaat en in de practijk de prijs minder zal worden verhoogd, dan de kwali teit zal verhoogen. Spr. wees er op, dat de H. M. v. L. den laatsten tijd in deze buitengewoon goed werk heeft gedaan. De teeltregeling had spr.'s sympathie niet, omdat men de productie niet beperkt door verminderden invoer. De veeafslachting kan alleen aanvaard worden om den veestapel aan te passen aan de nationale zuivelafzet, doch niet ter wille van den margarineafzet. De maatregelen ter verbetering van de kaaspositie noemde spr. mislukt. Met 1 Juni krijgen wij te doen met de be langrijkste maatregel, de beperking van den melksteun. Men doet met deze maatregel, naar spr.'s oordeel een stap in de richting van Rusland, waarbij de boer de knecht wordt van den staat. Een ontzaggelijk veeoverschot zal ont staan, met de noodzakelijke gelegenheid om gezonde melkkoeien weer in te leveren. De maatregel zal bovendien op de daar aan verbonden ambtenarij moeten stranden Noodzakelijk is, als men de maat regel wil doorzetten, dat de oude melk koeien van de markt worden genomen. Melksteunbeperking, aldus spr., legt te groote bevoegdheden in handen van com missies en geeft aanleiding tot willekeur. De melkbeperking kon alleen aanvaard worden, wanneer gelijktijdig melkkoeien van de markt worden genomen. Spr. oordeelde het noodzakelijk, dat een actie wordt ingezet om het margarine- schandaa, te beëindigen en voor een ander stelsel van crisispolitiek. Uitvoerig betoogde spr., dat het huidige stelsel vast moet loopen. De gewilde om legging van grasland in akkerbouwland zal onoverkomenlijke moeilijkheden in verschil lende streken met zich brengt en spr. becij ferde dit uitvoerig. Ir. Huisman, secretaris van de H. M. v. L. zoo betoogde spr.. heeft in het Landbouw Weekblad beweera, dat het systeem niet vast zal loopen. Deze heeft vergeten, dgt de im port zal afnemen en dat men 54 per H A minder zal krijgen. Hierover had spr. gister met den heer Huysman een onderhoud en spr. heeft de hoop, dat hij hem van het ver keerde van zijn zienswijze heeft overtuigd 45000000 zal er voor noodig zijn en waar haalt men die vandaan Wij hebben het in Nederland in onze macht, een prijspeil te stellen dat een loo- nenden productieprijs geeft, door invoer rechten aan de grens van alle agrariscie pro ducten te heffen. De akkerbouw kan daardoor loonend worden en de heffingen kunnen aan de verhouding ten goede komen. Het stelsel van Landbouw en Maatschappij kost den producent meer, doch brengt de boer ook meer. Het brengt een intensief bedrijf, een oplossing van het vetvraagstuk, van de werkloosheid, is eenvoudig, redelijk en beter ei. spr. wekte die aanwezigen op, de landbouworganisaties te bewerken voor een agrarisch eenheidsfront. De bevolking moet tegen de margarinebelangen georganiseerd worden. De boeren moeten vasthouden aan den eisch dat de boter en de andere agiarische produc ten in de eerste plaats komen. Het verzet van bèlangengroepen en van politici zal moeten worden gebroken. Gaat dit niet langs de be staande staatsorganisatie, dan zal men, spr zegt dit met minister Posthuma, naar een andere staatsorganisatie moeten omzien Landbouw en Maatschappij zal daarbij een groote rol spelen en spr. eindigde met een opwekking om zien te scharen achter het vaandel van Landbouw en Maatschappij om te bereiken, dat aan het platteland recht wordt gedaan. (Applaus). Hierop werd gepauseerd tot kwart over één. Middagvergadering. In de middagvergadering werd aller eerst gelegenheid gegeven voor het stel len van vragen naar aanleiding van de rede van den heer Ruiter. De heer K o o ij m a n ging in groote lijnen accoord, doch wanneer de regee ring niet wil medewerken om den land bouw een loonend bestaan te verschaf fen, zal zij dit dan doen met het systeem van Landbouw en Maatschappij, dat men den akkerbouw ten goede komt? Spr. was van oordeel, dat hulp ook met het tegenwoordige systeem mogelijk was. Een ander meende dat de maatregelen van landbouw en maatschappij meer ten g'ode kwamen aan de eigenaren. Hij oordeelde een goede pachtwet noodig, omdat in de eerste plaats de bewerkers van den grond recht van bestaan heb ben. Voorts erd gevraagd of men met den middenstand wilde samenwerken of dat men voorstander was van de doorvoe ring van de coöperatie, ook voor niet landbouwartikelen. Weer een ander was van oordeel, dat het treurig was, dat de regeering de werkloosheid bestreed door aanstelling van crisisambtenaren en hij vroeg of er in den Haag niet te veel personen wa re. die voorstanders waren van De heer Ruiter was van oor leel, dat afgezien van systemen getracht moet worden een zwaardere belasting van den consument. Spr. betwistte, voorts, dat het systeem van landbouw en maatschappij den akkerbouw bevoor deelde. De verhouding heeft er ook he la g bij dat het akkerbedrijf loonend wordt. Rij het systeem van L. en M. geeft men geen steun, maar gebruikt men heffin gen van den invoer. Daardoor zal geld genoeg zijn voor een melkprijs van 6 cent en houdt men tientallen millioenen om overtollig vee uit de markt te houden. Ten aanzien van den kleinen boer moet men in het oog houden, dat het systeem van hooge invoerrechten voor hem de grootste mogelijkheid schept. Landbouw en Maatschappij wil de be schutting ook doorvoeren voor den huurboer, om hem voldoende bescher ming te gevn tegen de vrije concurren tie. Eerst moet echter den landbouw ge saneerd worden. De opheffing van het platteland mag niet stranden op het streven van het onmogelijke. Spr. was voorts van oordeel, dat men €i niet langer tevreden mag zijn, dat de regeering onze adviezen niet wil en wel de medewerking voor de uitvoering van de maatregelen. De tijd is gekomen dat onze voormannen zich uit de com missies terug trekken. Het distributie-apparaat is nog in stu die. Een meer rationeele distrioutie zal vergrooting van werkloosheid brengen. Wat het vraagstuk van de coöperatie betreft stond landbouw en maatschappij op het standpunt, dat men niet mee moest gaan met de 100 coöperaties. De veronderstelling van den heer Rademaker, dat de regeering crisis maatregelen heeft ingesteld om de v rkloosheid op kosten van den boer te bestrijden, verwierp spr. en de opzet van minister Verschuur zat een goede bedoeling. Als kiezers, zoo oordeelde spr., hebben wij er schuld aan dat bij drie politie^ partijen de margarinefabrikanten in de politiek leiding geven. De kaaspositie oordeelde spr. alleen t" redden door tientallen millioenen K.G uit de markt te halen. De heer Smit beantwoordde een paar vragen van algemeenen aard. Hij erkende dat de moeilijkheid gezocht mocht worden in het feit, dat men zich gebaseerd heeft od kostprijzen voorkomende uit een tijdperk van hoogconjunctuur. In dit verband oordeelde spr., heeft minister Aalberse groote fouten gemaakt, door aan de bouwvakarbeiders loo nen van 100 per week te tolereeren. In antwoord op de vraag, hoe landbouw en maatschappij staat tegenover de actieve landbouwpolitiek, betoogde, spr., dat in het algemeen landbouw en maatschappij, op a_ dere gronden de politiek voor staat Het overgroote deel van den Nederlandschen bodem behoort aan menschen met minder dan 10 H.A. Verlaging van hypotheekrente brengt groote moeilijkheden. Een gevaar is, dat al- leen rijke menschen, door de te nemen maat* regelen, de grond kunnen opkoopen. Ook moet de mogelijkheid blijven voor den kleinen man om grond te krijgen. Land bouwmaatschappij stelt zich op het stand* punt, dat de minister een redelijke verplich" tingen kan voldoen. Wij moeten den grond intensief exploitee- ren en dit kan niet bij lage landprijzen Spreker was van oordeel, dat onze we reld te veel bestuurd wordt door leuzen die men niet bestudeerd heeft en als men ze be studeerd dan komt men met de leus in bot sing en bovenal geldt de leus. (Applaus.) (Ongecorrigeerd.) PRIJZEN VAN AARDAPPELEN. Op advies van de Commissie voor Aard- appelen, groente en fruit werden heden de volgende kleinhandelprijzen vatsgesteld voor aardappelen: Afgehaald per K.G.: Zeeuwsche bonten 8 cent en blauwen 9 cent; IJpolder Bevelan ders 6 cent en Friesche Redstar 7 cent. Thuis bezorgd V, cent per K.G. hooger. Thuisbezorgd per H.L.: Zeeuwsche bonten 4.75 en blauwen 5; IJpolder Bevelan ders 3.15; Friesche Redstar 3.70. Per Vi H.L. thuisbezorgd: Zeeuwsche bonten 2.42 'A, blauwen 2.55; IJpolder Bevelanders 1.6214; Friesche Redstar INGEKOMEN PERSONEN. W. v. Laan, R.K., huisknecht, van Krom menie naar Langestraat 70. J. Vis, N H., z. b., van Wognum naar Kinheimstraat 36 J. H. Jansen, geen, grondwerker, en ge zin, van Anna Paulowna naar Omval. C. H. Smit, R.K., koopman in visch, en echtg., van Hilversum naar Heiligland 17, A. Nuijens, R.K., handelaar in bloemen, en gezin, van Limmen naar Emmastraat 31 (inw.) - C. M. A. F. T. J. Wiessel, R.K, ass. in de huish., van Rotterdam naar Nieuwlandersingel 40. R. Jongman, N. H., kuipersknecht, van Blokzijl naar Scher- meerstraat 3. G. Bak, geen, hulp in de huish., van Hilversum naar Nieuwpoorts- laan 140. J. Postma, N.H., ingenieur, en gezin, van 's-Gravenhage naar Nieuwlander singel 39. H. Troost, N.H., winkelbedien de, van Beverwijk naar le Landdwars- straat 9. H. Franse, R.K., dienstbode, van Heemstede naar Nieuwlandersingel 70. K. Mesman, R.K., huishoudster, van Velsen naar Keizerstraat 32. C. van Leijen, N.H., z. b., van Heerhugowaard naar Kruislaan 14. M. Groenewegen, G.K., leerl. ver pleegster, van 's-Gravenhage naar Wilhel- minalaan 11. G. de Looper, N.H., schil der, van Zeist naar Vogelenzang 11. A. van der Horst, geen, rustend arts, van Am sterdam naar Kennemerstraatweg 39. R. Boeder, N.H., slager, van Oterleek naar Lut- tik Oudorp. J. Brat, N.H., z. b., van Am sterdam naar Waerdendelstr. 7. S. J. Prins, N.I., winkelbediende, van Amsterdam naar Oudegracht 291 H. K. R. Aschoff, E.L., koopman in lederwaren, en gezin, vaii Velsen naar Heul 17. J. E. Dol, echtg. v. D. M. Riesmeijer, geen, z. b., en dochter, dienstbode, van Rotterdam naar Bisschop Bottemannestr. 52. J. J. Schouten, R.K., koopman in groenten, en echtg, van Wognum naar Achterwezel 18a. 8— J. Blokdijk, N.H., scharenslijper, en echtg., van Beverwijk naar Wildemanstraat 19. S. M. A. Vermeer, N.H., z. b., van Amsterdam naar Boezem singel 1. A. Klinger, N.H., dienstbode, van Andijk naar Wilhelmilaan 11. Tr. de Vries, N.H., z. b., van Midwoud naar Kre- lagestraat 1. H. Heggelaar, N.H., bakker, van Heerhugowaard naar Omval 11. H. v. Aarst, Apost., winkelbediende, van Am sterdam naar Corfstraat 30. B. Berend- sen, R.K., schoenmaker, van Nijmegen naar Hekelstraat 27. A. Groen, O.C., dienst bode, van Egmond aan Zee naar Coster- straat 7. F. J. van Miert, kapper, R.K., van Brussel naar Payglop 23. P. J. Steinmetz, ambt, Zuiderzeewerken, en gezin, D.G., van 's- Gravenhage naar Dr. Schaepmanplein 9. P. Vreeker, z.b., R.K., en echtg. van Amster dam naar Nieuwlandersingel 16. A. van Rooijen, religieuse, R.K., van Emmen naar Oudegracht 204. J. Leurs, melkrijder, en gezin, geen, van Egmondbinnen naar Hoeverweg 25. C. Bes, dienstbode, RK., van Zijpe naar Prins Hendrikstraat 34. M. Chatillon, dienstbode, N.H., van Oud karspel naar Wilhelminalaan 11. G. Ba- jema, boerenarbeider, G.K., en gezin, van Heiloo naar Jaagpad 34. H. van Lenning, huish., N.H., van 's-Gravenhage naar Dr. Schaepmanplein 9. L. Alders. z.b., R.K., van Leeuwarden naar Raaksje 20. B- Smit, winkelier, R.K., en gezin, van Schagen naar Rippingstraat 19. J. Bos, arbeider, R.K., van Koedijk naar Hoeverweg 15. C. Kaagman—Snel, geen, van Leiden naar K. v. 't Veerstraat 21. N. Majolée, tandtech- niker, geen, van 's-Hertogenbosch naar Tey- lingenstraat 2. Waarom de voorkeur aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 12