t
„Landbouw en Maatschappij"
mobiliseert.
ROOKT a NIEMEIJER'S
Stad m Om
Een druk bezochte vergadering in
de „Harmonie".
Land' en Tuinbouw
Propaganda-vergaderirig.
Spreker staat vervolgens stil bij drie
groote problemen welke wel in de eerste
plaats de belangstelling der beweging ver
dienen. 1 De vrijhandel, 2 de verhouding
tusachen landbouw en industrie en 3de
grondslag van onze sociale actie. Het zijn
vooral de verkeerde opvattingen inzake de
ze drie punten, die voldoende hulp aan den
boerenstand in den weg staan.
ïkUiïkC Qeaotf
een dagblad-advertentie?
Wel, enkel dan alleen krijgt gr van
elk attentlel
In de Harmonie organiseerde het gewest
N -H. van den Nationalen Bond Landbouw en
(Maatschappij een propaganda-vergadering,
waarin als sprekers het woord voerden de
heer J. Smit uit Voorburg, adviseur van den
Nationalen Bond, de heer G. J. Ruiten te
Knype en Jac. Welleman te Krabbendijke.
Voor deze vergadering bestond groote
belangstelling.
Reeds om half tien liep de Harmoniezaal
vol.
Onder de aanwezigen merkten wij op ir.
Dyt, den heer P. Stapel, voorz. van de Holl.
Mij. van Landbouw, mr. v. Leeuwen, kring
leider van de N. S. B., ir Lienesch en den
beer J. Barendirecht uit den IJpolder.
De heer A. Briene uit Haarlemmermeer
heette in zijn openingswoord den heer Smit
als geestelijke vader van de organisatie,
speciaal welkom. Spr. hoopte, dat ook
Noordholland het streven van Landbouw
en Maatschappij, die reeds 20000 leden telt,
beter zal gaan begrijpen. Spr. schetste de
noodzakelijkheid van een nieuwe economische
oriënteering.
De boeren dienen schouder aan schouder
te staan, opdat aan de bodembewerkers niet
langer de beschutting onthouden wordt, die
aan anderen wordt gegeven.
Voorts betoogde spr., dat de bond geens
zins beoogt de bestaande landbouworgani
saties te bestrijden. Siechts zal op gekomen
worden tegen de economische fouten in alle
politieke partijen.
Aan de deur was het blad „Volk en Vader
land" uitgereikt. Spr. oordeelde het noodig,
vast te stellen, dat „Landbouw en Maat
schappij" met de N. S. B evenmin als met
anflere politieke partijen, iets te maken
heeft. (Applaus).
De algemeene economische
politiek.
Dit onderwerp werd in behandeling ge
nomen door den adviseur van den Bond,
oud-referendaris van het Dep. van Land
bouw, den heer J. Smit te Voorburg.
Spr. begon met te zeggen, dat, naar meer
en meer blijkt, onze maatschappij noodig
heeft een algeheele economische heroriën
teering in de richting van den landbouw,
die nog altijd de grondslag vormt van het
geheele economisch leven Daar kan men de
eenvoudige waarheden terug vinden, welke
onder den invloed van een eenzijdig stede
lijk en industrieel georiënteerde maatschappij
beschouwing zijn zoek geraakt. Dit heeft in
hooge mate bijgedragen tot het ontstaan
van de crisis en is eene onoverkomelijke hin
derpaal voor het vinden van den weg tot
herstel.
Tegenover deze stedelijk en industrieel ge
oriënteerde maatschappijbeschouwing plaaisi
spr. een andere, die uitgaat van het funda
ment van de maatschappij, den landbouw.
Het is deze maatschappijbeschouwing, die
spr. in 1918. toen alle politieke partijen de
kluts kwijt waren, in staat stelde te voor
spellen, dat ^e toen op sociaal gebied inge
slagen wegen zouden leiden tot een cata-
strophe. Deze catastrophe is gekomen
door oorzaken, die spr. ook niet kon voor
zien, in nog ergere mate dan hij vermoedde.
Spr. heeft in de laatste jaren zich geheel
gegeven aan de ontwikkeling van zijne denk
beelden. En hij heeft daarbij steun gevon
den in de Boerenbonden, die vereenigd zijn
in den Bond Landbouw en Maatschappij
Deze beweging vond haar oorsprong in
Drente, waar in het begin van 1932 de
Drentsche boerenbond werd opgericht, die
spoedig gevolgd werd door de oprichting
van dergelijke bonden in Groningen, Fries
land, Overijssel, Gelderland en Noordhol
land
Ontstaan uit den crisisnood wil de Bond
Landbouw en Maatschappij toch meer zijn
dan een crisisverschijnsel. Hij stelt zich ten
doel de economische en politieke scholing
van den boerenstand of eigenlijk van de ge
heele plattelandsbevolking, ten einde zoo
doende die bevolking een grooteren invloed
te doen uitoefenen op onze geheele cultuur.
Landbouw en Maatschappij wil alleen
politiek van hoogere orde uitoefenen en
mijdt daarom zooveel mogelijk alles wat op
partijpolitiek lijkt. Zij wil als het eenigszins
anders kan, niet als politieke partij optreden,
maar aanhangers van verschillende politieke
partijen bijeen brengen, ten einde gezamen
lijk te strijde tegen een fout, die alle politieke
partijen gemeen hebben, n.1. dat zij de nei
ging hebben de maatschappij eenzijdig te be
zien door een stedelijke en industrieele bril.
De oond werd aanvankelijk door de be
staande landbouworganisaties met zeker
wantrouwen begroet. Ten onrechte echter.
Hij laat de bestaande organisaties op hare
plaats, doch wil alleen doen, wat die organi
saties hebben geschroomd te doen, n.1. de
landbouwende bevolking op economisch en
politiek gebied wegwijs te maken. Door hare
ongeschooldheid op dit terrein is de land
bouwende bevolking in de laatste jaren door
de andere bevolkingsgroepen onder den voet
geloopen. Zeer tot nadeel van het platteland,
maar ook van het geheele volk.
Intusschen komen Landbouw en Maat
schappij en de oudere landbouw-organisaties
meer en meer tot elkaar. In Drente is men
zelfs tot eenige innige samenwerking geko
men. Slaagt men daarin ook elders dan zal
de grondslag zijn gelegd van een krachtig
agrarisch front.
Wat het eerste punt betreft, merkte spre
ker op, dat Nederland zich als een vrijhan
delsland bij uitnemendheid beschouwt. Dit
komt doordien velen het wezen van den
vrijhandel heel slecht begrijpen. Vrijhandel
beteekent niet alleen ja zelfs niet in de eer
ste plaats vrije concurrentie bij de prijsbepa
ling op de wereldmarkt, maar tevens bij de
binnenlandsche loon- en prijsbepaling. Te
gen deze laatste verzetten zich echter onze
sociale opvattingen. Deze toornen voortdu
rend tegen deze vrije concurrentie en heb
ben haar bij de binnenlandsche loon- en
prijsbepaling vrijwel geheel uitgeschakeld.
Daardoor is echter de vrijhandel in zijn
hartader aangetast. Zal toch de vrijhandel
nuttig werken, dan dienen alle loonen en
prijzen zich vlot bij de schommelingen van
de wereldmarkt aan te passen. En dat nu
wordt door onze sociale opvattingen onmo
gelijk gemaakt. Naar spreker meent zal
deze strijd tusschen vrijhandel en sociale
opvattingen door den vrijhandel niet wor
den gewonnen. Het is echter in het belang
van den landbouw, zoowel als van het alge
meen, dat hij zoo spoedig mogelijk eindigt.
Men heeft thans twee systemen. Voor wat de
landbouwer moet verkoopen, beroept men
zich altijd nog op den vrijhandel, die uit
gaat van wereldmarktprijzen en de loonen
aan die prijzen wil aanpassen.
Voor wat de landbouwer moet koopen
geldt echter een ander systeem, waarbij
wordt uitgegaan van sociaal wenschelijk
geachte loonen en de prijzen zich daarbij
moeten aanpassen. Tusschen deze twee sy
stemen wordt de 1 andbouwende bevolking
doodgedrukt. En aangezien spreker nu van
meening is, dat wij onze sociale opvattingen
niet weer aan den dijk zullen kunnen zetten,
zullen wij het vrijhandelsbeginsel principi
eel moeten laten varen en het op onze so
ciale opvattingen steunende systeem ook
moeten toepassen op de landbouw. Dit wil
zeggen, dat men de prijzen der landbouw
producten op zoodanig peil moeten brengen,
dat de landbouwarbeid op denzelfden voet
kan worden beloond als andere arbeid. Wie
zich op dit standpunt stelt en ieder die
zich in dit vraagstuk verdiept zal zich op dit
standpunt moeten stellen begrijpt ook,
hoe onjuist het is te beweren dat de land
bouw 200.000.000 gulden steun ontvangt.
Inplaats van steun te ontvangen, komt de
landbouw zeker 200.000.000 gulden te
kort.
De prijzen der landbouwproducten staan
thans op ongeveer 70 van het vooroor-
logsche peil, terwijl het stedelijke en indus
trieele loon- en prijspeil op ongeveer 175
staat. Deze twee cijfers moeten weer aan el
kander gelijk worden. Daarvoor zullen de
loonen belangrijk moeten dalen en de prij-
z-n der landbouwproducten belangrijk moe
ten stijgen. Met het huidige systeem van
maatregelen kan men dit echter niet berei
ken. Wel met het syseem van landbouw en
Maatschappij. Dit wil door hooge invoer
rechten de akkerbouwproducten op het ge-
wenschte peil brengen en met de hulp van
de opbrengst van die invoerrechten de vee
houderijproducten zich daarbij doen aanpas
sen. Spreker begrijpt niet, hoe dit systeem
door de veehouders kan worden bestreden
Zonder loonende akkerbouw zal men de
veehouderij nooit loonend kunnen maken.
Dé prijzen der veehouderij producten zullen
zich moeten aanpassen aan loonende prij
zen der akkerbouwproducten. De fout van
het huidige systeem is, dat men den akker
bouw loonend wil maken en het voer goed
koop houden, wat ten gevolge heeft, dat de
melkproductie voortdurend toeneemt en de
veehoucjer met het goedkoope krachtvoer 'den
prijs bederft, van de melk, die hij produceert
met zijn eigen gras.
Spr. komt thans tot het tweede punt: de
verhouding tusschen landbouw en industrie.
Hij wijst in dit verband op de dwaze opvat
tingen in dezen, waarvan verschillende stem
men uit handel en industrie in het laatste
jaar hebben blijk gegeven. Spr. kan niet
vaak genoeg wijzen op de elementaire waar
heid, dat elke industrieele bovenbouw der
maatschappij moet rusten op een landbouw-
fundament. Door de verandering in de we
reldstructuur ontvalt ons een belangrijk deel
van ons buitenlandsch landbouwfundament
Dit stelt ons den eisch ons binnenlandsch
landbouwfundament zooveel mogelijk uit te
breiden. De binnenlandsche afzet toch van
onze industrie moet zoo groot mogelijk wor
den gemaakt, nu de buitenlandsche afzet
mogelijkheid inkrimpt. En deze binnenland
sche afzetmogelijkheid wordt voor een
groot deel bepaald door den omvang van
onzen landbouw. Wij moeten er daarom alles
op zetten, onzen bodem zoo intensief moge
lijk te exploiteeren. Dit is echter alleen moge
lijk bij loonende prijzen. Zooals de prijzen
thans zijn, beweegt de landbouw zich in
extensieve richting. Spr. kan het niet vaak
genoeg zeggen, dat steun aan den landbouw
tevens de meest doelmatige steun is aan in
dustrie en middenstand.
Het derde probleem, dat landbouw en
maatschappij op den voorgrond stelt, betreft
den grondslag van onze sociale politiek. Van
loonactie is naar spr. meent weinig heil te
verwachten. Zij heeft hoofdzakelijk slechts
geleid tot uitbuiting van de landbouwende
bevolking door de stedelijke en de indus
trieele. Ook van het socialisme verwacht spr.
geen uitkomst, zoolang dit zijn hart verpand
houdt aan het gemeenschappelijk bezit der
productiemiddelen. Dit komt neer op de ver
plaatsing van de bestaansverantwoordelijk
heid van het individu naar de gemeenschap
Dit acht spr. onvereenigbaar met de demo
cratie. Vandaar dat het socialisme ook over
al den weg heeft geeffend voor de dictatuur
Wil men de op'ossing van het sociale
vraagstuk op democratischen grondslag,
dan zal men mopten uitgaan van de indivi
dueele bestaansverantwoordelijkheid. Ieder
mensch moet door arbeid, spaarzaamheid en
eene doelmatige levenshouding trachten tot
welvaart en vooral iot bezith te komen. En
dit moet door de overheid worden bevorderd.
Onze huidige politiek doet echter in menig
opzicht het tegengestelde. Zij offert de flinke
menschen op aan wie er maar op los heeft
geleefd. Men kan gerust zeggen, dat op
werkzaamheid en strafzaamheid straf wordt
gesteld.
Spr. eindigt met de opmerking, dat het
Program van Landbouw en Maatschappij in
menig opzicht den weg aanwijst, die de
maatschappij, voor zoover in onze macht
ligt, uit de moeilijkheden, waarin zij ver
keert, kan redden.
Spr. eindigde, onder app1aus der vergade
ring, zijn betoog, met als zijn overtuiging uit
te spreken, dat de uitvoering van dit streven
behalve voor de boeren ook zijn groot nut zal
hebben voor de gehede maatschappij.
De voorzitter stond hierna, onder af
wijzing van debat, het stellen van vragen
toe.
De heer K o o ij m a n vond dit te beperkt,
doch de voorzitter meende dit te
moeten volhouden.
De heer V i s s evroeg naar de mogelijk
heid van den steun door verhoogde invoer
rechten op granen.
De heer Smit antwoordde, dat Land
bouw en Maatschappij een heffing wil van
de invoer van alle landbouwproducten. Het
was zijn overtuiging, dat men met dit bedrag
niet te kort kwam.
De heer Visser vroeg of niet voorop ge
zet moest worden: van den Nederlandschen
bodem eerst het eigen volk, met wering van
buitenlandsche producten.
Deze vraag raakte het betoog van den
heer Ruiter.
De heer P. Stapel wenschte deze gele
genheid te benutten om een woord van hulde
te brengen aan den heer Smit, die door zijn
optreden het geheele platteland diende en be
lichtte wat het platteland beteekende voor de
geheele samenleving. (Applaus).
Het zuivelvraagstuk-
De heer G. J. R u i te r te de Knijpe be
sprak hierop den noodtoestand in de veehou
derij. De positie van de veehouderij is moei
lijker geworden, doordat verzuimd is, den
graanbouw loonend te houden. Door het ge
ven van de melknoteering, schetste spr. den
noodtoestand in de veehouderij.
De wereldmarktwaarde van de melk is
thans 0,13 cent per K.G. De regelingen
schieten te kort en de veehouderij gaat ten
gronde. Spr. was van oordeel, dat de Neder-
landsche markt niet voldoende benut wordt
door de regeering.
In regeeringskringen toont men niet den
noodigen moed om den consument voor de
agrarische producten een prijs te laten be
talen, die den productieprijs dekt.
Uitvoerig besprak spr. de maatregel van
de crisiszuivelwet. Het menggebod, waarvan
spr. een tegenstander was, oordeelde spr.
toch niet zoo zwaar, dat daarop samenwer
king met anderen moet stranden.
Met nadruk betoogde spr., dat de werk
gelegenheid ten plattelande oneindig meer
zou toenemen bij stillegging van de marga
rine-industrie, waarin 1500 menschen wer
ken. De scheepvaart zou er ook belang bij
hebben, dat de boterindustrie wordt uitge
breid, omdat dan meer K.G. graan moeten
worden ingevoerd, dan vetten voor de mar
garineindustrie. Spr. was van oordeel, dat de
Unie Lever een te sterke positie in onze
maatschappij inneemt. Spr. sloot zich aan bij
het betoog van minister Posthuma te
Leeuwarden en onderschreef diens bewering,
dat het een dwaasheid is voor landbouwge
bieden om een margarinefabrikant naar de
Eerste Kamer af te vaardigen. (Applaus).
Spr. besprak het vetrapport en conclu
deerde dat er van een gezonde verhouding
geen sprake kan zijn, wanneer geen drasti
sche beperking van de margarine-industrie
wordt toegepast. De boter behoort in ons
land in de eerste plaats te worden gesteld.
Een druk in de goede richting zal ook
kunnen worden, door de bereiding van melk-
brood voor te schrijven. Driehonderd mil-
lioen K.G. melk per jaar kan dan meer wor
den verwerkt. Dat de tarwewet daardoor
wordt geschaad, ontkende spr. Ook ont
kende hij, dat de prijsverhooging een be
zwaar zal ziin, omdat dit argument prin
cipieel niet opgaat en in de practijk de prijs
minder zal worden verhoogd, dan de kwali
teit zal verhoogen.
Spr. wees er op, dat de H. M. v. L. den
laatsten tijd in deze buitengewoon goed
werk heeft gedaan.
De teeltregeling had spr.'s sympathie niet,
omdat men de productie niet beperkt door
verminderden invoer.
De veeafslachting kan alleen aanvaard
worden om den veestapel aan te passen aan
de nationale zuivelafzet, doch niet ter wille
van den margarineafzet. De maatregelen ter
verbetering van de kaaspositie noemde spr.
mislukt.
Met 1 Juni krijgen wij te doen met de be
langrijkste maatregel, de beperking van den
melksteun.
Men doet met deze maatregel, naar spr.'s
oordeel een stap in de richting van Rusland,
waarbij de boer de knecht wordt van den
staat. Een ontzaggelijk veeoverschot zal ont
staan, met de noodzakelijke gelegenheid om
gezonde melkkoeien weer in te leveren.
De maatregel zal bovendien op de daar
aan verbonden ambtenarij moeten stranden
Noodzakelijk is, als men de maat
regel wil doorzetten, dat de oude melk
koeien van de markt worden genomen.
Melksteunbeperking, aldus spr., legt te
groote bevoegdheden in handen van com
missies en geeft aanleiding tot willekeur. De
melkbeperking kon alleen aanvaard worden,
wanneer gelijktijdig melkkoeien van de markt
worden genomen.
Spr. oordeelde het noodzakelijk, dat een
actie wordt ingezet om het margarine-
schandaa, te beëindigen en voor een ander
stelsel van crisispolitiek.
Uitvoerig betoogde spr., dat het huidige
stelsel vast moet loopen. De gewilde om
legging van grasland in akkerbouwland zal
onoverkomenlijke moeilijkheden in verschil
lende streken met zich brengt en spr. becij
ferde dit uitvoerig.
Ir. Huisman, secretaris van de H. M. v. L.
zoo betoogde spr.. heeft in het Landbouw
Weekblad beweera, dat het systeem niet vast
zal loopen. Deze heeft vergeten, dgt de im
port zal afnemen en dat men 54 per H A
minder zal krijgen. Hierover had spr. gister
met den heer Huysman een onderhoud en
spr. heeft de hoop, dat hij hem van het ver
keerde van zijn zienswijze heeft overtuigd
45000000 zal er voor noodig zijn en waar
haalt men die vandaan
Wij hebben het in Nederland in onze
macht, een prijspeil te stellen dat een loo-
nenden productieprijs geeft, door invoer
rechten aan de grens van alle agrariscie pro
ducten te heffen. De akkerbouw kan daardoor
loonend worden en de heffingen kunnen aan
de verhouding ten goede komen.
Het stelsel van Landbouw en Maatschappij
kost den producent meer, doch brengt de
boer ook meer. Het brengt een intensief
bedrijf, een oplossing van het vetvraagstuk,
van de werkloosheid, is eenvoudig, redelijk
en beter ei. spr. wekte die aanwezigen op, de
landbouworganisaties te bewerken voor een
agrarisch eenheidsfront. De bevolking moet
tegen de margarinebelangen georganiseerd
worden.
De boeren moeten vasthouden aan den eisch
dat de boter en de andere agiarische produc
ten in de eerste plaats komen. Het verzet van
bèlangengroepen en van politici zal moeten
worden gebroken. Gaat dit niet langs de be
staande staatsorganisatie, dan zal men, spr
zegt dit met minister Posthuma, naar een
andere staatsorganisatie moeten omzien
Landbouw en Maatschappij zal daarbij een
groote rol spelen en spr. eindigde met een
opwekking om zien te scharen achter het
vaandel van Landbouw en Maatschappij om
te bereiken, dat aan het platteland recht
wordt gedaan. (Applaus).
Hierop werd gepauseerd tot kwart over
één.
Middagvergadering.
In de middagvergadering werd aller
eerst gelegenheid gegeven voor het stel
len van vragen naar aanleiding van de
rede van den heer Ruiter.
De heer K o o ij m a n ging in groote
lijnen accoord, doch wanneer de regee
ring niet wil medewerken om den land
bouw een loonend bestaan te verschaf
fen, zal zij dit dan doen met het systeem
van Landbouw en Maatschappij, dat
men den akkerbouw ten goede komt?
Spr. was van oordeel, dat hulp ook met
het tegenwoordige systeem mogelijk
was.
Een ander meende dat de maatregelen
van landbouw en maatschappij meer ten
g'ode kwamen aan de eigenaren. Hij
oordeelde een goede pachtwet noodig,
omdat in de eerste plaats de bewerkers
van den grond recht van bestaan heb
ben.
Voorts erd gevraagd of men met den
middenstand wilde samenwerken of dat
men voorstander was van de doorvoe
ring van de coöperatie, ook voor niet
landbouwartikelen.
Weer een ander was van oordeel, dat
het treurig was, dat de regeering de
werkloosheid bestreed door aanstelling
van crisisambtenaren en hij vroeg of er
in den Haag niet te veel personen wa
re. die voorstanders waren van
De heer Ruiter was van oor leel, dat
afgezien van systemen getracht moet
worden een zwaardere belasting van
den consument. Spr. betwistte, voorts,
dat het systeem van landbouw en
maatschappij den akkerbouw bevoor
deelde. De verhouding heeft er ook he
la g bij dat het akkerbedrijf loonend
wordt.
Rij het systeem van L. en M. geeft men
geen steun, maar gebruikt men heffin
gen van den invoer.
Daardoor zal geld genoeg zijn voor
een melkprijs van 6 cent en houdt men
tientallen millioenen om overtollig vee
uit de markt te houden.
Ten aanzien van den kleinen boer
moet men in het oog houden, dat het
systeem van hooge invoerrechten voor
hem de grootste mogelijkheid schept.
Landbouw en Maatschappij wil de be
schutting ook doorvoeren voor den
huurboer, om hem voldoende bescher
ming te gevn tegen de vrije concurren
tie. Eerst moet echter den landbouw ge
saneerd worden.
De opheffing van het platteland mag
niet stranden op het streven van het
onmogelijke.
Spr. was voorts van oordeel, dat men
€i niet langer tevreden mag zijn, dat
de regeering onze adviezen niet wil en
wel de medewerking voor de uitvoering
van de maatregelen. De tijd is gekomen
dat onze voormannen zich uit de com
missies terug trekken.
Het distributie-apparaat is nog in stu
die. Een meer rationeele distrioutie zal
vergrooting van werkloosheid brengen.
Wat het vraagstuk van de coöperatie
betreft stond landbouw en maatschappij
op het standpunt, dat men niet mee
moest gaan met de 100 coöperaties.
De veronderstelling van den heer
Rademaker, dat de regeering crisis
maatregelen heeft ingesteld om de
v rkloosheid op kosten van den boer te
bestrijden, verwierp spr. en de opzet
van minister Verschuur zat een goede
bedoeling.
Als kiezers, zoo oordeelde spr., hebben
wij er schuld aan dat bij drie politie^
partijen de margarinefabrikanten in de
politiek leiding geven.
De kaaspositie oordeelde spr. alleen
t" redden door tientallen millioenen K.G
uit de markt te halen.
De heer Smit beantwoordde een paar
vragen van algemeenen aard. Hij erkende
dat de moeilijkheid gezocht mocht worden in
het feit, dat men zich gebaseerd heeft od
kostprijzen voorkomende uit een tijdperk van
hoogconjunctuur. In dit verband oordeelde
spr., heeft minister Aalberse groote fouten
gemaakt, door aan de bouwvakarbeiders loo
nen van 100 per week te tolereeren.
In antwoord op de vraag, hoe landbouw
en maatschappij staat tegenover de actieve
landbouwpolitiek, betoogde, spr., dat in het
algemeen landbouw en maatschappij, op a_
dere gronden de politiek voor staat Het
overgroote deel van den Nederlandschen
bodem behoort aan menschen met minder
dan 10 H.A.
Verlaging van hypotheekrente brengt
groote moeilijkheden. Een gevaar is, dat al-
leen rijke menschen, door de te nemen maat*
regelen, de grond kunnen opkoopen.
Ook moet de mogelijkheid blijven voor
den kleinen man om grond te krijgen. Land
bouwmaatschappij stelt zich op het stand*
punt, dat de minister een redelijke verplich"
tingen kan voldoen.
Wij moeten den grond intensief exploitee-
ren en dit kan niet bij lage landprijzen
Spreker was van oordeel, dat onze we
reld te veel bestuurd wordt door leuzen die
men niet bestudeerd heeft en als men ze be
studeerd dan komt men met de leus in bot
sing en bovenal geldt de leus.
(Applaus.)
(Ongecorrigeerd.)
PRIJZEN VAN AARDAPPELEN.
Op advies van de Commissie voor Aard-
appelen, groente en fruit werden heden de
volgende kleinhandelprijzen vatsgesteld voor
aardappelen:
Afgehaald per K.G.: Zeeuwsche bonten
8 cent en blauwen 9 cent; IJpolder Bevelan
ders 6 cent en Friesche Redstar 7 cent. Thuis
bezorgd V, cent per K.G. hooger.
Thuisbezorgd per H.L.: Zeeuwsche bonten
4.75 en blauwen 5; IJpolder Bevelan
ders 3.15; Friesche Redstar 3.70.
Per Vi H.L. thuisbezorgd: Zeeuwsche
bonten 2.42 'A, blauwen 2.55; IJpolder
Bevelanders 1.6214; Friesche Redstar
INGEKOMEN PERSONEN.
W. v. Laan, R.K., huisknecht, van Krom
menie naar Langestraat 70. J. Vis, N H.,
z. b., van Wognum naar Kinheimstraat 36
J. H. Jansen, geen, grondwerker, en ge
zin, van Anna Paulowna naar Omval. C.
H. Smit, R.K., koopman in visch, en echtg.,
van Hilversum naar Heiligland 17, A.
Nuijens, R.K., handelaar in bloemen, en
gezin, van Limmen naar Emmastraat 31
(inw.) - C. M. A. F. T. J. Wiessel, R.K,
ass. in de huish., van Rotterdam naar
Nieuwlandersingel 40. R. Jongman, N.
H., kuipersknecht, van Blokzijl naar Scher-
meerstraat 3. G. Bak, geen, hulp in de
huish., van Hilversum naar Nieuwpoorts-
laan 140. J. Postma, N.H., ingenieur, en
gezin, van 's-Gravenhage naar Nieuwlander
singel 39. H. Troost, N.H., winkelbedien
de, van Beverwijk naar le Landdwars-
straat 9. H. Franse, R.K., dienstbode, van
Heemstede naar Nieuwlandersingel 70.
K. Mesman, R.K., huishoudster, van Velsen
naar Keizerstraat 32. C. van Leijen, N.H.,
z. b., van Heerhugowaard naar Kruislaan
14. M. Groenewegen, G.K., leerl. ver
pleegster, van 's-Gravenhage naar Wilhel-
minalaan 11. G. de Looper, N.H., schil
der, van Zeist naar Vogelenzang 11. A.
van der Horst, geen, rustend arts, van Am
sterdam naar Kennemerstraatweg 39. R.
Boeder, N.H., slager, van Oterleek naar Lut-
tik Oudorp. J. Brat, N.H., z. b., van Am
sterdam naar Waerdendelstr. 7. S. J.
Prins, N.I., winkelbediende, van Amsterdam
naar Oudegracht 291 H. K. R. Aschoff,
E.L., koopman in lederwaren, en gezin, vaii
Velsen naar Heul 17. J. E. Dol, echtg. v.
D. M. Riesmeijer, geen, z. b., en dochter,
dienstbode, van Rotterdam naar Bisschop
Bottemannestr. 52. J. J. Schouten, R.K.,
koopman in groenten, en echtg, van Wognum
naar Achterwezel 18a. 8— J. Blokdijk, N.H.,
scharenslijper, en echtg., van Beverwijk naar
Wildemanstraat 19. S. M. A. Vermeer,
N.H., z. b., van Amsterdam naar Boezem
singel 1. A. Klinger, N.H., dienstbode,
van Andijk naar Wilhelmilaan 11. Tr. de
Vries, N.H., z. b., van Midwoud naar Kre-
lagestraat 1. H. Heggelaar, N.H., bakker,
van Heerhugowaard naar Omval 11. H.
v. Aarst, Apost., winkelbediende, van Am
sterdam naar Corfstraat 30. B. Berend-
sen, R.K., schoenmaker, van Nijmegen naar
Hekelstraat 27. A. Groen, O.C., dienst
bode, van Egmond aan Zee naar Coster-
straat 7.
F. J. van Miert, kapper, R.K., van Brussel
naar Payglop 23. P. J. Steinmetz, ambt,
Zuiderzeewerken, en gezin, D.G., van 's-
Gravenhage naar Dr. Schaepmanplein 9.
P. Vreeker, z.b., R.K., en echtg. van Amster
dam naar Nieuwlandersingel 16. A. van
Rooijen, religieuse, R.K., van Emmen naar
Oudegracht 204. J. Leurs, melkrijder,
en gezin, geen, van Egmondbinnen naar
Hoeverweg 25. C. Bes, dienstbode, RK.,
van Zijpe naar Prins Hendrikstraat 34.
M. Chatillon, dienstbode, N.H., van Oud
karspel naar Wilhelminalaan 11. G. Ba-
jema, boerenarbeider, G.K., en gezin, van
Heiloo naar Jaagpad 34. H. van Lenning,
huish., N.H., van 's-Gravenhage naar Dr.
Schaepmanplein 9. L. Alders. z.b., R.K.,
van Leeuwarden naar Raaksje 20. B-
Smit, winkelier, R.K., en gezin, van Schagen
naar Rippingstraat 19. J. Bos, arbeider,
R.K., van Koedijk naar Hoeverweg 15. C.
Kaagman—Snel, geen, van Leiden naar K.
v. 't Veerstraat 21. N. Majolée, tandtech-
niker, geen, van 's-Hertogenbosch naar Tey-
lingenstraat 2.
Waarom de voorkeur aan