DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Door wie wordt Engeland geregeerd?
fixtgeUikscfi OveczUht
^Buitenland
Wet op ondernemers-overeenkomsten
aangenomen.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/b. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 122 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Vrijdag 24 Mei 1935
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Het buitenland mag niet de bijzonderheden
vernemen van (on)verbindend-verklaring.
Voorzichtig met prijsregeling.
De persoonlijkheid komt in Engeland steeds
sterker op den voorgrond. Krachtige ministers,
die de politiek van het land bepalen.
NU MACDONALD HEEN GAAT.
De toekomst hoopvol?
Mac Donald.
Belangrijke ambtenaren.
GEEN RESTAURATIE DER
HABSBURGERS?
DRIE DOODVONNISSEN TEGEN
MACEDONISCHE
REVOLUTIONNAIREN.
276 GEVANGENEN IN VRIJHEID
GESTELD.
Old Kentucky Home.
HISTORISCH PALEIS TE BOLOGNA
GERESTAUREERD.
Wat vandaag de
aandacht trekt...
BRITSCHE LUCHTMACHT
VERSTERKT.
Met de werving begonnen.
POKKEN-EPIDEMIE IN BRITSCF
GUYANA.
Serum per vliegtuig aangevoerd.
ALKMAARSCHE COURANT.
Eerste Kamer.
Den Haag, 23 Mei.
Met 31 tegen 8 stemmen heeft de Eerste
Kamer het wetsontwerp aangenomen inzake
verbindend- en onverbindendverklaren van
ondernemersovereenkomsten. Tegen hebben
gestemd de liberalen en de chris telijk-histo-
rischen de Gijselaar, van der Hoeven, Polle-
ma en de Vos van Steenwijk. Kreeg men gis
ter den indruk, dat de heer Pollema bij zijn
bestrijding van het wetsontwerp zijn geheele
fractie achter zich had, heden stemden drie
zijner partijgenooten voor, de heeren de Sa-
vornin Lohman, ter Haar en Kolff. Namens
dit drietal verklaarde prof. Lohman, dat
bet niet veel voor „de verbindendverklaring"
voelt, maar alleen voorstemmen om der re
geering de bevoegdheid, welke zij meent in
dezen crisistijd noodig te hebben, niet te
onthouden.
Minister Steenberghe heeft het wetsont
werp verdedigd in een, als gewoonlijk, vlotte
en vloeiende rede van ruim een uur.
Jegens prof. van Embden (v.d.) verklaarde
hij geruststellend, de wet niet te zullen toe
passen om bedrijven sluitend te maken, om
achterlijke ondernemingen in het leven te
houden of om verouderde kapitaalsbeieggin-
gen in stand te laten. Het betoogde voorts,
dat de president-minister niet met hem van
meening verschilt, en las ten bewijze daar
van voor, wat dr. Colijn gedurende zijn mi
nisterschap geschreven heeft ter toelichting
op het anti-revolutionnair program. Hierin
verklaart hij onder meer, dat de absoluut
vrije concurrentie de maatschappij tot een
publiek slagveld zou maken.
Zooals men weet, zal er niet voor elke
(on)verbindendverklaring een aparte wet
noodig zijn, maar is de regeering bevoegd,
tot (on)verbindendverklaring over te gaan.
De heeren Knottenbelt (lib.) en Poliema
(c.h.j hadden deze regeling afgekeurd en tel
kenmale een afzonderlijke wet bij (on)ver-
bindendverklaring geëischt.
Minister Steenberghe verdedigde zijn rege
ling, door erop te wijzen, dat de voorberei
ding van een (on)verbindendverklaring in
elk geval langen tijd duurt en er vele instan
ties bij noodig zijn. Moest er telkens een
wettelijke regeling tot stand worden ge
bracht, dan zou de voorbereiding nog lan
ger duren, want dan zouden deze instanties
nog met de Tweede en de Eerste Kamer wor
den vermeerderd. Bovendien zou bij een
(on)verbindendverklaring per wet het buiten
land uit den aard der zaak alle bijzonderhe
den te weten komen, wat bij de tegenwoor
dige internationale concurrentie ongewenscht
zou zijn.
Dr. Wibaut (s.d.) had uit de memorie van
antwoord den indruk gekregen, dat de mi
nister het verschijnsel van de kartelleering
alleen aan de crisis toeschreef. De sociaal
democraat, volgens wien dit verschijnsel
voortspruit uit de geheele kapitalistische ont
wikkeling, had den bewindsman gekri.i-
seerd. De minister, die dr. Wibaut huldigde
voor zijn wetenschappelijk werk op het ge
bied van het trust- en kartelwezen, ant
woordde thans, dat inderdaad de maat
schappelijke ontwikkeling reeds van de ne
gentiende eeuw in aanmerking moet worden
genomen, maar dat de crisis de zaak acuut
heeft gemaakt.
Z.Exc. heeft, op een beminnelijke manier,
een loopje met den heer van den Bergh geno
men, die Engeland had aangeprezen, zeg
gende, dat het bedrijfsleven daar vol ver
trouwen is in eigen kracht en dat men nog
vervuld is van genoegen bij de gedachte
aan de feesten van het regeeringsjubileum.
De minister sprak, lichtelijk spottend, over
„een studiereis" van den heer van den Bergh
naar Engeland en zeide langs den neus weg,
dat diens studie in den stijl der jubileum
feesten heeft plaats gevonden!
De bewindsman vertelde voorts, dat in
dat vrijheids lievende Engeland dan toch
maar een wetsontwerp is ingediend, dat nog
heel wat verder gaat, dan het hier aanhan
gige, en dat den bedrijven zelfs reorganisa
tie-schema's wil opleggen. Maar de indruk
dezer mededeeling verzwakte wel eenigszins,
door wat de heer van den Bergh daarna zei-
de, namelijk dat niet de regeering, maar een
parlementslid dit wetsontwerp heeft inge
diend (Lord Melchet, overigens zelf een in
dustrieel).
Ten bewijze, dat de ondernemers zich
niet alleen door winstbejag laten leiden,
wees Z. Exc. dr. Wibaut op een figuur als
den pas overleden industrieel dr. Waller, die
warm sociaal medeleven met zijn arbeiders
heeft getoond en daarbij zijn concurrenten
als medewerkers beschouwde. Zoo iets is na
tuurlijk sterk bevorderlijk voor bedrijfsor
ganisatie.
Met prof. van Embden was de minister het
eens dat de regeering prijsregeling slechts
met groote voorzichtigheid zal mogen toe
passen en, wat den export betreft, er voorts
aan moet denken, dat een ongebreidelde con
currentie bij den uitvoer tevens den dood
voor dien uitvoer beteekent. (Vermoedelijk,
omdat het vreemde land wegens de concur
rentie met de eigen industrie den invoer
gaat verbieden.) Hebben wij den bewindsman
goed begrepen, dan zou zulks vaststelling
van minimumprijzen voor den export wen-
schelijk kunnen maken.
's Ministers peroratie, waarin hij gewaag
de van zijn wereldbeschouwing van het soli-
darisme en van zijn verlangen om, met Gods
hulp, den weg naar een betere maatschappij
vrij te maken, liet niet na, indruk te maken.
De Kamer heeft de vermindering van het
aantal gedelegeerden van den Indischen
volksraad van twintig tot vijftien (een bezui
nigingsmaatregel) zonder debat en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Naar uit Londen verluidt, is er
geen twijfel meer aan, dat nog voor
het einde van het Pinksterreces
Baldwin in plaats van MacDonald
zal optreden als minister-presi
dent.
De reden van deze wijziging ligt
in het feit, dat de oogarts geconsta
teerd heeft, dat MacDonalds oogen
niet zijn opgewassen tegen de in
spanning, die zijn huidige functie
met zich medebrengt.
Volgens oud-Engelsche traditie ,zou een
verandering van premier het formeele aftre
den van alle overige kabinetsleden noodza
kelijk-maken. De nieuwe premier zou dus de
vrije hand hebben voor een algeheele reor
ganisatie van het kabinet.
Verder verluidt, dat er reden bestaat aan
te nemen, dat Baldwin van deze gelegenheid
een verregaand gebruik zal maken. MacDo
nald zou waarschijnlijk in de regeering zit
ting blijven nemen als president van den
staatsraad. Men zal alles in het werk stel
len om voor de kiezers te treden met een zoo
sterk mogelijke regeering op de tegenwoor
dige nationale basis. De parlementsverkie
zingen zouden dan waarschijnlijk in den
herfst plaats hebben.
Het is naar aanleiding van bovengenoemd
persbericht, dat wij meenen hier iets over de
regeering van Engeland te moeten zeggen.
Engeland bevindt zich op het oogenblik
zoowel politiek als economisch na harde ja'-
ren aan het begin van een beteren tijd. Het
ligt in de lijn van den vreemdeling zich af
te vragen, wie de mannen zijn, in wier han
den de draden van de regeering samenloo-
pen en die met genoegdoening en trots zeg
gen, dat zij het schip van staat door alle
klippen van de laatste critieke jaren heen-
gestuurd en in de haven gebracht hebben.
Voor Engeland zijn namelijk op het oogen
blik toepasselijk de laatste woorden van
Frederik de Groote: La montagne est passée:
nous irons mieux" De hoogte is beklom
men, de weg wordt lichter!
Reeds de vader van den tegenwoordigen
koning, Edward VII, heeft bewezen dat de
invloed van een niet-absoluten monarch veel
grooter kan zijn dan de onbegrensde van
den alleenheerscher. Ook koning George V
is niet slechts een figuur op den boeg, maar
een zeer wezenlijk deel van het schip van*
staat. Hoewel ook zijn invloed noch in het
alledaagsche leven, noch in de politiek in een
zoo zichtbaren vorm op den voorgrond
treedt als bij zijn vader, zoo zijn toch het
moreele gewicht, dat hij aan al zijn beslis
singen verleent en het vertrouwen, dat alle
partijen en de leiders daarvan in zijn on
partijdigheid stellen, alsmede de liefde, die
het volk koning George toedraagt zoo groot,
dat hij als de gewichtigste factor in de re
geering van het rijk moet worden beschouwd.
Van Buckingham Palace, de residentie van
den koning, loopt de weg over Whitehall,
den zetel der beambten, naar Westminster,
waar het parlement vergadert. Deze drie
begrippen omvatten het grootste gedeelte
van de mannen, die onmiddellijk voor de re
geering van Engeland verantwoordelijk zijn.
Daarnaast vindt men nog een aantal per
soonlijkheden, wier kundigheden en ervarin
gen hen gemaakt hebben tot de voornaam
ste dragers van de Engelsche regeerings-
macht achter de schermen.
„Men, not measures" zegt een Engelsch
spreekwoord: „Mannen, geen maatregelen".
Daaruit volgt, dat in Engeland steeds de
persoonlijkheid de politiek beïnvloedt en niet
zoozeer het ambt. Hoewel de lord chancellor
voor de wetten, de minister van buitenland-
sche aangelegenheden, de minister van bin-
nenlandsche zaken voor de openbare orde en
alle ander ministers voor hun ressorten ver
antwoordelijk zijn, rijzen toch achter deze
mannen drie persoonlijkheden op, waarvan
men zeggen kan, dat zij inderdaad de poli
tiek van het land bepalen. De minister-pre
sident MacDonald, Baldwin en de kanselier
van de schatkist Neville Chamberlain. Alle
drie, de eerste door zijn onvermoeiden ar
beid aan de verbetering van de situatie in
binnen- en buitenland, de tweede als leider
van de grootste partij van het land, en de
derde door het vertrouwen, dat men in zijn
nuchtere en van alle avonturen vijandige
financieele politiek heeft gekregen, oefenen
invloed uit, die ver boven hun ambt uitgaat
en hen tot de leidende figuren van de natio
nale regeering maken. Het aandeel dat de lei
ders van de oppositie in het Lagerhuis aan
de regeering nemen is slechs van indirecten
aard. De eenjge onder hen die ten gevolge
van zijn groot verleden en zijn onovertreffe-
lijk redenaarstalent in staat is, den koers van
de regeering te beinvloeden, is Lloyd Geor
ge, de man tevens en zeer binnenkortde
minister die een wederopbouwplan heeft
uitgewerkt, waarnaar de regeering wel luis
teren moést
Het feit, dat de beambten van den hoog
ste tot den laagste voor de regeering, welken
koers deze ook volgde, steeds loyale dienaren
zijn geweest, heeft hun invloed zeer ver
hoogd. Sir Frederic Leith-Ross en Sir War
ren 'Fisher van het ministerie van financiën,
sir Robert Vansittart van het ministerie van
buitenlandsche zaken; en tenslotte sir Mau-
rice Hankey, de secretaris van de commissie
voor rijksverdediging, behooren tot de voor
naamste voor de regeering van Engeland in
aanmerking komende persoonlijkheden. Hun
meening en hun raad zijn onontbeerlijk en
beïnvloeden dikwijls op beslissende wijze de
politiek van het land. Dat de hoofden van de
vloot het leger en de luchtstrijdkrachten
een hartig woordje meespreken, ligt voor de
hand Hun invloed doet zich echter hoofd
zakelijk op technisch en minder op politiek
gebied gelden. Sir Henry Wilson, geduren
de den wereldoorlog chef van den gencralen
staf, was de laatste politiseerende generaal
van Engeland.
Verdet mag de politieke beteekenis van
drie mannen, die zelfs indirect niet met de
regeering in verband staan, niet onderschat
worden:, de. aartsbisschop van Canterbury,
de gouverneur van de bank van Engeland,
Montagu Norman en de leider van den Brit-
schen radio-omroep, sir John Reith.
Alle drie werken op een bijzonder gebied,
hèt kerkelijk leven, de city van Londen eri
internationale financiën en het millioenen-
leger van luistervinken, wier meening door
de dagelijksche berichten en voordrachten
gevormd wordt, op een beslissende wijze aan
de beïnvloeding van het publiek in den zin
van de een of andere politiek en nemen daar
door, zij het dan ook indirect, deel aan de
regeering van het land.
De invloed van de privé-secretarissen is in
Engeland altijd groot geweest. Twee daar
van, die van den koning, sir Clive Wigram
en die van den eersten minister vormen op
dezen regel geen uitzondering. Talrijke lasti
ge vragen, waarvan het groote publiek nooit
iets hoort, gaan door hun handen.
Bovendien vindt men in Engeland nog een
aantal particuliere personen, die een grooten
invloed op de regeering kunnen uitoefenen.
Daartoe behooren: lord Derby, lord Rea-
ding, lord Trenchard, lord Tyrell en Geof-
frey Dawson, de hoofdredacteur van de Ti
mes, het eenige blad dat in Engeland een
algemeen erkenden politieken invloed bezit.
Het antwoord op de vraag: „Wie regeert
Engeland?" kan in dien zin gegeven wor
den, dat een groep van ongeveer 25 mannen
een beslissenden invloed op de regeering
heeft. Daarnaast vindt men natuurlijk nog
honderden andere personen van gewicht:
ministers, onderstaatssecretarissen, gezan
ten, ambtenaren, leiders van de financiën,
van de industrie en van het economische le
ven. Aan hen allen dankt Engeland, dat de
weg „weer lichter' geworden is.
Vóór alles dankt Engeland het echter aan
het feit, dat het door twee eigenschappen
geregeerd wordt: door vaderlandsliefde en
gezond verstand!
Bij de opening van de Franz Joseften-
toonstelling te Weenen heeft bondspre
sident Miklas Donderdagmiddag een
toespraak gehouden, waarin hij o.m.
zeide:
Het groote, oude Rijk is niet meer.
Men moet de feiten der wereldgeschiedeÉ
nis eenvoudig erkennen en dan nieuwe
geschiedenis maken.
Minder door de eigen schuld van zijn
volken dan wel veeleer door het onver
stand van Europa is het vernietigd. Het
is onzinnig zich te verzetten tegen der
gelijke historische feiten, al zullen ook
zij die den glans en den schemer van het
oude rijk nog hebben gekend, er over
treuren.
Ook ik behoor tot hen. 44 jaren van
mijn leven heb ik onder keizer Franz
Jc-sef geleefd, gewerkt, geofferd en ge
produceerd.
Het 16 voorbij. Al za' men ook als
mensch en Oostenrijker dit niet alle
maal kunnen vergeten: een nieuwe tijd,
een nieuwe generatie, een nieuw Euro
pa eischt gebiedend zijn rechten op.
Het militaire gerechtshof te Sofia
heeft drie doodvonnissen geveld tegen
de Macedonische revolutionnairen Geor-
gi Tersiiski, Boris Buneff en Kirill Dja-
roff, allen uit de stad Newrokop. Zij had
den zich te verantwoorden wegens een
veemmoord op een aanhanger der Pro-
togeroff-groepeering, Dermenjiiski ge
naamd. Het vonnis i6 door het militaire
hof van cassatie bevestigd.
De gouverneur van Kentucky heeft
gisteren 276 gevangenen de kans gege
ven hun leven te beteren. Zij zijn, op
zekere voorwaarden, in vrijheid gesteld.
De commissie van toezicht op de gevan
genis had deze lieden voor in vrijheid
stelling aanbevolen. Tot hen behoort
iemand, die twee jaren geleden in de
gevangenis was opgesloten, waar hij 21
jaar zou hebben moeten uitzitten, indien
zich voor hem deze gelukkige oplossing
niet zou hebben voorgedaan. Als de
heeren nu maar geen ^eimwee krijgen
naar hun „old Kentucky home"!
Ter gelegenheid van de tentoonstel
ling van 18e eeuwsche kunst te Bologna,
welke dezer dagen is geopend, is het
historisch paleis, waar deze expositie
ondergebracht is de voormalige pre
fectuur geheel gerestaureerd. Het
bleek, dat het gebouw een aantal zeer
belangrijke architectonische en decora
tieve details bevatte, welke langen tijd
onder een zware kalklaag verborgen,
thans weer in hun oorspronkelijken
staat zijn teruggebracht.
Hoe Engeland geregeerd wordt.
(Dag. Overzicht.)
Het conflict ItaliëAbessynië.
(Buitenland.)
Inwijding van de „Normandië".
(Buitenland.)
Werving van Engelsch lucht-
vaartpersoneel. (Buitenland.)
Het Spoorwegen-crediet aan Werk
spoor. (Binnenland).
Eenige doodelijke verkeersonge
vallen. (Binnenland.)
Ivans ter aarde besteld. (Binnen
land.)
De echoput tot 1 Juli weer voor
het publiek ter bezichtiging openge
steld. (Binnenland.)
De burgemeester van de gemeente
Kuyk in 't ongelijk gesteld door den
Hoogen Raad inzake het weigeren
van de eedsafneming van den hulp
keurmeester. (Rechtszaken.)
Vliegongeluk bij de Amerikaan-
sche vloot-manoeuvres. (Lucht
vaart.)
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
Gisteren is men te Londen begonnen met
het werven van personeel voor de Britsche
luchtmacht. Het ministerie van Luchtvaart
heeft nauwkeurige details gepubliceerd over
de voorwaarden van indiensttreding. Gelijk
tijdig verscheen een oproep van den minister
van luchtvaart, Lord Londonderry ,van den
volgenden inhoud:
„Met de recruteering wordt weldra begon
nen; ik-doe een beroep op de jeugd om zich
aan te sluiten bij de Engelsche luchtvloot."
In het kader van het luchtbewapeningspro-
gram zullen in de as. jaren 2500 vliegers
worden opgeleid, terwijl nog 20.000 man per
soneel op de vliegvelden werkzaam zal zijn
als mecaniciens enz. De helft hiervan hoopt
men in April 1936 opgeleid te hebben.
In 1937 hoopt men de luchtmacht opge
voerd te hebben tot 1500 eerste linie-machi
nes met 55 000 man personeel.
Aan zijn rede voegde Londonderry nog
het volgende toe:
„Wij willen met onze luchtmacht niet
wedijveren met andere landen, noch willen
wij meedoen aan een bewapeningswedloop,
doch wij beantwoorden Hitler's aanbod tot
beperking van de bewapening met onze ver
klaringen, dat wij ook wat de luchtmacht be
treft niet zwakker willen staan dan onze bu
ren. Bij onzetaak tot uitbreiding van de lucht
vloot hebben wij den vollen steun van ons
volk noodig. Voor de opleiding van onze pilo
ten en mecaniciens zullen nieuwe partculiere
en militaire vliegvelden ingericht worden".
Tot verwezenlijking van de recruteerings-
plannen zullen in de voornaamste steden van
Engeland nog tien recruteeringsbureaux ge
vestigd worden. De recruten worden verdeeld
in „Vliegofficieren met korten dienst" en
„Vliegers zonder den rang van officier".
Voor de eerste groep komen in aanmerking
jonge lieden van goeden huize met hooge-
school-opleiding. Zij zullen een aanvangs
salaris van 325 pond st. per jaar ontvangen.
Na een actieven dienst van vier jaar zullen
zij zes jaar als reserve-vliegers dienst doen.
Voor de tweede groep komen in aanmer
king jonge lieden met een middelbare school
opleiding; deze zullen een aanvangssalaris
van 200 pond genieten. De nieuwe militaire
luchtvaartscholen zullen gevestigd worden te
Hanworth, Reading, White Waltham en
Sywell.
Tijdens den bouw en de inrichting van de 31
aan te leggen vliegvelden zullen verschillen
de verkeershavens voor militaire doeleinden
gebruikt worden. Het ministerie van lucht
vaart deelde tenslotte mede, dat binnen het
kader van het territoriale leger drie nieuwe
lichte eskaders bombardementsvliegtuigen
gevormd zullen worden.
In het Noord-Westen van Britsch-Guyana
is een pokken-epidemie uitgebroken, die zich
snel uitbreidt. Er zijn uitgebreide voorzorgs
maatregelen genomen en een groot aantal
artsen en verpleegsters zijn naar de bedreig
de streek vertrokken. Dit neemt niet weg,
dat steeds weer nieuwe gevallen worden ge
meld. De bevolking van Georgetown ver
keert in opgewonden toestand, daar zij
vreest, dat de ziekte ook in de stad slacht
offers zal maken. De artsen komen handen
te kort om inentingen te verrichten, doch er
is een serum. Uit Detroit is een vliegtuig
met 60 pond serum aan boord, vertrokken.