Jaarvergadering officieren Kon. Landmacht. Mr. Marchant over „De Hooge Veluwe". ALKMAARSCME COURANT van DINSDAG 28 MEM8S5 Binnenland Minister Dechers over ondermijning van het gezag Herdenking 25-jarig bestaan. De Vereeniging van Officieren der Konink lijke Landmacht (V.O.K.L.) houdt haar jaar- lijksche algemeene vergadering in het. hotel Wittebrug te 's-Gravenhage. Gisteren in de ochtenduren ontving de afd. 's-Gravenhage hoofdbestuur en leden uit andere plaatsen in een 'begroetingsbijeen komst, waarna een gemeenschappelijke lunch werd genuttigd. Te half twee nam de algemeene vergade ring een aanvang. Vele militaire en enkele civiele autoriteiten woonden deze bijeen komst bij,. De voorzitter, luitenant-kolonel der inten dance A. Numans sprak de openingsrede uit. Namens het hoofdbestuur stelde spr. voor een telegram van dank en aanhanke lijkheid te zenden aan H.M. de koningin. Hiertoe werd onder applaus besloten. Rede minister Deckers. Hierna was het woord aan den minister van defensie mr. dr. L. N. Deckers, die onge veer het volgende zeide: Gaarne wensch ik u geluk met het zilve ren bestaansfeest van uw vereeniging. In de afgeloopen kwart eeuw heeft deze vereeni ging bewezen, dat een met wijsheid geleide organisatie van officieren, invloed ten goede kan oefenen. Bij al haar doen en laten zal zij echter steeds voor oogen moeten houden, dat haar leden officieren zijn, dus dienaren van de wettige overheid en dit niet alleen maar daarenboven leiders in het gezagsorgaan der regeering. Ik begrijp, dat men op een feest dag als deze, een blik in het verleden werpt. Zulk een feestdag is immers een gedenkdag tevens. In dit verleden hebben zich voor uw vereeniging natuurlijk moeilijkheden voorge daan. Groote en kleine. r- De meeste zijn mij on- Mimster Deckers t>ei(en<i Maar voor zoover ze mij bekend zijn, heb ik kunnen er varen, dat gehandeld werd overeenkomstig den soldatenplicht: in gehoorzaamheid, trouw en willige onderwerping aan het wet tig gezag. wij leven in een zwaren tijd. De economi sche crisis is geweldig in omvang en hoogst ernstig in haar gevolgen. Nimmer waren voor de predikers der on tevredenheid de omstandigheden zoo gunstig als thans. Zij weten wie de schuldige is van de misère. De regeering! Men schijnt te verlangen dat deze de ge volgen van die wereldcrisis zal wegnemen. Doch men kan zeer goed weten, dat dit on mogelijk is en dat de regeering door dage lijks te zorgen en al haar krachten in te spannen, nauwelijks meer kan dan leed ver zachten, diepere inzinking voorkomen en heropbLoei bevorderen. Geen regeering, wel ke ook en onverschillig welke de staatsvorm is, kan méér. Wel zijn er landen waar min der gebeurt dan in Nederland. Vrees niet, dat de regeering zich door welke onbillijke, welke onrechtvaardige beje gening ook zal laten ontmoedigen of zal la ten afbrengen van te doen wat zij haar plicht acht. Laat ook gij u uw moed en uw plichtsbe sef niet ontrooven. Er heerscht in onze da gen veel verwarring der geesten. Ontevreden mannen en er zijn er onder hen, die een leven van getrouwe plichtsvervulling achter den rug hebben werken thans aan de on dermijning van het gezag, dat zij eens met eere hebben gediend. De harmonie tusschen gezag en vrijheid moet worden verstoord, de Nederlandsche Rechtsstaat tot Machtsstaat vernederd. De vrijheden en rechten van het Nederlandsche volk door Oranje en onze vaderen verworven en nadien van geslacht op geslacht verdedigd, beschermd en be waard, worden ernstig bedreigd. Velen schijnen met blindheid geslagen. Houdt gij, mijne heeren, de oogen wijd geopend en werkt mede met de wettige over- h|jd om ons volk veilig te geleiden langs de door de wolken van den onspoed verduister de paden, naar een gelukkiger verschiet. Ik herhaal: werkt mede met de wettige overheid. Toen gij in uw drievoudigen offi- fierseed gehoorzaamheid aan de wetten be- loofdet, hebt gij haar trouw gezworen. Ze ker in zware en zwarte tijden als de huidige moet de regeering weten, dat zij kan rekenen op de volstrekte betrouwbaarheid van het apparaat, welks hooge en eervolle roeping is, het wettig gezag in ons vaderland te be schermen en te steunen. Wat mij zelf betreft, de welhaast zes jaar dat ik met het ambt van minister van defen sie ben bekleed, heb ik mij één geweten met onze weermacht en niemand uwer is onbe kend, dat ik oprecht heb gedeeld In haar vreugden, haar moeilijkheden en haar zor gen. Ik heb bij de vervulling van mijn zware en verantwoordelijke taak veel steun mogen vinden, ook in ons officierskorps. Daarvoor ben en blijf ik dankbaar. Maar mijne heeren, er zijn er, die, terwijl zij voorgeven, de eenheid na te streven, een wig trachten te drijven tusschen weermacht en overheid, tusschen bestuurden en bestuur ders. Zij geven hoog op van hun koningslief de, maar hun overheersching zou de Neder landsche koningskroon haar alouden luister ontnemen. Zij zingen het Wilhelmus, terwijl zij 't houweel leggen aan Willem van Oran- je's levenswerk, het fundament van onzen rechtsstaat. Gij weet dat zoo gced als ik. Men geeft af op het staatkundig leven en werpt met slijk naar edele volksgenooten die in groote onbaatzuchtigheid aan dit staatkun dig leven leiding schenken. Men beschimpt de regeering, die pal staat voor het gezag en laakt de mannen, die in stipte gehoorzaam heid de regeeringsvoorschriften eerbiedigen. Men tracht u af te leiden van den rechten weg en nadert u in woord en geschrift, openlijk en zijdelings, ja zelfs in het kleed des lafaards in anonymiteit. Maar ik reken er op, mijne heeren, dat nie mand uwer den weg zal verlaten, hem door plicht en eer gewezen. Uw trouw moge be proefd worden, zij kan door beproeving slechts worden gelouterd en verstevigd. Gij zult uwe gelofte indachtig, trouw blij ven aan de koningin, gehoorzaam aan de wet, onderworpen aan de krijgstucht en met vasten wil de eenheid handhaven en bevorde ren. De eenheid onderling, de eenheid in het Nederlandsche léger, de eenheid tusschen volk en weermacht, de eenheid tusschen weermacht en regeering. Deze wetenschap maakt het mij tot een vreugde, in uw midden te zijn en u allen, heeren bestuurderen en le den van officieren van de koninklijke land macht, geluk te wenschen met uw feest. Aan die vreugde geef ik uiting en gij zult er gaar ne mee instemmen, door een eerbiedige hul degroet te brengen aan haar, in wie het ge zag in ons Rijk zijn bekroning vindt, aan de Vrouwe, die bij Gods genade ons regeert,wier troon wij willen schragen, wier hooge rech ten door de grondwet gewaarborgd, wij willen verdedigen en die wij willen houden in héél haar koninklijke macht en eere die wij blijven dienen in onvergankelijken trouw. Spreker besloot met een „Leve de konin gin", dat door alle aanwezigen driewerf werd herhaald. Gelukwensch generaal Röell. Luitenant-generaal jhr. W. Roëll, comman dant van het veldleger, gouverneur der resi dentie, hield vervolgens een rede. Spr. wenschte op dezen dag in de eerste plaats ook mondeling nog eens van heeler harte de vereeniging geluk met den bereikten mijlpaal en haar voor de toekomst toe te wenschen de wijsheid en eensgezindheid, welke haar zullen kunnen blijven leiden in de richting, in den loop der jaren tot haar vasten compasstand geworden. Spr. zeide te hebben kunnen constateeren, dat in 1910 bij de oprichting het materieele de eerste plaats innam, doch dat later het ideele met steeds grooter klem zijn eischen ging stellen. In dit ideëele vat spr. samen de trouw aan het Huis van Oranje, den strijd tegen revolutionnaire gedachten, tegen de faitisme, slapheid en gezagsondermijning, de versterking van het nationaal gevoel en tenslotte den arbeid ten bate van de verbete ring van de weermacht. Het strekt uw vereeniging, aldus spr., tot eer, dat zij de juiste beteekenis en waardee ring van de door de massa der officieren niet gevraagde moderne rechten heeft gevat en haar arbeid aan het ideëele doel van de offi cieren in het bijzonder dienstbaar heeft ge maakt. Rede dr. N. Japikse. Na de rede van luitenant-generaal Röell was het woord aan dr. N. Japikse, directeur van het Koninklijk Huisarchief, die een voor dracht hield over „De weermacht en het Huis van Oranje". Oranje en het Nederlandsche leger al dus spr. is als één kapitein, die met één schip door de eeuwen vaart. Spr. gaf een overzicht van de geschiedenis van het Huis van Oranje en van onze weer macht, te beginnen bij 1572, in verband daarmede schetsend het Nederlandsche ka rakter, dat zooals van Oldenbarnevelt zeide „van nature sachtmoedich en vreed- seam, tot den oorlog niet geneicht" is. Geen van de vele oorlogen, welke het Nederland sche leger in den loop der eeuwen heeft moe ten voeren, is een eigenlijke veroveringsoor log geweest. Met tal van gegevens toonde spr. dit nader aan. Hierna werd een receptie gehouden. De vergadering van heden (Dinsdag), draagt een huishoudelijk karakter. In de „Groene Amsterdammer" deelt oud- minister Marchant nog eenige bijzonder heden mede over den loop van zaken betref fende het landgoed „De Hooge Veluwe". Aan het artikel is het volgende ontleend: Toen het kabinet-Colijn was opgetreden, was er een ontwerp van wet aanhangig tot het aanvragen van een crediet van ik meen ®en millioen, teneinde het landgoed „De Hooge Veluwe" aan te koopen. Het plan was verbonden met steun aan sierteelt, plannen voor werkverschaffing en met den bouw van een museum. Het kabinet was van oor deel, dat van de uitgave van een millioen voor dit doel toen geen sprake kon zijn en het wetsontwerp raakte van de baan. DE GANG VAN ZAKEN. Eenigen tijd nadat dit was voorgevallen, ontving ik in audiëntie mevrouw Kröller Muller Den heer Kröller had ik vroeger ge kend, doch in jaren niet ontmoet. Mevrouw Kröller kende ik in het geheel niet. Zij deelde mij mede, dat zij diep betreurde, dat ae plannen van de baan waren. Geheel haar leven had zij gewerkt aan het ver zamelen van haar schilderijen, en om van de Hooge Veluwe met het prachtige landhuis van Berlage te maken wat het is geworden. Zij had zich altijd voorgesteld, dat alles in zijn geheel en in goeden toestand zou blijven, dat het museum zou worden ge bouwd naar de plannen van prof. van der Velde de steenblokken liggen grooten- deels ter plaatse gereed en dat na den dood van het echtpaar Kröller een en ander zou worden gelegateerd aan den Staat. Mevrouw Kröller maakte in het lang durig onderhoud op mij een sterken indruk. Ik had er een diepen eerbied voor, dat deze vrouw, onder allen tegenspoed, dien zij heeft moeten doorleven, altijd even vurig en onversaagd alleen was blijven leven voor haar ideaal: deze beide objecten voor verka veling en verkoop te behoeden en ze in hun geheel aan het gemeenebest ten goede te doen komen. Ik heb toen alle bescheiden, de zaak betreffende, bestudeerd. Alles wat mevrouw Kröller mij had verteld werd be vestigd. Ik ben met mijn directeur-generaal de Hooge Veluwe gaan bezoeken. Ander- halven dag hebben wij er rondgereden en ge wandeld. Wij waren beiden verrukt, zoodat onze conclusie was, dat moeten wij hebben. Maar zou er iets van komen, dan moesten de aan hangsels van het vroegere plan er af, en de Staat zou zich niet moeten binden aan de voorwaarde van het bouwen van het museum. De beide objecten waren alleen door het museum aan elkander verbonden. De onderhandelingen met de N. V. Wil helm Müller Co. leidden tot het resultaat, dat zij het landgoed met landhuis, boer derijen en alles wat er verder op was voor f 800.000 wilde verkoopen. Het is 6500 Hectare. Hiervan kan, als voor natuurreser vaat niet bestemd, een stuk worden verkocht, waarvan de verkoopprijs is te schatten op lYt a 2 ton, zoodat er ten slotte niet meer dan ruim zes ton mee zou zijn gemoeid. Aangezien er geen uitzicht was, dat van particulieren een belangrijk bedrag zou zijn bijeen te krijgen, werd met groote vreugde het denkbeeld aanvaard om uit de fondsen van de N.U.M. het bedrag van den koopprijs onder hypothecair verband te leenen. De ministerraad hechtte daaraan zijn goed keuring. Aldus is dit eenige natuurreservaat voor ondergang bewaard. Aldus is de staat door schenking eigenaar geworden van een col lectie schilderijen en kunstvoorwerpen eenig in haar soort. Met ik meen 150 van Gogh's, waarvan de echtheid zeer zeker niet valt ie betwisten; een collectie, die voor vijf mil lioen is verzekerd. Als deze transacties niet waren tot stand gekomen, zou ik mij diep hebben geschaamd. Bij deze transacties hadden noch de heer Kröller noch mevrouw Kröller een cent pro fijt. Het bedrag van den koopprijs was voor hen zonder eenig belang. Zij hadden in het bepalen evenmin eenige zeggenschap. Hoe vreemd dit hun, die het monopolie van den gemeenschapszin voor zich plegen te vindi- ceeren, ook moge schijnen, zij dienden uit sluitend het algemeen belang. Dat eert dit echtpaar en daarvoor verdienen zij den dank van het volk. Hoe ver sommigen'in onbeschaamde insi nuaties en onderstellingen durven gaan, blijkt uit de geluchte verdenking, dat ik hier uit langs eenigerlei weg financieel voordeel zou trekken. Aangezien de stichting Nationaal Park „De Hooge Veluwe" geen Staatsinstel ling is. geniet geen van de bestuurders pre sentiegeld. Wel is in uitzicht, dat er bijdragen van particulieren zullen vloeien. Ik heb mij voor het voorzitterschap beschikbaar gesteld, omdat het geheel in sterke mate mijn belang stelling heeft. Het verheugt mij bijzonder, dat ik, nu ik als minister ben afgetreden, langs dezen weg nog iets voor de kunst en het bewaren van natuurschoon zal mogen doen. KONINKLIJK BEZOEK AAN DE HOOFDSTAD. Ter gelegenheid van de ont hulling van het Van Heutsz- monument. ARBEIDSBEMIDDELING VOOR MUSICI EN ARTISTEN. Minister beantwoordt mevrouw BakkerNort. STANDBEELD WIJLEN KONINGIN EMMA. Ontwerp-v. Zijl wordt te Amster dam uitgevoerd. Het Comité voor een Amsterdamsch ge- denkteeken voor H.M. de Koningin-Moeder heeft na overleg met het comité in Den Haag besloten, het gedenkteeken, dat door de jury aldaar als numero één in aanmerking kwam, n.1. dat van den beeldhouwer van Zijl, uit te voeren. Het uitvoerend comité heeft zich daarbij laten voorlichten door een commissie, bestaande uit prof. A. W. M. Odé, dr. J. Mendes da Costa, ir. Jan Gratama en ir. A. R. Hulshoff. De commissie in haar geheel heeft aan de voorstellen van het uitvoerend comité haar goedkeuring gehecht. In overleg met den beeldhouwer van Zijl is besloten, be houdens goedkeuring van den gemeenteraad het monument, dat vijf meter hoog zal wor den, te plaatsen op het Emmaplein. Het ge laat van de Koningin-Moeder zal op deze intieme plek gericht zijn naar het Lyceum De beeldhouwer heeft zich gedacht het monument uit te voeren in Fransche kalk steen, welke steen bestand is tegen atmosphe- rische invloeden. De voorzijde van het voet stuk zal een relief vertoonen van hulde bren gende vrouwenfiguren; daarboven zijn ge plaatst de wapens van Nederland en Wal deckPyrmont benevens een inscriptie. Op den linkerkant van het voetstuk zal een relief worden aangebracht, voorstellende de bescherming, op den rechterkant een relief, voorstellende het beleid. De achterzijde van het voetstuk zal een relief vertoonen, voorstellende Oranje-Nas- sauoord gedragen door twee vrouwenfiguren. Op het voetstuk zal het zittende beeld komen van de vorstin. In den zomer van het volgende jaar hoopt men het standbeeld te kunnen onthullen. ERNSTIGE MISHANDELING. Te Ossendrecht. Gisteravond heeft te Ossendrecht (N.-Br.) een ernstige familietwist plaats gehad, waarbij de landbouwer L. v. O. door zijn zwager J. J. zóó ernstig is mishandeld, dat hij een aantal verwondingen o-pliep en drie ribben heeft gebroken. Tusschen de beide mannen bestond reeds geruimen tijd verschil van meening over het afsluiten van een erf. Gisteravond ontstond een woordenwisseling tusschen v O. en zijn zwager, die op een hevige vechtpartij uitliep, waarbij v. O. mis handeld werd. De marechaussee uit Ossen drecht heeft proces-verbaal opgemaakt en stelt een onderzoek in. KONINGIN EN PRINSES NAAR HET LOO. H. M de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana zijn gisteravond 6 uur van het Pa leis Huis !en Bosch per auto naar Het Loo vertrokken. 1000 GESTOLEN. Aan gouden en zilveren voor werpen. Een verkooplokaal op de Keizersgracht te Amsterdam bij de Westermarkt is het terrein geweest, waar een brutale dief heeft geope reerd. Van de gelegenheid voor het publiek om de te verkoopen voorwerpen te bezichtigen heeft ook vermoedelijk deze man gebruik ge maakt. Hij heeft daarna kans gezien zich te verstoppen en na het sluitingsuur gelegen heid gekregen op zijn gemak zijn slag te slaan. Het tafelzilver en eenige gouden voor worpen, die voor derden verkocht moesten worden, had men in een dressoir geborgen Het werd afgesloten met een sleutel, die op het dressoir werd gelegd. Alles wat aan goud en tafelzilver aan wezig was, is meegenomen. Het is een waar de van ongeveer 1000. CAFE TE LEEUWARDEN AFGEBRAND. Een groote vuurzee. Gistermiddag omstreeks 5 uur is brand uitgebroken in het z.g. „Oud-Tolhek'', een bekend café aan den Groninger weg te Leeu warden. Dit café, een gedeelte van een pand, behoorde toe aan den heer W. Brouwers, evenals de andere perceelen, een groote houtschuur, twee arbeiderswoningen en een woonhuis bij het café. De perceelen worden bewoond door de familie Brouwers, de bejaarde moeder, de wed. Brouwers en den heer W. de Boer. De brand werd het eerst ontdekt op den zolder van het huis, bewoond door W. de Boer. Door den hevigen wind wakkerde het vuur spoedig aan. De motorspuiten van Huizum en Jelsum, die spoedig ter plaatse waren, wisten het vuur te beperken tot de beide arbeiderswonin gen, terwijl het café groote waterschade kreeg. Eenige oogenblikken werden door den hevi gen vonkenregen en den wind de naastbijzijn- de gebouwen in gevaar gebracht. HET MOTOR-ONGEVAL BIJ VELSEN- De toestand van de vier personen, die bij het motorongeval te Driehuis zwaar wer den gewond is nog steeds ernstig. DE HALVE TON BIJEEN. Jong Holland snakt naar werk. De perscommissie van de Centrale voor Werkloozenzorg schrijft ons: Zaterdag werd de 50.000 gulden, die de Centrale voor Werkloozenzorg aan Christe lijk Nederland voor haar arbeid had ge vraagd, bereikt. Op dien dag was 50.000 bijeen. Te verwachten is, dat de overschrij ving van het gevraagde bedrag nog belang rijk vergroot zal worden, daar nog van 35 plaatselijke comité's de opgaaf verwacht wordt. Voor het werk der Centrale houdt dit een goede ontwikkelingsmogelijkheid in. Op 15 Juni a.s. zal het tweede werkkamp der Centrale te Roekan je geopend worden. KIND IN WETERING GERAAKT TE DEN BOSCH. Gered door iemand, die niet kon zwemmen. Zondagmiddag geraakte het vierjarig knaapje, P. Eekelenburg uit den Bosch, die met zijn vriendjes in het veld aan het mei kevers zoeken was, plotseling in de diepe Wetering op de grens van de gemeenten Empel en 's-Hertogenbosch. De sigarenmaker A. van K. uit den Bosch hoorde hulpgeroep en spoedde zich naar den oever, waar hij het kind in zinkenden toestand in de Wetering aantrof. Van K., die niet zwemmen kon, draalde geen oogenblik en sprong gekleed te water. Het mocht hem gelukken het kind op het droge te brengen. Onder leiding van een zuster werd door de omstanders kunstmatige ademhaling toegepast met het gelukkige re sultaat, dat het knaapje na eenigen tijd tot bewustzijn kwam. Daarna is het slachtoffer naar den Bosch vervoerd, waar het onder geneeskundige behandeling is gesteld. NACHTELIJK AVONTUUR. Met een gestolen auto in een duinpan geraakt. Terwijl de heer J. H. J. C. Bouvy, bedrijfs leider van de N.V. Zoutziederij „De Pauw'' te Muiden, zich Zondagnacht op de bruiloft van een familielid bevond, welke in huize „Brinkman" te Haarlem gegeven werd, deel de de politie hem telefonisch mede, dat zijn auto deerlijk gehavend in een duinpan lag langs den Zeeweg bij Bloemendaal. De brui loftsgast begaf zich onmiddelijk met een in specteur van de Haarlemsche politie naar het aangegeven punt, waar bleek, dat de auto G 356 inderdaad zwaar beschadigd naast den weg was terechtgekomen. Op dat oogen blik bevond zich niemand meer in den wagen daar degene, die zich den auto had toege- eigend reeds door de Zandvoortsche politie in arrest was gesteld, aldus de „Tel." Van de politie vernam de heer Bouvy toen de volgende bijzonderheden: Toen de Bloemendaalsche politie Zondag nacht per fiets langs den Zeeweg surveil leerde, zag hij een auto een eind vóór zich uitrijden, welke hevige slingerbewegingen maakte. De auto reed snel verder, zoodat de afstand tusschen de fietsende politie en wa gen steeds grooter werd. Eensklaps was er echter van een auto niets meer te bekennen. Toen de politie verderop scherp rondkeek, ontdekte m^n den auto naast den weg. De wagen was klaarblijkelijk over den kop ge slagen. De ruiten waren gebroken en' de kap was geheel ingedrukt. Ook overigens had de auto groote schade opgeloopen. Uit papieren, welke zich in den wagen bevonden, kwam de politie den naam van den eigenaar te weten. Zij stelde zich in verbinding met den heer L J. M. Bouvy te Overveen, die mededeelde, dat de auto aan zijn zoon toebehoorde, die zich op de bruiloft in huize „Brinkman" moest bevinden. Wat den dader betreft, later kon worden vastgesteld, dat deze, nadat hij den auto van het parkeerterrein op de Groote Markt te Haarlem had ontvreemd (na middernacht worden de auto's aldaar niet meer bewaakt) er mede uit rijden was gegaan. De man ver keerde in beschonken toestan<J. Vandaar de slingerbewegingen van den wagen, welke de aandacht van de Bloemendaalsche politie hadden getrokken. Door een dezer verkeerde stuurbewegingen was de auto over den kop geslagen en naast den weg terecht gekomen Daarbij werd de dief door de glasscherven op eenige plaatsen aan het gelaat gewond, waaruit hij hevig bloedde. Met groote moeite wist hij weer op den Zeeweg te komen en liep langs den Zeeweg in de richting Zandvoort verder. In dezen toestand troffen hem in het nach telijk uur eenige padvinders aan, die hem mee namen naar Zandvoort en hem bij de politie aldaar brachten. De man vond het toen klaarblijkelijk maar het beste, een bekentenis af te leggen. Het bleek dat men te doen had met den 24-jarigen J. S., wonende te Haar lem. Hij werd met een Haarlemsche politie auto afgehaald en later bij den wagen ge bracht, welken hij gestolen had. Hij bekende daar, dat hij met dezen auto uit rijden was geweest. Terwijl de gearresteerde S. zich in den politie-auto bevond, maakte de heer Bouvy fotografische opnamen, waarop de dief de brutaliteit had om „ook een plaatje'' te vragen. De automobilisten, die in het zeer vroege ochtenduur, n.1. half 6, den Zeeweg passeer den, keken niet weinig verwonderd, toen zij daar een geheel gezelschap in avondtoilet rondom een verongelukten auto geschaard zagen. Het waren de bruiloftsgasten, die hun belangstelling kwamen toonen in het nachte lijk incident. De auto was dermate gescha- digd, dat hij niet meer te gebruiken was. Verzekering dekt de schade. Dr. I. H. J. VOS'KLACHT TEGEN DE CETEM. In der minne geschikt. De koningin zal Zaterdag 15 Juni de hoofdstad bezoeken ter bijwoning van de plechtige onthulling van het Van Heutsz-monument. Het verblijf duurt slechts een dag. Het gewone jaarlijksche bezoek van de koninklijke familie zal in September plaats hebben. üp schriftelijke vragen van het Twee de Kamerlid mevrouw Bakker—Nort: I. Is het den minister bekend, dat aan de voorwaarden verbonden aan de krachtens de Arbeidsbemiddelingswet 1930 verleende vergunningen tot het uit oefenen van arbeidsbemiddeling met winstoogmerk ten aanzien van musici en artisten door de vergunninghouders veelal niet de hand wordt gehouden, in het bijzonder,wat betreft de voorwaar den: a. dat een afschrift van. de in de ver gunning omschreven bepalingen moet worden ter hand gesteld aan hen, die de bemiddeling inroepen en b dat voor de verleende bemiddeling te heffen vergoeding slechts voor de helft n.1. voor 3 pet. van den werkne mer-musicus mag worden gevorderd? II. Zoo ja, welke maatregelen denkt de minister hiertegen te nemen? III. Is het den minister bekend, dat de werkgelegenheid voor musici in het amusementsbedrijf, bepaaldelijk in hotels,, café's, varieté's, dancings en der gelijke inrichtingen, praktisch in die mate door bemiddelaars met winstoog merk wordt beheerscht dat deze musici economisch geheel van hen afhankelijk zijn, daar het voor musici schier onmo gelijk is buiten deze bemiddelaars om, in dat bedrijf emplooi te vinden? IV. En is de minister bereid de tot standkoming te overwegen van een zon der winstoogmerk uitgeoefende arbeids bemiddeling voor musici, b.v. door een organisatie van werkgevers en werk nemers in dat bedrijf werkzaam, te zamen? heeft de minister van sociale zaken geantwoord: Ad 1. Tot heden heeft ondergeteekende slechts één klacht bereikt omtrent het niet voldoen aan de voorwaarden be treffende toepassing van het tarief voor een gerechtigde, ten aanzien van het uitoefenen van arbeidsbemiddeling voor musici en artisten. Ad 2. Van den bond van bemiddelaars voor het concert-, theater- en amuse mentsbedrijf is een verzoek ingekomen betreffende wijziging van de vergun ningsvoorwaarden in zake de tarieven. In verband hiermede is deze aangele genheid in onderzoek. Ad. 3. Het is ondergeteekende bekend, dat de arbeidsbemiddeling voor musici slechts in geringe mate geschiedt door organen der openbare arbeidsbemidde ling en dat, in zoover musici niet recht streeks in dienst worden genomen door werkgevers, voor de bemiddeling hoofd zakelijk gebruik wordt gemaakt van personen. Inzake de door mr. J. de Vries voor den wethouder dr. I. H. J. Vos inge diende aanklacht bij de justitie, wegens beleediging in het Getem-nummer van 12 Mei j.1., vernemen wij, dat deze aan- legenheid in der minne is geregeld De redactie van de Cetem verklaarde in een brief aan dr. Vos, welke brief in de Cetem van gisteravond is gepubliceerd, dat zij geenszins de bedoeling tot belee diging heeft gehad. Daarna heeft mr. de Vries de klacht ingetrokken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9