Jaarvergadering officieren Kon. Landmacht.
Mr. Marchant over „De Hooge Veluwe".
ALKMAARSCME COURANT van DINSDAG 28 MEM8S5
Binnenland
Minister Dechers over ondermijning
van het gezag
Herdenking 25-jarig bestaan.
De Vereeniging van Officieren der Konink
lijke Landmacht (V.O.K.L.) houdt haar jaar-
lijksche algemeene vergadering in het. hotel
Wittebrug te 's-Gravenhage.
Gisteren in de ochtenduren ontving de
afd. 's-Gravenhage hoofdbestuur en leden
uit andere plaatsen in een 'begroetingsbijeen
komst, waarna een gemeenschappelijke lunch
werd genuttigd.
Te half twee nam de algemeene vergade
ring een aanvang. Vele militaire en enkele
civiele autoriteiten woonden deze bijeen
komst bij,.
De voorzitter, luitenant-kolonel der inten
dance A. Numans sprak de openingsrede uit.
Namens het hoofdbestuur stelde spr.
voor een telegram van dank en aanhanke
lijkheid te zenden aan H.M. de koningin.
Hiertoe werd onder applaus besloten.
Rede minister Deckers.
Hierna was het woord aan den minister
van defensie mr. dr. L. N. Deckers, die onge
veer het volgende zeide:
Gaarne wensch ik u geluk met het zilve
ren bestaansfeest van uw vereeniging. In de
afgeloopen kwart eeuw heeft deze vereeni
ging bewezen, dat een met wijsheid geleide
organisatie van officieren, invloed ten goede
kan oefenen.
Bij al haar doen en laten zal zij echter
steeds voor oogen moeten houden, dat haar
leden officieren zijn, dus dienaren van de
wettige overheid en dit niet alleen maar
daarenboven leiders in
het gezagsorgaan der
regeering. Ik begrijp,
dat men op een feest
dag als deze, een blik
in het verleden werpt.
Zulk een feestdag is
immers een gedenkdag
tevens. In dit verleden
hebben zich voor uw
vereeniging natuurlijk
moeilijkheden voorge
daan. Groote en kleine.
r- De meeste zijn mij on-
Mimster Deckers t>ei(en<i Maar voor
zoover ze mij bekend zijn, heb ik kunnen er
varen, dat gehandeld werd overeenkomstig
den soldatenplicht: in gehoorzaamheid,
trouw en willige onderwerping aan het wet
tig gezag.
wij leven in een zwaren tijd. De economi
sche crisis is geweldig in omvang en hoogst
ernstig in haar gevolgen.
Nimmer waren voor de predikers der on
tevredenheid de omstandigheden zoo gunstig
als thans. Zij weten wie de schuldige is van
de misère. De regeering!
Men schijnt te verlangen dat deze de ge
volgen van die wereldcrisis zal wegnemen.
Doch men kan zeer goed weten, dat dit on
mogelijk is en dat de regeering door dage
lijks te zorgen en al haar krachten in te
spannen, nauwelijks meer kan dan leed ver
zachten, diepere inzinking voorkomen en
heropbLoei bevorderen. Geen regeering, wel
ke ook en onverschillig welke de staatsvorm
is, kan méér. Wel zijn er landen waar min
der gebeurt dan in Nederland.
Vrees niet, dat de regeering zich door
welke onbillijke, welke onrechtvaardige beje
gening ook zal laten ontmoedigen of zal la
ten afbrengen van te doen wat zij haar plicht
acht.
Laat ook gij u uw moed en uw plichtsbe
sef niet ontrooven. Er heerscht in onze da
gen veel verwarring der geesten. Ontevreden
mannen en er zijn er onder hen, die een
leven van getrouwe plichtsvervulling achter
den rug hebben werken thans aan de on
dermijning van het gezag, dat zij eens met
eere hebben gediend. De harmonie tusschen
gezag en vrijheid moet worden verstoord, de
Nederlandsche Rechtsstaat tot Machtsstaat
vernederd. De vrijheden en rechten van het
Nederlandsche volk door Oranje en onze
vaderen verworven en nadien van geslacht
op geslacht verdedigd, beschermd en be
waard, worden ernstig bedreigd. Velen
schijnen met blindheid geslagen.
Houdt gij, mijne heeren, de oogen wijd
geopend en werkt mede met de wettige over-
h|jd om ons volk veilig te geleiden langs de
door de wolken van den onspoed verduister
de paden, naar een gelukkiger verschiet.
Ik herhaal: werkt mede met de wettige
overheid. Toen gij in uw drievoudigen offi-
fierseed gehoorzaamheid aan de wetten be-
loofdet, hebt gij haar trouw gezworen. Ze
ker in zware en zwarte tijden als de huidige
moet de regeering weten, dat zij kan rekenen
op de volstrekte betrouwbaarheid van het
apparaat, welks hooge en eervolle roeping
is, het wettig gezag in ons vaderland te be
schermen en te steunen.
Wat mij zelf betreft, de welhaast zes jaar
dat ik met het ambt van minister van defen
sie ben bekleed, heb ik mij één geweten met
onze weermacht en niemand uwer is onbe
kend, dat ik oprecht heb gedeeld In haar
vreugden, haar moeilijkheden en haar zor
gen. Ik heb bij de vervulling van mijn zware
en verantwoordelijke taak veel steun mogen
vinden, ook in ons officierskorps. Daarvoor
ben en blijf ik dankbaar.
Maar mijne heeren, er zijn er, die, terwijl
zij voorgeven, de eenheid na te streven, een
wig trachten te drijven tusschen weermacht
en overheid, tusschen bestuurden en bestuur
ders. Zij geven hoog op van hun koningslief
de, maar hun overheersching zou de Neder
landsche koningskroon haar alouden luister
ontnemen. Zij zingen het Wilhelmus, terwijl
zij 't houweel leggen aan Willem van Oran-
je's levenswerk, het fundament van onzen
rechtsstaat. Gij weet dat zoo gced als ik. Men
geeft af op het staatkundig leven en werpt
met slijk naar edele volksgenooten die in
groote onbaatzuchtigheid aan dit staatkun
dig leven leiding schenken. Men beschimpt
de regeering, die pal staat voor het gezag en
laakt de mannen, die in stipte gehoorzaam
heid de regeeringsvoorschriften eerbiedigen.
Men tracht u af te leiden van den rechten
weg en nadert u in woord en geschrift,
openlijk en zijdelings, ja zelfs in het kleed
des lafaards in anonymiteit.
Maar ik reken er op, mijne heeren, dat nie
mand uwer den weg zal verlaten, hem door
plicht en eer gewezen. Uw trouw moge be
proefd worden, zij kan door beproeving
slechts worden gelouterd en verstevigd.
Gij zult uwe gelofte indachtig, trouw blij
ven aan de koningin, gehoorzaam aan de
wet, onderworpen aan de krijgstucht en met
vasten wil de eenheid handhaven en bevorde
ren. De eenheid onderling, de eenheid in het
Nederlandsche léger, de eenheid tusschen
volk en weermacht, de eenheid tusschen
weermacht en regeering. Deze wetenschap
maakt het mij tot een vreugde, in uw midden
te zijn en u allen, heeren bestuurderen en le
den van officieren van de koninklijke land
macht, geluk te wenschen met uw feest. Aan
die vreugde geef ik uiting en gij zult er gaar
ne mee instemmen, door een eerbiedige hul
degroet te brengen aan haar, in wie het ge
zag in ons Rijk zijn bekroning vindt, aan de
Vrouwe, die bij Gods genade ons regeert,wier
troon wij willen schragen, wier hooge rech
ten door de grondwet gewaarborgd, wij
willen verdedigen en die wij willen houden
in héél haar koninklijke macht en eere die
wij blijven dienen in onvergankelijken trouw.
Spreker besloot met een „Leve de konin
gin", dat door alle aanwezigen driewerf
werd herhaald.
Gelukwensch generaal Röell.
Luitenant-generaal jhr. W. Roëll, comman
dant van het veldleger, gouverneur der resi
dentie, hield vervolgens een rede.
Spr. wenschte op dezen dag in de eerste
plaats ook mondeling nog eens van heeler
harte de vereeniging geluk met den bereikten
mijlpaal en haar voor de toekomst toe te
wenschen de wijsheid en eensgezindheid,
welke haar zullen kunnen blijven leiden in
de richting, in den loop der jaren tot haar
vasten compasstand geworden.
Spr. zeide te hebben kunnen constateeren,
dat in 1910 bij de oprichting het materieele
de eerste plaats innam, doch dat later het
ideele met steeds grooter klem zijn eischen
ging stellen. In dit ideëele vat spr. samen de
trouw aan het Huis van Oranje, den strijd
tegen revolutionnaire gedachten, tegen de
faitisme, slapheid en gezagsondermijning,
de versterking van het nationaal gevoel en
tenslotte den arbeid ten bate van de verbete
ring van de weermacht.
Het strekt uw vereeniging, aldus spr., tot
eer, dat zij de juiste beteekenis en waardee
ring van de door de massa der officieren niet
gevraagde moderne rechten heeft gevat en
haar arbeid aan het ideëele doel van de offi
cieren in het bijzonder dienstbaar heeft ge
maakt.
Rede dr. N. Japikse.
Na de rede van luitenant-generaal Röell
was het woord aan dr. N. Japikse, directeur
van het Koninklijk Huisarchief, die een voor
dracht hield over „De weermacht en het Huis
van Oranje".
Oranje en het Nederlandsche leger al
dus spr. is als één kapitein, die met één
schip door de eeuwen vaart.
Spr. gaf een overzicht van de geschiedenis
van het Huis van Oranje en van onze weer
macht, te beginnen bij 1572, in verband
daarmede schetsend het Nederlandsche ka
rakter, dat zooals van Oldenbarnevelt
zeide „van nature sachtmoedich en vreed-
seam, tot den oorlog niet geneicht" is. Geen
van de vele oorlogen, welke het Nederland
sche leger in den loop der eeuwen heeft moe
ten voeren, is een eigenlijke veroveringsoor
log geweest. Met tal van gegevens toonde
spr. dit nader aan.
Hierna werd een receptie gehouden.
De vergadering van heden (Dinsdag),
draagt een huishoudelijk karakter.
In de „Groene Amsterdammer" deelt oud-
minister Marchant nog eenige bijzonder
heden mede over den loop van zaken betref
fende het landgoed „De Hooge Veluwe".
Aan het artikel is het volgende ontleend:
Toen het kabinet-Colijn was opgetreden,
was er een ontwerp van wet aanhangig tot
het aanvragen van een crediet van ik meen
®en millioen, teneinde het landgoed „De
Hooge Veluwe" aan te koopen. Het plan was
verbonden met steun aan sierteelt, plannen
voor werkverschaffing en met den bouw
van een museum. Het kabinet was van oor
deel, dat van de uitgave van een millioen
voor dit doel toen geen sprake kon zijn en
het wetsontwerp raakte van de baan.
DE GANG VAN ZAKEN.
Eenigen tijd nadat dit was voorgevallen,
ontving ik in audiëntie mevrouw Kröller
Muller Den heer Kröller had ik vroeger ge
kend, doch in jaren niet ontmoet. Mevrouw
Kröller kende ik in het geheel niet.
Zij deelde mij mede, dat zij diep betreurde,
dat ae plannen van de baan waren. Geheel
haar leven had zij gewerkt aan het ver
zamelen van haar schilderijen, en om van de
Hooge Veluwe met het prachtige landhuis
van Berlage te maken wat het is geworden.
Zij had zich altijd voorgesteld, dat alles in
zijn geheel en in goeden toestand zou
blijven, dat het museum zou worden ge
bouwd naar de plannen van prof. van der
Velde de steenblokken liggen grooten-
deels ter plaatse gereed en dat na den
dood van het echtpaar Kröller een en ander
zou worden gelegateerd aan den Staat.
Mevrouw Kröller maakte in het lang
durig onderhoud op mij een sterken indruk.
Ik had er een diepen eerbied voor, dat deze
vrouw, onder allen tegenspoed, dien zij
heeft moeten doorleven, altijd even vurig en
onversaagd alleen was blijven leven voor
haar ideaal: deze beide objecten voor verka
veling en verkoop te behoeden en ze in hun
geheel aan het gemeenebest ten goede te
doen komen. Ik heb toen alle bescheiden, de
zaak betreffende, bestudeerd. Alles wat
mevrouw Kröller mij had verteld werd be
vestigd. Ik ben met mijn directeur-generaal
de Hooge Veluwe gaan bezoeken. Ander-
halven dag hebben wij er rondgereden en ge
wandeld.
Wij waren beiden verrukt, zoodat onze
conclusie was, dat moeten wij hebben. Maar
zou er iets van komen, dan moesten de aan
hangsels van het vroegere plan er af, en de
Staat zou zich niet moeten binden aan de
voorwaarde van het bouwen van het
museum. De beide objecten waren alleen
door het museum aan elkander verbonden.
De onderhandelingen met de N. V. Wil
helm Müller Co. leidden tot het resultaat,
dat zij het landgoed met landhuis, boer
derijen en alles wat er verder op was voor
f 800.000 wilde verkoopen. Het is 6500
Hectare. Hiervan kan, als voor natuurreser
vaat niet bestemd, een stuk worden verkocht,
waarvan de verkoopprijs is te schatten op
lYt a 2 ton, zoodat er ten slotte niet meer
dan ruim zes ton mee zou zijn gemoeid.
Aangezien er geen uitzicht was, dat van
particulieren een belangrijk bedrag zou zijn
bijeen te krijgen, werd met groote vreugde
het denkbeeld aanvaard om uit de fondsen
van de N.U.M. het bedrag van den koopprijs
onder hypothecair verband te leenen. De
ministerraad hechtte daaraan zijn goed
keuring.
Aldus is dit eenige natuurreservaat voor
ondergang bewaard. Aldus is de staat door
schenking eigenaar geworden van een col
lectie schilderijen en kunstvoorwerpen eenig
in haar soort. Met ik meen 150 van Gogh's,
waarvan de echtheid zeer zeker niet valt ie
betwisten; een collectie, die voor vijf mil
lioen is verzekerd.
Als deze transacties niet waren tot stand
gekomen, zou ik mij diep hebben geschaamd.
Bij deze transacties hadden noch de heer
Kröller noch mevrouw Kröller een cent pro
fijt. Het bedrag van den koopprijs was voor
hen zonder eenig belang. Zij hadden in het
bepalen evenmin eenige zeggenschap. Hoe
vreemd dit hun, die het monopolie van den
gemeenschapszin voor zich plegen te vindi-
ceeren, ook moge schijnen, zij dienden uit
sluitend het algemeen belang. Dat eert dit
echtpaar en daarvoor verdienen zij den dank
van het volk.
Hoe ver sommigen'in onbeschaamde insi
nuaties en onderstellingen durven gaan,
blijkt uit de geluchte verdenking, dat ik hier
uit langs eenigerlei weg financieel voordeel
zou trekken. Aangezien de stichting Nationaal
Park „De Hooge Veluwe" geen Staatsinstel
ling is. geniet geen van de bestuurders pre
sentiegeld. Wel is in uitzicht, dat er bijdragen
van particulieren zullen vloeien. Ik heb mij
voor het voorzitterschap beschikbaar gesteld,
omdat het geheel in sterke mate mijn belang
stelling heeft. Het verheugt mij bijzonder,
dat ik, nu ik als minister ben afgetreden,
langs dezen weg nog iets voor de kunst en
het bewaren van natuurschoon zal mogen
doen.
KONINKLIJK BEZOEK AAN
DE HOOFDSTAD.
Ter gelegenheid van de ont
hulling van het Van Heutsz-
monument.
ARBEIDSBEMIDDELING VOOR
MUSICI EN ARTISTEN.
Minister beantwoordt mevrouw
BakkerNort.
STANDBEELD WIJLEN KONINGIN
EMMA.
Ontwerp-v. Zijl wordt te Amster
dam uitgevoerd.
Het Comité voor een Amsterdamsch ge-
denkteeken voor H.M. de Koningin-Moeder
heeft na overleg met het comité in Den Haag
besloten, het gedenkteeken, dat door de jury
aldaar als numero één in aanmerking kwam,
n.1. dat van den beeldhouwer van Zijl, uit
te voeren. Het uitvoerend comité heeft zich
daarbij laten voorlichten door een commissie,
bestaande uit prof. A. W. M. Odé, dr. J.
Mendes da Costa, ir. Jan Gratama en ir. A.
R. Hulshoff. De commissie in haar geheel
heeft aan de voorstellen van het uitvoerend
comité haar goedkeuring gehecht. In overleg
met den beeldhouwer van Zijl is besloten, be
houdens goedkeuring van den gemeenteraad
het monument, dat vijf meter hoog zal wor
den, te plaatsen op het Emmaplein. Het ge
laat van de Koningin-Moeder zal op deze
intieme plek gericht zijn naar het Lyceum
De beeldhouwer heeft zich gedacht het
monument uit te voeren in Fransche kalk
steen, welke steen bestand is tegen atmosphe-
rische invloeden. De voorzijde van het voet
stuk zal een relief vertoonen van hulde bren
gende vrouwenfiguren; daarboven zijn ge
plaatst de wapens van Nederland en Wal
deckPyrmont benevens een inscriptie.
Op den linkerkant van het voetstuk zal een
relief worden aangebracht, voorstellende de
bescherming, op den rechterkant een relief,
voorstellende het beleid.
De achterzijde van het voetstuk zal een
relief vertoonen, voorstellende Oranje-Nas-
sauoord gedragen door twee vrouwenfiguren.
Op het voetstuk zal het zittende beeld komen
van de vorstin.
In den zomer van het volgende jaar hoopt
men het standbeeld te kunnen onthullen.
ERNSTIGE MISHANDELING.
Te Ossendrecht.
Gisteravond heeft te Ossendrecht (N.-Br.)
een ernstige familietwist plaats gehad,
waarbij de landbouwer L. v. O. door zijn
zwager J. J. zóó ernstig is mishandeld, dat
hij een aantal verwondingen o-pliep en drie
ribben heeft gebroken. Tusschen de beide
mannen bestond reeds geruimen tijd verschil
van meening over het afsluiten van een erf.
Gisteravond ontstond een woordenwisseling
tusschen v O. en zijn zwager, die op een
hevige vechtpartij uitliep, waarbij v. O. mis
handeld werd. De marechaussee uit Ossen
drecht heeft proces-verbaal opgemaakt en
stelt een onderzoek in.
KONINGIN EN PRINSES NAAR
HET LOO.
H. M de Koningin en H. K. H. Prinses
Juliana zijn gisteravond 6 uur van het Pa
leis Huis !en Bosch per auto naar Het Loo
vertrokken.
1000 GESTOLEN.
Aan gouden en zilveren voor
werpen.
Een verkooplokaal op de Keizersgracht te
Amsterdam bij de Westermarkt is het terrein
geweest, waar een brutale dief heeft geope
reerd. Van de gelegenheid voor het publiek
om de te verkoopen voorwerpen te bezichtigen
heeft ook vermoedelijk deze man gebruik ge
maakt. Hij heeft daarna kans gezien zich te
verstoppen en na het sluitingsuur gelegen
heid gekregen op zijn gemak zijn slag te
slaan. Het tafelzilver en eenige gouden voor
worpen, die voor derden verkocht moesten
worden, had men in een dressoir geborgen
Het werd afgesloten met een sleutel, die op
het dressoir werd gelegd.
Alles wat aan goud en tafelzilver aan
wezig was, is meegenomen. Het is een waar
de van ongeveer 1000.
CAFE TE LEEUWARDEN
AFGEBRAND.
Een groote vuurzee.
Gistermiddag omstreeks 5 uur is brand
uitgebroken in het z.g. „Oud-Tolhek'', een
bekend café aan den Groninger weg te Leeu
warden. Dit café, een gedeelte van een pand,
behoorde toe aan den heer W. Brouwers,
evenals de andere perceelen, een groote
houtschuur, twee arbeiderswoningen en een
woonhuis bij het café.
De perceelen worden bewoond door de
familie Brouwers, de bejaarde moeder, de
wed. Brouwers en den heer W. de Boer.
De brand werd het eerst ontdekt op den
zolder van het huis, bewoond door W. de
Boer. Door den hevigen wind wakkerde het
vuur spoedig aan.
De motorspuiten van Huizum en Jelsum,
die spoedig ter plaatse waren, wisten het
vuur te beperken tot de beide arbeiderswonin
gen, terwijl het café groote waterschade
kreeg.
Eenige oogenblikken werden door den hevi
gen vonkenregen en den wind de naastbijzijn-
de gebouwen in gevaar gebracht.
HET MOTOR-ONGEVAL BIJ VELSEN-
De toestand van de vier personen, die bij
het motorongeval te Driehuis zwaar wer
den gewond is nog steeds ernstig.
DE HALVE TON BIJEEN.
Jong Holland snakt naar werk.
De perscommissie van de Centrale voor
Werkloozenzorg schrijft ons:
Zaterdag werd de 50.000 gulden, die de
Centrale voor Werkloozenzorg aan Christe
lijk Nederland voor haar arbeid had ge
vraagd, bereikt. Op dien dag was 50.000
bijeen. Te verwachten is, dat de overschrij
ving van het gevraagde bedrag nog belang
rijk vergroot zal worden, daar nog van 35
plaatselijke comité's de opgaaf verwacht
wordt. Voor het werk der Centrale houdt dit
een goede ontwikkelingsmogelijkheid in.
Op 15 Juni a.s. zal het tweede werkkamp
der Centrale te Roekan je geopend worden.
KIND IN WETERING GERAAKT
TE DEN BOSCH.
Gered door iemand, die niet
kon zwemmen.
Zondagmiddag geraakte het vierjarig
knaapje, P. Eekelenburg uit den Bosch, die
met zijn vriendjes in het veld aan het mei
kevers zoeken was, plotseling in de diepe
Wetering op de grens van de gemeenten
Empel en 's-Hertogenbosch. De sigarenmaker
A. van K. uit den Bosch hoorde hulpgeroep
en spoedde zich naar den oever, waar hij het
kind in zinkenden toestand in de Wetering
aantrof. Van K., die niet zwemmen kon,
draalde geen oogenblik en sprong gekleed te
water. Het mocht hem gelukken het kind op
het droge te brengen. Onder leiding van een
zuster werd door de omstanders kunstmatige
ademhaling toegepast met het gelukkige re
sultaat, dat het knaapje na eenigen tijd tot
bewustzijn kwam. Daarna is het slachtoffer
naar den Bosch vervoerd, waar het onder
geneeskundige behandeling is gesteld.
NACHTELIJK AVONTUUR.
Met een gestolen auto in een
duinpan geraakt.
Terwijl de heer J. H. J. C. Bouvy, bedrijfs
leider van de N.V. Zoutziederij „De Pauw''
te Muiden, zich Zondagnacht op de bruiloft
van een familielid bevond, welke in huize
„Brinkman" te Haarlem gegeven werd, deel
de de politie hem telefonisch mede, dat zijn
auto deerlijk gehavend in een duinpan lag
langs den Zeeweg bij Bloemendaal. De brui
loftsgast begaf zich onmiddelijk met een in
specteur van de Haarlemsche politie naar
het aangegeven punt, waar bleek, dat de auto
G 356 inderdaad zwaar beschadigd naast
den weg was terechtgekomen. Op dat oogen
blik bevond zich niemand meer in den wagen
daar degene, die zich den auto had toege-
eigend reeds door de Zandvoortsche politie
in arrest was gesteld, aldus de „Tel."
Van de politie vernam de heer Bouvy toen
de volgende bijzonderheden:
Toen de Bloemendaalsche politie Zondag
nacht per fiets langs den Zeeweg surveil
leerde, zag hij een auto een eind vóór zich
uitrijden, welke hevige slingerbewegingen
maakte. De auto reed snel verder, zoodat de
afstand tusschen de fietsende politie en wa
gen steeds grooter werd. Eensklaps was er
echter van een auto niets meer te bekennen.
Toen de politie verderop scherp rondkeek,
ontdekte m^n den auto naast den weg. De
wagen was klaarblijkelijk over den kop ge
slagen. De ruiten waren gebroken en' de kap
was geheel ingedrukt. Ook overigens had de
auto groote schade opgeloopen. Uit papieren,
welke zich in den wagen bevonden, kwam de
politie den naam van den eigenaar te weten.
Zij stelde zich in verbinding met den heer L
J. M. Bouvy te Overveen, die mededeelde, dat
de auto aan zijn zoon toebehoorde, die zich
op de bruiloft in huize „Brinkman" moest
bevinden.
Wat den dader betreft, later kon worden
vastgesteld, dat deze, nadat hij den auto van
het parkeerterrein op de Groote Markt te
Haarlem had ontvreemd (na middernacht
worden de auto's aldaar niet meer bewaakt)
er mede uit rijden was gegaan. De man ver
keerde in beschonken toestan<J. Vandaar de
slingerbewegingen van den wagen, welke de
aandacht van de Bloemendaalsche politie
hadden getrokken. Door een dezer verkeerde
stuurbewegingen was de auto over den kop
geslagen en naast den weg terecht gekomen
Daarbij werd de dief door de glasscherven
op eenige plaatsen aan het gelaat gewond,
waaruit hij hevig bloedde. Met groote moeite
wist hij weer op den Zeeweg te komen en liep
langs den Zeeweg in de richting Zandvoort
verder.
In dezen toestand troffen hem in het nach
telijk uur eenige padvinders aan, die hem mee
namen naar Zandvoort en hem bij de politie
aldaar brachten. De man vond het toen
klaarblijkelijk maar het beste, een bekentenis
af te leggen. Het bleek dat men te doen had
met den 24-jarigen J. S., wonende te Haar
lem. Hij werd met een Haarlemsche politie
auto afgehaald en later bij den wagen ge
bracht, welken hij gestolen had. Hij bekende
daar, dat hij met dezen auto uit rijden was
geweest. Terwijl de gearresteerde S. zich in
den politie-auto bevond, maakte de heer
Bouvy fotografische opnamen, waarop de
dief de brutaliteit had om „ook een plaatje''
te vragen.
De automobilisten, die in het zeer vroege
ochtenduur, n.1. half 6, den Zeeweg passeer
den, keken niet weinig verwonderd, toen zij
daar een geheel gezelschap in avondtoilet
rondom een verongelukten auto geschaard
zagen. Het waren de bruiloftsgasten, die hun
belangstelling kwamen toonen in het nachte
lijk incident. De auto was dermate gescha-
digd, dat hij niet meer te gebruiken was.
Verzekering dekt de schade.
Dr. I. H. J. VOS'KLACHT TEGEN
DE CETEM.
In der minne geschikt.
De koningin zal Zaterdag 15 Juni de
hoofdstad bezoeken ter bijwoning van
de plechtige onthulling van het Van
Heutsz-monument. Het verblijf duurt
slechts een dag. Het gewone jaarlijksche
bezoek van de koninklijke familie zal in
September plaats hebben.
üp schriftelijke vragen van het Twee
de Kamerlid mevrouw Bakker—Nort:
I. Is het den minister bekend, dat aan
de voorwaarden verbonden aan de
krachtens de Arbeidsbemiddelingswet
1930 verleende vergunningen tot het uit
oefenen van arbeidsbemiddeling met
winstoogmerk ten aanzien van musici
en artisten door de vergunninghouders
veelal niet de hand wordt gehouden, in
het bijzonder,wat betreft de voorwaar
den:
a. dat een afschrift van. de in de ver
gunning omschreven bepalingen moet
worden ter hand gesteld aan hen, die
de bemiddeling inroepen en
b dat voor de verleende bemiddeling
te heffen vergoeding slechts voor de
helft n.1. voor 3 pet. van den werkne
mer-musicus mag worden gevorderd?
II. Zoo ja, welke maatregelen denkt
de minister hiertegen te nemen?
III. Is het den minister bekend, dat de
werkgelegenheid voor musici in het
amusementsbedrijf, bepaaldelijk in
hotels,, café's, varieté's, dancings en der
gelijke inrichtingen, praktisch in die
mate door bemiddelaars met winstoog
merk wordt beheerscht dat deze musici
economisch geheel van hen afhankelijk
zijn, daar het voor musici schier onmo
gelijk is buiten deze bemiddelaars om,
in dat bedrijf emplooi te vinden?
IV. En is de minister bereid de tot
standkoming te overwegen van een zon
der winstoogmerk uitgeoefende arbeids
bemiddeling voor musici, b.v. door een
organisatie van werkgevers en werk
nemers in dat bedrijf werkzaam, te
zamen?
heeft de minister van sociale zaken
geantwoord:
Ad 1. Tot heden heeft ondergeteekende
slechts één klacht bereikt omtrent het
niet voldoen aan de voorwaarden be
treffende toepassing van het tarief voor
een gerechtigde, ten aanzien van het
uitoefenen van arbeidsbemiddeling voor
musici en artisten.
Ad 2. Van den bond van bemiddelaars
voor het concert-, theater- en amuse
mentsbedrijf is een verzoek ingekomen
betreffende wijziging van de vergun
ningsvoorwaarden in zake de tarieven.
In verband hiermede is deze aangele
genheid in onderzoek.
Ad. 3. Het is ondergeteekende bekend,
dat de arbeidsbemiddeling voor musici
slechts in geringe mate geschiedt door
organen der openbare arbeidsbemidde
ling en dat, in zoover musici niet recht
streeks in dienst worden genomen door
werkgevers, voor de bemiddeling hoofd
zakelijk gebruik wordt gemaakt van
personen.
Inzake de door mr. J. de Vries voor
den wethouder dr. I. H. J. Vos inge
diende aanklacht bij de justitie, wegens
beleediging in het Getem-nummer van
12 Mei j.1., vernemen wij, dat deze aan-
legenheid in der minne is geregeld De
redactie van de Cetem verklaarde in een
brief aan dr. Vos, welke brief in de
Cetem van gisteravond is gepubliceerd,
dat zij geenszins de bedoeling tot belee
diging heeft gehad. Daarna heeft mr. de
Vries de klacht ingetrokken.