Langs Neerland's Jeugdherbergen. Om het wereldkampioenschap Schaken SBuitenCand JjigezoHden Stukken Schoonheid van het eigen land. Van den rondtrekkenden leerling uit de middeleeuwen tot den modernen trekker. Omvangrijke organisatie op algemeene basis. De contracten definitief geteekend i Aljechin in de' hoofdstad. Links dr. Aljechin; rechts dr. Euwe, de twee kampioenen, die straks om den wereldtitel zullen kampen. DE TIEN GEBODEN VOOR VREEM DELINGEN IN JAPAN. Eerbiedige stilte als de keizer komt. DOODVONNIS TEGEN NEGER ONGELDIG VERKLAARD, AUTOBUSONGELUK IN AMERIKA. Zes dooden, twaalf gewonden. MOEILIJKHEDEN MET DE VAKVEREENIGINGEN. VREEMDSOORTIGE VERSCHIJNING. Een verwilderd ingenieur. DE ALKMAARSCHE BEGRAAFPLAATS. Een bezoekster van Maandagmiddag. den aangespoord om zoo mogelijk zelf of anders coöperatief tot den bouw van een glazen poterbewaarplaats over te gaan. Door aankoopvereenigingen en andere or ganisaties op land- en tuinbouwgebied zou hier zeer nuttig werk kunnen verricht wor den. Het is thans het oogenblik om daarvoor Voorbereidingen te treffen, opdat men vóór het nieuwe seizoen gereed is. Door het Instituut voor Landbouwwerk tuigen en gebouwen te Wageningen worden op aanvraag kosteloos teekening en desge- wenscht nadere inlichtingen over den bouw van de hierbedoelde pootaardappelbewaar- plaatsen verschaft. (Van onzen reisredacteur.) Het is een instituut, dat al meer en meer populair begint te worden in den lande. In korten tijd heeft het zich bestaansrecht ver worven, heeft het vermaardheid gekregen en thans kan het in de samenleving niet meer worden gemist, zonder de jeugd van een be langrijk cultuurmiddel te berooven. Over het geheele land liggen ze verspreid. En of er ge bruik van wordt gemaakt? In 1929 werden er 8000 overnachtingen geboekt; in 1934, dus slechts vijf jaar later, meer dan 170.000. Het net in Nederland omvat thans reeds 70 jeugdherbergen en 32.000 individueele trek kers staan bij de Nederlandsche Jeugdher berg Centrale ingeschreven, benevens hon derden jeugdorganisaties, gemeentebesturen, onderwijsorganisaties, vakbonden, sport clubs, reisvereenigingen, industrieele onder nemingen en dergelijke. En dat alles van uiteenloopende politieke en godsdienstige overtuiging! Maar nog veel meer moet er gebruik van worden gemaakt en dat kan, wanneer in nog breeder kringen het nut van deze nobele in stellingen wordt begrepen. Want de jeugd herbergen staan voor ieder open en hoe meer trekkers er komen, des te meer levensgeluk en levensvreugde wordt er onder de jeugd ver spreid, des te meer zal de schoonheid van het eigen land nader tot de eigen landgenooten worden gebracht, des te meer ook zal de in stelling aan haar beantwoorden. Ik kan er over meepraten, sinds ik met eeni- ge andere journalisten op uitnoodiging van de Nederlandsche Jeugdherberg Centrale een tocht door het land heb gemaakt in een auto bus, waarbij een twintigtal jeugdherbergen werden bezocht. Zoo'n tocht in een autobus is nu wel niet de meest juiste wijze om, gebruik makend van jeugdherbergen, het land door te trekken, en het bestuur der Centrale zou er bi] gewone gezelschappen al gauw een stokje voor steken. Maar hier was 't de bedoeling om in korten tijd zoo veel mogelijk te zien en dat kon op geen betere wijze geschieden dan zoo Derhalve zijn we eenige dagen als opgejaagd wild langs 's Heeren wegen gerend, slechts even pauzeerende om in de eene jeugdher berg te eten, in een andere thee te drinken, in weer een andere een kopje koffie te gebrui ken en in nog weer een andere te logeeren, met het gevolg dat ik een dag noodig heb ge had om weer op adem te komen. Maar we hebben in dien tijd veel gezien en waarde volle ondervindingen opgedaan, die ons in staat stelden een welgefundeerd oordeel te vormen over het wezen van het jeugdherberg- werk. Wat een jeugdherberg is. Moet ik bekennen, dat ik nog nimmer te voren in een jeugdherberg had overnacht? Men leide er uit af, dat ik de eerste jeugd al weer voorbij ben, niet, dat ik me uit on sportieve overwegingen ervan afzijdig heb gehouden. Voor ouderen zijn de jeugdherber gen niet bestemd, waarover later, maar er is geen beter middel om zich weer jeugdig te voelen, laat ik daarvan mogen getuigen! In middels is het toch nuttig, dat ouderen weten wat het begrip jeugdherberg inhoudt, wat het trekken beteekent en hoe de jeugd veilig aan deze instelling kan worden toevertrouwd. Want de ouders en verzorgers van onze jeugd moeten de zekerheid hebben, dat hun kinderen goed geborgen zijn, en die zekerheid kunnen we, na alles wat we hebben gezien, beleefd en gehoord, volledig verschaffen. Daarom eerst iets over de jeugdherbergen en het trekken in het algemeen. Al vroeg zijn er instellingen geweest, die met het begrip jeugdherberg iets gemeen hadden. De trekkende jeugd was immers al in de Middeleeuwen bekend in den vorm van den reizenden scholier, den „fahrenden Scholast", die van de eene school naar de an dere trok en wiens vagantenliederen nog steeds blijvende herinneringen vormen aan dien tijd. Later kreeg men de gilden met de rondtrekkende gezellen, die weer verdwenen door de toenemende industrialisatie. Toen is er een tijd geweest van zelfgenoegzaamheid met een vlucht naar de groote stad, die het trekken geheel deed verloopen. Doch niet lang zou het duren of in de tweede helft van de vorige eeuw kwam de lust tot rondreizen weer naar boven. In Duitschland waren het de „Wandervögel", die de traditie voorzetten, thans echter voor ontspanning, terwijl het vroeger meer noodzaak was. De leuze „terug naar de natuur" vond meer en meer weer klank en steeds grooter werd het aantal van hen, die zich van de groote stad afk^rden. Toch was dit nog wat anders dan de mo derne jeugdherbergbeweging. Deze is ont staan omstreeks 1910, weer in Duitschland. Het is dus een Duitsch voorbeeld, dat hier werd nagevolgd, doch dan uitgewerkt op eigen Nederlandsche wijze, zoodat een orga nisatie ontstond, die waarlijk nationaal ge noemd mag worden en die ons heele volk om spant. In het Westfaalsche industriestadje Altena was het de volksonderwijzer Richard Schirrmann, die de eerste jeugdherberg stichtte. Hij was eens met een klas van zijn school op een tocht verdwaald geraakt, zoo dat de ouders in groote ongerustheid verkeer den en een expeditie werd uitgezonden om de verlorenen te zoeken. Als reactie hierop vaar digde de Pruisische overheid het verbod uit, om met schoolkinderen wandelingen te ma ken. Schirrmann vond er wat op, door te streven naar behoorlijke gelegenheden, waar de jeugd op haar tochten kon worden onder gebracht. Zoo werd de eerste jeugdherberg opgericht, voortspruitende uit een streven, dat meer en meer verbreiding vond. Tot voor den oorlog waren er 40 van zulke instellin gen in Duitschland; gedurende den oorlog stond het werk stil, doch daarna kwam er snelle groei, mede door steun van de over heid. Ook in het buitenland vond de bewe ging instemming, met het gevolg dat thans in 16 landen over de geheele wereld 3400 jeugdherbergen bestaan, waar in totaal pl m. 7 millioen overnachtingen zijn geregistreerd. De Nederlandsche centrale. Het is gelukkig, dat in Nederland, evenals in het buitenland, dit jeugdherbergwerk in handen is gelegd van een centrale organisa tie. Ons land is berucht om zijn schotjes geest, geboren uit een sterke verdeeling in politieke en godsdienstige richtingen. De Nederlandsche Jeugdherberg Centrale even wel is een organisatie, die het geheele volk in al zijn schakeeringen overkoepelt, zonder aan iemands individueele overtuiging afbreuk te doen. Uitgangspunt bij de totstandkoming was een vólkomen en strikte waardeering van alle wereldbeschouwingen in ons land op den grondslag van een volledige algemeenheid, zoodat dit werk in den waren zin van het woord nationaal kan worden genoemd. Di: streven is in breede kringen begrepen en ge apprecieerd, zoodat personen van zeer uit eenloopende richting, zoowel van rechts als van links, zitting hebben in de leiding, waardoor een band is gelegd tusschen alle levensbeschouwingen. De organisatie is een stichting, waaraan alle groepen van ons volk deelnemen. Zoo is ook de zekerheid verkregen, dat ieders levens opvatting volkomen zal worden geëerbie digd, terwijl aan den anderen kant volstrekte waarborgen zijn geschapen, dat geen enkele richting, door welke manipulaties dan ook, de meerderheid in de leiding kan krijgen. Een internationale liga is gesticht, waarvan het secretariaat in Amsterdam is gevestigd. Daarmee is verkregen, dat de trekkers van 16 landen alle jeugdherbergen als de hunne kunnen beschouwen. Hoe nu die jeugdherbergen zijn ingericht en hoe ze worden gebruikt, zal het onderwerp van een volgend artikel zijn. (Van onzen bijzonderen correspondent). Amsterdam, 28 Mei„Het tot stand komen van deze internationale ontmoeting verheugt ons des te meer, omdat wij in de laatste jaren volstrekt niet verwend zijn met internationale congressen in ons land, laat staan met internationale tournooienDat het moge leiden tot een nauwere verbroe dering der volken, vooral nu het geldt een verbroedering met de natie, die zich immer zoo beijvert heeft op het gebied van de beschavingscultuur Aldus besloot dr. I. Vos wethouder van de gemeente Amsterdam zijn rede, tijdens de bijeenkomst gistermiddag in het Carlton Hotel te Amsterdam gehouden, teneinde offi cieel de contracten te teekenen voor den a.s. wedstrijd om het wereldkampioenschap schaken tusschen den houder van den titel dr. Aljechin en den nationalen kampioen dr. Max Euwe. Het was een zeer interessante bijeenkomst met een illuster gezelschap daar in de Em- pire-zaal van het Carlton Hotel. Vertegen woordigd was de Nederlandsche regeering, bij name het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschappen, door mr. K. Kui pers, referendaris van dat departement. Mr. L. Judas, consul van Frankrijk, als vertegen woordiger van het rijk, waarvan de wereld kampioen genaturaliseerd landgenoot is. Dr. I. Vos, als vertegenwoordiger van het ge meentebestuur van Amsterdam. De heer B. J. vaft Trotsenburg, voorzitter van den Ned. Schaakbond. De secondant tijdens de wed strijden voor dr. Aljechin, de heer L. Lan- dau. Schaakmeester Max Kmoch. Verschil lende leden van het eere-comité, w.o. jhr. mr. H. Strick van Linschoten, de heer E. v. Dien, de zoo juist benoemde eere-voorzitter van het Ver. Amsterdamsch Schaakgenoot schap. Natuurlijk ontbrak het zoo goed als volle dige „Euwe-Aljechin-comité" niet. Het was aanwezig in persoon van den voorzitter mr. M. Levenbach, den secretaris-penningmeester de heer G. van Dam, en de heeren Liket, G. van Harte en L. J. Eggink. Voorts de filmstaf van het Profilti-jour- naal te Den Haag, persfotografen en journa listen. Gelijk men reeds weet, was mr. Aljechin gister in Amsterdam gearriveerd na een ver moeiende tournee door Scandinavië. Aan den trein waren ter begroeting aanwezig de se condant mr. Landau en de heer G. van Har te, namens het N.C.W.S. In het Carlton werd dadelijk een bespreking gehouden met het oog op den dag van heden. Dr. Alje chin bleek bijzonder ingenomen met de groo te belangstelling welke van publieke en niet minder van officieele zijde tot heden is ge toond voor de a.s. match in Nederland. De wereldkampioen kon zich volstrekt geen voorstelling maken van het verloop dezer match. De wedstrijd tegen dr. Euwe kunnen dertig partijen worden, maar evengoed meer zeide hij. In ieder geval verheug ik mij bijzonder op dezen wedstrijd, waarbij - daar ben ik zeker van het niet aan span ning zal ontbreken. Het bleek hierzij dat zoowel in binnen- als buitenlandsche schaakkringen de candi- datuur van dr. Euwe als tegenstander hoogst belangwekkend wordt gezien. Stellig is dr. Euwe op het oogenblik de meest in aanmer king komende candidaat om dr. Aljechin in een kamp om den wereldtitel te ontmoeten. En in groot vertrouwen op deze waar heid was dan ook dezen middag de finefleur van schaak-minnend Holland in Carlton Ho tel samen voor de prelude van deze voor Nederland zoo uiterst belangwekkende gebeurtenis De voorzitter van het Euwe-Aljechin-co- mité, mr. Levenbach, ging in zijn openings woord in het kort de geschiedenis na van de diverse wedstrijden om den hoogsten schaak titel sinds de laatste veertig jaren. In 1927 Zooals men v/eet, is het Comité „Euwe-Aljechin" er in geslaagd na lange voorbereidingen een strijd om het Wereldkampioen schap „Schaken" te doen plaats hebben binnen ons land, met a'.s tegencandidaat voor het Wereld kampioenschap niemand min der dan onze Nederlandsche Kampioen Dr. Max Euwe. Wij vonden den bekenden auteur Carel J. Brensa bereid ons van de voorbereidingen de zer match en van de toekom stige interessante bijeenkomsten doo^ het land verslag te geven. Hierbij geven wij de eerste de zer bijdragen: het verslag van de officieele teekening der con tracten in het Carlton Hotel te Amsterdam. verloor de toenmaals sterke Cubaansche mr. Capablanca zijn titel aan den tegenwoordi- gen wereldkampioen dr. Aljechin. Drie maal moest deze sindsdien zijn titel in een tournooi verdedigen. Het laatst in 1934 te gen mr. Bogoljubow. „Nu wordt het dus langzamerhand tijd aldus mr. Levenbach dat een ernstig tegenstander als onze dr. Euwe een serieuze kans krijgt!" De consul van Frankrijk, de heer Louis Judas, vatte in een kernachtige speech de voordeelen samen van zulk een wedstrijd. Dit deed ook de vertegenwoordiger van den minister van kunsten en wetenschappen a.i., mr. K. Kuipers. Hij wenschte de tegenstan ders een eervolle zege eneen eervolle nederlaag De wethouder van Amsterdam, dr. I. Vos, bracht in het bijzonder hulde aan de lang durige en intensieve voorbereiding van het comité en belichaamde deze hulde in een on der applaus ontvangen woord van waardee ring voor den voorzitter van dit comité en voor den volijverigen secretaris-penningmees ter de heer G. van Dam, dien hij met volle recht de „motor" van deze onderneming noemde Na verschillende sprekers, voerde hierna de grootmeester dr. Aljechin het woord, die in het Fransch zijn dank uitsprak voor de ontvangst en de belangstelling. Hij sprak de hoop uit dat de wedstrijd zou worden tot een voor het internationaal schaakleven zoo be langrijk mogelijke ontmoeting! Hetzelfde verwachtte dr. Euwe, die mede dank bracht aan het vele en moeilijke werk, dat door het comité was verricht. Dr. Euwe hoopte vooral dat de match, waarin hij de kleuren en de belangen van Nederland zou verdedigen, zou voldoen aan de groote ver wachtingen, die ieder er op het oogenblik van had Toen kwam het groote oogenblik. De in het Nederlandsch gestelde contracten kwa men ter tafel, in triplo. De filmopnamen flit sten, de fotografen kniptenMet groote vierkante letters teekende dr. Aljechin zijn naam onder de overeenkomst. Daarna deed dr. Euwe hetzelfde in zwierig handschrift en tenslotte de secretaris van het comité, de heer G. van Dam. ApplausEn de beslissing tot de groote sportgebeurtenis in den loop van het a.s. najaar was een feit geworden. Op dit oogenblik bestonden de officieel, onder ausoi- ciën van de Federation Internationale des Echècs en den Nederlandschen Schaakbond, geteekende contracten, waarbij de tegen woordige wereldkampioen schaken zich ver bond een serie wedstrijden te spelen binnen Nederland tegen dr. Max Euwe, waarbij hij, die het eerst zes winstpunten op zijn naam heeft, zich met recht en met eere „wereld kampioen schaken" noemen kan! Het verdere gedeelte van de bijeenkomst biedt ditmaal geen stof voor een verder ver slag: Het speelde zich af rond sigaren, si garetten, port, sherry en vermouth De proloog was uit Straks gaat „het spel' beginnen (Nadruk verboden.) Tor gelegenheid van het bezoek van den keizer van Mantsjockwo aan Japan werd onder de vreemdelingen te Osaka een circulaire verspreid, zoo meldt een Indisch blad, welke eer indruk geeft van d*> eigenaardige wijze waarop in het Oosten macht6bekleeders bejegend moe ten worden. De aanhef is voor ons Wes terlingen al uiterst merkwaardig en luidt: „De vreemdelingen, die zich wenschen te buigen voor Z.M. den keizer van Mantsjoekwo, of die hun kantoren heb ben lange de straten, welke de keizer passeert, worden verzocht aandacht te schenken aan deze waarschuwing." En dan volgen de tien geboden van de Japansche politie voor die vreemdelin gen, waarvan het eerste is, dat geen pakjes, stokken en foto-toestellen mee gedragen mogen worden. Na enkele voorschriften voor het ver keer, volgt de mededeeling, dat het ver boden is om van verheven plaatsen, zoo- al? daken, bovenverdiepingen en trap pen neer te zien op den keizerlijken stoet. Dit „derde gebod" is, naar men weet, in overeenstemming met dé Japansche traditie, dat niemand mag „neerzien" op den keizer, omdat deze de hoogste waardigheidsbekleeder is. Een tegemoetkoming op de strenge bepalingen bevat het vierde gebod, waarin wordt toegestaan, dat bij regen van parapluies en jassen gebruik zou mogen worden gemaakt. De ramen van de bovenverdiepingen langs den weg, welken de keizerlijke stoet zou volgen, moesten zóó gesloten zijn, dat er niet door gekeken kon wor- den. Honden en andere huisdieren moesten van den weg gehouden worden. Doch het meest zal frappeeren het ne gende gebod, dat luidt: „Spreek of fluister niet, terwijl de keizerlijke 6toet passeert, en wees voort durend rustig terwijl groote eerbied den keizer betoond wordt. Wijs niet naar den stoet en rook niet". Het tiende en laatste gebod zegt, dat de politie de toeschouwers aanwijzingen zal geven. Men ziet, dat het in Japan nog niet zoo eenvoudig is om te gaan kijken naar een keizerlijken intocht. De circulaire getuigt er wel van! Het opperste gerechtshof te Washington heeft het tegen den neger Jess Hollins uit Oklahoma, wegens aanranding van een blanke vrouw uitgesproken doodvonnis on- geldig verklaard op grond van het feit, dat hem het „grondwettelijk recht" op onderzoek door een jury was ontzegd. De zaak is, evenals die tegen de Scotts- bore-negers, Patterson en Norris, die in 1931 voor een soortgelijk misdrijf ter dood waren veroordeeld en thans afwachten tot hun zaak voor de vijfde maal zal worden behandeld naar de lagere rechtbank terugverwezen. Dit beteekent, dat de zaak tegen Hollins van voren af aan opnieuw zal worden be handeld, tenzij van verdere vervolging wordt afgezien. Bij een autobusongeluk zijn zes personen om het leven gekomen en twaalf ernstig gewond, De Amerikaansche vakvereenigingen schij nen niet voornemens te zijn paragraaf 7 A van de N.R.A. zonder strijd prijs te geven. Indien de industrie van plan zou zijn terug te keeren tot de loonen en de werktijden welke vóór de instelling van de N.R.A. golden, zal men tot staking overgaan. De leider van de Mijnwerkersorganisatie, John Lewis, en die van de Vereenigde Textiel arbeiders, hebben dat duidelijk te kennen ge geven. Lewis verklaarde, dat de mijnwerkers op 17 Juni in staking zouden gaan, tenzij de nieuwe bepalingen zouden worden ingetrokken. De president van de Textielarbeiders Fede ratie heeft bepaald, dat de leden in 18 staten, indien noodig, het werk moeten neerleggen, terwijl John Green, de leider van de zeelieden organisatie met een algemeene staking heeft gedreigd. Een gezelschap dat onlangs een wan deling maakte door de bosschen van Solvmar (Hongarije) verklaarde bij te rugkomst 'n vreemdsoortig wezen te hebben ontmoet, half mensch half dier. Het gezicht van deze in lompen geklee- de verschijning, zag er oud en lijkachtig uit en toen men het zonderlinge wezen aanriep kiom dit met de behendigheid van een eekhoorn in een boom om ver volgens in een rotshol te verdwijnen. Een expeditie, bestaande uit dorpe lingen en politie, heeft het mysterieuze wezen thans kunnen vangen. Het bleek een man te zijn, die opgaf Karl Richter te heeten en Beiersch ingenieur te zijn. Tijdens den oorlog trok hij naar Honga rijewaar hij zich in de bergen terugtrok. 200 jaar geleden, zoo vertelde hij aan een priester, geraakte het kasteel van zijn familie in brand, en dreigde geheel uit te branden. Als door een wonder werd het kasteel echter door een plotse- liiigen hevigen regen gespaard, en zijn voorouders zwoeren daarop, dat een mannelijk nakomeling bij het bereiken van den 24-jarigen leeftijd 10 jaar lang een kluizenaarssleven zou moeten lei den. Hij heeft dezen eed vervuld, en zelfs langer dan 10 jaar in de heuvels als een kluizenaar geleefd. De man schijnt geen lust te gevoelen, in de samenleving terug te keeren. Wanneer men zelfs op kleinere begraaf plaatsen moet wachten en men is na bij de familie betrokken, dan is daar altijd een z.g. ontvangkamer. 't Treft mij iederen keer op deze begraaf plaats, dat men moet wachten, zelfs bij druilerig of regenweer; niet te vergeten in den herfst en winter. Nu ook weer, de aankomst van den stoet duurde lang. Al dien tijd zag ik directeur en leeraren gedeeltelijk met hunne dames, steeds wachtend op de komst van den overleden scholier! Wanneer er nu een ontvangkamer tien maal zoo groot als er nu is, ter plaatse was, zouden zij niet al dien tijd daar behoeven te staan en tevens uit belangstelling voor de familie, al is het soms om te condoleeren, vind ik zoo iets geheel noodzakelijk. Is er nooit aan zooiets gedacht? Zijn er meerderen, die er zoo over denken? Ook voor aansluiting achter den stoet is diit juister Men kan voor iedereen toch maar geen rijtuig bestellen? Nu ziet men soms nieuwsgierigen vlak bij de familie en de goede vrienden kunnen er niet bij. Wie antwoordt hier eens op?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 8