ABDUSIROOP
DE LAATSTE LES VAN LANGELOT
PINKSTERVACAN1IË
PINKSTERFEEST
TUSSCHEN PINKSTERBLOEMEN
Raadsel hoekje
Lichtstraal bij KINKHOEST
Ho&t-Qriep-BrondilU&Asthma
10.
11.
11.
12.
16.
Eindspel 891.
Th. C. L. Kok
abcdefgti
Wit begint en wint.
Wit kan hier de patstelling opheffen.
Eerst zij opgemerkt dat wit niet het
paard kan veroveren: de zwart K. zet
dan de witte K. pat door op c7 te gaan
staan. Ook het veld d6 kan de witte K.
leder, wiens kinderen aan Kinkhoest
lijden^ moet gebruik maken van
Akkers Abdijsiroop, op bijzondere
wijze bereid met die bestanddeelen.
die rechtstreeks op een Kinkhoest-
aanval inwerken. Abdijsiroop werkt
grondig, want ze bevri|dt de adem
halingsorganen van slijm en andere
ziekte-verwekkende stoffen. Akker's
Abdijsiroop verruimt de ademhaling,
neemt benauwdheden weg, heelt de
aangedane en ontstoken plekken.
Geef dus in vol vertrouwen aan
Uw kleine en groote kinderen bij:
éKKWBV
niet bereiken wegens 1. Kb4. Kg6. 2. Kc5
Pc7! (en Pb5f)
Dus: 3. Kbli Khó 4. Kb7 (de K. kan het
paard niet slaan anders komt 't zelfpat)
Kh4 5. Kc8 Kh5 6. Kd8 en nu gaat 6.
Kh4 niet wegens 7. Ke7 en 6Kg6 is
ook fout wegens 7. Kc7 dus 6h6. 7.
Kd7 (zetdwang Pa8 8. c7 9. Kc7 Nu is het
paard verloren en wit is een vrijpion
kwijt. Omdat p. c6 er niet meer is kan
wit na 9Kh4 10. a8D h5 op e4 zijn
Dame offeren en er volgt:
11. De4 fe4 12. fe4 Kg4 13. e5 fe5 14. fe5
Kf3 15. e6 Kg2 16. e7 Kh2 17. e8D Khl! 18.
De4f! Kgl 19. Dg6f Khl. 20. Kd6. h2 21.
Ke5 h4 Kf4 h3 23. Kg3 Kgl 24. Dbl mat.
0{) den Hemelvaartsdag zouden op
drie' plaatsen nationale schaaktour-
nooien gehouden worden n.1. te Nijme
gen, Soest en Alkmaar. Die te Alkmaar
ging niet door egens te geringe deel
name. In Soest waren 76 inschrijvingen.
Bijna geen Soester schaakspeler ont
brak; in Alkmaar leverde de eigen
plaats éêii inschrijver. De tijdsomstan
digheden zullen hier wel een groote in
vloed gehad hebben zoo niet een alles
overheerschende, want liefhebberij is
er gendeg.
Een der attracties van Soest zal wel
geweest zijn 't meespelen van de mees
ters Spielmann en Kmoch. Er waren
dan ook twee eeregroepen gevormd.
n de eerste speelden behalve Kmoch,
Ir. H. J. v. Steenis (le prijs), L. Prins en
G. R. van Doesburg die om de tweede
prijs lootten terwijl Kmoch als laagst
uitkomende punt) geen prijs kreeg.
In de 2e eeregroep kampten Jhr. Mr.
Dr. J. H. O. van den Bosch (le prijs met
2K punt), W. A. T. Schelfhout (2e prijs
met 1^ punt), Th. de Jong en Spielmann.
Merkwaardig dat de beide meesters in
hun groep 't laagst uitkwamen.
Wij zijn zoo gelukkig geweest beslag
te leggen op de notatie van de zeer fraaie
partij die Van den Bosch won van
Spielmann.
Hier volgt ze:
Fransche partij.
d4 e6.
e4 d5
Pc3 Pf6
Lgo Le7
eó Pe4 gewoonlijk speelt men
hier Pfd7, de zwartspeler meende
echter dat in zoo'n eendaags tour-
nooi wel wat gewaagd kon worden.
Le7 De7
Pe4 de4
De2. Pbd7.
0—0—0 f5! Hiertoe had zwart geen
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
1 h
6.
7.
8.
9.
hr-'V'
Heer Snater wou met Pinkster
Dit: jaar eens uit de stad.
Omdat-hij juist zoo'n zin in
Een Pinksterreisje had!
'i' 'v
Hij ging dus. met zijn vrouwtje
En alle kleuters -r- vier!
Je zag het aan hun snuitjes;
Wat hadden z'een plezier!
;*W
Ze gingen naar 't station toe
In 't allerbeste pak.
Moes had versnaperingen
Een taschvol en een zak!
Zij wuifden voor het raampje
Ons toe. De reis begon.
'kWou, dat ik met de Snaters
Ook in den trein mee kon!
Maar nu 'tniet gaat! wensch 'k allen
Van harte: Veel plezier
En kom na de vacantie
Maar weer gezond naar hier!
'k Wensch ieder, die di nummer
Van 't kinderkrantje leest:
Een prettige vacantie
En heerlijk Pinksterfeest!
(Nadruk verboden).
13.
14.
15.
16
17,
17.
18.
19.
19.
20
21.
22.
gelegenheid moeten krijgen. Maar
wit vreesde na 9. De4 Db4f en Db2,
wat hij nu verhinderen kan door c3.
ef6 e.p. Pf6
g3? Om met Lg2. de e-pion te
gaan winnen. Maar wit had ook
wat moeten wagen door 11. f3 te
spelen dan had hij mooie open lij-
lijnen gekregen.
00
Lg2. e5! Wit krijgt nu een zware
aanval te verduren als hij neemt.
Le4 Pe4
De4 Tf2
Pgf3 Wi twil den Toren afsluiten
en Lf5 verhinderen, maar hij helpt
juist zwart zie maar:
Df7. en nu is weer Lf5 met
het doodelijke Tc2 terwijl Pf3 be
scherming -behoeft.
Wit 'gaat nu na banque spelen
maar zwart laat zich niet intimi
deer en; er volgt:
Pg5 (dreigt mat. Toch is het
alleen goed om stukken af te
ruilen. Maar ook dat verzuimt wit
en verliest daardoor!
Lf5!
Db7.?? Minder doodelijk was Pf7,
Tc2f
Kbl. Tcltü Zoover had zwart
niet gerekend!
Kcl gedwongen.
Dc4f>;
Kd2 Dd3
Kei. De9, V r.r
Kfl. Altes^sgedwongen. En' nu
volgt het tempo dat zwart noodig
heeft -r- v
Tf8 Wit geeft op. Wat hij
ook speelt met de andere stukken
dan de K. er volgt aftrekschaak of
mat. Men probeere maar.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
De and're dieren kijken,
Zij vormen het publiek.
'kWeet vast, dat z'ook genieten
Van dans en van muziek!
Daar tusschen Pinksterbloemen
Is het nu volop feest.
Wat was ik op 't partijtje
Döl-, dólgraag toch geweest!
Maar wacht! 'k ga 't plaatje kleuren,
Dan leeft het töch voor mijl
En kan 'k er nog naar kijken,
Als Pinkster is voorbij!
4.
1.
2.
3.
Mijn moeder was niet moe, hoewel
zij reeds uren geloopen had.
Deze boeken zijn erg zwaar en daar
om neem ik liever de tram.
Ik dacht, dat die heele reeks terstond
vervallen moest.
Mijn eerste is een middelpunt,
Mijn tweede steeds nog best.
Onbrandbaar ben 'k in mijn geheel,
Al brandt de heele rest!
Voor kleineren. -
Wanneer loopt de soep het eerst
Uit de soepterrien?
'k Heb 't met eigen oogen, hoor!
Gist'ren goed gezien!
Wat wordt de wolf, als hij zijn staart
verliest.
Vul deze 9 vakjes in met:
4A 3D IK 1P
maar doe het zóó, dat je van links
naar iechts en van boven naar be
neden leest:
le een dier, dat goed springen kan.
2e een meisjesnaam.
3e een deel van een gebouw.
4. Wat doet zoowel de reiger als de
ooievaar, als hij op Mn poot staat?
(Nadruk vlrbou.n,.
zijn (zonne) schijn;
regen tegen.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Mijn geheel wordt met 13 letters ge
schreven en noemt een feest.
Een 1, 8, 2, 3, 5 is een vorstelijk per
soon.
Een 5, 6, 10, 11, 4 is een hoofddeksel.
Een 8, 2, 9 is een gevaarlijk iets in
zee.
Een 9, 2, 7, 6, 5 is een vervoermiddel.
1, 2, 10, 13 is een jongensnaam.
Een 4, 7, 11, 6 is een houten ge
bouwtje.
2. Kruisraadsel.
Op de beide kruisjeslijnen komt de
naam van een koninkrijk.
X
X
X
X i
XXXXXXXXX
i i i X i
X
X
X
le rij een medeklinker.
2e een slim, viervoetig dier.
3e een gedeelte van een etmaal.
4e een stad in Nocrd-Holland.
5e 't gevraagde woord.
6e een stad in Gelderland.
7e een roofdier.
8e een groote steen.
9e een medeklinker.
3. Verborgen vogels.
Door al het slib is het aan der kant
van het water gevaarlijk.
Oplossing der raadsels
uit 't vorige nummer.
Voor grooteren.
1. Mos, sel aout); mossel.
2. Ik zou dat boek graag willen bezitten
maar noodig is het niet. (Arno).
Word toch niet zoo gauw kwaad,
daar heb je later zelf spijt van!
(Adda).
Laten we Gerrit vragen, met ons
mee te gaan. (Eger).
Ik zeg het vooruit aan Hans om me
zelf later geen verwijt te maken.
(Somme).
3. Orleans. Ros, snel, lor, ransel, rose,
Leo
4. Eksteroogen.
Voor kleineren.
1. Valk Vingerhoed
mi e r
gang
hoog
kies
brem
hond
boor
pret
lood
2. Een flesch.
3. Beek.
4. Giet niet;
(ver) velen spelen;
(be)gon kon;
Kijk, tusschen Pinksterbloemen
Is het nu volop feest.
De bloemen en de dieren
Zijn nooit zoo blij geweest*
Heer Krekel speelt een wijsje.
Wit graag maakt hij muziek,
De warme zomerlucht maakt
Hem altijd dubbel kwiek.
Heer Groenrok voert een dans uit,
Heel sierlijk op de maat,
Zooals dat bij de Kikkers
Alleen met Pinkster gaat!
(Nadruk verboden).
Ik pluk m'n heele mandje vol
En breng naar huis ze vlug.
Nog vóór m'n moesj is opgestaan
Ben ik al weer terug!
Ik zet den heelen bloemenschat
In elke vaas en pul,
Die ik maar vinden kan in huis!
De bloemenfee was gull
't Is Pinksterfeest, het bloemenfeest,
Het feest voor jong en oud;
Omdat er wel haast niemand is,
Die niet van bloemen houdt]
RO FRANKFORT—WERKENDAM.
7. Langelot dacht dat de tooverkracht in het staafje
zat, waar grootmoeder altijd mee zwaaide. Maar
's middags, toen Langelot den stal achter het huis met
den bezem wilde vegen, zei grootmoeder tegen hem,
dat hij voorzichtig moest zijn en nooit de woorden
LEO TIGER CROCODILLUS mocht zeggen. Daarna
ging ze uit om boodschappen te doen.
8 Langelot was echter een eigenwijs ventje. Nauwe
lijks was hij in den stal of hij zèi LEO TIGER CRO
CODILLUS. En daar begon de bezem, dien hij in de
hand had, opeens te leven. De bezem greep een paar
emmers en rende naar de waterput, tot groote verba
zing van een reusachtige rat, die met zijn handen in
de zakken stond toe te kijken.
Dan ga ik naar de groene wei
En kijk met blij gezicht
Naar 't schoons, dat 's nachts de
bloemenfee
Weer voor ons heeft verrichtl
Daar bloeien madeliefjes teer
En boterbloemen geel.
En Pinksterbloemen, paars en wit
O, o, wat zijn er veell
(Nadruk verboden).
'tls Pinksterfeest, het bloemenfeest,
Ik ga er vroeg op uit;
Als pas de zon is opgegaan,
Een enk'le vogel fluit.