Stad en Omgeving. £ands en Provinciaal 'ttieuws DE LAATSTE LES VAN LANGELOT DE JEUGDWERKLOOSHEID, „Goede dingen in donkere tijden", zegt de minister. DE VZRVANGING VAN VISCH- EN DIERMEEL DOOR MAGER MELKPOEDER IN HET PLUIMVEEVOEDER, Pluimveeteelt. EGMOND AAN ZEE Pinksterkermis voor het laatst? ZUtDSCHARWOUDf AVENHORN DE STREEK HEERHUGOWAARD Gistermorgen is op het Departement van Sociale Zaken de eerste vergaderiilg gehou den van de ministerieele commissie, die zich het vraagstuk van de jeugdwerkloosheid in wijden omvang zal aantrekken. De minister van sociale zaken, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, als voorzitter, heeft bij die gele genheid de commissie geïnstalleerd en daar bij een rede gehouden. Hij begon met de opmerking, dat een ern stig misverstand moet worden voorkomen, als zou n.1. thans de intense bemoeienis met de jeugdwerkloosheid beginnen. Integendeel stelde nij er prijs op eraan te herinneren, dat reeds jaren lang men in allerlei kringen zijn beste krachten aan dit onderwerp heeft ge wijd. Bij de uitbreiding van den arbeid op dit terrein der nog altijd nijpende werkloosheid en de groote moreele belangen, die hier op het spel staan, heeft spreker gemeend goed te doen, het initiatief te nemen tot de vor ming van een kring, die allen zou omvatten, thans op dit terrein werkzaamdie zou kun nen profiteeren van velerlei ervaring; die nieuwe wegen zou kunnen zoeken en die in een aantal sub-commissies verdeeld, telkens een onderdeel van het geheel theoretisch maar vooral ook practiscn, zou kunnen be handelen. Dat het probleem der jeugdwerkloosheid ernstig is, weten wij sinds lang. De oplos sing van dit vraagstuk, op zichzelf reeds moeilijk genoeg, wordt sterk bemoeilijkt, doordat er zoowel aan de hoeveelheid werk als aan de hoeveelheid geld grenzen zijn Het normale bedrijfsleven moet zeker niet worden belemmerd. Dit alles stelt de commissie voor moeilijke vragen en zou op zichzelf tot eenig pessi misme aanleiding kunnen geven. De erva ring tot nog toe opgedaan, bewijst intus- schen, dat gezamenlijk ook in donkere tijden goed dingen kunnen worden bereikt en tel kens nieuwe wegen kunnen worden ontdekt. Om een kijk te geven op het werk van jonge werkloozen, diene, dat cursussen thans worden gehouden in 142 gemeenten; cursus sen inzake opleiding tot dienstbode en huis houdelijke voorlichting zijn opgezet in 22 gemeenten, tot 1 Juni van dit jaar is aan 61 gemeenten toegestaan één of meer werkob- jecten voor jonge werkloozen ter hand te ne men. Het is daarbij de bedoeling van den mi nister, dat de nu te installeeren commissie in haar voltallige vergaderingen slechts zel den samenkomt; het eigenlijke werk zal in de subcommissies moeten geschieden. Voor het oogenblik worden caarbii zes commis sies in het oog gevat. Eén die 1 vorderen zal, dat jonge werkkrachten in het normale bedrijfsleven worden opgenomen; een, die het gansche kampwerk overziet; een inzake de cursussen voor dienstboden; een inzake de cursussen voor vakonderwijs; een inzake de overige vragen van werkverschaffing. In- tusschen blijkt de behoefte telkens meer om ook in een aparte commissie het vraagstuk van den massa-jongen in de groote stad spe ciaal in oogenschouw te nemen. Na de rede van minister Slotemaker de Bruïne heeft prof. dr. Frenckel het woord gevoerd en den wensch uitgesproken, dat de verwachtingen van den minister ten aanzien van de goede resultaten in het belang der Jeugdwerkloosheid in vervulling zouden gaan. Medegedeeld werd voorts, dat mr. Diepen horst, commies bij het departement van so ciale zaken hebben gehad, denkbeelden over het opnemen in het bedrijfsleven van jeug digen hebben kenbaar gemaakt. De gege vens, waarover het departement beschikt, zullen ter beschikking van de subcommissie gesteld worden, die zich met dit vraagstuk meer in het bijzonder zal bezip houden. De commissie begon vervolgens haar werkzaamheden. INGEKOMEN PERSONEN. C. van Urk, N.H., zb, Veerstraat 1, van Heiloo. K. Honig, N.H., z.b., en echtge- noote, v. d. Meijstraat 10, van Heiloo. J van der Sluijs, N.H., z.ben zoon, Dahlia straat 4, van Uithoorn. S. Davids N.H z b., P. L. Takstraat 9, van St Pancras. A. van Galen, N.H., dienstbode v. d. Woude straat 13, van Katwijk A. W. Minneboo, RK-, stoker Ned. Spoorwegen, en echtge- noote en dochter, Bisschop Bottemanneplein 2, van Den Helder. T. Bosma, G.K., koop man in manufacturen, Luttik-Oudorp 47, van Bergen (N.-H.) C. Prins, echtg. van T. Bosma, geen, Luttik-Oudorp 47, van Zijpe (N.-H.) K. C Bakker, N.H., leerares licha melijke opvoeding en heilgymnastiek, Coster- straat 35, van Haarlem. J M. Broersz, echtg. van M. Bart, N.H., Bisschop Botte- mannestraat 35, van Hoorn. C. Ven-nik, geen, caféhouder, en echtgenoote, D.G., en dochter, geen, Nieuwesioot 59, van Amster dam. B. Huisman, H.A., huishoudster, Uitenboschstraat 91, van Purmerend. J. Kramer, G.K., z.b., en echtgenoote, N.H., Bisschop Bottemannestraat 28, van Rotter dam. J. de Groot, R.K., dienstbode. Schoutenstraat 4, van Heiloo. H. Pette, N.H., z.b., Kruislaan 14, van Wormerveer. A. Lammers, echtg. van H. Pette, geen, Kruislaan 14, van Bloemendaal. T. Hof, R.K., machinist Ned. Spoorwegen, en echtg Bisschop Bottemanneplein 1, van Den Helder. H. W. Eggers, N.H., z.b., Kruis laan 14, van 's-Gravenhage. F. Frikke, D.G., bankwerker Ned. Spoorwegen, Gees- fersingel 7, van Nijmegen. P. Veldman, R.K., dienstbode, v. Everdingenstraat 18, van Ursem. E. Posthumus, N.I I., z.b., Vogelen zang 4, van Bergen (N.-H.) T. Jaarsma, G.K., winkelierster, Costerstraat 2, van Br. op Langendij-k. K. Heuvel, N.H., z.b., en echtg., Kruislaan 14, van Heerhugowaard. B. W. Lach, N.H., z.b., en echtg., Kruislaan 14, van Castricum. W. C. Rijpma, geen, z.b., en echtg., Kruislaan 14, van Velsen. D. G. Grootes N.H., dienstbode, Kruislaan 14, van Bergen (N.-HJ A. J. Oosterheert, N.H., ass. in üe huishouding, Kruislaan 14. van Bierum. G. M. Joostema. N.H dienstbode, Visscherslaan 25, van Schagen. R. H. A. Renckens, R K., z.b., Schoutenstraar 4, van Hoorn. P. Kooij, N.H., z.b., Kruis laan 14, van Heiloo. J. Beije, R.K., kapper, Langestraat 41, van Leeuwarden. J. A. Olckers, R.K., Laat 99, van Amsterdam. T. de Jager, N.Hz.b., Kruislaan 14, van Bunnik. J. de Boer, wed. P. Peereboom, geen, dienstbode, Geestersingel 26, van Heiloo. A. A. Idema, N.H., en echtg. Kruislaan 14, van Amsterdam. M. Spaar garen D.G., z.b., Ramen 2, van Heerhugo waard. R. Kalf, R.K, huishoudster Nieuwstraat 8a, van Amsterdam. B. Kie viet, geen, referendaris P. T. T., en echtg. en kinderen, Juliana van Stolberglaan 12, van Haarlem. F. Venema, wed. van A. Schwab, N.H., Kruislaan 14, van Amster dam. F. T. van Hove, R.K., filiaalhouder Oudegracht 29la, van 's-Gravenhage. M van Delden, geen, onderwijzer, Blaeustraat 7, van Ned. O. Indië. VERTROKKEN PERSONEN. H. Ch. Haufe, N.H., leerling-verpleegster, van Wilhelminalaan 11 naar Zeist, den Dolder. M. G. Grondsma, N.H., z.b., van Nassauplein 22 naar Frankrijk. A. de Beurs, N.H., los werkman, van Heiligland 10 naar Amsterdam. J. Harschei, N.I., z.b., van Langestraat 47 naar Amsterdam. J. D. Dubbeld, N.H., kruidenier, en echtg., N.H., en dochter, geen, van Oudegracht 2 naar Oudorp. D. de Kamps, geen, kok, van Langestraat 55 naar Amsterdam. W. H. ten Cate, R.K., z.b., van Hulststraat 14 naar Wognum. J. Hensen, N.H., meubel maker, en echtg., van Kennemerstraatweg 187 naar Deventer. M. M. Thiadens, R.K., on derwijzeres, van Oudegracht 219 naar Onst- wedde, Stadskanaal. A. M. Wernecke, geen, z.b., van Zocherstraat 53 naar Am sterdam. E. P. M. Wentink, R.K., lood gieter, van Stationstraat 60 naar Den Helder. M. Hartog, N.H., z.b., van Scharloo 18 naar Nieuwe-bliedorp. A. J. Klompmaker, N.H., expediteur, van C. W. Bruinvisstraat 13 naar Broek op Langendijk. F. B. de Swart, N.H., gérant, van Geestersingel 55 naar Egmond aan Zee. D. Wiepjis, geen, z.b., en echtgenoote, G.K., van Stationsweg 90a naar Voorschoten. J F. Beijerinck, geen, adj.-directeur strafgevangenis, en echt genoote en dochter, van Geestersin-gel 14 n. Haarlem. J. K. Reuijl, N.H., dienstbode, van Hekelstraat 30 naar Rotterdam. H. Schreuder, E.L., z.b., van Groenelaanb'e 9 naar Eelde. A. M. Boon, geen, z.b.. van Cabeljaustraat 13a naar Bergen (N.-H.) C. Best, N.H., kunstmesthandelaar, en echt genoote en zoon, van Stationsweg 116 naar Bergen (N. H.) H. T. Werksma, geen, scheepsbouwer, en echtgenoote en kinderen, van Druivenlaan 11 naar Den Helder. J. Ezendam, geen, kellner, van Nieuwesioot 49 naar Almelo. B. C. Scholten, N.H., brug- knecht, en echtgenoote en kinderen, van Noorderkade 2 naar Velsen. M. Volkers, R.K., dienstbode, van v. Everdingenstraat 18 naar Harenkarspel, Waarland. A. Pet, z.b., van Nic. Beetskade 4 naar Haarlem. C. A. Pronk, R.K., z.b., van Nassauplein 19 naar Heiloo. G. Veen, D.G., dienstbode, van K. van 't Veerstraat 58 naar Enschede. Door de „Vereeniging van Broerderijen en Pluimveefokbedrijven in Nederland'' werd het volgende verzoek aan den M'nister A-an Economische zaken ge richt. „Uit het „Crisi6-diermeelbeslu:t 1935 1" is ons gebleken, dat er naar zal worden gestreefd een maximum ven 5 miïlioen K G. maget melkpoeder voor het varkens- en pluimveevoeder te be stemmen, terwijl dit bevorderd wordt door een reeds ingevoerde heffing op het ingevoerde visch- en diermeel. Het heeft ons getroffen, dat men in bepaalde kringen meent te mogen aan nemen, dat in het pluimveevoeder een zelfde hoeveelheid visch- en diermeel eenvoudig door een gelijk kwantum mager melkpoeder kan worden vervan gen. Wanneer men echter het eiwit- en vetpercentage van het dier- en visch- meel met dat van het magere melkpoe der vergelijkt, kan direct worden vast gesteld, dat een eenvoudig vervangen van een gelijk aanta' kilo's van het een-e product door dat van .het andere niet opgaat. Zou dit wel plaats vinden, dan zou berekend naar het eiwitpercentage van het magere melkpoeder tegen dat van het visch- en diermeel het eerstge noemde product voor den pluimveohou- de™ niet meer dan ongeveer 4 cent de kilo mogen kosten. Dit was de chemische zijde van deze aangelegenheid betreft. Bekijkt men de nog meer belangrijke biologische zijde, dan worden wij be paald huiverig gestemd. Nemende twee deelen mager melknoeder tegen één deel visch- of diermee, om ongeveer aan de- ze'fde chemische samenstelling te kun- nei komen, dan is het nog de vraag, of de biologische aarde ook al dezelfde is geworden. Zelfs is dit aan zeer gerechten twijfel onderhevig, waarvoor wij slechts behoeven te denken aan de uitgesproken voorkeur welke het pluimvee voor het dierlijk eiwit heeft. Een zekerhei 1 hier van zal alleen door uitgebreide en zeer nauwkeurige proefnemingen kunnen worden vastgesteld en voor zoover ons bekend is, zijn deze proeven nog niet genomen, althans nog niet gepubliceerd. Zoolang dit nog niet heeft plaats gevon den, meenen wij, dat de belangen van de pluimveehouderij ook vanuit een nationaal belang bekeken te groot zijn, om zonder meer tot een verwisse ling van een zeker percentage visch- en diermeel tegen mager melkpoeder te mogen overgaan. Volkomen zijn wij er van doordron gen, dat de positie van onze melkvee houderij een zeer moeilijke is en betreu ren dit in hooge mate. Echter meenen wij ook, dat dit allerminst een reden mag zijn, om een deel dezer moeilijk heden af te wentelen op de eveneens in moeilijkheden verkeerende pluimvee houderij, te meer niet, omdat deze laat ste grootendeels wordt beoefend door den kleinen boer, wiens economisch weerstandsvermogen toch al zoo ernstig heeft geleden, zoodat het niet verant woord mag worden geacht, dit aan nog meer risico bloot te stellen en (of) aan te tasten. Eerbieding verzoeken wij Uwe Excel lentie thans dan ook, deze aangelegen heid, welke vermoedelijk nog niet van uit den hiervoren aangeduiden gezichts hoek werd bekeken, opnieuw onder oogen te zien. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan dr. te Hennepe, Diergaardesingel 96a te Rotter dam. Postzegel voor antwoord insluiten en blad vermelden. Het voeren der kuikens. Het laten vasten gedurende de eerste dagen is veranderd. Het crisis-diermeelbesluit. Vorige keer gaf ik eenige punten omtrent de hygiënische maatregelen tijdens het op fokken der kuikens. We kunnen bij kuikens niet voorzichtig genoeg zijn er voor te zor gen, dat het strooisel zuiver is, de drinkbak ken goed rein en er geen verontreiniging van het voer en drinkwater plaats heeft. Er zijn talrijke fabrikaten van opfokvoer in den handel en voor zoover deze berusten op uitvoerige proeven, kan men ze gerust ge bruiken,, doch men moet zich dan ook aan de gebruiksaanwijzing van den fabrikant hou den. Zooals gezegd, ik ben absoluut geen voorstander van verschillende soorten op fokvoer al naar den leeftijd der kuikens, dit maak het opfokken onnoodig omslachtig en vaak ook duurder. Over het algemeen berus ten deze methodes nog op verouderde begrip pen omtrent de eiwitbehoefte van groeiende kuikens, evenals het voorschrift de kuikens gedurende de eerste 2 maal 24 uren niet te voeren. Dit werd vroeger voorgeschreven, omdat men dacht, dat het kuiken eerst den dooier, die in de buikholte getrokken wordt tegen den 19den dag, opgeteerd moest heb ben. Gebleken is, dat deze theorie geheel on juist is en dat integendeel een gezond kuiken dat eetlust heeft veel beter direct, als het droog en uitgerust is, wat voer kan krijgen dan dat het nog een aantal uren vasten moet De dooier, die gedurende het broedproces niet of zeer weinig voor den opbouw van het kui kenlichaam gebruikt wordt, wordt dan ook niet veel kleiner tijdens het broeden, terwiji het eiwit bijna geheel uit het ei verdwijnt. De dooier ligt dan ook op den 18den dag nog ter groote van een kastanje tegen het kuiken aan en wordt nu door een inwendig proces door den naval in de buikholte vna het kuiken ge trokken. Zoodra de ooier daar is, begint hij snel te verkleinen en een massa bloedvaatjes zuigen de dooiersubstantie op en brengen haar in den bloedtroom van het kuiken. Bij een gezond kuiken is de geheele dooier na ongeveer een week op een speldeknop na ver dwenen. oZodra het kuiken wat mankeer?, loopt het met deze dooier-resorptie geheel mis en blijft de dooier als een zeer slappe licht verteerbare blovormige zak in de buik holte liggen. Tijdens het broeden kunnen er allerlei bacteriën uit de lucht der broedma chines (vooral bij de groote broedkasten) door de schaal van het ei naar binnen drin gen en in den dooier terecht komen. Bij een gezond kuiken zullen deze niet veel kwaad doen als de dooier snel gesorbeerd wordt, maar bij een zwak kuiken gaan deze bacte riën welig tieren in den dooier, vormen daar allerlei vergiften en nu wordt het kuiken als het ware vergiftigd door de bacteriën in den dooier. Als de kuikens dan sterven, vindt men in alle organen en het bloed bacteriën die anders niet gevaarlijk voor kuikens zijn, zoaals staphylococcen (etter-bacteriën, die altijd en overal in de lucht voorkomen), pyocyaneus-bacillen (bacillen van de groene etter, die veel in onrein water voorkomen) en andere. Het is mij opgevallen, dat in de laatste jaren dergelijke bacteriën meer in kuikens gevonden worden dan vroeger. Voert men de kuikens direct als ze trek ïebben, dan voorkomt men vaak een hoop bezwaren, want zcodra er voer in de maag en ingewanden komt, gaan deze werken, maag sap en darmsap, gal, enz. afgeven en daar door ontstaat weer een sterkere bloeddoor- strooming der buikorganen en worden inge drongen schadelijke kiemen sneller vernie tigd. Ook wordt daardoor de dooier sneller geresorbeerd. Het eigenaardige is dat kuikens met dooiers in de buikholte en kuikens waarbij men de dooiers direct na de geboorte opera tief verwijderd heeft, even snel sterven na verhongering, m.a.w. de dooier is niet in staat gedurende de eerste 5 a 6 dagen ge noeg voedsel te verstrekken om het kuiken voor verhongeling te vrijwaren. Vindt men bij kuikens van een week oud nog dooiers ter groote van knikkers of kleine kastanjes in de buikholte dan is dit een teeken dat de kuikens al heel gauw na de geboorte lijden de geworden zijn. Bij pullorumbesmetting, die van den dooier uitgaat, kan men vaak in den dooier de pullorum-bacillen aantoonen en in de andere organen nog niet. Hierdoor hebben wij een middel in de hand om bij jonge kuikens uit te maken of de besmetting door de broedeieren overgebracht is dan wel na het uitkomen door de lucht in de longen terecht is gekomen. In zulke gevallen treden longontsteking of longversterf op. Ziedaar dus een en ander over den dooier en wat daarmede in verband staat van de voedering der pasgeboren kuikentjes. Kui kentjes van een dag oud „kunnen" een paar dagen vasten en gedurende dien tijd in de daarvoor bestemde doozen Verzonden wor den, maar uit het feit dat dit „kan" mag men niet de conclusie trekken dat dit voor de kuikens ook beter is. De nieuwere voedermethodes hebben dan ook geheel met de verouderde theorie van den dooier gebroken en met de veroudere methode om de kuikens een paar dagen te laten vasten. Als gij gezonde, levenskrach tige kuikens hebt, geef ze dan gerust zoodra ze droog zijn en lust hebben wat fijne grut jes te pikken. Dat houdt ze aangenaam be zig, geeft ze spierbeweging en brengt de spijsverteringsorganen aan den gang. En nu nog even een zeer belangrijke nieu wigheid. Een dezer dagen is afgekondigd het z.g. crisis-diermeelbesluit, dat op 12 Mei in werking is getreden. Dit besluit beoogt voor den invoer van gedroogde visch, ge droogd vleesch en gedroogd bloed, alsmede voor alle soorten visch-, walvisch-, dier-, beenderen-, vleeschbeenderen-, en bloedmeel een monopolie te vestigen. De aanleiding tot het nemen van deze maatregel is gelegen in de overmaat der melkprodductie en een te veel aan magere melkpoeder. Ondermelk en magere melkpoe der is een zeer bruikbaar bestanddeel voor pluimveevoeder. Ingevoerde diermeel-, vischmeel en derge lijke producten zullen nu 1 per 100 K.G. duurder worden en het melkpoeder zal meer gebruikt worden. En nu lees ik tot mijn ver bazing in een der pluimveebladen dat men wacht op proeven inzake het gebruik van melkpoeder, omdat de eiwitten der melk zoo veel verschillen van die van vischmeel en diermeel. Laat mij nu daaromtrent alle lezers maar direct geruststellen. Ten eerste is er een berg litteratuur uit alle landen der wereld al van jaren her over proeven met melkpreparaten bij pluimvee en ten tweede schreef ik n paar jaar geleden reeds over de mogelijkheid dat men meer melk zou gaan gebruiken en ried aan om naast de kennis die we daaromtrent hadden, eigen proeven te nemen op kuikens en kippen. Sommige pluimvee-voederfabrika- len namen toen dien wenk ter harte en be gonnen onmiddellijk proeven te nemen op eigen initiatief of in overleg met mij en thans zijn er dan ook reeds enkele fabrikaten zoo ver dat zij uitstekend op de hoogte zijn om trent het percentage melkpoeder en visch meel dat zij in hun kuikenopfokvoer kunnen gebruiken Men mag zich dus in dezen niet op een soort overrompeling van het crisis- besluit beroepen om te zeggen dat men niet weet hoeveel men mag gebruiken in zijn re cepten. Wie dat doet bewijst dat hij ach te- lijk is. Een flink voederfabrikant moet voort durend proeven nemen, wie dat niet doet begrijpt zijn tijd niet en kan niet meer mee. Behalve het melkeiwit komen er binnen kort weer andere stoffen aan de markt. De wetenschap staat geen oogenblik stil en wie alleen de pluimveevoedingsleer bestudeert zal verbaasd staan over den enormen stroom litteratuur die er op dat gebied verschijnt in de wereld. Binnen enkele weken verschijnt het nieuwe nummer van de International Review of Poultry Science, waarin ik een en ander over het Congres in Berlijn 1936 vermeld, maar tevens honderden artikelen beschrijf die er verschenen zijn in de laatste maanden op het gebied der pluimveewetenschap. Wie dus op de hoogte wil zijn en voor de toekomst ge waarborgd voor verrassingen, weet waar het recht kan. Dr. B. J. C. HENNEPE. De zooveelste Pinksterkermis behoort weder tot het verleden. Jammer? Geluk kig? Beide meeningen hoort men ver kondigen. Beide bevatten een kern van waarheid. Het is er mei; als met de ker- m.s zelf. Kermis is romantiek. De flikkering Ier I'.chten, de elkaar overstemmende pie rementen, het lawaai en geroezemoes, de hoog zwevende schommelschuitjes, de draai- en de zweefmolen, de bijbehoo- rende kermistypen, zij zorgen voor een sfeer van romantiek en van jolijt en uitbundige vreugde. Kermis is ook tragiek. Hoe zwaar is voor vele kermis-exploitanten de strijd om het bestaan, altijd en nu rooral. Hoeveel ellende wordt er geleden achter de uiterlijke opgewektheid, waarmede de kermisgangers geanimeerd worden? Wat is er tragischer denkbaar dan de clown, die zijn grappen en grollen moet verkoopen voor een slecht gevulde tent en met de angst om het bestaan in zijn hart? De kermisexploitanten hopen, dat de kermis zal blijven. Het is nu eenmaal hun broodwinning. Vele Egmonders denken er evenzoo over. Van ouds ie de Pinksterkermis hun dorpsfeest, waar voor zij lang tevoren sparen en des noods aan de wal blijven, tenminste in den goeden tijd. Veel van zijn glorie heeft het feest thans voor velen verlo ren, die altijd aan den wal zijn en de armoede op zulke feestdagen weder schrijnender voelen. Veel zakenmen- schen zullen de kermis ook noode mis sen. Kermis brengt vertier in het dorp en er wordt tegenwoordig zoo weinig verdiend, dat dit vertier wel zeer wel kom is. Toch gelooven wij dat de kermis gaat veidwijnen. Tegenover de voorstanders staan de tegenstanders. De pensionhou ders meenen er gasten door te missen. De ernstigen ergeren zich aan de brood dronkenheid. Anderen zien er een ont heiliging van het Pinksterfeest in. En wie zijn oor te luisteren legt weet dat in den nieuwen gemeenteraad een ster ke strooming bestaat om tot afschaffing te komen. Het toch al twijfelachtige ar gument, dat de gemeente de inkomsten van de staanplaatsen derft, heeft veel van zijn waarde verloren nu de pacht, die wel 1100 bedroeg, tot de helft is verminderd. En och, wat beteekent in den tegenwoordigen tijd, nu er zulke zware eischen aan de gemeentekas ge steld worden, een paar honderd gulden? Hoe het zij, al is de kermis dit jaar vrij ordelijk verloopen, wij gelooven, dat het de laatste Pinksterkermis geweest is. Veel is er zeker ook niet verdiend. Er is geen geld en daarbij trad, vooral op den 2den dag, ook het weer nog al6 spelbreker op. De zweefmolen had op de beste uren met motorpech te kampen! De schommelschuitjes werden nog tij dens de kermis al afgebroken. Geen geld, geen animo? Een dansgelegenheid werd den laatsten avond gesloten. Het was af en toe bepaald stil op de kermis. De bioscoop, die o.a. de mooie Hollandsche films: Op Hoop van Zegen, Het meisje met de blauwe hoek en Dood Water ver toonde, had geen reden tot klagen. Maar \erder was het, volgens onzen indruk, voor de meesten de dood in den pot. Een mooie gelegenheid om tot afschaf fing over te gaan? Hier doet zich een eigenaardig feit voor bij de gemeenteraadsverkiezingen. De heer Jb. Weel, die op no. 4 van de r.k. lijst stond, werd met voorkeurstemmen verkozen ver klaard. Thans blijkt het, dat dit feitelijk vol gens de reglementen van de r.k. kiesveree- niging niet mogelijk is en nu zal de heer Weel volgens dit reglement moeten bedanken. Of hij het zal doen, is nog niet bekend. Aantal sollicitanten. Voor de betrekking van mandencontro leur en marktknecht aan de Coöp. Marktver- eeniging alhier, op een salaris van 700 per jaar, hebben zich niet minder dan 50 sollici tanten aangemeld. De aardappeiaanvoer. De aanvoer van vroege aardappelen be gint nu zeer snel toe te nemen. De prijzen zijn reeds zoover gedaald, dat pas bij een flink beschot een eenigszins behoorlijk ren dement kan worden gemaakt. Bij de meesten zijn de teeltvooruitzichten echter zeer ongunstig; naar schatting onge veer de helft van een normale opbrengst. Verplaats,ng P. T. T.-kantoor. Met ingang van 15 dezer zal te Heerhu- gowaard-Zuid het hulppost-, telegraaf- en telefoonkantoor verplaatst worden naar een perceel, gelegen aan den Middenweg, tegen over het tegenwoordige hulpkantoor. Als kantoorhouder zal met ingang van genoemden datum optreden de heer Franzen. Ziet gij muggen, lang van poot, Aarzelt met, maar slaat ze dood. 15. Maar de bezemmannetjes waren niet van giste- ren. T ono-olnt hpn hprpilftp xxrivxfnr» i-L-, ren. Zoodra Langelot hen bereikte, wipten ze de hoogte in en zochten een schuilplaats op de takken van de boomen. Dan lieten ze zich langs de takken naar den put glijden en haalden weer nieuwen voor raad water. 16 Zoo ging het door tot grootmoeder thuis kwam. Jullie zult wel begrijpen dat die schrok, toen ze haar heele huisje vol water zag staan. Ze begreep onmid dellijk wat er gebeurd was. Ze schreeuwde de toover- spreuk in omgekeerde volgorde CROCODILLUS TI- GER LEO, en op hetzelfde oogenblik stond er weer één bezemmannetje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10