Stad en Omgeving.
£ands en
Provinciaal 'ttieuws
DE LAATSTE LES VAN LANGELOT
DE JEUGDWERKLOOSHEID,
„Goede dingen in donkere tijden",
zegt de minister.
DE VZRVANGING VAN VISCH- EN
DIERMEEL DOOR MAGER
MELKPOEDER IN HET
PLUIMVEEVOEDER,
Pluimveeteelt.
EGMOND AAN ZEE
Pinksterkermis voor het laatst?
ZUtDSCHARWOUDf
AVENHORN
DE STREEK
HEERHUGOWAARD
Gistermorgen is op het Departement van
Sociale Zaken de eerste vergaderiilg gehou
den van de ministerieele commissie, die zich
het vraagstuk van de jeugdwerkloosheid in
wijden omvang zal aantrekken. De minister
van sociale zaken, prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine, als voorzitter, heeft bij die gele
genheid de commissie geïnstalleerd en daar
bij een rede gehouden.
Hij begon met de opmerking, dat een ern
stig misverstand moet worden voorkomen,
als zou n.1. thans de intense bemoeienis met
de jeugdwerkloosheid beginnen. Integendeel
stelde nij er prijs op eraan te herinneren, dat
reeds jaren lang men in allerlei kringen zijn
beste krachten aan dit onderwerp heeft ge
wijd.
Bij de uitbreiding van den arbeid op dit
terrein der nog altijd nijpende werkloosheid
en de groote moreele belangen, die hier op
het spel staan, heeft spreker gemeend goed
te doen, het initiatief te nemen tot de vor
ming van een kring, die allen zou omvatten,
thans op dit terrein werkzaamdie zou kun
nen profiteeren van velerlei ervaring; die
nieuwe wegen zou kunnen zoeken en die in
een aantal sub-commissies verdeeld, telkens
een onderdeel van het geheel theoretisch
maar vooral ook practiscn, zou kunnen be
handelen.
Dat het probleem der jeugdwerkloosheid
ernstig is, weten wij sinds lang. De oplos
sing van dit vraagstuk, op zichzelf reeds
moeilijk genoeg, wordt sterk bemoeilijkt,
doordat er zoowel aan de hoeveelheid werk
als aan de hoeveelheid geld grenzen zijn
Het normale bedrijfsleven moet zeker niet
worden belemmerd.
Dit alles stelt de commissie voor moeilijke
vragen en zou op zichzelf tot eenig pessi
misme aanleiding kunnen geven. De erva
ring tot nog toe opgedaan, bewijst intus-
schen, dat gezamenlijk ook in donkere tijden
goed dingen kunnen worden bereikt en tel
kens nieuwe wegen kunnen worden ontdekt.
Om een kijk te geven op het werk van
jonge werkloozen, diene, dat cursussen thans
worden gehouden in 142 gemeenten; cursus
sen inzake opleiding tot dienstbode en huis
houdelijke voorlichting zijn opgezet in 22
gemeenten, tot 1 Juni van dit jaar is aan 61
gemeenten toegestaan één of meer werkob-
jecten voor jonge werkloozen ter hand te ne
men.
Het is daarbij de bedoeling van den mi
nister, dat de nu te installeeren commissie
in haar voltallige vergaderingen slechts zel
den samenkomt; het eigenlijke werk zal in
de subcommissies moeten geschieden. Voor
het oogenblik worden caarbii zes commis
sies in het oog gevat. Eén die 1 vorderen
zal, dat jonge werkkrachten in het normale
bedrijfsleven worden opgenomen; een, die
het gansche kampwerk overziet; een inzake
de cursussen voor dienstboden; een inzake
de cursussen voor vakonderwijs; een inzake
de overige vragen van werkverschaffing. In-
tusschen blijkt de behoefte telkens meer om
ook in een aparte commissie het vraagstuk
van den massa-jongen in de groote stad spe
ciaal in oogenschouw te nemen.
Na de rede van minister Slotemaker de
Bruïne heeft prof. dr. Frenckel het woord
gevoerd en den wensch uitgesproken, dat de
verwachtingen van den minister ten aanzien
van de goede resultaten in het belang der
Jeugdwerkloosheid in vervulling zouden
gaan.
Medegedeeld werd voorts, dat mr. Diepen
horst, commies bij het departement van so
ciale zaken hebben gehad, denkbeelden over
het opnemen in het bedrijfsleven van jeug
digen hebben kenbaar gemaakt. De gege
vens, waarover het departement beschikt,
zullen ter beschikking van de subcommissie
gesteld worden, die zich met dit vraagstuk
meer in het bijzonder zal bezip houden.
De commissie begon vervolgens haar
werkzaamheden.
INGEKOMEN PERSONEN.
C. van Urk, N.H., zb, Veerstraat 1, van
Heiloo. K. Honig, N.H., z.b., en echtge-
noote, v. d. Meijstraat 10, van Heiloo. J
van der Sluijs, N.H., z.ben zoon, Dahlia
straat 4, van Uithoorn. S. Davids N.H
z b., P. L. Takstraat 9, van St Pancras.
A. van Galen, N.H., dienstbode v. d. Woude
straat 13, van Katwijk A. W. Minneboo,
RK-, stoker Ned. Spoorwegen, en echtge-
noote en dochter, Bisschop Bottemanneplein
2, van Den Helder. T. Bosma, G.K., koop
man in manufacturen, Luttik-Oudorp 47, van
Bergen (N.-H.) C. Prins, echtg. van T.
Bosma, geen, Luttik-Oudorp 47, van Zijpe
(N.-H.) K. C Bakker, N.H., leerares licha
melijke opvoeding en heilgymnastiek, Coster-
straat 35, van Haarlem. J M. Broersz,
echtg. van M. Bart, N.H., Bisschop Botte-
mannestraat 35, van Hoorn. C. Ven-nik,
geen, caféhouder, en echtgenoote, D.G., en
dochter, geen, Nieuwesioot 59, van Amster
dam. B. Huisman, H.A., huishoudster,
Uitenboschstraat 91, van Purmerend. J.
Kramer, G.K., z.b., en echtgenoote, N.H.,
Bisschop Bottemannestraat 28, van Rotter
dam. J. de Groot, R.K., dienstbode.
Schoutenstraat 4, van Heiloo. H. Pette,
N.H., z.b., Kruislaan 14, van Wormerveer.
A. Lammers, echtg. van H. Pette, geen,
Kruislaan 14, van Bloemendaal. T. Hof,
R.K., machinist Ned. Spoorwegen, en echtg
Bisschop Bottemanneplein 1, van Den
Helder. H. W. Eggers, N.H., z.b., Kruis
laan 14, van 's-Gravenhage. F. Frikke,
D.G., bankwerker Ned. Spoorwegen, Gees-
fersingel 7, van Nijmegen. P. Veldman,
R.K., dienstbode, v. Everdingenstraat 18, van
Ursem. E. Posthumus, N.I I., z.b., Vogelen
zang 4, van Bergen (N.-H.) T. Jaarsma,
G.K., winkelierster, Costerstraat 2, van Br.
op Langendij-k. K. Heuvel, N.H., z.b., en
echtg., Kruislaan 14, van Heerhugowaard.
B. W. Lach, N.H., z.b., en echtg., Kruislaan
14, van Castricum. W. C. Rijpma, geen,
z.b., en echtg., Kruislaan 14, van Velsen.
D. G. Grootes N.H., dienstbode, Kruislaan
14, van Bergen (N.-HJ A. J. Oosterheert,
N.H., ass. in üe huishouding, Kruislaan 14.
van Bierum. G. M. Joostema. N.H
dienstbode, Visscherslaan 25, van Schagen.
R. H. A. Renckens, R K., z.b., Schoutenstraar
4, van Hoorn. P. Kooij, N.H., z.b., Kruis
laan 14, van Heiloo. J. Beije, R.K., kapper,
Langestraat 41, van Leeuwarden. J. A.
Olckers, R.K., Laat 99, van Amsterdam.
T. de Jager, N.Hz.b., Kruislaan 14, van
Bunnik. J. de Boer, wed. P. Peereboom,
geen, dienstbode, Geestersingel 26, van
Heiloo. A. A. Idema, N.H., en echtg.
Kruislaan 14, van Amsterdam. M. Spaar
garen D.G., z.b., Ramen 2, van Heerhugo
waard. R. Kalf, R.K, huishoudster
Nieuwstraat 8a, van Amsterdam. B. Kie
viet, geen, referendaris P. T. T., en echtg. en
kinderen, Juliana van Stolberglaan 12, van
Haarlem. F. Venema, wed. van A.
Schwab, N.H., Kruislaan 14, van Amster
dam. F. T. van Hove, R.K., filiaalhouder
Oudegracht 29la, van 's-Gravenhage. M
van Delden, geen, onderwijzer, Blaeustraat 7,
van Ned. O. Indië.
VERTROKKEN PERSONEN.
H. Ch. Haufe, N.H., leerling-verpleegster,
van Wilhelminalaan 11 naar Zeist, den
Dolder. M. G. Grondsma, N.H., z.b., van
Nassauplein 22 naar Frankrijk. A. de
Beurs, N.H., los werkman, van Heiligland
10 naar Amsterdam. J. Harschei, N.I.,
z.b., van Langestraat 47 naar Amsterdam.
J. D. Dubbeld, N.H., kruidenier, en echtg.,
N.H., en dochter, geen, van Oudegracht 2
naar Oudorp. D. de Kamps, geen, kok,
van Langestraat 55 naar Amsterdam. W.
H. ten Cate, R.K., z.b., van Hulststraat 14
naar Wognum. J. Hensen, N.H., meubel
maker, en echtg., van Kennemerstraatweg 187
naar Deventer. M. M. Thiadens, R.K., on
derwijzeres, van Oudegracht 219 naar Onst-
wedde, Stadskanaal. A. M. Wernecke,
geen, z.b., van Zocherstraat 53 naar Am
sterdam. E. P. M. Wentink, R.K., lood
gieter, van Stationstraat 60 naar Den Helder.
M. Hartog, N.H., z.b., van Scharloo 18
naar Nieuwe-bliedorp. A. J. Klompmaker,
N.H., expediteur, van C. W. Bruinvisstraat
13 naar Broek op Langendijk. F. B. de
Swart, N.H., gérant, van Geestersingel 55
naar Egmond aan Zee. D. Wiepjis, geen,
z.b., en echtgenoote, G.K., van Stationsweg
90a naar Voorschoten. J F. Beijerinck,
geen, adj.-directeur strafgevangenis, en echt
genoote en dochter, van Geestersin-gel 14 n.
Haarlem. J. K. Reuijl, N.H., dienstbode,
van Hekelstraat 30 naar Rotterdam. H.
Schreuder, E.L., z.b., van Groenelaanb'e 9
naar Eelde. A. M. Boon, geen, z.b.. van
Cabeljaustraat 13a naar Bergen (N.-H.)
C. Best, N.H., kunstmesthandelaar, en echt
genoote en zoon, van Stationsweg 116 naar
Bergen (N. H.) H. T. Werksma, geen,
scheepsbouwer, en echtgenoote en kinderen,
van Druivenlaan 11 naar Den Helder. J.
Ezendam, geen, kellner, van Nieuwesioot 49
naar Almelo. B. C. Scholten, N.H., brug-
knecht, en echtgenoote en kinderen, van
Noorderkade 2 naar Velsen. M. Volkers,
R.K., dienstbode, van v. Everdingenstraat 18
naar Harenkarspel, Waarland. A. Pet,
z.b., van Nic. Beetskade 4 naar Haarlem.
C. A. Pronk, R.K., z.b., van Nassauplein 19
naar Heiloo. G. Veen, D.G., dienstbode,
van K. van 't Veerstraat 58 naar Enschede.
Door de „Vereeniging van Broerderijen
en Pluimveefokbedrijven in Nederland''
werd het volgende verzoek aan den
M'nister A-an Economische zaken ge
richt.
„Uit het „Crisi6-diermeelbeslu:t 1935
1" is ons gebleken, dat er naar zal
worden gestreefd een maximum ven 5
miïlioen K G. maget melkpoeder voor
het varkens- en pluimveevoeder te be
stemmen, terwijl dit bevorderd wordt
door een reeds ingevoerde heffing op het
ingevoerde visch- en diermeel.
Het heeft ons getroffen, dat men in
bepaalde kringen meent te mogen aan
nemen, dat in het pluimveevoeder een
zelfde hoeveelheid visch- en diermeel
eenvoudig door een gelijk kwantum
mager melkpoeder kan worden vervan
gen. Wanneer men echter het eiwit- en
vetpercentage van het dier- en visch-
meel met dat van het magere melkpoe
der vergelijkt, kan direct worden vast
gesteld, dat een eenvoudig vervangen
van een gelijk aanta' kilo's van het een-e
product door dat van .het andere niet
opgaat. Zou dit wel plaats vinden, dan
zou berekend naar het eiwitpercentage
van het magere melkpoeder tegen dat
van het visch- en diermeel het eerstge
noemde product voor den pluimveohou-
de™ niet meer dan ongeveer 4 cent de
kilo mogen kosten. Dit was de chemische
zijde van deze aangelegenheid betreft.
Bekijkt men de nog meer belangrijke
biologische zijde, dan worden wij be
paald huiverig gestemd. Nemende twee
deelen mager melknoeder tegen één deel
visch- of diermee, om ongeveer aan de-
ze'fde chemische samenstelling te kun-
nei komen, dan is het nog de vraag, of
de biologische aarde ook al dezelfde is
geworden. Zelfs is dit aan zeer gerechten
twijfel onderhevig, waarvoor wij slechts
behoeven te denken aan de uitgesproken
voorkeur welke het pluimvee voor het
dierlijk eiwit heeft. Een zekerhei 1 hier
van zal alleen door uitgebreide en zeer
nauwkeurige proefnemingen kunnen
worden vastgesteld en voor zoover ons
bekend is, zijn deze proeven nog niet
genomen, althans nog niet gepubliceerd.
Zoolang dit nog niet heeft plaats gevon
den, meenen wij, dat de belangen van de
pluimveehouderij ook vanuit een
nationaal belang bekeken te groot
zijn, om zonder meer tot een verwisse
ling van een zeker percentage visch- en
diermeel tegen mager melkpoeder te
mogen overgaan.
Volkomen zijn wij er van doordron
gen, dat de positie van onze melkvee
houderij een zeer moeilijke is en betreu
ren dit in hooge mate. Echter meenen
wij ook, dat dit allerminst een reden
mag zijn, om een deel dezer moeilijk
heden af te wentelen op de eveneens in
moeilijkheden verkeerende pluimvee
houderij, te meer niet, omdat deze laat
ste grootendeels wordt beoefend door
den kleinen boer, wiens economisch
weerstandsvermogen toch al zoo ernstig
heeft geleden, zoodat het niet verant
woord mag worden geacht, dit aan nog
meer risico bloot te stellen en (of) aan
te tasten.
Eerbieding verzoeken wij Uwe Excel
lentie thans dan ook, deze aangelegen
heid, welke vermoedelijk nog niet van
uit den hiervoren aangeduiden gezichts
hoek werd bekeken, opnieuw onder
oogen te zien.
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan dr.
te Hennepe, Diergaardesingel 96a te Rotter
dam. Postzegel voor antwoord insluiten en
blad vermelden.
Het voeren der kuikens.
Het laten vasten gedurende de eerste
dagen is veranderd.
Het crisis-diermeelbesluit.
Vorige keer gaf ik eenige punten omtrent
de hygiënische maatregelen tijdens het op
fokken der kuikens. We kunnen bij kuikens
niet voorzichtig genoeg zijn er voor te zor
gen, dat het strooisel zuiver is, de drinkbak
ken goed rein en er geen verontreiniging van
het voer en drinkwater plaats heeft.
Er zijn talrijke fabrikaten van opfokvoer
in den handel en voor zoover deze berusten
op uitvoerige proeven, kan men ze gerust ge
bruiken,, doch men moet zich dan ook aan de
gebruiksaanwijzing van den fabrikant hou
den. Zooals gezegd, ik ben absoluut geen
voorstander van verschillende soorten op
fokvoer al naar den leeftijd der kuikens, dit
maak het opfokken onnoodig omslachtig en
vaak ook duurder. Over het algemeen berus
ten deze methodes nog op verouderde begrip
pen omtrent de eiwitbehoefte van groeiende
kuikens, evenals het voorschrift de kuikens
gedurende de eerste 2 maal 24 uren niet te
voeren. Dit werd vroeger voorgeschreven,
omdat men dacht, dat het kuiken eerst den
dooier, die in de buikholte getrokken wordt
tegen den 19den dag, opgeteerd moest heb
ben. Gebleken is, dat deze theorie geheel on
juist is en dat integendeel een gezond kuiken
dat eetlust heeft veel beter direct, als het
droog en uitgerust is, wat voer kan krijgen
dan dat het nog een aantal uren vasten moet
De dooier, die gedurende het broedproces niet
of zeer weinig voor den opbouw van het kui
kenlichaam gebruikt wordt, wordt dan ook
niet veel kleiner tijdens het broeden, terwiji
het eiwit bijna geheel uit het ei verdwijnt. De
dooier ligt dan ook op den 18den dag nog ter
groote van een kastanje tegen het kuiken aan
en wordt nu door een inwendig proces door
den naval in de buikholte vna het kuiken ge
trokken. Zoodra de ooier daar is, begint hij
snel te verkleinen en een massa bloedvaatjes
zuigen de dooiersubstantie op en brengen
haar in den bloedtroom van het kuiken. Bij
een gezond kuiken is de geheele dooier na
ongeveer een week op een speldeknop na ver
dwenen. oZodra het kuiken wat mankeer?,
loopt het met deze dooier-resorptie geheel
mis en blijft de dooier als een zeer slappe
licht verteerbare blovormige zak in de buik
holte liggen. Tijdens het broeden kunnen er
allerlei bacteriën uit de lucht der broedma
chines (vooral bij de groote broedkasten)
door de schaal van het ei naar binnen drin
gen en in den dooier terecht komen. Bij een
gezond kuiken zullen deze niet veel kwaad
doen als de dooier snel gesorbeerd wordt,
maar bij een zwak kuiken gaan deze bacte
riën welig tieren in den dooier, vormen daar
allerlei vergiften en nu wordt het kuiken als
het ware vergiftigd door de bacteriën in den
dooier. Als de kuikens dan sterven, vindt
men in alle organen en het bloed bacteriën
die anders niet gevaarlijk voor kuikens zijn,
zoaals staphylococcen (etter-bacteriën, die
altijd en overal in de lucht voorkomen),
pyocyaneus-bacillen (bacillen van de groene
etter, die veel in onrein water voorkomen) en
andere. Het is mij opgevallen, dat in de
laatste jaren dergelijke bacteriën meer in
kuikens gevonden worden dan vroeger.
Voert men de kuikens direct als ze trek
ïebben, dan voorkomt men vaak een hoop
bezwaren, want zcodra er voer in de maag en
ingewanden komt, gaan deze werken, maag
sap en darmsap, gal, enz. afgeven en daar
door ontstaat weer een sterkere bloeddoor-
strooming der buikorganen en worden inge
drongen schadelijke kiemen sneller vernie
tigd. Ook wordt daardoor de dooier sneller
geresorbeerd.
Het eigenaardige is dat kuikens met
dooiers in de buikholte en kuikens waarbij
men de dooiers direct na de geboorte opera
tief verwijderd heeft, even snel sterven na
verhongering, m.a.w. de dooier is niet in
staat gedurende de eerste 5 a 6 dagen ge
noeg voedsel te verstrekken om het kuiken
voor verhongeling te vrijwaren. Vindt men
bij kuikens van een week oud nog dooiers
ter groote van knikkers of kleine kastanjes
in de buikholte dan is dit een teeken dat de
kuikens al heel gauw na de geboorte lijden
de geworden zijn. Bij pullorumbesmetting,
die van den dooier uitgaat, kan men vaak in
den dooier de pullorum-bacillen aantoonen
en in de andere organen nog niet. Hierdoor
hebben wij een middel in de hand om bij
jonge kuikens uit te maken of de besmetting
door de broedeieren overgebracht is dan wel
na het uitkomen door de lucht in de longen
terecht is gekomen. In zulke gevallen treden
longontsteking of longversterf op.
Ziedaar dus een en ander over den dooier
en wat daarmede in verband staat van de
voedering der pasgeboren kuikentjes. Kui
kentjes van een dag oud „kunnen" een paar
dagen vasten en gedurende dien tijd in de
daarvoor bestemde doozen Verzonden wor
den, maar uit het feit dat dit „kan" mag men
niet de conclusie trekken dat dit voor de
kuikens ook beter is.
De nieuwere voedermethodes hebben dan
ook geheel met de verouderde theorie van
den dooier gebroken en met de veroudere
methode om de kuikens een paar dagen te
laten vasten. Als gij gezonde, levenskrach
tige kuikens hebt, geef ze dan gerust zoodra
ze droog zijn en lust hebben wat fijne grut
jes te pikken. Dat houdt ze aangenaam be
zig, geeft ze spierbeweging en brengt de
spijsverteringsorganen aan den gang.
En nu nog even een zeer belangrijke nieu
wigheid. Een dezer dagen is afgekondigd
het z.g. crisis-diermeelbesluit, dat op 12 Mei
in werking is getreden. Dit besluit beoogt
voor den invoer van gedroogde visch, ge
droogd vleesch en gedroogd bloed, alsmede
voor alle soorten visch-, walvisch-, dier-,
beenderen-, vleeschbeenderen-, en bloedmeel
een monopolie te vestigen.
De aanleiding tot het nemen van deze
maatregel is gelegen in de overmaat der
melkprodductie en een te veel aan magere
melkpoeder. Ondermelk en magere melkpoe
der is een zeer bruikbaar bestanddeel voor
pluimveevoeder.
Ingevoerde diermeel-, vischmeel en derge
lijke producten zullen nu 1 per 100 K.G.
duurder worden en het melkpoeder zal meer
gebruikt worden. En nu lees ik tot mijn ver
bazing in een der pluimveebladen dat men
wacht op proeven inzake het gebruik van
melkpoeder, omdat de eiwitten der melk zoo
veel verschillen van die van vischmeel en
diermeel.
Laat mij nu daaromtrent alle lezers maar
direct geruststellen. Ten eerste is er een berg
litteratuur uit alle landen der wereld al van
jaren her over proeven met melkpreparaten
bij pluimvee en ten tweede schreef ik n paar
jaar geleden reeds over de mogelijkheid dat
men meer melk zou gaan gebruiken en ried
aan om naast de kennis die we daaromtrent
hadden, eigen proeven te nemen op kuikens
en kippen. Sommige pluimvee-voederfabrika-
len namen toen dien wenk ter harte en be
gonnen onmiddellijk proeven te nemen op
eigen initiatief of in overleg met mij en thans
zijn er dan ook reeds enkele fabrikaten zoo
ver dat zij uitstekend op de hoogte zijn om
trent het percentage melkpoeder en visch
meel dat zij in hun kuikenopfokvoer kunnen
gebruiken Men mag zich dus in dezen niet
op een soort overrompeling van het crisis-
besluit beroepen om te zeggen dat men niet
weet hoeveel men mag gebruiken in zijn re
cepten. Wie dat doet bewijst dat hij ach te-
lijk is. Een flink voederfabrikant moet voort
durend proeven nemen, wie dat niet doet
begrijpt zijn tijd niet en kan niet meer mee.
Behalve het melkeiwit komen er binnen
kort weer andere stoffen aan de markt. De
wetenschap staat geen oogenblik stil en wie
alleen de pluimveevoedingsleer bestudeert
zal verbaasd staan over den enormen stroom
litteratuur die er op dat gebied verschijnt in
de wereld.
Binnen enkele weken verschijnt het nieuwe
nummer van de International Review of
Poultry Science, waarin ik een en ander over
het Congres in Berlijn 1936 vermeld, maar
tevens honderden artikelen beschrijf die er
verschenen zijn in de laatste maanden op het
gebied der pluimveewetenschap. Wie dus op
de hoogte wil zijn en voor de toekomst ge
waarborgd voor verrassingen, weet waar het
recht kan.
Dr. B. J. C. HENNEPE.
De zooveelste Pinksterkermis behoort
weder tot het verleden. Jammer? Geluk
kig? Beide meeningen hoort men ver
kondigen. Beide bevatten een kern van
waarheid. Het is er mei; als met de ker-
m.s zelf.
Kermis is romantiek. De flikkering Ier
I'.chten, de elkaar overstemmende pie
rementen, het lawaai en geroezemoes,
de hoog zwevende schommelschuitjes,
de draai- en de zweefmolen, de bijbehoo-
rende kermistypen, zij zorgen voor een
sfeer van romantiek en van jolijt en
uitbundige vreugde.
Kermis is ook tragiek. Hoe zwaar is
voor vele kermis-exploitanten de strijd
om het bestaan, altijd en nu rooral.
Hoeveel ellende wordt er geleden achter
de uiterlijke opgewektheid, waarmede
de kermisgangers geanimeerd worden?
Wat is er tragischer denkbaar dan de
clown, die zijn grappen en grollen moet
verkoopen voor een slecht gevulde tent
en met de angst om het bestaan in zijn
hart?
De kermisexploitanten hopen, dat de
kermis zal blijven. Het is nu eenmaal
hun broodwinning. Vele Egmonders
denken er evenzoo over. Van ouds ie de
Pinksterkermis hun dorpsfeest, waar
voor zij lang tevoren sparen en des
noods aan de wal blijven, tenminste in
den goeden tijd. Veel van zijn glorie
heeft het feest thans voor velen verlo
ren, die altijd aan den wal zijn en de
armoede op zulke feestdagen weder
schrijnender voelen. Veel zakenmen-
schen zullen de kermis ook noode mis
sen. Kermis brengt vertier in het dorp
en er wordt tegenwoordig zoo weinig
verdiend, dat dit vertier wel zeer wel
kom is.
Toch gelooven wij dat de kermis gaat
veidwijnen. Tegenover de voorstanders
staan de tegenstanders. De pensionhou
ders meenen er gasten door te missen.
De ernstigen ergeren zich aan de brood
dronkenheid. Anderen zien er een ont
heiliging van het Pinksterfeest in. En
wie zijn oor te luisteren legt weet dat
in den nieuwen gemeenteraad een ster
ke strooming bestaat om tot afschaffing
te komen. Het toch al twijfelachtige ar
gument, dat de gemeente de inkomsten
van de staanplaatsen derft, heeft veel
van zijn waarde verloren nu de pacht,
die wel 1100 bedroeg, tot de helft is
verminderd. En och, wat beteekent in
den tegenwoordigen tijd, nu er zulke
zware eischen aan de gemeentekas ge
steld worden, een paar honderd gulden?
Hoe het zij, al is de kermis dit jaar
vrij ordelijk verloopen, wij gelooven, dat
het de laatste Pinksterkermis geweest
is. Veel is er zeker ook niet verdiend. Er
is geen geld en daarbij trad, vooral op
den 2den dag, ook het weer nog al6
spelbreker op. De zweefmolen had op de
beste uren met motorpech te kampen!
De schommelschuitjes werden nog tij
dens de kermis al afgebroken. Geen geld,
geen animo? Een dansgelegenheid werd
den laatsten avond gesloten. Het was af
en toe bepaald stil op de kermis. De
bioscoop, die o.a. de mooie Hollandsche
films: Op Hoop van Zegen, Het meisje
met de blauwe hoek en Dood Water ver
toonde, had geen reden tot klagen. Maar
\erder was het, volgens onzen indruk,
voor de meesten de dood in den pot.
Een mooie gelegenheid om tot afschaf
fing over te gaan?
Hier doet zich een eigenaardig feit voor
bij de gemeenteraadsverkiezingen. De heer
Jb. Weel, die op no. 4 van de r.k. lijst stond,
werd met voorkeurstemmen verkozen ver
klaard. Thans blijkt het, dat dit feitelijk vol
gens de reglementen van de r.k. kiesveree-
niging niet mogelijk is en nu zal de heer Weel
volgens dit reglement moeten bedanken. Of
hij het zal doen, is nog niet bekend.
Aantal sollicitanten.
Voor de betrekking van mandencontro
leur en marktknecht aan de Coöp. Marktver-
eeniging alhier, op een salaris van 700 per
jaar, hebben zich niet minder dan 50 sollici
tanten aangemeld.
De aardappeiaanvoer.
De aanvoer van vroege aardappelen be
gint nu zeer snel toe te nemen. De prijzen
zijn reeds zoover gedaald, dat pas bij een
flink beschot een eenigszins behoorlijk ren
dement kan worden gemaakt.
Bij de meesten zijn de teeltvooruitzichten
echter zeer ongunstig; naar schatting onge
veer de helft van een normale opbrengst.
Verplaats,ng P. T. T.-kantoor.
Met ingang van 15 dezer zal te Heerhu-
gowaard-Zuid het hulppost-, telegraaf- en
telefoonkantoor verplaatst worden naar een
perceel, gelegen aan den Middenweg, tegen
over het tegenwoordige hulpkantoor.
Als kantoorhouder zal met ingang van
genoemden datum optreden de heer Franzen.
Ziet gij muggen, lang van poot,
Aarzelt met, maar slaat ze dood.
15. Maar de bezemmannetjes waren niet van giste-
ren. T ono-olnt hpn hprpilftp xxrivxfnr» i-L-,
ren. Zoodra Langelot hen bereikte, wipten ze de
hoogte in en zochten een schuilplaats op de takken
van de boomen. Dan lieten ze zich langs de takken
naar den put glijden en haalden weer nieuwen voor
raad water.
16 Zoo ging het door tot grootmoeder thuis kwam.
Jullie zult wel begrijpen dat die schrok, toen ze haar
heele huisje vol water zag staan. Ze begreep onmid
dellijk wat er gebeurd was. Ze schreeuwde de toover-
spreuk in omgekeerde volgorde CROCODILLUS TI-
GER LEO, en op hetzelfde oogenblik stond er weer
één bezemmannetje.