Bezuinigings-ontwerp door de Kamerleden
scherp becritiseerd.
KING
De richtlijnen aangegeven.
Verlanglijstje betreffende regeeringsbeleid.
EEN WACHTER
VOOR UW MOND
ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 14 JUN11035
awiere'puiiten, dan waarop die üians worït
Bepleiting van constructieve, actieve welvaartspolitiek.
Algemeene beschouwingen.
Tijdstip van indiening.
Plaats van het ontwerp in het
regeeringsbeleid.
Naar een constructieve, actieve
welvaartspolitiek.
De aanval op den gulden.
Verlaging van salarissen en
pensioenen.
Kweekelingen met acte.
Het capitulantenstelsel.
Andere middelen tot herstel.
Het ontbreken van bepalingen
omtrent cumulatie.
aan-
Binnentand
Concentratie van leiding met een zoo groot
mogelijke decentralisatie van uitvoering
Onmisbare maatregelen.
Stelt bij het kiezen Uwer
versnaperingen een wachter
voor Uw mond. Laat alleen
datgene Uw lippen passeren,
hetwelk
volkomen zuiver
en van onvervalste
kwaliteit is... dus:
PEPERMUNT
TONNEMA C'E SNEEK
DE DUBBELE MOORD TE LOCHEM.
De dader niet normaal.
HET VOORZITTERSCHAP VAN HET
WERKFONDS.
HET ONGEUK MET DE ZEILBOOT
OP DEN BERGSCHEN PLAS.
BRAND TE OSS.
Het houdt niet op.
KEURINGSDIENST VAN WAREN.
Minder controle.
Algemeen was men van oordeel,
dat in de tegenwoordige omstandig
heden een saneering van 's rijks fi
nanciën dringend noodzakelijk is.
Waren verscheidene leden van
meening, dat de vereischte sanee
ring mede zal moeten worden ge
vonden door een verhooging van
's Lands inkomsten op welk
denkbeeld zij zich voorstelden na
der terug te komen, algemeen
was men de zienswijze toegedaan,
dat voor de bereiking van het ge
stelde doel verlaging van de open
bare uitgaven niet kan worden ge
mist.
Intusschen was men niet blind voor de
omstandigheid, dat verschil van inzicht met
betrekking tot de objecten van Overheids
zorg, waarop bezuinigd kan en moet worden,
niet is te vermijden.
Was het op dezen grond, dat men consta
teerde, dat de onafwijsbare bezuinigings-
arbeid niet zal kunnen slagen, wanneer niet
ieder, die daarbij betrokken is op zijn beurt
iets en zoo noodig veel prijs geeft wat
hem bijzonder dierbaar is, men achtte aan
dezen eisch van offervaardigheid de conse
quentie verbonden, dat het bezuinigings-
vraagstuk wordt geplaatst in het breede ka
der van het regeeringsbeleid in zijn geheel.
Hij, van wien een offer gevraagd wordt,
heeft er recht op, dat hem duidelijk voor
oogen wordt gesteld, tot welk doel dat offer
dienen zal.
Vele leden laakten de late indiening van
het ontwerp, dat reeds zoo langen tijd gele
den werd aangekondigd.
Verscheidene dezer leden konden niet ont
komen aan den indruk, dat een belangrijk
deel van de ondervonden vertraging een ge
volg is van de omstandigheid, dat de re-
geejing het ontwerf niet betrekkelijk kort
vóór de jongste Statenverkiezingen heeft wil
len indienen.
Andere leden, die overtuigd waren, dat de
indiening niet met opzet eerst na de Staten
verkiezingen heeft plaats gehad, zouden het
juister geacht hebben, dat alles was gedaan
om ook den schijn daarvan te vermijden.
Bij hun beschouwingen over het beleid der
regeering stelden verscheidene leden voorop,
dat het, voorzoover de huidige economische
en financieele toestand van ons land
welken zij in de Mem. van Toelichting in
hoofdzaak juist geteekend achtten het
gevolg is van de wereldcrisis, uiteraard
dwaasheid zou zijn, de regeering met eenige
schuld te willen belasten. Die crisis en haar
funeste werking op een land van Neder-
land's positie onttrekken zich aan haar
macht. Wel echter mag naar de meening
dezer lieden de vraag gesteld worden, of het
Nederlandsche volk door de wereldcrisis en
haar gevolgen niet zwaarder gedrukt is dan
het geval geweest zou zijn, indien door de
regeering een ander beleid gevoerd ware
dan thans is geschied. Deze vraag beant
woordden zij met volle overtuiging bevesti
gend.
Eenzijdig aldus de hierbedoelde leden
was de gevolgde aanpassingspolitiek, wijl
zij de vaste lasten, welke op de volksmassa
drukken voor het grootste deel onaangetast
liet.
Gezien de slechte resultaten, waartoe deze
eenzijdige aanpassingspolitiek tot dusver
heeft geleid, kan het naar het oordeel der
hier aan het woord zijnde leden niet dan
verwondering baren, dat de regeering haar
blijkens dit wetsontwerp in versterkte mate
wenscht voort te zetten. Opnieuw doet zij
een aanslag op het levenspeil der groote
massa.
Een positieve crisispolitiek werd door deze
leden aanbevolen. Deze politiek vermindert
de werkloosheidsuitgaven, vermeerdert de
koopkracht der volksmassa, verhoogt de al
gemeene bedrijvigheid en levert daardoor
ook voor de financiën van het Rijk, provin
ciën en gemeenten gunstige uitkomsten.
Verscheidene andere leden stelden bij hun
beoordeeling van het beleid der regeering
voorop, dat het kenmerkende van dat beleid
daarin gelegen is dat het allereerst gericht
is op het budgetaire evenwicht, de sluitende
begrooting; dat het eenzijdig is ingesteld op
de Staatshuishouding. Niet valt te ontken
nen aldus deze leden dat in de Memo
rie van Toelichting op enkele plaatsen het
verband wordt gelegd tusschen de Staats
huishouding en de volkshuishouding.
De leden hier aan het woord, achtten het
weinig nuttig, op dit oogenblik tot de regee
ring verwijten te richten over de politiek,
welke zij in het verleden heeft gevoerd,
welke politiek trouwens verschillende ele
menten bevatte, welke hun instemming
hadden.
Zij meenden echter wel nadrukkelijk als
hun oordeel te kennen te moeten geven, dat
het hun als een belangrijke fout voorkomt,
dat ook thans nog bij de overwegingen,
welke het regeeringsbeleid bepalen, de staats
huishouding de eerste plaats inneemt. Men
blijft steeds achter het evenwicht aanloopen
Het regeeringsbeleid wordt een registratie-
politiek; registratie van de tekorten, welke
door offers van het volk moeten worden ge
dekt. Wil men in zulk een politiek niet ver
vallen dan zal men den geschetsten fatalen
kringloop aan de zijde der volkshuishouding
moeten doorbreken; dan zal men onder er
kenning, dat die huishouding primair is, het
economisch leven moeten stimuleeren en al
dus komen tot een constructieve, actieve wel
vaartspolitiek.
Niet zonder bezorgdheid hadden de hier
bedoelde leden zich afgevraagd, of de voor
het inslaan van deze nieuwe richting ver
eischte homogene geestesgesteldheid wel bij
het kabinet aanwezig is. In de' Eerste Kamer
heeft de leider van het kabinet verklaard, dat
dit „solidair" is. Werd hiermede iets anders
bedoeld dan homogeen"?
Dat het aanvankelijk bestaande voornemen
om maatregelen tot verlaging van de vaste
lasten in het ontwerp op te nemen, is prijs
gegeven, betreuren ook de hier bedoelde
leden in hooge mate.
Een derzelfde leden sprak als zijn meening
uit, dat met erkenning van de beteekenis van
verdere industrialisatie toch steeds moet
worden bedacht, dat Nederland nog altijd
voor 2/3 landbouwstaat is. Het beginsel van
den landbouwsteun zal moeten worden ge
handhaafd.
Tenslotte .gaven enkele der hierbedoelde
leden als hun meening te kennen, dat de de-
flatiepolitiek, welke ae tegeering voert, een
veel te trage aanpassing vormt en het ge
stelde doel nimmer geheel tot verwezen
lijking zal kunnen brengen. Naar hun oor
deel zal aan devaluatie niet zijn te ontkomen.
Daarmede worde dan echter ook niet langer
gewacht.
Sommige leden meenden hun beschou
wingen over het beleid der regeering te moe
ten aanvangen met er op te wijzen, dat dit
beleid moet worden bezien in het licht van
de harde waarheid, dat de algemeene econo
mische toestand voor ons land noodwendig
achteruitgang met zich brengt.
Ook deze leden keurden niet al hetgeen de
regeering in de afgeloopen jaren deed, goed
En ook bij hen bestond tegen meer dan één
.onderdeel van dit onderwerp bedenking. Zij
waren echter diep overtuigd van de nood
zakelijkheid, de regeering zooveel als moge
lijk te steunen.
Intusschen betreurden ook deze leden, dat
van een algemeene vermindering der vaste
lasten tot dusver geen sprake was.
Is het vraagstuk der vaste lasten het eer
ste probleem, dat de hier aan het woord zijn
de leden door de regeering krachtig wilden
zien aangevat, als tweede punt, waarop naar
hun meening alle krachten behooren te wor
den ingespannen, noemde zij de bestrijding
der werkloosheid.
Naar het oordeel der hierbedoelde leden
zal voorshands het verleenen van steun aan
verschillende takken van volksbestaan niet
kunnen worden nagelaten. De hierbedoelde
steun zal zich ook dienen uit te breiden tot
de groote Nederlandsche zeehavens Rotter
dam en Amsterdam, die door de gevolgen
van de wereldcrisis en de uiterst scherpe
concurrentie ten zeerste hebben geleden.
Wat het vraagstuk der devaluatie betreft
merkten deze leden op, dat dit van zeer ver
strekkende beteekenis en uiterst moeilijk is,
al wordt daarover door velen met onmisken
baar gemak gesproken. Zij konden de deva
luatie als vrijwillig toegepast redmiddel
niet aanvaarden. Naar hun meening zal
daartoe niet moeten worden overgegaan,
zoolang niet de loop der gebeurtenissen op
monetair gebied het onmogelijk maakt den
tegenstand tegen dezen maatregel vol te
houden.
Eenige andere leden stelden in dit ver
band nog de vraag of de regeering bij voort
during 'bedacht is op de handhaving aan de
voor de doorvoering van haar monetaire po
litiek benoodigde goudpositie. Bij den vori-
gen aanval op den gulden zijn wederom 100
millioen aan goud uit ons land verdwenen.
Op deze wijze zal men toch niet kunnen
voortgaan.
Is het juist vroegen dezelfde leden
dat de aanval op den gulden die thans we
derom in Londen is gepleegd en die zooge
naamd uit Parijs wordt gevoerd, in werke
lijkheid door eenige te Amsterdam gevestig
de banken is opgezet? En is de regeering
niet voornemens tegen hen, die in of van uit
ons land een zoodanige actie ondernemen of
begunstigen, strenge maatregelen te ne
men?
Andere leden meenen, dat een groot deel
van de gevoerde critiek voorkomt uit de op
vatting, dat verlaging van het loonpeil niet
noodig zou zijn, indien de regeering slechts
andere wege zou willlen bewandelen. Dit nu
is naar de meening der hierbedoelde leden
geheel onjuist.
Bij verscheidene leden bestond ernstig be
zwaar tegen de verlaging van de salarissen
der Rijksambtenaren met een bedrag van 10
millioen gulden. Zij noemden die verlaging
een nieuwen aanslag op den welstand van
het overheidspersoneel na de vele, die daar
op reeds zijn gepleegd. Van dat personeel
werd reeds geëischt in totaal een bedrag
van 65.5 millioen.
Van dit bedrag moet dan nog 5 millioen
worden afgetrokken in verband met de tech
nische herziening in 1928, zoodat als totale
verlaging overblijft een bedrag van 60.5
millioen.
Komen de thans voorgestelde besparingen
tot stand, dan zal het overheidspersoneel,
voor zoover uit 's Rijks kas bezoldigd, se-
80 millioen hebben geofferd
dert 1923 ruim
Ongetwijfeld zal de regeering
an op
nieuw de provinciën en gemeenten noodza
ken het voorbeeld van het Rijk te volgen.
Naar het oordeel der hier aan het woord
zijnde leden laat het huidige peil der sala
rissen voor de groote massa der ambtenaren
nieuwe offers niet meer toe. Zeer groote
groepen van het overheidspersoneel zijn
reeds tot een armoedig bestaan gezonken.
Verscheidene leden, die bij een vorige ge
legenheid te kennen gaven, dat zij tegen een
korting op eenmaal toegekende pensioenen
principieel bezwaar hadden, verklaarden ook
thans over dat bezwaar niet te kunnen heen
stappen.
Verscheidene andere leden, die dit princi-
pieele bezwaar niet deelden, achtten, nu de
omstandigheden zoodanig zijn gewijzigd,
dat ernstige bezuining plicht is, een korting
op de pensioenen, welke r.aar vroegere hoo-
gere grondslagen zijn berekend, niet onge
rechtvaardigd.
Weder andere leden, die tegen de korting
op de Indische pensioenen wél bezwaar had
den gmaakt, meenden in verband met de
'buitengewone omstandigheden, waarin wij
op dit oogenblik verkeeren, zich. tegen de
thans voorgenomen korting niet te mogen
verzetten.
Een ernstig bezwaar tegen de in uitzicht
gestelde regeling met betrekking tot de pen-
sionneering van wachtgelders achtten ver
scheidene leden daarin gelegen, dat tal van
ambtenaren, teneinde de regeering tegemoet
te komen bij de noodzakelijke personeelsver
mindering, vrijwillig zijn afgevloeid, in de
zekerheid, dat hun een wachtgeld was ge
waarborgd.
Een andere maatregel, welke vele leden
reeds thans, bij de algemeene beschouwingen,
als voor hun onaannemelijk meenden te moe
ten aanduiden, is de vervanging van onder
wijzers door zgn. kweekelingen met acte.
Verscheidene leden deelden de opvatting,
dat ook met handhaving van de tegenwoor-
voorgesteld.
Met den voornaamsten bezuinigingsmaat
regel, welke in dit opzicht is voorgesteld, de
invoering van het capitulantenstelsel, konden
de hierbedoelde leden zich in geenen deele
vereenigen.
Intusschen wenschten verscheidene der
leden, die hierboven aan het woord waren,
zich niet te bepalen tot het aanwijzen van de
bezuinigingen, welke zij niet zouden kunnen
aanvaarden. Zij waren ook bereid andere
middelen aan te geven, welke naar hun mee
ning zouden kunnen worden aangegeven om
ze mede tot herstel van het financieel even
wicht te doen strekken.
O.a. noemden zij een vermindering op
groote schaal van het aantal gemeenten;
voorts een verandering in het muntwezen,
bestaande in de vervanging van den zilveren
door een nikkelen munt
Voorts gaven deze leden als hun oordeel te
kennen, dat op het gebied der belastingen
nog het een en ander is te doen, dat tot her
stel van het budgetair evenwicht kan leiden.
Ook vroegen deze leden nog aandacht
voor de mogelijkheid een bijzondere regeling
te treffen met betrekking tot de salarissen
van de kloosterlingen-onderwijzer, gelijk in
meer dan één overwegend katholiek land is
geschied.
Tegen de in de boven weergegeven be
schouwingen aangewezen middelen tot her
stel van het begrootingsevenwicht werd in
menig opzicht bezwaar geopperd. Daarbij
werd, voorzoover de voornaamste dier mid
delen betreft, een nadere uiteenzetting van de
daartegen gevoelde bedenkingen gegeven.
Met verwondering hadden verscheidene
leden geconstateerd, dat de regeering tot dus
ver heeft nagelaten een regeling betreffende
de curmilatie van inkomens uit Overheids
kassen tot stand te brengen.
Zij drongen ei op aan, dat een regeling
van dezen aard thans spoedig bij de Kamer
zal worden aanhangig gemaakt
Andere leden sioten zich bij dezen
drang aan.
De leden, die een constructieve actieve wel
vaartspolitiek bepleitten, gaven hun gedach
ten omtrent een zoodanige politiek nader uit
werkend, in het volle bewustzijn dat daar
mede voorshands niet meer dan de richting
wordt aangeduid, een schema van de eischen
waaraan naar hun meening het regeerings
beleid behoort te voldoen.
De Overheid zal zich bij haar beleid niet
langer mogen beperken tot pogingen om
dreigende gevaren af te wenden, doch zal
een positieve welvaartspolitiek moeten voe
ren.
Die politiek zal gericht moeten zijn op
verhooging van de totale koopkracht van ons
volk en op de vermindering van de werkloos
heid.
Niet alleen behooren de bestaande bron
nen van volksbestaan in stand te worden ge
houden, doch daarnaast dienen nieuwe ie
worden aangeboord.
Voor ons land met zijn betrekkelijke ar
moede aan grondstoffen, zijn dichte bevol
king en in verband daarmede zijn groote be
hoefte aan voedingsmiddelen voor mensch
en dier, blijft de uitvoer van agrarische en
industrieele producten van groot belang.
Daarom dient die uitvoer door de Overheid te
worden bevorderd.
2. Voorzoover de Nederlandsche bedrijven
met internationale trusts en kartels in aan
raking komen, moet hun positie door de
regeering krachtdadig worden gesteund, op
dat bij de verdeeling van de afzetgebieden
voor hen een behoorlijk aandeel verzekerd
worde.
3. de regeling der exportcredietgarantics
moet dusdanig gewijzigd worden, dat de
Nederlandsche producten op de wereldmark
ten niet bij vreemde producten achter komen
te staan.
4. Zoolang de productiekosten hier te
lande tengevolge van de monetaire en sociale
politiek- van andere landen het concurrentie
vermogen van onze exportbedrijven verlam
men, behooren in daarvoor in aanmerking
komende gevallen, in het bijzonder als daar
door nieuwe afzetgebieden kunnen worden
verkregen, exporttoeslagen te worden ver
leend. De gelden van het Werkfonds dienen
mede aan dat doel dienstbaar te worden ge
maakt.
5. De handelsbeweging tusschen de ver
schillende gebiedsdeelen van het Rijk dient
krachtig te worden gestimuleerd. De contin-
feerings- en tariefpolitiek van Nederland en
ndië dient met het oog daarop te worden
herzien. Op geregelde tijden moeten confe
renties worden gehouden, teneinde de ge
meenschappelijke economische belangen van
Nederland en Indië te bespreken en maat
regelen tot versterking van beider handels
politieke positie te treffen. Intusschen zal,
doordat alle landen der wereld streven naar
nationale zelfvoorziening en Nederland on
machtig is daarin verandering te brengen,
het Nederlandsche bedrijfsleven steeds meer
aangewezen zijn op de markt in het eigen
land en de gebiedsdeelen overzee.
Mede daarom is behoud en uitbreiding van
den industrieelen arbeid in ons land een
eisch van de eerste orde. Verhooging van de
koopkracht der industrieele bevolking, welke
in de jaren na den oorlog sterk in beteekenis
is toegenomen, is niet alleen voor die groep,
doch ook voor het agrarische volksdeel en
voor den handeldrijvenden middenstand een
levensbelang. Ter bevordering daarvan zijn
de volgende maatregelen onmisbaar.
1. Vaststelling van een tarief van invoer
rechten, dat aan de Nederlandsche bedrijven
ongeveer dezelfde bescherming biedt als dai
van andere West-Europeesche landen aan de
hunne, met vervanging op zoo ruim moge
lijke schaal van waarderechten door speci
fieke rechten. Vele der, als tijdelijk bedoelde,
contingenteeringen, welke een verstarrenden
invloed uitoefenen op den handel, zullen
daardoor kunnen vervallen. Het instituut
der contingenteering zal dan in hoofdzaak
nog nuttig werkzaam kunnen zijn tot afweer
van concurrentie uit de nieuwe exportlanden
als Rusland en Japan.
2e Handhaving en verbetering van het
vakonderwijs, teneinde de hooge kwaliteit
van den Nederlandschen arbeid niet alleen te
behouden, doch dien ook nog op te voeren.
3. Bevordering van het opsporen van in
dustrieele projecten door de oprichting van
economische technologische instituten en in
het algemeen door het stimuleeren van de
samenwerking van wetenschap en bedrijfs
leiders.
4. Verleening van steun aan de oprichting
van regionale industriebanken met als sluit
stuk de stichting van een centrale bank voor
crediet op langen termijn.
5. Het oefenen van aandrang op de parti
culiere banken tot verlaging van de hooge
kosten van het crediet en tot het in ruimere
mate verleenen van financieringsfaciliteiten.
6. Het verplicht stellen van het gebruik
van het Nederlandsche product door de or
ganen van de overheid en door instellingen,
welke van de overheid afhankelijk zijn.
Bijzondere aandacht zal voorts moeten
worden gewijd aan de instandhouding van
onze positie als scheepvaartnatie.
Gezorgd zal moeten worden voor uitbrei
ding van de bebouwbare oppervlakte door
verdere inpoldering, ontwatering, vervening
en ontginning.
Het vreemdelingenverkeer zal volgens
nieuwe methoden moeten worden bevorderd,
waarbij men zich door de voorbeelden van
Italië en Zwitserland kan laten leiden.
De organen der Overheid, die zich met de
economische problemen bezig houden, dienen
zich geheel los te maken van bureaucratische
opvattingen. Zij moeten bezield zijn van de
gedachte, dat de welvaart moet worden ver
dedigd, maar meer nog constructief bevor
derd. Steun moet woraen geboden niet eerst
en alleen wanneer het water aan de lippen
staat en een bedrijf met verliezen werkt, doch
ook aan nog rendabele bedrijven. Tusschen de
organen der Overheid en die van het maat
schappelijk leven moet een nauwe en op ver
trouwen gefundeerde samenwerking tot stand
komen.
De werkwijze van het Werkfonds dient zoo
danig te worden herzien, dat deskundige op
sporing van werkobiecten gepaard gaat met
de snelheid van beslissing.
De samenwerking van bedrijfsgenooten
moet krachtig worden bevorderd. Zij, die zich
daarbij onwillig toonen, behooren tot rede te
worden gebracht.
Door het stellen van wettelijke eischen
voor de vestiging van nieuwe bedrijven, in het
bijzonder door buitenlanders, dient er tegen
te worden gewaakt, dat een bestaande over
productie noodeloos wordt vergroot.
Na dit schema te hebben ontwikkeld brach
ten de hier aan het woord zijnde leden nog
de werkwijze ter sprake, welke de Regeering
naar hun meening zou hebben te volgen,
wanneer zij haar arbeid scherp op het stimu-
Het beste dageRjkse middel
ter opwekking en verkwikking
leeren van de volkshuishouding zou instellen.
Concentratie van leiding met een zoo groot
mogelijke decentralisatie van uitvoering
achtten zij daartoe den aangewezen weg. Om
de noodige concentratie van leiding te be
reiken zouden de Voorzitter van den Mi
nisterraad en de Minister van Economische
Zaken van de gewone departementale zorgen
moeten worden ontlast.
Aangaande de gistermorgen vroeg te
L^chem gepleegde dubbele kindermoord
kan nog nader worden gemeld, dat het
parket uit Zutphen reeds vroeg aanwe
zig was. Gistermiddag om drie uur werd
Scheepers geboeid per auto naar Zut
phen vervoerd. Er zijn reeds lang hui
selijke oneenigheden geweest Bij ieder
wekte de dader trouwens den indruk
van niet heelemaal normaal te zijn. Zijn
vrouw wilde nu scheiden, en bang zijn
de dat de kinderen aan de vrouw zou
den worden toegewezen, heeft hij ver
moedelijk zijn daad begaan.
Naar wordt vernomen, bestaat do mo
gelijkheid, dat de nieuwe minister van
economische zaken, prof. Gelissen. zich
tevens zal belasten met het voorzitter
schap van liet Werkfonds 1934.
De toestand van de beide dames, die j.1.
Maandag bij het omslaan van het zeiljacht
ternauwernood aan den dood ontsnapten,
is thans zeer wel. Een der dames vertoeft in
Eudokia, de tweede in het Diaconessenhuis.
De vrees voor levensgevaar is gelukkig ge
weken.
Gistermiddag is brand uitgebroken in de
landbouwerswoning van A. v. Grey aan den
Heeschenweg bij Óss. Het vuur greep snel
o mzich heen. De brandweer was spoedig
ter plaatse. De moeder kon de twee kinde
ren van 4 en 7 jaar met moeite redden. Het
perceel brandde tot den grond af, waarbij
een aantal kippen in d evlammen omkwamen.
Ook de inboedel en landbouwinventaris
gingen verloren. De woning was verzekerd.
Wij ontvingen het jaarverslag 1934 van
den „Keuringsdienst van Waren" te Amster
dam. Hieraan ontleenen wij het volgende:
Door de besnoeiing van het personeel van
den dienst, moest voor een ernstigen achter
uitgang op de levensmiddelenmarkt worden
gevreesd. Doch daarentegen zijn de fabri
kanten blijkbaar oe'eid, ook bij de minder
scherpe controle te voldoen aan de, door de
Warenwet gestelde, eischen.
Het aantal politieele overtredingen was in
1934 grooter dan voorgaande jaren Door
dat het hygiënisch toezicht op winkels en
markten veel minder scherp is dan vroeger,
ontsnapt nogal eens bedorven visch aan de
controle. De controle op gevogeltje, visch en
brood heeft eveneens geleden.