Bezuinigings-ontwerp door de Kamerleden scherp becritiseerd. KING De richtlijnen aangegeven. Verlanglijstje betreffende regeeringsbeleid. EEN WACHTER VOOR UW MOND ALKMAARSCHE COURANT van VRIJDAG 14 JUN11035 awiere'puiiten, dan waarop die üians worït Bepleiting van constructieve, actieve welvaartspolitiek. Algemeene beschouwingen. Tijdstip van indiening. Plaats van het ontwerp in het regeeringsbeleid. Naar een constructieve, actieve welvaartspolitiek. De aanval op den gulden. Verlaging van salarissen en pensioenen. Kweekelingen met acte. Het capitulantenstelsel. Andere middelen tot herstel. Het ontbreken van bepalingen omtrent cumulatie. aan- Binnentand Concentratie van leiding met een zoo groot mogelijke decentralisatie van uitvoering Onmisbare maatregelen. Stelt bij het kiezen Uwer versnaperingen een wachter voor Uw mond. Laat alleen datgene Uw lippen passeren, hetwelk volkomen zuiver en van onvervalste kwaliteit is... dus: PEPERMUNT TONNEMA C'E SNEEK DE DUBBELE MOORD TE LOCHEM. De dader niet normaal. HET VOORZITTERSCHAP VAN HET WERKFONDS. HET ONGEUK MET DE ZEILBOOT OP DEN BERGSCHEN PLAS. BRAND TE OSS. Het houdt niet op. KEURINGSDIENST VAN WAREN. Minder controle. Algemeen was men van oordeel, dat in de tegenwoordige omstandig heden een saneering van 's rijks fi nanciën dringend noodzakelijk is. Waren verscheidene leden van meening, dat de vereischte sanee ring mede zal moeten worden ge vonden door een verhooging van 's Lands inkomsten op welk denkbeeld zij zich voorstelden na der terug te komen, algemeen was men de zienswijze toegedaan, dat voor de bereiking van het ge stelde doel verlaging van de open bare uitgaven niet kan worden ge mist. Intusschen was men niet blind voor de omstandigheid, dat verschil van inzicht met betrekking tot de objecten van Overheids zorg, waarop bezuinigd kan en moet worden, niet is te vermijden. Was het op dezen grond, dat men consta teerde, dat de onafwijsbare bezuinigings- arbeid niet zal kunnen slagen, wanneer niet ieder, die daarbij betrokken is op zijn beurt iets en zoo noodig veel prijs geeft wat hem bijzonder dierbaar is, men achtte aan dezen eisch van offervaardigheid de conse quentie verbonden, dat het bezuinigings- vraagstuk wordt geplaatst in het breede ka der van het regeeringsbeleid in zijn geheel. Hij, van wien een offer gevraagd wordt, heeft er recht op, dat hem duidelijk voor oogen wordt gesteld, tot welk doel dat offer dienen zal. Vele leden laakten de late indiening van het ontwerp, dat reeds zoo langen tijd gele den werd aangekondigd. Verscheidene dezer leden konden niet ont komen aan den indruk, dat een belangrijk deel van de ondervonden vertraging een ge volg is van de omstandigheid, dat de re- geejing het ontwerf niet betrekkelijk kort vóór de jongste Statenverkiezingen heeft wil len indienen. Andere leden, die overtuigd waren, dat de indiening niet met opzet eerst na de Staten verkiezingen heeft plaats gehad, zouden het juister geacht hebben, dat alles was gedaan om ook den schijn daarvan te vermijden. Bij hun beschouwingen over het beleid der regeering stelden verscheidene leden voorop, dat het, voorzoover de huidige economische en financieele toestand van ons land welken zij in de Mem. van Toelichting in hoofdzaak juist geteekend achtten het gevolg is van de wereldcrisis, uiteraard dwaasheid zou zijn, de regeering met eenige schuld te willen belasten. Die crisis en haar funeste werking op een land van Neder- land's positie onttrekken zich aan haar macht. Wel echter mag naar de meening dezer lieden de vraag gesteld worden, of het Nederlandsche volk door de wereldcrisis en haar gevolgen niet zwaarder gedrukt is dan het geval geweest zou zijn, indien door de regeering een ander beleid gevoerd ware dan thans is geschied. Deze vraag beant woordden zij met volle overtuiging bevesti gend. Eenzijdig aldus de hierbedoelde leden was de gevolgde aanpassingspolitiek, wijl zij de vaste lasten, welke op de volksmassa drukken voor het grootste deel onaangetast liet. Gezien de slechte resultaten, waartoe deze eenzijdige aanpassingspolitiek tot dusver heeft geleid, kan het naar het oordeel der hier aan het woord zijnde leden niet dan verwondering baren, dat de regeering haar blijkens dit wetsontwerp in versterkte mate wenscht voort te zetten. Opnieuw doet zij een aanslag op het levenspeil der groote massa. Een positieve crisispolitiek werd door deze leden aanbevolen. Deze politiek vermindert de werkloosheidsuitgaven, vermeerdert de koopkracht der volksmassa, verhoogt de al gemeene bedrijvigheid en levert daardoor ook voor de financiën van het Rijk, provin ciën en gemeenten gunstige uitkomsten. Verscheidene andere leden stelden bij hun beoordeeling van het beleid der regeering voorop, dat het kenmerkende van dat beleid daarin gelegen is dat het allereerst gericht is op het budgetaire evenwicht, de sluitende begrooting; dat het eenzijdig is ingesteld op de Staatshuishouding. Niet valt te ontken nen aldus deze leden dat in de Memo rie van Toelichting op enkele plaatsen het verband wordt gelegd tusschen de Staats huishouding en de volkshuishouding. De leden hier aan het woord, achtten het weinig nuttig, op dit oogenblik tot de regee ring verwijten te richten over de politiek, welke zij in het verleden heeft gevoerd, welke politiek trouwens verschillende ele menten bevatte, welke hun instemming hadden. Zij meenden echter wel nadrukkelijk als hun oordeel te kennen te moeten geven, dat het hun als een belangrijke fout voorkomt, dat ook thans nog bij de overwegingen, welke het regeeringsbeleid bepalen, de staats huishouding de eerste plaats inneemt. Men blijft steeds achter het evenwicht aanloopen Het regeeringsbeleid wordt een registratie- politiek; registratie van de tekorten, welke door offers van het volk moeten worden ge dekt. Wil men in zulk een politiek niet ver vallen dan zal men den geschetsten fatalen kringloop aan de zijde der volkshuishouding moeten doorbreken; dan zal men onder er kenning, dat die huishouding primair is, het economisch leven moeten stimuleeren en al dus komen tot een constructieve, actieve wel vaartspolitiek. Niet zonder bezorgdheid hadden de hier bedoelde leden zich afgevraagd, of de voor het inslaan van deze nieuwe richting ver eischte homogene geestesgesteldheid wel bij het kabinet aanwezig is. In de' Eerste Kamer heeft de leider van het kabinet verklaard, dat dit „solidair" is. Werd hiermede iets anders bedoeld dan homogeen"? Dat het aanvankelijk bestaande voornemen om maatregelen tot verlaging van de vaste lasten in het ontwerp op te nemen, is prijs gegeven, betreuren ook de hier bedoelde leden in hooge mate. Een derzelfde leden sprak als zijn meening uit, dat met erkenning van de beteekenis van verdere industrialisatie toch steeds moet worden bedacht, dat Nederland nog altijd voor 2/3 landbouwstaat is. Het beginsel van den landbouwsteun zal moeten worden ge handhaafd. Tenslotte .gaven enkele der hierbedoelde leden als hun meening te kennen, dat de de- flatiepolitiek, welke ae tegeering voert, een veel te trage aanpassing vormt en het ge stelde doel nimmer geheel tot verwezen lijking zal kunnen brengen. Naar hun oor deel zal aan devaluatie niet zijn te ontkomen. Daarmede worde dan echter ook niet langer gewacht. Sommige leden meenden hun beschou wingen over het beleid der regeering te moe ten aanvangen met er op te wijzen, dat dit beleid moet worden bezien in het licht van de harde waarheid, dat de algemeene econo mische toestand voor ons land noodwendig achteruitgang met zich brengt. Ook deze leden keurden niet al hetgeen de regeering in de afgeloopen jaren deed, goed En ook bij hen bestond tegen meer dan één .onderdeel van dit onderwerp bedenking. Zij waren echter diep overtuigd van de nood zakelijkheid, de regeering zooveel als moge lijk te steunen. Intusschen betreurden ook deze leden, dat van een algemeene vermindering der vaste lasten tot dusver geen sprake was. Is het vraagstuk der vaste lasten het eer ste probleem, dat de hier aan het woord zijn de leden door de regeering krachtig wilden zien aangevat, als tweede punt, waarop naar hun meening alle krachten behooren te wor den ingespannen, noemde zij de bestrijding der werkloosheid. Naar het oordeel der hierbedoelde leden zal voorshands het verleenen van steun aan verschillende takken van volksbestaan niet kunnen worden nagelaten. De hierbedoelde steun zal zich ook dienen uit te breiden tot de groote Nederlandsche zeehavens Rotter dam en Amsterdam, die door de gevolgen van de wereldcrisis en de uiterst scherpe concurrentie ten zeerste hebben geleden. Wat het vraagstuk der devaluatie betreft merkten deze leden op, dat dit van zeer ver strekkende beteekenis en uiterst moeilijk is, al wordt daarover door velen met onmisken baar gemak gesproken. Zij konden de deva luatie als vrijwillig toegepast redmiddel niet aanvaarden. Naar hun meening zal daartoe niet moeten worden overgegaan, zoolang niet de loop der gebeurtenissen op monetair gebied het onmogelijk maakt den tegenstand tegen dezen maatregel vol te houden. Eenige andere leden stelden in dit ver band nog de vraag of de regeering bij voort during 'bedacht is op de handhaving aan de voor de doorvoering van haar monetaire po litiek benoodigde goudpositie. Bij den vori- gen aanval op den gulden zijn wederom 100 millioen aan goud uit ons land verdwenen. Op deze wijze zal men toch niet kunnen voortgaan. Is het juist vroegen dezelfde leden dat de aanval op den gulden die thans we derom in Londen is gepleegd en die zooge naamd uit Parijs wordt gevoerd, in werke lijkheid door eenige te Amsterdam gevestig de banken is opgezet? En is de regeering niet voornemens tegen hen, die in of van uit ons land een zoodanige actie ondernemen of begunstigen, strenge maatregelen te ne men? Andere leden meenen, dat een groot deel van de gevoerde critiek voorkomt uit de op vatting, dat verlaging van het loonpeil niet noodig zou zijn, indien de regeering slechts andere wege zou willlen bewandelen. Dit nu is naar de meening der hierbedoelde leden geheel onjuist. Bij verscheidene leden bestond ernstig be zwaar tegen de verlaging van de salarissen der Rijksambtenaren met een bedrag van 10 millioen gulden. Zij noemden die verlaging een nieuwen aanslag op den welstand van het overheidspersoneel na de vele, die daar op reeds zijn gepleegd. Van dat personeel werd reeds geëischt in totaal een bedrag van 65.5 millioen. Van dit bedrag moet dan nog 5 millioen worden afgetrokken in verband met de tech nische herziening in 1928, zoodat als totale verlaging overblijft een bedrag van 60.5 millioen. Komen de thans voorgestelde besparingen tot stand, dan zal het overheidspersoneel, voor zoover uit 's Rijks kas bezoldigd, se- 80 millioen hebben geofferd dert 1923 ruim Ongetwijfeld zal de regeering an op nieuw de provinciën en gemeenten noodza ken het voorbeeld van het Rijk te volgen. Naar het oordeel der hier aan het woord zijnde leden laat het huidige peil der sala rissen voor de groote massa der ambtenaren nieuwe offers niet meer toe. Zeer groote groepen van het overheidspersoneel zijn reeds tot een armoedig bestaan gezonken. Verscheidene leden, die bij een vorige ge legenheid te kennen gaven, dat zij tegen een korting op eenmaal toegekende pensioenen principieel bezwaar hadden, verklaarden ook thans over dat bezwaar niet te kunnen heen stappen. Verscheidene andere leden, die dit princi- pieele bezwaar niet deelden, achtten, nu de omstandigheden zoodanig zijn gewijzigd, dat ernstige bezuining plicht is, een korting op de pensioenen, welke r.aar vroegere hoo- gere grondslagen zijn berekend, niet onge rechtvaardigd. Weder andere leden, die tegen de korting op de Indische pensioenen wél bezwaar had den gmaakt, meenden in verband met de 'buitengewone omstandigheden, waarin wij op dit oogenblik verkeeren, zich. tegen de thans voorgenomen korting niet te mogen verzetten. Een ernstig bezwaar tegen de in uitzicht gestelde regeling met betrekking tot de pen- sionneering van wachtgelders achtten ver scheidene leden daarin gelegen, dat tal van ambtenaren, teneinde de regeering tegemoet te komen bij de noodzakelijke personeelsver mindering, vrijwillig zijn afgevloeid, in de zekerheid, dat hun een wachtgeld was ge waarborgd. Een andere maatregel, welke vele leden reeds thans, bij de algemeene beschouwingen, als voor hun onaannemelijk meenden te moe ten aanduiden, is de vervanging van onder wijzers door zgn. kweekelingen met acte. Verscheidene leden deelden de opvatting, dat ook met handhaving van de tegenwoor- voorgesteld. Met den voornaamsten bezuinigingsmaat regel, welke in dit opzicht is voorgesteld, de invoering van het capitulantenstelsel, konden de hierbedoelde leden zich in geenen deele vereenigen. Intusschen wenschten verscheidene der leden, die hierboven aan het woord waren, zich niet te bepalen tot het aanwijzen van de bezuinigingen, welke zij niet zouden kunnen aanvaarden. Zij waren ook bereid andere middelen aan te geven, welke naar hun mee ning zouden kunnen worden aangegeven om ze mede tot herstel van het financieel even wicht te doen strekken. O.a. noemden zij een vermindering op groote schaal van het aantal gemeenten; voorts een verandering in het muntwezen, bestaande in de vervanging van den zilveren door een nikkelen munt Voorts gaven deze leden als hun oordeel te kennen, dat op het gebied der belastingen nog het een en ander is te doen, dat tot her stel van het budgetair evenwicht kan leiden. Ook vroegen deze leden nog aandacht voor de mogelijkheid een bijzondere regeling te treffen met betrekking tot de salarissen van de kloosterlingen-onderwijzer, gelijk in meer dan één overwegend katholiek land is geschied. Tegen de in de boven weergegeven be schouwingen aangewezen middelen tot her stel van het begrootingsevenwicht werd in menig opzicht bezwaar geopperd. Daarbij werd, voorzoover de voornaamste dier mid delen betreft, een nadere uiteenzetting van de daartegen gevoelde bedenkingen gegeven. Met verwondering hadden verscheidene leden geconstateerd, dat de regeering tot dus ver heeft nagelaten een regeling betreffende de curmilatie van inkomens uit Overheids kassen tot stand te brengen. Zij drongen ei op aan, dat een regeling van dezen aard thans spoedig bij de Kamer zal worden aanhangig gemaakt Andere leden sioten zich bij dezen drang aan. De leden, die een constructieve actieve wel vaartspolitiek bepleitten, gaven hun gedach ten omtrent een zoodanige politiek nader uit werkend, in het volle bewustzijn dat daar mede voorshands niet meer dan de richting wordt aangeduid, een schema van de eischen waaraan naar hun meening het regeerings beleid behoort te voldoen. De Overheid zal zich bij haar beleid niet langer mogen beperken tot pogingen om dreigende gevaren af te wenden, doch zal een positieve welvaartspolitiek moeten voe ren. Die politiek zal gericht moeten zijn op verhooging van de totale koopkracht van ons volk en op de vermindering van de werkloos heid. Niet alleen behooren de bestaande bron nen van volksbestaan in stand te worden ge houden, doch daarnaast dienen nieuwe ie worden aangeboord. Voor ons land met zijn betrekkelijke ar moede aan grondstoffen, zijn dichte bevol king en in verband daarmede zijn groote be hoefte aan voedingsmiddelen voor mensch en dier, blijft de uitvoer van agrarische en industrieele producten van groot belang. Daarom dient die uitvoer door de Overheid te worden bevorderd. 2. Voorzoover de Nederlandsche bedrijven met internationale trusts en kartels in aan raking komen, moet hun positie door de regeering krachtdadig worden gesteund, op dat bij de verdeeling van de afzetgebieden voor hen een behoorlijk aandeel verzekerd worde. 3. de regeling der exportcredietgarantics moet dusdanig gewijzigd worden, dat de Nederlandsche producten op de wereldmark ten niet bij vreemde producten achter komen te staan. 4. Zoolang de productiekosten hier te lande tengevolge van de monetaire en sociale politiek- van andere landen het concurrentie vermogen van onze exportbedrijven verlam men, behooren in daarvoor in aanmerking komende gevallen, in het bijzonder als daar door nieuwe afzetgebieden kunnen worden verkregen, exporttoeslagen te worden ver leend. De gelden van het Werkfonds dienen mede aan dat doel dienstbaar te worden ge maakt. 5. De handelsbeweging tusschen de ver schillende gebiedsdeelen van het Rijk dient krachtig te worden gestimuleerd. De contin- feerings- en tariefpolitiek van Nederland en ndië dient met het oog daarop te worden herzien. Op geregelde tijden moeten confe renties worden gehouden, teneinde de ge meenschappelijke economische belangen van Nederland en Indië te bespreken en maat regelen tot versterking van beider handels politieke positie te treffen. Intusschen zal, doordat alle landen der wereld streven naar nationale zelfvoorziening en Nederland on machtig is daarin verandering te brengen, het Nederlandsche bedrijfsleven steeds meer aangewezen zijn op de markt in het eigen land en de gebiedsdeelen overzee. Mede daarom is behoud en uitbreiding van den industrieelen arbeid in ons land een eisch van de eerste orde. Verhooging van de koopkracht der industrieele bevolking, welke in de jaren na den oorlog sterk in beteekenis is toegenomen, is niet alleen voor die groep, doch ook voor het agrarische volksdeel en voor den handeldrijvenden middenstand een levensbelang. Ter bevordering daarvan zijn de volgende maatregelen onmisbaar. 1. Vaststelling van een tarief van invoer rechten, dat aan de Nederlandsche bedrijven ongeveer dezelfde bescherming biedt als dai van andere West-Europeesche landen aan de hunne, met vervanging op zoo ruim moge lijke schaal van waarderechten door speci fieke rechten. Vele der, als tijdelijk bedoelde, contingenteeringen, welke een verstarrenden invloed uitoefenen op den handel, zullen daardoor kunnen vervallen. Het instituut der contingenteering zal dan in hoofdzaak nog nuttig werkzaam kunnen zijn tot afweer van concurrentie uit de nieuwe exportlanden als Rusland en Japan. 2e Handhaving en verbetering van het vakonderwijs, teneinde de hooge kwaliteit van den Nederlandschen arbeid niet alleen te behouden, doch dien ook nog op te voeren. 3. Bevordering van het opsporen van in dustrieele projecten door de oprichting van economische technologische instituten en in het algemeen door het stimuleeren van de samenwerking van wetenschap en bedrijfs leiders. 4. Verleening van steun aan de oprichting van regionale industriebanken met als sluit stuk de stichting van een centrale bank voor crediet op langen termijn. 5. Het oefenen van aandrang op de parti culiere banken tot verlaging van de hooge kosten van het crediet en tot het in ruimere mate verleenen van financieringsfaciliteiten. 6. Het verplicht stellen van het gebruik van het Nederlandsche product door de or ganen van de overheid en door instellingen, welke van de overheid afhankelijk zijn. Bijzondere aandacht zal voorts moeten worden gewijd aan de instandhouding van onze positie als scheepvaartnatie. Gezorgd zal moeten worden voor uitbrei ding van de bebouwbare oppervlakte door verdere inpoldering, ontwatering, vervening en ontginning. Het vreemdelingenverkeer zal volgens nieuwe methoden moeten worden bevorderd, waarbij men zich door de voorbeelden van Italië en Zwitserland kan laten leiden. De organen der Overheid, die zich met de economische problemen bezig houden, dienen zich geheel los te maken van bureaucratische opvattingen. Zij moeten bezield zijn van de gedachte, dat de welvaart moet worden ver dedigd, maar meer nog constructief bevor derd. Steun moet woraen geboden niet eerst en alleen wanneer het water aan de lippen staat en een bedrijf met verliezen werkt, doch ook aan nog rendabele bedrijven. Tusschen de organen der Overheid en die van het maat schappelijk leven moet een nauwe en op ver trouwen gefundeerde samenwerking tot stand komen. De werkwijze van het Werkfonds dient zoo danig te worden herzien, dat deskundige op sporing van werkobiecten gepaard gaat met de snelheid van beslissing. De samenwerking van bedrijfsgenooten moet krachtig worden bevorderd. Zij, die zich daarbij onwillig toonen, behooren tot rede te worden gebracht. Door het stellen van wettelijke eischen voor de vestiging van nieuwe bedrijven, in het bijzonder door buitenlanders, dient er tegen te worden gewaakt, dat een bestaande over productie noodeloos wordt vergroot. Na dit schema te hebben ontwikkeld brach ten de hier aan het woord zijnde leden nog de werkwijze ter sprake, welke de Regeering naar hun meening zou hebben te volgen, wanneer zij haar arbeid scherp op het stimu- Het beste dageRjkse middel ter opwekking en verkwikking leeren van de volkshuishouding zou instellen. Concentratie van leiding met een zoo groot mogelijke decentralisatie van uitvoering achtten zij daartoe den aangewezen weg. Om de noodige concentratie van leiding te be reiken zouden de Voorzitter van den Mi nisterraad en de Minister van Economische Zaken van de gewone departementale zorgen moeten worden ontlast. Aangaande de gistermorgen vroeg te L^chem gepleegde dubbele kindermoord kan nog nader worden gemeld, dat het parket uit Zutphen reeds vroeg aanwe zig was. Gistermiddag om drie uur werd Scheepers geboeid per auto naar Zut phen vervoerd. Er zijn reeds lang hui selijke oneenigheden geweest Bij ieder wekte de dader trouwens den indruk van niet heelemaal normaal te zijn. Zijn vrouw wilde nu scheiden, en bang zijn de dat de kinderen aan de vrouw zou den worden toegewezen, heeft hij ver moedelijk zijn daad begaan. Naar wordt vernomen, bestaat do mo gelijkheid, dat de nieuwe minister van economische zaken, prof. Gelissen. zich tevens zal belasten met het voorzitter schap van liet Werkfonds 1934. De toestand van de beide dames, die j.1. Maandag bij het omslaan van het zeiljacht ternauwernood aan den dood ontsnapten, is thans zeer wel. Een der dames vertoeft in Eudokia, de tweede in het Diaconessenhuis. De vrees voor levensgevaar is gelukkig ge weken. Gistermiddag is brand uitgebroken in de landbouwerswoning van A. v. Grey aan den Heeschenweg bij Óss. Het vuur greep snel o mzich heen. De brandweer was spoedig ter plaatse. De moeder kon de twee kinde ren van 4 en 7 jaar met moeite redden. Het perceel brandde tot den grond af, waarbij een aantal kippen in d evlammen omkwamen. Ook de inboedel en landbouwinventaris gingen verloren. De woning was verzekerd. Wij ontvingen het jaarverslag 1934 van den „Keuringsdienst van Waren" te Amster dam. Hieraan ontleenen wij het volgende: Door de besnoeiing van het personeel van den dienst, moest voor een ernstigen achter uitgang op de levensmiddelenmarkt worden gevreesd. Doch daarentegen zijn de fabri kanten blijkbaar oe'eid, ook bij de minder scherpe controle te voldoen aan de, door de Warenwet gestelde, eischen. Het aantal politieele overtredingen was in 1934 grooter dan voorgaande jaren Door dat het hygiënisch toezicht op winkels en markten veel minder scherp is dan vroeger, ontsnapt nogal eens bedorven visch aan de controle. De controle op gevogeltje, visch en brood heeft eveneens geleden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9