DE RAMP VAN DE UIVER. Luchtvaart. HET RAPPORT HEDENMIDDAG VERSCHENEN. 55ifuteftland f' op punten was geworden, werd overal met groot enthousiasme ontvangen. Zwemmen. t DE NATIONALE ZWEMWED STRIJDEN VAN D. A. W. Een en ander over de deelnemers. Thans is het dan zoover, dat het actieve D. A. W.-bestuur ons de volledige deelnemers lijst kon toonen. Deze maakte op ons een wer kelijk overweldigenden indruk, want niet alleen quantitatief, maar ook qualitatief ziet ze er respectabel uit. Nu is eindelijk Alkmaar, dat tot' nu toe met schitterende zwemfeesten niet bepaald ver wend was, in de gelegenheid de beste Neder- landsche zwemsters en zwemmers aan den start te zien, nu zal men ook kunnen zien met welk een souplesse en gemak deze door het water glijden. Op de 100 M. vrije slag zal men ongetwijfeld een felle strijd zien tusschen de geroutineerde cracks Wegenaar en Zeegers tegen de D. A. W. coming-man Kostelijk, terwijl bij ditzelfde nummer voor dames natuurlijk Rie Masten broek als eerste zal eindigen, hoewel het jeug dige IJ-lid Tini Wagner, dat op het oogenblik bij de 4 snelste Nederl. zwemsters op dezen afstand behoort, en onlangs in Parijs nog een schitterende dubbele overwinning behaalde, temidden van een select gezelschap zwemsters, op 100 M. vrije slag en 100 M. rugslag, haar zeer zeker lang zal bedreigen. Bij de 200 M. schoolslag voor heeren zien wij o.a. den Rotterdammer Korpershoek, tot voor kort nog Nederl. recordhouder op alle school slagnummers. Misschien dat het D. A. W.-lid Dolf Imhülsen hier op de 2e plaats beslag legt? Het mooiste nummer van den middag belooft de 100 M. rugslag voor dames te worden. Het record van Rie Mastenroek staat op 1.16 4/5, maar ook de dames Nida Senff (A. D. Z.) en Tini Wagner (IJ) zijn in staat onder 1 min. 20 sec. te komen. Deze doen dan ook zeer wei nig voor Rie Mastenbroek onder, zoodat men van deze meisjes een schitterende strijd kan verwachten, temeer, daar ze momenteel resp. nr, 1, 2 en 3 op de Europeesche ranglijst 100 M. rugslag staan. De 3 X 50 M. wisselslag estafette voor da mes heeft een dusdanige sterke bezetting, dat wij een recordverbetering zelfs niet uitgesloten achten, want een laatste serie tusschen de ploegen O. D. Z., A. D. Z. en het IJ belooft inderdaad veel! Voorts komen ook op de 100 M. schoolslag voor dames eenige candidaten voor de Olym pische spelen te Berlijn uit, n.1.'de'leerlingen van mevr. Braun, de dames Kruis; en Eijken- broek, beide van de O. D..Z. tegen, de kam pioene van N.-Holland, mej. Waalberg-van de A. D. Z. Hiermee zullen wij dit overzicht, dat, uit den aard der zaak nog zeer onvolledig t is, besluiten. Ongetwijfeld zal iedere toeschouwer een zeer goeden indruk van ,deze wedstrijden, krijgen, zoodat deze wedstrijden, wanneer, het weer meewerkt, van groote propagandistische waar de kunnen zijn. Bridge. BRIDGEWEDSTRIJD TE SCHERMERHÓRN. In café Schreuder te Schermérhorn vond Donderdagavond een duplicaten- match plaats'tusschen de vier. sterkste spelers van Schermerhorn enOtérleek. Gespeeld werden 24 spellen met als re- resultaat: le ronde Dr. Heringa en. Wit- teveen 2280 punten, W. de Boorder en mej. D. Jonker 1580 p., Slot en Zwaan 1540 p., Lakeman en van Leijen 1850 p.,' totaal plU6 voor Oterleek 410 p. Tweede ronde: Dr. Heringa en'Witte- veen 2010 p., Lakeiftan en Leijen 880 p-, Slot en Zwaan 2850 p., de Boorder en mej. Jonker 830 p. Over beide ronden behaalde Oterleek dus een zuivere winst van 3560 punten. Het was een prachtige sportieve wed strijd, waarvan het aanwezige publiek ook ten zeerste genoot. Turnen. KLEUTERMIDDAG IN DEN MUZIEKTUIN. Van den turnkring Alkmaar en omstreken. Zondagmiddag wordt in den Muziektuin alhier een kleutermiddag gehouden. De kleintjes allen beneden 12 jaar komen om half twee bij het station samen, waar de kinderen der buitengemeenten zich bij de Alkmaarsche turnjeugd aansluiten. Het gaat dan in een vlot marschtempo naar den mu- ziektuin, waar verschillende spelletjes wor den gehouden met aardige prijsjes en boven dien zal een goochelaar zijn prestaties aan de jeugd toonen. Ouders en belangstellenden, gaat morgen middag eens naar den Muziektuin en geniet mede met de kleintjes! 'De commissie, belast met het uit brengen van het rapport over de ramp van de Uiver, is thans met haar werk gereed gekomen en heeft hedenmiddag haar conclusie bekend gemaakt. Gehoord werden de wn.-directeur van den luchtvaartdienst, de direc teur van den rijksstudiedienst voor de luchtvaart, dr. ir. H. J. v. d. Maas, de directeur der K.L.M., de heer Aler, chef van den vliegdienst der K.L.M., de heer Guilonard, chef van den technischen dienst, de heer Behage, adjunct-chef van den technischen dienst, de heer Moes, in specteur van de Indië-lijn, de heer Sillevis, vliegtuigbestuurder, de heer Duimelaar, idem, de heer Parmen- tier, idem, de heer Geysendorfer, idem. de heer Versteegh, kapitein bij de L.V.A. te Soesterberg, dr. Brouwer, chef van den vliegmedi- schen dienst te Soesterberg, mevr. de wed. Beekman en mevr. de wed. A. van Steenbergen. Verder werden waardevolle in lichtingen verkregen op meteorolo gisch gebied van dr. Cannegieter en aen hoofddirecteur van het Kon. Ned. Met. Inst. en werden schrif telijke inlichtingen verkregen van een vijftal andere heeren. Het is niet mogelijk gebleken met afdoende bewijskracht de oorzaken van het ongeval aan te wijzen. Het eenige wat nagenoeg met zekerheid kan worden vastgesteld is, dat het ongeluk geschiedde tengevolge van de bui tengewoon slechte weersomstandigheden. De overige en de meer gedetailleerde oorzaken kunnen slechts met een meerdere of mindere mate van waarschijnlijkheid worden aange nomen. Waarschijnlijk verloop van het ongeval. Uit het rapport van dr. ir. van der Maas blijkt duidelijk het verloop van de bui, die in den nacht van 19 op 20 December 1934 boven H3 en Rutbah Wells woedde en die de „Uiver" noodlottig is geworden. Hoewel men van een bui, zooals de hier- bedoelde, niet mag aannemen, dat zij zich langdurig met gelijke hevigheid en eenparige snelheid verplaatst men moet eerder den ken aan een opeenvolging van verschillende buien wijst alles erop, dat de door H3, de „Uiver" en Rutbah Wells ondervonden bui geheel dezelfde was. Zoowel te H3 als te Rutbah, dat Oostelijk van H3 ligt, zag men haar in 't Westen aankomen en in 't Oosten verdwijnen, terwijl het verloop van win dsterkte, regen en onweer op beide plaatsen hetzelfde was. Aangenomen mag dus wor den, dat de „Uiver", die in het tijdsverP- tusschen het passeeren van de bui te H3 en te Rutbah tusschen beide plaatsen in vloog, zich in geheel dezelfde bui heeft bevonden. Zoowel bui als „Uiver" verplaatsten zich van West naar Oost; de „Uiver" haalde de bui met groote snelheid in en vloog er aan (Jen achterkant in. Aanvankelijk ontmoette het toestel zwaren regen en betrekkelijk ma tigen wind, langzamerhand geraakte het in het gebied van onweer, regen, hevige verti cale luchtbewegingen en uiterst krachtige en variabele winden. Het is zeer waarschijnlijk, dat het toestel nog slechts zeer enkele kilo meters van den voorkant der bui verwijderd was toen het ongeluk plaats greep. Deze waarschijnlijk- neid volgt uit dep tijd v<yj passeeren van H3 (00.23 u. MTG), de ver plaatsingssnelheid van de bui, wel ke op 35 K M. geschat kan worden en de eigen snelheid van het toestel, welke, naar men mag aannemen, ongeveer 225 K.M. heeft bedragen. De piloot moet doelbewust in de bui ge vlogen zijn, hierop wijzen de ingehaalde an tenne en de bij H3 ingestelde koers naar Bagdad. Het was bij H3, dat de „Uiver" langzamerhand het heviger gedeelte van de bui begon te naderen. Of de piloot wilde niet terug, teneinde aart het reisschertia vast te houden, öf hij zag het terugkeeren be zwaarlijker in dan het doorvliegen. Dit laatste zou gemotiveerd kunnen worden, doordat de West van Rutbah gelegen lan- dingstereinen 's nachts niet gemakkelijk te vinden waren, vermoedelijk door den regen in slechten toestand moesten verkeeren en voor gebruik 's nachts niet anders dan als noodlandingsterreinen beschouwd kunnen worden, terwijl Gaza, dat geen peiler heeft, moeilijk te vinden zou zijn en Caïro met het oog op den benzinevoorraad te ver af lag. Het zou nog mogelijk geweest zijn om de bui heen te vliegen en daarna door te gaan naar Bagdad, doch er was geen enkele aan wijzing om zich van de uitgestrektheid der bui in Noordelijke en Zuidelijke richting een denkbeeld te vormen; het om de bui heen vliegen zou dus met veel onzekerheid ge paard gegaan zijn. Meer zekerheid evenwel zou waarschijnlijk een besluit geboden heb ben, achter de bui te blijven, af te wachten tot deze was weggetrokken en daarna op de min of meer bruikbare landingplaats te Rut bah te landen. Reeds kort na H3 is het toestel in het he vigste deel der bui gekomen en het moet hier in verscheidene minuten vrijwel in de koers- richting naar Bagdad zijn doorgevlogen. Het was op een vorigen tocht naar Caïro en terug reeds gebleken, dat men het toestel wat den koers betreft in zeer ongunstig weer zelfs met twee man niet steeds houden kon en daarbij veel hoogte verloor. Ook was de hoogtebesturing in die omstandigheden zwaar. Men moet dus aannemen, dat de piloten, toen zij in 't voorgeaeelte, dat is 't hevig ste deel, van de bui gekomen wa ren, de handen met de besturing meer dan vol hadden en de uiter ste pogingen hebben moeten aan wenden, het toestel in de hand te houden. Toen het toestel nog boven H3 vloog, meende de eene waarnemer van dit pomp station, dat het „laag"' leek, de andere oor deelde „zeer hoog". De piloot, wetend, dat sterk dalende luchtstroomen te verwachten waren, zal in geen geval bepaald laag ge vlogen hebben. Er zou ook, wijl hij toch blind moest vliegen, geen goede reden voor geweest zijn. De bui was evenwel buitenge woon krachtig en de dalende luchtstroomen, die hij na H3 ontmoete, kunnen dus veel ster ker geweest zijn dan hij gerekend had. De snelheid van het toestel is zeer vermoedelijk belangrijk gereduceerd geweest; de veilig heid van het toestel zoowel als de besturing maakte dit noodzakelijk. Bovendien, wan neer het toestel van H3 met een snelheid van plm. 300 K.M. was doorgevlogen, dan zou het te 00.33 uur, het tijdstip van het ongeval, vlak bij Rutbah d.w.z. reeds voorbij de bui zijn geweest. In de nog een 10 minuten, dat het toestel zich in het zwaarste deel van de bui bevond, heeft het zijn hoogte verloren, is van 83 gr. koers gekomen in een koers, gelegen tusschen 270 gr. en 280 gr.: (dat wil dus zeggen, dat het meer dan 180 gr. is gedraaid) en in dien koers aan den grond gekomen, op een punt, bijna 4 K.M. buitèn de bij H3 nieuw inge stelde koerslijn, zonder dat eenige voorbe reidende maatregel tot. landen was genomen. Hoe is het toestel aan den grond gekomen? De dwarshelling moet meer dan 17 gr. over stuurboord geweest zijn, een helling van 30 gr. is zeker niet uitgesloten. De hel ling om dé dwarsas is vermoedelijk eenige graden voorover geweest. De groote dwarshelling zou kunnen wij zen op een draaiing stuurboord uit, gedwon gen of vrijwillig. Een helling voorover kan, zoo dicht bij den grond, niet vrijwillig ge weest zijn. Veronderstellingen omtrent de oorzaken van het ongeval. De meest voor de hand liggende veronder stelling is, dat het den piloten niet mogelijk geweest is, zich voldoende aan den noodlot- tigen invloed der dalende luchtstroomen te onttrekken, dat zij de besturing met het ver ticale roer zijn kwijt geraakt en in hun uiter ste pogingen de besturing in handen te hou den er niet aan konden denken om te landen, eensdeels omdat een landing in het heuvel achtige terrein allergevaarlijkst moest wor den, anderdeels omdat zij geen handen vrij hadden om zich op de landing voor te berei den, met het gevolg, dat zij met een eigen snelheid van tenminste 225 K.M. den grond raakten. De gewijzigde koers, de vermoedelijke draairichting, stuurboord uit, het niet instel len van een anderen koers dan die naar Bag dad, de eenigszins vooroverhellende statld zoo dicht bij den grond en last not least llèt aan den grond loopen zelf ,het zijn voor de commissie alle aanwijzingen, dat men het toestel niet meer op voldoende wijze kon be sturen. Is deze veronderstelling juist, dan dringt zich de vraag naar voren of een gemakkelij ker te besturen toestel wel veilig door de bui heen gebracht zou zijn. De mogelijkheid, dat het gelukt zou zijn, bestaat zeer zeker, maar een bevestigend antwoord op deze vraag is overigens niet te geven. Men kan ook de veronderstelling maken, dat de piloten, om welke reden dan ook laag vliegend, omgekeerd waren, wijl de storm hun te machtig werd en het toestel daarbij nog behoorlijk in de hand hadden. Een plor- seling optredende plaatselijke dalende lucht stroom zou het toestel dan overwacht tegèn den grond gedrukt hebben, dan wel de pilo ten zouden zich in de juiste hoogte vergist hebben. Een goede verklaring voor den terugkeer is hierbij evenwel niet te gevende piloten zouden opnieuw voor verscheidene minuten door het hevigste deel en de dalènde luchtstroomen van de bui moeten vliegen, terwijl zij wisten, althans konden weten, dat, doorvliegende in de oorspronkelijke richting, de bui spoedig doorkruist zoit zijn. Immers ruim een half uur geleden had het op nog geen 20 K.M. afstand liggende Ruthrtf) 30 tot 50 K.M. zicht gemeld. Een vergissing omtrent de juiste hoogte is naar de meening der commissie niet aannemelijk; meer dan 30 of 40 M. kan de hoogteaanwijzing bezwaar lijk fout geweest zijn; bovendien moest de ge zagvoerder met het oog op de vele heuvels rekening houden met een terrein, dat 60 a 100 M. hooger lag dan de vlakte, waarin de „Uiver" aan den grond kwam. Het is ook mogelijk, dat de piloten tenge volge van blikseminslag verdoofd of gedood zijn geworden en het toestel onbestuurd naar omlaag ging. In het gedeelte van de bui, waarin de „Uiver" zich tijdens het ongeluk bevond, woedde een hevig onweer. Een elec- trische ontlading over het metalen toestel is dus geenszins onaannemelijk en er zijn ook enkele teekenen (de ronde, schijnbaar ge ponste gatén in bakboordsvleugel, een spoor op een revolver, dat aan vonkoverslag te wij ten zou kunen zijn), die in dezen zin eenige aanwijzing, geven.. Maar, al ware de veronderstelling van een electrische ontlading over het toestel juist, dan zou dit nog volstrekt niet behoeven in te sluiten, dat de piloten hiervan een nadeeligen invloed zouden hebben ondervonden. De commissie kent uit de literatuur geen gevallen van ernstige beïnvloeding, der opvarenden van metalen vliegtuigen door bliksemin slag. Ook zou het al zeer toevallig ge weest Zijn, wanneer beide piloten tegelijk het slachtoffer waren geworden, terwijl bij de lijkschouwing geen teekenen van verwonding of dood door blikseminslag zijn gevonden. Dat deze niet gevonden zijn, is.evenwel weer geen onaantastbaar bewijs, dat de piloten inderdaad niet door den bliksem gedood of verdoofd zijn geworden. Al moge blikseminslag als oorzaak van het ongeval dus onwaarschijnlijk zijn, de mogelijkheid is niet met zekerheid uitgeslo ten. Breuk in de lucht als oorzaak van het on geval komt zeer onwaarschijnlijk voor. Bui ten de plaats van het ongeval werden ner gens sporen van het vliegtuig gevonden Van kwaadwilligheid of misdaad kwam geen enkel positief feit ter kennis van de commissie. Zij verwijst naar het schrijven van haren voorzitter van 25 Februari 1935, no. 22, gericht aan den minister van water staat, waarin te kennen werd gegeven, dat waar de minister zich dienaangaande blij kens zijn gepubliceerde tegenspraak der loo- pende geruchten omtrent misdaad en kwaad willigheid reeds een vaste meening gevortlid had, de commissie geen aanleiding had, harerzijds daaromtrent een nader onderzoek in te stellen, tenzij tot dusver onbekende feiten of aanwijzingen een nieuw licht moch ten geven. Samengevat oordeel. Als hoofdoorzaak moet worden aange2ien het buitengewoon ongunstige weer, waarin het vliegtuig zich bevond. Waarschijnlijk hebben tot het ongeluk bij gedragen de minder gunstige vliegeigen- schappen van het toestel in zeer slechte weersgesteldheid en de nog geringe praktijk, die de piloten met het toestel verkregen had den. De mogelijkheid van blikseminslag en dientengevolge van plotselinge verdooving of dood van de piloten is als oorzaak van het ongeval evenwel niet uitgesloten. De commissie vereenigt zich dus in hoofd zaak met de door dr. van der Maas in zijn rapport neergelegde conclusies, welke luid den als volgt: 1. De oorzaak van het ongeval is hoogst waarschijnlijk niet gelegen in brand, breuk of blikseminslag in de lucht, zoomin als in sto ringen van technischen aard. 2. Het moet waarschijnlijk worden geacht, dat de zeer ongunstige weersomstandigheden tezamen met minder gunstige vliegeigen- schappen van het toestel in zware remous en vermoeidheid van den vlieger geleid hebber, tot de botsing met den grond, die de cata- strophe tengevolge had. DE ONTHULLINGEN UIT OSS. P. de B. heeft gisteren een beken tenis afgelegd over een misdrijf waaromtrent tot dusver niets be kend was. Nadat P. de B. gistermorgen in de mare chaussee-kazerne te Uden den moord op zijn neef Gerrit had bekend, heeft hij nog een be kentenis afgelegd over een misdrijf van de bende, dat nooit ruchtbaar is geworden. De bandieten hadden indertijd van welinge lichte zijde bericht ontvangen dat de landbou wer v. d. Elzen, wonende op de buurtschap de Hoeve te Uden veel geld in huis zou hebben, en onmiddellijk werden plannen gesmeed om hem ervan te ontdoen. Daar het ter plaatse vrij dicht bebouwd is, achtte men het gevaarlijk om de familie v. d. E. te overvallen en het complot besloot daarom den meer en meer gebruikelij- k-i weg te volgen en een naburig huis in brand te steken. Het was dan vrijwel zeker dat de be woners hun buren zouden gaan helpen en van die gelegenheid zou men gebruik maken om binnen te sluipen en den buit te bemachtigen. Het plan zou uitgevoerd worden door P. de B.f de Ceel, de Rut en de jonge Toon de Soep. Op Zaterdagavond 17 Februari van het vori ge jaar begaf het viertal zich naar Uden, waar men de boerderij van De Groot, die dicht bij de hofstede van v. d. Elzen was gelegen, in vlam men zou doen opgaan. De brand werd doof de Ceel gestookt en in een minimum van tijd brandde de boerderij als een fakkel. Het gezelschap had evenwel pech. In de eerste plaats verlieten niet alle leden van het gezin v. d. Elzen het huis, om naar den brand te gaan kijken en bovendien zetten de vlam men de omgeving in zulk een zee van licht, dat men onmogelijk het huis ongemerkt kon bin nensluipen. Toen kort na het uitbreken van den brand bovendien de marechaussee nog ter jlaatse verscheen, achtten de brandstichters het raadzaam maar spoedig den aftocht te bla zen. De behuizing van De Jong is tot den grond afgebrand, en tot heden was dê oorzaak onop gehelderd gebleven. Naar wij vernemen blijft B. uit Veghel nog steeds ontkennen dat hij P. en G. de B. des tijds opdracht heeft gegeven tot brandstichting in zijn bakkerij te Megen. De politie heeft met de arrestatie van B. juist op tijd ingegrepen, want de aangehoudene had reeds maatregelen getroffen naar elders de wijk te nemen. Uit alle. blijkt dat hem na de bekentenissen van de Otsche misdadigers hem den grond te Veghel te warm onder de voeten werd. Twee dagen voor zijn arrestatie had hij zijn hotel te Veghel aan derden verhuurd. Zekere N. S. opnieuw gearresteerd. De gemeentepolitie te Oss heeft gisteren op nieuw gearresteerd zekeren N. S., voordien reeds aangéhouden als verdacht van medeplich tigheid aait de brandstichting in het paviljoen op. het gemeentelijk sportpark te Oss. Nadat hij reeds voor den officier van justitie was geleid is hij op vrije voeten gesteld, omdat zijn mede plichtigheid niet bewezen kon worden. Uit de bekentenis van dikke Toon de Soep is thans gebleken, dat hij er wel degelijk bij betrokken was en hij zou met Sch. samen den brand heb ben gesticht. Zij hadden het meuibilair met benzine overgoten en het toen in brand gesto ken, waarna zij wee- waren vertrokken. ONGEVAL IN ROTTERDAMSCHE HAVEN. Stoker verdronken. Toen gisteravond de sleepboot „Wingi" lig plaats ging nemen bij de voormalige werf van Piet Smit aan den Kreekweg te Rotterdam, wilde de 42-jarige stoker I. Eikenhout over springen op een andere sleepboot, nog vóór het eerste vaartuig vast lag. Hij sprong mis, ge raakte te water en zonk, vermoedelijk doordat de schroef van de sleepboot een sterke beroe ring in het water veroorzaakte. De politie heeft geruimen tijd in de omgeving gedregd en het gelukte haar tenslotte, het lijk van den stoker op te halen. De man, die ge huwd was, woonde in de Zwijnenstraat te Rot terdam. JACHT OP EEN BERUCHT MISDADIGER. Inzake de kerkdiefstallen. Nu de politie door de arrestatie van V., ge boortig uit Beek, te Maastricht en van S. te Lutterade, welke beiden zijn opgesloten in de strafgevangenis te Roermond, volkomen zeker heid heeft gekregen, dat de 36-jarige J. H. te Beek, de dader is van talrijke diefstallen, wel ke gedurende den laatsten tijd zijn gepleegd in Zuid- en Midden-Limburg, maakt zij in samen werking met dé marechaussee sedert eenige da gen ijverig jacht op dit gevaarlijke sujet. De gearresteerden hebben als medeplichtigen van J. H. een bekentenis afgelegd. J. H., die een zwerver is, is den laétsten tijd een gevaarlijk individu geworden. Hij wordt door de politie tevens verdacht van de enkele maanden gele den te Geleen gepleegden overval mét beroo- ving en van de te Beek en in tal van andere Limburgsche plaatsen gepleegde kerkdief stallen. J. H., die nog slechts enkele maanden gele den wegens zijn actieven smokkelhandel het verblijf aldaar is ontzegd, wordt thans, in de veronderstelling dat hij om dezé reden gezocht wordt, door tal van gezinnen in bescherming genomen, bij welke hij in schuren, stallen enz. nachtverblijf krijgt. Aangezien de man, zooals gezegd, aan tal van andere delicten debet is, rekenen de politie autoriteiten op de medewerking van de be volking. J. H. slaapt geregeld in de open lucht, in de veldgewassen. Overal ziet men hem opduiken, doch in zijn schuwheid weer even snel verj dwijnen. Alle huiszoekingen bij nacht en ontij bleven tot heden vruchteloos. De opsporingen worden echter met kracht voortgezet. Te be- voegder plaatse worden1 gaarne mondeling of schriftelijk aanwijzingen omtrent den gezochte ingewacht. 1300 GESTOLEN. Tc Beek in Limbur*. Naar eerst thans bekend wordt is een dezer dagen in den laten avond in de woning van den gehuwden mijnwerker O., wonende Sta. tionsstraat te Beek in Limburg, een som gelds ontvreemd ten bedrage van 1300. Dit bedrag, dat deze zorgvolle huisvader met groote opof feringen heeft vergaard, teneinde binnenkort een zaak te kunnen beginnen, was in contan ten in huis bewaard en opgeborgen in een blikken trommel. Tijdens de afwezigheid van het gezin moet de diefstal door een goede be kende zijn gepleegd. Toen de bewoners thuis kwamen vonden zij de voordeur geopend. Ech ter is op het geld niet direct acht geslagen, zoodat de diefstal eerst later ontdekt is. De sleutel van de geldkist was geborgen in een nevenvertrek en is wederom op dezelfde plaats gedeponeerd. De geldkist zelve was onder kleeren e. d. verborgen. Men heeft nog geen aanwijzingen omtrent den dader of de daders. SPOORWEGTEKORT GESTEGEN. In 1934 ruim f 30 millioen. Het blijkt uit den staat van gemeenschap pelijke baten en lasten der Hollandsche IJzeren Spoorweg Mij. en der Mij. tot Expl. der Staatsspoorwegen, dat het tekort is op- geloopen van 27.070.974 in 1933 tot 30.798.164 in 1934. In 1932 heeft het tekort 15.694.915 be dragen, zoodat het in het afgeloopen jaar minder sterk is gestegen. PRINSES OP SCHIPHOL. Tijdens demonstratie voor Roode Kruis op 20 Juni. Naar wij vernemen, zal de medische dienst van de K. L. M. Donderdag 20 Juni a.s. op Schiphol voor het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis een demonstra tie geven met een voor ziekenvervoer inge richt Fokkertoestel van het type F Vllb, waarmede reeds verscheidene patiënten, voornamelijk uit het buitenland, naar Ne derland zijn vervoerd. De voorzitster van het Roode Kruis, Prin ses Juliana heeft het voornemen deze de monstratie bij te wonen. Van Haar tegenwoordigheid op Schiphol zal dan tevens gebruik worden gemaakt om de Florence Nightingale-medaile, welke aan zuster A. Westerhof, hoofd van de verpleeg sters van de Vrijwillige Burgerwacht te Amsterdam, is toegekend, uit te reiken. BRAND DOOR BLIKSEMINSLAG. Te Dreumel (N.Br.) In den afgeloopen nacht om 12 uur sloeg tijdens een hevig onweer de bliksem in het pand aan de Maasdijk te Dreumel (N. Br..) bewoond door de familie J. Küsters. Het huis, welks dak met riet was bedekt, stond spoedig geheel in vlammen en wel dra was ook het aangrenzende pand, be staande uit mandenmakerij en woonhuis en bewoond door de familie G. Luyten, door 't vuur aangetast. Aan blusschen viel niet te denken, ook 'n derde pand, waarin gevestigd waren een schilderswerkplaats, bakkerij en café, be woond door de familie W. Buter, kon niet voor het vuur gespaard blijven. De plaatselijke brandweer bestreedt het vuur met alle kracht, doch moest zich be perken tot het nathouden van de omliggen de panden. Eerst te twee uur was men, me de door den hevigen regenval, het vuur meester. Van de inboedel kon slechts weinig wor den gered, terwijl de schade slechts gedeel telijk door verzekering wordt gedekt. N.S.B. LEDEN VAN DE EERSTE KAMER. Aangewezen bij besluit van den leider. „Volk en Vaderland" bevat de volgende mededeeling: Bij besluit van den Algemeenen Leider van 12 Juni 1935 zür aangewezen, om zit ting te nemen in de Eerste Kamer der Sta ten Generaal. 1. M. Graaf de Marchant et d'Ansem- bourg, gewestelijk commissaris der N. S. B. in de 3e inspectie; 2. Mr. A- J. van Vessem, te Utrecht, rechtskundig raadsman der N. S. B. MOORDAANSLAG TE ALBLASSER- D\M. Ruzie om een geldkwestie. Het slachtoffer niet levensgevaarlijk gewond. Gisteravond omstreeks half zeven heeft de 60-jarige H. D., zonder beroep, wonende te Alblasserdam een aanslag gepleegd met een geladen revolver op den 32-jarigen P. G. V., van beroep veekoopman, wonende te Willin- ge Langerak. Enkele voorbijga igers zagen den veekoop man met bloedend hoofd uit het huis van t>. vluchten. V. was bij D. op bezoek. Er was een ruzie en een handgemeen ontstaan om een geldkwestie. Plotseling trok D. een revol ver en schoot op V., die niet levensgevaarlijk in den rug werd getroffen. Deze vluchtte door het raam omdat de deur gesloten was en liep daarbij nog eenige wonden op. Het slachtoffer had de revolver die hij aan D. had weten te ontrukken in de hand en zette liet op een loopen. Bij het raadhuis wist men hem te grijpen en zij brachten hem, geheel overstuur in het raadhuis waar geneeskun dige hulp werd ingeroepen. Dr. A. de Haan constateerde dat V. geen levensgevaarlijke verwonding had opgeloo- pen. De burgemeester heeft den dader, die in middels was gearresteerd, een verhoor afge nomen. De dader bekende volledig. Hij is ter beschikking van den officier van justitie te Rotterdam gesteld. De revolver waarmede de aanslag is gepleegd is in be slag genomen. Het slachtoffer is per auto naar zijn woning vervoerd. t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 8