Stad en Omgeving.
Jladiopwgcamtna
SeuMteton
EVAARLIJK SPEL
Organisatie openbaar ge
woon lager onderwijs
gedurende het schooljaar
1935-1936.
2
B. en W. schrijven in bijlage na. 102:
Bij de betnauwteting van die gemeente-be-
grootirag voor 1906 hebben wij uwe verga
dering ons voornemen medegedeeld te ral
len voorstellen oen na 1 Augustus a.s. bij het
openbaar gewoon lager onderwijs geen bo
ventallige onderw ij<zers( essenmeer werk
zaam te doen zijn en deze te vervangen door
kweefcelingen met akte, echter niet duur
zaam, maar tijdelijk, bij wijze van over
gangsmaatregel.
Wij zijn tot deze toezegging gekomen, om
dat de financieele toestand van de gemeente
het dringend noodzakelijk maakt op de uit
gaven voor boventallig onderwijzend perso
neel belangrijk te bezuinigen.
Aan de band van de vermoedelijke bezet
ting der verschillende klassen met den aan
vang van bet eerstvolgende schooljaar en de
gevolgen daarvan bij handhaving van den
thans bestaanden toestand, welke gegevens
wij voor u ter inzage zullen leggen, hebben
wij overwogen, welke maatregelen kunnen
worden getroffen om tot bet gestelde doel te
geraken.
Maar mate van het tempo, waarin de ver
mindering, c.q. afschaffing, van boventallige
leerkrachten zal plaats hebben, zullen ode
de te treffen maatregelen minder of meer in
grijpend moeten zijn.
Hierbij is ievens in acht te nemen, dat in
de naaste toekomst in het algemeen wellicht
niet op toename van leerlingen kan worden
gerekend. De aantallen op 1 April j.1. in het
bevolkingsregister ingeschreven niet-R.K.
kinderen (dus met inbegrip van de voor de
beide christelijke scholen bestemde leerlin
gen), voor wie achtereenvolgens toelating t >t
de eerste klassen zal kunnen worden ge
vraagd, bedragen voor het eerstkomende
schooljaar 270 en voor de daarop volgende
schooljaren resp. 291, 253, 275, 252 en 279.
Een in 1936 wellicht iets grooter aantal
leerlingen dan thans voor de eerste klassen,
gaat in het totaal weer verloren door het
verdwijnen van de zesde klassen.
Wanneer geen bijzondere maatregelen
worden getroffen, zal het aantal boventalli
ge leerkrachten ten minste 4 blijven, n.1. aan
de Tesselschade, de Bosboom-Toussaint-, de
Hofdijk- en de Rochdaleschool elk 1, waar
bij wij er in het bijzonder nog op zullen
moeten letten, dat voor de Bosboom-Tous
saintschool en voor de Lindenschool dit jaar
de vereischte gemiddelde aantallen leerlin
gen bereikt worden. Het getal van 4 kan niet
gehandhaafd worden, zelfs niet in geval van
vervanging door kweekelingen met akte. De
uitgaven voor deze laatsten toch komen in
aanspraak®
101 der Lager-onderwijswet 1920. Te reke
nen naar een belooning per kweekeling per
jaar van 800, op welk bedrag wij, indien
uwe vergadering zich met onze voorstellen
vereenigt, de belooning vooralsnog zouden
willen handhaven, zou het genoemde bedrag
per leerling een verhooging ondergaan met
plm. 0.50 voor iederen in dienst te nemen
kweekeling, en de vergoeding in totaal meer
dan 1000 per jaar hooger worden, zoodat
4 kweekelingen een uitgaaf zouden vorderen
van plm 7500.
Toch zouden wij thans niet zoover kunnen
of willen gaan om tegen 1 Augustus of 1
Januari a.s. alleen verplichte leerkrachten te
hebben. De daarvoor te treffen maatregelen
zouden ten deele wellicht niet uitvoerbaar
zijn. Overigens zouden zij, naar het ons
voorkomt, in eens te ingrijpend zijn, vooral
ook in verband met de omstandigheid, dat
in het algemeen het gemiddeld aantal leer
lingen van een school in het afgeloopen ka
lenderjaar beslissend is ten aanzien van het
aantal verplichte leerkrachten aan die school
gedurende het loopende kalenderjaar.
Wij geven daarom de voorkeur aan een ge-
lei del ij ke vermindering, om ten slotte, zoo
mogelijk en noodig, tot opheffing van het
instituut der boventallige leerkrachten te ge
raken. Daarnaast zouden wij intusschen het
aantal scholen of het aantal klassen van el
ke school niet willen beperken, en zooveel
mogelijk willen handhaven het beginsel, dat
de kinderen worden geplaatst op de door de
ouders gewenschte school. Met deze beide
omstandigheden kan geen rekening worden
gehouden in geval van opheffing of geleide
lijke opheffing van een school. Bovendien be
staat daartegen het bezwaar, dat eensdeels
het opleidingsonderwijs aanmerkelijk zou
worden beperkt en de gemeente ten deze wel
licht niet meer ten volle aan de verlangens
der ouders zou kunnen voldoen, op welk
punt wij hierna nog terug komen, anderzijds
de klassen der in stand te houden scholen 'n
volle of vrijwel volle bezetting zouden heb
ben, zoodat in vele gevallen voor nieuw in
komende leerlingen geen plaats meer be
schikbaar zou zijn.
Naar het ons voorkomt, blijft dan alleen
over de maatregel van combinatie van klas
sen.
De thans toe te passen beperking van het
aantal leerkrachten zouden wij gelijkelijk
willen verdeelen over de opleidings- en de
niet-opleidingsscholen. Elke soort heeft thans
2 boventallige leerkrachten (Tesselschade- en
Bosboom-Toussaintschool, Hofdijk- en Roch
daleschool), welk getal dan voor elke soort
is terug te brengen tot 1.
Op grond van de aantallen leerlingen ko
men in de eerste plaats voor beperkig in
aanmerking de Bosboom-Toussaintschool en
de Hofdijkschool.
De le en 2e klassen van de Bosboom-
Toussaintschool zullen waarschijnlijk 17 en
22, samen 39 leerlingen tellen, de le en 2e
klassen van de Hofdijkschool waarschijnlijk
23 en 35, samen 58, en de 3e klasse van deze
school waarschijnlijk 27, totaal 85 leerlin
gen. De combinatie zal zoodanig moeten
zijn, dat aan elke school het onderwijs door
5 leerkrachten kan worden gegeven. Wij zul
len nog nader overwegen, welke wijze van
combinatie het minst schadelijk voor het on
derwijs kan worden geacht. Voor wat de op
leidingsscholen betreft, zullen alle aanvra
gen om toelating kunnen worden ingewil
ligd. Beperking der combinatie aan de Hof
dijkschool tot de klassen 1 en 2 heeft tot ge
volg, dat een nader te bepalen aantal kinde
ren zal moeten worden overgeplaatst naar
andere scholen. Door in de combinatie ook
de 3e klasse te betrekken en b.v. de 2e klasse
ten deele te voegen bij de le en ten deele bij
de 3e, zal deze overplaatsing een geringer
omvang aannemen of wellicht niet noodig
zijn. Eerstgenoemde combinatie heeft o.m.
het voordeel, dat de aantallen leerlingen aan
andere scholen verhoogd worden en eener-
zijds de kans op behoud van alleen verplich
te leerkracten grooter wordt, en anderzijds
het overbodig worden van boventallige leer
krachten kan worden bespoedigd.
De tewerkstelling van een kweekelinge met
akte aan de Bosboom-Toussaintschool kan
worden beëindigd. Aan de Hofdijkschool
komt één vastaangestelde leerkracht in aan
merking voor ontslag, met aanspraak cp
«wachtgeld ten laste van het Rijk.
De Tesselschadeschool en de Rochdale
school zullen dan elk één boventallige leer
kracht behouden. Deze plaatsen kunnen
worden ingenomen door kweekelingen met
akte, met gelijktijdig ontslag van de beide
thans in tijdelijken dienst zijnde leerkrach
ten.
Wij ontveinzen ons niet, dat na tot stand
koming van beide hiervoor genoemde maat
regelen nog geen blijvende toestand wordt
verkregen, zelfs niet met behoud van 2 bo
ventallige leerkrachten. Wanneer aan een
school net gemiddeld aantal leerlingen tot
beneden 186 daalt en daarnaast een ander e
school niet een zoodanig gemiddelde heeft
bereikt, dat daar de boventallige leerkracht
kan verdwijnen zijn nieuwe maatregelen noo
dig om een beperking tot 2 boventallige leer
krachten te behouden. Zal met het oog op
den financieelen toestand van de gemeente of
andere omstandigheden te zijner tijd een ver
dere beperkig noodig blijken, dan zullen
nog uitgebreider maatregelen moeten worden
getroffen. Niet uitgesloten is het te achten,
dat dan vier- of zelfs drie-mansscholen moe
ten worden gevormd.
Wij hebben over deze aangelegenheid ad
viezen gevraagd van daarvoor in aanmer
king komende onderwijs-instanties en -orga
nisaties. Wij zullen de ingekomen adviezen
voor u ter inzage leggen.
Sommige van de in deze adviezen vermel
de punten geven ons aanleiding tot een na
dere beschouwing
Gewezen wordt o.m. op een andere wijze
van bezuiniging op onderwijsuitgaven, n.1.
op de kosten van onderhoud van de school
gebouwen, door dit onderhoud te onttrekken
aan den dienst der gemeentewerken en op te
dragen aan de hoofden van scholen. Wij
hebben indertijd met één school een proef
in dezen geest genomen. Deze proef is niet
voortgezet. Mocht blijken, dat op het onder
houd van schoolgebouwen bezuiniging mo
gelijk zou zijn, dan zou deze niet in plaats
van, doch naast een bezuiniging op uitga
ven voor boventallig onderwijzend personeel
moeten worden ingevoerd.
In één der adviezen komt de opmerking
voor, dat de voorgestelde maatregelen ge
voegelijk een jaar kunnen worden uitgesteld,
omdat daardoor toch geen bezuiniging
wordt verkregen. Door de wettelijke voor
schriften is het inderdaad mogelijk, dat be
zuiniging gedurende het eerstvolgende
schooljaar achterwege blijft. Immers de kos
ten van het in dienst nemen van kweekelin
gen met akte zijn terstond van invloed op de
vergoeding, uit te keeren aan bijzondere
schoolbesturen, terwijl deze laatsten daar
naast bovendien nog gedurende een jaar aan
spraak behouden op vergoeding der wedden
van boventallige leerkrachten. Ontslag van
zoodanige vastaangestelde leerkrachten, niet
op eigen verzoek en met ingang van een dag,
voorafgaande aan dien, waarop dfe aan
spraak op vergoeding der wedden eindigt,
wordt in den regel in beroep niet gehande
haafd. Wanneer deze leerkrachten echter in
tijdelijken dienst zijn, zouden de schoolbe
sturen kunnen medewerken aar het verkrij
gen van spoediger bezuiniging door de ge
meente, door de leerkrachten te ontslaan en
ze te vervangen door kweekelingen met akie.
Wij zullen daartoe aan de schoolbesturen
het verzoek doen. Men moet echter niet uit
het oog verliezen, dat, door thans de maat
regelen uit te stellen, het volgend jaar op
dezelfde gronden opnieuw uitstel kan wor
den bepleit. Slechts de uiteindelijk te verkrij
gen bezuiniging moet grondslag voor de te
nemen beslissing zijn. En deze bestaat per
leerkracht uit het verschil tusschen de wedde
van een onderwijzer(es), in minimum op 21-
jarigen leeftijd 1179, doch in den regel
meer bedragende, en de belooning van een
kweekeling, voorgesteld op 800.
Hetzelfde advies bevat ook nog de opmer
king, dat een andere wijze van bezuinigen
mogelijk is, door n.1. niet voor het oplei
dingsonderwijs geschikte leerlingen te plaat
sen op niet-opleidingsscholen. Aan deze laat
sten zouden dan dé boventallige leerkrach
ten komen te vervallen, terwijl één vol-bezet-
te opleidingsschool tot stand komt, desnoods
met één of meer parallel-klassen. Wij kun
nen deze gedachte niet overnemen. In de eer
ste plaats is het zeer de vraag, of bedoeld
aantal over te plaatsen leerlingen zoo groot
is, dat met één opleidingsschool voor de
overblijvende leerlingen kan worden vol
staan, vooral ook, omdat pas in de hoogere
klassen omtrent de al of niet ge9chiktneid
een oordeel kan worden gevormd, en dus
ook eerst door ontvolking zou kunnen plaats
hebben. Vorming van een parallel-klassen
maakt de kans op het hebben van bovental
lige leerkrachten in geen geval kleiner. Ook
is niet te verwachten, dat bedoelde leerlingen
in het algemeen in de eerste plaats zouden
gaan naar beide of één van beide niet-oplei
dingsscholen, die thans boventallige leer
krachten hebben. Maar verder zal zoodanige
maatregel, naar het ons voorkomt, niet een
zijdig kunnen worden genomen. Daarnaast
zullen dan leerlingen van niet-opleidings
scholen, die geschikt zijn voor opleidings
onderwijs, naar een opleidingsschool moeten
worden overgeplaatst. Een en ander zal tot
allerlei moeilijkheden aanleiding geven, en
de kans op het verwachte resultaat weer be
langrijk doen dalen."
Nog bevat één der adviezen het voorst ei
om aan de le klasse van de Bosboom-Tous
saintschool toe te voegen 10 van de leerlin
gen, aangegeven voor dezelfde klasse van de
Tesselschadeschool, waardoor beide scholen
boven het gemiddelde van 186 leerlingen
zullen blijven. Men verliest daarbij echter
uit het oog, dat dan de klassencombinatie
aan de Bosbcom-Touissaintschool achterwe
ge moet blijven en beide scholen een boven
tallige leerkracht zullen hebben, terwijl wij
met één boventallige leerkracht voor de bei
de scholen zouden willen volstaan.
De commissie van bijstand voor het onder
wijs kan er zich mede vereenigen, dat gedu
rende het schooljaar 1935/1936 aan de Hof
dijkschool een klassen-combinatie tot stand
komt, doch geeft in overweging om de Bos-
boom-Touissaintschool geleidelijk op te hef
fen, in dier voege, dat de school gedurende
het volgende schooljaar zal hebben klassen
voor het 3e tot en met 6e leerjaar en in de
daarop volgende schooljaren telkens een
klasse minder, gepaard gaande met een re
geling, waarbij het te veel aan leerlingen
voor de le en de 2e klasse van één oplei
dingsschool met ingang van 1 Augustus a.s.
wordt geplaatst op niet-opleidingsscholen
De commissie is van oordeel, dat op den
duur met één opleidingsschool zal kunnen
worden volstaan, wanneer van het oplei
dingsonderwijs geweerd worden kinderen,
van wie te verwachten is, dlat zij nimmer het
onderwijs zulen volgen, waarvoor wordt op
geleid, en dat vele dergelijke leerlingen thans
le beide opleidingsscholen bezoeken. De com
missie meent, dat een genoegzaam aantal
ouders bereid zal worden bevonden hunne
Woensdag 10 Juli-
HILVERSUM, 1875 M- (VARA-
uitz. 8.— Orgelspel C. Steyn. 8.30
Gr.pl. 9.30 P. J. Kers: Onze keu.
ken. 10.— VPRO-morgenwijding.
10.15 Voor Arb. in de Continube;
dr.: mr. H. O. Drilsma, lezing,
VARA-tooneel olv. W. v. Cappellen
en gr.pl 12.— De Zonnekloppers o
1 v. C. Steyn. 12.45 Gr.pl. 1.-1.45
Orvitropia olv. J. v. d. Horst. 2.
De Flierefluiters olv. E. Walis. 3.—
Voor de kinderen. 5.30 VARA-
orkest olv. H. de Groot. 6.30 Sport-
uitz. 6.45 Strijkorkest olv. E. Walis
7.10 Ir. L. S. P. Scheffer spreekt
over Stadsuitbreiding. 7.30 Schal
mei olv. P. Renes. 7.50 Bij den ver-
keersdokter. 8.Herh. SOS-ber,
nieuwsber. en VAR-Varia. 8.15
Dubbel X olv. C. Steyn mmv. Jenny
Lee, zang. 8.45 De jacht in de
nacht, spel van F. v. Duin, m. m.
v. VARA-tooneel olv. W. van Cap
pellen. 9.35 Gr.pl. 10.15 VARA-
orkest olv. P. Tiggers mmv. Johan
Jong, orgel. 11.-12.— Gr.pl.
HUIZEN, 301 M. (NCRV-uitz.)
8.— Schriftlezing en meditatie. 8.15
9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst
olv. ds. D. Tom. 11.12.Ensem
ble v. d. Horst. 12.15 Gr.pl. 12.45
Verv. Ensemble v. d. Horst. 1.45
Gr.pl. 2.Enkrateia-kwartiertje.
3.— Chr. lectuur. 3.30—3,45 Gr.pl.
4.Het Haagsche Trio en gr.pl.
5 Kinderuur. 6.— Causerie Prof,
L v. d. Horst. 6.10 Gr.pl. 6.30
Afgestaan. 7— Ned. Chr. Pers
bureau. 7.15 Rep. 7.30 Landbouw*
halfuur. 8.— Ber. 8.05 NCRV*
orkest olv. P. v. d. Hurk. 9.— Cau
serie prof. J. W. Geels. 9.30 „Lob*
gesang" van Mendelssohn mmv.
solisten, het NCRV-orkest en de
Kon. Utr. Vereen, voor Kerkgezang
olv. J. Wagenaar. 10.35 Ber. 10.40
-12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 10.35
10.50 Morgenwijding. 11.20 Gr.pl.
11.50 Orgelspel Q. MacLean. 12.35
Trocadero-Cinema-orkest olv. A. v.
Dam. 1.35 Orgelconcert H. Daw-
son. 2.20 Het Schotsche Studio-
orkest. 3.10 Piano-recital T. Mars
hall. 3.35 Sted. orkest Bournemouth
olv. R. Austin mmv. B. Marr, viool.
5 05 Gr.pl. 5.35 BBC-dansorkest o
1. v. H. Hall. 6.20 Ber. 6.50 Orgel
spel R. Dixon. 7.20 BBC-Northern-
orkest olv. Morrison. 8.20 „Cable
Ship", actueel hoorspel. 8.50 Han-
delconcert mmv. solisten, koor en
strijkorkest olv. Boyd Neel. 9.50
Ber 10.20 Nieuws uit Amerika.
10 35 't pM-kingtor.-kwintet. 11.20
12.20 Roy Fox en zijn Band.
RADIO PARIS, 1648 M. 7 20 en
8 20 Gr pl. 12.35 Orkestconcert olv.
Touche. 8.20 Zang. 905 Radio*
tooneel. Hierna dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12-20
2 20 Concert uit rest. Wivex. 3.50
—5 50 Omroeporkest olv. Reesen.
8 20 Rep. 9.20 DuPsche liederen.
10 30—1120 Omroeporkest olv J.
Hye—Knudsen.
KEULEN, 456 M. 6.35 Orkest
concert. 11.10 Zang en pw.no.
12 20 Concert uit Breslau. 2.35
Gr.pl. 4 20 Piano-recital. 5.20 Or
kestconcert mmv o.a. Orete Keiler.
7 20 Concert uit München. 8.35
Zang 9.05 Militair concert. 1050
12.20 Populair orkestconcert.
ROME, 421 M. 9.Radio-too-
neel. 9.50 Symphonieconcert.
BRUSSEL- 322 en 484 M. 322 M.:
12 20 en 1.30—2.20 Qr.pl. 5.20 Sa
lon-orkest. 6,35 en 7.35 Or.pl. 8.20
Gulden-Sporendag-progr, 1030—
11.20 Trioconcert. 484 M,: 12.20
Grpl. 12.50 Salonorkest. 1.50—
2.20 en 5 20 Qr.pl. 6.50 Rep. 7.35
Gr.pl. 8.20 Omroeporkest olv. Ga*
son. 10 30—11,20 Dansmuaiek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.35 Rijkazending: Singende
Jugend. 9.05 Voordr. 9,20 Blaas*
concert uit Stettin. 10.20 Ber. 10.50
Cello, en piano-recital, 11.05 Weer-
ber. 11 20—12 20 Dansmuziek olv.
Rob. Gaden.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Keulen 8 10—D sen-
der 10—10.20, Keulen 10.20-
11.50, Droitwich 11.50-13.35,
Keulen 13.35—14 20, D.sender
14.20-15.20, Lond. Reg. 15.20-
16.20, D.sender 16.20-17.20, Keu
len 17.20-18.50, Brussel VI. 18.50
-19.20, Keulen 19.20-20.20,
Brussel Fr. 20.20—21.20, Keulen
21.20-22.20, Brussel VI. 22.20-
22.30, Weenen 22.30-24—.
Lijn 4: Parijs Radio 8.0510.35,
Lond. Reg. 10.3514.20, Droitwich
14.20-18.20, Berlijn 18.2018 50,
Droitwich 18.50—20.20, Lond.
Reg. 20.20-20.50, Droitwich 20.50
—21 50, Lond. Reg. 21.50-24—,
kinderen te doen plaatsen op niet-opleidings
scholen waardoor nu reeds één le en één 2e
opleidingsklasse voldoende zullen zijn.
Wij kunnen het advies tot geleidelijke op
heffing van de Bosboom-Toussaintschool
niet overnemen, op de volgende overwegin
gen.
Gelijk wij reeds eerder hebben gezegd,
willen wij zooveel mogelijk handhaven net
beginsel, dat de leerlingen geplaatst worden
op de door de ouders gewenschte school.
Aanneming van ons voorstel heeft tot ge
volg, dat alle verzoeken kunnen worden in
gewilligd. Met het voorstel der commissie
zal dit niet het geval zijn en zullen voor wat
de le klasse betreft ten minste 10 en van de
2e klasse ten minste 17 leerlingen naar an
dere scholen, dan de gevraagde, moeten wor
den verwezen. Naar de meening van de com
missie zal zulks geen moeilijkheden opleve
ren. Wij deelen deze meening niet. Welke
leerlingen zullen moeten worden overge
plaatst? De niet of het minst geschikten?
Maar hierover kan in de le en 2e klassen
nog niet worden geoordeeld. Dan zij, van
wie op grond van de maatschappelijke po
sitie aer ouders kan worden verwacht, dat
zij te zijner tijd toch niet het onderwijs zul
len gaan volgen, waarvoor aan de oplei
dingsscholen wordt opgeleid? Door dezen
maatregel wordt de school in de richting van
een standenschool gedreven in nog erger
mate dan vroeger het geval was. Kon voor
heen een minder gesitueerde, door zich een
offer te getroosten in den vorm van hooger
schoolgeld, recht op een plaats krijgen, nu
zou ook dat niet meer mogelijk zijn en de
school voor zijn kind gesloten blijven. Wij
kunnen niet aannemen, dat uwe vergadering
deze gedragslijn zou wenschen toegepast te
zien. Dan de jongsten in leeftijd? Hierdoor
verplaatst men de moeilijkheden, voor wat
de eerste klasse betreft, naar een volgend
jaar. Verschillende ouders zullen er dan de
voorkeur aan geven hun kind nog een jaar
thuis te houden. Zoolang het aantal kinde,
ren, voor wie opleidingsonderwijs gewenscht
wordt, te groot is om in één klasse te wor
den samengevoegd, zullen al deze moeilijk
heden zich telkenjare herhalen. Maar zoo
lang kan men evenmin zeggen, dat één op
leidingsschool voldoende in de behoefte kan
voorzien. Zoowel met ons voorstel als met
dat van de commissie blijft bij het oplei
dingsonderwijs één boventallige leerkracht.
Alleen kan het voorstel van ae commissie
wellicht iets eerder dan het onze, de boven
tallige leerkracht aan de Tesselschadeschool
doen verdwijnen. Dit toekomstig mogelijk
voordeel is echter niet zoodanig, dat op dien
grond het voorstel van de commissie thans
ae voorkeur zou moeten hebben boven het
onze, waarmede uwe vergadering zich in
tusschen voor slechts één jaar bindt. Het
volgend jaar komt het vraagstuk opnieuw
aan de orde.
Eventueel zou nog een andere regeling
mogelijk zijn, waardoor de overplaatsing
van leerlingen naar niet-opleidingsscholen
wordt beperkt tot 10 leerlingen van de le
klasse. Uit de 2e en 3e klassen van de Bos
boom-Toussaintschool kunnen zooveel leer
lingen worden overgeplaatst naar dezelfde
klassen van de Tesselschadeschool, dat beide
eerstgenoemde klassen kunnen worden ge
combineerd, in welk geval de Bosboom-
Ioussaintschool geen le klasse zou hebben,
en dus ook een begin van opheffing van deze
school aanwezig zou zijn. terwijl met 4 leer
krachten kan worden volstaan. De Tessel-
Uit het Engelseh
van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
77)
„Hij is hier geweest, terwijl ik uit was.
Ik ben juist op het punt te gaan dineeren
Ik was van plan vanavond bij u te komen.
Ik heb bevel gekregen om op de Clytie
dienst te nemen en morgen te vertrekken".
„Ik ga met je mee dineeren. Zullen we
naar Berkely gaan?"
„Waar u wilt", antwoordde Guy opge
wekt en ze gingen samen weg.
„Wacht eens, de Clytie is dat niet een
van de nieuwe torpedojagers?" vroeg de
baron.
„Ja, een nieuw type".
„Prachtig! Voor je weggaat moet je goed
met juffrouw Glyn afspreken. We zullen
haar na het eten gaan opzoeken".
Het restaurant van het Berkelyhotel was
overvol, maar zij slaagden er toch in een
tafeltje te vinden. Met moeite at Guy iets.
De toestand was vol gevaar en hij moest
trachten Valda door de telefoon te spre
ken en haar te waarschuwen. De baron
scheen in zijn schik te zijn, dat Guy op de
Clytie geplaatst was en vroeg onder den
maaltijd allerlei inlichtingen.
„Is de prins al uit Londen vertrokken?"
vroeg Hallam.
„Ja. Het zal u genoegen doen te hooren,
dat hij een uitstekende meening over u
heeft. A propos, u kent Furber tamelijk
goed, hè?"
„Als collega. Wij zijn nooit vrienden ge
weest", antwoordde Guy naar waarheid.
„Hij schijnt te denken, dat u niet in
staat is tot wat u gedaan hebt".
„Ik heb nooit gezegd, dat ik het graag
deed".
„Maar juffrouw Glyn is er in geslaagd u
er mede te verzoenen, is het niet?
„Ik zou heel veel willen doen voor juf
frouw Glyn".
„De tegenwoordige toestand kan niet lang
meer duren. Oostenrijk stelt een ultimatum
aan Servië en wij zullen groote dingen
zien. Dank zij u is onze positie een zeer
machtige".
„Denkt u dat er oorlog komt?"
„Ik kan u nu vertrouwen. Ja, Hallam.
De oorlog is zeker".
„Met Engeland?"
„Wij hopen van niet. De keizer denkt het
niet. Maar
„En u zelf? Wat denkt u?"
„Ik vind dat we ons op alle mogelijkhe
den moeten voorbereiden".
Er was geen gelegenheid om Valda te
telefoneeren en niet een angstig voorgevoel
ging Guy met den baron op weg naar Val
da's kamers.
„Zal ik eerst naar boven gaan?" vroeg
Guy terloops, toen zij uit de auto stapten.
„Neen, we zullen samen gaan", antwoord
de de baron.
Marie deed de deur open en de baron
vroeg of juffrouw Glyn thuis was.
„Ik geloof, dat ze juist naar bed gaat",
antwoordde het meisje.
„Dan doen we misschien beter met mor
genochtend terug te komen", stelde Hallam
voor.
„Neen", antwoordde de baron beslist.
„Vraag juffrouw Glyn om zoo spoedig mo
gelijk bij ons te komen", zei flij en ging toen
de zitkamer binnen.
Na eenige minuten kwam Valda binnen,
ging regelrecht naar Guy toe en stak hem
haar lippen toe.
„Ik ben zoo blij dat ik je zie", fluisterde
zij, toen hij haar gekust had.
De baron keek hem onderzoekend aan.
„Mijnheer Hallam gaat vanavond naar zijn
schip. We vinden het jammer om je te sto
ren Valda, maar ik wil zeker weten dat al
le voorbereidingen getroffen zijn, zoodat je
met elkaar contact kunt houden".
Hij nam twee kaarten uit zijn zak en gaf
er één van aan Guy en één aan Valda.
„Deze code is eenvoudig, maar veilig.
Valda, je zult haar gemakkelijk begrijpen
zeide de baron en begon haar toen zorg
vuldig aan Guy uit te leggen. Eindelijk was
hij voldaan en stond op om heen te gaan.
„Jullie jongelui zult niet veel tijd meer met
elkaar alleen zijn, dus ik neem afscheid".
„Goeden nacnt", zei Guy mechanisch.
„Denk er om ik wil dadelijk hooren
van elke groote manoeuvre van uw vloot.
Dat is van het grootste belang", riep Bran
den nog bii de deur
Zoocfra hij weg was, haalde Valda ver
licht adem.
„Ik ben zoo blij dat je gekomen bent,
liefste. Ik heb me zoo ellendig gevoeld. De
baron zal toch niet gezien hebben dat ik
gehuild heb?" vroeg ze angstig.
„Ik denk het niet
„Sommige vrouwen schreien van geluk,
dus het doet er ook niet toe of hij het ge
zien heeft... Guy, Heb je me nog iets te
zeggen?" vroeg ze met een snik.
„Je bent een dapper meisje. Ik was bang,
dat je iets zoudt zeggen dat hem achter
dochtig zou maken".
„Tooneelspelen is een deel van mijn op
leiding als spion geweest", zei ze bitter.
Toen vatte Guy een besluit.
„Valda. We zullen dezen dag verge
ten", zei hij ernstig.
„Heb je me vergeven?"
„Ik ga morgen aan boord. Misschien ver
laat ik vanavond Londen al voor bijzondere
diensten".
„Ik ben toch zoo gelukkig dat je van
avond nog gekomen bent. Nu zal ik kunnen
slapen en misschien gelukkige droomen
hebben. Als ik je maar kon doen begrijpen
hoe ik geleden heb sinds je me hebt veria
ten. Ik dacht over alles na en mijn hart was
dood
„Arm kind. Ik zal probeeren je gelukkig
te maken zei hij.
„Dat doet een lief woord van jou altijd.
Ik leef voor jou, liefste".
Hij kuste haar teeder en ze uitte een kreet
toen zij begreep dat hij wegging.
„Misschien zien we elkaar in maanden
niet terug. Waar is je schip?"
„In Weyport".
„Daar is Stella. Ik zal aldoor denken
dat
„Valda, vertrouw je me niet?" vroeg hij
streng.
„Jawel, maar ik kan er niets aan doen dat
ik jaloersch ben. Iedere vrouw, die lie'
heeft, ig jaloersch".
„Ik moet nu gaan. Als het kan zal
morgen nog komen vóór ik wegga. Al# ik
vannacht nog ga, zal ik schrijven".
„Dag lieveling. Ik bedank je, dat je
goed voor me geweest bent. Je zult er nooit
spijt van hebben".
Ze klampte zich aan hem vast, zoodat
hij haar armen los moest maken. Zijn bjl'
zijn zou in Ryderstraat noodig kunnen wjn
en hij moest zoo gauw mogelijk terug gaan-
Lr kwam een taxi voorbij, die hij aatlriff'
Met een vermoeide zucht liet hij zich in <>e
kllSfiPrifi ualU»
kussens vallen.
J"Jad hij goed gedaan? Hij had
aeld onder de ingeving van het oogenbi
en was nu aan valda gebonden met
een onverbreekbare band scheen te zijn
t"j goed gedaan? vroeg hij zichzelf al**®
weer af
(Wo;«h verv
olgdl