VAN ALLES WAT. VOOR ONS HUIS. De kinderkamer wordt veranderd. T wmm fü MEER BLOEMEN IN ONZE OMGEVING. STRANDJURK. ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. Klnderkleeding vormt in de mode een op- zich-zelf-staand geheel. Natuurlijk worden wel in groote trekken de richtlijnen der mode voor volwassenen gevolgd; maar in de eerste plaats wordt rekening gehouden met de speciale behoeften van het kinderlichaam. Dus: geen nauw aansluitende kleertjes, die de spieren belemmeren in hun bewegingen, geen nauwe rokken, waarin ze niet kunnen hollen en vliegen, geen „mooie" kleeren, waarin ze zich niet mogen bewegen. Ruime gemakkelijk zittende kleeding, dat is het wat de kinderen noodig hebben. Op de eerste afbeelding ziet u een zeer practisch manteltje voor regenweer. Het is van geïmpregneerde stof vervaardigd en heeft een capuchon, die uitgevoerd is met hetzelfde geruite materiaal, waar ook het regenhoedje van gemaakt is. Daaronder een jurkje voor mooie warme dagen. Het is gemaakt van wasch- en licht- echte katoen, in een vrooltjk dessin. Aardig van dit jurkje zijn de mouwtjes, die in „tuit- ^orm gehouden zijn. De rok heeft diepe looien. Ook in de zomer gaan we graag eens een, avond naar theater of schouwburg. Het spreekt vanzelf, dat we dan niet dezelfde japonnen dragen, als in de winter. Een bij zonder aardige vondst voor zomersche theatertoiletten bestaat uit de „mantelcos- tuums" van taft, moiré of organdie. Deze costuums bestaan uit een japon, die tot op de grond reikt, soms zelfs een weinig sleept en daarover een drie-kwart lange mantel van hetzelfde materiaal. Vooral lange slanke vrouwen kunnen deze toiletten met succes dragen. Nog altijd modern is de zwart of wit satijnen rok, waarop dan een blouse van kant, lamé of iets dergelijks gedragen wordt. Deze mode veroorlooft ons bovendien meer dan één schouwburg-toilet te kunnen bezit ten. In Partjs worden de ontwerpers geïnspi reerd door alle tijdvakken en in sommige ja ponnen kunnen we duidelijk de Middel eeuwen herkennen, de flatteuze kleedij der burchtvrouwen. Wie zou willen ontkennen, dat de japon op de afbeelding van wit satijn met goud galon afgezet van een wonderbare bekoring is? Eenvoudige dagelijksche jurken kunnen door de groote strik van zilverkant, lamé of moiré omgetooverd worden in een allerliefst middagtoiletje, JEANNE DE FL. De najaarsschoonmaak is niet zoo heel vei meer af en de meeste hulsvrouwen denken al over veranderingen, die ze dan meteen in inm huis aan zullen brengen. Want de „ver huizing binnenshuis" en schoonmaak gaan meestal samen. De inrichting van de kinderkamer is wei op het kleed te borduren. Van ditzelfde cre tonne kan men ook, als het kind wel een kamer heeft, de gordijnen en de meubelover- trekjes maken. Het spreekt vanzelf, dat er op de grond geen stoffige kleeden komen; alleen voor het bed komt een tapijtje te liggen. Het meesi hyginische is een kurken mat. die geen stof aanneemt. Heeft het kind de leeftijd, dat het treintje gaat spelen met de stoelen, enz. en maakt dit een „beetje" lawaai, dan Leuk is het nu om boven de rand een fries te maken .waarop de hoofdpersonen uit de lievelingssprookjes voorkomen, ook kan men er verschillende dieren op weergeven. Het vervaardigen van deze friezen is een heel gezellig en vlug werkje. Men gaat op de volgende manier te werk: van zwart of don kergrijs niet te dik carton knipt men banden op de breedte, die men het fries geven wil. Van gekleurd papier knipt men vervolgens de figuren, waarvan men weet, dht het kind ze leuk vindt. Het aardigste is natuurlijk, wanneer men verschillende kleu ren voor één dier gebruikt; en dan plakt men ze op het carton. Heel aardig is echter ook. om de figuren wit te laten, zoodat men witte „silhouetjes" krijgt, die misschien nog aardiger zijn, dan de bekende zwarte figuur tjes. Vindt men zoo'n heel fries maken nog te veel werk, dan kan men kleine stukken ma ken, die bij wijze van schilderijtjes aan de wand worden gehangen. RITA. Bloemen, de lievelingen der natuur bren gen geur en levensvreugde in ons bestaan en het is onze taak ze zoo goed mogelijk te verzorgen. Alle bloemen zijn mooi; ook de meest bescheidene hebben haar bekoring; maar ze moeten op de juiste wijze neer gezet en verzorgd worden. Als men snijbloe men koopt, moet men dirct een stukje van de steel snijden en ze in een vaas water zet ten, waarin een weinig zout gedaan is. Ze blijven daardoor langer mooi en iedere knop gaat open. Iedere dag moet hei water ver- verscht worden, dat mag onder geen enkele voorwaarde verzuimd worden, als men de bloemen mooi wil houden en ook moet er iedere dag een stukje van de stengel af gesneden worden. Verder moeten de bloe men opgebonden worden en ieder apart in de vaas gezet worden. Voor deze kleine atten ties wordt ge rijkelijk beloond. Bij het kiezen van de verschillende vazen moet men zeer zorgvuldig te werk gaan. Iedere bloem eischt een bepaalde vaas. Het behoeven niet altijd kostbare vazen te zijn; gewoon glas of aardewerk kan buitengewoon decoratief zijn. We moeten ook nooit te veel bloemen in een vaas zetten; dat is gauw overdadig en leelijk. Platte schalen met twee of drie bloemknoppen of bloesems en wat groen vormen een mooie tafelversiering. Het moest in ieder huis regel zijn, dat er in de vertrekken bloemen staan. Dat is een vreugde voor het oog. In ronde bolvormige vazen moet men groote en zware bloemen zetten. Rozen en anjelieren hooren in groote slanke vazen. De opening mag niet te nauw zijn; de bloemen moeten er ongedwongen in kunnen staan. Veldbloemen staan altijd goed in vazen of pullen van aardewerk. Zijn snijbloemen reeds na een dag verdord en laten ze de kopjes hangen, dan moet men ze 's nachts in een emmer met frisch water plaatsen. Den volgenden ochtend zijn ze dan weer volkomen opgefleurd. Verdorde bloe men moet men dadelijk verwijderen want ze bederven het water en de andere bloemen verdorren daardoor veel vlugger. Willen we onze kamerplanten mooi en groen houden, dan moeten ze ook geregeld verzorgd worden. Tweemaal in de week moe ten ze af gespoten worden. Het kwijnen der planten is dikwijls te wijten aan het ver zuren der aarde door te veel begieten. Men keert de pot voorzichtig om, haalt de kluit dat door alle moeders met de meeste liefde gedaan wordt. Het kind moet al vroeg een eigen rijk hebben ook al is dit nog maar zoo klein. Het moet een plekje hebben,' waar ieder dtag iets tot hem zegt, zijn fantasie prikkelt. We bedoelen met de „kinderkamer" niet bepaald een groote kamer, die met de meeate luxe ingricht is. Nee, met de „kin- bedoelen we ook het hoekje, kinderbedje staat en waar de din- beetaat daar een prachtig middel tegen. De kleine mag sjouwen met de meubelen, zoo veel als hij of zij wil; de ouders zullen van het lawaai geen last hebben, als moeder „sokjes" om de pooten van stoelen en tafel gehaakt heeft. En bovendien beschadigt de vloerbedekking ook niet. Inplaats van het bekende kinderbehang zouden we u iets anders aan willen raden en wel een wandbespanning van hetzelfde cretonne, waar we al eerder over gesproken dfe «f om heen staan, beboeren tot de dar kinderlijke fantasie. Achter het haagt een wandkleed, waarop moeder kruim teek sprookjesfiguren gebor- hoeft. Br zjjn tegenwoordig ook aar ore tonnes in de handel, wasch- en licht- t en niet duur, die met aardige sprookjes- bedrukt zijn, voor bet geval, dat gqen tijd heeft om aetf de verbalen hebben. Deze bespanning bedekt slechts de onderste helft van de muur. Men sluit haar aan de bovenzijde af met mooi gelijk ge zaagde latjes, die in een bijpassende kleur gelakt zijn. Deze latten moeten ongeveer 4 centimeter breed zjjn, zoodat men er nog kleine voorwerpjes op plaatsen kan. De rest van de muur wordt beplakt met een effen papiertje. De strand jurk, waarvan u hier de afbeel ding ziet, is gemaakt van donkerblauwe wol met wit gegarneerd op pennen van 3)4 millimeter middellijn. De jurk wordt gebreid op vier manieren; gewoon recht: een toer recht, een toer averecht, afwisselend. Fijne ribbel: een steek recht, een steek, averecht, afwisselend. Patroontje: lste toer: een steek recht, een steek af halen, een steek recht, een steek averecht; dit herhalen. 2de toer: averecht. Deze beide toeren her halen. Een ribbel: recht heen en terug. Voor het voorstuk zetten we 70 centi meter steken op (ongeveer 200) met blauwe wol. Dan breien we zes toeren in de ribbel, recht heen en terug. Daarna maken we het patroontje; maar breien de eerste en laatste vier steken van elke pen recht heen en terug. Om de vijf toeren breien we bovendien aan het begin en het einde van iedere naald twee steken samen. Dit moet gebeuren na de 4 steken recht heen en terug aan het begin en einde van iedere naald. Als we zoo in het geheel 20 centimeter gebreid hebben, houden we op met de vier steken recht heen en terug en breien het geheel in het patroontje. Met de minderingen gaan we door tot we een breedte van 47 centimeter heb ben op een hoogte van 53 centimeter. Nog twintig centimeter breien, aan iedere zijde afkanten tot men voor de taille een breedte heeft van 38 centi meter. Daarna breien we met witte wol 4 centimeter in een fijne ribbel; daar na gaan we weer 't patroontje breien; maar In het midden komt een recht gedeelte van 8 centimeter breedte. Aan iedere zijde meegeren tot men een breedte heeft van 44 centimeter tegen een hoogte van 16 centimeter. Daarna minderen tot hij een breedte heeft van 24 centimeter. Daarna met blauwe wol een centimeter fijne ribbels ma ken, dan afkanten. Voor de rug steken opzetten, die ongeveer een breedte hebben van 70 centimeter. In het begin hetzelfde breien van het voorstuk. We minderen echter tot we een breedte hebben van 44 centimeter tegen een hoogte van 53 centimeter. Dan nog 20 centimeter breien; men heeft dan een breedte van 35 centimeter. Met witte wol 4 centimeter fijne rib bels voor de taille breien. Daarna weer het patroontje breien en aan iedere zijde meer deren tot men op 15 centimeter hoogte een breedte heeft van 42 centimeter. Daarna aan iedere zijde nog 13 centimeter steken op zetten en over de geheele breedte nog een centtmetr fijne ribbels breien. Deze breedte bedraagt dus 68 centimeter. Afkanten. Daarna naait men voor- en achterkant tegen elkaar. Aan de beide zijkanten blijft aan de onderzijde een split, dat zoo hoog is, als het randje. Van hlauwe wol maken we schouder- bandjes die 2(4 k 3 centimeter breed zijn en een lengte hebben van 53 centimeter. We maken een fijne ribbel Met knoopen en knoopsgaten sluit men ze. Als het kleedingstuk klaar is, perst men het geheel onder een vochtige doek aan de verkeerde kant. MA RIAN B. met wortels er uit en onderzoekt of de wor teluiteinden bruin geworden zijn. Is dit zoo, dan snijden we de wortel zoo ver af, tot het bruine gedeelte verdwenen is. Dan wordt de plant in frissche aarde gezet en na ten poosje bloeit hij weer heelemaal op. Krjjgt de plant misvormde bladeren, dan is het bijna zeker, dat er bladluis op is. Hier helpt alleen dagelijks afspuiten. Men ge bruikt hiervoor water waarin groene zeep en tabaksextract is opgelost. Worden bladplanten in een droog warm vertrek gehouden, dan woont in vele gevallen de roode spin aan de onderzijde van de bla deren. Dat kan men merken aan de ver kleuringen aan de randen van het blad. Ook hier is afspuiten het eenige middel. Onze cactussen hebben vaak last van wol- luis. Deze vertoonen zich in de gedaante van kleine witte vlokjes waarvan de kera met een schilfertje Is, dat zich aan de blaad jes vasthecht. Door afwasschen met spiritus doodt men deze diertjes. Bovendien moet men zich er van vergewissen, dat de eitjes niet uitkomen. Ook hier helpt spiritus. Ail« harde kamerplanten en palmen moeten in ds zomer naar buiten gebracht worden. Ze mo gen echter niet dadelijk in de felle zon ge plaatst worden, daar de bladeren dan ver dorren. Ook het balkon moet verzorgd wordenj iedere bloemist geeft u gaarne inlichtingen over de maatregelen, die getroffen moeten worden, om de bloemen en planten op het balkon zoo mooi mogelijk te doen staan. Nr. 557: gekleede japon van genopte zijde, gegarneerd met wit piqué. Dit patroon is speciaal geschikt voor oudere dames. Bovendien is het zeer slank-kleedend, Benoodigd materiaal: 3.50 meter zijde van 95 centimeter breedte; 50 centimeter wit piqué. Prijs van het patroon: 0.50 cents pet stuk. Nr. 558; aardige japon, die speciaal ont worpen is voor linnen. Groote langwerpig^ knoopen vormen de eenige garneering. Be noodigd materiaal: 4 meter van 90 centi meter breedte. Prya van het patroon: 0 30 cents per stuk. Deze patronen zijn in alle maten tegen bovenvermelde prijzen te verkrijgen bij Je „Afdeeling Knippatronen" van de Uit geversmaatschappij: „De Mijlpaal", Singel 91, Amsterdam. B(j deze prijs wordt 6 cents, extra berekend voor porto-kosten. Toezending aal geschieden na ontvangst van het bedrag, dat kan worden overge maakt per postwissel, in postzegels, of we* per postgiro 41632. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling van een der patronen duidelijk het gewenschte nummer en tevens de Ke wenschte maat. d.w.z. boven-, taille-, heup wijdte, enz. op te geven. Gelieve verder naam en adres zoo volledig en nauwketu ig mogelijk te vermelden; men voorkom daardoor onnoodlge vertraging in *1® sturing.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10