DAGBLAD VOOR
ALKMAAR
EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad.
Ho. 1«
Zaterdag 13 Juli 1935
137e Jaargang
De pachter van den Muziektuin verzocht het mol-teeken voor zijn
pachtsom te mogen zetten, zoodat hij minder hoog zou worden aange-
slagen. Nu de Raad dit geweigerd heeft, dreigt het contract een
kruis te zullen worden.
Het is te verwachten, dat regenten van het Centraal Ziekenhuis
het volgend jaar geen overschot op hun rekening zullen hebben.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37069. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Als men de schoolhoofden vrij liet, zou één oudere onderwijzeres voor
twee jongere of één jongere voor twee kweekelingen met
acte geruild worden
Het valt niet mee om in een tropische
hitte te vergaderen als men in het belang
der gemeenschap de hoofden koel moet
Jouden. Op een middag, dat de school
kinderen vrijaf hebben omdat het zoo warm
is komen de vrouwelijke en mannelijke edel-
achtbaren bij elkaar Zij wikken en wegen
het wel en wee van stad en bevolking en heo-
ben meer dan anders op te passen, dat de
warmte de gemoederen niet zoodanig verhit,
dat het aspect van den Raad een minder
waardig karakter zou krijgen.
Gelukkig bleek het vraagstuk waarover
het felst zou zijn gestreden nog altijd niet
rijp voor openbare behandeling. Het
voorstel om het aanbod van de regeering in
zake de restauratie van de Groote Kerk niet
te aanvaarden was opnieuw van de agenda
afgevoerd en dat alles bewijst wel, dat men
ook in de rijen der politiek gebondenen be
gint in te zien, dat in het belang van stad
en bevolking zoo eenigszins mogelijk een
compromis moet worden gevonden.
Er stond behalve dat evenwel nog genoeg
op de agenda om er eens gezellig over te re
deneeren en meeningsverschillen te laten
blijken en het was ditmaal opmerkelijk hoe
diverse fracties hopeloos verdeeld waren met
uitzondering van de A.R.-groep natuurlijk,
die nog slechts uit één vertegenwoordiger
bestaat, die in zichzelf niet verdeeld kan
wezen
Zoo was daar bijvoorbeeld het vraagstuk
van „Goed Wonen", een vereeniging, die te
gen haar wil, maar door de omstandigheden
gedwongen, den laatsten tijd nog al eens in
bespreking komt omdat haar door den Raad
goedgekeurde bouwplannen van hoogerhand
naar de prullemand waren verwezen. Toen
de Raad deze plannen eenmaal aanvaard had
is de vereeniging alvast begonnen verschil
lende onkosten te maken en toen naderhand
bleek, dat er van den geheelen bouw niets
zou kunnen komen stond men natuurlijk
voor de groote vraag wie een en ander zou
moeten betalen.
De vereeniging dacht dat de gemeente dat
wel zou doen en deed in die richting althans
een zwakke poging, welke natuurlijk ge-
werd door den heer Venneker, maar
wethouder Klaver is gewend om de teugels
strak te houden en wees erop, dat de
goedkeuring van den Raad niet voldoende is
°m imet ^en b°uw te kunnen beginnen.
»ln den regel toch wel", spartelde de heer
Venneker nog tegen.
"5"van de 100 gevallen zeer zeker",
rakelde de heer Klaver, maar de vereeniging
ad nu juist het honderdste lot getrokken
at een nietje bleek te zijn en aangezien de
gemeente niet verantwoordelijk is voor werk
zaamheden welke zij niet heeft opgedragen,
ttct***8 'ieer klaver den betrokken archi-
naar den penningmeester van „Goed
onendie eens aan het steenen varkentje
zal schudden om te kijken of er nog voldoen
de inzit om de laatste schadelijke gevolgen
an dit woningavontuur te kunnen betalen.
Dan was er de kwestie van den Muziek-
«un of liever van den pachter van dezen
Ju'n> die destijds met de gemeente een con-
ract aangegaan had waarbij hij de toezegging
«ad gekregen, dat de Alkmaarsche muziek-
®°TPsen in ruil voor de door hen verkregen
subsidies verplicht waren om twintig con-
®rten per seizoen in den Muziektuin te ge-
Elke vereeniging brengt als publiek
uaar donateurs, familieleden van de muzi
kanten en andere bewonderaars mee, die niet
geheelen avond op een droogje wenschen
'e zitten en de pachter van den tuin had
uaardoor een zekere financieele basis waarop
'1 zijn verdere verwachtingen kon bouwen.
Edoch, de nood der tijden deed de subsi-
Q|es en daardoor ook het aantal verplichte
c°ncerten met de helft verminderen en de
Pachter, die de hem gegarandeerde voordee-
zag verdwijnen, schreef een request aan
cjcn Raad waarin hij verzocht met het oog
u^arop de pachtsom van 1000 op 900 te
willen brengen, een alleszins billijk verzoek,
waarmede de Raad zich waarschijnlijk zon-
y r meer vereenigd zou hebben, als de heer
an de Vall in deze musicale geschiedenis
geen wanklank had laten hooren.
Hij vermoedde hij had eens al? i. lid
1 een of andere samenkomst aan den in
gang van den tuin gestaan dat de pach
ter, dank zij een late maar daarom niet min
der gewaardeerde liefde van de bevolking
voor dezen lang genegeerden tuin, dit jaar
nog niet zoo slecht boeren zou en met het
oog daarop zou hij het jaar eens willen laten
verloopen, dan eens in de boeken van den
pachter willen snuffelen en den man alleen
de 100 willen schenken als bleek, dat hij
inderdaad een slecht exploitatiejaar achter
den rug had.
Wethouder van Slingerland heeft tegen een
dergelijke wijze van zaken doen krachtig ge
protesteerd en wij staan volkomen aan zijn
zijde. Het recht van den pachter op verla
ging van lasten als de gemeente harerzijds
vermindering van voordeelen geeft, is abso
luut afgescheiden van de omstandigheid of
de pachter dit jaar door andere oorzaken al
of niet een behoorlijk bestaan vindt. Hier
werd een overeenkomst eenzijdig geschonden
en het was niet fair de tegenpartij aan het
nakomen van verplichtingen te binden en
het bedrag van 100 niet als een recht maar
als een mogelijke gratificatie in uitzicht te
steflen.
Wij kunnen ons slechts verwonde
ren over het feit, dat niemand in den Raad
dit blijkbaar gevoeld heeft.
Een tweede voorstel om de 100 aan tien
muziekcorpsen te geven en daarvoor nog
tien concerten te verlangen, werd als onprac-
tisch ook met het oog op het reeds gevor
derde seizoen en als financieel onuitvoer
baar door den voorsteller teruggenomen nog
voor het goed en wel het levenslicht aan
schouwd had.
Teneinde een zenuwpaviljoen te kunnen
bouwen zonder dat men daarvoor de noo-
digc middelen had, kwamen regenten van
het Centraal Ziekenhuis in 1933 op het lumi
neuze idee 100.000 te leenen, 13.000 uit
eigen middelen te betalen en zoo noodig
later nog een leening van 10.000 te sluiten.
Het leenen ondervond niet veel bezwaren,
juist omdat men zoo royaal met 13.000
eigen geld voor den dag kwam, wat B. en
W. voor Ged. Staten als een voorname
factor voor het goedkeuren dier leening naar
voren hebben gebracht.
In deze raadszitting kwam er evenwel een
ziekenhuisaapje uit den gemeentelijken mouw
dat reeds eerder de gemoedsrust der regenten
verstoord had en dat de heer Bakker als
regent dan ook in den Raad als een voor
beeld van officieele wisselvalligheid te kijk
wilde stellen.
Regenten hadden er namelijk op gerekend,
dat door allerlei oorzaken in 1934 een be
drag van 13.000 der gemeentelijke subsidie
niet behoefde te worden aangesproken, ze
hadden misschien nog eens extra-zuinig ge
daan en ook nog wat meer overgehouden en
zoo werden aan de gemeente dan plotseling
de veelbesproken 13.000 voorgehouden met
de mededeel ing, dat men het nu zeker wel
goed zou vinden als deze volgens afspraak
voor het zenuwpaviljoen en zusterhuis ge
bruikt werden.
Wanneer men boven een kuil met uitge
hongerde leeuwen een stukje vleesch aan
een touwtje had laten bengelen kon er moei
lijk met grootere begeerigheid naar gespron
gen en gegrepen zijn dan de Raad thans op
dit extra'tje van 13.000 is afgekomen.
Dat was nog eens een meevallertje in deze
moeilijke jaren, een bof je voor de begrooting
van 1936, die toch al zoo moeilijk sluitend
was te maken en hoe of de arme heer Bak
ker zich ook teweer stelde en van afspraken
en overeenkomsten sprak, de financieele ex
perts van den Raad brachten hem aan zijn
verstand, dat dit eigenlijk gemeentegeld en
niet eigen middelen van het ziekenhuis wa
ren, dat de gemeente en niemand anders van
een subsidie-overschot kan profiteeren en dat
regenten maar op den kapitaaldienst moeten
leenen als zij behoefte aan de noodige finanr
cieën hebben.
„Ik vreesde het al'', zuchtte de heer Bak
ker, „maar ik had nog zoo'n stille hoop om
dat de afspraak nog van zoo kort geleden
dateert en omdat de burgemeester ook voor
zitter van regenten is", maar zoowel wet
houder van Slingerland als de burgemeester
verzekerden om strijd, dat er ten tijde van
de afspraak een andere burgemeester en dus
ook een andere voorzitter van regenten ge
weest was, zoodat dc heer van Kinschot niet
in de noodzakelijkheid verkeerde om voor den
spiegel te gaan staan en zichzelf van het on
mogelijke van rijn eigen beloften te overtui
gen.
Het slot van de geschiedenis was natuur-
ijk, dat de buit met een hoera'tje door den
wethouder van financiën in de wacht ge
sleept werd met dank aan regenten voor hun
accuraat en vooral voor hun zuinig beheer
der stedelijke financiën.
I Bij het voorstel tot verlaging van het
maximum aantal vergunningen bepleitte de
ïeer Geels de belangen van hen, die tot hun
laatsten snik in een vergunningszaak moeten
verblijven wat ons inderdaad niet de juiste
plaats voor een zoo treurig moment lijkt.
De gemeente wilde het maximum-aantal
vergunningen verlagen en de heer Geels, die
gewoonlijk voor een zeer ondankbaar gehoor
spreekt, betoogde uitvoerig, dat drankmis
bruik geen verband houdt met het aantal
vergunningen omdat er zelfs bij één vergun
ning nog dronken menschen op straat kun
nen loopen.
„Dan moet die ééne vergunning ook nog
weg!", riep een verstokte geheelonthouder,
maar zoover wilde de Raad natuurlijk niet
gaan. Die wilde het aantal nog wel op vijftig
jepalen en door de een of andere vergissing,
hetzij van den heer Geels, hetzij van den bur
gemeester, bleek ten slotte dat de heer Geels
een uitvoerig pleidooi hield voor precies het
zelfde als B. en W. hadden voorgesteld, zoo
dat er van meeningsverschil eigenlijk niet
gesproken kon worden en het voorstel, met
dank voor de toelichting van den deskundi
gen edelachtbare, met algemeene stemmen
werd aangenomen.
Bij het geven van straatnamen werd een
verlengstuk van de Landstraat eveneens
Landstraat gedoopt en de Verlengde Land-
straat tot Korte Landstraat omgetooverd.
Daar er ook nog diverse Landdwarsstraten
zijn, kan zeker niet geconstateerd worden,
dat het college in het geven van straatnamen
over groote fantasie beschikt.
„Het is niet mooi" zei de heer Wolden-
dorp en dat vonden B. en W. ook, maar men
wist nu eenmaal niets anders en ook de Raad
zat zoodanig aan de rechte en verlengde en
dwarse Landstraten vast, dat men niets beters
wist te practiseeren.
Een raadslid opperde bescheiden de vraag
of men de politieke dooden niet zou kunnen
herdenken, zoodat wij, als dank voor hunne
prestaties, een juffrouw Carels-weg, een
Keesom-weg, een Geels-weg en een Gronds-
ma-weg zouden krijgen, maar van andere
zijde werd opgemerkt, dat het niet de ge
woonte was voor mannen en vrouwen reeds
bij hun leven monumenten en standbeelden
op te richten.
Dit alles daargelaten wil het ons voor
komen, dat Alkmaar inderdaad niet zoo vol
komen hulpeloos bij het geven van straat
namen behoeft te zijn, noch dat steeds
weer de archivaris naar verdienstelijke bur
gers moet zoeken wier namen men voor het
eerst op een straatbordje komt te lezen.
Er zijn ook in de jaren, welke achter ons
liggen, figuren geweest, die een groot dee
van hun leven, hun werkkracht en tijd aan de
belangen van stad en bevolking hebben ge
geven en wij denken daarbij allereerst aan
twee, die nog maar kort geleden van ons
zijn heengegaan, de heer Thomsen en
Cloeck, wier nagedachtenis men door het
naar hen vernoemen van een straat zeer
zeker op passende wijze zal kunnen eeren
Bij dit memento mori mag niet onvermeld
blijven, dat de burgemeester bij den aanvang
der zitting een woord van eerbiedige hulde
en dank gewijd heeft zoowel aan de nage
dachtenis van Mevr. Aukes—Timmers, die in
onze Raad zoo veie jaren naast de belangen
der V.-D. partij die der vrouwen in het alge
meen had verdedigd, als aan den heer Zody,
den stenograaf van den Raad, die nog maar
drie maanden geleden de zilveren stads-
medaille ontving bij gelegenheid van het
feit, dat hij vijf-en-twintig jaren de woorden
van onze vroedschap had opgeteekend om
ze in druk te kunnen vastleggen.
Wij hebben gister reeds een woord van
waardeering aan dezen bescheiden, stillc.1
werker gewijd. Hij was een dienaar van den
Raad, een man vol toewijding voor zijn
werk een bekwaam stenograaf, die zich door
de spannendste politieke gevechten niet het
afleiden en wiens arbeid van nauwkeurigheid
en ambitie getuigde.
Last not least kwamen de onderwijs
debatten aan de orde.
De Raad had er bij de begrooting op aan
gedrongen, dat de kosten per leerling op
diverse soorten scholen wel wat verlaagc
konden worden en B. en W. kwamen nu met
verschillende voorstellen, die over het alge
meen wel genade vonden behalve dat waar
bij werd vastgesteld, dat de ouders van de
M. U. L. O.-leerlingen voortaan zelf de boe
ken en leermiddelen van deze school zou fen
moeten betalen, met uitzondering vau die
genen, voor wie dit financieel niet mogelijk
zou blijken.
De heer Bakker, die in deze raadszitting
nogal eens het woord voerde en wiens rede
voeringen dezen middag logisch en goed ge
documenteerd waren, vreesde, dat de bezuini
ging, welke verkregen zou worden, wel eens
duur gekocht zou kunnen blijken.
Er zijn tegenwoordig in alle omliggende
plaatsen van eenige beteekenis M.Ü.L.O.-
scholen en wanneer daar hetzelfde stelsel
niet toegepast wordt, ligt het voor de hand,
dat vele ouders van de zoogenaamde buiten
leerlingen hun kinderen van de Alkmaarsche
school zullen afnemen en naar een andere
zullen sturen. Wat deze kinderen aan
de algemeene kosten der school bijdragen,
zou dan verloren gaan en al werd door het
college betoogd, dat dit niet zoo heel betreu
renswaardig zou zijn, omdat men dan twee
dure parel lelklassen zou kunnen opheffen,
daartegenover stond toch, naast een vermoe
delijk verlies, het feit, dat Alkmaar, dat eens
iet centrum van onderwijs was, meer en meer
dat karakter voor de streek gaat verliezen.
De opvatting van den heer Bakker, die ook
iet verschil in oude schoolboeken en nieuwe
eigen boeken naar voren bracht, werd door
zoovele raadsleden gedeeld, dat men opnieuw
besloot eenige onderwijs-instanties daarover
te hooren, waarom het voorstel van B. en W.
van deze kwestie los gemaakt werd, waarna
er geen bezwaar tegen bestond de rest broe
derlijk en zusterlijk te aanvaarden.
Dan was er als hoofdschotel, die ditmaal
achteraankwam, een reorganisatie-voorstel
waarbij het college nogmaals onder het oog
gezien had hoe er door combinatie van klas
sen en' verplaatsing van personeel bezuini
ging op het Lager Onderwijs te verkrijgen
zou zijn.
B. en W. waren bij dit moeilijke vraagstuk,
na allerlei officieele personen en lichamen
gehoord te hebben, tot de conclusie gekomen,
dat het 't beste zou zijn aan de Bosboom
Toussaintschool (Brillensteeg) en aan de
Hofdijkschool (Koningsweg) een klassen-
combinatie tot stand te brengen, zoodat aan
elke school het onderwijs door 5 leerkrachten
kon worden gegeven. Met Augustus zou men
dan aan de Tesselschade-school (Laat) en
aan de Rochdale-school boven de aan elke
school verplichte vijf leerkrachten een kwee-
keling met acte aanstellen en bepalen, dat er
vanaf dien datum aan geen zesklassige
school meer een boventallige leerkracht zou
zijn.
Dat leek allemaal heel aardig in elkaar ge
timmerd, maar een groot deel van den Raad,
onder aanvoering van den heer Bakker, be
toogde, dat het ten slotte een wankel en alles
behalve stevig bouwwerk zou blijken.
De tijd, dat men voor het kind niets goed
genoeg achtte, de tijd, dat scholen als palei
zen gebouwd werden en het een misdaad was
over aantasting van het onderwijs te spreken,
ligt ook al weer achter ons en de financieele
omstandigheden der laatste jaren hebben op
dit gebied veel overbodigs, zij het helaas ook
veel nuttigs, doen verdwijnen.
Alkmaar, zoo betoogde de heer Vogelaar,
heeft leerlingen voor zes behoorlijk gevulde
scholen. Het heeft zeven scholen en dus ligt
het voor de hand, dat een dier scholen zal
moeten verdwijnen en wel allereerst diegene,
welke door de ouders, blijkens de opgave van
leerlingen, het minste geapprecieerd wordt
Hef de Bosboom Toussaintschool op, laat het
zieke onderwijs niet nog een jaar aan bloed
armoede en inwendige ziekten lijden, maar
neem het operatiemes ter hand en stel niet
uit wat het volgend jaar, misschien onder
veel ongunstiger omstandigheden, toch zal
moeten gebeuren.
Is er hier behoefte aan twee opleidings
scholen, vroegen de heeren Stoutjesdijk en
Bakker zich af, waar nu een dwaas verbod
is opgeheven ook vele gewone lagere scho
len leerlingen met succes voor het Middel
baar Onderwijs klaar maken?
Wat hebben wij, zei de heer Bakker, aan
een opleidingsschool, aan een school dus, die
dat speciale onderwijs zooveel vlugger en
beter zou moeten geven, als die school door
klasse-combinatie in haar leerplan bemoei
lijkt wordt en de ouders door een zeer ge
ringe aangifte nu reeds blijk hebben gegeven,
zelfs bij normale functionneering, deze school
niet te apprecieeren.
De lage aangiften der laatste jaren kunnen
toevallig zijn, zeide de heer Grondsma, die
bij zijn komst in den Raad tegen onnoodige
uitgaven en hooge belastingen geprotesteerd
had. Wellicht zal dat een volgend jaar weel
beter worden, maar de heer Bakker betoog
de, dat er eerder van grooteren achteruitgang
dan van vooruitgang sprake zou zijn, omdat
het duidelijk is, dat na de klasse-combinatie
deze school nog minder dan anders zou wor
den uitgekozen.
Laten wij nu doen, wat het volgend jaar
toch zal moeten gebeuren, zeiden ook de
heeren Geels, Hoijtink, Venneker en Keesom,
maar de heer Sietsma en mej. Carels wilden
alles maar liefst zoo laten als het geweest
was, de heeren Govers en Langeveld wilden
zich niet aan afbraak van het Openbaar On
derwijs bezondigen en de heer Van de Vall
zou geenszins op mogelijke plannen van de
regeering vooruit willen loopen, hoewel de
heer Vogelaar hem ernstig voorhield, dat
zulke plannen te allen tijde te verwachten
kunnen blijven.
De burgemeester wilde de executie nog een
jaar uitstellen en wees op de moeilijkheid van
het verplaatsen der leerlingen en de heer
Sietsma, die nota bene verplaatsing van leer
lingen van de Tesselschadeschool naar de
Bosboom Toussaintschool bepleitte, bedacht
daarbij blijkbaar niet, dat er ook nog ouders
zijn, die zich met een dergelijke schoolveran-
dering zeker niet zouden vereenigen.
Het bleef een tnceilijke kwestie en omdat
uitstellen altijd nog gemakkelijker is dan
doorzetten, werd ten slotte met 12 tegen 8
stemmen besloten de door B. en W. aange
brachte wijzigingen maar te accepteeren en
iet nemen van definitieve maatregelen op
nieuw voor een jaar naar de toekomst te ver
schuiven.
Uit boeken over de slavernij is bekend hoe
verschrikkelijk het vroeger op de zoogenaam
de slavenmarkten toeging,
Geheele families werden uit elkander ge
rukt en de verkochte ongelukkigen werden
schreiend en tegenspartelend aan de mannen
toegewezen, die er een welgevallig oog op
lieten vallen.
De slavernij ligt achter ons, maar leer
krachten aan de Openbare Lagere scholen
zijn in niet veel gunstiger conditie. Hoofden
van scholen overleggen wie zij wel en wie zij
niet kunnen gebruiken, onderwijzers en onder
wijzeressen worden tegen hun wil van de
eene naar de andere school verplaatst en ge
ruild als Verkade-plaatjes of vreemde post
zegels, die men dubbel heeft of liever wil
missen.
Omdat de Bosboom Toussaintschool een
onderwijzer voor een onderwijzeres wilde, be
sloten de hoofden den heer Gerntsma tégen
mej. Bennink te ruilen, maar laatstgenoemde,
die reeds jarenlang het onderwijs dient eu
zich in haar tegenwoordig milieu volkomen
thuis gevoelt, vond het vreeselijk naar de
Bosboom Toussaintschool verplaatst te wor
den, nog afgescheiden van het feit, dat zij
aan deze tot uitsterven bestemde school de
laatst aangestelde leerkracht zou zijn en dus
in geval van overbodigheid het eerst zou
worden ontslagen.
Zelfs al wenscht men geen rekening te
houden met voorkeur van personeel voor de
scholen, dan is het toch duidelijk, dat men
tegen den wil der betrokkenen hun positie
niet op een dergelijke wijze zal mogen scha
den.
Mej. Carels zou inplaats van mej. Bennink
dan mej. Blom van de eene opleidingsschool
naar de andere willen verplaatsen, maar het
is begrijpelijk, dat men dan op soortgelijke
of nog grootere bezwaren zal stuiten.
Is het niet mogelijk om daarvoor een onder
wijzeres met minder dienstjaren van een an
dere school aan te wijzen? Het eenige be
zwaar zou dan zijn, dat de heer Gerritsma
van een opleidingsschool naar een gewone
zou moeten verhuizen, maar wie een zinkend
schip voor een minder luxieus maar degelij
ker vaartuig moet verlaten, zal weldra tot de
conclusie komen, dat hij zich over dien ruil
niet had te beklagen.
Wanneer de toestand zoo is, dat onderwij
zeressen ziek van schrik worden bij de ge
dachte naar deze school te worden overge
plaatst, dan is het begrijpelijk, dat het onder
wijs met deze verplaatsingen niet gediend is.
Het is trouwens de gToote vraag of zij nood
zakelijk zijn. Nu mej. Kaeseberg de plaats
van mej. Van Stapele heeft ingenomen, is het
onnoodig voor een school, die op het punt van
uitsterven of verdwijnen staat, nog nieuwe
slachtoffers te gaan zoeken.
Intusschen zijn deze verplaatsingen aan
gehouden in de hoop, dat men een oplossing
zal vinden waarmee alle partijen zich kun
nen vereenigen.
Na vragen van den heer Van Drunen is ge
bleken, dat de exploitant van onze stadsbus
van plan is lijn II op te heffen om zijn per
soneel te kunnen betalen.
Volgens B. en W. houdt dit geen verband
met de concessievoorwaarden, omdat het
een verandering in de dienstregeling zou
zijn. Het is te hopen, dat er bij lijn 1 niet een
gelijksoortige verandering in de dienstrege
ling gebracht wordt, omdat men dan een
concessie zonder busdienst zou krijgen.
En bovenal is het te wenschen, dat deze
bussenmisère, waarvoor thans weer 4000
gevraagd wordt, zoo spoedig mogelijk afge-
loopen zal zijn. Anderen zijn gaarne bereid
het vervoer op gunstiger condities over te
nemen en het taxibedrijf, dat reeds te lang
door deze bussen in zijn groei is belemmerd,
zal eindelijk de plaats kunnen innemen,
welke het in dezen tijd in het verkeersvraag-
stuk toekomt.