dagblad voor alkmaar en omstreken.
De K.L.M. opnieuw door een ramp getroffen.
De „Gaai" in Italië verongelukt.
Alle dertien inzittenden gedood.
De derde ramp in één week.
De nieuwe catastrophe bij de K.L.M.
Maandag 22 Juli 1935
137e Jaargang
Beproeving.
De eerste berichten.
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bi, vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Ho. 170 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
De heer Hans Martin heeft namens de Directie van de K. L. M. Zater
dag de volgende mededeeling verstrekt:
Hedenmiddag te half één is het lijntoestel van de K. L. M., dat te
11.56 uur uit Milaan was vertrokken, het Fokker-Douglas toestel „Gaai"
de P.H.-A.K.G. op weg via Frankfort naar Amsterdam, boven de pas
van den grooten St. Bernhard neergestort en totaal vernield. Er waren
dertien inzittenden, die allen zijn omgekomen. De namen der dooden
zijn J. S. van der Feijst, gezagvoerder, Vocke, boordwerktuigkundige,
L. Aatjes, radiotelegraiist, en mejuffrouw Hermanides, stewardess.
De passagiers waren de heer en mevrouw Philips (woonplaats nog on
bekend), van Nederlandsche nationaliteit, alsmede de heer Content uit
Koog aan de Zaan, zijn eli-jarig zoontje; verder de Nederlanders Langen
enHofstra, wier woonplaatsen evenmin nog bekend zijn. Tot de passagiers
behoorden verder de Fngelschen Nesbit en Wats, alsmede de Dnitscher
Fhhr.
Het toestel is 100 K.M. ten Noorden van Milaan, in de pas van den
grooten St. Bernhard op Zwitsersch grondgebied verongelukt. Ooggetuigen
hebben meegedeeld, dat zij de Douglas in de wolken zagen verdwijnen,
daaruit tot tweemaal toe te voorschijn zagen komen, waarna het toestel in
botsing is gekomen met een bergwand. De machine is niet in brand ge
vlogen, wel had zij op het oogenblk vain de ramp een groote snelheid.
De heer Moes, hoofdinspecteur van de K. L. M., die juist te Frankfort
vertoefde, is onmiddellijk doorgereisd naar Zurich, naar de Swiss Air,
welke luchtvaartmaatschappij met het onderzoek is belast. De heer Piek,
vertegenwoordiger van de K. L. M., staat den heer Moes terzijde.
Zaterdagmiddag. Wij rijden naar Am
sterdam, om op Schiphol Parmentier en
nondong te trachten te pakken te krijgen
want de Rietvink, dien morgen al vroeg uit
Athene vertrokken, zal des middags op haar
nest terugkeeren.
Wij zijn vroeg weggegaan, rijden in een
matig gangetje en dan plotseling, midden
w Amsterdam:
Groote hemel, een bulletin! De Gaai
verongelukt!
Meer zien we niet. Niet Schiphol, maar
het Leidsche plein is ons eerste doel gewor-
En als wij daar aankomen, verdringen zich
honderden menschen voor het K L M.-ge-
bouwtje. Ze zien niets, want op de ramen
hangt geen enkel bulletin en binnen zwijgt
men.
Maar toch als wij onze perskaart too-
nen is men zeer welwillend en vertelt ons
nat de Gaai bij Milaan verongelukt is en dat
hoogstwaarschijnlijk alle inzittenden gedood
zjjn. Hoeveel het er zijn, weet men niet pre-
Cles: dertien of veertien.
.We vallen het personeel, dat strakke ge
zichten heeft, dat den ernst van den toestand
beseft, niet langer lastig en rijden nu naar
Schiphol.
o
Het vliegveld ligt verlaten. Anders
heerscht er een gezellige drukte, starten ma
chines, zoemen hoog in de lucht de toestellen
her sportvliegers, wachten de passagiers op
de terrassen op het vliegtuig, dat hen naar
de bestemde plaats zal brengen.
Nu is het anders. Zeker, wij zijn er op een
uur, dat het verkeer op de lijnen juist slap
is, maar tóch is het anders.
De portier opent de deur met een strak
gezicht, in de groote hall loopen vliegers,
marconisten en andere K.L.M.-ers met groo
te stappen zwijgend heen en weer, op het
vertrekbord staat nog, dat de Gaai om „zoo
laat" uit Milaan vertrokken is, buiten wap
peren de vlaggen halfstok
Schiphol is opnieuw in rouw gedompeld,
t Is zichtbaar en voelbaar. Het is, of over
het veld een benauwende atmosfeer hangt.
Er is ook publiek, maar slechts een hon
derdtal menschen. Ook zij voelen de be
klemdheid, ook zij beseffen, dat het thans
geen moment is, om enthousiast te zijn
Parmentier heeft al vroeg zijn Rietvink
aan den grond gezet. Gelukkig, die is behou
den binnen! Maar zijn komst met de gered
den van de Maraboe hoe gelukkig ook
brengt geen vroolijkheid, brengt slechts >-J.
zucht van verlichting. Zijn komst is bijzaak
geworden, omdat een andere niet komt, nooit
zal komen: de Gaai....
Schiphol blijft verlaten. Een enkel lijntoe
stel vertrekt, nagestaard zoo lang dit moge
lijk is.
Ook wij vertrekken weer. Schiphol biedt
niets interessants, omdat de dood er
heerscht.
En als wij terugkomen in de hoofdstad, is
de drukte bij het KL.M.-huisje nog st. ds
.toegenomen en praat iedereen over de nieu
we ramp, die ae K.L.Mónze K.L.M., ge
troffen heeft
o
In het restaurant zit een moeder met haar
volwassen zoon. Het is een grijze vrouw met
een vriendelijk, maar bezorgd gezicht. Zij
houdt de hand van haar jongen vast, knijpt
hem soms in den arm met zenuwachtige
rukjes. En hij praat rustig, heel bedaard en
tracht zijn moeder te kalmeeren.
Een moeder en zoon.
Op zich zelf misschien niets bizonders.
Maar een uniform vertelt veel. Hij is een
adspirant-reserve-officier. Op de kraag van
zijn zwart uniform fonkelt de gouden pro
peller, op zijn borst siert de gouden vink.
Hij is vlieger op Soesterberg, heeft mis
schien vele idealen. Hij hoopt waarschijn
lijk, dat zijn toekomst bij de K.L.M. ligt, dat
hij later ook als gezagvoerder naar Indië
gaat en zijn post en passagiers a la minute
afgeeft.
Nu zijn ze samen in Amsterdam, moeder
en zoon. Hij heeft verlof tot Maandag. Dan
zal ook hij weer de lucht in gaan, zal ock
hij weer heerscher der lucht zijn. Zijn motor
zal lustig zoemen, zijn hoogtemeter zal bij
sprongen omhoog gaan. En vanuit de cock
pit zal hij neerkijken op de aarde, die diep
onder hem ligt. Ze zitten samen in het res
taurant en hooren daar het ontstellende be
richt van de Gaai.
Meteen voelen zij, dat zij beiden nauw be
trokken zijn bij de luchtvaart.
Meteen weten zij, dat daar ginds in Italië
vliegers gevallen zijn als slachtoffers van
hun vrijwillig gekozen beroep. En zij voelen,
dat over eenige jaren misschien de eene ook
op de lijnen zal zitten en dat de andere thuis
zal luisteren naar de radio. En misschien
ook plotseling zal moeten hooren, dat
Neen. zóó niet denken.
Het vliegen zal steeds veiliger worden,
ongelukken zullen steeds meer tot de zeld-
zaamhedfen behooren.
De jongen tracht zijn moeder te kalmee
ren. Het lukt niet. En wij weten, dat vandaag
de Soesterberger in zijn toestel stapt, scher
per nog dan anders luistert naar het geluid
van den motor en dan in de lucht zijn ma
noeuvres maakt. Om behouden op den grond
terug te komen.
En wij weten tevens, dat een moeder van
daag in angst en vreeze thuis zal zitten, dat
haar gedachten zijn bij haar jongen, die Za
terdagmiddag nog met haar in 't restaurant
zat en nu de lucht in durft, neen, de lucht in
moet!
I Laten wij echter thans het verslag van de
ramp weergeven en beginnen wij dus met de
feiten:
Het K. L. M. toestel de P.H.
A.K.G., de Gaai, is gisteren op weg
van Milaan naar Amsterdam nabij
San Bernardino in Zwitserland ver
ongelukt. Aan boord bevonden zich
vier leden bemanning en 9 passa
giers. Alle dertien inzittenden kwa
men om het leven. Het toestel zelf
werd geheel vernield, maar is niet
in brand gevlogen.
Dit eerste, zeer (Uitstellende bericht werd
vrij spoedig door een tweede telegram ge
volgd met enkele bijzonderheden. Daaruit
bleek, dat het vliegtuig ten Zuiden van de
Alpenpas van de San Bernardino in Grau-
bünder verongelukte. Het was onverwacht in
slecht weer geraakt en is toen waarschijnlijk
tegen een der rotsen aangevlogen.
Aan boord bevonden zich gezagvoerder
van der Feijst, de mecanicien Vocke, de radio
telegrafist Aafjes, de eerste stewardess mej
Hermanides en negen passagiers. Allen ver
loren het leven.
Het toestel stortte neer bij San Giacomo, een
gehucht op 5 K.M. afstand van Mesocco, ge
legen in het dal van de Mesolcina in Ita-
liaansch-Zwitserland. Spoedig na het onge
val was hulp ter plaatse.
Toen men het toestel gevonden had, waren
alle inzittenden, behalve mej. Hermanides,
reeds overleden. Deze laatste overleed echter
kort daarop aan de bekomen verwondingen.
Nieuwe verpletterende slag
voor de K. L. M.
Naarmate het uur naderde, waarop de
„Rietvink" op Schiphol verwacht kon wor
den met aan boord de zoo gelukkig geredde
passagiers en bemanning van de „Maraboe",
werd het al voller en voller in restaurant en
hall van het stationsgebouw der K L M.
En voor de weinige ingewijden, die fluiste
rend ervan op de hoogte werden gesteld, was
het een verbijsterende en schier ongeloof
lijke tijding, dat juist op dat oogenbliK een
nieuwe ramp de K.L.M. had getroffen, van
grooteren omvang dan ooit tevoren. Weder
om was een Douglas toestel, de „Gaai", op
de terugreis van Milaan boven het moeilijke
Alpen-gebied van de St. Bernhard, neerge
stort en alle inzittenden, niet minder dan der
tien, waren om het leven gekomen. Vier leden
van de bemanning, waaronder een der jonge
meisjes, die per 1 Augustus pas in eigen
lijken dienst zouden treden, als stewardess
een jongetje van elf jaar en een dame, echt-
genoote van den heer Philips uit Vught bij
Den Bosch.
Weldra verspreidde het vreeselijke nieuws
zich ook onder de bezoekers, die er slechts
fluisterend over durfden spreken, elk in de
meening, dat zijn buurman er nog niet van op
de hoogte was, en nog niet geloovend, dat
iet alles waar kon zijn.
Inmiddels was het apparaat der K.L.M.
reeds in werking om zoo spoedig mogelijk
de juiste toedracht van het ongeluk te
weten te komen. Zoowel de stationsdienst
als de vliegdienst waren in actie en de direc
teur der K.L.M., de heer Plesman, de onder
directeur de heer Guillonard, en de secretaris
de directie, de heer Hans Martin, die hevig
ontsteld het vreeselijke nieuws hadden ont
vangen, hadden onmiddellijk al hun zelfbe-
heersching weer noodig om de maatregelen
te nemen, die noodig waren.
Tegen half zes kon de heer Martin den
aanwezigen journalisten dan ook reeds eeni
ge mededeel ingen doen en korten tijd later
werden de persmenschen, die in verband met
de aankomst van de „Rietvink" in grooten
getale op Schiphol waren, uitgenoodigd voor
een bijeenkomst in het gebouw van den vlieg
dienst, waar deze mededeelingen door den
heer Plesman werden aangevuld en zoo noo
dig gerectificeerd. Hierbij werd hij onderbro
ken door een telefoongesprek uit Den Haag,
waar de minister van waterstaat, ir. Van
Lidth de Jeude, nadere inlichtingen vroeg
en zijn deelneming uitsprak met de nieuwe
ramp, die de K.L.M. had getroffen.
De officieele lezing.
De officieele lezing, die de heer Plesman,
onder voorbehoud van de juistheid der door
hem zelf ontvangen inlichtingen, van het
gebeurde gaf, was de volgende:
Het Fokker-Douglas-toestel P.H.-A.K.G.,
de „Gaai" was op den gewonen tijd Zaterdag
morgen te 11.56 u. uit Milaan vertrokken om
via Frankfort naar Amsterdam te vliegen in
den dienst, die door de K.L.M. te zamen met
de Deutsche Lufthansa wordt onderhouden
Het ongeluk is te 12.30 uur gebeurd, onge
veer honderd kilometer ten Noorden van
Milaan boven de pas van den Grooten St
Bernhard, op een hoogte van ongeveer 2100
meter. Het was slecht en stormachtig weer en
ooggetuigen, die op deze hoogte aan het werk
waren, verklaren, dat zij gezien hebben hoe
het toestel in een wolk vloog, er uit kwam en
weer terugkeerde in de richting van het dal,
waarbij het opnieuw in een wolk terecht
kwam en toen tegen den kalen rotswand is
gevlogen. Met de snelheid waarmee deze
Douglas-vliegtuigen vliegen, moest deze bot'
sing noodlottig worden en werd het toestel
geheel vernield.
Een ontploffing heeft zich niet voorgedaan
en ook is het toestel niet in brand gevlogen
Alle dertien inzittenden waren echter om het
leven gekomen. Blijkens de mededeelingen
der ooggetuigen is het wrak niet op een ou.
toegankelijke plaats terecht gekomen en kon
men het vrij spoedig bereiken. Het stoffelijk
overschot der dertien omgekomenen is dan
ook eenigen tijd later overgebracht naar San
Giacomo, een in de St. Bernhard-pas gelegen
dorpje, nog op Zwitsersch gebied en dicht bij
San Bernardino.
Trotsch en vroolyk werd z(j
veertien dagen geleden uitver
koren om de tunctie van ste
wardess b(j de K.L.M. te ver
vullen. JNog voor zij otficieel
in dienst kwam, viel mejuffr.
Hermanides als slachtoffer van
haar plicht.
De doodenlijst.
Tot de slachtoffers behooren alle
leden der bemanning, n.1. de eerste
piloot J. S. W. van der Feijst, de
marconist L. Aafjes, de mecanicien
J. C. J. Vocke en de in opleiding
zijnde stewardess Mej. A. E, Har-
manides.
Tot de passagiers, die om het le
ven zijn gekomen, behooren de
heer G. J. Philips uit Vught, direc
teur van de Vloeren- en Parket-
fabriek „De Tropen" te Tilburg,
met zijn echtgenoote, de heer Con
tent, vermoedelijk wonende te Hef"
lijn-Schlatftensee, en 7:'m elfjarig
zoontje, die samen een boottocht
naar Genua gemaakt b^den en nu
vandaar naar Nederland zouden te
rug vliegen, waar zij zich zouden
voegen bij hun familie, die haar va-
cantie te De Koog op Texel door
bracht, de heer Van Langen, redac
teur van het dagblad „De Tijd", die
van zijn vacantie uit Milaan terug
keerde, de heer Hoekstra uit
Dordrecht, en verder drie buiten
landers n.1. een Duitsch passagier
Flohr, die passage had genomen tot
Frankfort, en twee Engelschen, de
heer Nesbit, die uit Rome, en de
heer Wats die uit Milaan kwam en
beiden hadden doorgeboekt naar
Londen.
He 1'11-AhO, het verongelukte toestel, een der eerste llouglasmachlnes, door de K.L.M. aangesehalt*