DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De slotzitting van den Volkenbond. flaqeliiksch Overzicht Buitenland Mo. 182 Maandag 5 Augustus 1935 137e Jaargang Twee resoluties aangenomen in de Italiaansch-Abessinische kwestie. 4 September weer bijeen. Het verloop van de zitting, [kt verloop van de zitting was als volgt: 'n den aanvang deelde de voorzitter, Lit- "i°f mede, dat ae ter tafel gebrachte ont- ,erPen-resolutie het resultaat vormden van e. besprekingen der voornaamste staten die t conflict betrokken zijn en dat hij deze •herpen thans ter discussie voorlegde. Als eerste nam de Abessinische vertegen- oordiger, prof. Jèze het woord en verklaar- e> dat Abessinië in het belang van den we- 'dvrede reden had gezien een groot offer ie brengen. De Italiaansch-militaire plannen in Abessinië. Dr. Goebbels spreekt te Keulen. Geen huwelijken meer tusschen Duitschers en Joden. 'C* AUTO TEGEN TREIN OPGEREDEN. Acht dooden. Waf vandaag de aandacht trekt FRANSCH MISSIESTATION GEPLUNDERD? Italiaansche berichten. OP EEN ROTS GELOOPEN. COMMUNISTISCHE RELLETJES IN PALESTINA. GROOTE GOUDKLOMP GEVONDEN. MOORDENAARS TERECHTGESTELD. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. &§ft PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37069. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit twee bladen Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. De Volkenbond is Zaterdagavond even over 7 uur bijeengekomen in een openbare 7itt ne die tegelijkertijd de openings- en slotzitting was van deze Volkenbondsraads- ^EHcwamen twee resoluties ter tafel. De tweede resolutie, die politiek de belangrijk ste is, luidt als volgt: De Raad besluit in ieder geval op 4 September bijeen te komen, teneinde het al- o-emeene onderzoek naar de betrekkingen tusschen Italië en Abessimë in haar verschil lende aspecten op te nemen De eerste resolutie behandelt uitvoerig de voortzetting van de arbitrage-onderhan delingen en luidt: De Raad refereert aan zijn resoluties van 25" Mei j.1. inzake de regeling van het con flict dat gerezen is tusscnen de Italiaansche en de Abessinische regeering tengevolge van het incident van Oeal Oeal. Deze regeling moest volgens de in arti kel 5 van het Italiaansch-Abessinische ver drag van 2 Augustus 1935 vastgelegde me thode tot stand gebracht worden. De Raad constateert, dat de werkzaamheden van de Arbritage-commissie onderbroken zijn en dat voor het mogelijk maken van de hervat ting daarvan de beide betrokken regeeringen zich tot den Raad gewend hebben met het verzoek de overeenkomsten van de beide regeeringen met betrekking tot de nauwkeu rige portee van den opdracht der commissie te interpreteeren. De Raad wil geenerlei oordeelen over de houding van de vertegenwoordigers der bei de regeeringen voor de genoemde commissie of over het standpunt van de leden dezer commissie uitspreken; hij is van meening, dat de bevoegdheid van de commissie op de overeenkomsten van de confligeerende par tijen berust en dat zoowel uit de nota's van 15 en 16 Mei 1935 als uit de op de Raads zitting van 25 Mei afgelegde verklaringen blijkt, dat de beide partijen het er niet over eens geweest zijn, dat de commissie de grensproblemen onderzoeken of de verdra gen en overeenkomsten over de grenslijn juridisch interpreteeren moest; dientenge volge behoort dit onderwerp niet tot de be voegdheid van de commissie. De Raad is dientengevolge van meening, dat zijn beslissing omtrent het incident van Oeal Oeal niet mag vooruit loojoen op de op lossing van de problemen, die niet tot zijn bevoegdheid behooren en dat hij daarop zou vooruitloopen, wanneer hij deze beslis sing zou baseeren op de opvatting, dat de plaats waar het incident voorgevallen is of wel onder Italiaansche dan wel onder Abes sinische souvereiniteit zou staan. Het blijft echter aan de commissie overgelaten, zon der in een gedachtenwisseling daarover te treden, rekening te houden met de overtui ging, die de plaatselijke autoriteiten aan den eene of den anderen kant hadden over de souvereiniteit van de plaats van het in cident. Op grond van al deze overwegingen ver klaart de Raad, dat de commissie geen re kening heeft te houden met de omstandighe den, of Oeal Oeal staat onder souvereiniteit van de eene of de andere partij, maar dat zij zich alleen aan de andere elementen van het geschil over het incident heeft te houden. De Raad neemt er kennis van, dat de ver tegenwoordigers der beide partijen uitdruk king hebben gegeven aan hun wil een scheidsrechtelij k en arbitrage-procedure vol gens de in artikel 5 van het Verdrag van 1026 vastgelegde bepalingen te hervatten. De Raad neemt kennis van de verklaring der beide partijen, dat de vier leden van de arbitrage-commissie zonder verder verwijd een vijfden arbiter zullen benoemen, wiens benoeming noodig zou kunnen worden voor de uitvoering hunner werkzaamheden. De Raad verwacht, dat deze procedure y°ar 1 September a.s. met de regeling van net conflict beëindigd wordt en doet een be- !0eP op de beide regeeringen hem op zijn 0p 4 September 1935 van het resul- a' in kennis te stellen". De tekst der resoluties spreekt een duide^ 'ijke taal, maar de Abessinische regeering wil den Raad nogmaals het bewijs leveren van haar vertrouwen en haar goeden wil en hem de oplossing vergemakkelijken van de moeilijke taken, die hij in het belang van de instandhouding van den vrede op zich heeft genomen. De Italiaansche gedelegeerde, baron Aloy- si, verklaarde, dat hij de eerste resolutie aanvaardde. Wat echter de tweede resolutie betreft, die betrekking heeft op de Raads zitting van 4 September zou hij zich van stemming onthouden. De redenen daarvoor blijken duidelijk uit zijn verklaring, die hij heeft afgelegd in de geheime Raadszitting van 31 Juli. De Fransche minister-president Laval con stateerde, dat de onderhandelingen zeer moeilijk geweest waren. De benoeming van den vijfden arbiter geeft den Raad recht te hopen, dat alles gedaan zal w<*den om den vrede te bewaren en te komen tot een over- eenst mming. De Engelsche gedelegeerde Eden legde de volgende verklaring af: Uit naam van de Britsche regeering van het Vereenigd Koninkrijk bepleit ik de aan vaarding van de ons voorgelegde resoluties. Ik doe dat in het geloof dat de ontworpen procedure de beste kansen biedt op het tot stand brengen van een vreedzame oplossing der geschillen tusschen Italië en Abessinië. Een zoodanige oplossing wordt door alle landen der aarde 't vurgist en 't dringendst verwacht. In ieder geval zal de Raad op den 4en September bijeenkomen, om de alge- meene kwestie der betrekkingen tusschen Italië en Abessinië te bestudeeren. Wij hopen allen, dat op dat tijdstip de te genwoordige moeilijkheden 00 bevredigende wijze zullen zijn opgelost. Mocht dit echter ongelukkigerwijze niet het geval zijn, dan zal het de plicht zijn van den Raad het to tale probleem, zooals het dan is te behande len. Ik besluit met de nadrukkelijke verze kering aan den Raad, dat de Britsche regee ring alles in het werk zal stellen om een vreedzame afdoening van dit geschil te ver zekeren in overeenstemming met de princi pes van het Volkenbondspact. Litwinof verklaarde, dat hij met bevredi ging geconstateerd had, dat de betrokken mogendheden het eens geworden waren on derling onderhandelingen aan te gaan. Tegelijkertijd sprak hij uit naam van den Raad de hoop uit op een gelukkig resultaat van de onderhandelingen. Van de overige raadsleden spraken slechts de vertegenwoordigers van Denemarken en Argentinië om uiting te geven aan hun te vredenheid over het bereiken van de overeen stemming en aan hun wenschen voor het sla gen der komende onderhandelingen. Daarop werden de ontwerpen-resolutie in stemming gebracht. De eerste resolutie (voortzetting van de arbitrage-procedure) werd met algemeene stemmen aangenomen Bij de tweede resolutie die het onderzoek van het geheele probleem op 4 Septembr a.s. be paalt, onthield de Italiaansche gedelegeerde zich ervan te stemmen. Volgens het regle ment van orde is deze resolutie dus even eens met algemeene stemmen aangenomen te achten. Litwinof sloot daarop de zitting van den Raad met woorden van dank aan de verte genwoordigers van Frankrijk en Engeland voor hun uitmuntend werk. De indruk in Italië over de resoluties. De overeenstemming, die te Genève bereikt is, heeft in politieke kringen te Rome geen bijzondere verrassing gewekt. Even gelaten als men de beraadslagingen te Genève ge volgd had, neemt men thans ook kennis van de resultaten daarvan. Van bevoegde zijde wordt verklaard, dat het Italiaansche stand punt in Genève volkomen doorgedrongen is, en dat in overeenstemming met de Italiaan sche eischen geen uitbreiding van de bespre kingen plaats gehad heeft. Er wordt hier uitdrukkelijk op gewezen, dat de voorgenomen onderhandelingen der drie mogendheden op grond van het verdrag van 1906 buiten den Volkenbond om vastge legd zijn en ten uitvoer gelegd zullen wor den en dat dit verdrag een overeenkomst vormt, die slechts de drie belanghebbende staten, Italië, Frankrijk en Engeland aan gaat. Met bijzonderen nadruk wijst men voorts op het feit, dat Italië ten aanzien van de tweede resolutie geen goedkeuring heeft verleend. De Geneefsche bijzondere correspondent van de „Oeuvre" geeft de geruchten weer die te Genève in cnjloop zijn over de mili taire plannen van Italië in Abessinië. Volgens deze geruchten zou het Italiaan sche oorlogsplan op 't volgende neerkomen: Vijf Italiaansche afdeclingen zouden van uit Italiaaansch Somaliland de provincie Ogaden binnenrukken en daarbij den loop van de vijf rivieren volgen. Zij zouden onge veer 500 K.M. hebben af te leggen naar Addis Abeba, waar zij op ongeveer 20.000 Abessiniërs onder opperbevel van Nassiboe zouden stuiten. Drie andere Italiaansche afdeelingen zou den vanuit Assab in Erythrea de vijf eerst genoemde Italiaantche afdeclingen tegemoet marcheeren en darrtij de woestijn van Dan kali moeten doorkruisen. De Abessinische troonopvolger zou hen aan het hoofd van 40.000 man op de hoogten van Wolla ont moeten. De werkelijke militaire operaties zouden zich in het noorden van Abessinië afspelen, waar een sterk Italiaansch leger de breed e vlakten van Walquit zou doorkruisen om tegen Gondar op te trekken. Een Abessijn- sche legermacht van ongeveer 70.000 man zou onder opjjerbevel van Ras Wasa zich hiertegenover plaatsen. In Italië heeft mer de meeste verwachtin gen van de troepen die van Tasmara in Erythrea op Addis Abeba zullen aanrukken en hierbij den klassieken weg zullen volgen, die eeuwen lang alle veroveraars van Abes sinië hebben gevolgd, gelijk ook de Italianen dat zelf deden, toen zij in 1895 bij Adoea werden verslagen. De districtsdag te Keulen vond Zondag zijn hoogtepunt in de groote demonstratie in de tentoonstellingshall. Verscheidene partij leiders voerden er het woord. Rijksminister dr. Franck hield een redevoering, waarin hij ook het kerkvraagstuk behandelde en uiteen zette, dat het Christendom nooit zoo onbe lemmerd geweest was in Duitschland als thans. De strijd tegen de N.S.D.AP. wordt in Duitschland echter gevoerd door inter nationale Joden en internationale jezuieten, uit het buitenland tegen Duitschland Het lot van de beweging zal afhangen van de strijdvaardigheid en kameraadschappelijke aaneengeslotenheid. Na dr. Franck sprak de leider van het Duitsche arbeidsfront, dr. Ley, die scherp te keer ging tegen de „duisterlingen'', die over al in Duitschland weer op den voorgrond willen treden. Ook hij uitte eenige woord?n over den strijd tegen het politieke optreden van katholieke instanties, waarbij hij naar voren bracht, dat het juist de nationaal- socialisten waren, die kerk en religie verde digden. „Wij maken aanspraak op de tota liteit, wij geven niet toe. De priesters heb ben gelegenheid gehad zielzorgers te zijn van dit volk, maar zij zijn het niet geweest. De nieuwe zielzorger van het Duitsche volk is heden de politieke leider en de S.A.-man". Vervolgens kreeg de rijksminister van pro paganda, dr. Goebbels, het woord. Hij zette uiteen, dat de nat- soc. zich bewust zijn van hun kracht en hun vijandschap en hun vijanden zullen weten te ver slaan. Wat de cri- tiek van de buiten- landsche pers be treft zeide hij na veel critiek: Niet de buitenlandsche pers regeert in Duitsch land, maar wij. Ook het joodsche vraag stuk besprak Goeb bels op de gebruike- Goebbels lijke wijze. De Joden hebben zelf geprovo ceerd Wij zullen niet moede worden het Duitsche volk in te lichten over de gevaar lijkheid van dit internationale ras. Huwelij ken tusschen Duitschers en Joden zullen in het vervolg niet meer geduld worden. Wij laten niet toe, dat het rassenverderf zich ook voor de toekomstige geslachten voortzet". Na de Joden, nam Goebbels de confessies tot onderwerp zijner critiek. Hij eischte, dat de kerken, evenals de nat.-soc. positief chris telijk zijn, ook politiek positief nationaal-so- cialistisch zouden zijn. Dit moet niet in woorden, masr in daden tot uiting komen. Het Centrum heeft zich innerlijk verwanter gevoeld met het bolsjewisme dan met de nat-soc Toch kan in Duitschland ieder op zijn eigen wijze zalig worden. Iedere reli gieuze overtuiging wordt geacht. De jeugd mag door de kerken religieus opgevoed wor den, maar de politieke opvoeding is - zaak van de nationaal-socialisten. „De jeugd be hoort ons wij staan haar niet af". Iedere staatsvijandschap wordt uitgeroeid, waar deze zich ook vertoont. Wij willen geen Kul- turkampf. Wij hebben echter den i druk, dat cr in zeker voormalige centrumkringen cli ques zijn, die een Kulturkampf zouden wil len doen ontstaan". Draconische straffen zullen worden inge steld tegen onruststokers, zoodat hun de lust wel vergaan zal tot zulke experimenten. In de eerstvolgende weken zal men te zien crijgen hoe zal worden opgetreden tegen de opruiers tot een Kulturkampf. Wanneer een Jood deviezen-onregelmatig- ïeden pleegt, is dat niet verwonderlijk; zoo zijn zij; maar wanneer een bedienaar van iet woord onder den dekmantel van zijn iriesterkleed dit doet, zou Christus, wanneer lij zou weerkeeren, zulke verraders met de zweep wegjagen. Reeds van oudsher hebben wij, aldus Goebbels, direct contact met het volk gehad. Wij hebben geen middelaars tot iet volk noodig. Voor de kerken echter be staat slechts één oplossing, die den vreJe waarborgt: terug naar de kansels. De kerken moeten od dienen, wij echter het volk. Er be staat in den staat slechts één drager van den politieleen wil, dat is onze beweging. Zij vertegenwoordigt staat en volk. Zij moet zijn, zij is onontbindbaar. Zelfs wanneer alle Duitscher nationaal-socialisten zouden zijn, zou zij moeten blijven om alle Duit schers nationaal-socialistisch te houd'en. Voor zoover naast deze beweging andere bonden en organisaties exerceeren, zijn zij dienende geledingen der partij. Er bestaat naast de partij geen organisatie, die het recht zou hebben op een politiek eigen leven. De macht behoort volkomen aan ons. Wij stap pen daar niet af, want wij weten: Slechts in t volledig gebruik van de macht hebben wij de mogelijkheid de groote problemen van het heden op te lossen. Wij gelooven niet, dat de bonden op zich zelf veel kwaads in den zin hebben, wij ontzeggen hun echter het instinct den vijand op de juiste plaats op te sporen en te vinden. Het gebrek aan instinct hebben zij in den tijd van den strijd duizendvoudig bewezen. Wanneer in deze, op zichzelf on schuldige vereenigingen en bonden tegen standers van den staat sluipen om daar vei lig sabotage jegens den staat te bedrijven moet hun gezegd worden: Gij valt met deze elementen. Hier houdt de sentimentaliteit op. De staat duldt geen tegenstand. Zij vergis sen zich, wanneer zij gelooven, dat het volk iets men hen wil hebben uit te staan. Het in stinct voor het volk hebben wij nooit verlo ren. Wij kunnen gaarne afzien van de paar duizend schreeuwers wanneer slechts de 66 millioen Duitsche meitschen bij ons zijn, want dat is het beslissende. Voorrechten moeten bij ons door voorafgaande plichten verworven worden. Een zekere buitenland sche pers zegt: dat is een staatscrisis. Het is een volkomen gewone zuiveringskuur. Dat wat reeds lang vervallen was, wordt thans opgeruimd. De buitenlandsche pers maakt uit een vloo een olifant. Kijk in Berlijn op den Kurfurstendamm een Jood scheef aan en je zult het geschreeuw van Londen tot Pe king hooren. Wanneer de anti-Duitsche pers thans in den komkommertijd naar sensatie zoekt, is er in de wereld een grooter terrein van actie, zoodat zij zich niet juist op Duitschland heeft blind te staren. Bijvoorbeeld is er oorlog in zicht in Ajbes- sinië. Een op zich zelf toch interessante kwestie, waarover het loont te schrijven, vooral met het oog daarop, dat onder het ge jubel van dezelfde wereldpers in Parijs een paar jaar geleden plechtig een anti-oorlogs pact door de naties, die thans den oorlog niet kunnen verhinderen, is onderteekend. In Moskou spreekt men er over, dat de communistische internationale de landen tot de revolutie wil brengen en eenige maanden tevoren zingt men er ter wille van Enge land: God zegene den koning. Wat de En gelsche pers betreft, moet er op gewezen worden, dat in Belfast ook het een en ander gebeurt. Een wat de veiligheid in Duitsch land betreft, vlaggen van andere naties heb ben wij nog nooit van de masten laten ha len. Dat doet men slechts in cultuurlanden. Wij kijken met ernst naar deze door sta king, opstanden en crisis doorschokte we reld. Wij gelooven, dat Europa niet eerder tot rust kan komen, dan wanneer men 't eens is geworden over de meest primitieve grond slagen van zijn leven. Met trotsch kunnen wij aan den anderen kant zeggen, dat Duitschland, gezuiverd door de nat.-soc. re volutie hecht en onwrikbaar boven de we reldcrisis staat. Bij ons zet een sterke partij haar stempel op den staat. Bij ons be schermt een nieuw opgestaan leger de natie. Bij ons is volk en leiding van één wil en vol brengt nationale eenheid wonderen van ar beid. Wij leven niet in een paradijs, maar wij leven een leven, dat de moeite waard is. Wi kunnen met trots zeggen: Dezen grooten tijc hebben wij baan gebroken en wij laten ons dien niet verderven. Als eerewacht boven den Duitschen staat staan die oude gardisten, de trouwste medestrijders van onzen Fuehrer Het doel, dat wij ons eenmaal stelden, is onwrikbaar. De middelen, die wij ter berei king van dit doel toepassen, zijn elastisch en buigzaam. Wij hebben een leider, waaraan wij gelooven en wij kunnen herhalen: leider beveel, wij volgen. Nabij Camden in den staat Zuid-Carolina is een auto tegen een trein opgereden. De acht inzittenden, van wie er zes tot dezelfde familie behoorden, kwamen om het leven. De Volkenbond neemt twee reso luties aan en besluit 4 September weer bijeen te komen. (Dag. Over zicht). Communistische relletjes in Pales tina. (Buitenland). In de Maas bij Vi6é is een vlot ge kanteld; met zeer veel moeite zijn de opvarenden gered. (Buitenland). Engelsche stoomboot op zee ver brand» de bemanning gered. (Buiten land). Auto uit Breda in België tegen boom gereden; 4 gewonden. (Binnen land). Bij Dalfsen een doodelijk auto ongeluk. (Binnenland). Serie inbraken in Limburg. (Bin nenland). Nieuwe bekentenissen te Oss. (Bin nenland). (Zie verder eventueel laafde berichten.) Te Rome worden berichten uit Dzjiboeti gepubliceerd, volgens welke het bij Harrar in het binnenland van Abessinie gelegen Fransche missiestation Dnebbo door gewa pende Abessijnen geplunderd en in brand gestoken zou zijn. Dezelfde berichten melden, dat nog twee Fransche missie-stations in het gebied vau Sidano en Oeoilamo eveneens blootgeste'd zijn geweest aan felle abbessijnsche aanval len. De geestelijke leider van deze stations, de Apostolische prefect van Frankrijk, Mgr. Jarousseau zou daarbij door gewapende Abessijnen bedreigd zijn. Ofschoon deze berichten nog niet nader gedetailleerd worden, hebben zij toch in Ro me groote opwinding en verontrusting ver oorzaakt. Men verklaart, dat door deze ge beurtenissen wederom de Abessijnsche agressieviteit bewezen is, en dat men ook verdere Abessijnsche vijandigheden ver wachten kan. Een Fansche pleizierboot met 250 passa giers aan boord, welke van een uitstapje van het eiland Quassant op den terugweg was naar Brest, is Zondagavond te Quessant op een rots geloopen. Aan boord ontstond een paniek, welke de bemanning slechts met groote moeite meester kon worden. Tenge volge van de lekkage kreeg het schip ernstige slagzij. Van een naburige vuurtoren had men het ongeluk opgemerkt en door kanonschoten werd de aandacht gevestigd van de in de buurt vertoevende schepen. Alle passagiers konden worden overgenomen. Twee sleepboo- ten brachten de schipbreukelingen naar Bres De bijzondere correspondent van de „Petit Parisien" te Jeruzalem meldt, dat in Palestina communistische relletjes hebben plaats gehad, die gedeeltelijk tot ernstige botsingen met de politie hebben geleid. Communisten hadden in Haifa en Jeru zalem optochten geformeerd, waarbij pam fletten werden verspreid, waarin de demon stranten zich met de onlangs gearresteerde communisten solidair verklaarden, die in de gevangenissen in hongerstaking waren ge gaan. Toen de betoogers niet voldeden aan het bevel van de politie uiteen te gaan, heeft de politie van haar vuurwapens gebruik ge maakt. Volgens ooggetuigen werden talrijke personen gewond. De Engelsche politie ver richte verscheidene arrestaties. Omtrent de communistische onlusten, waar over de Petit Parisien uit Jeruzalem bericht te, wordt in een politierapport van Engelsche zijde gezegd, dat de politie van haar wapens gebruik moest maken, omdat zij door een menigte werd aangevallen. Tevens wordt medegedeeld, dat in de gevangenissen van Jeruzalem en Haifa 40 gevangenen in hon gerstaking zijn gedaan. In de Russische goudmijn Nezametnyi Aldan is een klomp zuiver goud gevonden van 2.100 K.G. Dit is thans reeds de vijfde groote goudklomp, die dit jaar in Aldan ge vonden wordt. De Schwerin zijn Friedrich Pankow en Helmuth Sass, die wegens moord ter dood veroordeeld waren, op de binnenplaats van de gevangenis met den bijl terechtgesteld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1