dagblad voor alkmaar en omstreken.
flxufdiiksch Oveczicht
De zestiende Vlaamsche bedevaart.
HET CONFLICT
ITALIË—ABESSIN IE.
De grootste Vlaamsche betooging
van het jaar.
Het ontstaan der bedevaart.
DE OVERSTROOM INGS-
RAMP IN LIGURIE.
Hoe de ramp geschiedde.
Aantal dooden nog onbe
kend.
Waf vandaag de
aandacht trekt,,.
ALKMAAR3CHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-,
franco door het geheele Rijk 2.50,
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN»
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk*
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Ifa. 19) DU ---er uil Iwe. bl.de. DirecUu,: C. KRAK. Donderdag 15 A„g„allIS 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
(Van onzen Belgischen correspondent).
r
Zondag 18 Augustus a s. heeft aan he:
Vlaamsche IJzermonument te Dixmuide, in
West-Vlaanderen, de zestiende Vlaamsche
Ijzerbedevaart plaats en voor de omstreeks
dit tijdstip in Vlaanderen of België reizende
Nederlanders is dit een eenige gelegenheid
om de eenige waaflijk grootsche Vlaamsche
betooging bij te wonen, waar nog over
Vlaamsche eenheid eendracht kan worden ge
sproken. Deze Ijzerbedevaart is een eerbied
waardige traditie geworden in het Vlaamsche
leven en wie in dit land de Vlamingenvervol
ging heeft gekend, den hopeloozen Vlamin-
genhaat van na den oorlog, de ontstuimige
Vlaamsche betoogingen voor politieke her
vormingen, waarbij steeds weer de strijdende,
ongeduldige geest opdook van de Vlaamsche
frontsoldaten die geen blad voor den mond
namen, roept deze betooging vele herinnerin
gen wakker.
De bedoeling der bedevaart.
Haar ontstaan is te zoeken in het lijden
van de Vlaamsche frontsoldaten tijdens den
oorlog, de verguizing van alles wat
Vlaamsch was na den oorlog en de behoefte
van de Vlamingen om, bij het bloedoffer van
zoovele Vlaamsche soldaten, die sneuvelden
met den Vlaamschen rechtseisch op de lippen
en die bij testament eischten dat op hun graf
een kruisje zou worden geplaatst met het op
schrift „Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen
voor Christus", buiten alle deelneming van
officieele zijde om, de stem te verheffen. De
geschiedenis van de ontwikkeling der bede
vaarten loopt gelijk met deze van de Vlaam
sche beweging na den oorlog Men heeft ge
tracht de bedevaarten als staatsgevaarlijk
voor te stellen Men heeft ook getracht er con-
curreerende „Belgische" bedevaarten tegen
over te plaatsen, b v. door de oprichting van
een standbeeld voor generaal Jacques „de
Dixmuide" op de Groote Markt van het
ljzerstadje. Men heeft er eens provoceerende
vliegers op af gezonden en in de Franscli-
r ij ven de pers werden de beleedigingen niet
ffspaard. Doch de enkele honderden, die in
1*20 te Veurne-Steenkerke deelnamen aan de
eerste bedevaart naar het graf van den ge
sneuvelden Vlaamschen kunstenaar Joe Én-
gusn, die den Vlaamschen oorlogsgrafzerk
ontwierp, groeiden aan tot meer dan hon
derdduizend. Hoe brutaler de bedevaart werd
aangevallen, hoe meer deelneming er was in
Augustus te Di'xmuide aan 't IJzerkruis, en
nu.ls de toestand veranderd. Nu is de Vlaam
sche beweging vooruit gegaan en nu komen
jaarlijks zelfs de redacteurs van de Fransch-
schrijvende Brusselsche bladen en correspon
denten van Parijsche bladen naar Dixmuide
om over de plechtigheid verslag uit te bren-
'n e^n toon die wel niet altijd sympa
thiek kan worden genoemd, maar die hemels-
uh verschilt van den toon enkele jaren ge
leden. Alleen tracht men de betooging voor
e stellen als een eenvoudige hulde aan de
gesneuvelden, terwijl in werkelijkheid de
vlaamsche Ijzerbedevaart ook nog wel de
feteekenis heeft van een Vlaamsche betooging
voor normale toestanden in het land.
Steeds heeft de betooging een godsdienstig
karakter gehad en de leidende personalitei
ten de beroemde dr Frans Daels is voor
zitter van het ijzercomité zijn katholiek.
Van socialistische zijde is er nooit medewer-
king geweest. Van liberale zijde werkt men
mee, zonder leiding te nemen, maar in elk
geval sympathiek, zij het dan met afkeuring
van overdrijving in de redevoeringen die
gorden uitgesproken en ook van de omstan
digheid dat onder de redenaars steeds een
Nederlander voorkomt, die elk jaar komt
fr een ander niet steeds in den toon is ge
bleven die men zou kunnen verwachten. Er is
geen Vlaming die meent dat een Nederlander
op deze plichtigheid niet een groet zou mo
gen brengen van het Nederlandsche volk. In
tegendeel. Er voert overigens ook een
Franschman, een Engelschman en een Duit-
scher het woord. Op den voet van den prach-
t'.gen IJzertoren, die een mooi vergezicht
biedt over het oude slagveld, staat immers in
deze vier talen ook het ooschrift „Nooit meer
oorlog". Doch men acht het verkeerd als, in
gaande op wat enkele radicale elmenten wel
wenschen, door een Nederlander aan politiek
wordt gedaan in zijn rede. De meerderheid
van de Vlamingen is nog steeds van meening
dat de Vlaamsche kwestie een binnenlandsche
kwestie is. En dat door Nederland hun be
rging dient gesteund zonder dezen steun
mist zij basis en toekomst met alle denk
bare cultureele en waar het kan economische
middelen Alles wat cultureel is, is immers
voor laanderen en Nederland gemeen goed
Een blijvend verzamelpunt.
De Ijzerbedevaart had in den beginne den
vorm van een bezoek aan het graf van een ge
sneuvelden Vlaamschen soldaat, die zich op
een of andere wijze had onderscheiden. Doch
dit kon niet worden voortgezet. De reeks zou
immers eenmaal ten einde geraken en boven
dien ging het om een symbool, waarin al de
Vlaamsche soldaten werden begrepen. Daar
om werd er aan gedacht een monument op te
richten, dat een blijvend verzamelpunt voor
de Ijzerbedevaart zou zijn. Hier heeft het
IJzercomité getoond verstandig te kunnen
handelen. Het heeft op de historische plaats,
recht over de maalderij, die uit den strijd om
Dixmuide door het Belgisch leger gevoerd,
zoo beroemd is de loopgraaf van den
Dood, waar de Belgen slechts op een tiental
meter van de Duitsche voorlinie gescheiden
waren is nog te zien, een kilometer stroomaf
waarts van den Ijzer een terrein weten te
koopen dat eigendom is van het comité en
waaraan niet kan worden geraakt. Op dit
terrein heeft het een monument weten op te
richten dat architecturaal geslaagd mag
heeten en waarvan de beteekenis heel wat
meer is dan de officieele monumenten Het
werd immers opgericht door de kleine bijdra
gen van duizenden Vlamingen, die het wei-
nigje wat zij konden missen schonken uit
overtuiging en liefde. Nooit heeft men er offi
cieele redevoeringen gehoord. Men heeft er
nooit officieelen gezien. Zij zijn nooit geko
men, alhoewel zij niet zouden verhinderd
worden dit te doen Iedereen mag aanwezig
zijn, doch hij dient alle onderscheid af te
leggen.
De hulde van dit jaar.
Zoo is de geest van de bedevaart, welke dit
jaar speciaal een hulde zal zijn aan Cyriel
Verschaeve, den priester uit Alveringen. die
nog in de gemeente verblijft en die tijdens
den oorlog aan het front bleef en de Vlaam
sche soldaten met raad en daad hielp, en aan
wijlen dr. v. d. Perre en wijlen dr. de Gruy
ter, die beiden ook is het frontleven een roi
hebben vervuld, de eerste door de wijze waar
op hij als Vlaamsch gekozene aan de zijde
stond van de Vlaamsche soldaten, voor wie de
toestanden niet alleen vernederender waren
dan voor de Franschen en Engelschen in hun
koloniale regimenten, maar voor wie het
soms ging om leven of dood. Een V laming
die geen Fransch kende, alleen Neder-
landsch, kon immers nooit een rang van kor
poraal bekleeden en zoo kwam het dat de
soldaten uit de eerste linie meer Vlamingen
waren dan Walen.
Cyriel Verschaeve is een dichter en wordt
in eenzelfden geest vereerd als eens Hugo
Verriest. Hij is de vertegenwoordiger van een
verleden, waarin er als Vlaming moest wor
den gestreden, waarin verbanning, geweld
zelfs dreigde Te Alveringem werd het huisie
van den kapelaan Verschaeve nacht en dag
door een gendarme bewaakt. Het feit alleen
dat hij Vlaamsche soldaten ontving en dal
dezen hem op de handen droegen en voor
hem door het vuur zouden loopen, maakte
hem verdacht. Hij zette hen nochtans niet op
tegen de legeroverheid.
Dr. van de Perre heeft tijdens den oorlog
veel voor de Vlaamsche soldaten gedaan. Hij
durfde het aan. ondanks de akelige verdacht
makingen die toen schering en inslag wa
ren wie van Vlaamsche misstanden durfde
spreken aan het front, waar niet anders be
stond, werd dadelijk uitgescholden voor ver
rader voor de Vlamingen op te komen en
zelfs bij den Koning klopte hij aan, zonder
aarzelen, om er op te wijzen dat Vlaamsche
regimenten moesten worden opgericht, wilde
men de stijgende ontevredenheid bij het leger
te keer gaan. Na den oorlog, in Mei 1919,
was hij net ook die met van Cauwelaer en
van de Vijvere in de Kamer de beroemde in
terpellatie hield, waarin zij een volle Kamer
zitting in beslag namen om aan te toonen hoe
slecht de Vlamingen in België werden behan
deld en hun taal voortdurend vernederd en
op den achtergrond gedrongen. Deze inter
pellatie is de eerste spoorslag geweest welke
de Vlaamsche beweging opnieuw op dreef
bracht buiten de radicale propaganda van
de Vlaamsche frontpartij.
Dr. de Gruyter is in Nederland zelf vol
doende bekend als de latere bestuurder van
den Nederlandschen schouwburg te Antwer
pen. Zijn verlangen om de Vlaamsche solda
ten wat geestelijke ontspanning te verschaf
fen in het alles ondermijnende frontleven,
bracht hem er toe in 1917 te werken voor de
totstandkoming van het Vlaamsche Front-
tooneel. De militaire overheid moest als het
ware bestreden worden. Zij nam eerst het
plan over en stichtte een Fransch tooneel.
Maar de Gruyter was hardnekkig en zoo
kwam hij er. Het zou ons te ver voeren in bij
zonderheden de moeilijkheden te beschrijven
die hij moest overwinnen. De eerste voorstel-
ling, die hij gaf, was een voorstelling van
Hooft's Warenar. Onmiddellijk na den oor
log hebben wij dezelfde voorstelling gezien
en zij heeft ons een onvergetelijken indruk
nagelaten De frontsoldaten die bij de eerste
voorstelling aanwezig waren, vertellen echter
een anecdote. De officieren waren n.1. uitge-
noodigd aanwezig te zijn in den „Théatre de
la Reine" te Hoogstade. Generaal Bernheim,
die wegens zijn vlaamschhaterij bekend was,
zat op de eerste rijen, met zijn officieren. Zij
waren op geroep onthaald, terwijl Cyriel Ver
schaeve, bij zijn aankomst met een donder
van toejuichingen was begroet. De Gruyter
vertolkte de hoofdrol van Warenar. En toen
Geen Abessinische voorstellen
aan Italië.
Van officieele zijde worden de
geruchten, dat Abessinië nieuwe
voorstellen aan Italië zou hebben
gedaan, waaraan een Italaansche
leening zou rijn verbonden, niet be
vestigd. Men wijst er op, dat de
Abessinische regeering de onderhan
delingen te Parijs op alle mogelijke
manieren wenscht te ondersteunen.
Alleen reeds daarom kan Abessinië
geen nieuwe onderhandelingen be
ginnen, aangezien deze storend zou
den werken op de besprekingen te
Parijs.
Tn Abessinië gelooft men voorts aan de
mogelijkheid van verwezenlijking van
het voorstel dat Engeland eenigen tijd
geleden heeft gedaan, nl. om Abessinië
een zeehaven en een gedeelte van
Britsch Somaliland toe te zeggen, ten
einde de Abessinische regeering als
tegenprestatie in staat te stellen tege
moet te komen aan de bescheiden wen
schen van Italië inzake de grensregeling.
De tot nog toe genomen mobilisatie
maatregelen zullen niet wo*den inge
trokken. De Negus heeft alle aanwezige
buitenlandsche persvertegenwoordigers
uitgenoodigd voor een thee, die bij hun
morgenmiddag zal aanbieden. Men ver-
w.cht dat hij bij deze gelegenheid een
rede zal houden.
De besprekingen van gisteren
tusschen Laval en Eden.
Omtrent de besprekingen, die gisteren
tusschen Lavai en Eden hebben plaats
gevonden weet men in wel-ingelichte
kringen mede te deelen, dat de Britsche
regeering bereid zou zijn, tegenover den
Negus eventueeie p'annen te steunen,
die Italië een uitgebreiden economischen
invloed in Abessinië verzekeren. Zij kan
echter met geen enkele politieke conces
sie accoord gaan. Aangezien Abessinië
een zelfstandige staat en lid van den
Volkenbond is, heeft Eden waarschijn
lijk gewezen op de gevaren, die een oor
log tusschen twee Volkenbondsstaten
voor het collectieve veiligheidssysteem
tengevolge zou hebben. Laval zou uit de
zelfde overwegingen overtuigd zijn ge
weest van de noodzakelijkheid van een
vreedzame oplossing, die echter geen
der partijen opgedrongen zou mogen
worden.
De „Temps" is van meening, dat het
algemeene Britsche streven is, den Brit-
schen invloed aan het Tanameer en aan
de Blauwe Nijl niet verminderd te zien.
Ook denkt Engeland aan de mogelijkheid
van een bedeiging van den Soedan, wan
neer dit bekneld raakt tusschen Itali-
aansch Tripolis en een ouden Italiaan-
schen invloed staand Abessinië Het
zouden deze overwegingen zijn, die En
geland, er toe brachten, 'n oplossing van
het Italiaarrsch-Abessinisch conflict
door coicessies van economischen aard
aan te bevelen, doch elke concessie van
politieke» of territorialen aard af te wij
zen. Het Parijsche blad is echter van
meening, dat Engeland tot een compi o-
mis bereid zal zijn wanneer het er om
gaat, een oorlog te voorkomen.
De besprekingen te Parijs.
De besprekingen inzake het Italiaansch-
Abessinische ge-chil zijn gister aange
vangen tusschen Laval, die begeleid
was door den politieken directeur van
den Quay d'Orsay, Bargeton. en den
Britschen minister voor volkenbonds-
aangelegenheden, Eden, die was verge
zeld van den permanenten ondersecre
taris van buitenlandsche zaken, Sir
Robert Vansittart.
op het tooneel den vrek zijn schat ontstolen
waf, en de Gruyter langsheen den planken
vloer kronkelde, strekte hij den arm uit naar
Bernheim en, met den blik dreigend op hem
gericht, beschuldigde bij den generaal, in de
gedaante van den vrek: „Gij hebt mijn 6chat
gestolen. Gij zijt met onzen rijkdom wegge-
loopen. Gij wil ons dood". De officieren, die
zoo ver buiten het volk en hun soldaten ston
den, begrepen het niet; maar de soldaten be
grepen wel dat er dubbele comedie werd ge
speeld.
Zoo herinnert de betooging van Augustus,
waaraan nog steeds duizenden en duizenden
deelnemen, aan wat de oorlog is geweest. In
dezen tijd krijgt ze een dubbele beteekenis,
vooral omdat ze ook een betooging is voor
den vrede.
Naar verluidt heeft Eden niet alleen
met een zekere uitvoerigheid de opvat
tingen van de Britsche regeering over
de aspecten van het conflict uiteenge
zet, doch heeft hij tevens den nadruk
gelegd op de verder strekkende reacties
in Europa en elders, die waarschijnlijk
het gevolg zullen zijn van een even
tueel uitbreken van vijandelijkheden in
Afrika. Voorts heeft Eden gewezen op de
practische eensgezindheid die door de
Engelsche openbare meening aan den
dag wordt gelegd met betrekking tot het
onderhavige geschil.
De gedachtenwisseling, die op deze
ui eenzettingen van Eden volgde, deed
blijken, dat de Fransche en Engelsche
regeering gelijke opvattingen hadden
ter opzichte van den uitersten ernst van
dei. toestand en dat zij beiden inzien,
dat de besprekingen tusschen de drie
mogen heden, die thans gaan beginnen
da laatste kans bieden op het tot stand
brengen van een basis voor overeen-
k mst, die zoowel voor Italië als voor
Abessinië aanvaardbaar zou zijn, zonder
dat dé geheele procedure van den Vol
kenbond en zijn verplichtingen in het
spel wordt gebracht.
Vandaag komt de Italiaansche gedele
geerde, baron Aloisi, in Parijs, waar hij
een onderhoud zal hebben met den
Franschen premier Laval nog in den
loop van Donderdag. Verwacht wordt,
dal de formeele besprekingen tusschen
de Fransche-Engelsche en Italiaansche
ge .elegeerden volgens program Vrijdag
zullen aanvangen.
Gisteravond heeft Eden een bespreking
gevoerd met den Griekschen gezant te
Parijs, Politis, die gistermiddag reeds
een onderhoud had gehad met Laval.
Het is te voorzien, dat de juiste cijfers
omtrent het aantal dooden tengevolge
van de overstroomingsramp, die Ligurie
en in het bijzonder de stad Ovada heeft
getroffen, nog enkele dagen op zich zul
len laten wachten, aangezien men, mede
tengevolge van het verbreken van tal
van verbindingen, nog geen overzicht
van die uitwerking der overstrooming
kan krijgen. Naar verluidt zou men in
het getroffen gebied een volkstelling wil
len houden, teneinde vast te stellen wie
nog in leven zijn.
De ramp geschiedde, voor zoover het de
overstrooming van Ovada betreft, des mid
dags te half een. Zooals reeds gemeld werd,
mondt de Orba, di- van de Ligurische Alpeh
komt en dan naar het Noorden stroomt na
bij Ovada uit in een kunstmatig meer, dat is
ontstaan door een stuwdam voor de nabij
gelegen waterkracht-centrale. Het meer heeft
een lengte van ongeveer 5 K M. en bevat on
der normale omstandigheden ongeveer 5
millioen kubieke meter water. Door den ont-
zettenden regenval in den nacht van Maan
dag op Dinsdag en later was de inhoud
echter toegenomen tot 15 a 20 millioen ku
bieke meter, zoodat de stuwdam tenslotte
onder den druk van het water bezweek en de
watermassa met donderend geraas in het dal
stroomde.
Tegen den avond vormde het water in het
dal een meer van 40 K.M. lengte en 2 K.M.
breedte, zoodat het onmogelijk was de onder
water staande of door het water weggevaag
de huizen te bereiken.
Onmiddellijk werd een begin gemaakt met
het reddingswerk, .a. dor de in de omgeving
voor manoeuvres aanwezige soldaten. Een
reddingsploeg van de Fiat-automobielfabrie
ken kon zwemmend zeven personen van dta
verdrinkingsdood redden.
De ramp geschiedde zoo plotseling, dat de
bewoners, die voor het onweer in hun hui
zen waren gevlucht, zich zelfs niet bewust
waren van het gevaar, dat hun dreigde, tot
De zestiende Vlaamsche bede
vaart. (D. O.)
Het Abessinische conflict. (Buiten
land).
De overstroomingsramp in Italië;
aantal dooden nog onbekend. (Bui
tenland).
Noodweer boven Boedapest brengt
groote schade aan. (Buitenland).
Eveneens noodweer in Frankrijk.
Bordeaux door wervelstorm geteis
terd. (Buitenland).
De „Gelria" van den Kon. HolT,
Lloyd aan Italië verkocht. (Binnen
land).
Het Duitsche toeristenverkeer In
ons land. (Binnenland).
De van verduistering verdachte
notaris. (Binnenland).
De toer van Albury's burgervader.
(Binnenland).
(Zie verder eventueel Ia state
berichten.)
de huizen tenslotte boven hun hoofden in
stortten.
Er zijn bij Ovada 200 huizen verwoest en
vier bruggen weggeslagen, waarvan één
slechts enkele seconden na het passeeren van
den trein uit Genua instortte. In het dal
van de Orba zijn meer dan honderd huizen
vernield en eveneens vier bruggen inge
stort. Alle telefonische en telegrafische ver
bindingen zijn verbroken.
Verhaal van een ooggetuige.
Uit Ovada worden de eerste verhalen van
ooggetuigen van de overstroomingsramp be
kend. Een jongeman, die zich juist op een
hooggelegen punt van de stad bevond, toen
de watergolf naderde, en een goed over
zicht over het geteisterde stadsgedeelte had,
vertelde, dat de huizen als stroohalmen door
de aanrollende watermassa's werden wegge
maaid. De meeste bewoners van dit stadsge
deelte brachten zich op de hooger gelegen
plaatsen in veiligheid. In totaal waren het on
geveer duizend personen, die hier den nacht
doorbrachten.
Vanmorgen vroeg, tegen 7 uur, begon het
opnieuw te regenen. Het gerucht deed de
ronde, dat een tweede dam was doorge
broken en dat het water opnieuw ging
stijgen. In paniek vluchtten de menschen naar
de nabijgelegen heuvelen, van waar zij pas
nadat men hen had gerust gesteld, door cara
binieri en militie afdeelingen teruggebracht
konden worden.
Op het oogenblik is alle gevaar ge
weken, aangezien de opgestuwde water
massa is weggevloeid. In de omgeving
van Ovada staat het water nog slechts
op enkele velden, zoodat men thans een
overzicht heeft van de aangerichte ver
nieling. Waar het water is doorgedron
gen, is niets gespaard gebleven. Huis
raad, meubelen, bedden, fietsen, automo
bielen en cadavers van vee en huisdieren
liggen overal verstrooid. De gevonden
lijken zijn reeds geborgen, doch het op
ruimen van de puinhoopen zal wel ge-
ruimen tijd duren. Binnen een week ge
looft men geen opgave van het juiste
aantal dooden te kunnen doen. Het staat
echter vast, dat de materieele schade ver
scheidene millioenen lire bedraagt.
De koning op de plaats des
onheils. Tweehonderd slacht
offers?
In de avondbladen van Woensdag wordt
het aantal dooden bij de overstroomings
ramp te Ovada thans als 200 aangegeven.
Woensdagmiddag is de koning te Ovada
aangekomen. Hij vertoefde ongeveer een uur
op de plaats des onheils, waar hij woorden
van troost tot de bevolking sprak.
De weggeslagen bruggen zijn reeds door
hulpbruggen vervangen, teneinde het ver
keer met Ovada te herstellen. De tot nu toe
geborgen lijken zijn in schoollokalen en
kloosters opgebaard.
Een officieele mededeeling.
Zeventig dooden.
van officieele zijde is gisteravond laat
medegedeeld, dat het aantal dooden, dat tot
dusverre bij de overstroomingsramp van
Ovada bekend is geworden, zeventig be
draagt Het ligt voor de hand, dat dit nog
niet het definitieve getal is.
Verder wordt gemeld, dat ook het dorp
San Martine vrijwel geheel door het water
schijnt te zijn vernield. Hier alleen reeds zou
het aantal dooden de 100 nabij kunnen
komen,