i
JUtMicaties
Stad en Omgeving.
Jeuiiietm
iÏEFDE EN POLITIEK
HINDERWET.
Heden is op de gemeente-secretarie ter
inzage gelegd een verzoek met bijlagen
Von
de N. V. Karperton Kaasfabriek, alhier,
gevraagde vergunning tot het oprichten
van een fabriek voor het verduurzamen
van kaas, met plaatsing daarin van een
stoomketel met een verwarmingsopper
vlak van 6 M2. en 6 electro-motoren, t.w.
één van 14 P.K., twee van 4 P.K., twee
van 2 P.K. en één van 1.5 P.K., voor het
in werking stellen van diverse machines.
Bezwaren tegen deze oprichting kun
nen worden ingediend ten Stadhuize de
zer gemeente, mondeling op DINSDAG
10 SEPTEMBER a.s., voormiddags te
ELF UUR, en schriftelijk vóór of op dien
tijd. Gedurende drie dagen vóór gamei
den dag kunnen de verzoeker en hij, die
bezwaren heeft ingebracht op de secreta
rie dezer gemeente van de terzake inge
komen schrifturen kennis nemen.
Alkmaar, 27 Augustus 1935.
Burgemeester en Wethouders
van Alkmaar,
H. KLAVER, Lo.-Burgemeoster.
A. KOELMA, Secretaris
BOUW POLITIEBUREAU.
AANLEG VERBINDINGSWEG.
B. en W. schrijven in bijlage no. 120:
Zooals aan uwe vergadering op 11 Juli
1935 is medegedeeld, heeft de regeering zich
bereid verklaard, gevolg te geven aan ons
tot het Bestuur van het Werkfonds gericht
verzoek, de uitvoering mogelijk te maken,
door versterking van voorschotten aan deze
gemeente, van plannen voor den bouw van
een nieuw politiebureau en voor den aanleg
van den verbindingsweg Jan van Scorelkade-
Helderscheweg, waardoor tevens een verbin
ding tusschen den Bergerweg en den Helder-
scheweg zal worden tot stand gebracht.
Voor deze werken zullen credieten worden
beschikbaar gesteld van resp. 79.000 en
74.000.
De voorwaarden, waaronder de voorschot
ten zullen worden verstrekt, leggen wij bij
de stukken ter inzage.
De regeering is bereid de voorschotten
voor een tijdvak van vijf jaren renteloos te
verstrekken. Nadien zal, indien de finan-
cieele toestand der gemeente naar het oor
deel van de ministers van binnenlandsehe
zaken en van financiën rentebetaling toe
laat rente verschuldigd zijn tot ten hoogste
4 pCt. 's jaars.
Alvorens tot uitvoering van het weric mag
worden overgegaan, moet overeenstemming
zijn bereikt met het Bestuur van het Werk
fonds ten aanzien van de voorwaarden, waar
onder het werk zal worden uitgevoerd en ten
aanzien van de kostenbegrooting in onder
deden, terwijl de bestekken van het werk
door genoemd bestuur moeten worden goed
gekeurd. Bedoelde overeenstemming is reeds
bereikt, terwijl wij opdracht hebben gegeven
om de bestekken in gereedheid te brengen.
De arbeidsvoorwaarden, welke bij de uit
voering van beide werken zullen worden toe
gepast, leggen wij bij de stukken ter inzage
voor uwe vergadering. Hierbij wordt opge
merkt. dat de loonen door het Bestuur van
het Werkfonds zijn vastgesteld in overleg
met de landelijke vakcenfrales.
Wat de technische uitvoering der plannen
betreft, is het ons een genoegen u mede te
deelen, dat wij den heer A. J. Kropholler,
architect te Wassenaar, bereid hebben gevon
den, zich met het ontwerpen van de plannen
en het bestek voor den bouw van een nieuw
politiebureau aan het Kerkplein, hoek St.
Laurensstraat, te belasten. Wij hebben daar
door de zekerheid verkregen, dat een in de
omgeving passend gebouw zal worden ge
sticht, dat evenals het onder architectuur
van den heer Kropholler gebouwde kantoor
der Noord-Hollandsche Levensverzekerings
maatschappij, ook architectonisch een aan
winst voor de stad zal zijn. Zooals uit de
overgelegde teekeningen blijkt, heeft dë ar
chitect een bouwtrant gekozen, die aansluit
bij den stijl van het zooevenbedoelde kan
toorgebouw.
In de bouwsom van het ontworpen politie
bureau is begrepen een bedrag van 30.000
aan arbeidsloon, waarvoor tenminste 22
werklieden gedurende een jaar werk kunnen
vinden. Buiten de bouwsom staan de kosten
van eerste inrichting, welke op 6000 wor
den geraamd.
Het ontwerp van den verbindingsweg tus
schen de Jan van Scorelkade en den Helder-
scheweg is gemaakt door den Directeur der
gemeentewerken. Aangelegd zal moeten wor
den een weg ter lengte van 470 M De weg
is overeenkomstig het uitbreidingsplan ont
worpen met een breedte van 15 M., terwijl
zich in den weg een brug met zinker be
vindt over de Houtvaart. In de kosten van
aanleg, groot 74.000, zijn tevens begrepen
de kosten voor het maken van de brug met
zinker, geraamd op 15000 en de noodige
in overleg met de Nederl. Spoorwegen ont
worpen veiligheidsmaatregelen (raming
10.000) in verband met de kruising met
den Helderscheweg en den tramweg naar
Bergen. "Het geraamde bedrag van 74.000
omvat een bedrag aan arbeidsloon van
10.000 voor den weg, 3500 voor de brug
met zinker en 4280 voor de te treffen vei
ligheidsmaatregelen, in totaal alzoo 17.780.
gelijkstaande met ongeveer 700 manweken.
Voor den aanleg van den verbindingsweg
is vereischt, dat de gemeente eenige eigen
dommen verkrijgt van de Nederl. Spoorwe
gen. Reeds eerder hebben wij daartoe het
voorstel gedaan (bijlage nr. 133 van 1933),
welk voorstel in uwe vergadering van 16
November 1933 werd aangehouden met het
oog op de te treffen veiligheidsmaatregelen
en de gevraagde overlegging van een plan en
teekeningen.
Met de Nederl. Spoorwegen is overeen
stemming bereikt over de aan te brengen vei
ligheidsmaatregelen, waarmede zooals reeds
werd opgemerkt een bedrag van 10.000 is
gemoeid, terwijl het plan met de teekeningen
thans ter inzage zijn gelegd.
Wat betreft de overdracht van eenige per-
ceelen weiland, emplacement en water, samen
groot ongeveer 1419 M2., kunnen wij mede-
deelen, dat de Directie der Ned. Spoorwegen
bereid is de benoodigde perceelen kosteloos
aan de gemeente over te dragen onder voor
waarde, dat de gemeente ten behoeve van de
aan dien weg liggende spoorwegeigendom
men recht van uitweg verleent en afziet van
haar recht van uitweg over de aan de Ned.
Spoorwegen toebehoorende perceelen grond,
Sectie C. nrs. 3295, 3297, 2176 en 3014, ten
behoeve van de aan de gemeente toebehoo
rende perceelen grond, sectie C. nrs. 3294 en
3296, welke eigendommen op den nieuwen
verbindingsweg uitgang krijgen.
Wij hebben tegen deze voorwaarden geen
bezwaar, in verband waarmede wij uwe ver
gadering in overweging geven de aanbieding
van de Ned. Spoorwegen onder de gestelde
voorwaarden te aanvaarden.
Naar aanleiding van een en ander stellen
wij u voor ter bestrijding van de werkloos
heid in deze gemeente over te gaan tot den
bouw en inrichting van een nieuw politiebu
reau en den aanleg van den verbindingsweg
Jan van Scorelkade—Heldersche weg, voor
de uitvoering van deze werken een voorschot
van het Rijk te aanvaarden onder de gestelde
voorwaarden en met het Rijk (de Staats
spoorwegen) en de Hollandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij een overeenkomst
aan te gaan ten behoeve van de verkrijging
van drie voor den aanleg van den verbin
dingsweg benoodigde perceelsgedeelten.
Het desbetreffend besluit bieden B. en W.
daartoe ter vaststelling aan.
ADRESSEN TJ. NESTRA.
B en W. schrijven in bijlage Nr. 124:
In zijn adres van 22 Juli 1935, door uwe
vergadering op 25 Juli d.a.v. in onze handen
om bericht en raad gesteld, verzocht de heer
Tj. Nestra te Oudorp, hem ter zake van het
door hem gekochte bouwterrein aan den
Friescheweg een reductie toe te staan van
1.50 per M2. op den koopprijs, subidiair
hem een garantie te verstrekken voor de
schade, die door verzakking van het door hem
te bouwen woonhuis mocht ontstaan, subsi
diair den aankoop van het terrein te annulee-
ren en hem de gemaakte onkosten te vergoe
den.
Bij nader adres van 14 Augustus d.a.v.
deelt de heer Nestra aan uwe vergadering
mede, dat hij niet kan wachten op het prae-
advies van ons college en daarom met bou
wen zal beginnen en daarbij de door hem in
de toelichting tot zijn adres bedoelde diepe
fundeering zal bezigen, om welke redenen hij
de subsidiair gestelde verzoeken intrekt en
alleen verzoekt reductie op den grondprijs.
Naar aanleiding van een en ander deelen
wij u het volgende mede.
Adressant vroeg op 22 Mei j.1. een vergun
ning aan voor het bouwen van een woonhuis
op het door hem gekochte perceel aan den
Friescheweg.
Bij het onderzoek van deze bouwaanvrage
ontstond in verband me de bodemgesteldheid
twijfel omtrent de aan de fundeering te stel
len eischen. Na uitvoerig onderzoek meenden
wij te kunnen volstaan met te verlangen, da;
een betonplaat van 15 c.M. dikte zou worden
aangebracht. Een diepe fundeering, als thans
door adressant toegepast, achtten wij niet
noodig.
Als adressant schadevergoeding verzoekt,
kan dit dus niet het gevolg zijn van de lasten,
die hij thans vrijwillig op zich neemt: die
moeten uiteraard voor zijn rekening blijven.
Maar ook al had adressant volstaan met een
betonplaat, dan nog zouden wij geen aan
spraak op schadevergoeding aanwezig ach
ten, omdat een dergelijke fundeering niet als
een bijzonder kostbare fundeering in den zin,
waarin dit bij de voorbesprekingen over den
verkoop is bedoeld, kan worden beschouwd.
Wij zouden hiermede kunnen volstaan,
ware het niet, dat adressant in zijn toelich
ting enkele onjuiste beweringen naar voren
brengt, die niet onweersproken mogen blijven
en de zaak ook van belang is voor de hou
ding, welke de gemeente in de toekomst tegen
over de verdere koopers van terreinen aan
den Friescheweg moeten aannemen.
Ontkend moet worden, dat de boekhouder
van het grondbedrijf zou hebben verzekerd,
„dat zijn superieuren hadden verklaard geen
extra-voorzieningen noodig te achten". Deze
heeft namelijk gezegd, dat er geen kostbare
fundeering, waarmede bedoeld was een fun
deering van den vasten zandbodem af, be
hoefde te worden gemaakt. In de besprekin
gen door den directeur van het grondbedrijf
gevoerd met adressant en met zijn architect,
heeft de directie nadrukkelijk verklaard, dat
een gewapend betonnen plaat niet als een
kostbare fundeering kon worden beschouwd.
Wel is door de directie medegedeeld, dat wan
neer een diepe fundeering in de bouwvergun
ning zou worden voorgeschreven, op een
eventueel verzoek om schadeloosstelling
gunstig zou worden geadviseerd.
Wat betreft de mogelijkheid van ruiling
van grond, deze is alleen door de directie
voorgesteld voor het geval een diepe fundee
ring in de bouwvergunning zou worden
voorgeschreven.
De vanwege de directie van het grondbe
drijf verrichte proefboringen bevestigden het
resultaat van de aangebrachte proefbelas-
tingen, dat met een gewapend betonnen
plaat kan worden volstaan.
Inderdaad is op 6 Juli 1935 aan adressant
bericht gezonden, dat de bouwvergunning
ter afhaling gereed lag. In verband met een
nadere bespreking met adressant en diens ar
chitect heeft ons college nader overwogen of
de bouwvergunning, zooals zij bij ons besluit
van 6 Juli 1935 was geformuleerd, herzie
ning behoefde. Daar de proefboringen
welke plaats vonden na de eerst verrichte
proefbelastingen een gunstig resultaat
hadden, was er geen aanleiding om ons be
sluit van 6 Juli 1935, waarbij de bouwver
gunning werd verleend, o.m. onder voor
waarde, dat de fundeering moet bestaan uit
een betonnen plaat van 15 c.M. dikte, met
een bewapening ten genoegen van den direc
teur van het Bouw- en Woningtoezicht, te
herzien.
Voor het resultaat van de verder doorge
voerde proefbelastingen worde verwezen naar
het bij de stukken overgelegde advies van den
directeur der gemeentewerken.
Om meer inzicht te verkrijgen in de alge-
meene gesteldheid van het terrein, met het
oog op den bouw van woonhuizen op andere
plaatsen, i6 op 8 Juli j.1. aangevangen met
het doen van proefboringen om na te gaan de
diepte van den vasten zandbodem. Aangezien
deze proefboringen niet in verband stonden
met de aan adressant verleende bouwvergun
ning, is noch aan diens architect noch aan
den directeur van het bouw- en woningtoe
zicht van deze proefboringen kennis gegeven
De conclusie, die de architect van adres
sant uit het resultaat der eerste proefboring
trekt, is niet juist. De laag gemengde grond,
die daarbij werd aangetroffen, bestaat voor
een groot deel uit zand. In het adres wordt
ook de doelmatigheid van de door den dienst
der gemeentewerken verrichte proefbelasting
betwijfeld, maar deze wijze van proefbelas
ting is op normale wijze verricht. Opgemerkt
wordt, dat deze methode van proefbelasting
eveneens is toegepast bij den bouw van de
gasfabriek en daar goede resultaten heeft
opgeleverd.
Resumeerende kan dus worden geconsta
teerd:
a. dat geen onjuiste gegevens aan adres
sant zijn verstrekt, daar medegedeeld werd,
dat geen diepe fundeering noodig zou zijn;
b. dat de proefboringen hebben bevestigd,
hetgeen reeds bij het aanbrengen der proef
belasting was gebleken, dat voor de fundee
ring van het woonhuis met een betonnen
Woensdag 28 Augustus.
HILVERSUM, 1875 M. VARA-
uitzending. 8 Orgelspel J. Jong.
8.30 Gramofoonplaten. 9.30 P. J.
Kers: Onze keuken. 10.Morgen
wijding VPRO. 10.15 Voor Arb. i.
d. Continubedrijven: De Fliereflui
ters o. 1. v. E. Walis, C. Steyn (or
gel), VARA-Tooneel o. 1. v. W. v.
Cappellen, en C. SchaakeVerko
zen (lezing). 12.— Gramofoon
platen. 12.15 De Notenkrakers o. 1-
v. D. Winsa 1.1.45 E. Walis en
zijn orkest. 2.— Gramofoonplaten.
2.15 Orvitropia o. 1. v. J. v. d.
Horst. 3.— Voor de kinderen. 5.30
Fantasie, o. I. v. E. Walis. 6.15 De
Boheminas, o. 1. v. J. v. d Horst.
7.Sportuitzending. 7.20 Zang
door Cecily Brenner (mezzo-so-
§raan). 7.50 Bij den verkeersdokter.
Herh. SOS-berichten, nieuws
berichten en VARA-Varia 8.15
Gramofoonplaten. 8.30 Declamatie
J. v. Oogen. 8.45 VARA-Orkest o.
I. v. H. de Groot. 9.30 „Nocturne",
spel van Tyler, vert. v. Nierop. M.
m. v. het VARA Tooneel o 1. v. W.
v. Cappellen. 10— VARA-Orkest
o. 1. v. H. de Groot. 11.Gramo
foonplaten, en pianospel J Jong.
II.30—12.Orgelspel C. Steyn.
HUIZEN, 301 M. NCRV-uitzen-
zing. 8.Schriftlezing en medita
tie. 8.15—9 30 Gramofoonplaten.
10.30 Morgendienst o. 1. v. Ds. J.
Dijk. 11.12.—en 12 15 Kwintet
concert o. 1. v. P. v. d. Hurk. 12.45
Gramofoonplaten. 1.30 Concert
door S. Bolten (alt-mezzo), J. Hes
(viool, altviool en klarinet) en M.
Hoogers—Höfel (piano). 3.3.45
Orgelspel C. v. Drieenhuizen. 4.
Pianorecital Chr. Veelo. 5.— Kin
deruur 6.Gramofoonplaten. 6.30
afgestaan. 7.Ned. Chr. Pers
bureau. 7.15 Reportage. 7.30 Kapi-
teine E. W. Wansink: Het Leger
des Heils en de achterbuurten. 8.
Berichten 8.05 Haarl. Orkestvereen.
o. 1. v. F- Schuurman. 9 Cause
rie. Ds. P. C. Jongbloed. 9.30 Ver
volg concert (Om 10.— Berichten).
10.30—11.30 Gramofoonplaten.
DROITWICH, 1500 M. 10.35—
10.50 Morgenwijding. 11.05 Gra
mofoonplaten. 11.50 Orgelspel S.
Torch. 12.35 Gh. Manning's orkest.
I.35 Orgelconcert W. G. Webber.
2.20 BBC-Northern-Orkest o. 1. v.
Marrison. 3.10 Pianorecital E. Lush.
3.35 Sted. Orkest Bournemouth o. 1.
v. R. Austin, m. m. v. A. Piggott
(cello). 5 05 Gramofoonplaten. 5.35
Lou Preager's Band. 6.20 Berichten.
6.50 Orgelspel Reg. Dixon. 7.20
BBC-Orkest o. 1. v. Sir Granville
Bantock. 8.20 Medvedeff's Balalaika
orkest m. m. v. solisten. 9.„Ar
mada", spel van WhitakerWil-
son en H. Rose 10.Berichten.
10.20 Amerikaansch nieuws. 10.35
Het Bridgewater Harpkwintet.
II.2012.20 Maurice Winninck's
Band.
ADIO PARIS, 1648 M 7 20 en
8.20 Gramofoonplaten. 12.35 Or
kestconcert o. 1. v. louche. 7.50
Gramofoonplaten. 8.20 Gevarieerd
concert. 9.05 Britannicus", spel
van Racine. 11.1012.35 Dans
muziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 12.20
tot 2.20 Concert uit rest. „Wivex"
3.50—5.50 Concert uit Rest. „Kil
den". 8.20 Omroeporkest o. 1. v. L.
Gröndahl. 9.35 Noorsche volks
muziek. 10.— Loewe-balladen. 10.35
Symphonieconcert o. 1. v. Gröndahl.
11.20— 12.50 Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 6.50 Orkest
concert. 11.30 Pianorecital. 12.20
Gevar. concert. 2.35 Gramofoon
platen. 4.20 Zang, viool en piano.
5.20 Gevarieerd concert. 6.35 Tap
toe. 7.25 Volksliederenconcert m. m.
v. Omroepkoor o. 1. v. Breuer, en
solisten. 8.35 Zie Deutschlandsen-
der. 9.05 „Brigadevermittlung",
spel van Johannsen. 10.5012.20
Keulsch Symphonie-orkest en Om-
roepkleinorkest
ROME, 421 M. 6— Onbekend.
10.35 Dansmuziek.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 en 1.30—2.20 Het Constatin-
orkest 5.20 Gramofoonplaten. 5.50
Viool en piano. 6.35 Zang. 6.55
Gramofoonplaten. 8.20 Symphonie
concert o. 1. v. Meulemans. 1030
11.20 Dansmuziek. 484 M.: 12.20
Gramofoonplaten. 12.50 Salon
orkest o. 1. v. Walpot 1.502.20
Gramofoonplaten. 5.20 Orgelcon
cert. 5.50 Vioolrecital. 6.50 Harpre-
cital. 7.05 Gramofoonplaten. 8.20
Salonorkest o. I. v. Walpot, en re
portage. 10.3011.15 Gramofoon
platen.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 8.35 Rijkszending: Das Bild der
Deutsehen Frau. 9.05 Rijkszending:
„In der Faust den Hammer, im Her
zen des Lied", gevarieerd program
ma. 19.20 Berichten. 19 35 Olympia-
nieuws. 10.50 Orgelconcert. 11.05
Weerbericht. 11.20—12.20 Vervolg
van 9.05.
GEMEENTELIJKE
RADIODISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Keulen 8.8.40, D. Sen-
der 8.40—10.20, Keulen 10.20—
11.50, Lond. Reg. 11.50-12.20,
Brussel Fr. 12.20—13.20, Brussel
VI. 13.20—14.20, Lond. Reg. 14.20
tot 17.20, Keulen 17.20-20.20,
Droitwich 20.2021.Beromün-
ster 21.—22.35, Brussel Fr. 22.35—
23.20, Parijs R. 23.20—24.—.
Lijn 4: Parijs R. 8.05-8.50, Droit
wich 10.3518.20, München 18.20-
1850, Droitwich 18.50—20.20, Lond.
Reg. 20.20-24.—.
plaat van 15 c.M. dikte kon worden vol
staan;
c. dat de instemming met het verzoek om
schadevergoeding van de zijde van den dienst
der gemeentewerken slechts gold het geval,
dat een diepe fundeering noodig zou zijn.
Wij blijven intusschen van oordeel, dat de
in de bouwvergunning gestelde eischen vol
doende zijn en niet ten gevolge hebben, dat
adressant met hoogere kosten bezwaard is
dan hem bij de besprekingen over den ver
koop van bouwterrein in het vooruitzicht is
gesteld.
Het spreekt overigens vanzelf, dat wij in
het algemeen het risico, dat dit te eeniger tijd
ten aanzien van andere aanvragen wèl het
geval zou zijn, niet voor rekening der ge
meente kunnen nemen. Wij hebben daarom
den directeur van het grondbedrijf opgedra
gen, zich vóór het geven van inlichtingen
omtrent fundeering enz. te verstaan met den
directeur van het Bouw- en Woningtoezicht,
die met het toezicht op de naleving der
bouw- en woningverordening is belast en
uiteraard zijn adviezen aan ons college niet
mag laten beïnvloeden door eventueele be
sprekingen omtrent grondverkoop, tenzij hij
daarin zelf betrokken is geweest en met zijn
zienswijze rekening is gehouden. Mochten
de adviezen uiteenloopen, dan kan door ons
college reeds bij den verkoop beslist zijn aan
welke bouwwijze de voorkeur zal moeten wor
den gegeven.
Wij geven uwe vergadering op grond van
het vorenstaande in overweging op de door
den heer Tj. Nestra te Oudorp, onder dag-
teekening van 22 Juli en 14 Augustus 1935
ingezonden verzoekschriften afwijzend te be
schikken.
VOORWAARDEN AANSLUITING
RADIODISTRIBUTIE.
In bijlage no. 123 schrijven B. en W.:
Werd bij uw besluit van 13 Sept. 1934 het
tarief van de kosten van aansluiting aan het
gemeentelijk radiodistributiebedrijf verlaagd,
thans is in verband met de ongunstige tijds
omstandigheden de wenschelijkheid gebleken
om dit z.g. entrée-geld opnieuw te vermin
deren.
De bijdrage voor de installatiekosten be-
- door WILLIAM LE QUEUX.
30)
„U heeft goed geraden. Het groote onder
scheid tusschen ons is dat bij mij de onstui
migheid der jeugd is verdwenen. Zoo af en
toe komt die bij u boven".
„Dat weet ik", antwoordde de prinses
met een lichte blos. „Toen ik hier in die
stoel neerviel, had ik behoefte om te razen
en te tieren. Als ik een man was geweest,
zou ik gevloekt hebben, ik zou iets stuk
hebben gegooid. Weet u waarom?"
Nada scheen dat te weten of kon dat be
grijpen.
„Omdat u twee vervelende uren met die
papagaaiachtige aartshertogin hebt zitten
praten".
„Juist", riep de prinses uit. „Zij is niet
kwaad, maar zij is zoo dom en zoo vreese-
lijk vormelijk".
„Zou zij Frans gehuwd hebben, indien zij
dat niet geweest was?" vroeg de gravin op
kalmen, nuchteren toon.
„Natuurlijk niet. Het motief van ons ge
sprek gedurende die twee lange, vervelende
uren was steeds hetzelfde. Wees niet dom,
Zita. Trouw met prins Albert en red je va
ders troon. O, mijn arm kind, wees toch
niet eigenzinnig. Wij moeten ons verstand
gebruiken".
De prinses boog zich met glinsterende
oogen naar haar toe. „Maar jij, Nada, die
zulk een groote liefde hebt gekend jij
zou je oip zulk een wijze niet onteerd heb
ben. Je zou het voorbeeld van die babbel
kous niet gevolgd hebben. Maar het is onbe
schaamd van mij om dat te vragen".
De gravin glimlachtig droevig.
„Ik zal nooit trouwen om de redenen die
u noemde. Maar het heeft geen zin om ver
gelijkingen te maken tusschen die babbel
kous, zooals u haar noemde en mij. Zij heeft
koninklijk bloed in haar adereen en dat is
met mij niet het geval. Er is een groot ver
schil tusschen mij en haar, evenals tusschen
mij en een boerenmeisje. Wij denken over
zulke zaken dus geheel anders".
De prinses kwam terug op het onderhoud,
dat haar in de war had gebracht.
„En dan, Nada, al dat praten over een
huwelijk met den prins werd afgewisseld
door verhalen over haar nieuwe toiletten,
over haar vroegere gevoelens voor de jonge
lui aan haar vaders hof, voor zij Frans
trouwde, en opmerkingen over verschillende
menschen. O, het was om dol te worden".
Na een oogenblik zwijgen ging zij voort.
„Wanneer kunnen wij" vertrekken, Nada,
ik meen fatsoenshalve. De keizers heeft mij
duidelijk te kennen gegeven, dat hij mij niet
meer wil zien. Wanneer kunnen wij gaan?"
Voor de gravin kon antwoorden, kwam
een meid binnen met een brief in de hand
Zij was een Fransche, die Zita twee jaren
geleden in Parijs had aangenomen; zij was
zeer gehecht aan haar meesteres.
Zij strekte haar hand uit.
„Een brief voor mij, Marie? Van wien
komt die?"
De meid antwoordde op fluisterenden toon:
„De bediende van mijnheer Danecourt gaf
mij dien brief met de strikte aanmaning om
hem persoonlijk aan uwe koninklijke hoog
heid te geven". Zij boog en ging heen. Zita
scheurde'de enveloppe open.
„Tracht mij morgen om twaalf uur in het
Prater te ontmoeten. Onderhoud dringend.
Ik heb hedenmorgen iets zeer belangrijks
gehoord. Het moet op een of andere wijze
geregeld worden".
De prinses gaf het briefje aan Nada. „Hij
heeft iets belangrijks mede te deelen", zei
zij.
De gravin knikte. „Wij moeten daarheen.
Wij zullen dat wel zien te regelen", zei zij
beslist. „Als u niet kunt gaan, zal ik alleen
gaan, maar beter gezamenlijk, als het ge
lukt".
Dien avond ging Nada naar een feest bij
de aartshertogin. Zita liet zich verontschul
digen wegens ongesteldheid. Zij was volko
men gezond, doch zij had een afkeer gekre
gen van die hoffeesten. Bovendien wist zij
dat prins Albert ook zou komen. Hij was
de aanleidende oorzaak, hoewel zelf daar
aan onschuldig, van al die onaangenaam
heden.
Hij was op zich zelf een knappe man en
bezat voor vele vrouwen eenige aantrekke
lijkheid. Het was zeer waarschijnlijk, dat
hij toegenegenheid koesterde voor de een
of andere prinses en dat hij weinig gevoel
de voor een huwelijk met Zita.
Later hoorde zij, dat dit niet het geval
was. Hij was een onbewogen Duitscher, die
zich weinig tot vrouwen aangetrokken ge
voelde.
Maar, voor zoover dit was overeen te
biengen met zijn koud temperament, had
hij zich aangetrokken gevoeld tot Zita, die
echter geen moeite had gedaan om hem te
bekoren. Afgescheiden van politieke vraag
stukken zou hij verrukt geweest zijn haar
ten huwelijk te kunnen vragen, indien hij 'n
wenk had gekregen, dat zijn aanzoek gun
stig zou worden opgenomen.
Dien avond wisselde hij een paar woor
den met de hofdame.
„Ik hoor van onze gastvrouw, dat de
prinses ons zeer spoedig gaat verlaten. Dat
spijt mij; wij zullen haar zeer missen", zei
hij op zijn stijve, deftige wijze, terwijl hij
als een volmaakt militair voor haar stond.
Nada kon niet nalaten te denken dat als
hij een weinig van de bekoring van andere
mannen, zooals bijvoorbeeld Gerald Dane
court, had bezeten, Zita wellicht méér ge
neigd zou geweest zijn om aan de wenschen
van den keizer te voldoen, om daardoor de
moeilijke tijden af te wenden, die volgens
haar overtuiging voor het ongelukkige Sla-
vonië zouden komen.
„Wij hebben den dag van ons vertrek nog
niet vastgesteld", antwoordde zij, „doch het
zal spoedig gebeuren".
Zij zweeg een oogenblik en voegde er
veelzeggend aan toe: „sinds de mislukking
van zekere plannen gevoelt Hare Konink
lijke Hoogheid dat zij vermoedelijk hier
geen geweschte gast meer is".
De prins keek haar met zijn koude blauwe
oogen aan. Toen hij echter sprak, meende
zij iets gevoeligs in zijn stem te hooren.
„Ach! is dat het geval? Het is echter
zeer te betreuren. De prinses is zoo lief, zoo
bekoorlijk in elk opzicht Er zijn vele aan
trekkelijke vrouwen aan dit hof, maar vol
gens mij schitterde zij als 'n heldere, bijzon
dere ster boven alles uit".
Dit was een groote lof van dezen stijven
Duitscher. Nada gevoelde op dit oogenblik
meer sympathie voor hem, want zij wist
dat hij niet spoedig in vuur geraakte.
Haar antwoord was hoffelijk en tactvol-
„Het is, zooals Uwe Koninklijke Hoogheid
opmerkt, zeer jammer. Misschien zou de
afloop geheel anders zijn geweest, indien
alles op een andere wijze was behandeld.
Het is zeer betreurenswaardig", besloot
zij stoutmoedig, „dat een zoo teere zaak niet
werd behandeld door de in de zaak betrok
ken personen".
„Ach!" riep hij wederom uit. „Gelooft u
dat". Hij zweeg en scheen op het punt om
meer te zeggen. De gravin viel daarom
haastig in de rede. Misschien had zij te
veel gezegd; zij wenschte hem niet aan te
moedigen.
„Maar het is nu te laat, het is te ver
gegaan. Zelfs een prinses kan zich ook wel
eens beleedigd gevoelen indien haar door
drang het hof gemaakt wordt".
De Duitsche prins had een oogenblik tijd
noodig om die opmerking te verwerken;
hij was te lang gewend geweest om te g<'
hoorzamen om on zulk een gedachte te ko
men.
(Wordt vervolgd)