Sr 2)ximcubciek ■mssT "W- a'f ■m m m LML m wm Aw% 'AyHM j '\ZUÏÏ*"VIk 'almet BE LAATSTE LES VAN LANGELOT /6 2 Coa m m m m m MB m üi OP DE BANK. REBUS 9 1 wÊ Él Raadselhoekje xxxxxxxxx September. De zonnestralen hadden berouw. In den bramentijd staan, grond. Aan de Dammers! Tn onze vorige rubriek gaven wij ter oj 'oseing probleem 1400. Stand. Zw. 15 sch. op: 8/15, 17, 18, 21, 22, 23, ^w'14 sch. op: 24, 25, 29, 33, 34, 35, 37/41, 45, 46, 48. Oplossing: i 24—19 1- 13 24 'l 29 20 2. 15 24 t 34-29 3. 23:32 4 33-29 4. 24 :33 25-20 5. 14 25 35—30 6. 25:34 f ï577 7. 12: 1 J- 37—31 8. 26:37 9 41: 5! Combinaties. In den volgenden stand Zw. 5 sch. op: 14, 17, 19, 24, 28. W. 6 sch. op: 25, 27, 30, 35, 38, 39. speelde zwart 24—29, waarna wit liet volgen 1. 39—33 1. 28:39 2. 27—22 2. 17 28 3. 38—33 3. 29 :38 4. 30—24 4. 19:; 30 5. 25 23! In een positie van 5 om 5 kan toch nog wel iets moois verborgen zitten: Zw. 5 sch. op: 1, 2, 8, 19, 27. W. 5 sch. op: 16, 29, 37, 47. 48. Wit aan zet speelde 1611, waarop zwart 16? Dit deel hem de partij ver liezen want wit vervolgde met 29—23. Zwart is nu gedwongen tot 19 28, omdat wit anders door 23 14 naar dam gaat. Op 19 28 zette wit 37—32. Wegens de dreiging 32 3 (als zwart 6 17 slaat) is zwart gedwongen tot 27 38 of 28 37. In t eerste geval volgt 48—42 en 42 11. in 1 tweede geval 47—42 en 42 11. Ter oplossing voor deze week: Probleem 1401 van P. Kleute Jr., den Haag. Zw. 11 Sch. op: 1, 4, 11, 12, 13, 15, 16, 19, 23, 45. W. 11 sch. op: 20, 27, 31, 34, 36, 38, 39, *0,43,47,48. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Correspondentie. P. K. Jr. d. H. Dank voor 't gezondene Waren blij weer eens iets te hooren en houden ons aanbevolen. 1. Oplossing der raadsels Vnn, 1 voriBe nummer. Voor grooteren. Een strijkkwartet mï.T' M,Md' 'and, Dina, Is Caro Bisteren weggeloopen, Vader? Wvaï1X? laa,sle »«n vJtart WeM« n! gehad- (steur). gekomenT «Mohlttlg Waarom af 1 fZ<>e n' (zalm). zdfTJ i14 mij niet? Ik h«b jsi gezien, hoe het gebeurd eeuw (elft)- wang Sier rots slak kort tram merg Goor Rome Voor kleineren. Het oor. Koe, Koen. Mollen, muziek-teekens. Koninginnedag. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een stad in Duitschland. X X X X f X 1 X X X le rij een medeklinker. 2e een lichaamsdeel. 3e een vruchtje, dat in het wild groeit. 4e een voorwerp, waarmee iets schoon geboend wordt. 5e 't gevraagde woord. 6e een voorwerp, waarmee ge schreven wordt. 7e een deel van een kleeding-tuk. 8e een maat. 9e een medeklinker. Verborgen plaatsen in het buiten land. Voor An gereed is oui te vertrekken, moet ik haar nog even spreken. (2) Heeft Oom Jaap Augustus als vacan- tiemaand? Laat tante Em straks even aan komen Ik weet het zeker: Cor kan vandaag niet uit De bal kwam in den tuin van onze buren terecht. Welke blazers b azen niet? Mijn eerste ben je soms, als je ver kouden bent, mijn tweede is omge keerd, 2/3 boom en mijn derde is het tegenovergestelde van op ter wijl mijn geheel als groente gege ten wordt. Voor kleineren. Ik ken een dracht, een echte deugd, Maar ook ken ik een dracht, Die grooter in getal veel raars fin strijd zelfs heeft gebracht! Vul deze 9 vakjes in met: 2 A 21 1B 1D 2 G 1T maar doe het zóó, dat je van links naar rechts en an boven naar be neden te lezen krijgt: le rij een jong, viervoetig dier. 2e een meisjesnaam. 3e een ander woord voor opening. Met D ben ik een jongensnaam, met W een roofdier en met g van water of lucht. Ik prik van alle kanten, Ik ben een steek'lig dier. Wie 't waagt, mij aan te haken, Heeft stellig geen plezier! Als je mij ziet, dan denk je: Is dat nu heu6ch een bal? Maar dat zul je niet zeggen, Als ik weer loopen zal! (Nadruk verboden.) September! De vacantie, 16 nu al weer voorbij! We zitten dus niet langer Aan 't strand of op de hel. Veel valt er te vertellen. Wie verre reizen doet, Heeft daarbij 't spreekt vanzelf toch! Van allerlei ontmoet. Wat was 't aan 't strand toch eenig! En dan zonsondergang! Die mooie, rood© luchten, Als 't bedtijd was al lang. Maar Moes zei: 't Is vacantie Dat woord beteekent: pret! En als het zulk warm weer is, Hoef je niet vroeg naar bed! Veel trokken door de bosschen. 't Was daar zoo lekker koel! Ze zagen er konijntjes En menig paddenstoel! De grooten, o, die fietsten Soms wel een heelen dag. En menigeen, die sliep reeds, Als hij zijn bed maar zag! De hei was ook zoo prachtig: Dat groote, paarse veld. Je ruikt den zoeten geur nog, Als je ervan vertelt! Weer and'ren gingen zwemmen. 't Was lekker in het bad. Ze maakten pret. Het was daar Gelach en veel gespat! Maar nu is het September En gaan we weer naar school. Je kunt niet a 11 ij d uitgaan En maken pret en jool! We willen heel flink leeren. We kregen nieuwe kracht! Al hebben w' in vacantie Niet aan de school... gedachtl CARLA HOOG. De zonnestralen waren Heel stout eens op een keer: Zij wilden denk eens even! r Niet naar de Aarde meer! Boos werd toen Zonnemoeder, Bedacht een strenge straf: Ze mochten d' eerste dagen Niet van hun plaatsen af. Stilzitten, was 't niet vrees'lijk?! Als je zoo heel graag dan6t! Steeds achter grauwe wolken, Als je zoo heel graag glanst! Want Zon trok 't wolkgordijn dicht. Wat men op Aarde dacht? Wat is het plots'ling donker! Het lijkt warempel nacht! Wat hadden nu die stralen Toch vreeselijk berouw 1 Ze smeekten: Moeder, mogen Wij naar de Aarde gauw? Nooit zullen wij het weer doen, Steeds lieve straaltjes zijnl Och, Moeder Zon, doe open Dat dichte wolkgordijn! We zullen, als U 't zegt, heusch Steeds naar de Aarde gaan En dat wij woord ook houden, —Daar kunt U van op aan! De Zon kreeg medelijden, Trok open 't wolkgordijn. Hoera! juichten de stralen. Er was weer zonneschijn! ANNIE O. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. September is het, bramentijd! We gaan nu vlug aan 't plukken. Maar denk er aan, niet wild zijn, hoor! Of aan de struiken rukken! We nemen groote bussen mee. 't Verzaam'len, dat doen wij. En Moeder doet er ook wat aan: Die maakt de braamg e 1 e i. We „proeven" onder 't plukken door. Wat zijn ze lekker zoet! Zoo heerlijk door de zon gestoofd! Die bramen smaken goed! Maar nu de bussen vullen gaan! We brengen heel veel thuis, Al komt er dan een enk'le nog In 't mondje per... abuis! Op den terugtocht zingen wij Een vroolijk bramenlied, Want als je zingt, dan voel je heusch Toch je vermoeidheid niet. We zingen dus uit volle borst: Wat hebben we een hoop! Zien mag je onze bramen, el, Als zijn ze niet te koop! .0.-V 1 161. Ze vonden het zóó vies dat ze allemaal weg gin- gen en zoo bleef die arme grootoeder alleen zitten Met haar pudding. Ze wist echter wel raad. 162. Zo noodigde alle kinderen uit de huurt om de pudding te helpen opeten, 't Eerste jongetje begon heel haixl aan de otaart te trekken die uit de pudding stak Hij trok zoo hard, dat de rat binnenin begon te piepen. DE MOLEN, Molentje, molentje, draai in het rond! O, 'k zie je schaduw zoo goed op den grond: Hier oen en hier en daar een en daar! Word je van t draaien geen oogen- blik raar? Doen ze soms krijgertje en kan de een D' and'ren nooit pakken? Wint nie mand hot? Neen? Ho© komt 't, dat blijft er een plotseling D' and're drie ook dan op eens niet meer gaan? Ik zou wel duizelig worden, dat's vast! 1 Molentje, molentje, draai in het rond! Molentje, heb je daarvan nooit eens last? Do© je een spelletje? Heb je plezier? Spelen do wiokon ook graag allo vier? O, 'k zie je schaduw zoo graag op den Ik speel dan krijgertje! Wie of het wint? Vier wieken samen of één enkel kind? Molentje, molen, 'k verlies het me* eer. Molentje, heusch zeg, ik kan nu niet meer! Blijf nog maar draaien, je wordt toch niet moe Ik ga maar liever naar huis weer eens tooi C. E. DE LILLE HOGERWAARD. (Nadruk verboden). Lokker weer was 't: zonneschijn, Warm zelfs in do lucht. En ik zag in hot plantsoen Nee maar, zeg! een klucht! 'n Poppenwagen hij een bank. 'n Popje lag or in Dat had met het mooie weer 't Buiten naar haar zin! Op de bankje raadt het nooit! Zat?... een vreemde klant: Pluut, een aangekleed© hond, 't Breiwerk in de hand! Pluto speelde „Moedertje". 't Ging hem zóó goed af, Dat ik heusch mijn kiektoe6tel Haalde op een draf. En nu kun je 't allen zien. Is 't geen leuke plaat? 'k Hoop, dat Pluto d' eersten tijd Niet naar huis toe gaat! C. E. DE LILLE HOGERWAARD. (Nadruk verboden). (Nadruk verboden)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 11