Voor 100 jaar.
HOLLAND's STEDENSCHOON
IN PRAAT EN PRENT.
ENKHUIZEN II
Uit de Alkmaareche Courant
van 5 Oct. 1835.
H«t volgende uittreksel, uit het
zoo verdienstelijke weten
schappelijk maandschrift van
den heer Soetens, is aan ons
voorgekomen niet te veel te
kunnen worden bekend ge
maakt.
Over de Honds Dolheid,
Razernij en Watervrees.
De razernij heeft meestendeels
zijnen oorsprong bij de honden, en
onder de oorzaken telt men voor
namelijk: le door het gebrek aan
de behoeften der liefde te voldoen
of beter gezegd om te kunnen kop
pelen; 2e gebrek van zweeting of
uitwazeming; 3e gebrek aan drin
ken. In Mei en in September voor
al, hebben de meeste ongelukken
plaats, en de couranten deelen ons
dikwijls de droevigste gevolgen
mede om de noodige hulp niet in
tijds aan de gewonden werd toe
gebracht.
De burgemeester, doctor, nota
ris, predikant, pastoor en iedere
verstandige burger op het platte
land behooren alles aan te wenden
wat er in hun vermogen is, zoodra
een dergelijk ongeluk in eene ge
meente heeft plaats gehad; men
moet dan den gebetene moed in
scheppen, hem verzekeren, dat er
geen onmiddelijk gevaar is, en
zoeken zooveel mogelijk voor te
komen, dat hij zich aan kwakzal
vers overgeve; na zich van deze
zorg gekweten te hebben, behoo
ren zij dadelijk de volgende midde
len in het werk te stellen.
De zieke aldus verzekerd en het
noodige vertrouwen ingeboezemd
hebbende, giete men eenen emmer
water van een hoogte, dit ten min
ste twee ellen boven de wond is,
op dezelve, men plaatse zich tot
dat einde op eenen stoel en giete
deze hoeveelheid water met een
tutkan, of, om meer kracht bij te
zetten, door eenen trechter, ten
einde de wond wel uit te was-
schen.
Dit gedaan zijnde, moet de
doctor, zoo hij tegenwoordig is,
dadelijk de wonde met een
gloeijende ijzer uitbranden; om de
opening niet te groot te maken,
neme men voor het diepste gedeel
te der wond slechts een gloeijend
ijzerdraad. Zoo de zieke zich niet
wilde laten branden, zoo kan men
vitriool of sterkwater gebruiken,
maar dat middel moet door eene
voorzigtige en ervaren hand in het
werk gesteld worden.
Eindelijk, zoo er noch vitriool,
noch sterkwater, noch gloeijend
ijzer spoedig genoeg bij de hand is
kan men veilig buschkruid gebrui
ken, en in Engeland houdt men
dit, volgens onlangs genomen proe
ven, voor de beste mannier om
wonden uit te branden.
Men doet dit
wijs:
op de volgende
Na dat de wond, zoo als hier
boven aangeduid, schoon is uitge-
wasschen, drooge men dezelve,
met een zacht doekje, wel op: ver
volgens strooije men het fijnste
kruit dat men bekomen kan op de
wond en drukke het er zoo diep
mogelijk in; men steke dit onmid
dellijk in brand, en de wond is
spoediger en zon Ier aanmerkelijke
pijnen gezuiverd; men geneze ver
volgens de brandwond als naar ge
woonte.
Wanneer men deze middelen
van punt tot punt volgt, komt men
met zekerheid de dolheid voor,
indien de gebetene in tijds zich
verklaart en hulp vraagt.
[Het Vervolg en Slot in het vol
gende nummer].
dea meester. Op verschillende wijzen komt
dit tot uiting: als hij gedurende eenige we
ken, gevangen in de netten van Vera, een rij
ke dame, zijn dieren verwaarloost, worden
zij onrustig; zijn onzuiver werken in het cir
cus, dat hij bijna had vergeten in de nabij
heid van Vera, maakt zijn viervoetige vrien
den angstig en Jumbo de verstandige oli
fant weet hem op te vangen, waaraan
Harry zijn leven heeft te danken. Ten slotte
dringt het tot hem door, dat zijn dieren hem
noodig hebben en geeft hij Vera op, als zij
hem voor de keus stelt; zij óf de dieren.
Natuurlijk is er een romannetje van circus
liefde doorgeweven, waardoor voor velen de
film aan aantrekkelijkheid wint: Hella Stols,
een artistenkindi, was vroeg wees geworden,
toen vader en moeder in hun circus bij een
val het leven verloren. Geld was er niet meer,
want één der artisten had hen reeds gedeel
telijk geruïneerd en ging er bij hun dood' met
al het nog aanwezige vandoor. Harry nam
Hella mee en zorgde voor haar als ware zij
zijn eigen kind. Maar zij werd volwassen,
een bloeiende jonge vrouw, die liefde opvatte
voor hem, dien zij Pappie noemde. Hij merk
te dit niet, ging naar Vera toen die hem
riep, maar werd niet gelukkig. Bij zijn terug
keer in zijn geregeld werk miste hij Hella,
die echter „niet thuis" gaf, waarop hij haar
ging zoeken bij den artist Morelli. Toen hij
dezen zag, werden herinneringen in hem
wakker en het drong tot hem door, dat Mo
relli moest zijn Baraloff, de man die indirect
schuldig was aan den dood van Stols en
diens vrouw en die hen bestolen had. Het
bewijs, dat Harry goed gezien had, werd ge
leverd door Jumibo, die indertijd door Bara
loff was mishandeld en blijk gaf dit nooit
te hebben vergeten, want hij vernielde zelfs
een sterke deur om den man te achtervolgen.
Het geheel is een prachtige film, zeker een
van de beste der circusfilms die er voor en
na vertoond zijn.
Het voorprogramma opent met een revue
van het wereldnieuws in praat en prent
o.a. de toebereidselen van Abessinië voor
de verdediging tegen Italië, verschillende
sportfoto's en de gevolgen van de stormramp
te Florida; dan komt er een grappige film
Operatie-operette; voorts een teekenfilm en
een feestviering in Siena in het oude Tos
cane.
ROXY THEATER.
Twee hoofdnummers.
Ergens in een Amerikaansch dorpje, waar
een vermaarde kostschool nog eenige bekend
heid aan dit anders onopvallend stadje geeft,
wordt de muziek-onderwijzeres vermoord.
Dat is de groote sensatie, waar de heelc
film „Moord in school" om draait. Het blijkt
nl. al spoedig, dat hier diverse personen in
aanmerking komen, die allen den moordenaar
zouden kunnen zijn. De inspecteur van poli
tie Pipel tracht deze kluwe van verdachten
eenigszins te ontwarren, doch tevergeefs. De
eenige, die met succes werkt, is een uitge
droogde onderwijzeres eveneens werkzaam op
de school aan wie het gelukt althans te be
wijzen, dat enkele verdachte personen het niet
geweest zijn. Telkens weer bewijst ze, dat de
een of andere persoon zich van een alibi kan
voorzien en tenslotte blijft er één persoon
over, die het onherroepelijk gedaan moet heb
ben. Wij willen op deze plaats niet nader in
gaan, hoe deze moordenaar ontmaskerd
wordt. Het zou de zoozeer gewenschte span
ning wegnemen en dat is geenszins de be
doeling. Deze film vermag inderdaad eeni-
gen tijd hoogspanning te brengen en wij
meenen, dat dan aan de gedane verwachtin
gen is voldaan.
Aan deze film gaat een klucht vooraf, han
delend over een drama in het telefoonbedrijf.
Een monteur weet telkens verscheidene char
mante meisjes het hoofd op hol te brengen
en wat daaruit voortvloeit als hij zijn liefheb
berij tijdens zijn werk eveneens pleegt te doen,
is allervermakelijkst. Ook deze film mag ge
zien worden.
Goed Hollandsch nieuws en een grappig
teekenfilmpje completeeren dit uitgebreide
programma.
PUNKS KOMT UIT AMERIKA.
City Theater.
Dit Ufa-hoofdnummer, dat deze week op
het City-programma prijkt, brengt onze land-
genoote Lien Deyers weer eens in een van ae
hoofdrollen. Zij is in de film het nichtje van
een eenigszins zonderlingen juwelier, die
juist bezig is met het verkoopen van een zeer
dure parel. Zoo slim kan eenter de oude ju
welier niet wezen of er is een complot, dat
slimmer is dan hij en hem er bijna voor een
hoog bedrag laat inloopen. Maar dan is
Punks daar, de neef die plotseling uit Ameri
ka terugkomt. En de oude juwelier was juist
zoo blij dat hij er zat, want Punks is een on
gemakkelijk heer, brutaal en vasthoudend.
Hij komt even arm terug als hij is heenge
gaan. Doch zijn brutaliteit redt hem uit tal
van moeilijkheden, die reeds dadelijk na zijn
aankomst in Hamburg ontstaan. Hij weet de
sympathie te verwerven van de charmante uit
het complot en de liefde van het nichtje. En
als dan op het laatst blijkt datMaar
neen, dat moet gij eigenlijk zelf gaan zien.
HAAR GROOTSTE SUCCES.
In het VIctorla-Theater.
Martha Eggerth is een ras-artiste. Zij is
een filmster van de eerste grootte en aij is
daarnaast een zangeres met een zeldzaam
mooie, zuivere en veel omvattende stem.
In deze film van het oude, gemüthliche
Weenen, het Weenen van een honderd
jaar geleden, waarin geweint, maar vooral
gelachen werd, is Martha Eggerth een
waschmeisje, dat in de werkplaats van een
strenge matrone geen gelegenheid krijgt
haar zangtalenten te demonstreeren. Door
een bijzondere en alleraardigste sa
menloop van omstandigheden komt zij in
connectie met den beroemden dichter en
tooneelspeler Ferd. Raimund. Hij hoort
haar zingen en dan is haar carrière ge
maakt. Er zijn natuurlijk voor de beginne
linge groote moeilijkheden te overwinnen,
waaronder de naijver van een actrice, die
zich verdrongen gevoelt. Martha, die in
deze Weenshce film Thérèse heet en de
nicht van een paar brave, maar ietwat
zonderlinge "oudjes is, schenkt spoedig
haar vertrouwen en haar liefde aan den
jongen kapelmeester Franz Burgstaller en
de film zou de helft van den tijd korter ge
duurd hebben wat intusschen zeer te
betreuren zou zijn geweest als er niet
een graaf Wladimir Jaroff op het witte
doek verschenen was, die in deze kostelij
ke rolprent de verleiders- en oplichtersrol
speelt. De liefde tusschen Resi en Franz
gaat niet steeds over een pad van rozen,
er komen natuurlijk eenige momenten van
misverstanden en de graaf profiteert daar
van handig door het knappe meisje aan
zich te binden. Nog een uit liefde geboren
misverstandje en dan is Resi de verloofde
van den graaf en wie weet wat er verder
gebeurd zou zijn als de adelijke heer niet
op het juiste moment ontmaskerd was ge
worden. Hij sleept Thérèse in zijn val mee
en zij schijnt als artiste onmogelijk te wor
den, maar dan treedt de edele Raimund
voor het voetlicht en herinnert het publiek
er aan hoeveel men aan deze ras-artiste te
danken heeft. Schouwburgpubliek is ge
makkelijk kneedbaar en het duurt niet
lang of de brave Raimund heeft een volle
zaal weer voor zang en spel van Resi ge
wonnen, zij viert opnieuw haar triomfen
en het slot is een gelukkig moment waar
op twee zielen gloeiend aaneengesmeed
staan en Franz en Resi elkaar weer gevon
den hebben en elkaar zoo ziet de toe
komst er tenminste uit nooit meer zul
len verliezen.
Een charmante film, een film van het
oude Weenen. waarin gelachen en gewalst
werd, waarin de gemoederen week als was
waren, waarin zang en muziek de onmis
bare factoren waren om gelukkig te zijn.
Er gaat veel binnen- en buitenlandsch
nieuws in beweegbaar geillustreerden vorm
vooraf en ook een aardige klucht „Mijn
schoonmoeder komt", de geschiedenis van
een man, die geloofde, dat de komst van
zijn schoonmoeder hem geluk zou aan
brengen en die hoe kan het anders in
een film? min of meer bedrogen is uit
gekomen.
Al met al een aantrekkelijk programma.
TEKST EN TEEKENINGEN VAN LEO ZELDENRUST.
met een dogboot ia see. Hier is 't gebeurt,
dat sen van sijne bootsgesellen in de maendt
van Augustus met de dogschuit van boort
voeren om 't wandt in te haelen en dat er
terwijl si' daer mej doende waeren, een
meerman voor den dag quam, die den hoek
in den mondt hadde en beide sijn handen
op het boort van de dagschuit sloeg. Waer
op de seven mannen, hem siende, soo ver
schrikten, dat se achter over in de schuit
neervielen.
Ondertusschen raeckte de hoek los en men
sag, dat se bebloedf was. Toen swom de
meerman, die roodt van baerdt was en lang
roodt hair-hadde, weer van hun af. Aen
boordt komende vraegde de Stuurman wat
hun bejegent was, wat sij gesien en de
schrik dien sij gevat hadden. Daer de Stuur
man op seyde: „lk wilde dat gij hem in de
schuit hadt gekregen, dan waren wij al te
samen rijck genoeg geweest De meentng
was, dat men hem als iets wonders soude
hebben door 't Landt gevoert en voor geldt
laeten sien.
Marten Pietersz. Proost, een man van be
kende geloofwaerdigheyt onder de burgers
van Enckhuysen, uit wiens aanteikeningen
dit verhaal is getrokken, schrijft, dat de
stuurman zijn neve was, die dese geschiede-
nisse aen hem self, in 't bijwesen van sijn
Vader en Moeder en van Pieter Walichsz.
Proost, naderhandt Burgemeester deser
stede, bij den haerdt met eigen monde hadt
vertelt: met eenen verhaelt hij dat Cornelis
P. Gijsen een neve van den gemelden Burge
meester 's jaers te vooren in de maendt van
Julius, rijdende met een wagen, vergesel-
schapt met eene Tijmen Lubbertsz. met
Vrouw en kinderen, op het strandt omtrent
Haerlem een meerminne hadt gesien en aen
't geselschap gewesen, die na 't scheen, sich
in de son vermaekte, dal hij, de voerman
hardt aensloeg, om voor haer over te ko
men, maer dat se omtrent dertig voeten voor
hem in see was, dat se sich noch omkeerde
en hun aensag gelijk sij haer deden, soo
lang als ze konden.
Dese vertellingen sijn om hunne seidt-
saemheit seer wonderlijk en bij sommigen
ongelooffelijk. Doch gelijk ik de selve niet
vast derf versekeren, zoo derf ik die niet
tegen spreken".
No« wil ik hier het een en ander ver
reden van een der fraaiste gebouwen van
Enkhuizen, de broedplaats der stad, waar
tal van vernuftige plannen aan het brein der
"orden ren ontsproten, uitgebroed
Wat wil ik in mijn Dicht van al de kielen
spreken.
Die als de Son den Kreeft genaeckt, van
't strandt afstecken
Uit lijst der haeringvangst, en vaeren diep
in see?
Wanneer men 'i gaeren werpt en vischt
van stee tot stee.
Als 't net den gantschen grondt der see
kan overtasten
Wanneer Enkhuisen, soo grootmagtig
door haar masten.
Haer Buissen, die se tot den haering uit
liet reên.
(Want deze sorg betreft haer boven
d' andere steên)
Eerst in dat groote vat heeft ledig
uitgelaten.
Dan krijgt se die weer t' huis met menigte
van vaten.
Vol visch in 't sout gepakt, en sendt se in
't endt weer voort.
Op hoop van winst naer Oost, naer West,
naerSuidt en Noordt.
Enkhuizen heeft zich uitgebreid ten koste
van de zee. In den beginne niet meer dan een
visschersbuurt aan den arm van den IJsel,
werd zij, nadat uit het meer Flevo, de Zui
derzee ontstaan was, doordat in 1173 een
zeevloed de beschermende duinketen had
doorbroken, allengs een zeeplaats. Om
streeks 1650 bereikte Enkhuizen het toppunr
van haar bloei Na Amsterdam was zij de
belangrijkste stad aan de Zuiderzee, en kon
beschouwd worden als de sleutel tot die
zee.
Behalve een eigen haringvloot, die uit
500000 buizen bestond bezat zij een koop
vaardijvloot, waarmee zij handel dreef op
Oost- en West-Indië.
Reeds in 1361 groef Enkhuizen haar
eerste haven binnen den hoogen dijk achter
de Breedestraat. welke haven in 1396—
1402 door Albrecht van Beyeren in zijn
oorlog met de West Friezen tot oorlogs
haven gepromoveerd werd.
1 ot bescherming van de Enkhuizensche
haven werd in 1540 de Engelsche toren of
Dromedaris gebouwd, een forsch verdedi
gingswerk, voorzien van een fraai carillon
van den bekend klokkengieter Hemony, als
mede van „geriefelijke" gevangenencellen.
In nauw verband met den toren staat de
haven, met de haven de zee, met de zee de
geschiedenis, die hier volgt:
„Sekei Stuurman Gerben of Gerbrant
Willemsz., anders Makker geuaemt, was
Enkhuizens stadhuis mag er zijn.
De bouwmeester was Steven Vennekool,
leerling van den grooten lacob van Campen.
Vennekool, in 1657 geboren, werd op
dracht tot den bouw gegeven, toen hij 29
iaren oud was. Toen reeds had hij verschil-
t Blijve voor U tot zoolang een verrassing.
Ralph Roberts typeert den ouden juwelier op
prachtige wijze, Lien Dijers is vlot en sym
pathiek als het nichtje en Attilla Hörbiger
(zeker een broer van Paul) vervult de hoofd
en titelrol op kranige wijze. Sybille Schmitz
als de charmante vriendin mag zeker ook nog
geroemd. Als geheel een aardige vlotte film
waarbij men zich 6tellig zal amuseeren.
Het voorprogramma bracht een Ufa-jour-
naai, een mooie natuuropname van Middel-
Amerika, een fraaie gekleurde teekenfilm van
Alladin en de wonderlamp en een tweetal dol
komische twee-aders waarin men tal van
dwaze typen ontmoet.
lende heerenhuizen te Amsterdam gebouwd.
Het geheel werd ra Palladio stijl opgetrok
ken, met een 8-kantigen houten toren be
kroond.
Het stadhuis is een fraai voorbeeld van
Hollandsche Laat-Resaissance, een over
gang vormend oaar de Barok. Het inte
rieur is niet minder fraai, hetgeen bevestigd
wordt ra een gedicht van Jan Dircksz. Kuy-
P«r uit het jaar 1689:
„lek swijgh noch vaa 't penceel, dat binnen
in de kamers
Heeft wonderlijck gewrocht; de beytels en
de hamers
Die 't beeld-werek na de kunst soo net
aen 't leven gaen,
Dat vder. die het siet verbiest, verset moet
staen",
(Wordt vervolgd),
(Nadruk verboden)
"^StadLui* Cnkj)
oizv n