Krijgt Amsterdam in 1940
zijn wereldtentoonstelling?
De Volkenbond en de oorlog.
S.D.A.P. tegen fascisme in 't geweer.
ALKMAARSCHE COURANT van DONOPRDAG 17 OCTOBER 1935
Binnenland.
Een onderhoud met den Brusselschen
burgemeester Adophe Max.
De meening van den dir.-gen. Fonck
Vergadering in het Concertgebouw van de
Ver. voor Volkenbond en Vrede.
Drie massa-vergaderingen in de autobusgarage
van de Haagsche Tram.
Vorrink antwoordt Mussert.
Zullen de plannen, die eenigen
tijd geleden zijn opgeworpen om na
liet succesvolle voorbeeld van Brus
sel omstreeks 1940 ook in Amster
dam een groote wereldtentoonstel
ling te houden, vasten vorm gaan
aannemen
Nadat de wensch van verschillen
de zijden was geuit, dat na tiental
len jaren ook Nederland weer eens
een wereldtentoonstelling zou krij
gen, verschenen de eerste berichten,
die melding maakten van die plan
nen, ongeveer gelijktijdig met het
bezoek van eenige Nederlandsche
ministers aan de Bruseelsche ten
toonstelling.
ïn een onderhoud met een A.N.P.-redac-
teur verklaarde de heer Charles Fonck, direc
teur-generaal van de Brusselsche Wereldten
toonstelling, dat hij het was, die tijdens het
bezoek van de Nederlandsche ministers aan
Brussel ten zeerste op verwezenlijking van de
Nederlandsche plannen had aangedrongen.
„U zult het misschien vreemd vinden"
aldus de heer Fonck—„dat ik op iedereen, die
hier eenigen invloed kan uitoefenen, denzelf
den aandrang uitoefen. Maar in de eerste
plaat6 gun ik Nederland van harte, dat het
alle vruchten plukt, die een succesvolle
wereldtentoonstelling kan opleveren, en ben
ik van meening, dat Nederland, na tientallen
jaren van een wereldtentoonstelling versto
ken te zijn geweest, daar recht op heeft. Daar
naast zijn ook overwegingen van eigen be
lang me niet vreemd. Ik sta n.1. op het stand
punt, dat vreemdelingen, die door een ge
slaagde wereldtentoonstelling naar Neder
land worden getrokken, zeker niet zullen
nalaten België te bezoeken''.
Een afspraak.
De heer Fonck deelde ter verklaring hier
van mede, dat in 1928 te Parijs een conventie
tot stand was gekomen, waarbij 29 landen
waren aangesloten, die o.a. bepaalde, dat in
elk der aangesloten landen hoogstens twee
maal in 15 jaar een wereldtentoonstelling
mag worden gehouden. Na Antwerpen en
Luik in 1930 en Brussel 1935 heeft België
dus voorloopig zijn aandeel gehad. Waar
zou men dan een volgende wereldtentoonstel
ling liever zien dan in het naburige Neder
land?
De heer Fonck verklaarde, dat hij met ver
schillende leiders van buitenlandsche deel
nemingen op de Brusselsche tentoonstelling
over het denkbeeld van een wereldtentoonstel
ling in Nederland gesproken had en dat dit
denkbeeld bijna overal in goede aarde was
gevallen. Waar dat niet het geval was, voeg-
hij eraan toe, had hij al zijn overredings
kracht gebruikt om anderen te overtu:gen
vaij het belang, dat ook zij hadden bij een ge
slaagde tentoonstelling in Nederland.
Na Parijs beslag heeft gelegd op 1938,
was de heer Fonck van meeening, dat Neder
land zeker niet langer moest wachten dan
1939, hoogstens 1940, wat misschien een
geschikt jaar was in verband met het hon
derdjarig bestaan der Nederlandsche Spoor
wegen.
Wat den aard eener tentoonstelling in
Nederland betrof, was de heer Fonck van
meening, dat het recepieerende land, dat
representatief zeer sterk voor den dag dient
te komen, zich voornamelijk diende te wijden
aan die dingen, die karakteristiek voor hei
land waren. Zonder dat een Nederlandsche
Wereldtentoonstelling haar universeel karak
ter behoefde prijs te geven, zou het voor
Nederland niet kwaad zijn, zich eenigszins te
beperken tot bijv. vier hoofdzaken als kolo
niën, scheepvaart, landbouw en architectuur,
op welke gebieden het zeer sterk voor den dag
kan komen.
Succes verzekerd.
Terugkomende op de Brusselsche Wereld
tentoonstelling verzekerde de directeur-gene
raal ons, dat het succes elke verwachting had
overtroffen. In de eerste week van October
had het totaal aantal bezoekers de 17 mil-
lioen overschreden. Het financieele succes
stond reeds vast. De exposanten waren in
het algemeen zeer tevreden. En de stad
Brussel? En de Belgische middenstand, het
bedrijfsleven? Men behoeft slechts even te
•Preken met winkeliers, doch vooral met de
restaurant- en hoteleigenaars, om te |oorer,
dat een seizoen als het huidige nog nooit
voorgekomen.
Bij burgemeester Adolphe Max.
De charmante burgemeester van de stad
Brussel, de heer Adolphe Max, is president
vas het Uitvoerend Comité der Wereldten
toonstelling. Niemand kan het succes dezer
expositie tot grooter voldoening stemmen
dan dezen burgemeester, want hij was de
man, die reeds in 1924 het initiatief hiertoe
heeft genomen en met de eerste plannen
kwam. In een onderhoud, dat hij den A.N.P.-
redadeur toestond, heeft de heer Max iets
verteld omtrent den opzet en de voorbereiding
der Brusselsche Wereldtentoonstelling.
„Reeds in 1924 liep ik met plannen rond,
«n in 1925 werd een commissie ingesteld, die
van meening was, dat de zaak zeer goed en
langdurig moest worden voorbereid. Doch
Antwerpen legde beslag op het jaar 1930.
•poedig gevolgd door Luik en wij in Brussel
verklaarden ons bereid, voorloopig elke actie
uit te stellen, mits men ons in het te kiezen
jaar geen concurrentie zou aandoen. We
kozen 1936 en onmiddellijk na de sluiting
van de tentoonstellingen van Antwerpen en
Luik gingen we aan het werk".
Een van de groote voordeelen bij den opzet
®russe'8che tentoonstelling is het
eit, dat de gewoonlijk tijdelijke werken, die
en tentoonstelling eischt, in dit geval perma-
ent zullen zijn. Het terrein immers, dat
nige jaren geleden nog uit grasland en
rdappelvelden bestond en eigendom was
- werd door de stad Brussel ge
oent en de gemeente ontwierp voor dit ter-
Burgemeester A. Max, in het lilliput-
treintje op de Brusselsche wereldten
toonstelling.
rein een uitbreidingsplan, met welks uitvoe
ring onmiddellijk nadat de tentoonstelling is
afgebroken, zal worden begonnen. Niet voor
de wereldtentoonstelling, maar voor het
nieuwe, zeer luxieuze villadorp, waar ook
eenige* moderne luxe-flatgebouwen zullen
komen, werd de wegen geprojecteerd, werden
waterleiding, rioleerings-, gas- en electrici-
teitswerken aangelegd. Toen konden, langs
de geprojecteerde wegen, de gebouwen èn
paviljoenen der wereldtentoonstelling worden
neergezet. Alle aanlegkosten behoeven niet
door de opbrengst der tentoonstelling te
worden gedekt, doch kunnen in den loop der
tijden worden afgeschreven. De vraag is ech
ter, voegde burgemeester Max hieraan toe,
of ze niet toch grootendeels gedekt zullen
worden, evenals de kosten van het boschpark,
het rosarium, het Heyssel-stadion en de vier
of vijf gebouwen, die alle permanent zijn.
Iets over de financiering.
Sprekende over de vermoedelijke financiëele
lesultaten der tentoonstelling, kwam de heer
Max ook te spreken over de financiering
ervan. De staat, zoo verzekerde hij ons, had
een nauwelijks noemenswaardig bedrag aan
subsidie bijgedragen, terwijl de stad Brus
sel in het geheel geen subsidie had gegeven,
doch slechts de eerste noodige bedragen had
voorgeschoten, n.1. 15 millioen franc, waar
van thans, terwijl de tentoonstelling nog
aan de gang is, reed3 10 millioen franc is
afbetaald. Behalve uit de opbrengst van de
entree-gelden, huren en pachten, wordt de
tentoonstelling voor een belangrijk gedeelte
gefinancierd uit de opbrengst van een lote
rij, die reeds geruimen tijd voor de opening
begon en na de sluiting nog zal voortduren.
Gezien het resultaat van de tentoonstel
ling maakte burgemeester Max zich niet de
minste zorg over de terugbetaling der ove
rige gelden. En na de sluiting zouden de
permanente gebouwen onmiddellijk eigen
dom worden van de stad Brussel. Daartoe
had de vennootschap, die onder leiding van
de gemeente was gesticht om de tentoonstel
ling te exploiteeren, van de stad Brussel een
bedrag ontvangen, dat juist voldoende was
om de vijf hoofdgebouwen in permanent
materiaal te doen uitvoeren. De gemeente
had slechts het verschil bijgepast en zou
daardoor aanstonds voor een betrekkelijk
gering bedrag eigenares worden van het
hoofdgebouw, dat permanente tentoonstel
lingsruimte en de vier andere permanente
gebouwen alsmede van het stadion, dat
ruimte zou blijven en de vier andere perma
nente gebouwen, alsmede van het stadion,
dat ruimte biedt aan 65.000 toeschouwers,
en van een geheel terrein, dat klaar was om
verpacht of verkocht te worden als villa
park.
Burgemeester de Vlugt is welkom.
Tenslotte verklaarde burgemeester Max,
als hoofd der burgerij, dat de tentoonstel
ling in Brussel en ook ver daarbuiten in
België een- enorme welvaart had gebracht,
wanneer schier alle bedrijven en alle lagen
der bevolking hadden geprofiteerd. En naast
dit materieele voordeel stond de groote mo-
reele winst, dat het slagen der Brusselsche
Wereldtentoonstelling in België nieuwe
kracht had gewekt en overal het bewustzijn
had wakker geroepen, dat als dit succes in
dezen tijd van depressie mogelijk was, men
in staat moest zijn, de crisis te bevechten en
te overwinnen.
Wij vroegen burgemeester Max nog, of
hij, in verband met de Wereldtentoonstelling
als hoofd der politie nog bijzondere maat
regelen had genomen. Hij antwoordde
glimlachend: „Wel neen, de gewone orde
maatregelen voor de stad Brussel zijn voor
de Wereldtentoonstelling voldoende geble
ken. Alle inrichtingen, café's en restaurants
kunnen zelf bepalen hoe laat ze willen slui
ten. Er kan overal gedanst worden, al wordt
hierop ook een zware belasting geheven, niet
door de stad Brussel, maar door den staat
Hazardspel en het schenken van, gedistil
leerd zijn op de Wereldtentoonstelling zoo
goed1 als te allen tijde in Brussel zelf verbo
den. Deze dingen heeft een stad niet noodig
om voor vreemdelingen aantrekkelijk te zijn.
Want wil een wereldtentoonstelling slagen,
dan moeten de vreemde bezoekers in de stad,
waar zij gehouden wordt, gelegenheid heb
ben om zich te kunnen amuseeren, en waar
dit noodig is moet de overheid, om dit doel
te bereiken, de noodige soepelheid kunnen
betrachten."
Burgemeester Max eindigde het onderhoud
met de verklaring, dat het hem een groote
vreugde zou zijn, den burgemeester van Am
sterdam te ontvangen waneer deze een be
zoek aan de Wereldtentoonstelling zou ko
men brengen, en hij sprak hierbij de hoop
uit, dat een dergelijk bezoek aanleiding zou
zijn tot een Wereldtentoonstelling in Neder
land, die een even groot succes zou mogen
worden als die van Brussel 1935.
Onder voorzitterschap van prof. mr. V. H.
Rutgers is gisteravond in de groote zaal van
het Concertgebouw te Amsterdam door de
Vereeniging voor Volkenbond en Vrede een
openbare bijeenkomst gehouden, gewijd aan
het onderwerp „De Volkenbond en het con
flict AbessiniëItalië". De vergadering,
waarin sprekers van verschillende richting
het woord voerden, was goed bezocht.
Prof. mr. Rutgers sprak een inleidend
woord, waarin hij de hoop uitsprak, dat de
Volkenbond inderdaad maatregelen zal ne
men om te toonen, dat zijn verdrag niet
slechts een votje papier is. Het gaat hier om
het bestaan van den Volkenbond, die er niet
in is geslaagd het geschil te voorkomen Van
het nemen van sancties zal het aanzien van
den Volkenbond afhangen.
Mr. dr. G. v. d. Bergh
voert 't woord.
De eerste spreker is mr. dr. G. v. d. Bergh
Neutraal zijn in de kwestie tusschen Italië
en Abessinië beteekent medeplichtig zijn,
aldus zeide spr. Nederland zal als lid van
den Volkenbond zijn plicht doen; er zullen
offers gebracht moeten worden en wij zullen
ze gaarne brengen. Nederland zal toonen,
waarin ook een klein land groot kan zijn
(Applaus).
Ademloos zijn we getuige van deze worste
ling tusschen recht en macht; doch het ge
weld zal door een hoogeren macht tot staan
worden gebracht. (Applaus). De Volkenbond
zal zijn bestaansrecht bewijzen; de mensch-
heid heeft genoeg geleden. Al wat het leven
waarde geeft, schijnt in gevaar, de hoogste
goederen worden bespot en verguisd Het is
genoeg; de toekomst zal zijn aan het recht
aan Volkenbond en Vrede. (Applaus).
Mr. G- A. Boon spreekt.
Dan is het woord aan mr. G. A. Boon.
Spr. huldigt het doorzettingsvermogen van
hen, die indertijd het toetreden van Neder
land tot den Volkenbond hebben bepleit.
In 1920 schalde de leuze „oorlog aan den
oorlog" door Europa; thans 15 jaar later
staan zelfs volkeren, die zelf den wereld
oorlog hebben meegemaakt, klaar voor een
nieuwen krijg.
Wel heeft de Volkenbond herhaaldelijk ge
faald, doch men diene de vele Europeesche
geschillen, die dank zij den Volkenbond
vreedzaam zijn opgelost, niet te vergeten.
Hoe zou Europa er uit gezien hebben zonder
Volkenbond.
Thans, in dit geschil, heeft de Volkenbond
op 7 October recht gesproken en een volk
schuldig verklaard. Een nieuw hoofdstuk in
het leven van den Volkenbond in ingeluid.
Het ware lafheid geweest, wanneer wij ons
afzijdig hadden gehouden, het ware niet
langer het land van Hugo de Groot geweest
en nimmer zouden wij meer een beroep op
den Bond kunnen doen.
Tegenover de oorlogspsychose, aldus ver
volgt spr., dient gesteld te worden samen
werking en begrijpenzij dienen te volhar
den in den strijd voor het recht voor alle
volkeren.
Het woord aan Jhr. mr. dr.
D. J. de Geer.
Spr. meent, dat terst ae toekomst zal kun
nen bêoordeelen hetgeen in deze dagen ge
schiedt. Doch nu re*ds kunnen we vaststel
len, dat voor het eerst een oorlog los van alle
antipatie tegen een bepaald volk en los van
overwegingen van eigen belang, door het in
ternationale forum 's veroordeeld als on
rechtmatig. De samenwerking der volkeren
treedt uit de belangensfeer in de rechtssfeer
Uitvoerig bespreekt jhr. de Geer het nut
tige werk van den Bond; vroeger waren de
krachten van den Bond niet voldoende, doch
deze antecedenten mogen niet steeds ge
bruikt blijven om den Volkenbond te beoor-
deelen, dit zou de ondergang van het insti
tuut zijn. Ons groote belang bij den Bond
i3 de verzekering van den vrede in de wereld.
Gevoelens van haat tegen het land, dat in
breuk pleegt op de internationale rechts
orde. dienen wij nHt te koesteren, evenmin
Jhr. Mr. D. J. de Geer
als de politieman of de dienaar van de justi
tie dit behoort te doen tegenover hem, die de
binnenlandsche wetten schendt. Wij dienen
slechts mede te doen aan de handhaving van
het recht tegenover onrecht. Militaire sanc
ties dienen vermeden te worden; economische
sancties moeten het onrecht tot staan bren
gen
De deuren tot onderhandeling dienen wa
genwijd open te blijven; er is geen vijand te
overwinnen, doch een rechtsorde te herstel
len Innig dankbaar moeten wij zijn aldus
eindigde spr. dat wij getuige hebben mo
gen zijn van de schrede voorwaarts, die de
internationale rechtsorde deze dagen heeft
gedaan (Applaus).
Na de pauze was 't woord aan mr. A. M
Joekes, die oprichting en taak van den Vol
kenbond bespreekt. De verplichtingen, die
de Bond oplegt, zijn geschonden door een
Europeesch land. Een wonderlijke wijze ge
bruikt Italië om beschaving te brengen:
bommen en vuurwapenen worden er als
sterkste argumenten bij gebruikt. Italië zelf
heeft zich indertijd uitgesproken voor toela
ting van Abessinië tot den Volkenbond, of
schoon ook toen slavernij in dat land be
stond. Italië heeft een beroep gedaan op de
noodzakelijkheid van expansie, een beroep,
dat ook hier en daar in Nederland wordt
aanvaard. Voor dezen tijd is dit echter geen
voldoende argument tot het plegen van on
recht en gebruiken van geweld; deze tijd
kent andere middelen en instellingen om aan
rechtvaardige verlangens te voldoen.
Het feit van een niet uitgelokten aanval
staat onomstootelijk vast; het is voor de
eerste maal, dat een land door een staten
organisatie openlijk als aanvaller wordt ge
brandmerkt. Het is thans aan den Bond het
onrecht te beteugelen. Men dient echter in
het oog te houden, dat deze bond geen su
perstaat is, maar een gemeenschappelijke or
ganisatie, die geen dwingende voorschriften
kan geven. Volkenbondspolitiek is vredespo
litiek en economische sancties zijn hiertoe de
aangewezen middelen.
De verklaring van minster de Graeff, dat
Nederland zijn verplichtingen zal nakomen
houdt geenszin in, dat Nederland bereid zou
zijn de oorlog te verklaren. Wij zullen mee
doen aan de economische sancties; wetsont
werpen op dit gebied zijn in aantocht. Mis
schien zullen daarbij belangen van Neder
landers worden geschaad, doch deze offers
dienen het recht en zijn zeker minder groot
dan in geval van oorlog. Indien in dit geval
de Volkenbondsgemeenschap zou falen, zou
den bittere gevoelens wortel schieten in de
harten van millioenen inwoners van tropi
sche landen.
Laten wij in de moeilijke en ernstige uren
met vastberadenheid bijdragen tot de in
standhouding van het hoogste goed: het
internationaal recht. (Applaus).
Slotwoord van dr. R. Regont S. J.
'Als laatste spreker voerde dr. R. Regout
S. J. het woord. Ook deze spreker releveerde
de aanleiding tot de vorming van den Vol*
kenbond, een Bond, waarover veel kwaads is
gezegd. Er is o.a. aangevoerd, dat de Bond
te veel steunt op het Verdrag van Versaal-
les en gevormd is om het veroverde te be
houden. Alle bezwaren mogen voor een deel
waar zijn, de grondslagen van den Bond
om macht te vervangen door recht, zijn
volkomen juist.
Paus Pius XI wees er eind Augustus qp,
dat aan den expansiedrang niet het recht
mag worden ontleend om op gewelddadige
wijze op te treden. Zelfverdediging is eén
recht, doch dat recht mag niet verder gaan
dan tot beveiliging noodzakelijk is.
Wij Nederlanders zijn voor de consequen
ties van het lidmaatschap van den Volkeiy
bond geplaatst, consequenties, die misschien
economische nadeelen zullen opleveren. Wij
moeten onze afzijdigheid terzijde stellen om
de ideële waarden te steunen.
Ons gezond verstand vraagt zïph af, of
wij niet de dupe worden van gestes^ van de
groote mogendheden, opgezet uit eigen be
lang. Spr. meent deze vraag ontkennend te
mogen beantwoorden. Voorzichtigheid is gq-
boden maar samenwerking tevens. Heeft net
Volkenbondsverdrag zijn kracht niet verle
ren doordat het in vroegere tijden niet r$
toegepast? Integendeel, meent spr., doch hét
is thans de hoogsten tijd ernst te makeft
met de toepassing ervan. Trouwens Neder
land heeft het pact onderteekend, en wiji
dienen het dus mee uit te voeren. Wij gé-
voelen vriendschap en hoogachting voor het
Italiaansche volk, doch de maatregelen zijn
noodzakelijk. Wij allen verlangen naar den
vrede, mits deze is „rust in gerechtigheid".
Herhaaldelijk werd ook deze spr. door ap
plaus onderbroken.
Prof. Rutgers sprak het slotwoord.
De aangekondigde, door de S.D.A.P. in
samenwerking met den Nieuwen Haagschen
Bestuurdersbond georganiseerde demonstra
tie tegen het fascisme en vóór de democratie
is gisteren in de groote autobusgarage van
de Haagsche tram aan den Fruitweg te 's-
Gravenhage gehouden.
Zij bestond uit drie vergaderingen, elk
van drie kwartier, met een kwartier tusschen-
pooze. De hal, die een oppervlakte heeft van
4500 M2., kan circa 18.000 personen bevat
ten. Een gedeelte ervan was echter afgescho
ten en de schatting was, dat er op het over
blijvende 15.000 personen plaats konden vin
den, zoodat ruim 45.000 betoogers de bijeen
komsten hebben bijgewoond.
Langs een van de langste zijden was een
met roode doeken bekleede tribune gebouwd.
Daarboven bevond zich het podium, waar
achter een lap met een rooden fakkel en de
initialen van de S.D.A.P. en den N.H.B.B.
was gespannen. Aan de twee korte wanden
waren zeer groote doeken opgehangen met
de woorden socialismedemocratie erop.
Op de trappen van de estrade stonden
gedurende de demonstratie een zeer groot
aantal jongelieden van den Arbeidersport
bond met zeer talrijke vlaggen en vaandels,
alsmede twintig bazuinblazers.
Voorts waren van den ingang af langs de
heele lengte van de hal vlaggendragers,
jongens en meisjes van de A.J.C. geschaard
Op het verhoogde bordes van de garage
stonden twintig trommelslagers van de A.J.
C., in het gebouw zelf bevonden zich vier
muziekkorpsen.
De eerste vergadering begon met den aan-
roarsch van een stoet van duizenden, voor
namelijk samengesteld uit bewoners van de
arbeiderswijken in het Zuiden der stad, uit
Voorburg en omgeving, die zich buiten op
den Fruitweg hadden opgesteld. Hierbij
sloegen de trommelslagers op het bordes en
bij den intocht in de hal marcheerden de mu
ziekkorpsen voorop. Alle deelnemers mar
cheerden met den gebalden vuist omhoog.
Op het podium beantwoordde de heer Koos
Vorrink, voorzitter van de S.D.A.P., dit tee-
ken op dezelfde wijze.
Tijdens een groot gedeelte van den aan-
marsch, die circa 25 minuten duurde, werd
de Internationale gezongen. Toen de heeren
Albarda en Vliegen een oogenblik op het
podium verschenen, om den stoet gade te
slaan, werden zij geestdriftig toegejuicht.
Om iets over achten had een ieder zijn
plaas gevonden wat in goede orde en zonder
eenig incident was geschied en was de hal
op het voor het publiek bestemde gedeelte
geheel gevuld. Men stond dicht opeenge
drongen en er kon werkelijk geen mensch
meer bij.
Toen gaven de bazuindragers door een
fanfare een teeken en de heer Koos Vorrink,
de voorzitter van de S.D.A.P., nam het woord
voor het uitspreken van de rede van den
avond, die hij in hoofdzaak in dezelfde be
woordingen in de volgende bijeenkomsten
herhaalde.
Rede Koos Vorrink.
Hij zeide, dat men verzameld was in een
uur van wereldhistorische beteekenis. De
menschheid staat voor beslissingen, die over
het wel en wee van de komende generaties
zullen beslissen.
De taak waarvoor de menschheid van na
den oorlog zich gesteld zag was: den vrede
te organiseeren door het vestigen van een in
ternationale rechtsorde, die het gebruik van
oorlogsgeweld zou verbannen tot een afge
daan en barbaarsch verleden, opdat de doo-
den niet vergeefs gestorven zijn en de smar
ten der verminkten niet vergeefs geleden.
Gij kent aldus spr. de vreeselijke rol
van het vredesdictaat van Versailles, dat de
wereld verdeeld in overwinnaars en overwon
nenen. Gij kent het noodlottige falen ervan.
Met de vestiging van het fascistische be
wind in Italië, de overwinning van het nat*
soc. op de republiek van Weimar in Duitsch-
land en de gewelddadige onderdrukking van
de sociaal-democraten in Oostenrijk was de
vernietiging van de democratie in Centraal-
Europa voltooid. Er ontstond direct gevaar
voor den Volkenbond.
Het Europa van vandaag is verscheurd
in twee werelden, waarvan de grens loopt
langs dén Rijn en over de Alpen van Savoye,
Westelijk van die grens vindt de Europee
sche beschaving, de idee van het humanisme
en de democratie, haar laatste toevlucht.
Oostelijk van die grens heerscht de nacht
der barbarij.
Fascisme is oorlog!
Dat is het woord, waarin wij als demo
craten en socialisten onzen afschuw tot uit
drukking hebben gebracht. Een woord, dat
thans tot afschuwelijke werkelijkheid is ge
worden.
Het fascistische Italië gaat optreden als
ordeschepper in het land van den Negus,
want Mussolini kan niet dulden, dat in Abes
sinië de slavernij nog niet is afgeschaft. Hij,
Mussolini, die de vrijheid heeft vernietigd in
zijn eigen land, die allen die hem durfden te
weerstaan in de kerkers heeft geworpen of
verbannen naar de hel der Liparische eilan
den, is bezorgd over het lot van de slaven in
Abessinië
Voor het eerst na lange jaren is het alsof
het geweten der menschheid spreekt. Het is
het democratische Europa, dat thans zijn
stem verheft te Geneve.
Toen de minister van buitenlandsche zaken
te Geneve uitsprak, dat Nederland bereid
was zijn vrijwillig aangegane VolkenbondS-
verplichtingen volledig na te komen, sprak
hij uit naam van ons geheele volk, zonder
onderscheid van politieke richting.
Met één enkele uitzondering!
De nationale beweging bij uitstek heeft
plotseling het nationale masker afgeworpen
en van daarachter verschijnt de barbaren-
tronie van de internationale solidariteit met
de roofridders van het Italiaansche fascisme.
Mussert verklaarde op den landdag van
de N.S.B., dat Italië niet anders kan dan
Abessinië veroveren, omdat het moet be
schikken over grondstoffen en dat wij ook de
negers en arabieren niet mogen helpen aan
de vernedering van een blank volk. Boven
dien verklaarde Mussert, in den Volkenbond
een gevaar voor den vrede in Europa te
zien.
Gelijk bij vorige gelegenheden ontziet
aldus spr. deze zuiveraar onzer nationale
zeden zich niet om onzen grooten Troelstra
aan te roepen tot getuige.
Zeker, Troelstra heeft op 13 Januari 1920
geschreven dat de Volkenbond bedoeld is
als organisatie der overwinnaars. Maar
Troelstra heeft in dat zelfde artikel geschre
ven: „De Volkenbond is het eenig mogelijke
begin van internationale organisatie, dat uit
de bestaande machtsverhoudingen kan
voortkomen" en speciaal over de beteekenis
van den Volkenbond voor ons eigen land
schreef hij: „E>e Volkenbond zal, hoe meer
hij' zich ontwikkelt in onzen geest, op den
duur Nederlands eenige uitkomst zijn ter
handhaving van zijn nationale bestaan en
ter bescherming van zijn gebied in Europa
en Azië".
De socialistische arbeidersbeweging
ging spr. verder heeft in het verleden
haar plicht gedaan. Wij hebben geprotes
teerd tegen de gevaren van het verdrag van
Versailles. Ook thans is onze beweging pa
raat. Wij zijn bereid om voor de uitvoering
der sancties den krachtigsten steun te ver-
ieenen en offers te brengen op het altaar van
den vrede.
Deze bijeenkomst is een antwoord op de
betooging der nationaal-socjalisten van j.1.