Krijgt Amsterdam in 1940 zijn wereldtentoonstelling? De Volkenbond en de oorlog. S.D.A.P. tegen fascisme in 't geweer. ALKMAARSCHE COURANT van DONOPRDAG 17 OCTOBER 1935 Binnenland. Een onderhoud met den Brusselschen burgemeester Adophe Max. De meening van den dir.-gen. Fonck Vergadering in het Concertgebouw van de Ver. voor Volkenbond en Vrede. Drie massa-vergaderingen in de autobusgarage van de Haagsche Tram. Vorrink antwoordt Mussert. Zullen de plannen, die eenigen tijd geleden zijn opgeworpen om na liet succesvolle voorbeeld van Brus sel omstreeks 1940 ook in Amster dam een groote wereldtentoonstel ling te houden, vasten vorm gaan aannemen Nadat de wensch van verschillen de zijden was geuit, dat na tiental len jaren ook Nederland weer eens een wereldtentoonstelling zou krij gen, verschenen de eerste berichten, die melding maakten van die plan nen, ongeveer gelijktijdig met het bezoek van eenige Nederlandsche ministers aan de Bruseelsche ten toonstelling. ïn een onderhoud met een A.N.P.-redac- teur verklaarde de heer Charles Fonck, direc teur-generaal van de Brusselsche Wereldten toonstelling, dat hij het was, die tijdens het bezoek van de Nederlandsche ministers aan Brussel ten zeerste op verwezenlijking van de Nederlandsche plannen had aangedrongen. „U zult het misschien vreemd vinden" aldus de heer Fonck—„dat ik op iedereen, die hier eenigen invloed kan uitoefenen, denzelf den aandrang uitoefen. Maar in de eerste plaat6 gun ik Nederland van harte, dat het alle vruchten plukt, die een succesvolle wereldtentoonstelling kan opleveren, en ben ik van meening, dat Nederland, na tientallen jaren van een wereldtentoonstelling versto ken te zijn geweest, daar recht op heeft. Daar naast zijn ook overwegingen van eigen be lang me niet vreemd. Ik sta n.1. op het stand punt, dat vreemdelingen, die door een ge slaagde wereldtentoonstelling naar Neder land worden getrokken, zeker niet zullen nalaten België te bezoeken''. Een afspraak. De heer Fonck deelde ter verklaring hier van mede, dat in 1928 te Parijs een conventie tot stand was gekomen, waarbij 29 landen waren aangesloten, die o.a. bepaalde, dat in elk der aangesloten landen hoogstens twee maal in 15 jaar een wereldtentoonstelling mag worden gehouden. Na Antwerpen en Luik in 1930 en Brussel 1935 heeft België dus voorloopig zijn aandeel gehad. Waar zou men dan een volgende wereldtentoonstel ling liever zien dan in het naburige Neder land? De heer Fonck verklaarde, dat hij met ver schillende leiders van buitenlandsche deel nemingen op de Brusselsche tentoonstelling over het denkbeeld van een wereldtentoonstel ling in Nederland gesproken had en dat dit denkbeeld bijna overal in goede aarde was gevallen. Waar dat niet het geval was, voeg- hij eraan toe, had hij al zijn overredings kracht gebruikt om anderen te overtu:gen vaij het belang, dat ook zij hadden bij een ge slaagde tentoonstelling in Nederland. Na Parijs beslag heeft gelegd op 1938, was de heer Fonck van meeening, dat Neder land zeker niet langer moest wachten dan 1939, hoogstens 1940, wat misschien een geschikt jaar was in verband met het hon derdjarig bestaan der Nederlandsche Spoor wegen. Wat den aard eener tentoonstelling in Nederland betrof, was de heer Fonck van meening, dat het recepieerende land, dat representatief zeer sterk voor den dag dient te komen, zich voornamelijk diende te wijden aan die dingen, die karakteristiek voor hei land waren. Zonder dat een Nederlandsche Wereldtentoonstelling haar universeel karak ter behoefde prijs te geven, zou het voor Nederland niet kwaad zijn, zich eenigszins te beperken tot bijv. vier hoofdzaken als kolo niën, scheepvaart, landbouw en architectuur, op welke gebieden het zeer sterk voor den dag kan komen. Succes verzekerd. Terugkomende op de Brusselsche Wereld tentoonstelling verzekerde de directeur-gene raal ons, dat het succes elke verwachting had overtroffen. In de eerste week van October had het totaal aantal bezoekers de 17 mil- lioen overschreden. Het financieele succes stond reeds vast. De exposanten waren in het algemeen zeer tevreden. En de stad Brussel? En de Belgische middenstand, het bedrijfsleven? Men behoeft slechts even te •Preken met winkeliers, doch vooral met de restaurant- en hoteleigenaars, om te |oorer, dat een seizoen als het huidige nog nooit voorgekomen. Bij burgemeester Adolphe Max. De charmante burgemeester van de stad Brussel, de heer Adolphe Max, is president vas het Uitvoerend Comité der Wereldten toonstelling. Niemand kan het succes dezer expositie tot grooter voldoening stemmen dan dezen burgemeester, want hij was de man, die reeds in 1924 het initiatief hiertoe heeft genomen en met de eerste plannen kwam. In een onderhoud, dat hij den A.N.P.- redadeur toestond, heeft de heer Max iets verteld omtrent den opzet en de voorbereiding der Brusselsche Wereldtentoonstelling. „Reeds in 1924 liep ik met plannen rond, «n in 1925 werd een commissie ingesteld, die van meening was, dat de zaak zeer goed en langdurig moest worden voorbereid. Doch Antwerpen legde beslag op het jaar 1930. •poedig gevolgd door Luik en wij in Brussel verklaarden ons bereid, voorloopig elke actie uit te stellen, mits men ons in het te kiezen jaar geen concurrentie zou aandoen. We kozen 1936 en onmiddellijk na de sluiting van de tentoonstellingen van Antwerpen en Luik gingen we aan het werk". Een van de groote voordeelen bij den opzet ®russe'8che tentoonstelling is het eit, dat de gewoonlijk tijdelijke werken, die en tentoonstelling eischt, in dit geval perma- ent zullen zijn. Het terrein immers, dat nige jaren geleden nog uit grasland en rdappelvelden bestond en eigendom was - werd door de stad Brussel ge oent en de gemeente ontwierp voor dit ter- Burgemeester A. Max, in het lilliput- treintje op de Brusselsche wereldten toonstelling. rein een uitbreidingsplan, met welks uitvoe ring onmiddellijk nadat de tentoonstelling is afgebroken, zal worden begonnen. Niet voor de wereldtentoonstelling, maar voor het nieuwe, zeer luxieuze villadorp, waar ook eenige* moderne luxe-flatgebouwen zullen komen, werd de wegen geprojecteerd, werden waterleiding, rioleerings-, gas- en electrici- teitswerken aangelegd. Toen konden, langs de geprojecteerde wegen, de gebouwen èn paviljoenen der wereldtentoonstelling worden neergezet. Alle aanlegkosten behoeven niet door de opbrengst der tentoonstelling te worden gedekt, doch kunnen in den loop der tijden worden afgeschreven. De vraag is ech ter, voegde burgemeester Max hieraan toe, of ze niet toch grootendeels gedekt zullen worden, evenals de kosten van het boschpark, het rosarium, het Heyssel-stadion en de vier of vijf gebouwen, die alle permanent zijn. Iets over de financiering. Sprekende over de vermoedelijke financiëele lesultaten der tentoonstelling, kwam de heer Max ook te spreken over de financiering ervan. De staat, zoo verzekerde hij ons, had een nauwelijks noemenswaardig bedrag aan subsidie bijgedragen, terwijl de stad Brus sel in het geheel geen subsidie had gegeven, doch slechts de eerste noodige bedragen had voorgeschoten, n.1. 15 millioen franc, waar van thans, terwijl de tentoonstelling nog aan de gang is, reed3 10 millioen franc is afbetaald. Behalve uit de opbrengst van de entree-gelden, huren en pachten, wordt de tentoonstelling voor een belangrijk gedeelte gefinancierd uit de opbrengst van een lote rij, die reeds geruimen tijd voor de opening begon en na de sluiting nog zal voortduren. Gezien het resultaat van de tentoonstel ling maakte burgemeester Max zich niet de minste zorg over de terugbetaling der ove rige gelden. En na de sluiting zouden de permanente gebouwen onmiddellijk eigen dom worden van de stad Brussel. Daartoe had de vennootschap, die onder leiding van de gemeente was gesticht om de tentoonstel ling te exploiteeren, van de stad Brussel een bedrag ontvangen, dat juist voldoende was om de vijf hoofdgebouwen in permanent materiaal te doen uitvoeren. De gemeente had slechts het verschil bijgepast en zou daardoor aanstonds voor een betrekkelijk gering bedrag eigenares worden van het hoofdgebouw, dat permanente tentoonstel lingsruimte en de vier andere permanente gebouwen alsmede van het stadion, dat ruimte zou blijven en de vier andere perma nente gebouwen, alsmede van het stadion, dat ruimte biedt aan 65.000 toeschouwers, en van een geheel terrein, dat klaar was om verpacht of verkocht te worden als villa park. Burgemeester de Vlugt is welkom. Tenslotte verklaarde burgemeester Max, als hoofd der burgerij, dat de tentoonstel ling in Brussel en ook ver daarbuiten in België een- enorme welvaart had gebracht, wanneer schier alle bedrijven en alle lagen der bevolking hadden geprofiteerd. En naast dit materieele voordeel stond de groote mo- reele winst, dat het slagen der Brusselsche Wereldtentoonstelling in België nieuwe kracht had gewekt en overal het bewustzijn had wakker geroepen, dat als dit succes in dezen tijd van depressie mogelijk was, men in staat moest zijn, de crisis te bevechten en te overwinnen. Wij vroegen burgemeester Max nog, of hij, in verband met de Wereldtentoonstelling als hoofd der politie nog bijzondere maat regelen had genomen. Hij antwoordde glimlachend: „Wel neen, de gewone orde maatregelen voor de stad Brussel zijn voor de Wereldtentoonstelling voldoende geble ken. Alle inrichtingen, café's en restaurants kunnen zelf bepalen hoe laat ze willen slui ten. Er kan overal gedanst worden, al wordt hierop ook een zware belasting geheven, niet door de stad Brussel, maar door den staat Hazardspel en het schenken van, gedistil leerd zijn op de Wereldtentoonstelling zoo goed1 als te allen tijde in Brussel zelf verbo den. Deze dingen heeft een stad niet noodig om voor vreemdelingen aantrekkelijk te zijn. Want wil een wereldtentoonstelling slagen, dan moeten de vreemde bezoekers in de stad, waar zij gehouden wordt, gelegenheid heb ben om zich te kunnen amuseeren, en waar dit noodig is moet de overheid, om dit doel te bereiken, de noodige soepelheid kunnen betrachten." Burgemeester Max eindigde het onderhoud met de verklaring, dat het hem een groote vreugde zou zijn, den burgemeester van Am sterdam te ontvangen waneer deze een be zoek aan de Wereldtentoonstelling zou ko men brengen, en hij sprak hierbij de hoop uit, dat een dergelijk bezoek aanleiding zou zijn tot een Wereldtentoonstelling in Neder land, die een even groot succes zou mogen worden als die van Brussel 1935. Onder voorzitterschap van prof. mr. V. H. Rutgers is gisteravond in de groote zaal van het Concertgebouw te Amsterdam door de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede een openbare bijeenkomst gehouden, gewijd aan het onderwerp „De Volkenbond en het con flict AbessiniëItalië". De vergadering, waarin sprekers van verschillende richting het woord voerden, was goed bezocht. Prof. mr. Rutgers sprak een inleidend woord, waarin hij de hoop uitsprak, dat de Volkenbond inderdaad maatregelen zal ne men om te toonen, dat zijn verdrag niet slechts een votje papier is. Het gaat hier om het bestaan van den Volkenbond, die er niet in is geslaagd het geschil te voorkomen Van het nemen van sancties zal het aanzien van den Volkenbond afhangen. Mr. dr. G. v. d. Bergh voert 't woord. De eerste spreker is mr. dr. G. v. d. Bergh Neutraal zijn in de kwestie tusschen Italië en Abessinië beteekent medeplichtig zijn, aldus zeide spr. Nederland zal als lid van den Volkenbond zijn plicht doen; er zullen offers gebracht moeten worden en wij zullen ze gaarne brengen. Nederland zal toonen, waarin ook een klein land groot kan zijn (Applaus). Ademloos zijn we getuige van deze worste ling tusschen recht en macht; doch het ge weld zal door een hoogeren macht tot staan worden gebracht. (Applaus). De Volkenbond zal zijn bestaansrecht bewijzen; de mensch- heid heeft genoeg geleden. Al wat het leven waarde geeft, schijnt in gevaar, de hoogste goederen worden bespot en verguisd Het is genoeg; de toekomst zal zijn aan het recht aan Volkenbond en Vrede. (Applaus). Mr. G- A. Boon spreekt. Dan is het woord aan mr. G. A. Boon. Spr. huldigt het doorzettingsvermogen van hen, die indertijd het toetreden van Neder land tot den Volkenbond hebben bepleit. In 1920 schalde de leuze „oorlog aan den oorlog" door Europa; thans 15 jaar later staan zelfs volkeren, die zelf den wereld oorlog hebben meegemaakt, klaar voor een nieuwen krijg. Wel heeft de Volkenbond herhaaldelijk ge faald, doch men diene de vele Europeesche geschillen, die dank zij den Volkenbond vreedzaam zijn opgelost, niet te vergeten. Hoe zou Europa er uit gezien hebben zonder Volkenbond. Thans, in dit geschil, heeft de Volkenbond op 7 October recht gesproken en een volk schuldig verklaard. Een nieuw hoofdstuk in het leven van den Volkenbond in ingeluid. Het ware lafheid geweest, wanneer wij ons afzijdig hadden gehouden, het ware niet langer het land van Hugo de Groot geweest en nimmer zouden wij meer een beroep op den Bond kunnen doen. Tegenover de oorlogspsychose, aldus ver volgt spr., dient gesteld te worden samen werking en begrijpenzij dienen te volhar den in den strijd voor het recht voor alle volkeren. Het woord aan Jhr. mr. dr. D. J. de Geer. Spr. meent, dat terst ae toekomst zal kun nen bêoordeelen hetgeen in deze dagen ge schiedt. Doch nu re*ds kunnen we vaststel len, dat voor het eerst een oorlog los van alle antipatie tegen een bepaald volk en los van overwegingen van eigen belang, door het in ternationale forum 's veroordeeld als on rechtmatig. De samenwerking der volkeren treedt uit de belangensfeer in de rechtssfeer Uitvoerig bespreekt jhr. de Geer het nut tige werk van den Bond; vroeger waren de krachten van den Bond niet voldoende, doch deze antecedenten mogen niet steeds ge bruikt blijven om den Volkenbond te beoor- deelen, dit zou de ondergang van het insti tuut zijn. Ons groote belang bij den Bond i3 de verzekering van den vrede in de wereld. Gevoelens van haat tegen het land, dat in breuk pleegt op de internationale rechts orde. dienen wij nHt te koesteren, evenmin Jhr. Mr. D. J. de Geer als de politieman of de dienaar van de justi tie dit behoort te doen tegenover hem, die de binnenlandsche wetten schendt. Wij dienen slechts mede te doen aan de handhaving van het recht tegenover onrecht. Militaire sanc ties dienen vermeden te worden; economische sancties moeten het onrecht tot staan bren gen De deuren tot onderhandeling dienen wa genwijd open te blijven; er is geen vijand te overwinnen, doch een rechtsorde te herstel len Innig dankbaar moeten wij zijn aldus eindigde spr. dat wij getuige hebben mo gen zijn van de schrede voorwaarts, die de internationale rechtsorde deze dagen heeft gedaan (Applaus). Na de pauze was 't woord aan mr. A. M Joekes, die oprichting en taak van den Vol kenbond bespreekt. De verplichtingen, die de Bond oplegt, zijn geschonden door een Europeesch land. Een wonderlijke wijze ge bruikt Italië om beschaving te brengen: bommen en vuurwapenen worden er als sterkste argumenten bij gebruikt. Italië zelf heeft zich indertijd uitgesproken voor toela ting van Abessinië tot den Volkenbond, of schoon ook toen slavernij in dat land be stond. Italië heeft een beroep gedaan op de noodzakelijkheid van expansie, een beroep, dat ook hier en daar in Nederland wordt aanvaard. Voor dezen tijd is dit echter geen voldoende argument tot het plegen van on recht en gebruiken van geweld; deze tijd kent andere middelen en instellingen om aan rechtvaardige verlangens te voldoen. Het feit van een niet uitgelokten aanval staat onomstootelijk vast; het is voor de eerste maal, dat een land door een staten organisatie openlijk als aanvaller wordt ge brandmerkt. Het is thans aan den Bond het onrecht te beteugelen. Men dient echter in het oog te houden, dat deze bond geen su perstaat is, maar een gemeenschappelijke or ganisatie, die geen dwingende voorschriften kan geven. Volkenbondspolitiek is vredespo litiek en economische sancties zijn hiertoe de aangewezen middelen. De verklaring van minster de Graeff, dat Nederland zijn verplichtingen zal nakomen houdt geenszin in, dat Nederland bereid zou zijn de oorlog te verklaren. Wij zullen mee doen aan de economische sancties; wetsont werpen op dit gebied zijn in aantocht. Mis schien zullen daarbij belangen van Neder landers worden geschaad, doch deze offers dienen het recht en zijn zeker minder groot dan in geval van oorlog. Indien in dit geval de Volkenbondsgemeenschap zou falen, zou den bittere gevoelens wortel schieten in de harten van millioenen inwoners van tropi sche landen. Laten wij in de moeilijke en ernstige uren met vastberadenheid bijdragen tot de in standhouding van het hoogste goed: het internationaal recht. (Applaus). Slotwoord van dr. R. Regont S. J. 'Als laatste spreker voerde dr. R. Regout S. J. het woord. Ook deze spreker releveerde de aanleiding tot de vorming van den Vol* kenbond, een Bond, waarover veel kwaads is gezegd. Er is o.a. aangevoerd, dat de Bond te veel steunt op het Verdrag van Versaal- les en gevormd is om het veroverde te be houden. Alle bezwaren mogen voor een deel waar zijn, de grondslagen van den Bond om macht te vervangen door recht, zijn volkomen juist. Paus Pius XI wees er eind Augustus qp, dat aan den expansiedrang niet het recht mag worden ontleend om op gewelddadige wijze op te treden. Zelfverdediging is eén recht, doch dat recht mag niet verder gaan dan tot beveiliging noodzakelijk is. Wij Nederlanders zijn voor de consequen ties van het lidmaatschap van den Volkeiy bond geplaatst, consequenties, die misschien economische nadeelen zullen opleveren. Wij moeten onze afzijdigheid terzijde stellen om de ideële waarden te steunen. Ons gezond verstand vraagt zïph af, of wij niet de dupe worden van gestes^ van de groote mogendheden, opgezet uit eigen be lang. Spr. meent deze vraag ontkennend te mogen beantwoorden. Voorzichtigheid is gq- boden maar samenwerking tevens. Heeft net Volkenbondsverdrag zijn kracht niet verle ren doordat het in vroegere tijden niet r$ toegepast? Integendeel, meent spr., doch hét is thans de hoogsten tijd ernst te makeft met de toepassing ervan. Trouwens Neder land heeft het pact onderteekend, en wiji dienen het dus mee uit te voeren. Wij gé- voelen vriendschap en hoogachting voor het Italiaansche volk, doch de maatregelen zijn noodzakelijk. Wij allen verlangen naar den vrede, mits deze is „rust in gerechtigheid". Herhaaldelijk werd ook deze spr. door ap plaus onderbroken. Prof. Rutgers sprak het slotwoord. De aangekondigde, door de S.D.A.P. in samenwerking met den Nieuwen Haagschen Bestuurdersbond georganiseerde demonstra tie tegen het fascisme en vóór de democratie is gisteren in de groote autobusgarage van de Haagsche tram aan den Fruitweg te 's- Gravenhage gehouden. Zij bestond uit drie vergaderingen, elk van drie kwartier, met een kwartier tusschen- pooze. De hal, die een oppervlakte heeft van 4500 M2., kan circa 18.000 personen bevat ten. Een gedeelte ervan was echter afgescho ten en de schatting was, dat er op het over blijvende 15.000 personen plaats konden vin den, zoodat ruim 45.000 betoogers de bijeen komsten hebben bijgewoond. Langs een van de langste zijden was een met roode doeken bekleede tribune gebouwd. Daarboven bevond zich het podium, waar achter een lap met een rooden fakkel en de initialen van de S.D.A.P. en den N.H.B.B. was gespannen. Aan de twee korte wanden waren zeer groote doeken opgehangen met de woorden socialismedemocratie erop. Op de trappen van de estrade stonden gedurende de demonstratie een zeer groot aantal jongelieden van den Arbeidersport bond met zeer talrijke vlaggen en vaandels, alsmede twintig bazuinblazers. Voorts waren van den ingang af langs de heele lengte van de hal vlaggendragers, jongens en meisjes van de A.J.C. geschaard Op het verhoogde bordes van de garage stonden twintig trommelslagers van de A.J. C., in het gebouw zelf bevonden zich vier muziekkorpsen. De eerste vergadering begon met den aan- roarsch van een stoet van duizenden, voor namelijk samengesteld uit bewoners van de arbeiderswijken in het Zuiden der stad, uit Voorburg en omgeving, die zich buiten op den Fruitweg hadden opgesteld. Hierbij sloegen de trommelslagers op het bordes en bij den intocht in de hal marcheerden de mu ziekkorpsen voorop. Alle deelnemers mar cheerden met den gebalden vuist omhoog. Op het podium beantwoordde de heer Koos Vorrink, voorzitter van de S.D.A.P., dit tee- ken op dezelfde wijze. Tijdens een groot gedeelte van den aan- marsch, die circa 25 minuten duurde, werd de Internationale gezongen. Toen de heeren Albarda en Vliegen een oogenblik op het podium verschenen, om den stoet gade te slaan, werden zij geestdriftig toegejuicht. Om iets over achten had een ieder zijn plaas gevonden wat in goede orde en zonder eenig incident was geschied en was de hal op het voor het publiek bestemde gedeelte geheel gevuld. Men stond dicht opeenge drongen en er kon werkelijk geen mensch meer bij. Toen gaven de bazuindragers door een fanfare een teeken en de heer Koos Vorrink, de voorzitter van de S.D.A.P., nam het woord voor het uitspreken van de rede van den avond, die hij in hoofdzaak in dezelfde be woordingen in de volgende bijeenkomsten herhaalde. Rede Koos Vorrink. Hij zeide, dat men verzameld was in een uur van wereldhistorische beteekenis. De menschheid staat voor beslissingen, die over het wel en wee van de komende generaties zullen beslissen. De taak waarvoor de menschheid van na den oorlog zich gesteld zag was: den vrede te organiseeren door het vestigen van een in ternationale rechtsorde, die het gebruik van oorlogsgeweld zou verbannen tot een afge daan en barbaarsch verleden, opdat de doo- den niet vergeefs gestorven zijn en de smar ten der verminkten niet vergeefs geleden. Gij kent aldus spr. de vreeselijke rol van het vredesdictaat van Versailles, dat de wereld verdeeld in overwinnaars en overwon nenen. Gij kent het noodlottige falen ervan. Met de vestiging van het fascistische be wind in Italië, de overwinning van het nat* soc. op de republiek van Weimar in Duitsch- land en de gewelddadige onderdrukking van de sociaal-democraten in Oostenrijk was de vernietiging van de democratie in Centraal- Europa voltooid. Er ontstond direct gevaar voor den Volkenbond. Het Europa van vandaag is verscheurd in twee werelden, waarvan de grens loopt langs dén Rijn en over de Alpen van Savoye, Westelijk van die grens vindt de Europee sche beschaving, de idee van het humanisme en de democratie, haar laatste toevlucht. Oostelijk van die grens heerscht de nacht der barbarij. Fascisme is oorlog! Dat is het woord, waarin wij als demo craten en socialisten onzen afschuw tot uit drukking hebben gebracht. Een woord, dat thans tot afschuwelijke werkelijkheid is ge worden. Het fascistische Italië gaat optreden als ordeschepper in het land van den Negus, want Mussolini kan niet dulden, dat in Abes sinië de slavernij nog niet is afgeschaft. Hij, Mussolini, die de vrijheid heeft vernietigd in zijn eigen land, die allen die hem durfden te weerstaan in de kerkers heeft geworpen of verbannen naar de hel der Liparische eilan den, is bezorgd over het lot van de slaven in Abessinië Voor het eerst na lange jaren is het alsof het geweten der menschheid spreekt. Het is het democratische Europa, dat thans zijn stem verheft te Geneve. Toen de minister van buitenlandsche zaken te Geneve uitsprak, dat Nederland bereid was zijn vrijwillig aangegane VolkenbondS- verplichtingen volledig na te komen, sprak hij uit naam van ons geheele volk, zonder onderscheid van politieke richting. Met één enkele uitzondering! De nationale beweging bij uitstek heeft plotseling het nationale masker afgeworpen en van daarachter verschijnt de barbaren- tronie van de internationale solidariteit met de roofridders van het Italiaansche fascisme. Mussert verklaarde op den landdag van de N.S.B., dat Italië niet anders kan dan Abessinië veroveren, omdat het moet be schikken over grondstoffen en dat wij ook de negers en arabieren niet mogen helpen aan de vernedering van een blank volk. Boven dien verklaarde Mussert, in den Volkenbond een gevaar voor den vrede in Europa te zien. Gelijk bij vorige gelegenheden ontziet aldus spr. deze zuiveraar onzer nationale zeden zich niet om onzen grooten Troelstra aan te roepen tot getuige. Zeker, Troelstra heeft op 13 Januari 1920 geschreven dat de Volkenbond bedoeld is als organisatie der overwinnaars. Maar Troelstra heeft in dat zelfde artikel geschre ven: „De Volkenbond is het eenig mogelijke begin van internationale organisatie, dat uit de bestaande machtsverhoudingen kan voortkomen" en speciaal over de beteekenis van den Volkenbond voor ons eigen land schreef hij: „E>e Volkenbond zal, hoe meer hij' zich ontwikkelt in onzen geest, op den duur Nederlands eenige uitkomst zijn ter handhaving van zijn nationale bestaan en ter bescherming van zijn gebied in Europa en Azië". De socialistische arbeidersbeweging ging spr. verder heeft in het verleden haar plicht gedaan. Wij hebben geprotes teerd tegen de gevaren van het verdrag van Versailles. Ook thans is onze beweging pa raat. Wij zijn bereid om voor de uitvoering der sancties den krachtigsten steun te ver- ieenen en offers te brengen op het altaar van den vrede. Deze bijeenkomst is een antwoord op de betooging der nationaal-socjalisten van j.1.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9