Verlost van hevig SPIT IN DEN RUG KLOOSTERBALS! 1 QVERSTE SAXON Financieel Overzicht. DANK ZIJ KL00STER3ALSEK „Ziezoo, dat Is achter den rug, «an mijn SPIT ban ik ifjn afi AKKER'S OmaiNCtl TIK INZAtl Geen goud zoo goed" Merkwaardig was, in het midden dor periode 1880'90, de positie van het be' er.de Kamerlid, den oud-Minister mr. Wintgens. Hij was „wild" en zat precies op de wip. Ising vertelt uit één dier jaren: „Hi., kon het gewichtigste be- öf doen aannemen öf doen schip- T lijden. De Kamer wr.9 in twee helften ■verdeeld: de linkerzij 6tond te genover de rechterzij met 42 tegen 42 stemmen. Bij het 5e hoofdstuk kwam als naar gewoonte het onderwijs aan de beurt. Verwoed werd er gestreden over het geven of niet-geven van subsidie aan middelbare scholen voor meisjes. Een wijziging van den voorgestelden be- grootingspost werd met 43 tegen 42 stem men aangenomen, want Wintgens was tegen de meisjes-burgerscholen gekant." Maar even later werd een aanval op de openbare rijkskweekscholen met 43 te gen 42 stemmen afgeslagen, dank zij ■Wintgens. Kort daarop nam hij ontslag Ilij, „die over het lot van Nederland be slissen kon", zag te zeer tegen de verant woordelijkheid van zijn merkwaardige posKie op, en ging daarom liever heen. D. Hans. De financieele sancties bevestigen een bestaanden toestand. Gevol gen van de economische sancties nog onzeker. Onze handelsbe trekkingen met Italië. Verminde ring der voorraden grondstoffen en producten. Gestadige ver ruiming der Amsterdamsche geld markt. Betere beoordeeling der economische vooruitzichten van Ned. Indië. Gunstige financieele resultaten van Indische ondernemin gen te verwachten. Het voortduren der vijandelijkheden tus- schen Italië en Abessinië en de geleidelijke toepassing der sancties tegen eerstgenoemd land door den Volkenbond hebben niet kun nen beletten, dat de gunstige stemming op de fondsenmarkt in de afgeloopen week nog ver deren voortgang heeft gemaakt. Tezamen met het vooruitzicht, dat de politieke crisis in het buitenland niet tot verdere ernstige complicaties aanleiding zal geven, is de aan houdende prijsstijging op de grondstoffen- markten dé voornaamste oorzaak van deze vaste stemming. Voorloooig maakt men zich nog niet zeer bezorgd over de mogelijke uit werking der economische sancties op de ont wikkeling der goederenprijzen. Men houdt er rekening mede, dat deze sancties zich aller eerst zullen uitstrekken tot oorlogsmateriaal en grondstoffen daarvoor en dat, tot het tijd stip, waarop ook andere artikelen in de sancties zullen worden betrokken, nog heel wat „gespuid'' zal kunnen zijn. Van de financieele sancties verwacht men voor het zakenleven al evenmin ernstige ge volgen. Feitelijk vormen aeze immers slechts een bevestiging van den toestand, die zich heeft ontwikkeld tengevolge van de ongunsti ge financieele verhoudingen in Italië. Van credieten aan den Staat en andere publieke lichamen was reeds lang geen sprake meer De verslechtering van de positie van de Lire, tot uiting komend in de opheffing van de dekkingsvoorschriften der biljettencircula'ie, het opteren van de in het land aanwezige reserves aan buitenlandsche fondsen en an dere waarden, die door de regeeirng zijn op- geëischt en de zekerheid, dat de staatsbegroo- ting een gapend tekort moet aanwijzen, dit alles maakte het buitenland reeds lang hui verig, om zijn crediet ter beschikking van Italië te stellen De toenemende oorlogsdrei ging heeft deze terughouding nog versterk*. Hoe gegrond het wantrouwen in Itaiië's financieele en monetaire ontwikkeling is, blijkt wel duidelijk uit het snelle tempo, waarin de positie van de Italiaansche Bank achteruitgaat. Van 20 Juli, den datum, waar op de bepaling inzake de verplichte goud dekking van 40 is ingetrokken, tot 30 September ƒ.1. is de goudvoorraad der circu latiebank met ca. 1.3 milliard Lire gedaald, terwijl daartegenover de direct opeischbare verplichtingen van de Bank met bijna 2.2 milliard zijn gestegen. Het dekkingspercen tage is dientengevolge van 40 66 tot 27.84 d. i. dus met omstreeks een derde, teruggegaan. Mocht de oorlog geruimen tijd duren, dan zal ter betaling van den onont beerlijken invoer het goud van de Italiaan sche Bank wel grootendeels opgesoupeerd worden. Wat er na afloop van den krijg, hoe deze ock mege uitvallen, van de goudwanrde van de Lire zal zijn overgebleven, kan men slechts bevroeden. Wat de goederenleveringen aan Italië be treft, zoo moet in het oog worden gehouden, dat dit land ock zonder het Volkenbondsbe- sluit reeds ?i"ds eenigen tijd slechts tegen contante betaling goederen uit het buitenland kon betrekken. Terwijl in Augustus de cre dieten, die de Engelsche banken in den vorm van wissels aan Italiaansche banken hadden verstrekt, nog op 5 millioen Pond Sterling konden worden geraamd, waren er in het begin van September reeds in het geheel geen Italiaansche wissels meer in Londen in om loop. Ook in andere landen verlangen de banken voor de financiering van goederen transacties met Italië speciale waarborgen, om zich te beveiligen tegen het gevaar van in gebreke blijven van Italiaansche zijde Zoo had het financieele verkeer met Italië zich uit zakelijke overwegingen aangepast aan reeds bestaande verhoudingen, waarin de sancties nauwelijks eenige verscherping te weeg zullen kunnen brengen. Met de eventueele gevolgen van de econo mische sancties is het wel eenigszins anders gesteld. Wanneer deze inderdaad tot het ein de zouden worden doorgezet, culmineerend in een afbreken der handelsbetrekkingen met Italië, dan zou de uitwerking hiervan zich voor alle betrokken landen terdege doen ge voelen. Wat ons land betreft, is het handels verkeer met Italië weliswaar niet van over wegend belang; op zich zelf is het echter toch niet zonder beteekenis. In 1934 expor teerde Nederland voor een waarde van 15 millioen aan goederen naar Italië, bij een totalen uitvoer uit ons land van rond 700 millioen. Onder de tegenwoordige ver houdingen, nu meer dan ooit moet worden gestreefd naar een uitbreiding van den afzet, zou het uitvallen van een afnemer van ca. 1 1/4 millioen per maand een leelijke mis rekening zijn. Erger dan voor ons land zou het verlies van Italië als afnemer zich doen gevoelen voor Ned. Indië, dat geregeld vrij groote hoeveelheden rubber, thee, koffie, copra, plmolie enz. (in 1934 voor een totale waar de van f 7.38 millioen) aan Italië levert. Men mag aannemen, dat de leveranties aan Italië, zoowel uit ons land als uit onzen Oost, in verband met de oorlogstoebereid selen in de laatste maanden aanmerkelijk grooter zijn geweest dan in de overeenkom stige periode van het vorige jaar. Des te ster ker zal de terugslag zijn, voor het geval het toch tot scherpe economische sancties mocht komen. Zooals gezegd, trekt de goederenmarkt zich van deze mogelijkheid vooralsnog wei nig aan; zij heeft voornamelijk slechts oog voor de verbetering in de statistische positie van de meeste artikelen tengevolge van de vermindering der voorraden. Blijkens een door de Bar van Engeland gepubliceerd overzicht, waarin de ontwikkeling van de voorraden der belangrijkste grondstoffen sinds 1929 wordt weergegeven, is de wereld- tinvoorraad sinds begin 1933 gedaald van 64.900 tot 20.000 ton, waarmede zij 8000 ton lager is dan begin 1929. De kopervoor- raden zijn van begin 1933 tot Januari j.1. verminderd van 551.000 tot 372.000, de zinkvoorraden van 125.000 tot 110 500 ton De totale katoenvoorraden, die in het begin van 1933 ca. 10.5 millioen balen bedroegen en in het begin van 1935 met een hoeveel heid van 7.8 millioen balen ongeveer even groot waren als in het begin van 1929. zijn sindsdien verder teruggegaan tot 4 2 millioen balen. De tarwe-voorraden daalden van 393 millioen bushels begin 1933 tot 340 millioen in Augustus j.1. De thee-voorraden zijn sedert 1933 gedaald van 314 tot 239 millioen bushels, de koffie-voerraden van 31 tot 26 8 millioen zakken De wereldvoorraad aan suiker is thans op het laagste punt sinds November 1929 gekomen. In totaal bedragen deze voorraden 4.75 millioen ton tegen 0.31 millioen ton een jaar geleden en 6 84 mil lioen ton in 1933. Aan welke oorzaken de vermindering dei voorraden ock moge worden toegeschreven (oorlogsvraag en kunstmatige productiebe perking naast een gezond saneeringsproces) het feit op zich zelf kan, van het standpunt der producenten uit, slechts met bevrediging worden begroet. Van meer algemeen ge zichtspunt bezien bergt de prijsstijging op velerlei gebied, die de kosten van levenson derhoud verhoogt, de productiekosten voor de verder verwerkende industrie verzwaart en hierdoor de aanpassing bemoeilijkt, zeke re gevaren in zich Deze zullen echter wel licht te niet worden gedaan door de voor deden, voortspruitend uit de verbetering van de positie en de hiermede verband houdende toeneming van de koopkracht van de produ centen van grondstoffen en van landbouw producten. Na de langdurige periode, waarin de prcductie zelfs op aanmerkelijk verklein de schaal slechts met verlies in stand gehou den kon worden, is vermoedelijk thans weer een tijdperk in het verschiet, dat met winst kan worden gewerkt. Wanneer tenminste de ontwikkeling der politieke verhoudingen geen spaak in het wiel gaat steken. De gunstige stemming, die de Amsterdam sche beurs in de afgeloopen week aan den dag heeft gelegd, heeft eenerzijds verband gehouden met de verdere prijsverbetering op de goederenmarkten, waarvan in de eerste plaats de ndische ondernemingen met hun sterk omlaaggeschroefde productiekosten moeten profiteeren, aan den anderen kant met de verdere verruiming van de geldmarkt. Deze is ten deele aan invloeden van buiten af toe te schrijven. Nu de politieke situatie in bet buitenland geen direct gevaar oplevert voor een uitbreiding van het Italiaansch- Abessinische conflict, toonen de groote geld gevers, in de eerste plaats de bankinstel lingen zich wat minder terughoudend dan in den tijd, toen zij vooral op hun eigen liquiditeit bedacht moesten zijn, om aan alle eventualiteiten het hoofd te kunnen bieden. Maar daarnaast doet zich ook duidelijk de uitwerking gevoelen van meer optimistische opvattingen betreffende de economische ont wikkeling in Ned.-Indië, Waarmede de eco nomische belangen van het moederland zoo nauw zijn samengeweven als gevolg van de verbetering der prijssituatie van tal van In dische producten. Hoe verder deze voort schrijdt, des te grooter zal het vertrouwen worden, dat ons land boven de economische moeilij-kheden uit zal komen zonder te grij pen naar het zoo twijfelachtige „reddings middel" eener devaluatie. Hoewel het tot dusverre nog niet gekomen is tot afwikkeling op groote schaal van posties in buitenland sche fondsen, die tijdens de jongste valuta crisis waren aangegaan, is het inzetten van een dergelijke beweging vermoedelijk nog slechts een kwestie van tijd. Dat de positie onzer geldmarkt intrinsiek belangrijk verbeterd is, blijkt wel uit het besluit van de Nederlandsche Bank, om haar rentetarieven met een vol percent te verla gen, zcodat het disconto thans weer 5 pCt bedraagt, terwijl de beleeningstarieven op 5M pCt. zijn aangeland. Normaal zijn deze rentetarieven nog lang niet en vooral in het belang van het bedrijfsleven, dat onder de moeilijke concurrentie-verhoudingen tegen over het buitenland een vermindering der productie-kosten zoo zeer van noode heeft, is een verdere verlaging alleszins gewenscht. Deze zal niet kunnen uitblijven, wanneer de geldkoersen op de open markt zich in de thans ingeslagen richting blijven ontwikke len. De gestadige verruiming der geldmarkt heeft een gunstigen invloed op de stemming voor beleggingswaarden uitgeoefend. Er viel nieuwe vraag naar Nederlandsche staats fondsen waar te nemen, waarvan vooral de 2?4 pCt. N.W.S belangrijk in koers is geste gen. Ook de Indische soorten, gemeente- en provinciale leeningen en pandbrieven kon den eenig koersherstel boeken. De koersverbetering op de belegging»- r.-arkt zou wellicht nog verdere vorderingen hebben gemaakt, ware het niet, dat de aan delenmarkt de belangstelling weer grooten deels in beslag had genomen. Vooral cu'- tuurwaarden werden opnieuw levendig ver handeld, tot aanmerkelijk hoogere koersen. De meeste koerswinst boekten aandeelen Handelsver. „Amsterdam", welke maatschap pij dank zij haar belangen bij tal van kolo niale producten in sterke mate van de inge treden prijsverbetering profiteert. De voor uitzichten voor haar voornaamste product, suiker, zijn in de laatste weken heel wat gun stiger geworden. Naar verluidt, zou de op brengst van den suikeroogst van Britsch Indië dit jaar zijn tegengevallen, wat de N.I V A.S. (de verkoopcentrale voor Java-suiker) in staat zou stellen, aan dit vroeger zoo be langrijke afzetgebied voor Java-suiker groo- tere hoeveelheden te leveren dan in het vori ge jaar. De vraag naar suiker in andere lan den in het Verre Oosten is eveneens toege nomen. De N.I.V.A.S. heeft na belangrijke afdoeningen haar limites twee keer na elkaar met telkens 10 cent verhoogd. In een paar weken tijds is de prijs, voor levering naar de Westkust van Britsch-Indië, hierdoor geste gen van 3 65 tot 4 30 per 100 K.G„ naar de andere afzetgebieden dienovereenl omstig Een verdere prijsverhooging, die de Java- suikerfabrieken in staat zou stellen, voor het eerst sinds langen tijd weer met winst te werken, wordt tegemoetgezien. De verkoopprijzen van andere producten, waarbij de H.V.A. betrokken is, zijn reeds thans weer op een winstgevende basis geko men. Behalve aan thee en aan rubber den ken wij hierbij ook aan het voor de H.V.A. vrij belangrijke product palmolie. Tegenover een gcmiadelden prijs van 60 per ton in 134 bedraagt de tegenwoordige noteering circa 110 per ton, wat een ruime winst marge moet laten. Andere Indische onderne mingen, die bij deze tak van cultuur betrok ken zijn, (Koloniale Bank, Amsterdam-Rub ber e.a.) zuilen eveneens in hun financiee'e resultaten over het loopende jaar den in vloed der prijsverbetering aantoonen. Hoe wel na het krachtige koersherstel winstne mingen een deel der stijging te loor hebben doen gaan, is de stemming voor cultuur waarden toch tot het eind toe gunstig ge bleven. Voor tabaksaandeelen heeft nog een bij zondere stimulans bestaan, in den vorm van de aankondiging van een interim-dividend van 3 pCt over het loopende jaar door de Deli Mij. Dit bericht was te verrassender, omdat de prijs, waartegen de Deli Mij. haar t2bak dit jaar van de hand heeft gedaan, ge middeld slechts een matige winst was ge maakt, die de uitkeering van een totaal di vidend van 5 pCt. toeliet. De verlaging der productiekosten moet dus wel aanmerkelijke vorderingen hebben gemaakt. De beurs ver wacht thans een slotdividend van circa 5 pCt.. makende in totaal een uitkeering van 8 pCt. Ook voor de Senembah houdt men re kening met een behoorlijk dividend. In de industrieele afdeeling was de han del kalmer dan voor cultuurwaarden, maar ook hier was de stemming opgewek* en be wogen de noteeringen zich meerendeels in opwaartsche richting. Hier deed zich ook de invloed gevoelen van de verdere koersstij ging op de New-Yorksche beurs, die in den jongsten tijd weer in sterke mate beheerscht wordtd oor inflationistische tendenzen. Een uitzondering op de algemeen vaste stemming vormden aandeelen Koninklijke, die in koers afbrokkelen Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: 4 pCt. Nederland 94 5/8, 96M=; 3 pCt. Nederland 81 5/8, 83 3'8; 2'A pCt. N.W.S. 703'8. 73 3/4; 4 pCt. Ned.-Indië 93 1/8, 94 3/4; 4 pCt. Amsterdam 89 1 /4, 88 3/4, 90 4 pCt. 's-G raven hage 93 1/4, 95 5'8; 3K pCt. Noord-Holland 88. 88 7/8; 4 pCt. Utr. Hyp. Bk. 84, 88 3/4; Handelsver. „Amsterdam" 180',i, 200. 197?/,; Javasche Cultuur 100, 115, 114; Pagotton Cultuur 90Mi, 102; Suiker Cultuur 19H, 25, 231*; Koloniale Bank 38, 44; Amsterdam-Rubber 103 3/4, 105 5/8; Oost lava Rubber 105, 113M; Deli Batavia Mij. 134, 142, 140K; Deli Mij. 151 3/4, 163, 158 3/4 ex div. Senembah 154 164, 163V2; Philips 239M, 246, 245 1/4; Unilever 96 7/8. 98 7 '8. 97 Kon. Petroleum 1903/8, 187M, 188 7/8. QemeeMezaden GRAFT. De raad dezer gemeente vergaderde 17 October 1935. Burgemeester, de Edelachtbare Heer C. A. van Staveren. Mededeelingen. A.s. is de tolverpachting. De heer J. Kieft, de tolhouder, had geen animo dezen tol we der ondershand voor de pachtsom in te hu ren. De heer S. Heinis meende dat het ge wenscht ware dezen tol bij openbare in schrijving te doen verpachten met recht van voorkeur voor den tegenwoordigen pachter. De voorzitter zeide na eenige discussie te vreden te zijn over de wijze waarop de tol houder in de afgeloopen periode den tol heeft bediend. Doch onderhands verhuren behoeft de goedkeuring van Ged. Staten. De heer J. Koppen wees nog op de moei lijkheid om dezen tol te pachten in verband met de verbetering van den weg door den Oraftermeerpoider. Daarna werd besloten den tol in de dorpsstraat te Graft openbaar te verpach ten met het recht van optie-jaar. B. en W. zullen in de maand November a.s. over gaan tot openbare verpachting van deze tol. Landverhuring. De voorzitter deelde me de, dat in December a.s. de landerijen der gemeente uit de huur zullen zijn. Na eenige besprekingen terzake werd be- was de oertuchting, die tk ehakte toen 1* na het oebuik oan 2 poljeL Klooaterbalsem finaal van mijn spit af was. Niet etaan. niet zitten, niet liggen te kunnen en toch vooruit te moeten om de boterham te verdienen Door de vreeselijke spit, die in ;~itjn stuit begon en door mijn geheelsun trok, was Ik hulpeloos als een klein kind. Vanaf het oogenblik, dat ik den geneeskrachtlgen Kioosterbalsem aan wendde, begon mijn genezing. En nu heb ik In 0een d maanden meer een j. r..A Onovertroffen b(J brand-en sntywoni Ook ongeëvenaard ala wrUfmldde >n Rheumatlek, spit en pijnlijke «ple. «n SchroefdooB 85 et Pottan62 et en 1 04 sloten deze landerijen voor twee jaren jn het openbaar te verhuren Reductie van de geboden huursom zal echter nimmer wc den gegeven. Vertegenwoordigers der gemeente in het bestuur van den polder „De Nieuwendam bij Krommenie". Na eenige besprekingen werd besloten tot heemraden van „De Nieuwendam bij Krom menie" namens de gemeente Graft aan te wijzen de heer C. A. van Staveren, burge meester en Q. Bax, secretaris. In verband met een vraag van W. van Ammers Sr. in de laatstgehouden vergade ring omtrent het aanschaffen van een nieuw-lijkkleed voor de begrafenissen te Oostgraftdijk deelde de voorzitter mede, dat voor 1936 de daarvoor benoodigde gelden op de begrooting zijn geraamd. De voorzitter deelde tevens mede een rap port van den gemeente-opzichter omtrent woningen die de noodige herstellingen be hoeven of anders voor onbewoonbaarver klaring in aanmerking kunnen worden ge bracht. In de vergadering van B. en w. zullen deze gevallen echter eerst worden be sproken en aan de eigenaren van de percee- len zoo mogelijk gelegenheid worden gegeven hun woningen in bewoonbaren staat te brengen. Werd goedgevonden. De heer J. Blauw merkte op dat het aan brengen van de verbeteringen aan een ter mijn gesteld moeten worden. De burgemees ter antwoordde bevestigd. De heer S. Hein» informeerde of onbe- woonverklaarde woningen op last van het gemeentebestuur kunnen worden afgebroken indien deze gevaar op leverde. De voorzitter antwoordde den heer Hei nis dat zulks kan geschieden in verband met een besluit van B. en W. Zoonoodig zullen B. en W. daartoe ook overgaan. Ingekomen stukken. Na eenige besprekingen omtrent dit on derwerp werd aan P. de Haan te West- Graftdijk ontheffing voor de helft van den aanslag verleend, onder mededeeling, dnt hij zijn hond zooveel mogelijk van de open bare straat moet houden. De heer P. Brouwer merkte terzake op dat honden tendienste van den land- en tuinbouwbedrijven volgens zijn meening in de tweede klasse der verordening behooren te worden geplaatst de z.g. rattenvangers. Zij zijn zeer nuttig voor de inwoners der ge meente. Mededeeling van de gemeente Jisp dat 't gemeentebestuur dier gemeente ingaande 1 Januari a.s. de gemeenschappelijke-regeling opzegd inzake het bezoeken van de kinde ren uit die gemeente op de O. L. school te Oost-Graftdijk. De voorzitter betreurde dit voor de instandhouding van de school te O. G. D. De B. en W. zullen later terzake met ingrijpende voorstellen omtrent het on derwijs bij uwen raad moeten komen. De heer J. Koppen informeerde of de kinderen van den Kanaaldijk nu na 1 ia' nuari 1936 niet meer de school te Ook- Graftdijk kunnen bezoeken. Besloten werd met algemeene stemme/1 goed te vinden op dat de O. L. school te feuilleton 2225 G. p. BAKKER 27) „Ja, maar dat gaat zoo niet, vriend. U is onze gevangene en we hebben mannetjes noodig. Kunt u rijden?" „Ik ben bij den boer opgevoed", klonk het bescheiden antwoord. „Ik heb vroeger wel op een paard gezeten". „Des te beter. Niet dat het een bezwaar zou zijn. Dat leer je spoedig. Niet, mannen? We leeren het iemand heel vlug". „Afsmijt- en opklimsystecm", dacht Saxon. Hij kon een glimlach niet weerhouden. Hij kon dat spoedig leeren. „Dus wordt je keizerlijk kurassier. Een bof, dat je niet in handen gevallen bent van kerels, die moeten loopen, zoo'n heelcn dag loopen". „Ik ben Hollander". „Ja, maar je spreekt behoorlijk Du.tsch. Niét dat het er veel toe doet. Je schip is weg. Er ligt geen enkel vaar tuig aan de kade. Ga hier eens staan". De wachtmeester betastte als een kenner arm en beenspieren. „Je hebt zware dijspieren, alsof je een ruiter waart". Hij keek Saxon aan. „Komt zeker van het roeien". „En van het boomen vulde Saxon aan „En de armen. Kerel, je hebt spieren als kabeltouwen". „Hoe heet je?" „Willem". „En verder?" „Ze noemen mij: De Schipper". „Hm, geen ander van?" „Niet dat ik weet". Twee mannen verschenen in de deur. De een rapporteerde: „Deze kamer is de eenige, die bewoon baar is, de andere vertrekken zijn haveloos en liggen gedeeltelijk in puin. De kelders zijn leeg. De hofstede is geheel door een gracht omringd. Achter de gebouwen ligt een groote geneel verwilderde tuin Een houten bruggetje leidt naar een pad, dat door de velden loopt en op een zandweg uit komt, die naar het noorden loopt". Saxon kreeg een schok. Niet denken dacht hij. Later. De rapporteur vervolgde: „Dus niets van belang gevonden. Deze oude rommel is het meesleepen ook niet waard. Die is de eenige vangst", zei hij, op Saxon wijzende De wachtmeester sprak: „Neem voor we vertrekken eerst een stuk brood met spek. Je hebt zeker honger?" Saxon werkte het voedsel naar binnen. Hij voelde nu hoe leeg zijn maag was. De wachtmeester was werkelijk geen beroerde kerel. Terwijl hij bezig was te eten, dacht Saxon na. Het beste zou zijn goedwillig mee te gaan. De omstandigheden hadden hem in dezen toestand gebracht. Daar viel nu een maal niets aan te veranderen, maar men kan van de omstandigheden een verschil lend gebruik maken. Saxon besloot er een goed gebruik van te maken. „Nu opgemarcheerd", luidde het besluit van den wachtmeester. Tusschen twee ku rassiers in liep hij over de brug naar bui ten, waar de paarden onder bewaking ston den. „Geef den schipper een paard", beval de pelotonscommandant. „Er zijn drie over. Zoek er zelf maar een uit", zei hij tegen Saxon. Saxon bekeek de paarden nauwkturig. Zijn oog bleef rusten op een grooten, zwar ten hengst. „Deze lijkt me de beste", meende hij. ,/Hij kleurt bij den troep". „Je zoekt het slechtste niet uit", ant woordde de wachtmeester. „Het schijnt mij, dat je voor schipper nog al iets van paar den weet". „Ik zeide u toch, dat ik bij den boer op gevoed ben", antwoordde Saxon. „In elk geval, je bevalt me", prees de oude snorrebaard. „Opzitten", klonk zijn bevel. Evenals de anderen besteeg Saxon op dit commando zijn hengst. Het dier steigerde, was onwillig, maakte een zijsprong, trachtte zijn berijder af te werpen Maar het gelukte hem niet. „Niet slecht voor een boer", meende de korporaal Saxon gaf geen antwoord. Hij vond het heerlijk weer een goed paard onder zich te hebben Eerst had hij zijn geheele aandacht voor den hengst noodig, maar geleidelijk onderwierp deze zich aan de krachtige lei ding van zijn meester. Hij begreep, dat hij geen kromme sprongen meer behoefde te maken en draafde kalm ree in het gelid. Het was een prachtige zomerochtend. De zon stond boven de kim. Lijsters, merels, vinken en sijzen sloegen, kweelden, kwet terden en kwinkeleerden in de boschjes. Een fiere valk wiekte in breede vlucht in de lucht en trachtte een reiger te benaderen. In de verte klonk het helle gekraai van een haan. De frissche morgenwind ruischte door de bladeren, prikkelde de zenuwen van den ruiter en een vroolijke stemming vervaagde zijn vermoeidheid. Geleidelijk keerden zijn gedachten terug tot den avontuurlijken nacht. Hij begreep dat zijn tocht naar het gewelf een droom moest geweest zijn. Wie had hem gebonden en geplunderd? Waar was Verona gebleven nadat zij hem dien wijn, die zeker met een slaapmiddel vermengd was, had laten drin ken? Dat zij het gedaan had, omdat hij haar liefde niet beantwoord had, was duidelijk Dat bruggetje en dat pad door de velden had hij nooit in zijn leven gezien. Nooit was hij achter die hofstede geweest. En toch zag hij den geheelen weg nog duidelijk voor zich, den zandweg, die naar het noorden liep. Het einde was beter geweest dan hij had kunnen verwachten. Ze had hem gemakke lijk kunnen vermoorden of kunnen overle veren aan den vijand. De uitslag zou dan niet twijfelachtig zijn geweest. Hij moest zijn rol als rekruut spelen. Het zwart van zijn haren en snor was deugdelijk gebleken. Het middel niet moeilijk te krijgen. Hij liep de kans dat iemand hem herkende. Met die mogelijkheid moest rekening gehouden worden. Hij zou zich in acht moeten nemen. Zijn rechterbuurman wekte hem uit zijn over peinzingen. „Kameraad", zei hij. „Je zit te soezen. De morgen is mooi. De dag wordt vroohjk- Waarom te tobben? Neem het leven, zooals het is. Het leven van een kurassier is e®j vroolijk leven. Je zult waarlijk geen spi)1 hebben, dat je bij ons bent terecht gekomen- Je bent een geboren ruiter en dat is hoofdzaak in ons beroep". Saxon keek op. „Ja zei hij. „Ik ®eo vroeger veel gereden. Ik houd van paarden en ik ben een beetje avontuurlijk aang* legd. Het zwalken op zee heeft ook zijn zwaren. Bovendien ik ben vrij man zo' der familie. Ik heb genoeg van de zee zien, nu zal ik op het land misschien w iets anders gaan beleven". „Wees daar maar zeker van. De goWU goed. Wij, kurassiers van Montecucoli, w° den vrij geregeld betaald en fourageeien geen slecht vak. Wij nemen wat we gen kunnen: brood, spek, vleesch, wijn bier en we hebben menig lolligen av0"' nS meisjes en vrouwen. We nemen alles w aanstaat en als de boeren soms in ops* komen, dan maken we korte metten i* dat komt zelden voor. We zijn 8een- ce- aten, al zijn wij in vijandelijk land- e„ ven ons, wat we wenschen. We n]0(>ra. de we branden niet. Dat is nooit noodig» vrouwen zijn ons altijd goed g"'n<?.hnon'\ „Zoo wascht een ieder zich zelf sih dacht Saxon. (Wordt vervol^)'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10