Verlost van hevig
SPIT IN DEN RUG
KLOOSTERBALS! 1
QVERSTE SAXON
Financieel Overzicht.
DANK ZIJ KL00STER3ALSEK
„Ziezoo, dat Is achter den rug,
«an mijn SPIT ban ik ifjn afi
AKKER'S OmaiNCtl TIK INZAtl
Geen goud zoo goed"
Merkwaardig was, in het midden
dor periode 1880'90, de positie van het
be' er.de Kamerlid, den oud-Minister
mr. Wintgens. Hij was „wild" en zat
precies op de wip. Ising vertelt uit één
dier jaren: „Hi., kon het gewichtigste be-
öf doen aannemen öf doen schip-
T lijden. De Kamer wr.9 in twee
helften ■verdeeld: de linkerzij 6tond te
genover de rechterzij met 42 tegen 42
stemmen. Bij het 5e hoofdstuk kwam als
naar gewoonte het onderwijs aan de
beurt. Verwoed werd er gestreden over
het geven of niet-geven van subsidie
aan middelbare scholen voor meisjes.
Een wijziging van den voorgestelden be-
grootingspost werd met 43 tegen 42 stem
men aangenomen, want Wintgens was
tegen de meisjes-burgerscholen gekant."
Maar even later werd een aanval op de
openbare rijkskweekscholen met 43 te
gen 42 stemmen afgeslagen, dank zij
■Wintgens. Kort daarop nam hij ontslag
Ilij, „die over het lot van Nederland be
slissen kon", zag te zeer tegen de verant
woordelijkheid van zijn merkwaardige
posKie op, en ging daarom liever heen.
D. Hans.
De financieele sancties bevestigen
een bestaanden toestand. Gevol
gen van de economische sancties
nog onzeker. Onze handelsbe
trekkingen met Italië. Verminde
ring der voorraden grondstoffen
en producten. Gestadige ver
ruiming der Amsterdamsche geld
markt. Betere beoordeeling der
economische vooruitzichten van
Ned. Indië. Gunstige financieele
resultaten van Indische ondernemin
gen te verwachten.
Het voortduren der vijandelijkheden tus-
schen Italië en Abessinië en de geleidelijke
toepassing der sancties tegen eerstgenoemd
land door den Volkenbond hebben niet kun
nen beletten, dat de gunstige stemming op de
fondsenmarkt in de afgeloopen week nog ver
deren voortgang heeft gemaakt. Tezamen
met het vooruitzicht, dat de politieke crisis
in het buitenland niet tot verdere ernstige
complicaties aanleiding zal geven, is de aan
houdende prijsstijging op de grondstoffen-
markten dé voornaamste oorzaak van deze
vaste stemming. Voorloooig maakt men zich
nog niet zeer bezorgd over de mogelijke uit
werking der economische sancties op de ont
wikkeling der goederenprijzen. Men houdt er
rekening mede, dat deze sancties zich aller
eerst zullen uitstrekken tot oorlogsmateriaal
en grondstoffen daarvoor en dat, tot het tijd
stip, waarop ook andere artikelen in de
sancties zullen worden betrokken, nog heel
wat „gespuid'' zal kunnen zijn.
Van de financieele sancties verwacht men
voor het zakenleven al evenmin ernstige ge
volgen. Feitelijk vormen aeze immers slechts
een bevestiging van den toestand, die zich
heeft ontwikkeld tengevolge van de ongunsti
ge financieele verhoudingen in Italië. Van
credieten aan den Staat en andere publieke
lichamen was reeds lang geen sprake meer
De verslechtering van de positie van de Lire,
tot uiting komend in de opheffing van de
dekkingsvoorschriften der biljettencircula'ie,
het opteren van de in het land aanwezige
reserves aan buitenlandsche fondsen en an
dere waarden, die door de regeeirng zijn op-
geëischt en de zekerheid, dat de staatsbegroo-
ting een gapend tekort moet aanwijzen, dit
alles maakte het buitenland reeds lang hui
verig, om zijn crediet ter beschikking van
Italië te stellen De toenemende oorlogsdrei
ging heeft deze terughouding nog versterk*.
Hoe gegrond het wantrouwen in Itaiië's
financieele en monetaire ontwikkeling is,
blijkt wel duidelijk uit het snelle tempo,
waarin de positie van de Italiaansche Bank
achteruitgaat. Van 20 Juli, den datum, waar
op de bepaling inzake de verplichte goud
dekking van 40 is ingetrokken, tot 30
September ƒ.1. is de goudvoorraad der circu
latiebank met ca. 1.3 milliard Lire gedaald,
terwijl daartegenover de direct opeischbare
verplichtingen van de Bank met bijna 2.2
milliard zijn gestegen. Het dekkingspercen
tage is dientengevolge van 40 66 tot
27.84 d. i. dus met omstreeks een derde,
teruggegaan. Mocht de oorlog geruimen tijd
duren, dan zal ter betaling van den onont
beerlijken invoer het goud van de Italiaan
sche Bank wel grootendeels opgesoupeerd
worden. Wat er na afloop van den krijg, hoe
deze ock mege uitvallen, van de goudwanrde
van de Lire zal zijn overgebleven, kan men
slechts bevroeden.
Wat de goederenleveringen aan Italië be
treft, zoo moet in het oog worden gehouden,
dat dit land ock zonder het Volkenbondsbe-
sluit reeds ?i"ds eenigen tijd slechts tegen
contante betaling goederen uit het buitenland
kon betrekken. Terwijl in Augustus de cre
dieten, die de Engelsche banken in den vorm
van wissels aan Italiaansche banken hadden
verstrekt, nog op 5 millioen Pond Sterling
konden worden geraamd, waren er in het
begin van September reeds in het geheel geen
Italiaansche wissels meer in Londen in om
loop. Ook in andere landen verlangen de
banken voor de financiering van goederen
transacties met Italië speciale waarborgen,
om zich te beveiligen tegen het gevaar van
in gebreke blijven van Italiaansche zijde Zoo
had het financieele verkeer met Italië zich
uit zakelijke overwegingen aangepast aan
reeds bestaande verhoudingen, waarin de
sancties nauwelijks eenige verscherping te
weeg zullen kunnen brengen.
Met de eventueele gevolgen van de econo
mische sancties is het wel eenigszins anders
gesteld. Wanneer deze inderdaad tot het ein
de zouden worden doorgezet, culmineerend
in een afbreken der handelsbetrekkingen met
Italië, dan zou de uitwerking hiervan zich
voor alle betrokken landen terdege doen ge
voelen. Wat ons land betreft, is het handels
verkeer met Italië weliswaar niet van over
wegend belang; op zich zelf is het echter
toch niet zonder beteekenis. In 1934 expor
teerde Nederland voor een waarde van
15 millioen aan goederen naar Italië, bij
een totalen uitvoer uit ons land van rond
700 millioen. Onder de tegenwoordige ver
houdingen, nu meer dan ooit moet worden
gestreefd naar een uitbreiding van den afzet,
zou het uitvallen van een afnemer van ca.
1 1/4 millioen per maand een leelijke mis
rekening zijn.
Erger dan voor ons land zou het verlies
van Italië als afnemer zich doen gevoelen
voor Ned. Indië, dat geregeld vrij groote
hoeveelheden rubber, thee, koffie, copra,
plmolie enz. (in 1934 voor een totale waar
de van f 7.38 millioen) aan Italië levert.
Men mag aannemen, dat de leveranties aan
Italië, zoowel uit ons land als uit onzen
Oost, in verband met de oorlogstoebereid
selen in de laatste maanden aanmerkelijk
grooter zijn geweest dan in de overeenkom
stige periode van het vorige jaar. Des te ster
ker zal de terugslag zijn, voor het geval het
toch tot scherpe economische sancties mocht
komen.
Zooals gezegd, trekt de goederenmarkt
zich van deze mogelijkheid vooralsnog wei
nig aan; zij heeft voornamelijk slechts oog
voor de verbetering in de statistische positie
van de meeste artikelen tengevolge van de
vermindering der voorraden. Blijkens een
door de Bar van Engeland gepubliceerd
overzicht, waarin de ontwikkeling van de
voorraden der belangrijkste grondstoffen
sinds 1929 wordt weergegeven, is de wereld-
tinvoorraad sinds begin 1933 gedaald van
64.900 tot 20.000 ton, waarmede zij 8000
ton lager is dan begin 1929. De kopervoor-
raden zijn van begin 1933 tot Januari j.1.
verminderd van 551.000 tot 372.000, de
zinkvoorraden van 125.000 tot 110 500 ton
De totale katoenvoorraden, die in het begin
van 1933 ca. 10.5 millioen balen bedroegen
en in het begin van 1935 met een hoeveel
heid van 7.8 millioen balen ongeveer even
groot waren als in het begin van 1929. zijn
sindsdien verder teruggegaan tot 4 2 millioen
balen. De tarwe-voorraden daalden van 393
millioen bushels begin 1933 tot 340 millioen
in Augustus j.1. De thee-voorraden zijn
sedert 1933 gedaald van 314 tot 239 millioen
bushels, de koffie-voerraden van 31 tot 26 8
millioen zakken De wereldvoorraad aan
suiker is thans op het laagste punt sinds
November 1929 gekomen. In totaal bedragen
deze voorraden 4.75 millioen ton tegen 0.31
millioen ton een jaar geleden en 6 84 mil
lioen ton in 1933.
Aan welke oorzaken de vermindering dei
voorraden ock moge worden toegeschreven
(oorlogsvraag en kunstmatige productiebe
perking naast een gezond saneeringsproces)
het feit op zich zelf kan, van het standpunt
der producenten uit, slechts met bevrediging
worden begroet. Van meer algemeen ge
zichtspunt bezien bergt de prijsstijging op
velerlei gebied, die de kosten van levenson
derhoud verhoogt, de productiekosten voor
de verder verwerkende industrie verzwaart
en hierdoor de aanpassing bemoeilijkt, zeke
re gevaren in zich Deze zullen echter wel
licht te niet worden gedaan door de voor
deden, voortspruitend uit de verbetering van
de positie en de hiermede verband houdende
toeneming van de koopkracht van de produ
centen van grondstoffen en van landbouw
producten. Na de langdurige periode, waarin
de prcductie zelfs op aanmerkelijk verklein
de schaal slechts met verlies in stand gehou
den kon worden, is vermoedelijk thans weer
een tijdperk in het verschiet, dat met winst
kan worden gewerkt. Wanneer tenminste de
ontwikkeling der politieke verhoudingen
geen spaak in het wiel gaat steken.
De gunstige stemming, die de Amsterdam
sche beurs in de afgeloopen week aan den
dag heeft gelegd, heeft eenerzijds verband
gehouden met de verdere prijsverbetering op
de goederenmarkten, waarvan in de eerste
plaats de ndische ondernemingen met hun
sterk omlaaggeschroefde productiekosten
moeten profiteeren, aan den anderen kant
met de verdere verruiming van de geldmarkt.
Deze is ten deele aan invloeden van buiten
af toe te schrijven. Nu de politieke situatie in
bet buitenland geen direct gevaar oplevert
voor een uitbreiding van het Italiaansch-
Abessinische conflict, toonen de groote geld
gevers, in de eerste plaats de bankinstel
lingen zich wat minder terughoudend dan
in den tijd, toen zij vooral op hun eigen
liquiditeit bedacht moesten zijn, om aan alle
eventualiteiten het hoofd te kunnen bieden.
Maar daarnaast doet zich ook duidelijk de
uitwerking gevoelen van meer optimistische
opvattingen betreffende de economische ont
wikkeling in Ned.-Indië, Waarmede de eco
nomische belangen van het moederland zoo
nauw zijn samengeweven als gevolg van de
verbetering der prijssituatie van tal van In
dische producten. Hoe verder deze voort
schrijdt, des te grooter zal het vertrouwen
worden, dat ons land boven de economische
moeilij-kheden uit zal komen zonder te grij
pen naar het zoo twijfelachtige „reddings
middel" eener devaluatie. Hoewel het tot
dusverre nog niet gekomen is tot afwikkeling
op groote schaal van posties in buitenland
sche fondsen, die tijdens de jongste valuta
crisis waren aangegaan, is het inzetten van
een dergelijke beweging vermoedelijk nog
slechts een kwestie van tijd.
Dat de positie onzer geldmarkt intrinsiek
belangrijk verbeterd is, blijkt wel uit het
besluit van de Nederlandsche Bank, om haar
rentetarieven met een vol percent te verla
gen, zcodat het disconto thans weer 5 pCt
bedraagt, terwijl de beleeningstarieven op
5M pCt. zijn aangeland. Normaal zijn deze
rentetarieven nog lang niet en vooral in het
belang van het bedrijfsleven, dat onder de
moeilijke concurrentie-verhoudingen tegen
over het buitenland een vermindering der
productie-kosten zoo zeer van noode heeft,
is een verdere verlaging alleszins gewenscht.
Deze zal niet kunnen uitblijven, wanneer de
geldkoersen op de open markt zich in de
thans ingeslagen richting blijven ontwikke
len.
De gestadige verruiming der geldmarkt
heeft een gunstigen invloed op de stemming
voor beleggingswaarden uitgeoefend. Er viel
nieuwe vraag naar Nederlandsche staats
fondsen waar te nemen, waarvan vooral de
2?4 pCt. N.W.S belangrijk in koers is geste
gen. Ook de Indische soorten, gemeente- en
provinciale leeningen en pandbrieven kon
den eenig koersherstel boeken.
De koersverbetering op de belegging»-
r.-arkt zou wellicht nog verdere vorderingen
hebben gemaakt, ware het niet, dat de aan
delenmarkt de belangstelling weer grooten
deels in beslag had genomen. Vooral cu'-
tuurwaarden werden opnieuw levendig ver
handeld, tot aanmerkelijk hoogere koersen.
De meeste koerswinst boekten aandeelen
Handelsver. „Amsterdam", welke maatschap
pij dank zij haar belangen bij tal van kolo
niale producten in sterke mate van de inge
treden prijsverbetering profiteert. De voor
uitzichten voor haar voornaamste product,
suiker, zijn in de laatste weken heel wat gun
stiger geworden. Naar verluidt, zou de op
brengst van den suikeroogst van Britsch
Indië dit jaar zijn tegengevallen, wat de N.I
V A.S. (de verkoopcentrale voor Java-suiker)
in staat zou stellen, aan dit vroeger zoo be
langrijke afzetgebied voor Java-suiker groo-
tere hoeveelheden te leveren dan in het vori
ge jaar. De vraag naar suiker in andere lan
den in het Verre Oosten is eveneens toege
nomen. De N.I.V.A.S. heeft na belangrijke
afdoeningen haar limites twee keer na elkaar
met telkens 10 cent verhoogd. In een paar
weken tijds is de prijs, voor levering naar de
Westkust van Britsch-Indië, hierdoor geste
gen van 3 65 tot 4 30 per 100 K.G„ naar
de andere afzetgebieden dienovereenl omstig
Een verdere prijsverhooging, die de Java-
suikerfabrieken in staat zou stellen, voor het
eerst sinds langen tijd weer met winst te
werken, wordt tegemoetgezien.
De verkoopprijzen van andere producten,
waarbij de H.V.A. betrokken is, zijn reeds
thans weer op een winstgevende basis geko
men. Behalve aan thee en aan rubber den
ken wij hierbij ook aan het voor de H.V.A.
vrij belangrijke product palmolie. Tegenover
een gcmiadelden prijs van 60 per ton in
134 bedraagt de tegenwoordige noteering
circa 110 per ton, wat een ruime winst
marge moet laten. Andere Indische onderne
mingen, die bij deze tak van cultuur betrok
ken zijn, (Koloniale Bank, Amsterdam-Rub
ber e.a.) zuilen eveneens in hun financiee'e
resultaten over het loopende jaar den in
vloed der prijsverbetering aantoonen. Hoe
wel na het krachtige koersherstel winstne
mingen een deel der stijging te loor hebben
doen gaan, is de stemming voor cultuur
waarden toch tot het eind toe gunstig ge
bleven.
Voor tabaksaandeelen heeft nog een bij
zondere stimulans bestaan, in den vorm van
de aankondiging van een interim-dividend
van 3 pCt over het loopende jaar door de
Deli Mij. Dit bericht was te verrassender,
omdat de prijs, waartegen de Deli Mij. haar
t2bak dit jaar van de hand heeft gedaan, ge
middeld slechts een matige winst was ge
maakt, die de uitkeering van een totaal di
vidend van 5 pCt. toeliet. De verlaging der
productiekosten moet dus wel aanmerkelijke
vorderingen hebben gemaakt. De beurs ver
wacht thans een slotdividend van circa 5
pCt.. makende in totaal een uitkeering van
8 pCt. Ook voor de Senembah houdt men re
kening met een behoorlijk dividend.
In de industrieele afdeeling was de han
del kalmer dan voor cultuurwaarden, maar
ook hier was de stemming opgewek* en be
wogen de noteeringen zich meerendeels in
opwaartsche richting. Hier deed zich ook de
invloed gevoelen van de verdere koersstij
ging op de New-Yorksche beurs, die in den
jongsten tijd weer in sterke mate beheerscht
wordtd oor inflationistische tendenzen. Een
uitzondering op de algemeen vaste stemming
vormden aandeelen Koninklijke, die in koers
afbrokkelen
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
4 pCt. Nederland 94 5/8, 96M=;
3 pCt. Nederland 81 5/8, 83 3'8;
2'A pCt. N.W.S. 703'8. 73 3/4;
4 pCt. Ned.-Indië 93 1/8, 94 3/4;
4 pCt. Amsterdam 89 1 /4, 88 3/4, 90
4 pCt. 's-G raven hage 93 1/4, 95 5'8;
3K pCt. Noord-Holland 88. 88 7/8;
4 pCt. Utr. Hyp. Bk. 84, 88 3/4;
Handelsver. „Amsterdam" 180',i, 200.
197?/,;
Javasche Cultuur 100, 115, 114;
Pagotton Cultuur 90Mi, 102;
Suiker Cultuur 19H, 25, 231*;
Koloniale Bank 38, 44;
Amsterdam-Rubber 103 3/4, 105 5/8;
Oost lava Rubber 105, 113M;
Deli Batavia Mij. 134, 142, 140K;
Deli Mij. 151 3/4, 163, 158 3/4 ex div.
Senembah 154 164, 163V2;
Philips 239M, 246, 245 1/4;
Unilever 96 7/8. 98 7 '8. 97
Kon. Petroleum 1903/8, 187M, 188 7/8.
QemeeMezaden
GRAFT.
De raad dezer gemeente vergaderde
17 October 1935.
Burgemeester, de Edelachtbare Heer C.
A. van Staveren.
Mededeelingen.
A.s. is de tolverpachting. De heer J. Kieft,
de tolhouder, had geen animo dezen tol we
der ondershand voor de pachtsom in te hu
ren.
De heer S. Heinis meende dat het ge
wenscht ware dezen tol bij openbare in
schrijving te doen verpachten met recht van
voorkeur voor den tegenwoordigen pachter.
De voorzitter zeide na eenige discussie te
vreden te zijn over de wijze waarop de tol
houder in de afgeloopen periode den tol
heeft bediend. Doch onderhands verhuren
behoeft de goedkeuring van Ged. Staten.
De heer J. Koppen wees nog op de moei
lijkheid om dezen tol te pachten in verband
met de verbetering van den weg door den
Oraftermeerpoider.
Daarna werd besloten den tol in de
dorpsstraat te Graft openbaar te verpach
ten met het recht van optie-jaar. B. en W.
zullen in de maand November a.s. over
gaan tot openbare verpachting van deze
tol.
Landverhuring. De voorzitter deelde me
de, dat in December a.s. de landerijen der
gemeente uit de huur zullen zijn.
Na eenige besprekingen terzake werd be-
was de oertuchting, die tk ehakte
toen 1* na het oebuik oan 2 poljeL
Klooaterbalsem finaal van mijn spit
af was. Niet etaan. niet zitten, niet
liggen te kunnen en toch vooruit te
moeten om de boterham te verdienen
Door de vreeselijke spit, die in ;~itjn
stuit begon en door mijn geheelsun
trok, was Ik hulpeloos als een klein
kind. Vanaf het oogenblik, dat ik den
geneeskrachtlgen Kioosterbalsem aan
wendde, begon mijn genezing. En nu
heb ik In 0een d maanden meer een
j. r..A
Onovertroffen b(J brand-en sntywoni
Ook ongeëvenaard ala wrUfmldde >n
Rheumatlek, spit en pijnlijke «ple. «n
SchroefdooB 85 et Pottan62 et en 1 04
sloten deze landerijen voor twee jaren jn
het openbaar te verhuren Reductie van de
geboden huursom zal echter nimmer wc den
gegeven.
Vertegenwoordigers der gemeente in het
bestuur van den polder „De Nieuwendam
bij Krommenie".
Na eenige besprekingen werd besloten tot
heemraden van „De Nieuwendam bij Krom
menie" namens de gemeente Graft aan te
wijzen de heer C. A. van Staveren, burge
meester en Q. Bax, secretaris.
In verband met een vraag van W. van
Ammers Sr. in de laatstgehouden vergade
ring omtrent het aanschaffen van een
nieuw-lijkkleed voor de begrafenissen te
Oostgraftdijk deelde de voorzitter mede, dat
voor 1936 de daarvoor benoodigde gelden
op de begrooting zijn geraamd.
De voorzitter deelde tevens mede een rap
port van den gemeente-opzichter omtrent
woningen die de noodige herstellingen be
hoeven of anders voor onbewoonbaarver
klaring in aanmerking kunnen worden ge
bracht. In de vergadering van B. en w.
zullen deze gevallen echter eerst worden be
sproken en aan de eigenaren van de percee-
len zoo mogelijk gelegenheid worden
gegeven hun woningen in bewoonbaren
staat te brengen.
Werd goedgevonden.
De heer J. Blauw merkte op dat het aan
brengen van de verbeteringen aan een ter
mijn gesteld moeten worden. De burgemees
ter antwoordde bevestigd.
De heer S. Hein» informeerde of onbe-
woonverklaarde woningen op last van het
gemeentebestuur kunnen worden afgebroken
indien deze gevaar op leverde.
De voorzitter antwoordde den heer Hei
nis dat zulks kan geschieden in verband
met een besluit van B. en W. Zoonoodig
zullen B. en W. daartoe ook overgaan.
Ingekomen stukken.
Na eenige besprekingen omtrent dit on
derwerp werd aan P. de Haan te West-
Graftdijk ontheffing voor de helft van den
aanslag verleend, onder mededeeling, dnt
hij zijn hond zooveel mogelijk van de open
bare straat moet houden.
De heer P. Brouwer merkte terzake op
dat honden tendienste van den land- en
tuinbouwbedrijven volgens zijn meening in
de tweede klasse der verordening behooren
te worden geplaatst de z.g. rattenvangers.
Zij zijn zeer nuttig voor de inwoners der ge
meente.
Mededeeling van de gemeente Jisp dat 't
gemeentebestuur dier gemeente ingaande 1
Januari a.s. de gemeenschappelijke-regeling
opzegd inzake het bezoeken van de kinde
ren uit die gemeente op de O. L. school te
Oost-Graftdijk. De voorzitter betreurde dit
voor de instandhouding van de school te
O. G. D. De B. en W. zullen later terzake
met ingrijpende voorstellen omtrent het on
derwijs bij uwen raad moeten komen.
De heer J. Koppen informeerde of de
kinderen van den Kanaaldijk nu na 1 ia'
nuari 1936 niet meer de school te Ook-
Graftdijk kunnen bezoeken.
Besloten werd met algemeene stemme/1
goed te vinden op dat de O. L. school te
feuilleton
2225 G. p. BAKKER
27)
„Ja, maar dat gaat zoo niet, vriend. U
is onze gevangene en we hebben mannetjes
noodig. Kunt u rijden?"
„Ik ben bij den boer opgevoed", klonk het
bescheiden antwoord. „Ik heb vroeger wel
op een paard gezeten".
„Des te beter. Niet dat het een bezwaar
zou zijn. Dat leer je spoedig. Niet, mannen?
We leeren het iemand heel vlug".
„Afsmijt- en opklimsystecm", dacht Saxon.
Hij kon een glimlach niet weerhouden. Hij
kon dat spoedig leeren.
„Dus wordt je keizerlijk kurassier. Een
bof, dat je niet in handen gevallen bent
van kerels, die moeten loopen, zoo'n heelcn
dag loopen".
„Ik ben Hollander".
„Ja, maar je spreekt behoorlijk Du.tsch.
Niét dat het er veel toe doet.
Je schip is weg. Er ligt geen enkel vaar
tuig aan de kade. Ga hier eens staan". De
wachtmeester betastte als een kenner arm
en beenspieren.
„Je hebt zware dijspieren, alsof je een
ruiter waart". Hij keek Saxon aan. „Komt
zeker van het roeien".
„En van het boomen vulde Saxon aan
„En de armen. Kerel, je hebt spieren als
kabeltouwen".
„Hoe heet je?"
„Willem".
„En verder?"
„Ze noemen mij: De Schipper".
„Hm, geen ander van?"
„Niet dat ik weet".
Twee mannen verschenen in de deur. De
een rapporteerde:
„Deze kamer is de eenige, die bewoon
baar is, de andere vertrekken zijn haveloos
en liggen gedeeltelijk in puin. De kelders
zijn leeg. De hofstede is geheel door een
gracht omringd. Achter de gebouwen ligt
een groote geneel verwilderde tuin Een
houten bruggetje leidt naar een pad, dat
door de velden loopt en op een zandweg uit
komt, die naar het noorden loopt".
Saxon kreeg een schok. Niet denken
dacht hij. Later.
De rapporteur vervolgde: „Dus niets van
belang gevonden. Deze oude rommel is het
meesleepen ook niet waard. Die is de eenige
vangst", zei hij, op Saxon wijzende
De wachtmeester sprak: „Neem voor we
vertrekken eerst een stuk brood met spek. Je
hebt zeker honger?"
Saxon werkte het voedsel naar binnen. Hij
voelde nu hoe leeg zijn maag was. De
wachtmeester was werkelijk geen beroerde
kerel.
Terwijl hij bezig was te eten, dacht Saxon
na. Het beste zou zijn goedwillig mee te
gaan. De omstandigheden hadden hem in
dezen toestand gebracht. Daar viel nu een
maal niets aan te veranderen, maar men
kan van de omstandigheden een verschil
lend gebruik maken. Saxon besloot er een
goed gebruik van te maken.
„Nu opgemarcheerd", luidde het besluit
van den wachtmeester. Tusschen twee ku
rassiers in liep hij over de brug naar bui
ten, waar de paarden onder bewaking ston
den.
„Geef den schipper een paard", beval de
pelotonscommandant. „Er zijn drie over.
Zoek er zelf maar een uit", zei hij tegen
Saxon.
Saxon bekeek de paarden nauwkturig.
Zijn oog bleef rusten op een grooten, zwar
ten hengst.
„Deze lijkt me de beste", meende hij. ,/Hij
kleurt bij den troep".
„Je zoekt het slechtste niet uit", ant
woordde de wachtmeester. „Het schijnt mij,
dat je voor schipper nog al iets van paar
den weet".
„Ik zeide u toch, dat ik bij den boer op
gevoed ben", antwoordde Saxon.
„In elk geval, je bevalt me", prees de
oude snorrebaard.
„Opzitten", klonk zijn bevel.
Evenals de anderen besteeg Saxon op dit
commando zijn hengst. Het dier steigerde,
was onwillig, maakte een zijsprong, trachtte
zijn berijder af te werpen Maar het gelukte
hem niet.
„Niet slecht voor een boer", meende de
korporaal
Saxon gaf geen antwoord. Hij vond het
heerlijk weer een goed paard onder zich te
hebben Eerst had hij zijn geheele aandacht
voor den hengst noodig, maar geleidelijk
onderwierp deze zich aan de krachtige lei
ding van zijn meester. Hij begreep, dat hij
geen kromme sprongen meer behoefde te
maken en draafde kalm ree in het gelid.
Het was een prachtige zomerochtend. De
zon stond boven de kim. Lijsters, merels,
vinken en sijzen sloegen, kweelden, kwet
terden en kwinkeleerden in de boschjes. Een
fiere valk wiekte in breede vlucht in de
lucht en trachtte een reiger te benaderen. In
de verte klonk het helle gekraai van een
haan. De frissche morgenwind ruischte door
de bladeren, prikkelde de zenuwen van den
ruiter en een vroolijke stemming vervaagde
zijn vermoeidheid.
Geleidelijk keerden zijn gedachten terug
tot den avontuurlijken nacht. Hij begreep
dat zijn tocht naar het gewelf een droom
moest geweest zijn. Wie had hem gebonden
en geplunderd? Waar was Verona gebleven
nadat zij hem dien wijn, die zeker met een
slaapmiddel vermengd was, had laten drin
ken?
Dat zij het gedaan had, omdat hij haar
liefde niet beantwoord had, was duidelijk
Dat bruggetje en dat pad door de velden
had hij nooit in zijn leven gezien. Nooit
was hij achter die hofstede geweest. En toch
zag hij den geheelen weg nog duidelijk voor
zich, den zandweg, die naar het noorden
liep.
Het einde was beter geweest dan hij had
kunnen verwachten. Ze had hem gemakke
lijk kunnen vermoorden of kunnen overle
veren aan den vijand. De uitslag zou dan
niet twijfelachtig zijn geweest. Hij moest
zijn rol als rekruut spelen. Het zwart van
zijn haren en snor was deugdelijk gebleken.
Het middel niet moeilijk te krijgen. Hij liep
de kans dat iemand hem herkende. Met
die mogelijkheid moest rekening gehouden
worden. Hij zou zich in acht moeten nemen.
Zijn rechterbuurman wekte hem uit zijn over
peinzingen.
„Kameraad", zei hij. „Je zit te soezen. De
morgen is mooi. De dag wordt vroohjk-
Waarom te tobben? Neem het leven, zooals
het is. Het leven van een kurassier is e®j
vroolijk leven. Je zult waarlijk geen spi)1
hebben, dat je bij ons bent terecht gekomen-
Je bent een geboren ruiter en dat is
hoofdzaak in ons beroep".
Saxon keek op. „Ja zei hij. „Ik ®eo
vroeger veel gereden. Ik houd van paarden
en ik ben een beetje avontuurlijk aang*
legd. Het zwalken op zee heeft ook zijn
zwaren. Bovendien ik ben vrij man zo'
der familie. Ik heb genoeg van de zee
zien, nu zal ik op het land misschien w
iets anders gaan beleven".
„Wees daar maar zeker van. De goWU
goed. Wij, kurassiers van Montecucoli, w°
den vrij geregeld betaald en fourageeien
geen slecht vak. Wij nemen wat we
gen kunnen: brood, spek, vleesch, wijn
bier en we hebben menig lolligen av0"' nS
meisjes en vrouwen. We nemen alles w
aanstaat en als de boeren soms in ops*
komen, dan maken we korte metten i*
dat komt zelden voor. We zijn 8een- ce-
aten, al zijn wij in vijandelijk land- e„
ven ons, wat we wenschen. We n]0(>ra. de
we branden niet. Dat is nooit noodig»
vrouwen zijn ons altijd goed g"'n<?.hnon'\
„Zoo wascht een ieder zich zelf sih
dacht Saxon.
(Wordt vervol^)'