Arthur Henderson, strijder voor den
vrede, overleden.
DE VLOTEN VAN EUROPA.
ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 21 OCTOBER 1933
Buitenland.
Onvermoeid vechter voor ontwapenine
en arbeidersbeweging.
een bijzonder mensch.
Zijn levensloop.
Tegenstander van het bolsjewisme.
Ontwapening.
ALOISI ALS REDDER
Eens hielp hij den Fransehen
president uit het nauw
DE VOLKENBONDPOLITIEK.
Verzoenende stappen.
WITTEBROODSWEKEN VAN
DON JUAN.
NICOLE MARESCOT GEVONDEN.
ZUSTER VAN LENIN GESTORVEN.
DUITSCHLAND EN DE
VOLKENBOND.
Heden eindigt lidmaatschap.
DIEFSTAL DOOR VERZAMELAAR
VAN OUDHEDEN.
ONGELUK IN STEENGROEVE.
Zestien jongens bedolven, waar
van 5 werden gedood.
DE ENGELSCHE VLOOT DOMINEERT
FRONTNIEUWS VAN
HEDEN.
Duurt het 3 jaar,
eer Addis Abeba bereikt is
Arthur Henderson is gestorven. Dit be
richt komt niet onverwacht. Reeds jarenlang
werd rijn gezondheid verzwakt door een
maagkwaal De aanval van geelzucht, waar
aan hij reeds weken leed, en de operatie
daarna, heeft hij niet meer kunnen weer
staan. En zoo is de voorzitter der ontwape
ningsconferentie heengegaan, op het oogen
blik waarop om het bestaan van den Vol
kenbond wordt gestreden en zijn land om
eigen eii Volkcnbondsprestige in stand te
houden, in het snelst mogelijke tempo moet
herwapenen. Hij, de strijder voor vrede en
ontwapening
Arthur Henderson f.
Met Arthur Henderson is een bijzonder
mensch heengegaan. Voor een ieder, die zijn
levensgeschiedenis kent. moet dit duidelijk
zijn. Hij behoorde tot die groep van krach
tige persoonlijkheden, die geboren in een
eenvoudige arbeidersomgeving, het op eigen
krachten heeft weten te brengen tot de
hoogste, de leidende posities in zijn land en
in de internationale samenleving. Een figuur,
die ondanks zijn mooie carrière een eenvoud
en bescheidenheid heeft weten te bewaren,
die in de huidige samenleving zeldzaam zijn.
Een idealist.
Gemakkelijk is zijn leven niet geweest, on
danks vele uiterlijke sucessen. Wat hij als
krachtig strijder voor de ideeen der Tweede
Internationale heeft weten te bereiken, is
hem als voorvechter van den vrede en inter
nationale ontwapening niet mogen gelukken.
Als voorzitter der ontwapenings-conferentie
beeft hij niet kunnen verhinderen, dat deze
conferentie tenslotte in het zand is geloopen.
Dit moet een der groote teleurstellingen van
zijn leven geweest zijn. Want Henderson
meende het met zijn ideeën; hij was een
idealist en heeft zijn ideeën ten uitvoer moe
ten brengen in tijdsomstandigheden, die
hieraan den grootsten tegenstand hebben ge
boden. Zijn idealisme is zwaar op de proef
gesteld.
Ondankbaar was zijn taak tijdens de twee
jaren ontwapenings-conferentie te Genève.
Wat voor den toeschouwer een ontmoedi
gend schouwspel was, moet hem, den leider
van een conferentie van 56 staten, waarvan
de meeste slechts hun kortzichtig eigenbe
lang dienden, dikwijls tot wanhoop hebben
gebracht. Henderson heeft zich daardoor
niet laten ontmoedigen. Onvermoeid heeft
hij twee jaar lang de algemeene commissie
der ontwapeningsconferentie geleid, de zit
tingen van commissies en sub-commissies
bijgewoond en ondanks zijn slechte gezond
heid, dikwijls tot laat in den nacht geconfe
reerd met de gedelegeerden van staten die
den voortgang der werkzaamheden belet
ten.
«Vrede door internationale ontwapening.
Internationale ontwapening door moreele
ontwapening". Herhaaldelijk heeft hij in
zijn veelvuldige redevoeringen als voorzitter
der conferentie zijn ideeën ontwikkeld, ook
buiten de vergaderingen van den Volken
bond, in jeugdbijeenkomsten. ,,I am a strong
believer in the League of Nations", was een
van zijn geliefde gezegde, „maar ontwape
ning kan niet tot stand komen zonder moree
le ontwapening", aldus Henderson, in een
tijdperk waarin het fascime met zijn natio
nale zelfoverschatting om zich heen begon
te grijpen
Henderson's moeilijkheden met MacDo-
nald vormen eveneens een minder aangena
me bladzijde uit Henderson's levensboek.
Nooit heeft Henderson zijn oud-kameraad
«n mede-strijder kunnen vergeven, dat deze
ln het crisisjaar 1931 de arbeiderspartij in
den steek heeft gelaten, ten einde het kabinet
van nationaal herstel samen te stellen, en
hierin ook na de oplossing der moeilijkhe
den de functi* van minister-president is blij
ven vervullen.
Met de hem eigen stijf koppigheid is Hen-
d^son, die anders moeilijk het kwade in de
®«nschen zag, tegen zijn vroegeren vriend
blijven wrokken. Dat MacDonald, als
°"tsch minister-president tijdens de ontwa
peningsconferentie, het Henderson als voor
zitter niet gemakkelijk heeft gemaakt met 't
richtinglooze buitenlandsche beleid van hem
®n sir John Simon, is trouwens duidelijk ge
feest. Een ieder, die het heeft meegemaakt,
zal zich dan ook Henderson's moedeloosheid
herinneren, toen in het voorjaar van 1933
MacDonald plotseling het besluit nam,
naar Genève te reizen, om de ontwapenings
conferentie uit een van zijn impasses te ha-
j n henderson en MacDonald zich ge
noodzaakt zagen voor het eerst weer de om
gangsvormen in acht te nemen. Tijdens een
tuner, gegeven door de te Genève welbeken-
,e" invloedrijke mrs. Bartlett, is toenter-
i]d de verzoening tusschen deze twee leiden
de figmen tot stand gekomen.
Henderson's laatste levensjaren waren
«nf VauVemakkelilk- Teleurstellingen en
geweest n^en' °°k ondaokI Z1ln zijn deel
Het Bureau der Ontwapeningsconferentie,
°or hem tegen begin September van dit
jaar bijeengeroepen, heeft hij wegens „on
gunstige tijdsomstandigheden" moeten af-
lassen.
V oortaan zal in Volkenbondskringen zijn
kleine, zich weinig op den voorgrond plaat
sende figuur met het innemende, beschaafde
gezicht ontbreken.
De Volkenbond heeft een van zijn beste
vrienden verloren.
Arthur Henderson werd 13 September
1863 te Glasgow geboren. Hij werd metaal
bewerker en trad als zoodanig toe tot een
vakvereeniging te Newcastle, waar hij al
spoedig een leidende positie bekleedde. Op
politiek gebied behoorde hij tot de Engel-
sche liberalen, totdat in 1900 de destijds nog
niet parlementaire Engelsche Arbeiders
partij (Labur Party gesticht werd, waarbij
hij zich toen aansloot. In 1903 werd Hen
derson Mayor (burgemeester van Darlinton.
Tijdens de verkiezing in hetzelfde jaar werd
hij voor het graafschap Dunham als een der
eerste elf daar gevestigde leden der Arbei
derspartij gekozen. Van 1903 tot 1910 was
hij voorzitter van zijn partij in het Lager
huis en daarna weer van 1914 tot 1917, toen
na het uitbreken van den oorlog Ramsay
MacDonald als tegenstander van den oor
log moest aftreden.
De groote populariteit, die hij niet alleen
als leider van de arbeiders, maar ook door
zijn werkzaamheid in de geheelonthouders
beweging en als leekeprediker van de Wes-
leyanische Methodisten bezat, werd voor de
Engelsche regeerin al spoedig een aan
leiding zich van zijn medewerking te ver
zekeren. In het begin van 1915 werd hij aan
gesteld bij den Geheimen Raad (Privy Coun-
cil). In Mei 1915 werd hij lid van het tot
coalitie-kabinet gevormde kabinet Asquith
als eerste lid van de Arbeiderspartij
eerst als minister van onderwijs, daarna als
minister van posterijen. Bij de vorming van
het kabinet-Lloyd George in December 1916
werd Henderson lid van het eigenlijke oor
logsministerie, samengesteld uit vijf minis
ters, dat toen het lot van Engeland in handen
kreeg. Daarna gaven de arbeiders uiting
aan hun ontevredenheid over Lloyd
George's politiek. Zij wilden afgevaardigden
zenden naar de Socialisten-conferentie te
Stockholm en een vergelijk met de Russische
revolutionnairen in den zin van een vrede
zonder veroveringen en schadeloosstellingen
tot stand brengen.
Henderson verloor zijn ouden zetel in het
Lagerhuis en ook bij de verkiezingen van
1922 en 1923, maar kwam iederen keer bij
tusschentijdsche verkiezingen weer m het
Lagerhuis. Na den oorlog ijverde hij sterk
voor de weder-oprichting van de vakver-
eenigings- en socialistische internationale.
In Januari 1924 werd hij minister van bin-
nenlandsche zaken in het kabinet-MacDonald
tot diens aftreden op 4 November 1924. Ge
durende dezen tijd beijverde hij zich tezamen
met Lord Parmoor hoofdzakelijk voor het
Protocol van Genève, betreffende de slech
ting van nationale geschillen door scheids
rechters.
Henderson was een fel tegenstander van
het bolsjewisme en hij verzette zich in 1926
vooral tegen het plan tot stichting van een
internationale, die de communisten in zich
opnam. In Januari 1827 stelde hij voor een
conferentie te houden van ondernemers en
werkgevers tot stichting van een soort van
permanent industrie-parlement. Henderson
was ook eere-voorzitter van de Amsterdam-
sche internationale.
De verkiezingen van 28 October 1931
brachten intusschen een groote nederlaag
voor de Arbeiderspartij. Henderson werd in
zijn kiesdistrict geslagen en verloor zijn
zetel in het Lagerhuis. Pas in September
1933 werd hij bij tusschentijdsche verkie
zingen wederom lid, in October 1932 was
hij afgetreden als voorzitter van de Ar
beiderspartij en werd Lansbury zijn opvol
ger. In Juni 1934 legde hij tevens zijn ambt
van secretaris van de Arbeiderspartij neer,
doch bleef nog penningmeester van de par
tij.
Sinds Henderson's aftreden als minister
van buitenlandsche zaken berustte zijn heele
beteekenis op het feit, dat hij voorzitter was
van de ontwapeningsconferentie. Onder per
soonlijke opofferingen heeft hij alles be
proefd om het doel van de conferentie te be
vorderen, met het gevolg echter, dat de zit
tingen zonder resultaat verliepen. In zijn
streven ieder recht te doen wedervaren,
oogstte hij de critiek en ontevredenheid van
allen, zoowel van de groote mogendheden,
als van de kleine deelnemers van de confe
rentie. Reeds op de September-conferentie
van 1932 bleven de Duitsche vertegenwoor
digers weg, wegens de afwijzende beslissing
betreffende de rechtsgelijkheid van de ont
wapende staten van 23 Juli 1932. Het ge
lukte Henderson echter hen weer aan de con
ferentietafel te doen terugkeeren, totdat
Duitschland zich op 14 October 1932 defi
nitief van de ontwapeningsconferentie terug
trok en vervolgens zijn uittreden uit den
Volkenbond aankondigde. Sindsdien begon
ook Engeland zich weer te wapenen. Toen
Henderson daartegen zijn stemverhief (o.a.
1 Juli 1934), was het de stem van een pre
diker in de woestijn.
„Den strijder voor den vrede" werd op 24
April 1933 de Waterle-vreaesprijs van de
Carnegie-stichting en op 11 December 1934
de Nobelprijs voor den vrede verleend,
Een correspondent van de Fransche „Petit
Parisien'' herinnert aan een voorval, dat in
de huidige politieke spanning bijzonder
actueel is.
Het was in het jaar 1911. De slachtoffers
van de ontploffing aan boord van den Fran-
schen kruiser „Lioerté" werden te Toulon be
graven. President Fallières liep te voet mee
in den rouwstoet. Achter hem liepen buiten
landsche militaire en marine-attaché's.
Plotseling ontstond door een onbekende
oorzaak een hevig geschreeuw en gedrang
onder de menigte van ongeveer honderddui
zend toeschouwers, welke door een paniek
werd bevangen. Het werd een dolzinnig drin
gen en stooten van menschen, die elkander
opzij duwden, stompten en onder den voet
liepen. Er vielen dooden en honderden ge
wonden.
Bijna werd de president der Fransche
Republiek in het gedrang meegesleurd. Half
gestikt werd de grijze president gered door
een jongen Italiaanschen marine-officier, die
hem beschermde en hem na veel moeite in
veiligheid wist te brengen. De jonge officier
geraakte echter zelf daarbij in het gedrang,
werd onder den voet geloopen en zwaar toe
getakeld. Hij moest naar het marine-hospi
taal worden vervoerd, waar hij bezoek ont
ving van den chef van het militaire kabinet
van den Franschen president, die hem met
de moedige redding gelukwenschte.
De naam van den Italiaan was baron
Aloisi, dezelfde, die thans te Geneve in het
middelpunt der wereldbelangstelling staat.
De verrassend snelle verzoenende stappen
tusschen Engeland, Frankrijk en Italië heb
ben volgens Engelsche kringen de pogingen
van den Volkenbond om den oorlog in
Ethiopië tot stilstand te brengen aanzienlijk
kracht bijgezet. In plaats van de collectieve
vredespogingen te verzwakken, zouden de
diplomatieke stappen den weg hebben ge
baand tot nauwere Britsch-Fransohe samen
werking te Genève. Men belooft te Londen,
dat Laval thans gemakkelijker zal zijn te be
wegen tot het aanvaarden van effectieve
sancties, nu hij geen reden meer heeft voor d
verdenking, dat Engeland den Volkenbond
gebruikt om zijn eigen geschilpunten met
Italië op te lossen in plaats van den vrede in
Oost-Afrika te beoogen.
Prins Juan de Bourbon, de pretendent
erfgenaam van den Spaanschen troon is
Zaterdag met zijn jonge bruid aan boord van
den oceaanstoomer de „Bremen" van Le
Havre naar New York vertrokken, waar hij
zijn broeder, graaf Covadonga, zal treffen
Zaterdag is nabij Chaumont (Fr.) door een
paddestoelenplukker het lijkje gevonden van
de sinds April verdwenen Nicole Marescot de
Thilleul. Het kleine meisje was door een
bandiet ontvoerd. De verdachte Gabiiel
Soclay is met het lijkje geconfronteerd, doch
bleef ontkennen de daad te hebben gepleegd
Na een langdurige ziekte is te Moskou
overleden de 71-jarige zuster van Lenin
Anna Iliynichna JelisarowaIljanowa.
Vandaag zal het twee jaar geleden zijn,
dat Duitschland zijn lidmaatschap van den
Volkenbond opzegde. De opzeggingstermijn
is twee jaar, zoodat dezen dag Duitschland
ophoudt lid te zijn van den Bond.
In politieke kringen wordt het afloopen
van dezen termijn als een belangrijk feit ge
zien, in verband met Duitschland's verplich
tingen krachtens het verdrag van Locarna,
waaraan voortaan weinig practisehe beteeke
nis meer kan worden gehecht.
Uit het Museum van Hallstadt in Ooper-
Oostenrijk, waar zich waardevolle vondsten
bevinden uit de zoogenaamde Hallstadt-
periode uit den praehistorischen tijd bevin
den, hebben onbekende inbrekers een zeer
waardevol Isis-beeld gestolen, dat afkomstig
is uit een Romeinsch graf. Het schijnt, dat de
diefstal uit verzamelhartstocht is gepleegd.
In een steengroeve bij Bouillac, op
40 K M. ten N.W. yan Toulouse ge
legen, is gistermiddag een ernstig
ongeluk gebeurd.
Zestien leerlingen van de landbouwschool
moesten voor straf Zondagmiddag in de
steengroeve, die achter de school ligt, werken.
Door een aardverschuiving werden de jon
gens bedolven. Vijf van hen kwamen om het
leven, twee werden gewond.
KRANKZINNIGE SCHIET MEDICUS
DOOD.
De leider van de psychiatrische en
neurologische .andskliniek bij Brünn,
prof. dr. Hubert Prohaska is door een
patiënt doodgeschoten.
De man was kortgeieden voor onder
zoek in de kliniek opgenoiren. Men heeft
den indruk, dat het hier om een daad
van wraak gaat. De krankzinnige had
der. medicus voor zijn huis aan de
Krautmarkt opgewacht en toen de pro
fessor verscheen, had hij regelrecht vier
schoten op hem gelost. Dr. Prohaska
overleed tijdens het transport naar het
ziekenhuis.
Wat zal er gebeuren, als het Afri-
kaansche conflict een Europeesch
wordt? Dit hangt voor een deel
af van de sterkte der vloten.
De Duce heeft plechtig verklaard, dat hij
alles zou doen om het Ethiopisch conflict
tot Afrika te beperken. Men twijfel er niet
aan, dat hem dat voorloopig zal gelukken.
In dit geval is voor een Europeesch conflict
namelijk de medewerking van de anderen
noodig: Mussoiini zal het wel niet in zijn
hoofd krijgen de oorlog met driekwart van
Europa uit te lokken. De mogendheden, die
de kant van Abessinië hebben gekozen, zul
len zich twee maal bedenken, eer ze op een
herhaling van 1914 aansturen, al ware het
alleen daarom, dat de regeerders de revolu
ties vreezen, die op die krijg zouden volgen
en waarbij zelfs de Russische omwenteling
van 1917 kinderspel zou zijn.
Zoo is het dus in het belang van alle
sterken en bewindvoerders voorzichtig te
werk gaan Maar men kan toch nooit weten.
Wat zou er gebeuren, als de massa's zich
mee lieten sleepen en de leiders het risico,
later als ratten te worden afgemaakt, trot
seerden
Leger en vloot zouden, als immer in der
gelijke gevallen, over de officiëele overwin
ning beslissen. Hierbij zou de vloot al
thans in het begin van het meeste belang
zijn. Het is namelijk de vraag, of Engeland
die soldaten van Erytria, Somaliland en Ly-
bië van hun maritieme „vluchtheuvels" en
steunpunten zou kunnen afsnijden.
Het is niet oninteressant, na te aan, wat
deskundigen daarvan zeggen. Wanneer men
de sterkte van een vloot wil bepalen, is het
niet voldoende, de verdragen van Washing
ton en van Londen door te kijken en daaruit
te concludeeren, hoe de Europeesche zee-
strijdkrachten zich verhouden. Want het
aantal en het type zijn wel voorgeschreven,
maar niet de bekwaamheid van de leiders en
de constructeurs noch de kwaliteit van het
materiaal! De getallenverhouding te bepa
len is daarom niet moeilijk, maar slechts
experts kunnen iets meedeelen over de feite
lijke militaire waarde.
Aanvangende met de onderzeeërs, zien we,
dat Italië op dat punt voor zeer sterk wordt
gehouden. Het bezit 48 vaartuigen van dat
type tegen 43 Engelsche, die overigens wat
zwaarder zijn. Wat de torpedobooten be
treft, is Groot-Brittannie in de meerderheid;
het heeft er 60, terwijl Italië over 52 be-
schikt.
Italië is voorts 7 kruisers rijk van 10.000
ton (klasse A, stukken van 203 mm.) Het zijn
3 Trieste en 4 Zara, en ze worden voor de
beste gehouden, die er bestaan. De Engel-
schen kunnen daar 11 bodems van 9.750
ton tegenover stellen, plus 2 van 8.250. Het
kan 100 stukken geschut van 203 mm. laten
donderen tegen 56 Italiaansche stukken van
die soort.
Wat de kruisers 2de klasse aangaat
(klasse B volgens het Verdrag van Londen),
kan Italië op de snelste en Engeland op de
zwaarste bogen. Het Italiaansche type
„Condottieri" maakt meer dan 42 knoopen.
Zoo kan men doorgaan, men komt dan
tot de slotsom, dat de Italiaansche lucht- en
zeemacht over het geheel de Britsche toch
niet de baas is. De 13 Engelsche slagsche
pen schijnen hierbij van overwegende be
teekenis te zijn. Alles bijeen genomen zijn
de Britsche oorlogsvaartuigen tezamen ruim
992.000 ton groot, terwijl Italië niet verder
is gekomen dan 294.000, wat minder dan een
derde van het Britsche totaal is.
In een eventueel conflict zullen ook de
Fransche en Duitsche vloot een rol spelen.
Frankrijk bezit de beste collectie onderzee
booten ter wereld: 67 moderne vaartuigen.
Het vertoont echter een tekort aan kleine
torpedojagers. De Duitsche vloot staat op
het oogenblik nog bij de andere achter,
maar men haast zich, daarin verandering te
brengen.
Het eindklassement luidt als volgt: de
Britsche vloot domineert. De Franschen heb
ben de beste onderzeeërs, de Italianen de
snelste schepen. Maar de vereenigde Fran
sche, Duitsche en Italiaansche vloten zou
den het waarschijnlijk toch nog af moeten
leggen tegen de Britsche, hoewel dit ge
ven de deskundigen toe, daarmee toch nog
iets aan de loop der gebeurtenissen over
latend het oorlogsgeluk niet uitgescha
keld mag worden.
Naar uit Nairobi wordt ge
meld, hebben de haven-autori
teiten der Britsche gebieden in
Oost-Afrika aan Italiaansche
schepen en voor Italië gechar
terde schepen verboden zich lan
ger dan 24 uur in de havens op
te houden. Deze beschikking is
genomen op giond van de neu
tral i te i t6 wet ten
In de „Daily Telegraph" schrijft
generaal majoor Temperley, dat
de Italianen indien zij hun op-
marsch in het tegenwoordige
tempo voortzetten, waarschijn
lijk minstens 3 jaar noodig zul
len zijn cm Adis Abeba te berei
ken, daar hun van elk jaar
slechts de 7 droge maanden ter
beschikking staan. Het schijnt,
aldus Temperley, dat de Itali
aansche generale staf maanden
geleden er Mussoiini voor ge
waarschuwd heeft dat het min
stens 3 jaar zou duren voor de
Abessinische hoofdstad bereikt
zou zijn en dat de vohedige on
derwerping van de rest van het
land opnieuw 3 tot 4 jaar in be
slag zou nemen.
Verklaring van de Bono.
De opperbevelhebber van het Italiaan
sche leger .generaal de Bono, heeft in
he: door de Italianen veroverde gebied
een verklaring laten verspreiden, vol
gens welke hij de regeering van het land
op zich neemt in naam van den koning.
De bevolking van Tigre en Agame 6taat
onder Italiaaansche bescherming. De
stamhoofden zijn verantwoordelijk voor
de handhaving van de orde. De hoofdlie
den en de geestelijken, die zich niet ter
beschikking van de regeering hebben
gesteld, wórden als vijander beschouwd.
Al e door de Italiaansche troepen aan
gelichte schade zal worden vergoed.
Van Italiaansche zijde wordt meege
deeld, dat Zondagmiddag 100 kerkelijke
gemeenten in het bezette gebied van
Tigre hun onderwerping hebben aange
boden. Men zegt, dat zich dagelijks Abes
sinische onderaanvoerders ter beschik
king van de Italiaansche autoriteiten
stellen.
MASSA-ARRESTATIE IN JAPAN.
't Meerendeel Chineesche in-
tellectueelen.
De Japansche politie heeft 60 aanzien
lijke Chineezen van christelijke religie
gearresteerd onder voorwendsel, dat zij
zich aan communistische actie hebben
schuldig gemaakt. Onder de gearresteer
den bevinden zich een leider van de
Honkong-Shanghaibank en verder art
sen, leeraren, verpleegsters, studenten
van Presbyteriaansche zending en van
verschillende employé's der Britsch-
Amerikaansche tabaksmaatschappij. De
politie heeft bij verscheidene Britsche
employe's dier maatschappij huiszoekin
gen doen verrichten.
DE MIJNSTAKINGEN IN ENGELAND.
Hoewel de staking onder den grond in
den Ninemile6 Point in West-Walen is
geëindigd, staken in Zuid-Wales nog
15000 mijnwerkers. In twee mijnen be
vinden zich nog ongeveer 500 arbeiders,
dei weigeren naar hoven te komen. Van
daag zal te Cardif een conferentie ge
houden worden van afgevaardigden van
het geheele district.
STERVEND MONACO.
Verdwenen goklust.
Het aantal van hen, dat zijn geluk aan
de roulette-tafel zoekt, is zóó verminderd,
dat de Bank in Monaco groote verliezen gaat
lijden. Het is de eerste keer, in de lange en
roemrijke geschiedenis van het Casino van
Monte Carlo, dat een dergelijke toestand is
ingetreden; en hoe erg het er voor staat
blijkt wel uit het feit, dat de Caasino-aan-
deelen, die destijds een waarde van 12000
franc hadden nu op 700 franc staan.
Een vooraanstaande millionnair ter plaat
se, die grondig bekend is met alle interne
aangelegenheden van het Casino, liet zich
tegenover den United Press-correspondent
over den precairen toestand van de bank als
volgt uit: „Roulette is een dermate fair spel,
dat een gelijke verdeeling van de inzetten
over de groene tafel vereischt is, wil de bank
verdienen. Is dat het geval, dan is de winst
van de bank 1 Vi pet. van het totale bedrag
dat in omloop is. Daar er op het oogenblik
niet genoeg spelers zijn, is dat echter aller
minst het geval. Onlangs verloor de bank
op één dag 5 millioen franc. In normale tij
den zou dat normaal zijn, nu echter is het
een verlies, daar men er niet meer op kan
rekenen, dat in de eerstkomende dagen het
verlies geneutraliseerd zal worden.
Om het Casino uit zijn benarden toestand
te helpen, heeft de directeur nu in alle haast
besloten, twee „Sweepstakes" te organisee-
ren om weer geld in de leege kassen te krij
gen. De ééne betreft de luchtwedstrijden
van de Fransche Aeroclub, de andere de
autoraces van Monaco, die ieder jaar op
Paasch-Maandag gehouden worden. Maar
ook deze tijdelijke bronnen van inkomsten
zullen nauwelijks voldoende zijn om den toe
stand van het Casino voorgoed te verbete
ren. Daar zijn spelers voor noodig, en die
zijm er niet.
ALKMAAR.
INGEKOMEN PERSONEN.
S. Kok, R.K., étaleur, Forestusstraat 9,
van Amsterdam. M. P. F. Spuijbroek,
N.H., spoorwegbeambte, Visscherslaan 9,
van Zaandam. C. W. J. van Geffen, R.K.,
dienstbode, Waterschapstraat 26, van 's Her
togenbosch. H. B. M. van Delft, RX,
z.b., Stationsweg 94 huis, echtg. Th.
van Hove, zonder beroep, van Amsierdam.
C. Petiet, R.K., grondwerker, en gezin,
Oudegracht bij de Keetkolk (woonark), van
Zaandam. A. H. Tuinier, H.A., dagmeis
je Boezemsingel 39, van Amsterdam. E.
Clason, geen, opz. b/d. Zuiderzeewerken,
Emmastraat 49, van Wieringen. C. P.
Theenaart, R.K., huishoudster, Magdalenen-
straat 16, van 's Gravenhage. Y. J. Roo-
de, geen, timmerman, en gezin, Druivenlaan
36a, van Velsen. A. E. Lely, D.G., ass.e
Openb. Leeszaal, Lyceumstraaf 51, van
's Gravenhage. H. A. Overman, R.K.,
dienstbode, van Everdingenstraat 18, van
Harenkarspel. Wed. K. Over, N.H.,
Scharloo 24a, van Nieuwe Niedorp. M.
Heil. R.K., strijkster, Voordam 4a, van Am-
sterdam. M. Bommert, R.K., dienstbode,
van Everdingenstraat 13, v. Bergen (N.H.)
A. Huizing, N.H., z.b., en echtg., Oude
gracht 22a, van Hoorn. M. H. de
Graaf, echfg. van T. Morsch, R.K.,
Krelagestraat 1, van ITeiloo. i