Arthur Henderson, strijder voor den vrede, overleden. DE VLOTEN VAN EUROPA. ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 21 OCTOBER 1933 Buitenland. Onvermoeid vechter voor ontwapenine en arbeidersbeweging. een bijzonder mensch. Zijn levensloop. Tegenstander van het bolsjewisme. Ontwapening. ALOISI ALS REDDER Eens hielp hij den Fransehen president uit het nauw DE VOLKENBONDPOLITIEK. Verzoenende stappen. WITTEBROODSWEKEN VAN DON JUAN. NICOLE MARESCOT GEVONDEN. ZUSTER VAN LENIN GESTORVEN. DUITSCHLAND EN DE VOLKENBOND. Heden eindigt lidmaatschap. DIEFSTAL DOOR VERZAMELAAR VAN OUDHEDEN. ONGELUK IN STEENGROEVE. Zestien jongens bedolven, waar van 5 werden gedood. DE ENGELSCHE VLOOT DOMINEERT FRONTNIEUWS VAN HEDEN. Duurt het 3 jaar, eer Addis Abeba bereikt is Arthur Henderson is gestorven. Dit be richt komt niet onverwacht. Reeds jarenlang werd rijn gezondheid verzwakt door een maagkwaal De aanval van geelzucht, waar aan hij reeds weken leed, en de operatie daarna, heeft hij niet meer kunnen weer staan. En zoo is de voorzitter der ontwape ningsconferentie heengegaan, op het oogen blik waarop om het bestaan van den Vol kenbond wordt gestreden en zijn land om eigen eii Volkcnbondsprestige in stand te houden, in het snelst mogelijke tempo moet herwapenen. Hij, de strijder voor vrede en ontwapening Arthur Henderson f. Met Arthur Henderson is een bijzonder mensch heengegaan. Voor een ieder, die zijn levensgeschiedenis kent. moet dit duidelijk zijn. Hij behoorde tot die groep van krach tige persoonlijkheden, die geboren in een eenvoudige arbeidersomgeving, het op eigen krachten heeft weten te brengen tot de hoogste, de leidende posities in zijn land en in de internationale samenleving. Een figuur, die ondanks zijn mooie carrière een eenvoud en bescheidenheid heeft weten te bewaren, die in de huidige samenleving zeldzaam zijn. Een idealist. Gemakkelijk is zijn leven niet geweest, on danks vele uiterlijke sucessen. Wat hij als krachtig strijder voor de ideeen der Tweede Internationale heeft weten te bereiken, is hem als voorvechter van den vrede en inter nationale ontwapening niet mogen gelukken. Als voorzitter der ontwapenings-conferentie beeft hij niet kunnen verhinderen, dat deze conferentie tenslotte in het zand is geloopen. Dit moet een der groote teleurstellingen van zijn leven geweest zijn. Want Henderson meende het met zijn ideeën; hij was een idealist en heeft zijn ideeën ten uitvoer moe ten brengen in tijdsomstandigheden, die hieraan den grootsten tegenstand hebben ge boden. Zijn idealisme is zwaar op de proef gesteld. Ondankbaar was zijn taak tijdens de twee jaren ontwapenings-conferentie te Genève. Wat voor den toeschouwer een ontmoedi gend schouwspel was, moet hem, den leider van een conferentie van 56 staten, waarvan de meeste slechts hun kortzichtig eigenbe lang dienden, dikwijls tot wanhoop hebben gebracht. Henderson heeft zich daardoor niet laten ontmoedigen. Onvermoeid heeft hij twee jaar lang de algemeene commissie der ontwapeningsconferentie geleid, de zit tingen van commissies en sub-commissies bijgewoond en ondanks zijn slechte gezond heid, dikwijls tot laat in den nacht geconfe reerd met de gedelegeerden van staten die den voortgang der werkzaamheden belet ten. «Vrede door internationale ontwapening. Internationale ontwapening door moreele ontwapening". Herhaaldelijk heeft hij in zijn veelvuldige redevoeringen als voorzitter der conferentie zijn ideeën ontwikkeld, ook buiten de vergaderingen van den Volken bond, in jeugdbijeenkomsten. ,,I am a strong believer in the League of Nations", was een van zijn geliefde gezegde, „maar ontwape ning kan niet tot stand komen zonder moree le ontwapening", aldus Henderson, in een tijdperk waarin het fascime met zijn natio nale zelfoverschatting om zich heen begon te grijpen Henderson's moeilijkheden met MacDo- nald vormen eveneens een minder aangena me bladzijde uit Henderson's levensboek. Nooit heeft Henderson zijn oud-kameraad «n mede-strijder kunnen vergeven, dat deze ln het crisisjaar 1931 de arbeiderspartij in den steek heeft gelaten, ten einde het kabinet van nationaal herstel samen te stellen, en hierin ook na de oplossing der moeilijkhe den de functi* van minister-president is blij ven vervullen. Met de hem eigen stijf koppigheid is Hen- d^son, die anders moeilijk het kwade in de ®«nschen zag, tegen zijn vroegeren vriend blijven wrokken. Dat MacDonald, als °"tsch minister-president tijdens de ontwa peningsconferentie, het Henderson als voor zitter niet gemakkelijk heeft gemaakt met 't richtinglooze buitenlandsche beleid van hem ®n sir John Simon, is trouwens duidelijk ge feest. Een ieder, die het heeft meegemaakt, zal zich dan ook Henderson's moedeloosheid herinneren, toen in het voorjaar van 1933 MacDonald plotseling het besluit nam, naar Genève te reizen, om de ontwapenings conferentie uit een van zijn impasses te ha- j n henderson en MacDonald zich ge noodzaakt zagen voor het eerst weer de om gangsvormen in acht te nemen. Tijdens een tuner, gegeven door de te Genève welbeken- ,e" invloedrijke mrs. Bartlett, is toenter- i]d de verzoening tusschen deze twee leiden de figmen tot stand gekomen. Henderson's laatste levensjaren waren «nf VauVemakkelilk- Teleurstellingen en geweest n^en' °°k ondaokI Z1ln zijn deel Het Bureau der Ontwapeningsconferentie, °or hem tegen begin September van dit jaar bijeengeroepen, heeft hij wegens „on gunstige tijdsomstandigheden" moeten af- lassen. V oortaan zal in Volkenbondskringen zijn kleine, zich weinig op den voorgrond plaat sende figuur met het innemende, beschaafde gezicht ontbreken. De Volkenbond heeft een van zijn beste vrienden verloren. Arthur Henderson werd 13 September 1863 te Glasgow geboren. Hij werd metaal bewerker en trad als zoodanig toe tot een vakvereeniging te Newcastle, waar hij al spoedig een leidende positie bekleedde. Op politiek gebied behoorde hij tot de Engel- sche liberalen, totdat in 1900 de destijds nog niet parlementaire Engelsche Arbeiders partij (Labur Party gesticht werd, waarbij hij zich toen aansloot. In 1903 werd Hen derson Mayor (burgemeester van Darlinton. Tijdens de verkiezing in hetzelfde jaar werd hij voor het graafschap Dunham als een der eerste elf daar gevestigde leden der Arbei derspartij gekozen. Van 1903 tot 1910 was hij voorzitter van zijn partij in het Lager huis en daarna weer van 1914 tot 1917, toen na het uitbreken van den oorlog Ramsay MacDonald als tegenstander van den oor log moest aftreden. De groote populariteit, die hij niet alleen als leider van de arbeiders, maar ook door zijn werkzaamheid in de geheelonthouders beweging en als leekeprediker van de Wes- leyanische Methodisten bezat, werd voor de Engelsche regeerin al spoedig een aan leiding zich van zijn medewerking te ver zekeren. In het begin van 1915 werd hij aan gesteld bij den Geheimen Raad (Privy Coun- cil). In Mei 1915 werd hij lid van het tot coalitie-kabinet gevormde kabinet Asquith als eerste lid van de Arbeiderspartij eerst als minister van onderwijs, daarna als minister van posterijen. Bij de vorming van het kabinet-Lloyd George in December 1916 werd Henderson lid van het eigenlijke oor logsministerie, samengesteld uit vijf minis ters, dat toen het lot van Engeland in handen kreeg. Daarna gaven de arbeiders uiting aan hun ontevredenheid over Lloyd George's politiek. Zij wilden afgevaardigden zenden naar de Socialisten-conferentie te Stockholm en een vergelijk met de Russische revolutionnairen in den zin van een vrede zonder veroveringen en schadeloosstellingen tot stand brengen. Henderson verloor zijn ouden zetel in het Lagerhuis en ook bij de verkiezingen van 1922 en 1923, maar kwam iederen keer bij tusschentijdsche verkiezingen weer m het Lagerhuis. Na den oorlog ijverde hij sterk voor de weder-oprichting van de vakver- eenigings- en socialistische internationale. In Januari 1924 werd hij minister van bin- nenlandsche zaken in het kabinet-MacDonald tot diens aftreden op 4 November 1924. Ge durende dezen tijd beijverde hij zich tezamen met Lord Parmoor hoofdzakelijk voor het Protocol van Genève, betreffende de slech ting van nationale geschillen door scheids rechters. Henderson was een fel tegenstander van het bolsjewisme en hij verzette zich in 1926 vooral tegen het plan tot stichting van een internationale, die de communisten in zich opnam. In Januari 1827 stelde hij voor een conferentie te houden van ondernemers en werkgevers tot stichting van een soort van permanent industrie-parlement. Henderson was ook eere-voorzitter van de Amsterdam- sche internationale. De verkiezingen van 28 October 1931 brachten intusschen een groote nederlaag voor de Arbeiderspartij. Henderson werd in zijn kiesdistrict geslagen en verloor zijn zetel in het Lagerhuis. Pas in September 1933 werd hij bij tusschentijdsche verkie zingen wederom lid, in October 1932 was hij afgetreden als voorzitter van de Ar beiderspartij en werd Lansbury zijn opvol ger. In Juni 1934 legde hij tevens zijn ambt van secretaris van de Arbeiderspartij neer, doch bleef nog penningmeester van de par tij. Sinds Henderson's aftreden als minister van buitenlandsche zaken berustte zijn heele beteekenis op het feit, dat hij voorzitter was van de ontwapeningsconferentie. Onder per soonlijke opofferingen heeft hij alles be proefd om het doel van de conferentie te be vorderen, met het gevolg echter, dat de zit tingen zonder resultaat verliepen. In zijn streven ieder recht te doen wedervaren, oogstte hij de critiek en ontevredenheid van allen, zoowel van de groote mogendheden, als van de kleine deelnemers van de confe rentie. Reeds op de September-conferentie van 1932 bleven de Duitsche vertegenwoor digers weg, wegens de afwijzende beslissing betreffende de rechtsgelijkheid van de ont wapende staten van 23 Juli 1932. Het ge lukte Henderson echter hen weer aan de con ferentietafel te doen terugkeeren, totdat Duitschland zich op 14 October 1932 defi nitief van de ontwapeningsconferentie terug trok en vervolgens zijn uittreden uit den Volkenbond aankondigde. Sindsdien begon ook Engeland zich weer te wapenen. Toen Henderson daartegen zijn stemverhief (o.a. 1 Juli 1934), was het de stem van een pre diker in de woestijn. „Den strijder voor den vrede" werd op 24 April 1933 de Waterle-vreaesprijs van de Carnegie-stichting en op 11 December 1934 de Nobelprijs voor den vrede verleend, Een correspondent van de Fransche „Petit Parisien'' herinnert aan een voorval, dat in de huidige politieke spanning bijzonder actueel is. Het was in het jaar 1911. De slachtoffers van de ontploffing aan boord van den Fran- schen kruiser „Lioerté" werden te Toulon be graven. President Fallières liep te voet mee in den rouwstoet. Achter hem liepen buiten landsche militaire en marine-attaché's. Plotseling ontstond door een onbekende oorzaak een hevig geschreeuw en gedrang onder de menigte van ongeveer honderddui zend toeschouwers, welke door een paniek werd bevangen. Het werd een dolzinnig drin gen en stooten van menschen, die elkander opzij duwden, stompten en onder den voet liepen. Er vielen dooden en honderden ge wonden. Bijna werd de president der Fransche Republiek in het gedrang meegesleurd. Half gestikt werd de grijze president gered door een jongen Italiaanschen marine-officier, die hem beschermde en hem na veel moeite in veiligheid wist te brengen. De jonge officier geraakte echter zelf daarbij in het gedrang, werd onder den voet geloopen en zwaar toe getakeld. Hij moest naar het marine-hospi taal worden vervoerd, waar hij bezoek ont ving van den chef van het militaire kabinet van den Franschen president, die hem met de moedige redding gelukwenschte. De naam van den Italiaan was baron Aloisi, dezelfde, die thans te Geneve in het middelpunt der wereldbelangstelling staat. De verrassend snelle verzoenende stappen tusschen Engeland, Frankrijk en Italië heb ben volgens Engelsche kringen de pogingen van den Volkenbond om den oorlog in Ethiopië tot stilstand te brengen aanzienlijk kracht bijgezet. In plaats van de collectieve vredespogingen te verzwakken, zouden de diplomatieke stappen den weg hebben ge baand tot nauwere Britsch-Fransohe samen werking te Genève. Men belooft te Londen, dat Laval thans gemakkelijker zal zijn te be wegen tot het aanvaarden van effectieve sancties, nu hij geen reden meer heeft voor d verdenking, dat Engeland den Volkenbond gebruikt om zijn eigen geschilpunten met Italië op te lossen in plaats van den vrede in Oost-Afrika te beoogen. Prins Juan de Bourbon, de pretendent erfgenaam van den Spaanschen troon is Zaterdag met zijn jonge bruid aan boord van den oceaanstoomer de „Bremen" van Le Havre naar New York vertrokken, waar hij zijn broeder, graaf Covadonga, zal treffen Zaterdag is nabij Chaumont (Fr.) door een paddestoelenplukker het lijkje gevonden van de sinds April verdwenen Nicole Marescot de Thilleul. Het kleine meisje was door een bandiet ontvoerd. De verdachte Gabiiel Soclay is met het lijkje geconfronteerd, doch bleef ontkennen de daad te hebben gepleegd Na een langdurige ziekte is te Moskou overleden de 71-jarige zuster van Lenin Anna Iliynichna JelisarowaIljanowa. Vandaag zal het twee jaar geleden zijn, dat Duitschland zijn lidmaatschap van den Volkenbond opzegde. De opzeggingstermijn is twee jaar, zoodat dezen dag Duitschland ophoudt lid te zijn van den Bond. In politieke kringen wordt het afloopen van dezen termijn als een belangrijk feit ge zien, in verband met Duitschland's verplich tingen krachtens het verdrag van Locarna, waaraan voortaan weinig practisehe beteeke nis meer kan worden gehecht. Uit het Museum van Hallstadt in Ooper- Oostenrijk, waar zich waardevolle vondsten bevinden uit de zoogenaamde Hallstadt- periode uit den praehistorischen tijd bevin den, hebben onbekende inbrekers een zeer waardevol Isis-beeld gestolen, dat afkomstig is uit een Romeinsch graf. Het schijnt, dat de diefstal uit verzamelhartstocht is gepleegd. In een steengroeve bij Bouillac, op 40 K M. ten N.W. yan Toulouse ge legen, is gistermiddag een ernstig ongeluk gebeurd. Zestien leerlingen van de landbouwschool moesten voor straf Zondagmiddag in de steengroeve, die achter de school ligt, werken. Door een aardverschuiving werden de jon gens bedolven. Vijf van hen kwamen om het leven, twee werden gewond. KRANKZINNIGE SCHIET MEDICUS DOOD. De leider van de psychiatrische en neurologische .andskliniek bij Brünn, prof. dr. Hubert Prohaska is door een patiënt doodgeschoten. De man was kortgeieden voor onder zoek in de kliniek opgenoiren. Men heeft den indruk, dat het hier om een daad van wraak gaat. De krankzinnige had der. medicus voor zijn huis aan de Krautmarkt opgewacht en toen de pro fessor verscheen, had hij regelrecht vier schoten op hem gelost. Dr. Prohaska overleed tijdens het transport naar het ziekenhuis. Wat zal er gebeuren, als het Afri- kaansche conflict een Europeesch wordt? Dit hangt voor een deel af van de sterkte der vloten. De Duce heeft plechtig verklaard, dat hij alles zou doen om het Ethiopisch conflict tot Afrika te beperken. Men twijfel er niet aan, dat hem dat voorloopig zal gelukken. In dit geval is voor een Europeesch conflict namelijk de medewerking van de anderen noodig: Mussoiini zal het wel niet in zijn hoofd krijgen de oorlog met driekwart van Europa uit te lokken. De mogendheden, die de kant van Abessinië hebben gekozen, zul len zich twee maal bedenken, eer ze op een herhaling van 1914 aansturen, al ware het alleen daarom, dat de regeerders de revolu ties vreezen, die op die krijg zouden volgen en waarbij zelfs de Russische omwenteling van 1917 kinderspel zou zijn. Zoo is het dus in het belang van alle sterken en bewindvoerders voorzichtig te werk gaan Maar men kan toch nooit weten. Wat zou er gebeuren, als de massa's zich mee lieten sleepen en de leiders het risico, later als ratten te worden afgemaakt, trot seerden Leger en vloot zouden, als immer in der gelijke gevallen, over de officiëele overwin ning beslissen. Hierbij zou de vloot al thans in het begin van het meeste belang zijn. Het is namelijk de vraag, of Engeland die soldaten van Erytria, Somaliland en Ly- bië van hun maritieme „vluchtheuvels" en steunpunten zou kunnen afsnijden. Het is niet oninteressant, na te aan, wat deskundigen daarvan zeggen. Wanneer men de sterkte van een vloot wil bepalen, is het niet voldoende, de verdragen van Washing ton en van Londen door te kijken en daaruit te concludeeren, hoe de Europeesche zee- strijdkrachten zich verhouden. Want het aantal en het type zijn wel voorgeschreven, maar niet de bekwaamheid van de leiders en de constructeurs noch de kwaliteit van het materiaal! De getallenverhouding te bepa len is daarom niet moeilijk, maar slechts experts kunnen iets meedeelen over de feite lijke militaire waarde. Aanvangende met de onderzeeërs, zien we, dat Italië op dat punt voor zeer sterk wordt gehouden. Het bezit 48 vaartuigen van dat type tegen 43 Engelsche, die overigens wat zwaarder zijn. Wat de torpedobooten be treft, is Groot-Brittannie in de meerderheid; het heeft er 60, terwijl Italië over 52 be- schikt. Italië is voorts 7 kruisers rijk van 10.000 ton (klasse A, stukken van 203 mm.) Het zijn 3 Trieste en 4 Zara, en ze worden voor de beste gehouden, die er bestaan. De Engel- schen kunnen daar 11 bodems van 9.750 ton tegenover stellen, plus 2 van 8.250. Het kan 100 stukken geschut van 203 mm. laten donderen tegen 56 Italiaansche stukken van die soort. Wat de kruisers 2de klasse aangaat (klasse B volgens het Verdrag van Londen), kan Italië op de snelste en Engeland op de zwaarste bogen. Het Italiaansche type „Condottieri" maakt meer dan 42 knoopen. Zoo kan men doorgaan, men komt dan tot de slotsom, dat de Italiaansche lucht- en zeemacht over het geheel de Britsche toch niet de baas is. De 13 Engelsche slagsche pen schijnen hierbij van overwegende be teekenis te zijn. Alles bijeen genomen zijn de Britsche oorlogsvaartuigen tezamen ruim 992.000 ton groot, terwijl Italië niet verder is gekomen dan 294.000, wat minder dan een derde van het Britsche totaal is. In een eventueel conflict zullen ook de Fransche en Duitsche vloot een rol spelen. Frankrijk bezit de beste collectie onderzee booten ter wereld: 67 moderne vaartuigen. Het vertoont echter een tekort aan kleine torpedojagers. De Duitsche vloot staat op het oogenblik nog bij de andere achter, maar men haast zich, daarin verandering te brengen. Het eindklassement luidt als volgt: de Britsche vloot domineert. De Franschen heb ben de beste onderzeeërs, de Italianen de snelste schepen. Maar de vereenigde Fran sche, Duitsche en Italiaansche vloten zou den het waarschijnlijk toch nog af moeten leggen tegen de Britsche, hoewel dit ge ven de deskundigen toe, daarmee toch nog iets aan de loop der gebeurtenissen over latend het oorlogsgeluk niet uitgescha keld mag worden. Naar uit Nairobi wordt ge meld, hebben de haven-autori teiten der Britsche gebieden in Oost-Afrika aan Italiaansche schepen en voor Italië gechar terde schepen verboden zich lan ger dan 24 uur in de havens op te houden. Deze beschikking is genomen op giond van de neu tral i te i t6 wet ten In de „Daily Telegraph" schrijft generaal majoor Temperley, dat de Italianen indien zij hun op- marsch in het tegenwoordige tempo voortzetten, waarschijn lijk minstens 3 jaar noodig zul len zijn cm Adis Abeba te berei ken, daar hun van elk jaar slechts de 7 droge maanden ter beschikking staan. Het schijnt, aldus Temperley, dat de Itali aansche generale staf maanden geleden er Mussoiini voor ge waarschuwd heeft dat het min stens 3 jaar zou duren voor de Abessinische hoofdstad bereikt zou zijn en dat de vohedige on derwerping van de rest van het land opnieuw 3 tot 4 jaar in be slag zou nemen. Verklaring van de Bono. De opperbevelhebber van het Italiaan sche leger .generaal de Bono, heeft in he: door de Italianen veroverde gebied een verklaring laten verspreiden, vol gens welke hij de regeering van het land op zich neemt in naam van den koning. De bevolking van Tigre en Agame 6taat onder Italiaaansche bescherming. De stamhoofden zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de orde. De hoofdlie den en de geestelijken, die zich niet ter beschikking van de regeering hebben gesteld, wórden als vijander beschouwd. Al e door de Italiaansche troepen aan gelichte schade zal worden vergoed. Van Italiaansche zijde wordt meege deeld, dat Zondagmiddag 100 kerkelijke gemeenten in het bezette gebied van Tigre hun onderwerping hebben aange boden. Men zegt, dat zich dagelijks Abes sinische onderaanvoerders ter beschik king van de Italiaansche autoriteiten stellen. MASSA-ARRESTATIE IN JAPAN. 't Meerendeel Chineesche in- tellectueelen. De Japansche politie heeft 60 aanzien lijke Chineezen van christelijke religie gearresteerd onder voorwendsel, dat zij zich aan communistische actie hebben schuldig gemaakt. Onder de gearresteer den bevinden zich een leider van de Honkong-Shanghaibank en verder art sen, leeraren, verpleegsters, studenten van Presbyteriaansche zending en van verschillende employé's der Britsch- Amerikaansche tabaksmaatschappij. De politie heeft bij verscheidene Britsche employe's dier maatschappij huiszoekin gen doen verrichten. DE MIJNSTAKINGEN IN ENGELAND. Hoewel de staking onder den grond in den Ninemile6 Point in West-Walen is geëindigd, staken in Zuid-Wales nog 15000 mijnwerkers. In twee mijnen be vinden zich nog ongeveer 500 arbeiders, dei weigeren naar hoven te komen. Van daag zal te Cardif een conferentie ge houden worden van afgevaardigden van het geheele district. STERVEND MONACO. Verdwenen goklust. Het aantal van hen, dat zijn geluk aan de roulette-tafel zoekt, is zóó verminderd, dat de Bank in Monaco groote verliezen gaat lijden. Het is de eerste keer, in de lange en roemrijke geschiedenis van het Casino van Monte Carlo, dat een dergelijke toestand is ingetreden; en hoe erg het er voor staat blijkt wel uit het feit, dat de Caasino-aan- deelen, die destijds een waarde van 12000 franc hadden nu op 700 franc staan. Een vooraanstaande millionnair ter plaat se, die grondig bekend is met alle interne aangelegenheden van het Casino, liet zich tegenover den United Press-correspondent over den precairen toestand van de bank als volgt uit: „Roulette is een dermate fair spel, dat een gelijke verdeeling van de inzetten over de groene tafel vereischt is, wil de bank verdienen. Is dat het geval, dan is de winst van de bank 1 Vi pet. van het totale bedrag dat in omloop is. Daar er op het oogenblik niet genoeg spelers zijn, is dat echter aller minst het geval. Onlangs verloor de bank op één dag 5 millioen franc. In normale tij den zou dat normaal zijn, nu echter is het een verlies, daar men er niet meer op kan rekenen, dat in de eerstkomende dagen het verlies geneutraliseerd zal worden. Om het Casino uit zijn benarden toestand te helpen, heeft de directeur nu in alle haast besloten, twee „Sweepstakes" te organisee- ren om weer geld in de leege kassen te krij gen. De ééne betreft de luchtwedstrijden van de Fransche Aeroclub, de andere de autoraces van Monaco, die ieder jaar op Paasch-Maandag gehouden worden. Maar ook deze tijdelijke bronnen van inkomsten zullen nauwelijks voldoende zijn om den toe stand van het Casino voorgoed te verbete ren. Daar zijn spelers voor noodig, en die zijm er niet. ALKMAAR. INGEKOMEN PERSONEN. S. Kok, R.K., étaleur, Forestusstraat 9, van Amsterdam. M. P. F. Spuijbroek, N.H., spoorwegbeambte, Visscherslaan 9, van Zaandam. C. W. J. van Geffen, R.K., dienstbode, Waterschapstraat 26, van 's Her togenbosch. H. B. M. van Delft, RX, z.b., Stationsweg 94 huis, echtg. Th. van Hove, zonder beroep, van Amsierdam. C. Petiet, R.K., grondwerker, en gezin, Oudegracht bij de Keetkolk (woonark), van Zaandam. A. H. Tuinier, H.A., dagmeis je Boezemsingel 39, van Amsterdam. E. Clason, geen, opz. b/d. Zuiderzeewerken, Emmastraat 49, van Wieringen. C. P. Theenaart, R.K., huishoudster, Magdalenen- straat 16, van 's Gravenhage. Y. J. Roo- de, geen, timmerman, en gezin, Druivenlaan 36a, van Velsen. A. E. Lely, D.G., ass.e Openb. Leeszaal, Lyceumstraaf 51, van 's Gravenhage. H. A. Overman, R.K., dienstbode, van Everdingenstraat 18, van Harenkarspel. Wed. K. Over, N.H., Scharloo 24a, van Nieuwe Niedorp. M. Heil. R.K., strijkster, Voordam 4a, van Am- sterdam. M. Bommert, R.K., dienstbode, van Everdingenstraat 13, v. Bergen (N.H.) A. Huizing, N.H., z.b., en echtg., Oude gracht 22a, van Hoorn. M. H. de Graaf, echfg. van T. Morsch, R.K., Krelagestraat 1, van ITeiloo. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9