EEN DATUM VAN BETEEKEN IS.
Vervolg van de Ossche zuivering.
de laatste les van langelot
Arie had de bokkepruik op.
Erfvredebreuk.
Politieke beroering in Wijdenes.
300 jaar geleden werd de Schermer verkaveld.
Welke zaken er morgen zullen voorkomen.
De zitting van Donderdag a s.
'n Abessiniër in Amsterdam.
f toulHciaai Tlieuws
DE STICHTING VAN DE
KLEUTERSCHOLEN AAN DEN
LANGENDIJK.
De school te Zuidscharwoude zoo
mogelijk half November in wer
king.
die de primeur kreeg van de inmiddels gear
riveerde zweep en daarop verklaarde een ge
schreeuw te hebben gehoord en een paard met
kar te hebben zien nebben, op welken wagen
behalve den voerman ook nog 'n man stond
De man op de bok sloeg met een zweep beur
telings op de ket en naar den man, aie zich
achter aan de kar bevond.
Hierop volgden de getuigen k décharge, in
de eerste plaats Willems, beton- en ijzerwer
ker, die onder belofte verklaarde te hebben
gezien, dat verdachte met de zweep sloeg,
maar niet kon zeggen, of Meelis was ge
raakt.
No. 2, de heer Schrier, kon niet veel bijzon
ders van de verdediging zeggen, alleen dal
verdachte goed bekend stond.
De derde getuige h décharge, de heer Poo-
ver, verklaarde in den geest van 's heeren
Willems getuigenis. Hij had nooit last met
verdachte of diens vrouw gehad.
Mej. de Wilde, geboren Dieuwertje de Vet,
gaf nog eens een relaas van de situatie. De
beer Meelis had den wagen vast en ze had
ook gezien, dat de melkboer met de zweep
Ten slotte werd gehoord de echtgenoot?
van verdachte, die werd bedankt voor het be
reidwillig halen van de zweep, waarop zij
moest verklaren, dat zij van de mishandeling
zelf niet veel had kunnen zien.
De officier meende, dat de getuige k
décharge tamelijk positief en homogeen wa
I€n, Wat verdachte had gedaan ging zonder
twijfel de grenzen van een gewettigde zelf
verdediging te buiten. Verdachte maakt
nogal dikwerf gebruik van de zweep en is
reeds 5 maal veroordeeld. Gerequireerd werd
ten slotte 50 boete of 25 dagen hechtenis
Mr. van Leeuwen achtte noodzakelijke ver
dediging aanwezig en concludeerde dienten
gevolge ontslag van rechtsvervolging.
Uitspraak (zelfverdediging werd verwor
pen) 40 boete of 20 dagen.
De logementhouder Arie Sp. te Schagen
bracht nog eens 'n visite aan de hem welbe
kende rechtszaal, om terecht te staan ter
zake beleediging
Aaltje Keizer, de
van zijn dorpsgenoote
f echtgenoote van Dirk
Tames, die hij een niet nader te omschrijven
kwalificatie had toegevoegd. Arie trachtte
zijn loslippigheid nog te camoufleeren, maar
dit mocht niet baten Hij werd veroordeeld
tot 10 boete of 5 dagen.
De heer Wijnand L., los-arbeider te Cagtri-
cum, had de aardigheid uitgehaald, weder
rechtelijk binnen te dringen op het afge
scheiden erf van den jachtopziener Ealthasar
de Winter, welk feit was gepleegd in den
nacht van 27-28 Augustus Wijnand wilde
blijkbaar eens weten of de Winter ook soms
thuis was, opdat eventueele strcopers vrij spel
zouden kunnen hebben. Ter zake erfvrede
breuk werd hij thans veroordeeld tot 10
böete of 5 dagen.
Zooals bereids werd gemeld, stond verleden
week terecht de tuinder Frederik S. te Wijde-
nes, naar aanleiding van het feit, dat hij, ter
gelegenheid van een bijeenkomst in de open
bare school, op vordering van den rechtheb
bende, in casu het hoofd dezer school, gewei
gerd had dit lokaal te verlaten. Deze kwestie
hield verband met een actie tegen burge
meester de Goede, waarvoor op 29 October
y.üü. I vonKe. jaar de tuinder Klaas Singer
kÜJÜLi- P°',t,erechter terecht stond wegens
f u van dezen burgemeester in de
enkh Courant. Deze scribent in het West-
riesch werd toen tot een nog al peperige
boete veroordeeld.
zaak contra Frederik S. was reeds
np 4 Maart uitgeroepen, doch toen uitgesteld
'hans werd het vervolg voor de tweede
maal ten tooneele gevoerd. De traditioneele
autobus met supporters uit Wijdenes had ook
stdffng V00r n00^'Ke publieke belang-
Aangezien de getuigen a charge de voor
gaande week reeds waren gehoord, konden
eze medewerkers thans wel achter de coulis-
s«?bl.]vm, volgens het oordeel van den
politierechter, dat in de meeste gevallen niet
wordt weersproken.
Volgens rijksveldwachter Harskamp zou
verdachte S. den indruk hebben gewekt, dat
nij de aanwezigen tot verzet opwekte.
Door getuige décharge Miedema werd
verklaard, dat verdachte allerminst tot een
dergelijke veronderstelling aanleiding had
gegeven.
Ook getuige k décharge Kolles verklaarde
in dezen geest.
Door den politierechter werd een brief van
verdachte, die tevens gem.-ontvanger van
wijdenes is, voorgelezen, waarin hij zelf
moest erkennen onwettig tot de ouder-com-
missie te zijn gekozen.
De officier merkte op, dat de zaak kleiner
is dan de omlijsting. De kwestie gaat feitelijk
buiten de ouder-cpmmissie om, want de be
doeling is toch om de belangen van het kind
te dienen, wat trouwens de verdachte zelf
heeft toegegeven. De officier bracht ook nog
ter. sPral<e het vorige schoolhoofd, van wien
duidelijk was gebleken, dat hij voor zijn taak
allerminst geschikt was. Spreker begreep
niet, op weiken grond de ouders zich nog
altijd met dezen man bezighielden, voOra!
waar verdachte toch zelf ook gemeente-amb
tenaar is
Ten slotte werd gevorderd 25 boete cf
15 dagen.
Mevr. mr. de Ruyterde Zeeuw bracht als
verdedigster allereerst in het midden, dat het
gebeurde te Wijdenes door de prov pers,
soeciaal de Enkh. Courant, tot een sensa'ie
was verwerkt, waarover pleitster haar onte
vredenheid onomwonden uitsprak.
Voorts legde zij er den nadruk op, dat niet
de sympathie voor het opd-schoolhoofd den
doorslag gaf, maar wel de antipathie van de
ouders met betrekking tot de benoeming vau
het tegenwoordige schoolhoofd.
Pleitster meende, dat verdachte als voor
zitter van de oudercommissie toch ook wel
het recht had, zijn meening naar voren ts
brengen, terwijl zij ontkende, dat verdachte
op eenigerlei wijze zou hebben opgeruid
Ten slotte verzocht pleitster den politie
rechter een en ander tegen elkander te willen
opwegen en verzocht voor verdachte de
uitereste clementie. Vonnis 5 of 5 dagen.
In de vierde zitting, welke de
Arrondissements-Rechtbank te 's
Hertogenbosch Donderdag 24 Oct.
houden zal ter berechting van de
misdaden der Ossche bende en
haar aanhang, zullen vijf strafza
ken dienen, waarvan deel uitmaken
een geruchtmakende brandstichting
en een moord.
De brandstichting is in den nacht van 7
op 8 Juni 1933 door den beruchten, thans
20-jarigen Petrus Wilhelmus de Bie en zijn
later door hem vermoorden neef Gerrit de
Bie althans door een of meer personen,
aWus de dagvaarding te Megen gepleegd
in de woning met bakkerij en schuur van
den hotelhouder Benkers, wonende te Veg-
hel. Het gebouw is grootendeels afgebrand,
waardoor levensgevaar te duchten was voor
de zich in dat huis bevindende Gerrit van
den Broek en Johanna Maria van der Rijt,
terwijl mede gemeen gevaar te duchten was
voor in de nabijheid staande aan derden toe
behoorende gebouwen en inboedels.
De verdachte in deze strafzaak is de ge
detineerde 51-jarige hotelhouder Johannes
branciscus Benkers, wien tenlaste is gelegd
dat hij in of omstreeks het voorjaar van
1933 te Megen deze brandstichting opzette
lijk heeft uitgelokt door aan een of feer le
den der familie De Bie te Oss althans
aan e enof meer personen hiervoor een
geldsbedrag van honderd gulden of daar-
°ftrent te geven of te beloven
.Voor den moord zal terechtstaan de 38-ja-
ri8e thans te Den Bosch gedetineerde Os-
arbeider Petrus Wijnen, wien ten las-
is gelegd, dat hij op 5 Decefber 1925 te
D«s tezamen en in vereeniging met een of
™eer anderen althans alleen opzette-
'Jk, na tevoren kalm overleg en rijp be-
'aad het plan daartoe te hebben gemaakt,
{wannes Lambertus Hartegs (Jan v. d.
!Jast) van het leven heeft beroofd door hem
een mes te snijden en te steken, tenge
re waarvan Hartogs meerdere zeer ern-
•fge verwondingen bekwam en daardoor
•poedig overleed!
Subsidiair is hem, indien terzake van het
°venstaande geen veroordeeling volgt, het
,P*ttelijk toebrengen van zwaar lichamelijk
ijliet het bovenomschreven gevolg, ten-
s,.e gelegd.
00r een ander geval van brandstichting
ri ee.n vrouw terechtstaan en wel de 27-ja-
Johanna Lamberta Maria van Hees-
Jtt, weduwe van A. van Beuningen.
^ij wordt ervan beschuldigd dat zij op 11
oi:1.' te Os opzettelijk brand heeft ge-
den In„t'e woning van A. F. van der Heij
beu! We! 400r haar en haar vader werd
sti .L.011." ^ij zou dezen brand hebben ge-
i( 'door met behulp van een brandende
het dak vlam te doen vatten, waar
door de woning met den aan haar en haar
vader toebehoorende inboedel grootendeels
is verbrand, terwijl als gevolg daarvan ge
meen gevaar te duchten was voor in de nabij
heid staande aan derden toebehoorende hui
zen met inboedels.
Wegens uitlokking van een inbraak in zijn
eigen woning te Berghem, op 30 Mei 1934
gepleegd door Antonius Johannes Hen
driks (De Dikke Toon de Soep) en Lamber
tus Vos (Bijs de Sijp), zal zich voorts te
verantwoorden hebben de 48-jarige gedeti
neerde fabrieksaiteider Hendrikus van de
Vondervoort, bijgenaamd „De Snep".
Volgens de dagvaarding kort voor de in
braak waarvan de buit bestond uit een
geldsbedrag van 70, toebehoorende aan 't
.Onderling Doktersfonds" te Oss aan
genoemd tweetal medegedeeld, dat hij be
doeld geld onder zijn berqsting had en dat
zij dit gejnakkelijk 's nachts konden stelen,
hun daarbij aanduidende, waar het geld in
zijn woning lag en hoe zij door een raam
binnen konden klimmen.
Getuigen in deze zaak zijn de arbeider
Leonardus Bokmans, vice-voorzitter van 't
„Onderling Doktersfonds" en de gedetineer
de Lambertus Vos.
De laatste zaak betreft de op 7 Mei 1933
te Oss gepleegde inbraak in de woning van
den wijnhandelaar Nicolaas Wilhelmus
Maricus de Louw. De verdachte is de 39-ja-
rige gedetineerde Antonius Hendricus de
Louw, wonende te Oss, die ervan wordt be-
chuldigd dat hij deze inbraak welke een
buit van ongeveer 300 heeft opgeleverd
tezamen en in vereeniging met den beruch
ten 43-jarigen Petrus Johannes de Bie
(Peer de Bie), Antonius Hendriks (De Dik
ke Toon de Soep) en Lambertus Vos (Bijs
de Sijp) althans met anderen heeft
gepleegd. De daders hebben zich tot de wo
ning toegang verschaft door over een poort
te klimmen en een deur open te breken, waar
na zij het geld onder hun bereik hebben ge
bracht door de brandkast te forceeren.
Subsidiair en meer subsidiair zijn verdach
te medeplichtigheid en heling tenlaste ge
legd doordat hij resp. buiten op den uitkijk
zou hebben gestaan om bij onraad te waar
schuwen of doordat hij van De Bie, Hen
driks en Vos een door diefstal verkregen
geldsbedrag van 70 ten geschenke heeft
aangenomen.
De 25ste October 1935 is een datum, die
niet geheel onopgemerkt mag voorbijgaan
Waren de tijden beter, dan zou er aanleiding
bestaan om dien feestelijk te gedenken, want
op dezen dag is het 300 jaar geleden, dat de
verkaveling van de juist drooggemaakte
Schermer heeft plaats gehad.
Bij octrooi van 26 September 1631 was
door de Staten van Holland aan „Burge-
meesteren ende Regeerders der Stadt
Alckmaer" toestemming verleend, „dat sij
sullen moghen Bedijcken, ende van Water tot
Lant maecken een goet ghedeelte van het
Water genaemt de Schermeer, aende voorsz.
Stadt van Alckmaar geleghen, ende dat bin
nen den tijt van vier nu eerstcomende laren
int gheheel, tot de Ster-Meer ende Lange-
Meer toe, ende de voorsz. twee Meeren
excluys".
Niet alleen dat het stadsbestuur voldaan
had aan den eisch om in een tijdsverloop van
vier jaar het water tot land te maken men
weet, dat de eigenlijke drooglegging reeds in
1634 een feit was geworden maar slechts
korten tijd later dan de overeengekomen ter
mijn was de toestand van het ontwaterde
land reeds zoodanig, dat tot de verkaveling
kon worden overgegaan, waarmede voor het
stadsbestuur het gestelde doel was bereik'.
Voor deze prestatie past niets dan lof. Hel
betrof hier toch niet meer of minder dan de
winning van ruim 6000 morgen gronds
d.w.z. van bijna 5000 Hectaren waarbij
toch zeker 100 millioen kubieke meters water
verzet zijn moeten worden. En dat met de
hulpmiddelen van dien tijd! Met een elec-
trisch gemaal als bijv. de „Dr. Lely" in de
Wieringermeer zou het vanzelfsprekend in
een ommezien zijn gebeurd, maar hier had
men te werken met de befaamde windmolens,
die wel altijd aan de Schermer een zeer bij
zonder, eigen aspect hebben verleend, maar
wier capaciteit zeer beperkt is en 300 jaar ge
leden nog veel geringer zal zijn geweest
Zeer waarschijnlijk heeft men moeten werken
met de oude schepradmolens, „buiten
kruiers", die in het gebruik heel wat minder
handelbaar waren dan de tegenwoordige
molens met gestroomlijnde wieken, systeem
Dekker.
Ook het leggen van het dijklichaam moet
men niet onderschatten; de moeilijkheden,
daarmede ondervonden, zullen enorm zijn
geweest, als men zich eens voorstelt, boe
zelfs thans nog, met moderne hulpmiddelen
en een uiterst snellen aanvoer van materialen
het leggen van een weg door laagveen-terrein
meermalen groote teleurstellingen mede
brengt. De wegenbouw rondom Gouda heeft
daarvan nog dit jaar het bewijs geleverd
Maar in 4 jaren tijds had men het toch
maar voor elkaar, dat ruim 6000 morgen
lands voor de cultuur gewonnen waren, en
ongetwijfeld zal de verkaveling op 25 Oc
tober 1635 het stadsbestuur van Alkmaar
met gerechten trots hebben vervuld. Wij
menschen uit den tijd der geraffineerde tech
niek zijn licht geneigd om werken als het hier
gereleveerde te onderschatten. Toegegeven
zij, aat met een werk als het leggen van den
Afsluitdijk de droogmaking van de Scher
meer niet is ie vergelijken, en dat in 1630
eenzelfde onderneming als de afdamming
van de Zuiderzee natuurlijk niet te onder
nemen zou zijn geweest. Daarom is de pres
tatie van de droogmaking er niet minder
om; integendeel; zij was voor dien tijd wel
licht nog van veel grooter allure dan de Af
sluitdijk thans. En daarom past het ons,
menschen der 20e eeuw, om op 25 October
1935 een eere-saluut te brengen aan den
durf, de energie en het uithoudingsvermogen,
door onze voorouders van vóór 300 jaren
aan den dag gelegd! Zij zijn de voorloopers
van hen, die in de laatste decennia Noord
holland met Friesland verbonden en den
Wieringermeerpolder schiepen; hunne daden
verdienen met evenveel eere te worden ge
noemd als die van thans, en de 25ste Oc
tober dezes jaars is de aangewezen dag om
op die daden van 3 eeuwen geleden nog
eens de aandacht te vestigen.
De verkaveling en de toewijzing der per-
ceelen vond plaats op 'het stadhuis te Alk
maar in bijzijn van tal van autoriteiten en
belanghebbenden. Elke kavel was 15 morgen
groot en er waren er in totaal 406. Meestal
waren 2 kavels bij elkaar gevoegd, en dat
vindt men nog terug bij de tallooze boerde
rijen in den poldier, die elk 30 morgen groot
zijn. De toekomstige eigenaars werden bij
loting aangewezen, v/aartoe in twee aarden
kannen de namen der ingelanden en de
nummers der kavels, op opgerolde papiertjes
geschreven, flink werden dooreen geschud en
vervolgens getrokken door den beëeóigden
stadsbode Jacob Florisz. Fonck met bloote
armen. De getrokken namen en kavelnum
mers werden aan schepenen ter hand ge
steld en door dezen voorgelezen; vervolgens
werden zij onmiddellijk daarna in een re
gister ingeschreven door mr. Jan Claesz.
van der Heem, secretaris van den polder de
Schermeer, en den notaris Jacob Baart. De
schepenen waren Willem Jansz. van Molen
vliet en Jan Louwerisz. Clock.
Hoofdingelanden, gecommitteerd door de
stad Alkmaar, waren mr. Jacob van Tey-
linghen, burgemeester, en Cornelis Thomasz.
Seyl-maecker, raad van de stad. Verder
waren tegenwoordig de heeren mr. Nicolaes
Cromhout, heer van Vrijhoeven, mr. Reynier
Paeuw, raad in den hoogen raad, de burge
meesters Gerrit Jansz. van der Nieuburch,
Pieter Willemsz. Kessel, mr. Mathijs Ouden-
steyn en jonkheer Thomas van Egmont van
der Nijenburch, Pieter Paeuw, rentmeester
van Egmond en van de „Graeflicheyts Vroon-
Landen", Eduard Jacodt van Axele, heer van
Dussen en mr. Johan van Foreest, secretaris
van de „Ghecommitteerde Raden van de
Staten van West-Vrieslandt ende Noorder
Quartier".
De waarde van de verschillende kavels
was verre van gelijk, zoodat het merkwaar
dig geval zich voordeed, dat de eene aange
wezen eigenaar een bepaald bedrag, dat
reeds te voren was bepaald, in de generale
kas moest storten, maar dat de ander een
bepaald bedrag kreeg uitgekeerd. Het bestek
van dit artikel laat niet toe om de namen te
vermelden van al de aangewezen eigenaars,
maar er komen er onder voor, van wie de
nazaten, naar den naam te oordeelen, thans
nog tot de ingelanden behooren.
Rijswijk (Z.-H.), 19 Oct. 1935.
J. VENNIK.
bewoners zullen den keizer trouw blij
ven. De keizer heeft veel goed gedaan
om het land tot grooter welvaart te
brengen en men eert hem algemeen zeer.
Hij heeft hospitalen opgericht voor ge-
br kkigen, die vroeger onverzorgd wa
ren en in de bedelarij hun levensonder
houd vonden. En de slavernij? Ja, die
wordt nog wel in Abessir.ië gevonden,
alhoewel minder dan vroeger. De slaven
hebben echter niet te klagen. Zij hebben
het goed en volgens hem moet men het
meer beschouwen als een soort vaste
dienstbetrekking met een loon in na-
tura.
De bevolking leeft gelukkig. Of leefde,
dat is beter, omdat nu een vreemde in
dringer dat geluk is komen verstoren.
Wel is er behoefte aan technische be
schaving, die de Westerling er kan
br-mgen, doch daarmee was men reeds
bezig. Van een beschaving, die met bom
men en granaten moet worden ge
bracht hij zegt het zijn keizer na
is men afkeerig en men begrijpt er ook
niot veel van. Hoe hij over de Wester
lingen nu denkt? Ze zijn goed en hun
in .oed is er welkom, als die maar met
vreedzame bedoelingen geschiedt. Zijn
landgenooten kunnen nog heel wat lee-
ren, doch reeds langen tijd hebben de
Westerlingen er hun werkzaamheden,
waarbij de omgang met de bevolking
niets te wenschen overlaat. Armoede
heerscht wel bij sommige zijner landge
nooten, maar ook de armen zijn geluk
kig. Ieder had er zijn brood en het ty
pisch Westersche verschijnsel van „hoo-
gsr-'op willen" kende men er niet „Hier
begeert ieder rijk te worden, en als hij
rijk is, nog rijker," gaat mijn vriend
verder. „Dat bestaat bij ons niet. We
z\>r al tevreden, als we kunnen leven en
voor iederen Abessiniër was er een
plaats onder de zon, die niemand hem
misgunde."
En vechten? Ja, dat doen zijn landge-
nooteh graag. En ook zou hij niets liever
willen, dan een geweer in de handen te
hebben en dan er op los. Zijn donkere
oogen in den witten rand, die in de hoe-
ke~ roode accenten heeft, beginnen te
glinsteren bij de gedachte. Er leeft nog
steeds iets van de Afrikaansche wilder
nis en de Afrikaansche heete zon in zijn
tengere maar stevige gestalte. Het kli
maat is voor den Europeaan niet gun
stig, doch zoowel de grootste hitte als
de koude in de bergen deeren den Abes
siniër niet. Hij zelf had het den eersten
echten winter in Europa wel wat zwaar,
maar nu is hij er volkomen aan gewend.
Zoowel in de warmte als bij flinke vorst
voelt hij zich behagelijk en hij weet
met wat ziek zijn is.
Een Christen is hij, van de Koptische
kerk. Ook hij draagt, evenals zijn land
genooten daarginds, een doekje met een
kruis op de bloote borst onder zijn klee
ding. Dat beschermt hem tegen de kwa
de kansen van het leven, zooais hij vast
gelooft, dat ook de anderen er door be
schut zullen worden. Het oude geloof,
dat in deze streken reeds van de derde
eeuw na Christus dateert, zal hen bij
staan
(Van onzen Reisredacteur).
De grootste moeilijkheden
komen nog.
Hij hielp me in mijn jas en zeide
„a'-tublieft mijnheerrr" met die mooie
rollende r, waarvan de Oosterling het
geheim bezit. Het zou oen leugen zijn,
wanneer ik bewee-de, dat ik aan zijn
uitspraak van het Nederlandsch den
Abessiniër herkende: niemand zou me
trouwens gelooven. Maar men had het
ma verteld en het was aan zijn uiterlijk
ook wel te zien, dat zijn wieg als hij
daar vroeger tenminste ooit in gelegen
had niet in deze Westersche streken
had gestaan. In een restaurant te Am-
iterdam doet hij chasseursdiensten, hij
neemt de kleedingstukken van de be
zoekers aan en helpt ze ir. hun jassen.
Zoo heb ik in een rustig oogenblikje
even een praatj? met hem gemaakt.
Hij vertelt me, dat hij afkomstig is
uit een dorpje in de omgeving van Ti-
gre, dat thans in het bezit der Italianen
is. Z^n ouders wonen daar nog en hij
heeft in geen vier maanden iets van hen
vernomen. Ze leven daar van den land
bouw. Als jongen van 17 jaar is hij 12
jaar geleden de wereld ingetrokken,
eerst als hutjongen op een Italiaansche
boot, om daarna in allerlei betrekkingen
op het land rond te zwerven: in Rome,
Parijs, Berlijn, Weenen en nu in Am-
st-,rdam. Ik vraag, of hij nog landge
nocten hier kent. Hij is de eenige Abes-
ciniër hier te lande, voorzoover hij weet.
en ook zijn consul, die te Brussel resi
deert, kent geen andere. Een Vereeni
ging van Abessiniërs heeft hier dus wei
nig reden van bestaan.
Of hij terug wil, nu zijn land in gevaar
vei keert? Nou, en of! Maar de reis is
wel wat duur. Hij heeft er met zijn con
sul over gesproken, doch deze zeide
h.-m nog wat ie wachten. Als het land
zij1 t'Ulp noodig heeft, zullen er wel
middelen worden gevonden om hem te
doen overkomen. Om alvast toch iets
te doen, wilde hij leeren vliegen, maar
ook dat kost geld. Zeven honderd gulden
heeft een Abesginisch-e chasseur niet
maar zoo in zijn zak! Hij hoopt erg op
etr reductie of op een subsidie van het
consulaat. „Ze zeggen wel: waarom zou
je hier weggaan, je hebt het goed. Maar
mijnheer, ik voel het hier" Hij tikt
daarbij met zijn slanke rechterhand op
zijn borst. In da kranten buitenland
sche zoowel als Nederlandsche volgt
hij de gebeurtenissen in Abessinië van
dag tot dag en het is begrijpelijk, dat
hij brandt van begeerte om zijn landge
n joten bij te staan.
Maar de eerste successen der aanval
lers beteekenen nog jeen definitieve
overwinning! Dj grootste moeilijkheden
komen nog, dat is hij met de berichtge
vers van het oorlogsterrein volkomen
eens. Over den overgeloopen Ras Goep
3a (hij zegt, dat het Goepsa moet zijn
en spreekt het woord uit met een zachte
haast melodieuse Fransche g) is hij niet
te spreken. Dat is echter een enkeling,
Hot rneerendeel der hoofden en ook de
Wij weten dat van verschillende zijden de
vraag is en wordt gesteld wanneer nu eigen
lijk eens met de kleuterscholen wordt be
gonnen en of er nu nog wat van komt. Ver
schillende berichten zijn hierover versche
nen, die alle min of meer een onjuist beeld
gaven van den stand van zaken. Vooral ook
het laatste moet wel een zeer deprimeerenden
indruk hebben gemaakt. Wij achten het
thans na een onderhoud met een
der leden van de commissie van voor
bereiding noodzakelijk nadere mededeelingen
te doen over de stichting en in de allereerste
plaats wel over de scnool te Zuidschar
woude.
Zooals bekend mag worden geheeten vor
dert de stichting ontzettend veel voorberei
ding om in het bezit te komen van een zoo
goed mogelijk geoutilleerde school en vooral
op de financiën komt het aan. De pogingen
die zijn aangewend om het noodige geld te
verkrijgen voor de school te Zuidscharwoude
hebben in eerste instantie een uitstekend re
sultaat opgeleverd, zelfs zulk een resultaat,
dat nu de stappen kunnen worden gedaan
tot benoeming van een onderwijzeres.
Vrijdagavond a.s. wordt ten lokale van
den heer P. Kramer te Zuidscharwoude een
ledenvergadering van de afd. Langendijk
van Volksonderwijs gehouden waarop na af
handeling van de vereenigingszaken zal wor
den voorgesteld de onderwijzeressen-sollici
tanten de volgende week op te roepen om
ZIJN DOCHTER MET VITRIOOL
GEWORPEN.
De Haagsche rechtbank wees vonnis in de
zaak tegen den emballeur H. P. van B thans
ged., die op 19 Augustus j.i. op het Spui te
s-Gravenhage zijn dochter met vitrool heeft
geworpen, ter zake waarvan door het O M
drie jaar gevangenistr^f tegen hem is ge-
èisoht. De rechtbank beval een onderzoek
naar de geestvermogens van B. en wees i-
zaak terug naar de instructie voor het inwin
nen van een rapport.
239. Nu was Langelot tevreden en opgewekt huppelde
hij naar zijn grootmoeder terug. Hij trok er zich geen steek
van aan dat alle hoeden aan het wandelen waren en ging
op z'n gemak een beetje in den stal spelen.
240. Opeens zag hij ergens onder het stroo iets bewegen,
en meteen daarop kroop een klein mannetje te voorschijn.
Langelot, zei het dwergje, wij kabouters hebben altijd een
heele hoop te lijden van de leelijke ratten.