BLUE BAND LES VAN LANGELOT JUchUioJim Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Corn s- bij de visch! Jkovwciaal Hieuwt £anden Jmh&ouw slag wordt genomen voor de gemeente, ten naneele van de huisvrouw. Een feit is, dat de aemeente het gebouw noodig heeft. Een burgemeesterskamer is noodig, evenals een vertrek voor de arbeidsbemiddeling, aange zien het voor de steunzoekenden met prettig is in tegenwoordigheid van anderen hun toestand bloot te leggen. Z. h. st. werd het voorstel hierop aange nomen. De begrootingen van t B. A„ den Vleesch- keuringsdienst, het O E Bhet Gem. Gas bedrijf en de Gemeentebegrooting, werden in handen van den raad, buiten de wethouders, ter onderzoek gesteld De begrooting van het B. A. wijst in onb vangst en uitgaaf een bedrag aan van j 6986.30 met i-en bedrag van 1000 van den kapitaaldienst; die van den Vleeschkeu- ringsdienst 2875.30, kapitaaldienst 300; die van het O- E. B f 26931; die van het Gem. Gasbedrijf 14806 87, kapitaaldienst f 5900. terwijl de gemeentebegrooting voor den gewonen dienst in ontvangst en uitgaaf efn bedrag aanwi-st van f 149.888,67 en voor den kaoitaaldienst f 37 414.05 Dt heer Winder was van oordeel, dat met het betoog van den heer Blom de oude wethouder niet geholpen was en vroeg of het mogelijk was om voor hem een regeling in het leven te roepen. De heer Schermer zeide, dat daarvoor deze verordening in het leven was geroepen Het kan niet anders. Het voorstel van den heer Blom was alleen mogelijk bij een geformuleerd voorstel. Het betoog over de oude menschen onderschreef spr ten aan zien van de twee oudjes, die nu nog aan de wegen werken. Beter vond hij het ook. dat jonge krachten ;n hun plaats werden gesteld. De voorzitter was ook idealist, doch overtuigd, dat hoogerhand, hetgeen de heer Blom wilde, niet zal goedkeuren. Overigens onderschreef spr. het betoog van den heer Schermer en merkte nog op, dat de beide ge noemde oudjes liever aan den weg werken, dan aan de liefdadigheid te worden overge leverd. Wil men den ouden weth. helpen, dan zou men kunnen probeeren goedgekeurd te krij gen, dat wethouders op 60-jarigen leeftijd net pensioen krijgen, wanneer zij minder dan f 1000 inkomen hebben. De heer G u 11 e r wilde ook alleen den ouden wethouder helpen, doch hij was er niet voor om in dezen tijd de wethouders te pensionneeren. De secretaris was overtuigd, dat Ged. Staten de voorgestelde restrictie niet zullen goedkeuren en hij gaf in overweging de verordening vast te stellen en te vragen of de restrictie er in mocht, omdat hij over tuigd was, dat met de restrictie de verorde ning niet werd goedgekeurd. Verschillende leden gevoelden daar niet voor. De voorzitter stelde voor om te be palen, dat de verordening voor Sept. 1939 wPr(ft herzien en verder net voorstel onge wijzigd aan te nemen. Aldus werd z. h. st. besloten. De korenmolen blijft behouden. Vethouder Schermer deed mededee- tai van de actie voor het behoud van den nol» 1 let moment, dat de actie kon worden «opgezet, werd de vorige week bereikt. De no.en is gekocht. Er is nog een correspon dentie gaande met den hypotheekhouder, doch <M heeft zijn goedkeuring toegezegd, zoodat de molen eigendom is van het comité, dat ook toezeggingen heeft voor de restauratie, zoodat aan het einde van het jaar de molen aan de gemeente kan worden overgedragen De voorzitter verheugde zich over deze mededeeling. die beteekent het behoud van een belangrijk kunstwerk. Hij bracht dank aan de pers, de gevers, Ged. Staten en den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor de betoonde mede werking. De heer Blom besprak de wenschelijk- «•ïd van het instellen van een commissie van advies voor werkverschaffing en steun. De voorzitter herinnerde er aan, dat dit al eerder besproken was en zegde over- *^in£ toe. De heer Kaandorp vroeg of het juist •wZidat de huurtoeslag werd ingehouden. Den voorzitter was dit niet bekend. De heer Duin gaf in overweging het n°oi op te ruimen langs de wegen en hij gaf overweging de wegen voortaan eerder te maaien De voorzitter zegde dit toe en sloot rop de vergadering. Zitting van Dinsdag 22 October. MEERVOUDIGF STRAFKAMER. Een zwijntjesjager. eerste, niet verschenen introducé was r*ere Cornelis S., die zich had vergrepen uh\wR riJwiel» door den getuiSe p c- D3311 l" *°gnum bij een café neergezet Na af- gïjP van deze visite wilde Laan huiswaarts jj?®01. doch miste zijn karretje, dat hij tot J™, verbazing later eenigermate gewijzigd jr-j .of in het bezit van den hierboven aan- tt ,eze brutaliteit kwam Corn. heden duur stjjfwant de officier vorderde bii ver- v '^en den meermalen wegens diefstal ge^^Men verdachte 4 maanden gevan- Echo uit den aardappelsmokkeltijd. monri jfu8a'8e Theodorus Ger. A. te Ec verooH "f1 was tot f 12 boete of 6 dagen heid j ..op 8rond van de omstandig- Addfh» t °P 21 December 1934 op den aPPel(>n üsweg aldaar tweemaal 5 KG. Hij ad veroverd zonder geleidebiljet. de \i)5s aan.gehouden door den controleur rrv„.. die CChter het feit niet éürert kon c°nstatpo cchter het feit niet direct kon Weinig aan8ezien Theo hem daartoe aPPelen e5'n d liet. Later zijn de aard Theo was sc^uur in beslag genomen wekte van jonge mensch aa»btenaar ?!et veel sympathie en I °hte voor het kantongerecht ver de uw-t. een zware boete, f 60 boete of 30 dagen, die door den kantonrechter echter werd ge reduceerd. De controleur verklaarde door appèllant zeer onhebbelijk te zijn behandeld en zelfs bedreigd. Tegen zijn broer zeide hij: „Hou je smoel tegen dien rotvent, waar heb ie mee noodig?" De Waard was door dit optreden min of meer geïntimideerd en riep de hulp in van brigadier-titulair Minnee, die niet voor een klein geruchtje is vervaard en de zaak tot een goed einde bracht. De officier was met zijn requisities a la minute klaar. Het speet nem dat de jongen zoo laag was beboet en er geen kans was op verhooging Derhalve werd bevestiging gevordeid. Een onde bekende trad binnen. Jozef K., grondwerker, bekend uit de geruchtmakende inbraak te Ursem en thans in rijkspension te Amsterdam, was naar zijn idee te zwaar door den kantonrechter te Alkmaar gestraft, omdat hij op 6 Maart te Heiloo met een meer dan bouwvallige auto op den rijweg was verschenen. Jozef was thans in appèl gekomen, echter met geen waarneembaar resultaat, daar de officier bevestiging van het vonniis 10 en 3 boete requireerde Had weinig om 't lijf. De vrachtrijder Petr. Theodorus de Vr uit Andijk, veroordeeld tot 15 boete of 10 dagen door den kantonrechter te Alkmaar, omdat hij op 31 Januari met zijn vrachtauto op den Munhikenweg onder Oudorp, niet be hoorlijk had uitgeweken naar rechts, ten einde het door L. Tromp bestuurde motor rijtuig te laten passeeren. was van dit kalme vonnis ook nog in hooger beroep gekomen Volgens Tromp, als getuige gehoord, reed appèllant midden op den weg en scheen hij Oost-Indisch doof te zijn, want het claxon- neeren had niet het minste resultaat. Het begon Tromp te vervelen en hij nam het nummer van het vehikel op en gromde: „Je zult er wel meer van hooren!" Bevestiging van het vonnis werd dan ook gevorderd. Appèllant tapte nu uit een ander vaatje en verzocht een lichtere straf met het oog op zijn krappe financiën. De grootste emotie van de morgen- zitting. De bejaarde ex-groentehandelaar Cornelis van O. te Helder, die beweerde stokdoof te zijn en door geen instrument was te bereiken, terwijl hij bovendien nog mededeelde, zoo stom als een os te zijn, moest voor het col lege verschijnen als verdachte, omdat hij ondanks zijn vele gebreken, toch nog kans had gezien de fietsbanden van den letter zetter C. v. Eyk stuk te snijden, voor welk laf bedrijf hij heden dan terecht stond. Be doelde fiets stond bij van Eyk voor diens woning. Het onderhoud tusschen verdachte had alsnu plaats door middel van papier en pot lood, maar volgens den getuige Cornelis v. d. Voorde, chauffeur, simuleerde de ver dachte maar wat. Deze getuige had het geluid gehoord van een leegloopende fietsband en den verdachte aan zijn figuur herkend. Vermoedelijk had verdachte een kwestie met de vrouw of logé van den man, die naast van Eijk woont en zich met zijn wraakneming in het perceel vererist. De officier wilde over dit geheimzinnig gedoe maar liever niet uitweiden en requi- reerde 20 boete of 10 dagen ter zake ver nieling. De heer Emmering zette zijn stembanden op de derde versnelling en het bleek nu, dat de stokdoové hem opperbest verstond. Hij is steuntrekker, vertelde hij nog tot afscheid aan den president, dien hij aardig voor het lapje had gehouden. Niets meer of minder dan meineed. De eerste zaak na de pauze kon wel als de belangrijkste van het repertoire worden be schouwd, want het betrof hier meineed, die erkend werd ook, aangezien de verdachte, de 20-jarige arbeider Joh. D. uit Venhuizen, sullig verklaarde: ,Ik dacht niet, dat je d'r kwaad mee kon" Hij deed het om zijn baas te helpen. Bedoelde meineed was gepleegd op de zitting van het kantongerecht te Hoorn op 7 Augustus in een straïzaaf contra den landbouwer Huysman, die terecht stond wegens het opgeven van een valschen naam. Huysman verklaarde op den bewusten dag niet in Hoorn, maar thuis te zijn geweest en zijn knecht Joh. D. was zoo dom, dit in strijd met de waarheid onder eede te beves tigen, voor welke roekeloosheid hij thans moest boeten. In deze zaak werd in de eerste plaats ge hoord de griffier bij het kantongerecht, die het proces-verbaal had opgemaakt, de agent van politie G. A. de Boer, door wien Huis man was bekeurd en aan wien deze een val schen naam had opgegeven. Ook Jacob Huisman, de hierboven be doelde boer, werd gehoord als getuige. Hij was op 7 Augustus bekeurd wegens over treding V3n de Motor- en Rijwielwet en had toen gen valschen naam opgegeven. Zijn knecht had hij weten te bewegen om in zijn voordeel als getuige a décharge te verklaren, hoewel zulks in strijd was met de waar heid. Natuurlijk werd deze onverstandige land bouwer door het college over zijn minder waardig optreden zoowel door den presi dent als rechter mr Ubbens ernstig onder houden. Tegen den verdachte, .nooit te voren ver oordeeld,werd gevorderd 6 maanden gevan genisstraf. De officier releveerde dat getuige Huis man op het bankje had moeten zitten, dan had hii hem voor geruimen tijd onschadelijk gemaakt. Ook verdachte is halsstarrig in zijn valsche verklaring blijven volharden en toon de nu helaas nog niet de porté van de ern stige zaak te begrijpen. Zelfs twijfelde de of ficier ook nu nog aan zijn waarheidsliefde, maar in elk geval moest de knaap boeten als gevolg van den invloed van zijn baas. Een nachtelijke auto-kunstenaar. Petr. Joh. van N., een Heldersche café houder. had op 26 Sept. per auto te Alkmaar een bezoek gebracht bij zijn op Rochdale wonende voorm. echtgenoote. Bij zijn vertrek in den laten avond was hij de Steijnstraat ingereden, had daar een tamelijk onzachte carambole gemaakt met het door mej Gouwe bewoonde perceel en later in de Ridder straat, voor het gebouw van V. en D. de aandacht op zijn chauffeurskunst gevestigd door een haltepaal van de autobus tegen de vlakte te rijden. Daarna had hij zijn auto om een of andere duistere reden op de Oude gracht nabij de Ridderstraat achtergelaten, om naar het station te gaan, was weer te ruggekeerd en was teen in de armen gevallen van agent Staats, die inmiddels reeds stappen had gedaan, dezen automobilist op te spo ren, teneinde zich met hem over de vermoe delijk gepleegde aanrijdingen nader te onder houden. Het gevolg van het nachtelijk avontuur was, dat tegen den heer van N., nadat deze een paar maal voor den kantonrechter had gecompareerd, door den ambtenaar werd gevorderd 60 boete, subs. 40 dagen, plus ontzegging rijbevoegdheid voor der tijd van 1 jaar."aangezien werd aangenomen, dat verdachte onder den invloed van alcohol zou hebben verkeerd. De kantonrechter veroordeelde den café houder tot f 40 boete of 20 dagen, met als bijzondere maatregel van veiligheid ontzeg ging rijbevoegdheid voor den tijd van 6 maanden. De veroordeelde, die niet beleend staat als een delinquent, die gauw den moed laat zak ken, deed geen afstand van zijn hooger be- roepsrecht en heden werd dit appèl door de meervoudige strafkamer behandeld De appèllant, inmiddels aan lager wal ge raakt, werd thans als prodeaan juridisch bij gestaan door mr. P. Langeveld. Evenals in eerste instantie waren 6 getui gen charge opgeroepen. Aangezien de prodeaan niet was versche nen (er werd provisioneel tegen hem verstek verleend), nam de verdediger mr. P. Lange veld de vrijheid, ook maar te verdwijnen, aangezien zijn taak nu nutteloos was. Hierna sluiting. Uitspraak a.s. Dinsdag. STANDPLAATSAFTREK NOORDHOLLAND. Het bestuur van de vereeniging van Pro vinciaal personeel in N.H. schrijft ons: In de Statenzitting van 29 October a s. zal wederom invoering van een verslechte ring van de arbeidsvoorwaarden van het provinciaal personeel worden besproken. Ge deputeerde Staten van Noordholland hadden n.1, daarmede gevolggevend aan een herhaal den wensch van den minister van binnen- landsche zaken, aan provinciale staten in de laatste statenzitting voorgesteld om in de per 1 Maart j.1. herziene salarisregeling voor het provinciaal personeel in Noordliolland een standplaatsaftrek in te lasschen. Deze aftrek houdt in, dat op de nominale bezoldi ging van den ambtenaar wederom een ver mindering zal worden toegepast en wel ten bedrage van resp. 3, 6 of 9 pCt. voor de werklieden en van resp, 2 en 4 pCt. voor de ambtenaren, die hun standplaats hebben in een gemeente, welke in bijlage E van het Rijksbezoldigingsbesluit zijn gerangschikt in de tweede, derde of vierde klasse. Het Georganiseerd Overleg in de provin cie Noordholland heeft zich aanvankelijk met algemeene stemmen afwijzend uitgesproken over een voorstel tot invoering overeen komstig den wensch van den minister van binnenlandsche zaken van een stand- plaatsaftrekregeling en er werd daarbij op aangedrongen, dat, indien vaststond, dat een dergelijke regeling-zou moeten worden ingevoerd, deze zoodanig zou worden sa mengesteld, dat zij voldoende rekening zou houden met de specifiek Noordihollandsche toestanden. Desondanks werd aan Prov. Staten voor gesteld om aan den wensch van den minis ter te voldoen. Vóór de behandeling daar van in de Statenvergadering is het voorstel echter ingetrokken, onder toezegging, dat nader overleg met den minister zou worden gepleegd. Dit overleg heeft er thans toe geleid, dat de minister kan goedvinden dat de gemeente Bloemendaal, voor wat het provinciaal per soneel betreft, als eene gemeente der eerste klasse wordt beschouwd. Deze concessie van de zijde der regeering zal evenwel komen te vervallen, indien de Staten weigerachtig mochten zijn den aldus gemitigeerden standplaatsaftrek met ingang van 1 November ek. in te voeren. In het dezer dagen verschenen Orgaan van den Algemeenen Bond van Provinciaal Per soneel in Nederland, waarvan een vertegen woordiger zitting heeft in het Georganiseerd Overleg, welke commissie over het aldus ge wijzigde voorstel opnieuw werd gehoord, treffen wij thans het volgende hieromtrent aan: „Het G.O. werd dus min of meer voor een voldongen feit geplaatst, zoodat het wel uitermate moeilijk voor het G.O. werd om hetzij een principieel afwijzend, dan wel, in een dwangpositie gedrongen, alleen terwille van een belangrijke groep, voor wie vrijstel ling in uitzicht werd gesteld, doch die den aftrek ook op haar zou zien toegepast, in dien de regeling in overigens ongewijzigden vorm niet zou worden aanvaard, een onder handhaving van zijn aanvankelijk standpunt gunstig advies uit te brengen. De commissie heeft, blijkens het deswege uitgegeven resumé, inzake het nieuwe voor stel van Gedep. Staten omtrent den stand plaatsaftrek met 8 tegen 2 stemmen de vol gende conclusie aangenomen: Het Georganiseerd Overleg, kennis genomen hebbende van de dwang positie, waarin Ged. Staten geplaatst zijn met betrekking tot de invoering van een standplaatsaftrek, welke positie, ondanks hun aanvankelijk verzet, geleid heeft tot hun bereidverklaring om aan de Staten een voor stel te doen tot invoering van den aftrek, lettende ook op de bedreiging, waarmede de minister zich bereid heeft verklaard tot eene tegemoetkoming, welke (bedreiging) op zich zelf moeilijk aanvaardbaar is, van oordeel, dat onder die omstandighe den van eenig overleg geen sprake kan zijn, meent zich van het doen van een uitspraak te moeten onthouden. Ons dunkt, dat hier een duidelijke taal wordt gesproken. Wij hopen, dat deze con clusie ook zal doordringen tot hart en ver stand van hen, die in deze ernstige droeve tijden ongemotiveerd en wreed met een en kele pennestreek zoo diep ingrijpen in een tot dusver gezonde salarisregeling, zoo diep cok ingrijpen in bestaande goede, juiste verhou dingen, in de levensomstandigheden van per sonen en groepen, zoodat allerlei onbillijk heden zullen rijzen, de serie verslechterin gen met één zoodanige zal vermeerderen, die slechts onder groote groepen personeel ver bittering, ontevredenheid, zal teweeg bren gen. Thans is in deze de beslissing aan de Sta ten, een beslissing, waarvan, gezien vooral den stok achter de deur dien we al voelen neerslaan op de ruggen van de vele honder den, aan wie thans vrijstelling van aftrek in uitzicht wordt gestela, maar wanneer de Staten afwijzend beschikken, dien aftrek ook op hen zullen zien toegepast de verant woordelijkheid wel buitengewoon groot is. Laat ons hopen, dat nog een zoodanige op lossing door de Staten zal worden gevonden, dat, nu een aftrekregeling er moet komen, deze zoo weinig mogelijk onbillijk zal zijn en dus zoo weinig mogelijk ambtenaren zal treffen. Wij hopen, dat de duidelijk sprekende in houd dezer conclusie bij hen, die geroepen zijn om over de handelingen van den minis ter te oordeelen, om daarover inlichtingen, opheldering te vragen, den reeds bestaanden indruk zal bevestigen, dat weliswaar „wen- schen" worden geuit, „verzoeken" worden gedaan, maarzoodanig, dat dit met eischen, met dwang gelijkstaat: immers het zwaard van Damocles hangt bij de behande ling van een wensch of 't verzoek onheilspel lend boven het hoofd. De schijn wordt, ook in de Staten-Generaal, gewekt alsof de mi nister en schrijven wij, diens adviseurs aan het G.O. alle recht doen wedervaren. Maar de werkelijkheid? Wij voelen de moeilijke positie, waarin het G.O. in Noordholland daarover alleen oordeelen wij op deze plaats heeft ver keerd en respecteeren de wijze, waarop het G.O. zich in deze klaar en helder heeft uit gesproken". De uitingen in het door ons overgenomen artikel geven wel blijk hoe groot de ontstem ming en ontevredenheid toenemen ook in de kringen van die ambtenaren, die tot dusver i aan min of meer „billijke'' verslechteringen der arbeidsvoorwaarden hun medewerking hebben verleend en „gelaten" snel opeenvol gende verlagingen van salaris, gelet op de tijdsomstandigheden en uit hoofde van soli dariteitsgevoel met degenen, die óf werkloos, óf slecht bezoldigde betrekkingen bij het Rijk of in het particuliere bedrijf bekleeden, hebben geaccepteerd, en die in een korte spanne tijds van 20 tot 30 pCt. en sommigen nog meer, op hun bezoldiging zijn gekort en nu wederom dreigen te wonden getroffen, zonder dat het der burgerij ten goede komt, ja, met name b.v. den middenstand, in be langrijke mate daarentegen treft. STOMPETOREN. Vergadering Bond Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen. De vergadering, welke Dinsdagavond bijeen geroepen was door het bestuur van bond van boerinnen en andere plattelands vrouwen afdeeling „Schermeer", was zeer druk bezocht. Terecht merkte de voorzitster, mevrouw v. d. Laan echter op, dat zoo dikwijls de le den uit Stompetoren niet aanwezig zijn, in tegenstelling met de leden, die zoo vér af wonen en bijna geen bijeenkomst verzuimen. Vriendelijk begroette zij den spreker den heer van Dam uit Heiloo, die een rede zou houden over de Zuivelkern. Spreker begon met te zeggen, dat hij niet sprak in zijn functie van secretaris van de Zuivelkern, doch als belangstellende welke zich bewust is van de voordeelen verkregen door het ge bruik van melk en zuivelproducten. Volgens iprof. van Leersum bestaat er geen enkel voedingsmiddel dat melk overtreft. Beknopt, doch zeer duidelijk beschreef spreker de sa menstelling van de melk, de karnemelk en de ondermelk, en vond het eigenlijk bescha mend, dat men in Nederland nog propagan da moest maken voor het gebruik van melk en zuivelproducten. Spreker- schetste de groote verantwoordelijkheid welke rust op boeren en zuivelproducten, daar immers bij het niet in achtnemen van de eischen aan de hygiëne, de ziekte verwekkende bacillen hun schadelijk werk gaan verrichten. Noo dig voor de volksgezondheid is versche melk van gezonde koeien, zindelijk behandeld door gezonde menschen. Spreker gaf een staaltje, hoe vuilheid de zuivelproductie belemmeren kan. In West- Friesland was men in een uiterst zindelijke boerderij niet meer bij machte, zooals voor heen, goede kaas te maken. Na veel onder zoekingen door deskundigen bleek, dat het vuilgeworden touwtje aan de thermometer, de oorzaak van het kwaad was. Na verwij dering was het product weer' in orde. Spr. wees op net nut van de Zuivelproef- stations en de Keuringsdienst van de Waren- 241. Zou je die ratten niet eens in iets anders kunnen veranderen? Natuurlijk, zei Langelot, 't komt in orde, hoor! Hij riep hard door het rattengaatje en even later kwam de groote reuzenrat te voorschijn. 242. Ik wil, dat je niet langer meer een rat zult zijn!, riep Langelot uit. „Leo, i iger, Crocodillus! En nu ge beurde er iets heel geks. De reuzenrat veranderde ineens in een klein mannetje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7