HOLLAND's STEDENSCHOON
IN PRAAT EN PRENT.
I
1
t
ÖA
ShI effi BdJÏ
JiidschcifteH
!fchaakeubcieh
04
wm
m
t
0
z i
M
Wi
m
11
'3.
9*
m
X)amcu&eieA
MS
€f
1
1
A
ut
H
1
TEKST EN TEEKENINGEN VAN LEO ZELDENRUST.
DE OUDE ST. BAVO TE HAARLEM.
M. M. Barulin. Moskou.
4
I
Bi
1*
1
i
i
ii
SI
i
s?
i
y!
fS
1
f§
A
A
Hj
A
t 23—18 2. 12:34
Raadselhoekie
Noordholland en Utrecht; lid van de Twee
de Kamer en al deze functies hadden
hem doorkneed gemaakt in de beoefening
der disputeerkunst. En steeds had zijn on
rustige, vitale natuur, had zijn spoedig in
actie gebracht temperament daarbij behoef
te «vhad aan de interruptie als wapen. En
v jt en weet dit wapn voortreffe-
I te hanteeren, want de heer Mendels is
een geestig man, die een debat kan doen óp-
fleuren en optintelen door een even snel als
puntig gevonden „gijn", zoodat zelfs onze
brave president zit te schuddebuiken van
plezier.
Maar:
de heer Mendels is niet alleen een gees
tig, doch ook een knap en scherpzinnig man,
die zonder twijfel het peil van een college,
waarin hij zitting neemt, zoowel intellectu
eel als oratisch verheft.
Van zijn scherzinnigheid legt ook zijn
loopbaan als advocaat een duidelijk getuige
nis af. Hoeveel zaken heeft deze pleiter in
den loop der jaren al gewonnen Onverge
telijk zal voor mij blijven de dag, waarop ik
de eenige jaren geleden gestorven stadsad
vocaat van Amsterdam, Kappeijne van de
Coppello, voor den Hoogen Raad hoorde
pleiten in een belangrijke zaak, met een wel
sprekendheid en een scherpzinnigheid zon-
der weerga. Als ik Mendels hoorde, dacht
ik wel aan die Kappeijne.
Zeker, het snit, de stijl van hun oratisch
'alent verschilt Kappeijne was veel meer
klassiek in zijn spreken en maakte nooit
tien indruk van handigheid (wat Mendels
wel eens doet), doch steeds van een werke
lijke zuivere scherpzinnigheid en toch
zouden er veel vergelijkingspunten ge
maakt kunnen worden. Hoe het zij, Mendels
bracht als afgevaardigde in de Eerste Ka
mer tal van goede eigenschappen mee en
heeft met zijn levendige, pittige, spiritueele
en nerveuze natuur heel dikwijls aan de dis
cussie kleur en gloed gegeven. En dat doet
hij vaak met zijn interrupties, ook als hij*
aan het eigenlijke debat niet deelneemt.
In de laatste jaren is het aspect van den
Senaat, wat de samenstelling betreft, aan
zienlijk gewijzigd, maar toen Mendels er
pas inkwam 7?t er veel meer bezadigde
grijsheid en wijsheid in dan tegenwoordig,
En die oude-heeren begonnen de pikante
welsprekendheid van den sociaal-demorra-
tischen collega maar wat aardig te vinden.
Ze hielden wel van zoo'n ondeugendheidje,
En even leuk als zij het toch wel vonden,
op hun verjaardag door een jarig nichtje
in de wang geknepen of onder de kin ge
streken te worden even gaarne lieten ze
zich op die wel wat saaie dagen van fat
soenlijk en geruischloos parlementair debat
kietelen door de geestigheid en brutale in
terrupties van den heer Mendels.
t
En zoo is deze werkelijk goede maatjes
geworden met iedereen in de Kamer Men
moet b.v. zien (les extremes se touchent) op
hoe vriendschappelijken voet hij al dadelijk
stond met baron De Vos van Steenwijk, die
trouwens ook voortreffelijk van den tong
riem gesneden is.
Als Mendels aan het woord is, met zijn
radde welsprekendheid telkens nieuwe
beelden en nieuwe vondsten vindend de
aandacht gevangen houdt en met zijn criti-
schen geest een onderwerp uiteenrafelt, dan
is er geen geboeider luisteraar dan de
aristocraat uit Overijsel, de tegenwoordige
president, de onvervaarde baron, die trou-
i wens op zijn manier even scherp en onmee-
doogena kon zijn als Mendels.
De tuinman is er allang verzoend mee,
dat deze bengel over de keurige grintpaad
jes en door het malsche gras loopt en af en
toe zelfs de madeliefjes knakt. De heer
Mendels mag een potje breken. Een heel
servies desnoods. We mogen hem allemaal
graag lijden. D. HANS.
<W» i'-
■Zypftr/fl
„Een Kerek vin Keyserlyck Ghebouw",
Grijze tempel, trotsch van tinnen,
Die tot eerbied ptegtig wekt,
Die van buiten als van binnen
Oog en geest ten hemel trekt.
Kostbaar pronkstuk blijft in wezen,
Wat verander' of verdwijn'!
Tempel God ter eer gerezen,
Waar de mer.schen, menschen zijn.
Toilena.
Het begin van de Oude St. Bavo te
Haarlem?
Het spijt mij het te moeten verklaren, doch
dat ia zoek. Neerlands schoonste kerkge
bouw i» gelijk een vondeling, wiens ge
boortedatum niemand weet. Wel was er van
tijd tot tijd iemano, die meende een stich
tingsjaar te kunnen bepalen, steeds waren
er anderen, die het hiermede niet eens
waren. Tenslotte werd de knoop doorge
JtfKzjCce.
hakt Men verklaarde eenvoudig: „Stich
tingsdatum onbekend".
Een weetgierig mensch kan m den regel
nog ontdekken. d2t een tegenwoordige kerk
op de plek staat waar zich in de 12de eeuw
een kleiner bedehuis bevond, dat in 1373
waarschijnlijk door brand beschadigd werd.
Hierna zou wellicht om dit kleine gebouwtje
de thans beslaande St. Bavo zijn gebouwd
Met het plaatsen van den toren had men
blijkbaar geen haast, deze verrees eerst in
het jaar 1502. Veel vreugde beleefden de
Haarlemmers hier aanvankelijk niet van
De eerste toren, die de bekroning moest
uitmaken, was van hout. Doch daar deze
niet voldeed, werd met algemeene stemmen
besloten tot afbraak. Nummertje twee was
van beter materiaal, namelijk van hardsteen
Op zekeren dag hoorde de loodgieter een
krak. en zag tot zijn niet gerin,e schrik, daf
de boel begon te verzakken door het ge
wicht van den toren. Ook deze mislukking
werd verwijderd Toen probeerde men het
maar weer met een houten, die met lood be
kleed werd en sedert 1516 fier Sinte-Bavo's
dak siert.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat U zich
afvraagt, wie was Sint-Bavo?
Sint-Bavo dan was een afstammeling
Geen gewone afstammeling, doch een uit
een oud Brabantsch geslacht van Alvin of
Allovin. Hij leefde langen tijd als kluize
naar, verrichtte vele werken van barmhar
tigheid, totdat rijn levenslichtje in het jaar
653 uuging. Zijn stoffelijk overschot werd
later in de Sint-Bavo in een zilveren kist be
waard, doch na de beeldenstorm naar Keulen
Overgebracht.
De plattegrond der kerk heeft gelijk alle
Roomsche Katholieke kerken, ósn Latiin-
schen kruisvorm Svmbolisch stelt de Katne-
draal den gekruisigden Christus voor. Het
koor vormt hierbij het hoofdeinde van het
kruis, de transepten, de dwarsbalk.
Ook de verschillende uitgangen der kerk
zijn symbolen. Zij symboliseeren de handen
en voeten, terwijl het uitgebouwde portaal
aan het Klokhuisplein, uit het midden ligt en
het terzijde neigende hoofd van den Hei
land symboliseert na het uitspreken der
woorden: „Het is volbracht"
Het interieur der kerk is zeer fraai. Langs
de Noorder- en Zuiderbeuk vindt men de
mooie oude Oothische lusters, waarvan 7r
een hierbij afgebeeld is. In ouderdom wed-
ijveren met deze kaarsenhouders de aardige
lantarens, die hier en daar zijn opgehangen
en vroeger dienst deden, wanneer in geval
van brand in de stad. het personeel van de
kerkspuit bij avond of des nachts in de kerk
aanwezig moest zijn. Ook bij begrafenissen
deden deze lantaarns des avonds dienst.
Van ouden datum zijn mede de verschil
lende offerkisten, die men in de kerk aan
treft. De afgebeelde diende tof offerkist voor
weezen en dateert uit het jaar 1728. Mochten
deze kisten zich in de gunst van het kerkbe
stuur verheugen, nvnder gesteld was het op
de viervoetige vrienden onzer voorvaderen,
de honden, die in vroegere jaren met hun
baas ter kerke kwamen. Duurde de preek
wat lang, dan was het begrijpelijk dat de
lieve diertjes hun tatsoen niet hielden en
tegen het gesproken woord In verzet kwa
men door het aanheffen van een „seer
klaghelyck gehuyl".
Hiertegen had men echter een probaat
middel De honder.alger of hondenmepper,
vaak verpersoonlijkt door den voorzanger,
sloeg met veel ambitie en weinig tact den
hond, die zich misdragen had, de kerk uit.
Natuurlijk niet steeds met instemming des
honden-baas
Omstreeks 1839 mochten in de St. Bavo
nog honden medegebracht worden, hetgeen
uit de volgende ordonnantie blijkt:
„Voorts so sal hij (de hondenslager) naar
ouder gewoonte n et al sijne naerstigheid
die hond uit de kerk slaen, bijzonder die
groote misbaer maken van bassen, ende die
uit de kerk slaen, hebbende een zweep met
een of twee bellen daeraen, altijd bij hem
hebbende maar die benden van mijnheer
van Brederode, wimfen of speljoelen, die
aen een snoer zijn of van andere goede edel-
mannen om te zien. bijzonder of zij' geen
misbaer en doen, zal hij toelaten maer an
der rekt of bafteven zal hij er uitslaan".
De toren van de St.-Bavo was indertijd
voor den commandant (les schutterij een ge
wichtig voorwerp Moest deze commandant
naar een bruiloft, begrafenis, had hij zich
verslapen of iets dergelijks, en konden dien
tengevolge de oefeningen der schutterij niet
doorgaan, dan werd aan de vier zijden van
den tweeden omloop der toren een wit
vlaggetje uitgehangen.
In het inwendige der kerk vinden we het
wereldberoemde orgel met prachtig beeld
bouwwerk en Xaverij. een zeer fraa; koperen
koorhek in Goihische stijl en met beeld
bouwwerk versierde preekstoel terwijl de
aan den buitenkan1 tegen de kerk aange-
bouwde kleine huisjes niet minder bekend
zijn dan de St.-Bavo zelf, het schilderachtig
aspect van deze kathedraal verhoogend.
(Wordt voortgezet).
(Nadruk verboden).
„Perspectieven van wordende
cultuur".
Het nieuwe nummer van het maand
blad „1935" perspectieven van worden
de cultuur ls zeer lezenswaardig.
Naast een hoogst verdienstelijk hoofd
stuk uit A. A. Milne'e boek „Vrede m3t
Ere", dat de titel draagt: Voorwaarts
Christensoldaten" en een hoofdstuk uit
Serge Brlsy's boek „De Gezegende", be
vat dit nummer voora'. de beantwoor
ding van de vroeger gestelde prijsvraag:
Hoe denkt gij uw leven ir> te richten,
volkomen bewust van de ernstige le
vensvragen om u heen en volkomen ver
antwoordelijk tegenover uzelf en uw
medemenschen?
De redactie schrijft tej; inleiding van
de antwoorden om.: „Deze vraag eischt
veel van U. eischt niet minder dan alles
los te laten, alle gebruikelijke, traditio-
neele overwegingen op zij te zetten, fn
groote eerlijkheid tegenover U zelf te
s aan en bovendien het resultaat daar
van op papier te zetten. Maar dit maand-
b'ad heeft nu eenmaal een speciaal ka
rakter, wij zoeken naar een nieuwe,
ge iurfde, eigen levenshouding en wij
hebben het daaarom gevraagd U deze
vraag voor te leggen."
De prijs 'raag is een succes geworden
en de 4 bekroonde antwoorden zijn op-
enonien.
Het nummer bevat verder een bijdrage
var. den heer Willem Grooten over het
actieele onderwerp „Kunst in Nood" en
besluit met een overpeinzing van Mevr.
Houtman—Van Stijn van Hensbroek
over „Goddelijke Onverschilligheid".
ffÏT TtOCN&CSTCLDC PICUTWS
Probleem 587.
Wm
(7\
m,
1
x
wy//&
t g h
Tweezet.
Oplossing: 1. Dd3.
3e prijs Internationale tweezet tournool
„The puzzler" 1933/34.
Eindspel 927.
S. Rotenstein.
8
7
7//A
6
-
5
4
3
3
1
b e d 4 h
N. N.
Zwart gpeelt en wint.
18Pe4! en na 19. Lf8 komt 19.
Pe5f! 20. fe5 Dg4+ 21. Tg4 fg4t 22. Kf4
g5 mat.
Eindspel 928.
A. R Thomas.
h
1.
O
3.
3.
4.
e4
.14
e5.
s b c d c 1
C. V. Podger,
Wit speelt en wint.
Natuurlijk niet 17. Ld4 Td4! 18. Dd4?
Lel enz.
Echter geeft 17. f6! voordeel voor wit.
Er volgt: 17gf6 18. Dg4t Kh8 19.
Dh5 f5 20. Ld4é fe4 (anders 21. Lf5) 21.
Pf7t Kg8 22. Ph6 mat.
Uit het Estlandsche meeste, schap-
tournool van 1935 is de volgende partij.
Wit: P. Keres. Zwart: Laurentius.
Fransche partij.
e6
d5
Dit geeft zwart 't initiatief
en wit een zwak centrum
có. Meteen aanpakken.
Pf3 Db6. Verhindert Le3.
Toch was eerst Pc6 beter.
Ld3 cd4.
0—0 Wit kan best Pd4 spelen
want zwart durft tocb niet nemen
wegens 6Dd4 7. Lbö enz Maar
dan hangt e5 geheel in de lucht en
wordt f4 bijna noodzakelijk waarna
wel Dd4 mogelijk zou zijn omdat
schaak gegeven wordt. Zwart kan
toch de d4 p'on niet houden wat
blijkt. Wit laat dus geen tempo ver
loren gaan.
Pc6.
Teil En niet Pbd2 wegens
7f0.
Lc5
a3 aó. Om bi te verhinderen.
Pbd'2 Dc7. Zwak ware: a4
wegens 10. b4! ab3 11. cb3 en Lb2
naast bi.
Pb3 b6. Om na afruil met de
pion te slaan en dan di blijvend te
dekken.
Lbo. Pge7. Wellicht ware Ld7
beter, 't Paard had dan dekking en
vrijheid: nu alleen maar dekking.
Pbd4 0-0
c3 Ld4. Zwart bevalt het paard
oo d4 niet: .vicht hij met afruil dan
geschiedt Lf4 en dan kan wit met
het paard op d4 terugslaan.
cd4 La6? Hierdoor komt de a
Toren leelijk te staan.
La6 Ta6.
Pg5 Pg6. Beter was maar Taa8
om hem weer in 't spel te brengen
Dh5. h6
Pf.3! Beter dan 18. Pc6 fefl 19 Dg€.
Df7. 20 Df7 Tf7 en zwart staat trots
zijn minus pion goed.
Tfc8
g4 Pf8. Beter Pce7 20. t5 bg5
21. Pg5 Pf5! Nu is de aanval slecht
te pareeren.
g5 hg5
Lg5 Pe7. (dreigt Pf5, wat wit
verhindert door
Tacl Dd7
Tc8! Beter dan 23. Le7 Tel. 24.
1'cl De7 25. Tc8 Dd7! en wit bereikt
mets, omdat hij met Pg5 te laat
komt.
Pc8
Te3 Ta7. Na 24pe7 25 Le7
28. Tf3!) 28. TgS^eS'wht,e 'aat
ÏÏ29. Dh8+ en 28'
V P **8® helpt
niet meer wegens 27. Le7 De7 fPe7
28 ,Pg6 29. Dh8 Kf7
30. Tf3f en wint.
6.
9.
10.
li
12.
13.
14.
15.
16.
17
18.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
23.
24.
2e.
26.
26.
27 Pg« te6 of 27pg6 28. Dh7
K« 29 Dh8f! enz. Uh7
28. Dh8f Kf7
29 Tf3t en de volgende zet geeft wit
mat. Daarom geeft zwart op.
Aan de Dammers.
In onze vorige rubriek gaven wij t*r
oplossing probleem 1407 (van A. R0os
te Alkmaar).
Stand.
Zw. 11 sch. op: 8, 10. 12, 13, 14, 17, 20
22, 26, 30, 40.
W. 10 sch. op: 23, 28, 29, 31, 32, 33. 37
S'. 42, 49.
Oplossing.
1 31—27 1. 22 31
3. 32-27 3. 31 22
4 37—31 4 26:48
5. 49—43 5. 48 39
6. 33 4 6. 22 42
7. 21
Als eerste proeve lang niet onvei dieji-
steüjk.
Een aardige ontleding,
ld de volgende positie:
Zw. 7 «ch. op: 8, 9, 10, 18, 24. 26, 29.
W. 7 «ch. op: 25. 32, 33, 36, 37, 39, 41.
speelt wit:
1. 37—311! Een prachtige zet. Zwart
kan niet 29 :27 of 26 28 wegen» 31
of 33 15 dus
1. 26 46
2. 1. 26:46
gedbr.j
3. 25 5! Zeer mooi!
Ook de combinatie die nu volgt fa In
teressant.
Zw. 8 sch. op: 4, 7. 9, 12, 14, 17, 20, 23.
W. 8 «ch. op: 21, 25, 27, 31, 37, 39, 41, 4«.
Wit is aan zet en speelt:
1. 27—22 1. 17 28 (a)
2. 39—33 2. 28 30
3. 21—17 3. 12:21
4. 31-27 4. 21 32
5 27 :10 5. 4:15
6. 25: 3
(a). op 17:26 volgt: 22—17, 31-27,
37 10 en 25 3.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1408 van P. Kleute Jr., den
Haag
IÉ
m
Wm
m
m
Wm
'"'M St
Tmz.
'3
wy//wi
■m-'1
m u.
y/Z/z/M
II
m
mm
«M
m u
j
'tg
ZWZ/
W////M
Zw. 12 sch. op: 4, 6. 10, 11, 13, 14, 11
19, 23, 26. 29, 35.
W. 13 sch. op: 25, 27, 28, 30, 32, 36, S<>
38, 42, 43, 44, 47, 48.
In onze volgende rubriek geven vvl] d»
op.ossing. L
Oplossing der raaadaela
uit 't vorlqa nummer.
Voor grootereu.
1. Rommel. Rotteradm
onzin
toren
tuinman
angel
radijs
deurknop
antwoord
muildier.
2. Oom Jan la penningmeester van
vereeniging geworden. r),
(Nispen en DtofJ
Hoe zonden we er tegen kunne^
Emilie? (Uden er
Och, Han», leen mij eens €V®''l(M!n).
hoek! maar
Ja, Marie, geel de flchrlfU>",Eefde)-
mee! pri«f
Ik zal u maar geen lang«n _t.n
schrijven, daar u In
toch bij ons komt.
3. Een zeepbel.