Rook de beste sigaret voor Uw
JeuiUeton
UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN,
Financieel Overzicht.
v A A
I
ALKMAARSCHE COURANT van ZATERDAG 26 OCTOBER 1935
p,71 1
1
D00R G, P. BAKKER
Ongezonde crediefuitbreiding in de
Ver. Staten. Politiek van goed
koop geld bevordert de koersstij
ging ter beurze. Toeneming der
winsten van het Amerikaansche
bedrijfsleven. Terughouding op
de produetenmarkten. onregel
matig koersverloop op de Amster-
damsche beurs. Verdere dis
conto-verlaging.
De koersen op de New Yorksche beurs
rijzen de pot uit". In enkele maanden tüds
zijn de noteering van verschillende fondsen
jn waarde verdubbeld, voor enkele bedraag'
de koersstijging zelfs percentsgewijze nog
bieer. Het tempo, waarin de stijging zich vol
trekt, herinnert sterk aan de hausse op de
New Yorksche beurs, die eindigde met de
paniek van October 1929. Natuurlijk hebben
de noteeringen nog lang niet het destijds
geldende niveau bereikt, maar evenmin als
toen staat de beurswaarde der fondsen thans
in verhouding tot het rendement, dat in de
naaste toekomst voor de desbetreffende aan
deden te verwachten is. Ook nu weer Iaat
men zich bij het aankoopen van beurswaar
den leiden door de gedachte, dat de opwaart-
sche conjunctuurbeweging in de Ver. Staten
haar eind nog niet bereikt heeft en dat dus
aile kans bestaat op een verdere toeneming
der winsten van de desbetreffende onder
nemingen.
Bij een vergelijking van de tegenwoordige
situatie met die tijdens den vorigen toestand
blijkt, dat men destijds reeds verscheidene ja
ren van „hoogconjunctuur" achter zich had.
terwijl men zich thans eerst aan het begin
van de economische verbetering bevindt
Daartegenover staat, dat de factoren, die
destijds voor de hausse aansprakelijk waren,
veel overeenkomst vertoonen met die. welke
thans den toestand beheerschen In de jaren
1924/29 immers viel er in de Ver. Staten een
voortdurende crediet-exoansie te constate
ren, die de ongezonde basis voor de hausse
vormde. Het betrekkelijk goedkoope geld, da',
op ruime schaal verkrijgbaar was, verleidde
vele ondernemingen tot uitbreidingen, die
economisch niet verantwoord waren, omdat
zij steunden op ongemotiveerde verwachtin
gen omtrent een voortdurend verdere toe
neming van het verbruik.
Toen het hoogtepunt overschreden bleek
te zijn, was Amerika in last. De veelal met
bankcredieten gefinancierde uitbreidingen
rendeerden niet. fabrieken moesten worden
stopgezet, arbeiders ontslagen en de
crisis was er Zij nam des te ernstiger vormen
aan, omdat de door de banken voorgeschoten
gelden veelal niet tijdig geconsolideerd wa
ren door onuetting in bij het publiek ge
plaatste leeningen De banken zaten dus met
de verliezen als gevolg van het feit, dat de
opgenomen gelden niet konden worden terug
betaald. Zij waren zoo onvoorzichtig geweest
«en naar verhouding te groot deel van de bij
hen gedeponeerde gelden uit te leeoen Toen
de ongerust geworden deposanten hun ge'den
op eeniszins groote schaal begonnen op *e
vragen, konden zij aan deze aanvragen niet
meer voldoen; verschillende bankinstellingen
moesten hun loketten sluiten en in tal van
Amerikaansche staten werd een volledig
moratorium voor de banken afgekondigl
De ontwrichting van het bedrijfsleven, di°
hiervan het gevolg was, heeft langen tijd
haar stempel op de Amerikaansche volks
huishouding gedrukt, en veel particulieren
zijn door het wanbeheer der banken tot den
bedelstaf gebracht.
Men zou mogen aannemen, dat deze ont
wikkeling der Amerikanen wel het een en an
der heeft geleerd. Inderdaad zijn de banken
een tijd lang heel wat minder vrijgevig ge
weest met de verstrekking van credieten aan
het bedrijfsleven, en werd meer dan vroeger
acht geslagen op de doeleinden, waarvoor de
°P te nemen bedragen bestemd waren. De
Amerikaansche regeeringspolitiek is er echter
luist op gericht geweest, en is er trouwens
nog altijd op gericht, om credietverlee.
ning door de banken aan te moedigen In
«lerlei opzichten werd en wordt op de ban
ken Pressie uitgeoefend; door een politiek van
Wed koop geld wordt het bedrijfsleven het op
nemen van credieten vergemakkelijkt Ook
'nans is reeds weder hetzelfde verschijnsel
^an vóór de crisis te constateeren, n.1. dat
bankcredieten worden aangewend voor finan
ciering van investeerinsren op langen termijn,
die volgens gezonde financieele begrippen
a"een door het opnemen van leeningen met
V j »v, v* -
-V: K 'w
UiV
V >4,
i. •■y'' *-"■ C;*-''
L
V/
,W
-v..
behoorlijk langen looptijd gefinancierd zou
den mogen worden.
De Amerikaansche regeering heeft nog
een bijzonedr belang bij de handhaving van
lage geldkoersen, omdat zij hierdoor in staat
is, de uitgaven der schatkist op goedkoope
wijze te dekken. Wanneer men weet, dat de
uitgaven der regeering van 1 Juli (den aan-
Y*n5Yan het nieuwe begrootingsjaar) tot
14 Uctober j.1. de inkomsten reeds met meer
dan een milliard hebben overtroffen, dan
krijgt men een denkbeeld ervan, om welke
bedragen het hierbij gaat. Hoe kunstmatig
ae toestand is, blijkt wel daaruit, dat de
regeering de markt voor staatsfondsen tel
kens opnieuw moet steunen, hetgeen ge
schiedt met behulp van de z.g. „winsten", die
gemaakt zijn op de herwaardeering van het
goud na de dollar-devaluatie. Naar het heet.
zijn de middelen van het uit deze „winsten"
gevormde valuta-egalisatiefonds voor een
groot deel voor des aankoop van staatsfond
sen aangewend. Op de banken wordt telkens
weer een beroep gedaan voor het overnemen
van staatsfondsen met langen zoowel a's
met korten looptijd, met het gevolg, dat
thans ca. 60 van de geheele Amerikaan
sche saatsschuld, die meer dan 30 milliard
dollar bedraagt, zich in de portefeuille der
banken bevindt. Welke gevaren hieruit kun
nen voortspruiten, behoeft nauwelijks in het
licht te worden gesteld. Voor de banken zijn
deze des ernstiger, omdat hun liquiditeits
positie op den duur bovendien geschaad mo»t
worden door de vorenbedoelde toeneming der
tendenz tot verstrekking van bankcredieten
voor investeeringen op langen termijn.
De geldruimte in Amerika wordt in de
hand gewerkt door de toestrooming van bui-
tenlandscbe middelen in verband met de on
zekere politieke verhoudingen aan dezen kant
van den Oceaan. Amerika bezit thans onge
veer de helft van den totalen wereldvoorraad
aan goud; de bankdeposito's en reserve van
de bij het Federal Reserve systeem aangeslo
ten instellingen hebben een geweldigen om
vang aangenomen. Een gevolg van deze
geldruimte is ook een uitbreiding van de
credietverstrekking voor het financieren va t
beurstransacties. Evenals tijdens de vorige
hausse-periode wordt ook nu weer een groot
deel van de effectenzaken met geleend ge'u
doorgevoerd; de lage rente, waartegen h*t
geld verkrijgbaar is, moedigt dergelijk?
transacties aan. Aldus vormen dejage geld
koersen in de Ver. Staten een stimulans voor
de speculatie ter beurze; zelfs zijn zij mede
een oorzaak van de speculatieve hausse-be
weging Zelfs als de regeering dit zou willen,
zou zij deze hausse nog moeilijker kunnen
remmen dan in de jaren vóór 1929 Een ver
hooging der rente op gelden, bestemd voor de
effectenmarkt, gaat onvermijdelijk gepaard
met een stijging van den rentevoet en een
bemoeilijking van de plaatsing van staats-
fondsen'en dit nu kan de regeering in het
geheel niet gebruiken. Liever aanvaardt zij
de inflationistische gevaren, die de tegen
woordige situatie oplevert, in de hoop, dai
een verdere verbetering van den economi-
schen toestand het land over alle moeilijk
heden zal heenhelpen
Ongetwijfeld geeft de economische toe
stand in Amerika een aanmerkelijke verbete
ring te zien, al hebben de werkverschaf
fingsplannen der regeering niet ten volle
aan de verwachtingen beantwoord. Het was
de bedoeling, dat 3)4 millioen werkloozen
wederom arbeid zouden vinden, doch tot
dusverre is ei slechts arbeidsgelegenheid ge
vonden voor circa 1% millioen, zoodat 2
millioen werkloos zijn gebleven. Toch heb
ben verschillende industrieele ondernemin
gen reeds in sterke mate van de economische
opleving geprofiteerd. Uit een statistiek, om
vattende de winsten van 425 industr.eele
maatschappijen in het eerste half jaar van
1935 blijkt, dat in deze periode bijna twee
vijfde van de verliezen van 1929/'32 kon wor
den ingehaald. Het totale winstcijfer ad
468 millioen is 15 pCt. grooter dan in de
eerste helft van 1934 en is hiermede het
hoogste van de laatste vijf jaar. De gedetail
leerde cijfers laten echter een vrij onregel-
gVERSTE SAXON
33)
HOOFDSTUK XXI.
De trommen roffelden. Drie trommelsla
gers kwamen de speelplaats opmarcheeren
Midden op het veld hielden ze halt. De
middelste trad vooruit, De soldeniers ver
drongen zich om hem heen om het nieuws
8oed te kunnen hooren.
..Om vijf uur dezen achtermiddag zal de
brug worden verdedigd. Soldeniers en meer
deren van alle wapenen kunnen daaraan
deelnemen. De overwinnaar zal vijf gouden
rijders als prijs ontvangen. Mannen houdt
u gereed".
..Wij gaan er heen", zei Olivier. „Ik wil
het eens probeeren. Als we vroeg zijn krij
gen we een goede plaats. Het zal er vol
gorden, want het is het meest geliefde spel,
zoowel bij de deelnemers als bij de toe
schouwers We stappen dadelijk op"
wandelden naar het open veld buiten
het kamp. Over een vrij breede beek lag een
stevige houten batterij, die zeker vijf vade
men lang, maar nog geen vadem breed was.
Reeds waren er vele toeschouwers aan-
Wezig, maar steeds meer menschen kwamen
opdagen. De soldeniers soms zelfs groeps
gewijze.
„Daar komen de onzen", riep Olivier en
Saxon zag den ouden wachtmeester met zijn
mannen aankomen. Ze legerden zich dicht
bij de brug in het gras.
Vroolijk trompetgeschal klonk door de
zonnige lucht. Ze gingen aan de overzijde
van de beek o>p een plankier op stoelen zit
ten. Het veld was nu vol belangstellenden.
Soldeniers, vrouwen en kinderen. Kleine
jongens waren als soldaten gekleed, met
trommels en trompetten.
Een overste liet de trommen roeren. Hij
wees twee wachtmeesters aan als kamp
rechters. Een hopman fungeerde als heraut
Zijn luide stem klonk over het heele veld.
„Degene, die de brug wil verdedigen,
komt aan deze zijde. Voor den eersten over
winnaar worden vijf zilveren daalders uit
geloofd".
Olivier stond dadelijk op. Een drietal sol
deniers van andere wapens volgden hem.
Er werd geloot. Olivier had blijkbaar ge
luk. Hij trok zijn laarzen uit en zijn jas.
Alleen in zijn broek gekleed ging hij met
ontbloot bovenlijf op de brug staan.
Een Kroaat volgde zijn voorbeeld. Hij liep
de brug op. Olivier wachtte hem af. Vlug
liep de Kroaat op hem toe, greep zijn arm,
een worsteling volgde. Ze omarmden elkaar.
Langzaam boog de kurasier zijn tegen
stander achterover. Toen liet hij hem plot
seling los, gaf hem een flinken duw en de
Kroaat ging ruggelings de beek in.
Een groot gejuich ging op uit de menigte
De Kroaat kwam weer boven, zwom lang
zaam naar den oever en kroop tegen den
°P i
„Olivier heeft zijn vijf daalders gemak
matig verloop zien.
Zoo behaalden b.v. 43 maatschappijen,
die automobielen en onderdeden vervaardi
gen, in de eerste helft van dit jaar een winst
van 130 millioen, d.i. 57 pCt. meer dan in
de overeenkomstige periode van het vorige
jaar. Bij 27 staal maatschappijen bedroeg de
winst echter slechts 4 pCt. van diie van het
eerste halfjaar van 1934. De automobiel
industrie heeft 45 pCt. van de verliezen, die
sinds 1929 werden geledetL ingehaald. Ge
raamd wordt, dat de tien leidende automo
bielproducenten (Ford niet meegerekend) in
het loopende jaar een totale netto-winst zul
len behalen van 160 millioen, tegen 81.20
millioen in het voorafgaande jaar. De specu
latie op de New-Yorksche beurs richt zich
dan ook voor een groot deel op de aandee-
len van automobielondernemingen, die dien
tengevolge het sterkst in koers zijn geste
gen.
Op de Amsterdamsche beurs is de voort
zetting der koersstijging in Wallstreet niet
zonder invloed gebleven Al is het animo van
ons publiek voor Amerikaansche fondsen
heel wat minder groot dan tijdens de vo
rige hausse-periode, welker ongelukkige af
loop zoovelen leergeld heeft doen betalen,
toch breidt de handel in Amerikaansche sha-
res zich weer zienderoogen uit, op grond
van de verwachting, dat de industrieele ex
pansie goede kansen op een verdere toene
ming der winsten biedt.
Met een uitbreiding van de belangstelling
voor Amerikaansche waarden is een inkrim
ping van de vraag naar cultuurfondsen ge
paard gegaan, die dan ook over de geheele
linie koersverliezen hebben moeten boeken,
mede als gevolg van winstnemingen na de
voorafgegane koersstijging. Er bestaat een
toenemende onzekerheid over de prijsontwik
keling op de produetenmarkten in de naaste
toekomst. Eenerzijds is het nog niet moge
lijk, eenigerlei inzicht te krijgen omtrent de
uitwerking van de economische sancties op
het prijsverloop, aan den anderen kant geeft
de betere beoordeel ing van de vredeskansen
aanleiding tot terughouding, omdat het
wel vaststaat, dat de vraag voor oorloge,
doeleinden in sterke mate heeft bijgedragen
tot de prijsverbetering van tal van artike
len. ntusschen ziet het er naar uit, alsof de
hierdoor ontstane opleving de goederenmark
ten over het doode punt heeft heengeholpen
De verbetering van de statistische positie
tengevolge van de vermindering der „zicht
bare" voorraden, al dan niet het gevolg van
oorlogsvraag, zal in elk geval een krachtige
steun aan de markt kunnen verleenen, zoo
dat deze vermoedelijk niet weer gemakkelijk
tot het vroegere lage niveau zal inzakken.
Op de Java-suikerraarkt zijn verdere prijs-
verhoogingen achterwege gebleven, maar
wel hebben er de laatste week nog vrij gere
geld afdoeningen plaats gevonden. Op grond
van de tot dusverre plaats gevonden verkoo-
pen en de verwachtingen voor de volgende
maanden kan worden geraamd, dat de sui-
kervoorraad op Java aan het eind van dit
seizoen, d.w.z. eind Maart 1936, gedaald zal
zijn tot circa 825.000 ton, tegen 1.610.000
ton een jaar geleden. Hiermede zal dan een
belangrijke etappe zijn afgelegd op den weg
naar aanpassing aan de veranderde afzet-
verhoudingen voor de Java-suikercultuur.
Suikeraandeelen, die het meest van de
koersstijging in de vorige week hadden ge
profiteerd, hebben ook het meest van de
winstnemingen in de afgeloopen week te lij
den gehad Rubberaanaeelen zijn ook in
koers teruggeloopen, hoewel de vooruitzich
ten der rubbermarkt beter worden beoor
deeld, nu de Ned.-Indische regeering het uit
voerrecht op bevolkingsrubber als restrictie
middel in den laatsten tijd voortdurend
heeft opgevoerd. In tien dagen tijds werd het
in drie étappies van telkens 1 gebracht van
22 op 25 per 100 K.G. In tabaksaandee-
len is weinig omgegaan; de koersen zijn
meerendeels iets afgebrokkeld.
Voor industrieele waarden was de stem
ming aanvankelijk eveneens flauw, maar tij
delijk trad een krachtige verbetering in, on
der leiding van aandeden Philips Een groo
te kooporder voor deze aandeden kon slechts j
teen een aanmerkelijk hoogeren prijs wor-1
den afgesloten, daar er weinig vlottend ma
teriaal aan de markt was. Met het oog op de
bevredigende ontwikkeling van het bedrijf
zijn de houders van dit fonds blijkbaar wei
nig geneigd, om hun bezit tot de tegenwoor
dige noteeringen van de hand te doen. Uit
de mededeelingen in de jongste algemeene
vergadering is gebleken, dat de maatschap
pij de debiteuren in Italië meerendeels heeft
kunnen dekken. Er worden geen goederen
naar Italië verzonden dan in compensatie met
gelijktijdigen uitvoer uit Italië. Wanneer
sancties tegen Italië zullen worden getrof
fen, dan zullen de fabrieken van Philips al
daar zich zoo goed mogelijk zien te helpen
Aandeelen Koninklijke Petroleum konden
iets in koers verbeteren, in aansluiting op de
vaste stemming voor Amerikaansche olie-
aandeelen.
De stemming voor beleggingswaarden
werd gunstig beïnvloed door de verdere ver
ruiming van de geldmarkt, die de Neder
landsche Bank aanleiding heeft gegeven tot
een nieuwe disconto-verlaging, thans van K
pCt., zoodat het disconto thans weer 434
pCt., de beleeningsrente 5 pCt. is. Ook de
jongste weekstaat van de Nederlandsche
Bank, die weer een toeneming van den goud
voorraad aanwijst, met een gelijktijdige da
ling van de disconteeringen en de beleenin
gen, maakte een goeden indruk. De ontspan
ning in den toestand komt wel duidelijk tot
uiting in het resultaat van de jongste emis
sie van schatkistpapier, die aanmerkelijk
werd overteekend. De drie- en zesmaandspro-
messen konden ditmaal plaatsing vinden te
gen een disconto van 4 pCtterwijl bij de
uitgifte in de vorige maand nog een discon
to van 5 3/4 pCt. moest worden toegestaan.
Het koersverloop voor Nederlandsche staats
fondsen viel in zooverre niet mee, dat een ver
der herstel achterwege bleef; gemeentelee-
ningen konden nog fractioneel in koers ver
beteren. Men maakt zich hier eenigszins be
zorgd over de politieke berichten uit Frank
rijk, waar de vrees, dat het ministerie Laval
zich niet zal kunnen handhaven, reeds tot
een flauwe stemming voor Frankhe staats
fondsen heeft geleid. Nieuwe politieke strub
belingen daar te lande met den invloed, die
hiervan onvermijdelijk op de valuta-verhou
dingen uitgaat, zouden het nauwelijks her
wonnen evenwicht op de internationale valu
tamarkt opnieuw in gevaar kunnen brengen.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
4 pCt. Nederland 97, 963/4;
3y2 pCt. Nederland 91 1/4, 921/4;
2*4 pCt. NW.S. 741/4, 733/4;
4 pCt. Ned.-Indië 95*4, 94 7/8, 951/4,
94 15/16;
4 pCt. Amsterdam 911/16, 92, 91 3/4;
4 pCt. 's-Gravenhage 96, 97 1/4, 961/4;
3% pCt. 's-Gravenhage 89, 90k
4 pCt. Rotterdam 8834, 89, 88 5/8;
Handelsver. Amsterdam 20714, 199, 204;
Javasche Cultuur 119, 110, 113 3/4;
N.I.S.U. 107%, 99, 103;
Vorstenlanden 22, 23, 20 1/4, 21 5/8;
Amsterdam-Rubber 10814, 10414, 1067/8;
Oost-Java Rubber 112%, 1061/4, 111;
Serbadjadi 64, 5914 60 5/8;
Deli Batavia Mij. 140, 138 1/4, 139;
Deli Mij. 160, 15714, 15914;
Kon. Petroleum 194, 1921/4, 1951/4;
Philips 253, 256, 244%, 250, 244;
Unilever 9914, 1013/4, 1001/4;
Gen. Motors 29 7/16, 31 1/8, 30 15/16;
U.S. Steel 267/8, 281/8;
Chrysler 4714, 51 9/16.
LXIII.
Mr. M. MENDELS.
O! Ik herinner mij nog zeer levendig
den tijd, dat mr. Mendels geen lid van ons
Hoogerhuis was.
En:
Als ik mij dat herinner, denk ik meteen
aan een mij bekend gezin, waar de ooievaar
met verbijsterende regelmaat steeds weer
een nieuw kindje bracht. En het waren al
lemaal prachtkinderen, schoon op de weeg
schaal acht-en-half pond, en zoo rustig. Je
had er eenvoudig geen kijken naar. Kind
na kind arriveerde, en had weer dezelfde
evenwichtige en kalme natuur als z'n voor
ganger. Totdat ook de vrede van dezen hu
welijksvijver werd verstoord door een zwa-
ren steenplons. Of de ooievaar zich in het
adres had vergist, dan wel de natuur ein
delijk ook hier eens een variatie wilde afle
veren, wie zal het zggen? Maar zeker is,
dat te midden van al die lieve en rustige en
volgzame kindei en plotseling de belhamel
arriveerde, die met z'n armen en beenen in
de wijde wereld rondsloeg en wat meer
zegt nooit z'n mond dichthield.
Dat werd me daar een gekakel en een sen
satie en de bengel groeide op en maakte
alle broertjes en zusjes aan den gang, en
hij ging zóó te keer, dat vader en moeder
dikwijls, of ze wilden of niet, moesten mee-
lachen.
Kijk:
dat nu was de geboorte van Mr Mendels
als lid der Eerste Kamer.
O! wat een gezin van prachtige rust was
toen onze Senaat. Stuk voor stuk aten de
afgevaardigden uit des voorzitters hand.
Het debat was altijd als een keurig-geharkt
tuintje voor een fatsoenlijke burgermans
woning. Er werd nu letterlijk geen onver
togen woord gezegd, en alles ging precies in
de maat. De paden van het tuintje lagen
liniaal-recht, met helder grint bestrooid; het
gras werd altijd op tijd geknipt; er waren
aardig perkjes met reseda's en fuchsia's en
hier en daar stond een stokroos, en in het
midden was een allerliefst vijvertje met een
paar goudvisschen. En de tuinman of hij
Schimmelpenninck van der Oye heette dan
wel van Voorst tot Voorst hield alles
keurig bij en zorgde dat het tuintje-van-het-
debat altijd in orde was, geen voet het gras
plat liep of het nette grint verschopte.
En wat heb ik er, als journalist, vele Ja
ren op een bankje gezeten in de zon, met de
bloemetjes om me heen, en het was er louter
vrede en ik had soms moeite om niet in
slaap te dommelen.
Maar toen ik er weer eens zat, daar, plot
seling, een snelle voetstap, het grint werd
vertreden, het gras werd platgeloopen, er
klonk een luide roep, de goudvisschen doken
diep van schrik en de tuinman kwam aan-
loopen en heel het vredetuintje stond plotse
ling in een storm van oproer.
Dit was de eerste interruptie van mr.
M. Mendels Jr., de nieuwe baby van den
electoralen ooievaar
De heer Mendels, in 1919 lid der Eerste
Kamer geworden, heeft er de interruptie in
gevoerd, en sindsdien is er vrijwel geen debat
meer verloopen, of hij nam er in dit opzicht
zijn portie van. De tuinman, die in het begin
boos keek, liet den bengel spoedig maar over
de prachtige paadjes ravotten. Hij kon hem
toch niet aan. Tenslotte kreeg hij er zelf
schik in. Ja, voor deze erentfeste vergade
ring was de interruptie werkelijk niets min
der dan een revolutionnair product van een
hyper-democratischen tiid, maar voor den
heer Mendels was zij n bekend, geliefd en
gemakkelijk-gehanteerd wapen in den politie-
ken- en parlementairen strijd.
Toen hij Senator werd, had hij zoo al het
noodige achter den rug: bezoldigd propa
gandist van zijn partij; lid van den gemeen
teraad van Zaandam, Utrecht en Hilver
sum; lid van de Provinciale Staten van
kelijk verdiend", zei de oude wachtmeester.
Het vierde peleton juichte en moedigde hun
kameraad aan.
Een tweede kampioen trad in 't strijd
perk. Op een holletje rende hij de brug op,
trachtte Olivier te scheppen, maar deze
hield zijn beenen stijf gesloten boog zich
over den rug van zijn tegenstander, greep
hem om de heupen en wierp hem in het wa
ter.
„Bravo" riepen de kurassiers., ,Leve Oli
vier". Deze keek trotsch glimlachend naar
zijn kameraden, wuifde even met de hand
„Als hij nu nog de derde zijn vet geeft,
heeft hij rust en mag hij straks de brug
weer verdedigen", legde de wachtmeester
uit. ,Zeg, je moest het ook eens probeeren".
Maar Saxon gaf geen antwoord.
De derde aanvaller betrad voorzichtig de
kampplaats. Olivier boog zich voorover, de
handen vooruitgestoken Ze grepen elkaai
om het middel. Dan werd de een, dan de
ander een pas teruggedrongen. Ze kampten
als twee stieren. Hun pezen waren tot het
uiterste gespannen. Toen gleed Olivier uit
en de ander stiet hem in de beek Fier
richtte zijn tegenstander zich op. Moeilijk
zwemmende bereikte Olivier den oever en
wierp zich hijgend en doodelijk vermoeid bij
zijn vriend op het gras.
„Je hebt je best gehouden", troostte de
oude snorrebaard. „De vijf daalders heb je
verdiend".
„Een stoere rakker, die vent daar", meen
de de korporaal en wees op den overwin
naar
De heraut riep nieuwe kampvechters op en
velen meldden zich aan.
Na nog een overwinning werd ook deze
kampioen verslagen. Een groote hellebaar
dier onttroonde hem en deze viel weer door
een Waal. Zoo duurde de strijd voort, maar
niemand versloeg drie vijanden.
„Zie je", verklaarde de korporaal. „De
aanvaller is frisch en heeft dus een grooten
voorsprong. Als je kans wilt hebben op den
prijs doe je beter tot het laatst te wach
ten".
Een groote Waal stond zegevierend op de
brug. De korporaal trok zijn jas en laar
zen uit.
„Wachtmeestertje", zei hij. „Ik geloof dat
ik nu eens zal beproeven die gouden rijder-
tjes in de wacht te sleepen. Die Waal ver
veelt me. Als ik ze win hebben we van
avond feest".
„Ik zet een nieuwen blanken daalder op
hem", stelde de wachtmeester voor Maar
geen der kurassiers wilde tegen de kansen
van hun vriend wedden.
Kalm betrad de korporaal de brug, knikte
den Waal vriendelijk toe en wierp hem na
een korte worsteling in het water.
Het vierde peleton juichte.
Maar ook zijn noodlot kwam.
Een lange magere musketier bracht hem
ten val.
De musketier keek minachtend in het
rond. De heraut riep weer nieuwe kampi
oenen op. Voor de tweede maal schetterde
de trompet, maar niemand bood zich meer
aan.
„Vervloekt", bromde de oude snorrebaard
„Mijn beide sterkste kerels geslagen Als ik
maar twintig jaar jonger was Is er dan
geen enkele ruiter meer die dien langen
musketier zijn vet kan geven?" Hij keek
zoekend om zich heen.
De wachtmeester der musketiers stond
niet ver van de kurassiers verwijderd Sma
lend riep hij: „Er schijnt niet veel fut meer
in je ruiters te zitten, oude".
Saxon had met groote belangstelling den
strijd gevolgd en hij kreeg grooten lust dien
langen musketier in de beek te gooien, maar
zijn verstand bleef de baas. Hij mocht zich
niet te veel bloot geven.
„Willem", zei de wachtmeester, „misschien
zou jij Ik heb je spieren gevoeld. Maar
neen het zou je niet lukken. Het regiment
van Montecucouli moet zijn nederlaag dra
gen".
I oen dacht Saxon er aan hoe vriendelijk
ze allen voor hem geweest waren. Hij stond
langzaam op.
„Wou je het toch beproeven?" riep de
snorrebaard vol geestdrift uit. „Jij bent
een kerel".
Saxon trok laarzen en buis uit. De kuras
siers keken vol bewondering naar zijn bree
de schouders, zijn sterke armen, zijn borst
spieren zwaar als de buste van een vrouw.
„Hij kan het. Hij zal het doen", juichte
de oude.
„Wreek mij, kerel", zei de korporaal.
Ten derden male schetterde de trompet.
„Voor de laatste maal", klonk de stem van
den heraut.
„Ik wed een daalder op hem", schreeuwde
de oude.
„En ik", zei de korporaal. „En ik", zei
Olivier.
(Wordt vervolgd.)