8 8 □v45ïlESAXON ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 28 OCTOBER 1935 Siad m Omqemnq BEANTWOORDING VRAGEN VAN DEN HEER V. P. KEIJSPER BETREFFENDE EXPLOITATIE CENTRAAL ZIEKENHUIS. Een schrijven van regenten. Slotopmerkingen. eoooeo© Jladioptoacamma Oeuitleton .522? G. P. BAKKER aan" In bijlage nr. 147 betoogen B. en W. het volgende: Omtrent de schriftelijk door den heer Keijsper bij uwe vergadering ingediende op merkingen betreffende de exploitatie van het Centraal Ziekenhuis en hetgeen daarmede samenhangt, waarin aan het slot eenige be schouwingen gewijd worden aan de controle op de opneming en den duur der verpleging van armlastige patiënten, hebben wij ove<-e»n- komstig uw besluit van 3 September j.1. het advies ingewonnen van Regenten dier in richting, welk advies hierna is afgedrukt Met betrekking tot de opmerkingen, welke aan den geneeskundigen- en gezondheids dienst zijn gewijd, t.w. de opneming en den duur der verpleging van armlastige patien ten in het Centraal Ziekenhuis en het St Elisabeth-Ziekenhuis, deelen wij U het vol gende mede: Men kan niet, zooals de heer Keijsper doe1, volstaan met de kosten voor verpleging van armlastige patiënten in de beide ziekenhuizen over de laatste drie jaren naast elkaar zetten en daaruit conclusies trekken. Eerst zal men moeten weten, hoe de post verpleegkosten is samengesteld. Het gemiddeld aantal verpleegdagen wordt sterk beïnvloed door de soort ziekten, waaraan de verpleegden lijden. Zijn er onder die verpleegden verhoudingsgewijs velen, die lijden aan chronische ziekten, dan zal b*t gemiddelde aantal verpleegdagen sterk stij gen en omgekeerd, indien er meer lijden aan acute ziekten, zal dat gemiddeld aantal dalen. Een verpleegtijd van ongeveer drie weken mag men beschouwen als de verpleegduur voor acute ziekten. Past men deze onderscheiding toe op de cijfers, door den heer Keijsper aangenaaid voor het eerste halfjaar 1935, dan blijkt, dat in het St. Elisabeth-Ziekenhuis 46.3 der patiënten drie weken en korter verpleegd werden en in het Centraal Ziekenhuis 32 9 Het aantal chronische patiënten in het Centraal Ziekenhuis is dus verhoudingsge wijs veel grooter dan in het St. Elisabeth- Ziekenhuis en een natuurlijk gevolg daar van is, dat het gemiddeld aantal verpleeg dagen hooger moet zijn. Is er nu, tengevolge van een controle vol gens ongelijken maatstaf, een verschil in ver pleegduur van de chronische patiënten? Die vraag mag gesteld worden, want een onge lijke maatstaf kan weinig invloed uitoefenen op een betrekkelijk korten verpleegduur, maar kan juist tot uiting komen fcuj langen verpleegduur. Trekt men nu de verpleegdagen der bovengenoemde korte verpleging af van de totalen der beide ziekenhuizen en deelt men de resten door de aantallen chronische patiënten, dan krijgt men voor het St. Elisa beth-Ziekenhuis een gemiddelden verpleeg duur voor die chronische zieken van 56 dagen en voor het Centraal Ziekenhuis var. 56 dagen. Practisch is dat o. I. voor die chronische riekten geen verschil. Hoe gemakkelijk kan immers de ver pleegduur b.v. aan longtuberculose of zenuw ziekte één, twee of meer weken uit elkaar loopen, zonder dat aan de gelijkheid van maatstaf te kort wordt gedaan. Uit het vorenstaande blijkt naar ons oor deel, dat de bewering van den heer Keijsper over het aanleggen van tweeërlei maatstaf bij de controle op de opneming en den ver pleegduur van armlastige patiënten in de zeide ziekenhuizen niet gegrond is. Mocht uwe vergadering van gevoelen zijn, dat de nota van den heer Keijsper hiermede «n met de opmerkingen van Regenten vol doende is beantwoord, dan zouden de stukken thans voor kennisgeving kunnen worden aan genomen. Van het college van regenten ontvingen B. 01 W. het volgende schrijven: Naar aanleiding van het om advies in °nze handen gestelde schrijven van het lid van den raad, den heer Keijsper, hebben wij de eer u te berichten, dat wij ons tot een zake lijke beantwoording daarvan meenen te moe ten beperken. Wij zuilen daarbij het schrijven van den heer Keijsper op den voet volgen. a. Administratie. Volgens art. 12 vijfde lid van het Regle ment op het Ziekenhuis moet de boekhouding worden overeenkomstig de voor nritten van Burgemeester en wethouders. ?et 10 gebruik nemen van het nieuwe w/Iu,IS 'n °Pdracht van Burgemeeste, wethouders de boekhouding ingericht oor den Controleur der Gemeentefinanciën. Hieruit blijkt o. i. duidelijk, dat de boek houding geheel voldoet aan de eischen, die stek)33" vanwege de gemeente worden ge- k,7°eni voortschrijdende ervaring Dieek, dat het berekenen van den kostprijs der erplegmg door een andere wijze van boek- n uding gemakkelijker kon geschieden, heef! ons college den administrateur opgedragen zich te bezinnen op wijzigingen. m l rj nada* deze opdracht was gegeven, oieek dat de „Vereeniging van Administra tieve (Economische) Hoofden van Ziekenin- richtingen in Nederland" een commissie .bad benoemd om een rapport samen te stellen over de indeeling van de boekhouding van ziekenhuizen en wel in dier voege, dat daar in leidende beginselen voor de administratie worden gegeven, opdat onderlinge verge- hjking van de kosten der ziekenhuizen moge lijk is. 6 Wij achtten dit van zoo groot belang, dat wij het rapport wenschten af te wachten, al vorens voorstellen te doen om de administratie van het Centraal Ziekenhuis te veranderen Vorenbedoeld rapport is 4 Mei 1934 ver schenen, waarna de administrateur van het ziekenhuis het in studie heeft genomen en de reorganisatie heeft voorbereid. Uiteraard mag een omvangrijk werk als dit niet overhaast geschieden, daarvoor is de boekhouding een te belangrijk element voor een economisch beheer van net ziekenhuis Wij hopen échter binnenkort hieromtrent onze voorstellen bij u te kunnen indienen. Het ontwerp is reeds den 26 Juli j.1. aan het Bureau voor Verificatie en finantieele advie zen ter beoordeeling gezonden, van welk bureau thans nog geen antwoord is ontvan gen. Wij merken hierbij op, dat de heer Keijsper vóór het schrijven van zijn stuk met de in voorbereiding zijnde plannen tot wijziging der boekhouding bekend was en dus met zijn aandrang om verbetering in die boekhouding te brengen, slechts een oj>en deur intrapt. Verder heeft het ons college wel verwon derd, dat de heer Keijsper bij zijn bezoek aap onze instelling geen enkel register of boek heeft ingezien, ofschoon de administrateur deze tot zijn beschikking stelde. b. De juistheid der cijfers bij dc begrooting. Deze aangelegenheid is uitvoerig toege licht in de hiervoor met u gevoerde cor respondentie en bij de behandeling in den raad. Ons college wenscht nadrukkelijk vast te leggen, dat aan de gemeente steeds volledig inzicht is gegeven inzake de financieele uit komsten, hetgeen naast de jaarlijks inge diende rekeningen ook blijkt uit de ingezon den begrootingswijziging 1934, zoodat het college de insinuatie van den heer Keijsper alsof met geheime reserves, buiten voorken nis der gemeente, bijzondere uitgaven zijn gedaan, met verontwaardiging afwijst. c. De verpleegprijzen. De vaststelling der verpleegprijzen in hu Centraal Ziekenhuis behoort niet aan het col lege van regenten, doch aan den raad. Daarbij heeft de raad zich op het stand punt gesteld, dat de tarieven in de twee, ir. de gemeente aanwezige ziekenhuizen, gelijk moesten zijn. Concurrentie in dit opzicht diende ver meden te worden. Wij achten dit standpunt juist, zoodat van ons geen voorstel tot wijziging is te wachter zoolang deze overeenstemming in de tarieven bestaat. Nauwlettend wordt toegezien, dat in het Centraal Ziekenhuis afwijking van de tarie ven niet plaats vindt. Indien de raad verpleegprijzen ging vast stellen op de basis van kostprijsberekening, zou van het juiste standpunt afgeweken moe ten worden, omdat de onderscheidene facto ren, welke den kostprijs bepalen, in twee verschillende ziekenhuizen altijd verschil lend zullen zijn. d. Eventueele bezuinigingen. Bij de beoordeeling van de kosten van elec triciteit, gas, water en kolen moet er rekening mede worden gehouden, dat het Centraal Ziekenhuis is gevestigd is een tot ziekenhuis ingericht bestaand gebouw, terwijl het St Elisabeth ziekenhuis is gevestigd in een spe ciaal daarvoor gebouwde inrichting. In de tweede plaats heeft bij de keuze der verwarmingsinstallatie voorgezeten, dat cokes als brandstof kan worden gebruikt, op dat het Centraal Ziekenhuis zijn brandstof van de Gemeente Gasfabriek zou kunnen be trekken. Dientengevolge is de installatie niet, zooals in het St. Elisabeth Ziekenhuis, ge schikt voor de allergoedkoopste brandstof Overigens merken wij op, dat een groot deel dezer kosten, volgens onze berekeningen voor mêer dan de helft, behooren tot de vaste kosten, onafhankelijk van het aantal ver pleegdagen. Het aantal verpleegdagen is daarom geen betrouwbare basis voor de vergelijking dezer kosten van twee ziekenhuizen. Dit blijkt ook ten duidelijkste uit de door den heer Keijsper verstrekte cijfers van het St. Elisabeth Ziekenhuis, waar deze kosten ondanks een vermindering van het aanfal verpleegdagen van pl.m. 10 stijgen met 7 In het Centraal Ziekenhuis zijn deze kos ten daarentegen met pl.m. 5 gedaald niet tegenstaande de verpleegdagen vrijwel geliik zijn gebleven, hetgeen een aanwijzing is, dat deze uitgaven de voortdurende aandacht van regenten en directie hebben. Ten opzichte van het onderhoud van ge bouwen en terreinen lanceert de heer Keijsoer een veronderstelling. Blijkbaar mist hij daar voor bewijzen. Wij kunnen hierop slechts antwoorden, dat regenten hun uiterst best doen, met inacht neming van een goed onderhoud, de zuinig heid te betrachten.. Voor het onderhoud van den tuin wordt een vast bedrag aan gemeenteplantsoenen uitgekeerd, welk bedrag indertijd in overleg met den directeur der plantsoenen werd vast gesteld. Het onderhoud geschiedt tot ons volkomen genoegen, terwijl wij niet den indruk hebben, dat daaraan te veel ten koste wordt gelegd Wij kunnen constateeren, dat de wijze waar op de inschrijvingen voor leveringen ten be hoeve van het Centraal Ziekenhuis plaats vinden, ook de instemming van den heer Keijsper heeft. Wanneer de gunning niet aan den laag- sten inschrijver plaats vindt, geschiedt zulks uitsluitend om zakelijke redenen. In het openbaar maken van de resultaten der inschrijvingen zien wij geen voordeel voor het ziekenhuis. Inschrijvers, die nadere inlichtingen wen- schen omtrent de gunning, worden steeds volledig ingelicht. Het overige gedeelte der slotopmerkingen betreft den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst en kunnen wij der halve buiten beschouwing laten. WIJZIGING OEMEENTE- BEGROOTING, DIENST 1935, B. en W. schrijven in bijlage nr. 146: In de gemeentebegrooting voor 1935 is onder volgnummer 495 een jx*t van 309.000 uitgetrokken voor steun aan werk- loozen. Het is ons gebleken, dat deze raming te laag is. Volgens van den directeur van het bureau voor sociale zaken ontvangen mede deel ing is tot en met 28 September j.1. 306.000 uitgekeerd. Vermoedelijk zal tot 31 December a s. nog noodig zijn 124.000, zoodat in totaal op een uitgaaf van ƒ430.000 moet worden gerekend. In verband hiermede zal de bijdrage uit het werkloosheidssubsidiefonds van/223 000 tot 342.800 kunnen worden verhoogd, ter wijl de post voor onvoorziene uitgaven, waarop f 23.232.01 beschikbaar is, met 1200 zal moeten worden verlaagd. Het is gewenscht de gemeentebegrooting met deze nadere gegevens in overeenstem ming te brengen. Blijkens haar bij de stuk ken gevoegd advies kan de commissie van bij stand voor de financiën zich hiermede ver eenigen. Zij stellen daarom voor dienovereen komstig te besluiten. VERLICHTING STILSTAANDE BAKFIETSEN EN RIJ- EN VOER TUIGEN. In bijlage 150 schrijven B. en W.: Bij Koninklijk Besluit van 28 Augustus 1936, in werking getreden op 7 October j.1., is behalve de wijziging van het motor- en rijwielreglement ten aanzien van het voe ren van witte achterspatborden door rijwie len e.d. tevens bepaald, dat rijwielen op meer dan twee wielen, ingericht voor het Dinsdag 29 October. HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uit- zending). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl. 11.3012.Godsd. halfuur. 12.15 Gr.pl. en orkestconcert. 2.Vrou wenuur. 3.4.Modecursus. 4.15 Gr.pl. en schlagermuziek. 5.30 Kóorconcert. 6.Schlagermuziek. 6 40 Lezingen. 7.35 Gr.pl. (8.— Ber.) 8.35 Populair concert en cau serie. 9.45 Symph.-concert. (10.30 Ber. en gr.pl. 11.15—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301 M. (AVRO- iiitz.) 8.Gr pl. 9.Ensemble Jetty Cantor. 10.Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek. 10.30 En semble Cantor. 11.11.30 Orgelconcert Fr. Hasselaar, mmv. Tr. de Bruyn, zang. 12.30 Omroep orkest olv. N. Treep en gr.pl. 1.45 Zang door A. M. Boezaardt. Aan den vleugel E. Veen. 2.Omroep orkest olv. N. Treep. (In de pauze zang door A. M. Boezaardt). 3. 4.Kniples. 4.15 Gr.pl. 4.30 Radiokinderkoorzang olv. J. Hamel. 5— Voor kleine kinderen. 5.30 VPRO. Ds. B. J. Aris: Bijbelvertel lingen. 6.— Gr.pl. 6.30 RVU. Psy chologische causerie dr. Th. van Schelven. 7.Kinderkoor „Zang- lust", olv. W. Hespe, m. m. v. R. BoenderHesjje, piano. 7.30 En- gelsche les Fred Fry. 8.Ber. 8 10 Omroeporkest olv. N. Treep. 8.45 Cabaretliedjes door Ch. de Boer. 9.05 Fransche operettemuziek. 9.45 Serieuze muziek (gnpl.) 10.20 Cau serie over de match Euwe—Aljechin. 10.25 De Avro-Decibels olv. E. Meenk (uit Casino, den Bosch). 11.— Ber. 11.10—12.— Uit de Stadtschanke, A'dam: Frankly's 16 Musical Stars. DROITWICH, 1500 M. 1035 10.50 Morgenwijding. 11.05 Cau serie. 11.20 Orgelspel S. Torch. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Gr.pl. 12.35 Het Cellini-trio. 1.20 Het Schotsche Studio orkest m.m.v. Fr. Brady, zang. 2.25 Voor de scholen. 3.10 Gr.pl. 3.55 Voor de scholen. 4.20 Causerie. 4.40 M. Bis- sett, alt, mmv. trio. 5.35 Het Bronk- hurst Trio. 6.20 Ber. 6.50 Koorcon cert. 7.15 Fransche les. 7.50 Lezing. 8.20 Russisch Cabaretprogr. mmv. Anna Sten. 9.05 BBC-dansorkest o. 1 v. H. Hall. 9.50 Ber. 10.20 Le zing. 10.40 E. Kersey, viool en K. Falkner, zang. 11.3512.20 Jack Jackson en zijn band. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert olv. Doyen. 2.50 Gr.pl. 4.20 Orkestcon cert olv. Krettly. 5.50 Orkestconcert olv. Tomasi. 6.50 Vervolg concert. 9.05 Gevar. concert. 11.05—12.35 Dansmuziek. KALUNDBORG, 1261 M. 1130 1.20 tSrijkorkest olv. Andersen. 2.20 Strijkorkest olv. Warny. 4.— 4.20 Zang en piano. 7.20 Omroep orkest olv. Gröndahl. 9.40 Omroep orkest olv. Gröndahl. 10.2011.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 5 50 Orkestcon cert. 11.20 Uit Leipzig: Omroep orkest, Emdé-orkest en solisten. 1.35 Gr.pl. 3.30 Zang en piano 4.20 Omroepkleinorkest o.l.v. Eysoldt 6 20 Omroeporkest olv. Buschkötter. 7.30 Lanner- en Straussconcert d. h. Omroeporkest olv. Buschkötter. 8.20 Radiotooneel. ROME, 421 M. 8.10 „Gigolette" operette van Lehar. Orkestleiding C. Lombardo. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M-: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.50 —2.20, 5.20, 6.35 en 7.35 Gr.pl. 8 20 Gevar. progr. 10.3011.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 en 1.30—2.20 Het Constantin-orkest. 5.20 Salon orkest. 6.20 Gr.pl. 6.50 Salonorkest. 8.20 Symph.-concert olv. Corneil de Thoran. 10.05 Gr.pl. 10.30—11.20 Dansmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Populair concert uit Bres- lau, olv. Topitz. Hierna „Die Wun- derpuppe" naar Audran's operette. 9.20 Ber. 9.50 zang en piano. 10.05 Weerbera 10.20—11.20 Kamermu ziek. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum I. Lijn 2: Hilversum II. Lijn 3: D.sender 8.1120, Droitwich 11.2011.50, Kalund- borg 11.50-12.20, Brussel (VI.) 12.20—14.20, Ka.undborg 14.20— 14.50, Parijs Radio 14.5015.50, D.sender 15.5016.20, Pariis R. 16 20-17.20, Brussel VI. 17.20- 18.50, Parijs R. 18.50—19.35 Bero- münster 19.3521.30, Weenen 2130—22.10, Stuttgart 22.10— 24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8.05—8-50, Lond. Reg. 10.35—13 20, Droitwich 13.20—14.20, Lond. Reg. 10.35— 13.20, Droitwich 13 20—14.20, Lond. Reg. 14.20—17.35, Droitwich 17.35—18.20, Hamburg 18.20— 18.50, Droitwich 18.5019.15, Lond. Reg. 19.15—20.20, Droitwich 20.20—21.50 en Lond. Reg. 21.50— 24.— vervoer van goederen, zoomede rij- en voer tuigen, geen motorrijtuigen of rijwielen zijn de, van voren moeten voorzien zijn van twee lantaarns, die voorwaarts een helder wit licht uitstralen en van achteren van een lantaarn, die achterwaarts een rood licht uitstraalt, een en ander voorzoover bedoel de bakfietsen en rij- en voertuigen zich tus- schen een halfuur vóór zonsopgang en een half uur na zonsondergang op een weg be vinden. Dit brengt het bezwaar mede, dat van bakfietsen en rij- en voertuigen, die des avonds op straten of pleinen aanwezig zijn, onverschillig of daarmede gereden wordt of dat zij daar parkeeren, de lichten van voren en van achteren moeten branden. Intusschen kan uwe vergadering bepalen, dat het voeren van een dergelijke verlichting op bepaalde plaatsen binnen de bebouwde kom niet noodig is voor stilstaande bakfiet sen en rij- en voertuigen. Krachtens artikel 40 der Verkeersverorde- ning is aan het College van B. en W. opge dragen de plaatsen binnen de bebouwde kom aan te wijzen, waar des avonds de ver lichting ten aanzien van stilstaande motor rijtuigen niet noodig -is. Dienovereenkomstig hebben B. en W. aangewezen alle wegen, gelegen in de bebouwde kom, voorzoover de ze wegen verlicht zijn door openbare ver lichting. Het verdient aanbeveling, dat een derge lijke delegatie ook ten aanzien "an de hier voor genoemde nieuwe bepalingen van het motor- en rijwielreglement in het leven wordt geroepen. Dit biedt het voordeel, dat de door B. en W. te nemen besluiten zoo spoedig mo gelijk kunnen worden aangepast aan ae tel kens wisselende behoeften van het verkeer. Wij geven mitsdien uwe vergadering in overweging de verkeersverodening in dezen geest aan te vullen en bieden u daartoe on derstaand ontwerp-besluit ter vaststelling aan. Verordening tot wijziging der verkeers- verordening. Voorgesteld wordt de verordening te wij zigen, door een nieuw artikel in te voegen, waardoor wat geldig is voor stilstaande mo torrijtuigen, ook te aoen gelden voor rijwie len op meer dan twee wielen, ongeacht voor het vervoer van goederen en rij» en voertui gen. VERHAAL INKOOPSOMMEN. In bijlage nr. 144 stellen B. en W. voor het verhaal voor pensioenbijdragen voor alle ambtenaren, ook voor de tijdelijk aangestel- den, op het maximum te stellen. VERORDENING DIENST COMMISSIES. In bijlage nr. 145 stellen B. en W. den raad voor een verordening, regelende de in stelling, samenstelling en werkwijze der dienstcommissies, vast te stellen. 34) >,Wie zegt dat daar?" aitwoordde de Jachtmeester der musketiers. „Ik neem het aan. Met jou en jou. Ieder voor een daalder. De lange Samson zal hem gauw even wat Jater te drinken geven". Saxon was inmiddels den musketier ge naderd Hij stond voor hem, de spieden ge bannen. Zijn borst verhief zich vierkant *n fier. Boomvast stonden zijn beenen op e brug geplant. De musketier bekeek hem, wilde toen zijn 'ange armen om hem heen slaan, maar na «en vluggen, forschen slag met den smal len *ant der handen tegen de binnenzijde van armen van zijn tegenstander, greep Saxon °en musketier bij nek en gordel, hief hem hoog op en wierp hem vijf vademen ver in ue beek. Het was in een oogenblik, blijkbaar zonder buitengewone krachtinspanning. Len luid gejuich galmde over het veld. He snorrebaard ging naar de musketiers. „Even mijn daaldertje ontvangen", zei ij tegen den wachtmeester der musketiers, ru" de korporaal. „En ik", zei iJl*ieu"" lan£e Samson van jou is te «ent, hij moet meer eten", spotte de oude snorrebaard. Maar reeds was er weer een tweede tegen stander. Een korte, sterke kerel, gebouwd als een stier, liep langzaam op Saxon toe, maar het gelulde hem niet dezen weg te dringen. Na een kort handgemeen stortte hij achter over in het water. Weer klonk de fanfare. Saxon stond te wachten op de brug, zijn athletische gestalte hoog opgericht. Hij keek naar de groep officieren en een glim lach vloog even over zijn gelaat. Als ze eens wisten dacht hij. Een jonge vaandrig keek naar hem met een gloeiend gelaat. Hij zag hem in de oogen. Maar hij moest zijn gedachten bij den strijd bepalen. Hij wilde zijn vrienden het genot der overwinning- bezorgen. De fanfare schetterde. De stem van den heraut schalde over de kampplaats. Nie mand verscheen. „Kolonel", zei de vaandrig met blozende wangen. „Ik wou dat ik het kon". „Maar ik zal het doen", klonk een vroo- lijke stem. „Zoo'n tegenpartij vindt je niet elen dag, al is hij dan ook een gewone ruiter". De hopman was een groote, breede knaap, bijna even lang als Saxon, met een prettig gezicht. Hij trad naar voren. Hij deed zijn sjerp en zwaard af, trok zijn laarzen uit, zijn uniformjas. De heraut riep: „Hopman Von Felsen neemt de uitdaging „Hoera", brulden soldeniers en officieren De' kolonel knikte goedkeurend. ,',Dat mag ik", zei hij. „Lichaamskracht is niet aan rang gebonden. Baron Von Felsen is een kerel, een soldaat naar mijn hart". Saxon wachtte hem op, keek hem aan en dacht: „Hij kon een jongere broer van mij zijn". „Hopman", zei hij. „Het is mij een groote eer", en reikte hem aarzelend de hand. De ander greep die dadelijk en beiden drukten zoo stevig, dat de vingers wit werden. Tegelijk lieten ze los en lachten. Daarna grepen ze elkaar om den mid del. Ze stonden lijf aan lijf. Alle spieren wa ren gespannen. Ze drukten met al hun krachten. Het was een strijd van twee reu zen een zuivere krachtproef. Ademloos ke ken de toeschouwers naar den stillen kamp. Hij wankelde. Zijn armen vielen machteloos langs zijn lichaam. Saxon nam hem op, droeg hem veilig over de brug en zette hem neer op een stoel bij de groep officieren. „Hier is de dapperste en flinkste kerel, dién ik ooit heb ontmoet", kwam zacht over zijn lippen. Toen ging hij terug, wankelde en zou gevallen zijn als de kurassiers niet snel waren toegeschoten om hem te onder steunen. j Ze namen hem juichend en zingend op de schouders en droegen hem in triomf naar de groote tent van mooie Floor. En telkens klonk weer hun lied: Wie is de sterkste ruiter in heel het Duitsche land. In Brandenburg, in Saksenland En aan den waterkant. HOOFDSTUK XXII. Het feest in de tent van mooie Floor was in vollen gang. Het vierde peleton van Montecouli's kurassies zat om een lange tafel en het bier stroomde. Saxon zat op de eereplaats tusschen den wachtmeester en den korporaal. Zijn vijf gouden rijders had hij ontvangen en hij had een vat Hambur ger bier laten aanrukken, dat op een schraag naast hem stond en waaruit een knappe helpster van Floor de kruiken geregeld vol tapte. De wachtmeester had eenige vriendelijke woorden aan den recruut gewijd, die met hoera's en het slaan van de ware sabels op de tafel waren ontvangen. Daarna wa ren de kurassiers begonnen liedjes te zingen, eerst grappige, toen gortige en ten slotte sentimenteele. Bij het schoone lied: Moeder ik zal het nooit, neen nooit vergeten, Hoe 'k aan uw zachte boezem heb gerust, Toen ik nog klein was met een rein geweten En u mij teeder hebt in slaap gekust zat zelfs de oude wachtmeester met zijn groote snor droef voorover gebogen en pinkte een traan weg. Menig glas bier had den weg gevonden door zijn keelgat. „Kom, wachtmeester, moed houden', troost te Willem. „Moed, Willem. Moed heb ik genoeg, maar het ergste is, Willem, dat ik nooit een moe der heb gehad. Ik oen een eenzame vonde ling". „En de kruiken zijn leeg", zei de korpo raal. „Nog eens inschenken", zei Saxon tegen dikke Marie. De stemming werd weer vroolijker. „Een gelukkige dag pochte Olivier. „Dertien daalders verdiend, gewonnen door verstand en gewonnen door kracht". Floor kwam bij de tafel, ging achter Saxon staan en gaf hem heimelijk een vodje papier. „Een vrouw bracht het voor u", leg de ze uit. De korporaal zag het. „Ik heb het je voorspeld", lachte hij, „dat de vrouwtjes naar je zouden kijken. Een rendez-vous. Een mooie vrouw heeft je zien vechten en je spieren bewonderd. Ze kan zelfs niet tot morgen wachten. Geluksvo gel". Het briefje was kort: Kom achter het kamp. Dringend. „Je moet gaan", raadde de korporaal. „Menig soldenier heeft zijn geluk en zijn Kromotie aan een mooie vrouw te danken, loe hooger de rang van haar man, hoe jonger dikwijls de vrouw. Ik bedoel natuur lijk de tweede of de derde. Als het briefje, niet van een dame was, zou ik met je mee gaan. Ga dadelijk, maar kom spoedig terug, anders is het vat leeg. Neem dit mee", en hij drukte Saxon zijn dolk in de hand. Hang hem aan je gordel. Je kunt nooit weten. Een ander minnaar Saxon stond op, verliet de tent zonder dp aandacht te trekken. Hij wandelde naar de aangewezen plaats, piekerend wie hem dat briefje kon gezonden hebben. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 9