8
8
□v45ïlESAXON
ALKMAARSCHE COURANT van MAANDAG 28 OCTOBER 1935
Siad m Omqemnq
BEANTWOORDING VRAGEN VAN
DEN HEER V. P. KEIJSPER
BETREFFENDE EXPLOITATIE
CENTRAAL ZIEKENHUIS.
Een schrijven van regenten.
Slotopmerkingen.
eoooeo© Jladioptoacamma
Oeuitleton
.522? G. P. BAKKER
aan"
In bijlage nr. 147 betoogen B. en W. het
volgende:
Omtrent de schriftelijk door den heer
Keijsper bij uwe vergadering ingediende op
merkingen betreffende de exploitatie van het
Centraal Ziekenhuis en hetgeen daarmede
samenhangt, waarin aan het slot eenige be
schouwingen gewijd worden aan de controle
op de opneming en den duur der verpleging
van armlastige patiënten, hebben wij ove<-e»n-
komstig uw besluit van 3 September j.1. het
advies ingewonnen van Regenten dier in
richting, welk advies hierna is afgedrukt
Met betrekking tot de opmerkingen, welke
aan den geneeskundigen- en gezondheids
dienst zijn gewijd, t.w. de opneming en den
duur der verpleging van armlastige patien
ten in het Centraal Ziekenhuis en het St
Elisabeth-Ziekenhuis, deelen wij U het vol
gende mede:
Men kan niet, zooals de heer Keijsper doe1,
volstaan met de kosten voor verpleging van
armlastige patiënten in de beide ziekenhuizen
over de laatste drie jaren naast elkaar zetten
en daaruit conclusies trekken. Eerst zal men
moeten weten, hoe de post verpleegkosten is
samengesteld.
Het gemiddeld aantal verpleegdagen
wordt sterk beïnvloed door de soort ziekten,
waaraan de verpleegden lijden. Zijn er onder
die verpleegden verhoudingsgewijs velen,
die lijden aan chronische ziekten, dan zal b*t
gemiddelde aantal verpleegdagen sterk stij
gen en omgekeerd, indien er meer lijden aan
acute ziekten, zal dat gemiddeld aantal
dalen.
Een verpleegtijd van ongeveer drie weken
mag men beschouwen als de verpleegduur
voor acute ziekten.
Past men deze onderscheiding toe op de
cijfers, door den heer Keijsper aangenaaid
voor het eerste halfjaar 1935, dan blijkt, dat
in het St. Elisabeth-Ziekenhuis 46.3 der
patiënten drie weken en korter verpleegd
werden en in het Centraal Ziekenhuis 32 9
Het aantal chronische patiënten in het
Centraal Ziekenhuis is dus verhoudingsge
wijs veel grooter dan in het St. Elisabeth-
Ziekenhuis en een natuurlijk gevolg daar
van is, dat het gemiddeld aantal verpleeg
dagen hooger moet zijn.
Is er nu, tengevolge van een controle vol
gens ongelijken maatstaf, een verschil in ver
pleegduur van de chronische patiënten? Die
vraag mag gesteld worden, want een onge
lijke maatstaf kan weinig invloed uitoefenen
op een betrekkelijk korten verpleegduur,
maar kan juist tot uiting komen fcuj langen
verpleegduur.
Trekt men nu de verpleegdagen der
bovengenoemde korte verpleging af van de
totalen der beide ziekenhuizen en deelt men
de resten door de aantallen chronische
patiënten, dan krijgt men voor het St. Elisa
beth-Ziekenhuis een gemiddelden verpleeg
duur voor die chronische zieken van 56
dagen en voor het Centraal Ziekenhuis var.
56 dagen.
Practisch is dat o. I. voor die chronische
riekten geen verschil.
Hoe gemakkelijk kan immers de ver
pleegduur b.v. aan longtuberculose of zenuw
ziekte één, twee of meer weken uit elkaar
loopen, zonder dat aan de gelijkheid van
maatstaf te kort wordt gedaan.
Uit het vorenstaande blijkt naar ons oor
deel, dat de bewering van den heer Keijsper
over het aanleggen van tweeërlei maatstaf
bij de controle op de opneming en den ver
pleegduur van armlastige patiënten in de
zeide ziekenhuizen niet gegrond is.
Mocht uwe vergadering van gevoelen zijn,
dat de nota van den heer Keijsper hiermede
«n met de opmerkingen van Regenten vol
doende is beantwoord, dan zouden de stukken
thans voor kennisgeving kunnen worden aan
genomen.
Van het college van regenten ontvingen B.
01 W. het volgende schrijven:
Naar aanleiding van het om advies in
°nze handen gestelde schrijven van het lid
van den raad, den heer Keijsper, hebben wij
de eer u te berichten, dat wij ons tot een zake
lijke beantwoording daarvan meenen te moe
ten beperken.
Wij zuilen daarbij het schrijven van den
heer Keijsper op den voet volgen.
a. Administratie.
Volgens art. 12 vijfde lid van het Regle
ment op het Ziekenhuis moet de boekhouding
worden overeenkomstig de voor
nritten van Burgemeester en wethouders.
?et 10 gebruik nemen van het nieuwe
w/Iu,IS 'n °Pdracht van Burgemeeste,
wethouders de boekhouding ingericht
oor den Controleur der Gemeentefinanciën.
Hieruit blijkt o. i. duidelijk, dat de boek
houding geheel voldoet aan de eischen, die
stek)33" vanwege de gemeente worden ge-
k,7°eni voortschrijdende ervaring
Dieek, dat het berekenen van den kostprijs der
erplegmg door een andere wijze van boek-
n uding gemakkelijker kon geschieden, heef!
ons college den administrateur opgedragen
zich te bezinnen op wijzigingen.
m l rj nada* deze opdracht was gegeven,
oieek dat de „Vereeniging van Administra
tieve (Economische) Hoofden van Ziekenin-
richtingen in Nederland" een commissie .bad
benoemd om een rapport samen te stellen
over de indeeling van de boekhouding van
ziekenhuizen en wel in dier voege, dat daar
in leidende beginselen voor de administratie
worden gegeven, opdat onderlinge verge-
hjking van de kosten der ziekenhuizen moge
lijk is. 6
Wij achtten dit van zoo groot belang, dat
wij het rapport wenschten af te wachten, al
vorens voorstellen te doen om de administratie
van het Centraal Ziekenhuis te veranderen
Vorenbedoeld rapport is 4 Mei 1934 ver
schenen, waarna de administrateur van het
ziekenhuis het in studie heeft genomen en de
reorganisatie heeft voorbereid.
Uiteraard mag een omvangrijk werk als
dit niet overhaast geschieden, daarvoor is de
boekhouding een te belangrijk element voor
een economisch beheer van net ziekenhuis
Wij hopen échter binnenkort hieromtrent
onze voorstellen bij u te kunnen indienen. Het
ontwerp is reeds den 26 Juli j.1. aan het
Bureau voor Verificatie en finantieele advie
zen ter beoordeeling gezonden, van welk
bureau thans nog geen antwoord is ontvan
gen.
Wij merken hierbij op, dat de heer Keijsper
vóór het schrijven van zijn stuk met de in
voorbereiding zijnde plannen tot wijziging
der boekhouding bekend was en dus met zijn
aandrang om verbetering in die boekhouding
te brengen, slechts een oj>en deur intrapt.
Verder heeft het ons college wel verwon
derd, dat de heer Keijsper bij zijn bezoek aap
onze instelling geen enkel register of boek
heeft ingezien, ofschoon de administrateur
deze tot zijn beschikking stelde.
b. De juistheid der cijfers bij dc
begrooting.
Deze aangelegenheid is uitvoerig toege
licht in de hiervoor met u gevoerde cor
respondentie en bij de behandeling in den
raad.
Ons college wenscht nadrukkelijk vast te
leggen, dat aan de gemeente steeds volledig
inzicht is gegeven inzake de financieele uit
komsten, hetgeen naast de jaarlijks inge
diende rekeningen ook blijkt uit de ingezon
den begrootingswijziging 1934, zoodat het
college de insinuatie van den heer Keijsper
alsof met geheime reserves, buiten voorken
nis der gemeente, bijzondere uitgaven zijn
gedaan, met verontwaardiging afwijst.
c. De verpleegprijzen.
De vaststelling der verpleegprijzen in hu
Centraal Ziekenhuis behoort niet aan het col
lege van regenten, doch aan den raad.
Daarbij heeft de raad zich op het stand
punt gesteld, dat de tarieven in de twee, ir. de
gemeente aanwezige ziekenhuizen, gelijk
moesten zijn.
Concurrentie in dit opzicht diende ver
meden te worden.
Wij achten dit standpunt juist, zoodat van
ons geen voorstel tot wijziging is te wachter
zoolang deze overeenstemming in de tarieven
bestaat.
Nauwlettend wordt toegezien, dat in het
Centraal Ziekenhuis afwijking van de tarie
ven niet plaats vindt.
Indien de raad verpleegprijzen ging vast
stellen op de basis van kostprijsberekening,
zou van het juiste standpunt afgeweken moe
ten worden, omdat de onderscheidene facto
ren, welke den kostprijs bepalen, in twee
verschillende ziekenhuizen altijd verschil
lend zullen zijn.
d. Eventueele bezuinigingen.
Bij de beoordeeling van de kosten van elec
triciteit, gas, water en kolen moet er rekening
mede worden gehouden, dat het Centraal
Ziekenhuis is gevestigd is een tot ziekenhuis
ingericht bestaand gebouw, terwijl het St
Elisabeth ziekenhuis is gevestigd in een spe
ciaal daarvoor gebouwde inrichting.
In de tweede plaats heeft bij de keuze der
verwarmingsinstallatie voorgezeten, dat
cokes als brandstof kan worden gebruikt, op
dat het Centraal Ziekenhuis zijn brandstof
van de Gemeente Gasfabriek zou kunnen be
trekken. Dientengevolge is de installatie niet,
zooals in het St. Elisabeth Ziekenhuis, ge
schikt voor de allergoedkoopste brandstof
Overigens merken wij op, dat een groot
deel dezer kosten, volgens onze berekeningen
voor mêer dan de helft, behooren tot de vaste
kosten, onafhankelijk van het aantal ver
pleegdagen.
Het aantal verpleegdagen is daarom geen
betrouwbare basis voor de vergelijking dezer
kosten van twee ziekenhuizen.
Dit blijkt ook ten duidelijkste uit de door
den heer Keijsper verstrekte cijfers van het
St. Elisabeth Ziekenhuis, waar deze kosten
ondanks een vermindering van het aanfal
verpleegdagen van pl.m. 10 stijgen met
7
In het Centraal Ziekenhuis zijn deze kos
ten daarentegen met pl.m. 5 gedaald niet
tegenstaande de verpleegdagen vrijwel geliik
zijn gebleven, hetgeen een aanwijzing is, dat
deze uitgaven de voortdurende aandacht van
regenten en directie hebben.
Ten opzichte van het onderhoud van ge
bouwen en terreinen lanceert de heer Keijsoer
een veronderstelling. Blijkbaar mist hij daar
voor bewijzen.
Wij kunnen hierop slechts antwoorden, dat
regenten hun uiterst best doen, met inacht
neming van een goed onderhoud, de zuinig
heid te betrachten..
Voor het onderhoud van den tuin wordt
een vast bedrag aan gemeenteplantsoenen
uitgekeerd, welk bedrag indertijd in overleg
met den directeur der plantsoenen werd vast
gesteld.
Het onderhoud geschiedt tot ons volkomen
genoegen, terwijl wij niet den indruk hebben,
dat daaraan te veel ten koste wordt gelegd
Wij kunnen constateeren, dat de wijze waar
op de inschrijvingen voor leveringen ten be
hoeve van het Centraal Ziekenhuis plaats
vinden, ook de instemming van den heer
Keijsper heeft.
Wanneer de gunning niet aan den laag-
sten inschrijver plaats vindt, geschiedt zulks
uitsluitend om zakelijke redenen.
In het openbaar maken van de resultaten
der inschrijvingen zien wij geen voordeel
voor het ziekenhuis.
Inschrijvers, die nadere inlichtingen wen-
schen omtrent de gunning, worden steeds
volledig ingelicht.
Het overige gedeelte der slotopmerkingen
betreft den Gemeentelijken Geneeskundigen-
en Gezondheidsdienst en kunnen wij der
halve buiten beschouwing laten.
WIJZIGING OEMEENTE-
BEGROOTING, DIENST 1935,
B. en W. schrijven in bijlage nr. 146:
In de gemeentebegrooting voor 1935 is
onder volgnummer 495 een jx*t van
309.000 uitgetrokken voor steun aan werk-
loozen.
Het is ons gebleken, dat deze raming te
laag is. Volgens van den directeur van het
bureau voor sociale zaken ontvangen mede
deel ing is tot en met 28 September j.1.
306.000 uitgekeerd. Vermoedelijk zal tot
31 December a s. nog noodig zijn 124.000,
zoodat in totaal op een uitgaaf van ƒ430.000
moet worden gerekend.
In verband hiermede zal de bijdrage uit
het werkloosheidssubsidiefonds van/223 000
tot 342.800 kunnen worden verhoogd, ter
wijl de post voor onvoorziene uitgaven,
waarop f 23.232.01 beschikbaar is, met
1200 zal moeten worden verlaagd.
Het is gewenscht de gemeentebegrooting
met deze nadere gegevens in overeenstem
ming te brengen. Blijkens haar bij de stuk
ken gevoegd advies kan de commissie van bij
stand voor de financiën zich hiermede ver
eenigen.
Zij stellen daarom voor dienovereen
komstig te besluiten.
VERLICHTING STILSTAANDE
BAKFIETSEN EN RIJ- EN VOER
TUIGEN.
In bijlage 150 schrijven B. en W.:
Bij Koninklijk Besluit van 28 Augustus
1936, in werking getreden op 7 October j.1.,
is behalve de wijziging van het motor- en
rijwielreglement ten aanzien van het voe
ren van witte achterspatborden door rijwie
len e.d. tevens bepaald, dat rijwielen op
meer dan twee wielen, ingericht voor het
Dinsdag 29 October.
HILVERSUM, 1875 M. (KRO-uit-
zending). 8.—9.15 en 10.— Gr.pl.
11.3012.Godsd. halfuur. 12.15
Gr.pl. en orkestconcert. 2.Vrou
wenuur. 3.4.Modecursus. 4.15
Gr.pl. en schlagermuziek. 5.30
Kóorconcert. 6.Schlagermuziek.
6 40 Lezingen. 7.35 Gr.pl. (8.—
Ber.) 8.35 Populair concert en cau
serie. 9.45 Symph.-concert. (10.30
Ber. en gr.pl. 11.15—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301 M. (AVRO-
iiitz.) 8.Gr pl. 9.Ensemble
Jetty Cantor. 10.Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek. 10.30 En
semble Cantor. 11.11.30
Orgelconcert Fr. Hasselaar, mmv.
Tr. de Bruyn, zang. 12.30 Omroep
orkest olv. N. Treep en gr.pl. 1.45
Zang door A. M. Boezaardt. Aan
den vleugel E. Veen. 2.Omroep
orkest olv. N. Treep. (In de pauze
zang door A. M. Boezaardt). 3.
4.Kniples. 4.15 Gr.pl. 4.30
Radiokinderkoorzang olv. J. Hamel.
5— Voor kleine kinderen. 5.30
VPRO. Ds. B. J. Aris: Bijbelvertel
lingen. 6.— Gr.pl. 6.30 RVU. Psy
chologische causerie dr. Th. van
Schelven. 7.Kinderkoor „Zang-
lust", olv. W. Hespe, m. m. v. R.
BoenderHesjje, piano. 7.30 En-
gelsche les Fred Fry. 8.Ber. 8 10
Omroeporkest olv. N. Treep. 8.45
Cabaretliedjes door Ch. de Boer.
9.05 Fransche operettemuziek. 9.45
Serieuze muziek (gnpl.) 10.20 Cau
serie over de match Euwe—Aljechin.
10.25 De Avro-Decibels olv. E.
Meenk (uit Casino, den Bosch).
11.— Ber. 11.10—12.— Uit de
Stadtschanke, A'dam: Frankly's 16
Musical Stars.
DROITWICH, 1500 M. 1035
10.50 Morgenwijding. 11.05 Cau
serie. 11.20 Orgelspel S. Torch.
11.50 Voor de scholen. 12.10
Gr.pl. 12.35 Het Cellini-trio. 1.20
Het Schotsche Studio orkest m.m.v.
Fr. Brady, zang. 2.25 Voor de
scholen. 3.10 Gr.pl. 3.55 Voor de
scholen. 4.20 Causerie. 4.40 M. Bis-
sett, alt, mmv. trio. 5.35 Het Bronk-
hurst Trio. 6.20 Ber. 6.50 Koorcon
cert. 7.15 Fransche les. 7.50 Lezing.
8.20 Russisch Cabaretprogr. mmv.
Anna Sten. 9.05 BBC-dansorkest o.
1 v. H. Hall. 9.50 Ber. 10.20 Le
zing. 10.40 E. Kersey, viool en K.
Falkner, zang. 11.3512.20 Jack
Jackson en zijn band.
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en
8.20 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert olv.
Doyen. 2.50 Gr.pl. 4.20 Orkestcon
cert olv. Krettly. 5.50 Orkestconcert
olv. Tomasi. 6.50 Vervolg concert.
9.05 Gevar. concert. 11.05—12.35
Dansmuziek.
KALUNDBORG, 1261 M. 1130
1.20 tSrijkorkest olv. Andersen.
2.20 Strijkorkest olv. Warny. 4.—
4.20 Zang en piano. 7.20 Omroep
orkest olv. Gröndahl. 9.40 Omroep
orkest olv. Gröndahl. 10.2011.50
Dansmuziek.
KEULEN, 456 M. 5 50 Orkestcon
cert. 11.20 Uit Leipzig: Omroep
orkest, Emdé-orkest en solisten. 1.35
Gr.pl. 3.30 Zang en piano 4.20
Omroepkleinorkest o.l.v. Eysoldt
6 20 Omroeporkest olv. Buschkötter.
7.30 Lanner- en Straussconcert d.
h. Omroeporkest olv. Buschkötter.
8.20 Radiotooneel.
ROME, 421 M. 8.10 „Gigolette"
operette van Lehar. Orkestleiding C.
Lombardo.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M-:
12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.50
—2.20, 5.20, 6.35 en 7.35 Gr.pl.
8 20 Gevar. progr. 10.3011.20
Gr.pl. 484 M.: 12.20 en 1.30—2.20
Het Constantin-orkest. 5.20 Salon
orkest. 6.20 Gr.pl. 6.50 Salonorkest.
8.20 Symph.-concert olv. Corneil de
Thoran. 10.05 Gr.pl. 10.30—11.20
Dansmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M. 7.30 Populair concert uit Bres-
lau, olv. Topitz. Hierna „Die Wun-
derpuppe" naar Audran's operette.
9.20 Ber. 9.50 zang en piano. 10.05
Weerbera 10.20—11.20 Kamermu
ziek.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum I.
Lijn 2: Hilversum II.
Lijn 3: D.sender 8.1120,
Droitwich 11.2011.50, Kalund-
borg 11.50-12.20, Brussel (VI.)
12.20—14.20, Ka.undborg 14.20—
14.50, Parijs Radio 14.5015.50,
D.sender 15.5016.20, Pariis R.
16 20-17.20, Brussel VI. 17.20-
18.50, Parijs R. 18.50—19.35 Bero-
münster 19.3521.30, Weenen
2130—22.10, Stuttgart 22.10—
24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8.05—8-50,
Lond. Reg. 10.35—13 20, Droitwich
13.20—14.20, Lond. Reg. 10.35—
13.20, Droitwich 13 20—14.20,
Lond. Reg. 14.20—17.35, Droitwich
17.35—18.20, Hamburg 18.20—
18.50, Droitwich 18.5019.15,
Lond. Reg. 19.15—20.20, Droitwich
20.20—21.50 en Lond. Reg. 21.50—
24.—
vervoer van goederen, zoomede rij- en voer
tuigen, geen motorrijtuigen of rijwielen zijn
de, van voren moeten voorzien zijn van
twee lantaarns, die voorwaarts een helder
wit licht uitstralen en van achteren van een
lantaarn, die achterwaarts een rood licht
uitstraalt, een en ander voorzoover bedoel
de bakfietsen en rij- en voertuigen zich tus-
schen een halfuur vóór zonsopgang en een
half uur na zonsondergang op een weg be
vinden.
Dit brengt het bezwaar mede, dat van
bakfietsen en rij- en voertuigen, die des
avonds op straten of pleinen aanwezig zijn,
onverschillig of daarmede gereden wordt of
dat zij daar parkeeren, de lichten van voren
en van achteren moeten branden.
Intusschen kan uwe vergadering bepalen,
dat het voeren van een dergelijke verlichting
op bepaalde plaatsen binnen de bebouwde
kom niet noodig is voor stilstaande bakfiet
sen en rij- en voertuigen.
Krachtens artikel 40 der Verkeersverorde-
ning is aan het College van B. en W. opge
dragen de plaatsen binnen de bebouwde
kom aan te wijzen, waar des avonds de ver
lichting ten aanzien van stilstaande motor
rijtuigen niet noodig -is. Dienovereenkomstig
hebben B. en W. aangewezen alle wegen,
gelegen in de bebouwde kom, voorzoover de
ze wegen verlicht zijn door openbare ver
lichting.
Het verdient aanbeveling, dat een derge
lijke delegatie ook ten aanzien "an de hier
voor genoemde nieuwe bepalingen van het
motor- en rijwielreglement in het leven wordt
geroepen. Dit biedt het voordeel, dat de door
B. en W. te nemen besluiten zoo spoedig mo
gelijk kunnen worden aangepast aan ae tel
kens wisselende behoeften van het verkeer.
Wij geven mitsdien uwe vergadering in
overweging de verkeersverodening in dezen
geest aan te vullen en bieden u daartoe on
derstaand ontwerp-besluit ter vaststelling
aan.
Verordening tot wijziging der verkeers-
verordening.
Voorgesteld wordt de verordening te wij
zigen, door een nieuw artikel in te voegen,
waardoor wat geldig is voor stilstaande mo
torrijtuigen, ook te aoen gelden voor rijwie
len op meer dan twee wielen, ongeacht voor
het vervoer van goederen en rij» en voertui
gen.
VERHAAL INKOOPSOMMEN.
In bijlage nr. 144 stellen B. en W. voor het
verhaal voor pensioenbijdragen voor alle
ambtenaren, ook voor de tijdelijk aangestel-
den, op het maximum te stellen.
VERORDENING DIENST
COMMISSIES.
In bijlage nr. 145 stellen B. en W. den
raad voor een verordening, regelende de in
stelling, samenstelling en werkwijze der
dienstcommissies, vast te stellen.
34)
>,Wie zegt dat daar?" aitwoordde de
Jachtmeester der musketiers. „Ik neem het
aan. Met jou en jou. Ieder voor een daalder.
De lange Samson zal hem gauw even wat
Jater te drinken geven".
Saxon was inmiddels den musketier ge
naderd Hij stond voor hem, de spieden ge
bannen. Zijn borst verhief zich vierkant
*n fier. Boomvast stonden zijn beenen op
e brug geplant.
De musketier bekeek hem, wilde toen zijn
'ange armen om hem heen slaan, maar na
«en vluggen, forschen slag met den smal len
*ant der handen tegen de binnenzijde van
armen van zijn tegenstander, greep Saxon
°en musketier bij nek en gordel, hief hem
hoog op en wierp hem vijf vademen ver in
ue beek. Het was in een oogenblik, blijkbaar
zonder buitengewone krachtinspanning.
Len luid gejuich galmde over het veld.
He snorrebaard ging naar de musketiers.
„Even mijn daaldertje ontvangen", zei
ij tegen den wachtmeester der musketiers,
ru" de korporaal. „En ik", zei
iJl*ieu"" lan£e Samson van jou is te
«ent, hij moet meer eten", spotte de oude
snorrebaard.
Maar reeds was er weer een tweede tegen
stander.
Een korte, sterke kerel, gebouwd als een
stier, liep langzaam op Saxon toe, maar
het gelulde hem niet dezen weg te dringen.
Na een kort handgemeen stortte hij achter
over in het water.
Weer klonk de fanfare.
Saxon stond te wachten op de brug, zijn
athletische gestalte hoog opgericht. Hij
keek naar de groep officieren en een glim
lach vloog even over zijn gelaat. Als ze
eens wisten dacht hij.
Een jonge vaandrig keek naar hem met
een gloeiend gelaat. Hij zag hem in de
oogen. Maar hij moest zijn gedachten bij
den strijd bepalen. Hij wilde zijn vrienden
het genot der overwinning- bezorgen.
De fanfare schetterde. De stem van den
heraut schalde over de kampplaats. Nie
mand verscheen.
„Kolonel", zei de vaandrig met blozende
wangen. „Ik wou dat ik het kon".
„Maar ik zal het doen", klonk een vroo-
lijke stem. „Zoo'n tegenpartij vindt je niet
elen dag, al is hij dan ook een gewone
ruiter".
De hopman was een groote, breede knaap,
bijna even lang als Saxon, met een prettig
gezicht. Hij trad naar voren. Hij deed zijn
sjerp en zwaard af, trok zijn laarzen uit,
zijn uniformjas.
De heraut riep:
„Hopman Von Felsen neemt de uitdaging
„Hoera", brulden soldeniers en officieren
De' kolonel knikte goedkeurend. ,',Dat mag
ik", zei hij. „Lichaamskracht is niet aan
rang gebonden. Baron Von Felsen is een
kerel, een soldaat naar mijn hart".
Saxon wachtte hem op, keek hem aan en
dacht: „Hij kon een jongere broer van mij
zijn".
„Hopman", zei hij. „Het is mij een groote
eer", en reikte hem aarzelend de hand. De
ander greep die dadelijk en beiden drukten
zoo stevig, dat de vingers wit werden.
Tegelijk lieten ze los en lachten.
Daarna grepen ze elkaar om den mid
del.
Ze stonden lijf aan lijf. Alle spieren wa
ren gespannen. Ze drukten met al hun
krachten. Het was een strijd van twee reu
zen een zuivere krachtproef. Ademloos ke
ken de toeschouwers naar den stillen kamp.
Hij wankelde. Zijn armen vielen machteloos
langs zijn lichaam. Saxon nam hem op,
droeg hem veilig over de brug en zette hem
neer op een stoel bij de groep officieren.
„Hier is de dapperste en flinkste kerel,
dién ik ooit heb ontmoet", kwam zacht over
zijn lippen. Toen ging hij terug, wankelde
en zou gevallen zijn als de kurassiers niet
snel waren toegeschoten om hem te onder
steunen. j
Ze namen hem juichend en zingend op de
schouders en droegen hem in triomf naar
de groote tent van mooie Floor. En telkens
klonk weer hun lied:
Wie is de sterkste ruiter in heel het
Duitsche land.
In Brandenburg, in Saksenland
En aan den waterkant.
HOOFDSTUK XXII.
Het feest in de tent van mooie Floor was
in vollen gang. Het vierde peleton van
Montecouli's kurassies zat om een lange
tafel en het bier stroomde. Saxon zat op
de eereplaats tusschen den wachtmeester en
den korporaal. Zijn vijf gouden rijders had
hij ontvangen en hij had een vat Hambur
ger bier laten aanrukken, dat op een schraag
naast hem stond en waaruit een knappe
helpster van Floor de kruiken geregeld vol
tapte.
De wachtmeester had eenige vriendelijke
woorden aan den recruut gewijd, die met
hoera's en het slaan van de ware sabels
op de tafel waren ontvangen. Daarna wa
ren de kurassiers begonnen liedjes te zingen,
eerst grappige, toen gortige en ten slotte
sentimenteele.
Bij het schoone lied:
Moeder ik zal het nooit, neen nooit
vergeten,
Hoe 'k aan uw zachte boezem
heb gerust,
Toen ik nog klein was met een rein
geweten
En u mij teeder hebt in slaap gekust
zat zelfs de oude wachtmeester met zijn
groote snor droef voorover gebogen en
pinkte een traan weg. Menig glas bier had
den weg gevonden door zijn keelgat.
„Kom, wachtmeester, moed houden', troost
te Willem.
„Moed, Willem. Moed heb ik genoeg, maar
het ergste is, Willem, dat ik nooit een moe
der heb gehad. Ik oen een eenzame vonde
ling".
„En de kruiken zijn leeg", zei de korpo
raal.
„Nog eens inschenken", zei Saxon tegen
dikke Marie.
De stemming werd weer vroolijker. „Een
gelukkige dag pochte Olivier. „Dertien
daalders verdiend, gewonnen door verstand
en gewonnen door kracht".
Floor kwam bij de tafel, ging achter
Saxon staan en gaf hem heimelijk een vodje
papier. „Een vrouw bracht het voor u", leg
de ze uit.
De korporaal zag het.
„Ik heb het je voorspeld", lachte hij, „dat
de vrouwtjes naar je zouden kijken. Een
rendez-vous. Een mooie vrouw heeft je zien
vechten en je spieren bewonderd. Ze kan
zelfs niet tot morgen wachten. Geluksvo
gel".
Het briefje was kort:
Kom achter het kamp. Dringend.
„Je moet gaan", raadde de korporaal.
„Menig soldenier heeft zijn geluk en zijn
Kromotie aan een mooie vrouw te danken,
loe hooger de rang van haar man, hoe
jonger dikwijls de vrouw. Ik bedoel natuur
lijk de tweede of de derde. Als het briefje,
niet van een dame was, zou ik met je mee
gaan. Ga dadelijk, maar kom spoedig terug,
anders is het vat leeg. Neem dit mee", en
hij drukte Saxon zijn dolk in de hand. Hang
hem aan je gordel. Je kunt nooit weten.
Een ander minnaar
Saxon stond op, verliet de tent zonder dp
aandacht te trekken. Hij wandelde naar de
aangewezen plaats, piekerend wie hem dat
briefje kon gezonden hebben.
(Wordt vervolgd