SPORT EN WEDSTRIJDEN. NEDERLAND-DENEMARKEN. Het jnbileum van den negus. Het voorkomen van grensincidenten. GELUKTE INVAL IN EEN SPEELHOL. GEWEZEN POSTSCHIPPER OVERLEDEN. iraaf de Marchant etd'Ansembourg's Eerste Kamer-lidmaatschap. SCHAGEN NOORDSCHARWOUDE PETTEN MEDEMBLIK Een boeiende kamp te verwachten. Nederland favoriet? EGMOND A. D. HOEF gevonden door dienstoorzaken of ziektege vallen. Tusschen 1 Januari en 31 October van dit jaar bedraagt het totale aantal overleden of ficieren en manschappen 193; bovendien zijn 10 werklieden gedood bij ongelukken of ge storven door ziekte, zoodat het totaal der verliezen aan Italiaansche zijde in Oost-Afri- ka sinds 1 Januari 203 bedraagt. De negus zal Zondag in zijn paleis het corps diplomatique een diner aanbieden in verband met het feit dat hij dien dag den vijfden verjaardag van zijn kroning zal vie ren. Over het vertrek van deii negus naar Dessie is nog niets bekend. Ter voorkoming van de mogelijkheid van incidenten tusschen Italiaansche Somali- troepen en inboorlingen van Britsch Somali- lana heeft generaal Oraziani bevel gegeven aan de volksstammen tot evacueering van de grenszone, waarbij hun de vrijheid werd ge laten naar Britsch Somaliland te gaan, aan wel verder Italiaansch gebied binnen te trekken. tBUweuiand Drie personen gearresteerd; spe lers op het bureau gehoord en in vrijheid gesteld. Gisteravond is door de Amster- damsche politie, ditmaal van het bureau Marnixstraat, een inval ge daan in een speelhol, gevestigd in een perceel aan de Bilderdijkkade bij de De Clercqstraat en bewoond door den buffetchef V. Tien man waren aanwezig en zijn naar het bureau gebracht; de bankhouders, de buffetchef, een rij wielhersteller en een gepension- neerd militair zijn gearresteerd. De spelers zijn, na verhoord te zijn, op vrije voeten gesteld. Op een herhaald bellen tegen half zes werd de deur voorzichtig geopend, doch de „portier ziende, dat hier geen klanten, doch politie voor de deur stond, wilde haar haastig weer sluiten. Inspecteur Visser verschafte zich toegang door den man opzij te duwen. In een der kamers van het benedenhuis werden negen personen om de roulettetafel aangetroffen. Bij het zien van de politie trachtten enkele bezoekers in den tuin te vluchten, doch wel dra was het heele gezelschap weer bijeen in de „speelzaal", in afwachting van de over valauto, die spoedig met versterking ver scheen om het gezelschap naar het bureau te expedieeren. Alles wat aan de gezelligheid had bijge dragen, is door inspecteur Visser in beslag genomen: in de eerste plaats natuurlijk de roulette, fiches, geld en zelfs ook sigaren en bonbons. De heeren hadden aanvankelijk nog het een en ander in een koffer willen verstoppen, maar op de vriendelijke terechtwijzing van den inspecteur: „laat maar heeren, dat doen wij wel voor u", zagen zij van hun verdere pogingen af. De buffetchef, de huurder van het per ceel, was op het moment van den overval niet thuis; even later kwam hij echter, niets kwaads vermoedend, aanstappen. Hij viel met ziin neus in de boter Op net bureau bleek, dat de beide „dienst doende" bankhouders, de rijwielhersteller en de gepensionneerd militair, resp. 300 en 175 gulden bij zich hadden. Het tweetal gaf volmondig toe, dat er regelmatig roulette werd gespeeld. Ook de klanten hadden dit reeds verklaard. Gezien de bedragen aan contant geld, die de bankhouders bij zich hadden, gingen er vrij aardige bedragen om in dit speelhol, dat bezocht werd door den kleinen middenstand. Tegen den buffetchef is proces-verbaal opgemaakt wegens gele genheid geven tot hazardspel. Onder de bezoekers waren „oude klanten", die ook bij een vorigen inval, door inspec teur Visser uitgevoerd, waren aangetroffen. Twee van de gearresteerden exploiteerden °ok een speelhuis in een woning aan de Nassaukade. Afwisselend werden de huizien gebruikt. De buffetchef had daar men vermoedde, dat in zijn woning werd gespeeld een of- xicieele waarschuwing van de politie gekre gen, doch hij had bij die gelegenheid bezwo ren, dat er „alleen maar gedanst, gedomi neerd en ganzenbord gespeeld werd en wel uitsluitend voor de gezelligheid''. De goede raad van de zijde der politie *crd in den wind geslagen en thans heeft "'j gelegenheid hierover op het politiebureau M te denken. Gister u te Schiermonnikoog in den ouderdom van 62 jaar overleden de heer uke V iss-er, gepensionneerd kantoor {•ouder van P. T. T. Ruim dertig jaar ge- JjWen oefende hij de functie van post- rjpipper uit, in welke hoedanigheid hij *r°°te bekendheid verwierf. Hij vervoer- post en passagiers met een zeilschip het aIIan.ri vtoavasten wal en WRAK IN DE NOORDZEE. De schipper van den in IJmuiden binnen gekomen stoomtrawler Zeehond 1JM70 rap porteert, dat hij op de Noordzee een halve scheepsboot en later een stuk van een scheepsdek met een snurrevaad-winch met het trawlnet heeft opgevischt. Aangezien bij den jongsten storm twee Deensche kotters zijn vergaan, is het niet on waarschijnlijk, dat bovengenoemde wrakstuk ken van een dezer schepen afkomstig is. DOOR EEN STUK IJZER GETROFFEN. De 42-jarige heer J. S., ambtenaar bij de Scheepsbouw Maatschappij „De Schelde te Vlissingen, die toezicht nield bij werkzaam heden aan het Provinciaal Electrisch Bedrijf te Groningen, is door een stuk ijzer van der tig k veertig K.G., dat van een takel was los geschoten, getroffen. Hij bekwam een schedel fractuur en is opgenomen in het diaconessen- ïuis. Zijn toestand was gisteravond zorge- ijk. V»„ V iJaoe>u.gi«i3 urei - liet eiland naar don vasten wal en ,'®rug. Hij was een der meest stoere zei- die Storm, slecht weer en ijs *N| m •fotseerde. Ook 'zijn vader en grootvader het beroep van postschipper f; Toen de motorboot op Schlermon uKoog Zijn intrede deed legde Visser un functie neer omdat hij slechts met nli büot wild« varen. Hij werd toen be ®d tot kantoorhouder der posterijen ONDER WAGEN GEDOOD. stermiaa,- i- H*tlj ,rmiddafï is het tienjarige 8chir>r Schenkel, wonende op een zii JL,aan-i Boterdiep te Oroningen, een ",5ulkerbiet van een passeerenden en 1Sr'jpen, onder het voertuig op slag gedood. meisje woon- toen wa- geraakt Mr. K. Jaarsma, de leider der liberalen in Amsterdam, schrijft in de Telgr. over deze zoo zeer de aandacht vragende kwestie, waarin hij voorop stelt, dat de beslissing van Mr. Heemskerk, toen deze in 1920 de naturalisatie van d'Ansem- bourg niet noodig oordeelde, wettelijk foutief is geweest. De Wet op het Nederlanderschap be paalt, en zulks geenszins ten onrechte, dat het Nederlandschap onder meer verloren gaat: lo. door naturalisatie in een ander land; 2o. door het verkrijgen van een vreem de nationaliteit door den wil van den verkrijger; 3o. door zonder verlof van de Koningin zich te begeven in vreemden krijgs- of staatsdienst. Het staat zoo vast als een huls, dat de heer De Marchant al deze dingen gedaan heeft. Hij heeft zich op 23 November 1912 in Pruisen laten naturaliseeren; hij verkreeg dientengevolge door zijn wil de Pruisische nationaliteit en hij heeft In het Duit6cbe leger gediend. De argumenten van de ministerieele beslissing van 1920, waarmede men ver moedelijk den heer De Marchant des tijds van dienst heeft willen zijn, maar hem nu zeer blijkt te hebben geschaad, zijn van merkwaardige poverheid. p Wat de Pruisische naturalisatie be treft. wordt een exceptie van minder jarigheid opgeworpen. Toen hij Pruis werd, was de heer De Marchant eerst 18 jaar. En het zou een regel zijn, dat een Nederlandsche minderjarige nooit zelf standig door naturalisatie zijn Neder landerschap kan verliezen, maar alleen via naturalisatie van zijn ouders. Waarheid is, dat een dergelijke regel niet in de Nederlandsche wet is terug te vinden De wet spreekt geheel onbe perkt van „naturalisatio in een ander land", en eveneens geheel onbeperkt van „het verkrijgen van een vreemde natio naliteit door den wil van den verkrij ger". Nergens wordt dit tot meerderja rigen beperkt; tot een dergelijke beper king i» ook niet de minste aanleiding. Integendeel is er stellig veel meer aan leiding om een minderjarige, die op eigen verzoek een vreemde nationaliteit verwerft, het Nederlanderschap te doen verliezen, dan den minderjarige, wiens vader zich elders laat naturaliseeren. Nog gezochter is de w ijze waarop de klip van den vreemden krijgsdienst wordt omzeild. De heer De Marchant zou zich n.I. niet „in vreemden krijgs dienst hebben begeven", hetgeen duidt op een vrijwillige handeling; hij was alleen op dood-onschuldige w ijze krach tens zijn Duitsche nationaliteit voor de vervulling van zijn Duitschen dienst plicht opgeroepen! Blijkbaar zag men in, dat hier de exceptie van minderjarigheid niet toe reikend was. Zelfs het Ministerie van Justitie scheen te erkennen, dat de min derjarige, die vrijwillig in een vreemd leger dienst neemt, daarmede zijn Ne derlandsche nationaliteit verbeurt. Met die erkenning heeft men echter het spel verloren. Toen de heer De Marchant zich geheel vrijwillig in 1912 in Duitschland liet naturaliseeren, kon en moest hij w eten, dat hierop automa tisch Duitsche dienstplicht zou volgen. Hij begaf zich dus wel degelijk vrijwil lig in Duitschen krijgsdienst. Zeer terecht is men tegenwoordig met na turalisatie zeer moeilijk; men gaat hierin zelfs wel eens wat te ver. Uit mijn eigen praktijk ken ik een geval van een verdienste- 1# burger, die in zijn prille jeugd naar Ne derland is gekomen, die geen andere natio naliteit meer bezit, die een Nederlandsche vrouw getrouwd heeft en die in het Neder landsche leger zijn dienstplicht heeft ver vuld, doch die, ondanks jarenlange pogingen er nog steeds niet in geslaagd is naturali satie te verkrijgen Hoe schril steekt dit geval af bij dat van den heer De Marchant, die op 18-jarigen leeftijd welbewust de Duitsche nationaliteit gekozen heeft, en die als officier in het Duit sche leger zijn nieuwe vaderland heeft ge diend. Het behoorde wettelijk uitgesloten te zijn, dat een dergelijke afvallige Nederlan der, ook al zou deze overigens uitnemende eigenschappen bezitten (wat ik van den heer De Marchant niet kan beoordeelen) zelf6 door naturalisatie het Nederlanderschap weer verwierf. In elk geval is de wijze zeer te betreuren, waarop voor dezen terugge keerden verloren zoon door minister Heems kerk en later door minister Ruys de Beeren- brouck het gemeste kalf geslacht is. Het is een schande, dat gedurende een aantal ja ren een Nederlandsche gemeente een burge meester had, die Duitsch onderdaan was eerst in Juni 1935 verkreeg de heer De Mar chant een „Entlassungsurkunde" en der halve dienstplichtig in het Duitsche leger yerder betoogt mr. Jaarsma, dat de heer De Marchant zich over onbillijkheid niet be klagen mag. Wanneer de regeering in 1920 had gedaan, wat zij behoorde te doen zou de naturalisatie van den heer De Marchant evenmin zijn tot stand gekomen, echter niet op grond van het feit dat zij onnoodig was, maar omdat de heer De Marchant haar niet verdiende. Deze zeer internationale figuur met Neder landsche geboorte, 1 ranschen naam. Oosten- rijkschen titel en Duitschen officiersrang, die blijkbaar van vaderland verandert met het- zelfde gemak, waarmede een ander van over jas verwisselt, had in geen geval meer in ons staatsverband behooren te worden op genomen, nu hij dat eenmaal had prijsgege ven. Hij heeft hef onverdiende fortuin gehad, dat hij van 1920 tot 1935 geheel ten onrechte als Nederlander beschouwd is en Nederland sche ambten heeft mogen bekleeden; dit geeft er hem geen aanspraak op om ook in de toe komst onder deze valsehe vlag te mogen blijven varen. Laat hij, indien hij politieke aspiraties wil bevredigen, teruggaan naar het land, dat hij, toen hij tot het oordeel des onderscheids gekomen was, boven zijn ge boorteland heeft verkozen, doch niet trach ten een rol te blijven spelen in het staatsver band, dat hij «in 1920 niet genoeg vond. Tenslotte zal men zeggen, is het politiek gesproken, verstandig om in dezen de partij, waarvan de heer De Marchant deel uit maakt, een martelaarskroon op te zetten, en haar in de gelegenheid te stellen te bewe ren, dat dit alles begonnen is, niet om den persoon van den heer De Marchant, maar om de partij te treffen, die door hem wordt vertegenwoordigd Hierop zou ik willen /ntwoorden, dat de N.S.B., wat de Eerste Kamer ook beslissen moge, in elk geval hare twee zetels in dit college behoudt. Het eenige gevolg van een afwijzing van den heer De Marchant zal zijn, dat de N.S B door een ander zal wor den vertegenwoordigd, die ongetwijfeld beter zal passen bij de nationale gezindheid waar op deze partij bij uitstek prat gaat. Het eenige onaangename voor de N.S.B. in deze aangelegenheid is dit, dat bliikt dat haar lei der, toen hii den heer De Marchant tot lid der Eerste Kamer „benoemde", geen zeer gelukkige keuze heeft gedaan. Dit is echter een feit, waaraan de beslissing der Eerste Kamer, hoe zij ook uitvalt, niets meer kan veranderen. Juist in deze moeilijke tijden behoort het Nederlandsche karakter van onze Staten-Ge- neraal zooveel mogelijk ongerept te worden gehandhaafd. Een kameleontische figuur als de heer De Marchant hoort daarin niet thuis. Pxouiticiaai Hieuw* had bijgedragen tot verruiming van onzen gezichtskring. Spreker bracht allen in vroo- lijke stemming door de geestige wijze, waar op hij vertelde, welk een groot respect hij zelf had voor cfe vliegkunst. Spr. spoorde iedereen aan mede te werken tot instandhouding van deze mooie avon den. Na een woord van opwekking, mede te doen aan de huisvlijttentoonstelling in het a.s. voorjaar, sloot de voorzitter dezen leer- zamen avond. Volksonderwijs. De straatcollecte, gehouden op Don derdag 31 Oct. j.1. ten bate van het Fonds tot Steun heeft in totaal opgebracht 67.43)4. Kattekwaad. Nu de avonden langer worden, neemt het uitvoeren van kattekwaad door de jeugd aanmerkelijk toe. Veel wordt er ge klaagd over het z.g. „raampje-tik", waar aan velen zich bezondigen. Ook het open gooien van winkeldeuren behoort tot een geliefkoosde sport voor de avonduren. Herstel zeewering. Door de stormen van den laatsten tijd heeft de zeewering alhier belangrijke schade geleden. Druk wordt gewerkt aan de herstellings- werkzaamheden, die door het voortdurende gure weer zeer worden bemoeilijkt. Een flink aantal plaatsgenooten-werkloozen heeft hierdoor weer werk gekregen. Vier Noorder Koggen. Bij de vaststelling van de begrooting 1936' voor het Waterschap „De Vier Noor der Koggen" is gebleken, dat de lasten met 150 zijn verlaagd en thans gebracht op 13 per H. A. Voetbal. Nutsavond. Woensdagavond werd in café Palsma een lezing gehouden door den heer W. D. J Vaags te Mijdrecht over de luchtvaart „Wij vliegen'', 25 jaar luchtvaart in vogelvlucht Dominee Nobel heette het betrekkelijk ge ringe aantal belangstellenden, die het slechte weer hadden getrotseerd, van harte welkom. Spreker vond het goé3. dat de menscher. op de hoogte waren van de dingen, die In ons kleine landje wordenjg'-presteerd, hijzelf was vol bewondering voor hen, die zulke belang rijke ondernemingen-kunnen ten uitvoer 'eg gen en tot een goed.einde brengen, denken wij eens aan de K 18 en aan de vele presta ties op vlieggebied. Spreker spoorde tenslotte iedereen aan de mooie boeken over de vliege rij te lezen, boeken, die hier voor enkele cen ten in de nutsbibliotheek te krijgen waren. Dan maakte spreker de heeren zijn compli ment, die ondanks het slechte weer waren verschenen om wat nieuw leven te brengen in dit een beetje ingedutte departement. De heer Vaags dankte voor de vriendelijke woorden van den voorzitter en begon dan met een korte inleiding over de vliegerij en een uiteenzetting over de groote verandering, de dei ontwikkeling van de machine in den loop der 19e en 20e eeuw in het algemeen in de maatschappij had gebracht. Hieruit bleek ook weer hoe sceptisch de mensch had ge staan tegenover de eerste stoomboot en trein Spreker meende, dat dit ook zoo ging met de vliegmachine, meer en meer won ook deze het vertrouwen. Spreker wees op het toenemend aantal bezoekers van Schiphol en op de vele boeken over luchtvaart verschenen. De lucht vaart staat momenteel inderdaad in het brandpunt der belangstelling. Vervolgens zeide spreker nog een enkel woord hoe moei lijk het was vlieger te worden, zoowel wat het financieele doel betreft als de zeer zware eischen, die er voor worden gesteld om 'iet brevet te halen. Daarna vertoonde de heer Vaags een se rie lantaarnplaatjes, die ons duidelijk lieten zien de enorme verbeteringen, die in de laatste jaren aan de machines waren aan gebracht. De eerste machine, die we zagen was van v. Maasdijk in 1910, die hiermee slechts een luchtsprong kon maken, terwijl de machine leek te bestaan uit lappen en lat ten. We zagen marinevliegtuigen, verken ners en jachtvliegtuigen, welke laatste ge schikt zijn voor de bekende loopings. Spre ker legde ons uit hoe zulk een looping werd gemaakt. Met een teekening liet hij ons zien hce moeilijk het was z.g. blind te vliegen, de leerling-vlieger maakte ondanks het toestel letje, dat hem aanduidde of hij recht vloog, de onmogelijkste bochten. Interessant was ook het toestel, waarmee de zoo bekende Persil-reclame in de lucht werd gemaakt. Per minuut kon 20.000 M3. nevel worden uitgelaten, de enkele letter P was 1400 M. lang de kleine letters 800 M., wat te begrij pen is wanneer wij vernemen, dat zulk een toestel' minstens op 4000 M. hoogte moet vliegen Hierna werden ous vertoond een se rie plaatjes, bereidwillig afgestaan door de KLM die iemand die nog nooit Schiphol heeft gezien, zeker doet besluiten hier zoo spoedi"" mogelijk heen te gaan. De inrich ting van de prachtige verkeersvliegtuigen, de fraaie gezichten op onze steden en het mooie Hoflandsche landschap hadden aller bewondering. Tot slot zagen wij een gedeelte van de reis naar Indië. Dominee Nobel dankte den heer Vaags en diens helper hartelijk voor de interessante lezing, het was een echte Nutsavond ge weest, waarvan we konden zeggen, dat hij Voorzoover men het nog niet mocht weten: Zondag wordt in Amster dam de eerste landenwedstrijd van dit seizoen gespeeld en wel Neder land—Denemarken 1 Met opzet beginnen wij zoo met ons verhaal, omdat er over dezen wed strijd zoo merkwaardig weinig ge sproken wordt. Bij andere landen- wedstrijden vecht men om een toe gangsbewijs, thans zegt men dood- nuchter: och ik ga niet; hoor het verslag wel door de radio! Beteekent dit, dat rnen Denemarken niet voor vol aan ziet? O, hoe zou men zich vergissen! Want Denemarken is wel een zeer interessan te tegenpartij, waarvan Nederland wel iswaar vaker gewonnen dan verloren heeft, maar dan toch maar steeds een zeer goed partijtje voetbal speelt. En vooral, nu da Denen een elftal in 't veld brengen, dat zeer zorgvuldig is samen gesteld, nu kan men er van op aan, dat de wedstrijd zeer spannen 1 zal worden! Denemarken, zoo zegt de Spkr., is een van onze oudste internationale relaties, doch desondanks vermeldt het gebrui kelijke lijstje aan het slot van dit over zicht maar tien wedstrijden. Er zitten nl. nogal wat hiaten in, b.v. tusschen 1922 en 1925 en tusschen 1930 en nu. In de laatste jaren werd hier te lande de voorkeur gegeven aan wedstrijden tegen sterke prof-landen, waartegen vroeger niet gespeeld werd. Zoo hebben wij, naast onze vaste relaties, de Centraal- Europeesche landen, Iersche Vrijstaat, zelfs Engeland ea., bekampt alvorens het contact met één van de Scandinavi sche landen hersteld werd Wij hopen, dat hiervan meer ontmoetingen met Denen, Zweden en Noren het gevolg zullen zijn, juist ook omdat wij tegen deze tegenstanders, met wie ons volk en dus ook onze voetballers, zooveel eigenschappen gemeen hebben, altijd zulke prettige en sportieve wedstrijden gespeeld hebben. De eerste ontmoeting tegen de Denen wa6 een toevallige; de demi finale van het Olympisch tournooi te Stockholm in 1912 bracht beide landen nl. tegen over elkaar en Nederland verloor met 4—1. Nog juist voor den oorlog, in Mei 1914, volgde de tweede wedstrijd, thans te Kopenhagen, en nu waren onze land- genooten tegen de destijds zeer sterke Denen, die als de besten van het Conti nent golden, volkomen opgewassen en een eervolle 34 nederlaag na een 3—1 voorsprong! was het resultaat. Namen als Göbel, Dirk Lotsy, Vos, Piet Bouman, Wijnveldt en Buitenweg, drin gen zich van dien tijd naar voren. Hervatting van de betrekkingen volg de in 1920 en het eerste bezoek aan Am sterdam beteekende voor de Denen de eerste nederlaag: 20. Het duurde niet zoo heel lang of de balans sloeg ten gunste van Nederland over, want na een gelijk spel in Kopenhagen met een voor overgroote meerderheid uit „pro vinciale spelers" bestaande Nederland sche ploeg volgden twe< overwinnin gen in onze hoofdstad: 20 in. 1922 en 4—2 in 1925. Het waren steeds aardige, spannende wedstrijden, waarin het Deensche spel doorgaans tenminste even goed was als het Nederlandsche, dat echter productiever waf. Historische wedstrijden waren het nochtans niet. Er wordt nog wel eens gepraat over een prachtig doelpunt van De Natris in één van deze wedstrijden, die verder midden in 't glorietijdperk van Harry Dénis vielen, maar veel karakteristieke mo menten brachten zij niet, ook niet in ongunstigen zin. Wim Tap en Van Kol maakten in één van die ontmoetingen, nl. in 1925. hun debuut, dat het begin vormde van een zeer eervolle interna tionale carrière, die voor belden gelijk tijdig beëindigd werd, juist aan den vooravond van 'n wedstrijd tegen Dene marken en wel in 1930. Er kwam nadien weer eens een neder laag, 41 nl., in den tijd waarin het Nederlandsch'elftal buiten de grenzen geen goed kon doen. Gelukkig \olgde in 1927 een gedeeltelijk herstel (1—1), eveneens te Kopenhagen en in 1928 kreeg Nederland op eigen grond gele genheid een 2—0 zege te boeken. Naast Dénis, Tap en Van Kol waren Van Heel en v. d. Meulen toen al geruimen tijd prominente spelers. Laatstgenoemde wedstrijd vond plaats in het Olympisch jaar, doch had overigens niets met de Olympische Spelen te maken. Hij was de laatste in het oude Stadion en sloot een prachtige serie wedstrijden in deze populaire arena op waardige wijze af. Nog één ontmoeting volgde en dat werd een sensatie van den eersten rang. De „Nederlandsch-elftalclub" was op gericht, de oude kern (waaruit Denis echter afgevallen was) werd aangevuld met spelers als Van Run, Anderiesen, Adam en Lagendaal en voorts werden voor dèn wedstrijd tegen Kopenhagen twee debutanten opgesteld: Weber en Wels. Welnu, met 2—0 won Nederland en daarmee was een einde gemaakt aan een nederlagenreeks in het buitenland, die vijf jaren geduurd had en smadelijk dieigde te worden. Sterker nog: deze al leen al daardoor historische wedstrij 1 tegen de overigens tegenvallende Denen bracht een zoodanige kentering, dat nadien, in een periode van vijf en een half jaar, alle uitwedstrijden gewonnen werden, met uitzondering slechts van den kamp tegen Zwitserland om het Wereldkampioenschap. Duitschers, Franschen en Zwitsers ondervonden de hei wonnen kracht van de Oranjeman nen, om van de Belgen, die een heele serfe nederlagen te slikkn kregen, maar te zwijgen. Die wedstrijd in Kopenhagen, op zichzelf mogelijk niet zoo bijster inte- i tosant, zal alleen al daardoor in onze herinnering blijven voortleven. De kansen! Zoo zoetjes aan heeft Nederland dus een aardigen voorsprong op de Depen gekregen, ondanks het feit, dat slechts vier van de tien gespeelde wedstrijden die alle vier werden gewonnen in ons land plaats vonden. Er is, het mag zonder hoovaardij getuigd worden, een redelijke kans, dat die voorsprong a.s. Zondag nog vergroot wordt. Men denke niet. dat wij Denemarken onderschatten. De Denen hebben van oudsher goed spel vertoond, spel dat af gestemd was op de uitstekende leer school, die zij gehad hebben. Al vele jaren geleden toch kwamen sterke En- gelsche profclubs voetballessen geven en het Deensche spel heeft den stempel d-arvan steeds behouden. Het heeft zich altijd gekenmerkt door goed veldwerk, waarbij vaak uitmuntende techniek w erd gedemonstreerd, minder mooi en geraffineerd dan b.v. van de Oostenrij kers. maar in zijn ongecompliceerdheid dikwijls niet minder lastig te bestrijden Veel van deze geaardheid vinden wij ook in het Hollandsche spel terug, maai de onzen zijn toch doorgaans sterker geweest in het maken van doelpunten, wat nu eenmaal het voornaamste onderdeel van het spel is. Het komt ons voor, dat een wat grooter bezit aan in ternationale routine door meer contact met een verscheidenheid aan landen in dit verband een voorname factor geweest is. De Denen toch zullen niet licht in staat zijn ons een probleem vqor te zetten, dat de onzen onbekend is en w aarmee wij geen raad zouden weten. Het is uiteraard moeilijk te zeggen wat-voor tactiek de Denen tegenwoordig volgen, maar van een uitgesproken, systeem zs(l wel geen spréke zijn, Dö voorhoede schijnt wel de vrij diepe W-formatie te huldigen, maar wij kun nen ons niet indenken, dat een agressief spe}er als Nilsson, die vroeger linksbui ten en midvoor geweest is, thans als sjnl een derde back-positie zal inne- me.n: i6 met het klimmen der jaren wijziging van optreden altijd denkbaar. Wij voor ons gelooven niet, dat onze voorhoede het zoo lastig zal krijgen als b.v. tegen Duitschland en Engeland en is zij Qok maar eenigszins in vorm, dan mag op enkele doelpunten gerekend worden. De Deensche aanval, die een paar geroutineerde spelers bevat, zal onze verdediging echter wel de noodige moeite bezorgen. Alles bijeen is het geen overdreven optimisme wanneer wij met vertrouwen dezen wedstrijd tegemoet zien, mits... dè tegenpartij niet te licht genomen wordt. Wij gelooven niet, dat wij hier nog iets aan toe te voegen hebben. Rest oo» dus nog de samenstelling der ploegen»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 7