SPORT EN WEDSTRIJDEN.
NEDERLAND-DENEMARKEN.
Het jnbileum van den negus.
Het voorkomen van grensincidenten.
GELUKTE INVAL IN EEN
SPEELHOL.
GEWEZEN POSTSCHIPPER
OVERLEDEN.
iraaf de Marchant etd'Ansembourg's
Eerste Kamer-lidmaatschap.
SCHAGEN
NOORDSCHARWOUDE
PETTEN
MEDEMBLIK
Een boeiende kamp te verwachten.
Nederland favoriet?
EGMOND A. D. HOEF
gevonden door dienstoorzaken of ziektege
vallen.
Tusschen 1 Januari en 31 October van dit
jaar bedraagt het totale aantal overleden of
ficieren en manschappen 193; bovendien zijn
10 werklieden gedood bij ongelukken of ge
storven door ziekte, zoodat het totaal der
verliezen aan Italiaansche zijde in Oost-Afri-
ka sinds 1 Januari 203 bedraagt.
De negus zal Zondag in zijn paleis het
corps diplomatique een diner aanbieden in
verband met het feit dat hij dien dag den
vijfden verjaardag van zijn kroning zal vie
ren. Over het vertrek van deii negus naar
Dessie is nog niets bekend.
Ter voorkoming van de mogelijkheid van
incidenten tusschen Italiaansche Somali-
troepen en inboorlingen van Britsch Somali-
lana heeft generaal Oraziani bevel gegeven
aan de volksstammen tot evacueering van de
grenszone, waarbij hun de vrijheid werd ge
laten naar Britsch Somaliland te gaan, aan
wel verder Italiaansch gebied binnen te
trekken.
tBUweuiand
Drie personen gearresteerd; spe
lers op het bureau gehoord en in
vrijheid gesteld.
Gisteravond is door de Amster-
damsche politie, ditmaal van het
bureau Marnixstraat, een inval ge
daan in een speelhol, gevestigd in
een perceel aan de Bilderdijkkade
bij de De Clercqstraat en bewoond
door den buffetchef V.
Tien man waren aanwezig en
zijn naar het bureau gebracht; de
bankhouders, de buffetchef, een rij
wielhersteller en een gepension-
neerd militair zijn gearresteerd.
De spelers zijn, na verhoord te zijn,
op vrije voeten gesteld.
Op een herhaald bellen tegen half zes
werd de deur voorzichtig geopend, doch de
„portier ziende, dat hier geen klanten,
doch politie voor de deur stond, wilde haar
haastig weer sluiten.
Inspecteur Visser verschafte zich toegang
door den man opzij te duwen. In een der
kamers van het benedenhuis werden negen
personen om de roulettetafel aangetroffen.
Bij het zien van de politie trachtten enkele
bezoekers in den tuin te vluchten, doch wel
dra was het heele gezelschap weer bijeen in
de „speelzaal", in afwachting van de over
valauto, die spoedig met versterking ver
scheen om het gezelschap naar het bureau te
expedieeren.
Alles wat aan de gezelligheid had bijge
dragen, is door inspecteur Visser in beslag
genomen: in de eerste plaats natuurlijk de
roulette, fiches, geld en zelfs ook sigaren en
bonbons.
De heeren hadden aanvankelijk nog het een
en ander in een koffer willen verstoppen,
maar op de vriendelijke terechtwijzing van
den inspecteur: „laat maar heeren, dat doen
wij wel voor u", zagen zij van hun verdere
pogingen af.
De buffetchef, de huurder van het per
ceel, was op het moment van den overval
niet thuis; even later kwam hij echter, niets
kwaads vermoedend, aanstappen. Hij viel
met ziin neus in de boter
Op net bureau bleek, dat de beide „dienst
doende" bankhouders, de rijwielhersteller
en de gepensionneerd militair, resp. 300 en
175 gulden bij zich hadden. Het tweetal gaf
volmondig toe, dat er regelmatig roulette
werd gespeeld. Ook de klanten hadden dit
reeds verklaard. Gezien de bedragen aan
contant geld, die de bankhouders bij zich
hadden, gingen er vrij aardige bedragen om
in dit speelhol, dat bezocht werd door den
kleinen middenstand. Tegen den buffetchef
is proces-verbaal opgemaakt wegens gele
genheid geven tot hazardspel.
Onder de bezoekers waren „oude klanten",
die ook bij een vorigen inval, door inspec
teur Visser uitgevoerd, waren aangetroffen.
Twee van de gearresteerden exploiteerden
°ok een speelhuis in een woning aan de
Nassaukade. Afwisselend werden de huizien
gebruikt.
De buffetchef had daar men vermoedde,
dat in zijn woning werd gespeeld een of-
xicieele waarschuwing van de politie gekre
gen, doch hij had bij die gelegenheid bezwo
ren, dat er „alleen maar gedanst, gedomi
neerd en ganzenbord gespeeld werd en wel
uitsluitend voor de gezelligheid''.
De goede raad van de zijde der politie
*crd in den wind geslagen en thans heeft
"'j gelegenheid hierover op het politiebureau
M te denken.
Gister u te Schiermonnikoog in den
ouderdom van 62 jaar overleden de heer
uke V iss-er, gepensionneerd kantoor
{•ouder van P. T. T. Ruim dertig jaar ge-
JjWen oefende hij de functie van post-
rjpipper uit, in welke hoedanigheid hij
*r°°te bekendheid verwierf. Hij vervoer-
post en passagiers met een zeilschip
het aIIan.ri vtoavasten wal en
WRAK IN DE NOORDZEE.
De schipper van den in IJmuiden binnen
gekomen stoomtrawler Zeehond 1JM70 rap
porteert, dat hij op de Noordzee een halve
scheepsboot en later een stuk van een
scheepsdek met een snurrevaad-winch met
het trawlnet heeft opgevischt.
Aangezien bij den jongsten storm twee
Deensche kotters zijn vergaan, is het niet on
waarschijnlijk, dat bovengenoemde wrakstuk
ken van een dezer schepen afkomstig is.
DOOR EEN STUK IJZER GETROFFEN.
De 42-jarige heer J. S., ambtenaar bij de
Scheepsbouw Maatschappij „De Schelde te
Vlissingen, die toezicht nield bij werkzaam
heden aan het Provinciaal Electrisch Bedrijf
te Groningen, is door een stuk ijzer van der
tig k veertig K.G., dat van een takel was los
geschoten, getroffen. Hij bekwam een schedel
fractuur en is opgenomen in het diaconessen-
ïuis. Zijn toestand was gisteravond zorge-
ijk.
V»„ V iJaoe>u.gi«i3 urei -
liet eiland naar don vasten wal en
,'®rug. Hij was een der meest stoere zei-
die Storm, slecht weer en ijs
*N| m
•fotseerde. Ook 'zijn vader en grootvader
het beroep van postschipper
f; Toen de motorboot op Schlermon
uKoog Zijn intrede deed legde Visser
un functie neer omdat hij slechts met
nli büot wild« varen. Hij werd toen be
®d tot kantoorhouder der posterijen
ONDER WAGEN GEDOOD.
stermiaa,- i-
H*tlj ,rmiddafï is het tienjarige
8chir>r Schenkel, wonende op een
zii JL,aan-i Boterdiep te Oroningen,
een ",5ulkerbiet van een passeerenden
en 1Sr'jpen, onder het voertuig
op slag gedood.
meisje
woon-
toen
wa-
geraakt
Mr. K. Jaarsma, de leider der liberalen
in Amsterdam, schrijft in de Telgr. over
deze zoo zeer de aandacht vragende
kwestie, waarin hij voorop stelt, dat de
beslissing van Mr. Heemskerk, toen deze
in 1920 de naturalisatie van d'Ansem-
bourg niet noodig oordeelde, wettelijk
foutief is geweest.
De Wet op het Nederlanderschap be
paalt, en zulks geenszins ten onrechte,
dat het Nederlandschap onder meer
verloren gaat:
lo. door naturalisatie in een ander
land;
2o. door het verkrijgen van een vreem
de nationaliteit door den wil van den
verkrijger;
3o. door zonder verlof van de Koningin
zich te begeven in vreemden krijgs- of
staatsdienst.
Het staat zoo vast als een huls, dat de
heer De Marchant al deze dingen gedaan
heeft. Hij heeft zich op 23 November
1912 in Pruisen laten naturaliseeren; hij
verkreeg dientengevolge door zijn wil
de Pruisische nationaliteit en hij heeft
In het Duit6cbe leger gediend.
De argumenten van de ministerieele
beslissing van 1920, waarmede men ver
moedelijk den heer De Marchant des
tijds van dienst heeft willen zijn, maar
hem nu zeer blijkt te hebben geschaad,
zijn van merkwaardige poverheid.
p Wat de Pruisische naturalisatie be
treft. wordt een exceptie van minder
jarigheid opgeworpen. Toen hij Pruis
werd, was de heer De Marchant eerst 18
jaar. En het zou een regel zijn, dat een
Nederlandsche minderjarige nooit zelf
standig door naturalisatie zijn Neder
landerschap kan verliezen, maar alleen
via naturalisatie van zijn ouders.
Waarheid is, dat een dergelijke regel
niet in de Nederlandsche wet is terug
te vinden De wet spreekt geheel onbe
perkt van „naturalisatio in een ander
land", en eveneens geheel onbeperkt van
„het verkrijgen van een vreemde natio
naliteit door den wil van den verkrij
ger". Nergens wordt dit tot meerderja
rigen beperkt; tot een dergelijke beper
king i» ook niet de minste aanleiding.
Integendeel is er stellig veel meer aan
leiding om een minderjarige, die op
eigen verzoek een vreemde nationaliteit
verwerft, het Nederlanderschap te doen
verliezen, dan den minderjarige, wiens
vader zich elders laat naturaliseeren.
Nog gezochter is de w ijze waarop de
klip van den vreemden krijgsdienst
wordt omzeild. De heer De Marchant
zou zich n.I. niet „in vreemden krijgs
dienst hebben begeven", hetgeen duidt
op een vrijwillige handeling; hij was
alleen op dood-onschuldige w ijze krach
tens zijn Duitsche nationaliteit voor de
vervulling van zijn Duitschen dienst
plicht opgeroepen!
Blijkbaar zag men in, dat hier de
exceptie van minderjarigheid niet toe
reikend was. Zelfs het Ministerie van
Justitie scheen te erkennen, dat de min
derjarige, die vrijwillig in een vreemd
leger dienst neemt, daarmede zijn Ne
derlandsche nationaliteit verbeurt.
Met die erkenning heeft men echter
het spel verloren. Toen de heer De
Marchant zich geheel vrijwillig in 1912
in Duitschland liet naturaliseeren, kon
en moest hij w eten, dat hierop automa
tisch Duitsche dienstplicht zou volgen.
Hij begaf zich dus wel degelijk vrijwil
lig in Duitschen krijgsdienst.
Zeer terecht is men tegenwoordig met na
turalisatie zeer moeilijk; men gaat hierin
zelfs wel eens wat te ver. Uit mijn eigen
praktijk ken ik een geval van een verdienste-
1# burger, die in zijn prille jeugd naar Ne
derland is gekomen, die geen andere natio
naliteit meer bezit, die een Nederlandsche
vrouw getrouwd heeft en die in het Neder
landsche leger zijn dienstplicht heeft ver
vuld, doch die, ondanks jarenlange pogingen
er nog steeds niet in geslaagd is naturali
satie te verkrijgen
Hoe schril steekt dit geval af bij dat van
den heer De Marchant, die op 18-jarigen
leeftijd welbewust de Duitsche nationaliteit
gekozen heeft, en die als officier in het Duit
sche leger zijn nieuwe vaderland heeft ge
diend. Het behoorde wettelijk uitgesloten te
zijn, dat een dergelijke afvallige Nederlan
der, ook al zou deze overigens uitnemende
eigenschappen bezitten (wat ik van den heer
De Marchant niet kan beoordeelen) zelf6
door naturalisatie het Nederlanderschap
weer verwierf. In elk geval is de wijze zeer
te betreuren, waarop voor dezen terugge
keerden verloren zoon door minister Heems
kerk en later door minister Ruys de Beeren-
brouck het gemeste kalf geslacht is. Het is
een schande, dat gedurende een aantal ja
ren een Nederlandsche gemeente een burge
meester had, die Duitsch onderdaan was
eerst in Juni 1935 verkreeg de heer De Mar
chant een „Entlassungsurkunde" en der
halve dienstplichtig in het Duitsche leger
yerder betoogt mr. Jaarsma, dat de heer
De Marchant zich over onbillijkheid niet be
klagen mag. Wanneer de regeering in 1920
had gedaan, wat zij behoorde te doen zou
de naturalisatie van den heer De Marchant
evenmin zijn tot stand gekomen, echter niet
op grond van het feit dat zij onnoodig was,
maar omdat de heer De Marchant haar niet
verdiende.
Deze zeer internationale figuur met Neder
landsche geboorte, 1 ranschen naam. Oosten-
rijkschen titel en Duitschen officiersrang, die
blijkbaar van vaderland verandert met het-
zelfde gemak, waarmede een ander van over
jas verwisselt, had in geen geval meer in
ons staatsverband behooren te worden op
genomen, nu hij dat eenmaal had prijsgege
ven. Hij heeft hef onverdiende fortuin gehad,
dat hij van 1920 tot 1935 geheel ten onrechte
als Nederlander beschouwd is en Nederland
sche ambten heeft mogen bekleeden; dit geeft
er hem geen aanspraak op om ook in de toe
komst onder deze valsehe vlag te mogen
blijven varen. Laat hij, indien hij politieke
aspiraties wil bevredigen, teruggaan naar
het land, dat hij, toen hij tot het oordeel des
onderscheids gekomen was, boven zijn ge
boorteland heeft verkozen, doch niet trach
ten een rol te blijven spelen in het staatsver
band, dat hij «in 1920 niet genoeg vond.
Tenslotte zal men zeggen, is het politiek
gesproken, verstandig om in dezen de partij,
waarvan de heer De Marchant deel uit
maakt, een martelaarskroon op te zetten, en
haar in de gelegenheid te stellen te bewe
ren, dat dit alles begonnen is, niet om den
persoon van den heer De Marchant, maar
om de partij te treffen, die door hem wordt
vertegenwoordigd
Hierop zou ik willen /ntwoorden, dat de
N.S.B., wat de Eerste Kamer ook beslissen
moge, in elk geval hare twee zetels in dit
college behoudt. Het eenige gevolg van een
afwijzing van den heer De Marchant zal
zijn, dat de N.S B door een ander zal wor
den vertegenwoordigd, die ongetwijfeld beter
zal passen bij de nationale gezindheid waar
op deze partij bij uitstek prat gaat. Het
eenige onaangename voor de N.S.B. in deze
aangelegenheid is dit, dat bliikt dat haar lei
der, toen hii den heer De Marchant tot lid
der Eerste Kamer „benoemde", geen zeer
gelukkige keuze heeft gedaan. Dit is echter
een feit, waaraan de beslissing der Eerste
Kamer, hoe zij ook uitvalt, niets meer kan
veranderen.
Juist in deze moeilijke tijden behoort het
Nederlandsche karakter van onze Staten-Ge-
neraal zooveel mogelijk ongerept te worden
gehandhaafd. Een kameleontische figuur als
de heer De Marchant hoort daarin niet
thuis.
Pxouiticiaai Hieuw*
had bijgedragen tot verruiming van onzen
gezichtskring. Spreker bracht allen in vroo-
lijke stemming door de geestige wijze, waar
op hij vertelde, welk een groot respect hij
zelf had voor cfe vliegkunst.
Spr. spoorde iedereen aan mede te werken
tot instandhouding van deze mooie avon
den.
Na een woord van opwekking, mede te
doen aan de huisvlijttentoonstelling in het
a.s. voorjaar, sloot de voorzitter dezen leer-
zamen avond.
Volksonderwijs.
De straatcollecte, gehouden op Don
derdag 31 Oct. j.1. ten bate van het Fonds
tot Steun heeft in totaal opgebracht
67.43)4.
Kattekwaad.
Nu de avonden langer worden, neemt
het uitvoeren van kattekwaad door de
jeugd aanmerkelijk toe. Veel wordt er ge
klaagd over het z.g. „raampje-tik", waar
aan velen zich bezondigen. Ook het open
gooien van winkeldeuren behoort tot een
geliefkoosde sport voor de avonduren.
Herstel zeewering.
Door de stormen van den laatsten tijd
heeft de zeewering alhier belangrijke schade
geleden.
Druk wordt gewerkt aan de herstellings-
werkzaamheden, die door het voortdurende
gure weer zeer worden bemoeilijkt.
Een flink aantal plaatsgenooten-werkloozen
heeft hierdoor weer werk gekregen.
Vier Noorder Koggen.
Bij de vaststelling van de begrooting
1936' voor het Waterschap „De Vier Noor
der Koggen" is gebleken, dat de lasten met
150 zijn verlaagd en thans gebracht op
13 per H. A.
Voetbal.
Nutsavond.
Woensdagavond werd in café Palsma
een lezing gehouden door den heer W. D. J
Vaags te Mijdrecht over de luchtvaart „Wij
vliegen'', 25 jaar luchtvaart in vogelvlucht
Dominee Nobel heette het betrekkelijk ge
ringe aantal belangstellenden, die het slechte
weer hadden getrotseerd, van harte welkom.
Spreker vond het goé3. dat de menscher. op
de hoogte waren van de dingen, die In ons
kleine landje wordenjg'-presteerd, hijzelf was
vol bewondering voor hen, die zulke belang
rijke ondernemingen-kunnen ten uitvoer 'eg
gen en tot een goed.einde brengen, denken
wij eens aan de K 18 en aan de vele presta
ties op vlieggebied. Spreker spoorde tenslotte
iedereen aan de mooie boeken over de vliege
rij te lezen, boeken, die hier voor enkele cen
ten in de nutsbibliotheek te krijgen waren.
Dan maakte spreker de heeren zijn compli
ment, die ondanks het slechte weer waren
verschenen om wat nieuw leven te brengen in
dit een beetje ingedutte departement.
De heer Vaags dankte voor de vriendelijke
woorden van den voorzitter en begon dan
met een korte inleiding over de vliegerij en
een uiteenzetting over de groote verandering,
de dei ontwikkeling van de machine in den
loop der 19e en 20e eeuw in het algemeen in
de maatschappij had gebracht. Hieruit bleek
ook weer hoe sceptisch de mensch had ge
staan tegenover de eerste stoomboot en trein
Spreker meende, dat dit ook zoo ging met de
vliegmachine, meer en meer won ook deze het
vertrouwen. Spreker wees op het toenemend
aantal bezoekers van Schiphol en op de vele
boeken over luchtvaart verschenen. De lucht
vaart staat momenteel inderdaad in het
brandpunt der belangstelling. Vervolgens
zeide spreker nog een enkel woord hoe moei
lijk het was vlieger te worden, zoowel wat het
financieele doel betreft als de zeer zware
eischen, die er voor worden gesteld om 'iet
brevet te halen.
Daarna vertoonde de heer Vaags een se
rie lantaarnplaatjes, die ons duidelijk lieten
zien de enorme verbeteringen, die in de
laatste jaren aan de machines waren aan
gebracht. De eerste machine, die we zagen
was van v. Maasdijk in 1910, die hiermee
slechts een luchtsprong kon maken, terwijl
de machine leek te bestaan uit lappen en lat
ten. We zagen marinevliegtuigen, verken
ners en jachtvliegtuigen, welke laatste ge
schikt zijn voor de bekende loopings. Spre
ker legde ons uit hoe zulk een looping werd
gemaakt. Met een teekening liet hij ons zien
hce moeilijk het was z.g. blind te vliegen, de
leerling-vlieger maakte ondanks het toestel
letje, dat hem aanduidde of hij recht vloog,
de onmogelijkste bochten. Interessant was
ook het toestel, waarmee de zoo bekende
Persil-reclame in de lucht werd gemaakt.
Per minuut kon 20.000 M3. nevel worden
uitgelaten, de enkele letter P was 1400 M.
lang de kleine letters 800 M., wat te begrij
pen is wanneer wij vernemen, dat zulk een
toestel' minstens op 4000 M. hoogte moet
vliegen Hierna werden ous vertoond een se
rie plaatjes, bereidwillig afgestaan door de
KLM die iemand die nog nooit Schiphol
heeft gezien, zeker doet besluiten hier zoo
spoedi"" mogelijk heen te gaan. De inrich
ting van de prachtige verkeersvliegtuigen,
de fraaie gezichten op onze steden en het
mooie Hoflandsche landschap hadden aller
bewondering. Tot slot zagen wij een gedeelte
van de reis naar Indië.
Dominee Nobel dankte den heer Vaags en
diens helper hartelijk voor de interessante
lezing, het was een echte Nutsavond ge
weest, waarvan we konden zeggen, dat hij
Voorzoover men het nog niet mocht
weten: Zondag wordt in Amster
dam de eerste landenwedstrijd van
dit seizoen gespeeld en wel Neder
land—Denemarken 1
Met opzet beginnen wij zoo met ons
verhaal, omdat er over dezen wed
strijd zoo merkwaardig weinig ge
sproken wordt. Bij andere landen-
wedstrijden vecht men om een toe
gangsbewijs, thans zegt men dood-
nuchter: och ik ga niet; hoor het
verslag wel door de radio!
Beteekent dit, dat rnen Denemarken
niet voor vol aan ziet?
O, hoe zou men zich vergissen! Want
Denemarken is wel een zeer interessan
te tegenpartij, waarvan Nederland wel
iswaar vaker gewonnen dan verloren
heeft, maar dan toch maar steeds een
zeer goed partijtje voetbal speelt. En
vooral, nu da Denen een elftal in 't veld
brengen, dat zeer zorgvuldig is samen
gesteld, nu kan men er van op aan, dat
de wedstrijd zeer spannen 1 zal worden!
Denemarken, zoo zegt de Spkr., is een
van onze oudste internationale relaties,
doch desondanks vermeldt het gebrui
kelijke lijstje aan het slot van dit over
zicht maar tien wedstrijden. Er zitten
nl. nogal wat hiaten in, b.v. tusschen
1922 en 1925 en tusschen 1930 en nu. In
de laatste jaren werd hier te lande de
voorkeur gegeven aan wedstrijden tegen
sterke prof-landen, waartegen vroeger
niet gespeeld werd. Zoo hebben wij,
naast onze vaste relaties, de Centraal-
Europeesche landen, Iersche Vrijstaat,
zelfs Engeland ea., bekampt alvorens
het contact met één van de Scandinavi
sche landen hersteld werd Wij hopen,
dat hiervan meer ontmoetingen met
Denen, Zweden en Noren het gevolg
zullen zijn, juist ook omdat wij tegen
deze tegenstanders, met wie ons volk
en dus ook onze voetballers, zooveel
eigenschappen gemeen hebben, altijd
zulke prettige en sportieve wedstrijden
gespeeld hebben.
De eerste ontmoeting tegen de Denen
wa6 een toevallige; de demi finale van
het Olympisch tournooi te Stockholm
in 1912 bracht beide landen nl. tegen
over elkaar en Nederland verloor met
4—1. Nog juist voor den oorlog, in Mei
1914, volgde de tweede wedstrijd, thans
te Kopenhagen, en nu waren onze land-
genooten tegen de destijds zeer sterke
Denen, die als de besten van het Conti
nent golden, volkomen opgewassen en
een eervolle 34 nederlaag na een
3—1 voorsprong! was het resultaat.
Namen als Göbel, Dirk Lotsy, Vos, Piet
Bouman, Wijnveldt en Buitenweg, drin
gen zich van dien tijd naar voren.
Hervatting van de betrekkingen volg
de in 1920 en het eerste bezoek aan Am
sterdam beteekende voor de Denen de
eerste nederlaag: 20. Het duurde niet
zoo heel lang of de balans sloeg ten
gunste van Nederland over, want na een
gelijk spel in Kopenhagen met een
voor overgroote meerderheid uit „pro
vinciale spelers" bestaande Nederland
sche ploeg volgden twe< overwinnin
gen in onze hoofdstad: 20 in. 1922 en
4—2 in 1925. Het waren steeds aardige,
spannende wedstrijden, waarin het
Deensche spel doorgaans tenminste
even goed was als het Nederlandsche,
dat echter productiever waf. Historische
wedstrijden waren het nochtans niet. Er
wordt nog wel eens gepraat over een
prachtig doelpunt van De Natris in één
van deze wedstrijden, die verder midden
in 't glorietijdperk van Harry Dénis
vielen, maar veel karakteristieke mo
menten brachten zij niet, ook niet in
ongunstigen zin. Wim Tap en Van Kol
maakten in één van die ontmoetingen,
nl. in 1925. hun debuut, dat het begin
vormde van een zeer eervolle interna
tionale carrière, die voor belden gelijk
tijdig beëindigd werd, juist aan den
vooravond van 'n wedstrijd tegen Dene
marken en wel in 1930.
Er kwam nadien weer eens een neder
laag, 41 nl., in den tijd waarin het
Nederlandsch'elftal buiten de grenzen
geen goed kon doen. Gelukkig \olgde in
1927 een gedeeltelijk herstel (1—1),
eveneens te Kopenhagen en in 1928
kreeg Nederland op eigen grond gele
genheid een 2—0 zege te boeken. Naast
Dénis, Tap en Van Kol waren Van Heel
en v. d. Meulen toen al geruimen tijd
prominente spelers. Laatstgenoemde
wedstrijd vond plaats in het Olympisch
jaar, doch had overigens niets met de
Olympische Spelen te maken. Hij was
de laatste in het oude Stadion en sloot
een prachtige serie wedstrijden in deze
populaire arena op waardige wijze af.
Nog één ontmoeting volgde en dat
werd een sensatie van den eersten rang.
De „Nederlandsch-elftalclub" was op
gericht, de oude kern (waaruit Denis
echter afgevallen was) werd aangevuld
met spelers als Van Run, Anderiesen,
Adam en Lagendaal en voorts werden
voor dèn wedstrijd tegen Kopenhagen
twee debutanten opgesteld: Weber en
Wels. Welnu, met 2—0 won Nederland
en daarmee was een einde gemaakt aan
een nederlagenreeks in het buitenland,
die vijf jaren geduurd had en smadelijk
dieigde te worden. Sterker nog: deze al
leen al daardoor historische wedstrij 1
tegen de overigens tegenvallende Denen
bracht een zoodanige kentering, dat
nadien, in een periode van vijf en een
half jaar, alle uitwedstrijden gewonnen
werden, met uitzondering slechts van
den kamp tegen Zwitserland om het
Wereldkampioenschap. Duitschers,
Franschen en Zwitsers ondervonden de
hei wonnen kracht van de Oranjeman
nen, om van de Belgen, die een heele
serfe nederlagen te slikkn kregen, maar
te zwijgen. Die wedstrijd in Kopenhagen,
op zichzelf mogelijk niet zoo bijster inte-
i tosant, zal alleen al daardoor in onze
herinnering blijven voortleven.
De kansen!
Zoo zoetjes aan heeft Nederland dus
een aardigen voorsprong op de Depen
gekregen, ondanks het feit, dat slechts
vier van de tien gespeelde wedstrijden
die alle vier werden gewonnen in
ons land plaats vonden. Er is, het mag
zonder hoovaardij getuigd worden, een
redelijke kans, dat die voorsprong a.s.
Zondag nog vergroot wordt.
Men denke niet. dat wij Denemarken
onderschatten. De Denen hebben van
oudsher goed spel vertoond, spel dat af
gestemd was op de uitstekende leer
school, die zij gehad hebben. Al vele
jaren geleden toch kwamen sterke En-
gelsche profclubs voetballessen geven
en het Deensche spel heeft den stempel
d-arvan steeds behouden. Het heeft zich
altijd gekenmerkt door goed veldwerk,
waarbij vaak uitmuntende techniek
w erd gedemonstreerd, minder mooi en
geraffineerd dan b.v. van de Oostenrij
kers. maar in zijn ongecompliceerdheid
dikwijls niet minder lastig te bestrijden
Veel van deze geaardheid vinden wij
ook in het Hollandsche spel terug, maai
de onzen zijn toch doorgaans sterker
geweest in het maken van doelpunten,
wat nu eenmaal het voornaamste
onderdeel van het spel is. Het komt ons
voor, dat een wat grooter bezit aan in
ternationale routine door meer contact
met een verscheidenheid aan landen
in dit verband een voorname factor
geweest is. De Denen toch zullen niet
licht in staat zijn ons een probleem vqor
te zetten, dat de onzen onbekend is en
w aarmee wij geen raad zouden weten.
Het is uiteraard moeilijk te zeggen
wat-voor tactiek de Denen tegenwoordig
volgen, maar van een uitgesproken,
systeem zs(l wel geen spréke zijn, Dö
voorhoede schijnt wel de vrij diepe
W-formatie te huldigen, maar wij kun
nen ons niet indenken, dat een agressief
spe}er als Nilsson, die vroeger linksbui
ten en midvoor geweest is, thans als
sjnl een derde back-positie zal inne-
me.n: i6 met het klimmen der jaren
wijziging van optreden altijd denkbaar.
Wij voor ons gelooven niet, dat onze
voorhoede het zoo lastig zal krijgen als
b.v. tegen Duitschland en Engeland en
is zij Qok maar eenigszins in vorm, dan
mag op enkele doelpunten gerekend
worden. De Deensche aanval, die een
paar geroutineerde spelers bevat, zal
onze verdediging echter wel de noodige
moeite bezorgen. Alles bijeen is het geen
overdreven optimisme wanneer wij met
vertrouwen dezen wedstrijd tegemoet
zien, mits... dè tegenpartij niet te licht
genomen wordt.
Wij gelooven niet, dat wij hier nog iets
aan toe te voegen hebben. Rest oo» dus
nog de samenstelling der ploegen»