aBitweuCand
JANTJE'S LEER VAN T VERKEER.
fond: en Juin^om
Wekelijksch Overzicht
RUMOER OP SOESTERBERG.
Directeur heeft al ontslag
gevraagd.
KOLONISATIE IN SURINAME.
Vragen aan de regeering over de
plannen van de stichting Nieuw-
Holland.
FRAUDULEUS INGEVOERDE
RADIOTOESTELLEN.
EEN RAADSELACHTIG GEVAL.
Te Groningen.
ERNSTIG AUTO- ONGELUK
TE MOOK.
TUIMELRAAM-DIEF GEVAT.
Hij wilde net naar binnen tuimelen.
DE N.Z H.R.M. 111 JAAR.
SINTERKLAAS EN ZWARTE PIET
GEARRESTEERD.
Mee naar het politiebureau.
LOODS MET OUD-RUBBER
UITGEBRAND.
Felle brand te Amsterdam.
BOEREN-ORGANISATIES GAAN
SAMEN.
„H. M. v. L." en „L. en M."
gedeeltelijk samen.
ven ter Amsterdamsche Beurze genoteerde fondsen, verstrekt door
Noordhollandsch Landbouwcrediet N.V.
ken. Er was maar weinig tijd, maar ik heb
toch den indruk gekregen, dat het een uit
stekend toestel was. Een machine met een
houten vleugel echter, en dat is een leelijk
ding wanneer je met je kist in een onweer
terecht komt, zooals Kingsford Smith waar
schijnlijk is overkomen. Als er inderdaad
brand is uitgebroken, hetzij door bliksem
slag of anderszins, moet wel worden aan
genomen, dat hij reddeloos verloren is,
want dan brandt zoo machine ook finaal
uit.
Het klinkt misschien vreemd en het schijnt
in strijd met hetgeen ik hiervoor zei, over de
schitterende vliegeigenschappen van Kings
ford Smith, maar ik heb een ongeluk zien
aankomen.
Iedere experimenteele vlieger krijgt op 'n
kwaden dag een ongeluk, dat aan de expe
rimenten een ontijdig einde maakt. Dat is
volkomen begrijpelijk, want elke recordpo
ging, elke nieuwe onderneming op vliegge-
bied, is feitelijk waanzin. Maar die waanzin
is noodzakelijk, want wanneer 't experiment
gelukt en dat gebeurt toch heel vaak
zijn de gegevens op zoo'n tocht verzameld,
van onschatbare waarde voor de lucht
vaart. De commercieele luchtvaart maakt
zich daarvan meester en buit die gegevens
later uit.
Terecht natuurlijk. Niet iedere vlieger ge
voelt voor exjperimenteele tochten. Dat moet
je aangeboren zijn. Denkt u maar aan dok
toren, die zich bezig houden met het kan
keronderzoek. Hoevelen zijn daaraan ook
niet ten slachtoffer gevallen. En die dokto
ren hebben dan toch ook met heel hun hart
met hun beste gevoelens gedaan. I i er zijn
er toch nog, die dagelijks bezig zijn het
kankervraagstuk te bestudeeren.
Zoo zijn er bij wijze van spreken ook nog
dagelijks vliegers, die door nieuwe experi
menten de luchtvaart vooruit willen breng
en. Die vliegers weten, dat er risico's aan
zoo'n tocht verbonden zijn, veel grootere ri
sico's dan op een lijnvlucht. Die grootere ri
sico's aanvaarden zij als logisch uitvloeisel
van hun streven. Zij weten, dat hun geen
lang" leven beschoren is. Zoo'n pionier is de
figuur van Kingsford Smith, een kerel, een
man, die zijn mensch-zijn verloochent voor
de goede zaak. Onmaatschappelijk tot op
zekere hoogte, maar de. pioniersarbeid is
van enorme waarde voor de luchtvaart.
Menschen als Kingsford Smith zijn er niet
veel. Zij geven minder acht op de gevaren,
die hem bedriegen, dan op 't gestelde doel.
Daarom is het erg gemakkelijk critiek te
oefenen op de uitvoering van dergelijke
vluchten. Met een éénmotorig vliegtuig in
den nacht vliegen is volkomen onjuist. Lukt
zoo'n experiment echter, dan is de waarde
daarvan nauwelijks te schatten.
Naar aanleiding van het loopende bericht,
dat de gep. kolonel-tit. K. H. Oudendijk den
minister van Defensie ontheffing uit zijn
functie als directeur van het luchtvaartbedrijf
te Soesterberg heeft gevraagd, heeft een
speciale verslaggever van het „Handelsblad"
zich tot den heer Oudendijk gewend om
nadere inlichtingen.
De directeur begon met de juistheid van
dit bericht te bevestigen en verklaarde zich
ook bereid, de gronden tot zijn besluit toe te
lichten, op voorwaarde, dat men ermee ac-
coord ging, dat hij, in dezen stand van
zaken de minister heeft op zijn verzoek
tot ontslag nog niet geantwoord en even
min nog op de door een Tweede-Kamerlid
bij de behandeling der Rijksbegrooting over
de Soesterbergsche strubbelingen gestelde
vraag gereageerd niet in détails betref
fende de vóórgeschiedenis trad.
„Het zal u bekend zijn", aldus kolonel
Oudendijk, „dat Soesterberg, uit een oog
punt van organisatie, altijd een zorgenkind
van de regeering is geweest. U herinnert
zich, dat indertijd, nadat eenige gerucht
makende vonnissen door den krijgsraad te
Den Bosch waren uitgesproken, een regee-
ringscommissie onder voorzitterschap van
generaal Bomert werd ingesteld, die tot de
conclusie kwam, dat van ergerlijke toe
standen op Soesterberg geen sprake was,
maar wèl van een gebrek in de organisatie.
Zij achtte het onjuist, dat de militaire com
mandant van het vliegkamp, behalve met de
militaire organisatie, die alleen reeds de ge-
heele persoonlijkheid eischt, ook met de
zakelijke leiding van het bedrijf was belast;
een meening, die door militaire insiders alge
meen werd gedeeld.
„De maatregelen om in dezen onjuisten
toestand te voorzien, indertijd door minister
Lambooy toegezegd, hebben eerst onder mi
nister Deckers hun beslag gekregen. Zijn
decisie kwam overigens, althans voor mij,
zeer onverwacht.
„In het najaar van 1931 waren alle hoof
den der afdeelingen het erover eens, dat op
den commandant een te groote verantwoor
delijkheid rustte en dat luchtvaartafdeeling
en luchtvaartbedrijf moesten worden ge
scheiden. Het was in Mei 1932, kort vóór
mijn pensionneering, dat ik, als hoofd der
Afdeeling IV B van Defensie, bij den minis
ter kwam voor een bespreking, toen deze
mij plotseling vroeg zoo plotseling als ik
het u nu vertel of ik mij wilde Belasten
met het in het reine brengen der zaken te
Soesterberg. Bij voorbaat wensch ik dus alle
verdenking te weerleggen, dat ik om dat
baantje zou hebben gevraagd.
„Op het verzoek van den minister ant
woordde ik door het vragen van bedenktijd.
Ik pleegde overleg met de hoofden der af
deelingen, en te memoreeren valt, dat van
hen ook generaal Raaymakers zich er een
feilen voorstander van toonde, dat het lucht
vaartbedrijf onder de militaire supervisie
uitkwam Mijn voorstel, het bedrijf even
als dit bij de artillerie-inrichtingen het geval
is, waar ik door mijn werkkring de voordee-
len van deze organisatie van nabij had leeren
kennen rechtstreeks onder den minister te
laten ressorteeren, vond algemeene instem
ming; toen ik deze zekerheid had gekregen,
verklaarde ik mij bereid, de taak op mij te
nemen.
„Bij aanschrijving van 4 Juni 1932 is toen
ministerieel vastgelegd, dat de L. V. A. werd
geflitst ia een militair gedeelte^ staande
onder den commandant, dus onder den chef
van den generalen staf, en een technisch-
administratief gedeelte, het luchtvaartbedrijf,
onder leiding van een directeur, dus recht
streeks ressorteerende onder den minister
van Defensie. Ik ontving een contract als
directeur van laatstgenoemde afdeeling,
yoorloopig voor den tijd van vijf jaar die
dus normaliter nog zou loopen tot 1937
dat door minister Deckers persoonlijk was
geteekend.
„Dat het reorganisatiewerk mij voor moei
lijkheden zou plaatsen, wist ik, maar ik had
steeds gedacht, daarbij den steun van den
minister te zullen hebben.
„En laat mij nu terstond overspringen
naar de maand October van 1934, toen
Z.Exc. plotseling aankondigde, dat boven
den directeur een inspecteur van de lucht
vaart werd gesteld. Ik heb den minister on
middellijk mijn bezwaren kenbaar gemaakt,
n.1. dat deze maatregelen in strijd kwam met
den geheelen opzet en wij hiermee terug
keerden naar den gelaakten toestand van
1931, daar nu weer een militair gezaghebber
de opperste leiding kreeg, alleen nu met een
militairen en een technischen chef onder zich.
Ik voegde daaraan een voorstel toe, hoe naar
mijn meening aan dit bezwaar was tegemoet
te komen.
„Sinds dien tijd is het tusschen den minis
ter en mij een eindeloos heen-en-weer-ge-
schrijf geworden en thans is de toestand
zóó, dat ik voel, niet meer te beschikken over
de vrijheid en de bevoegdheid, die voor mijn
verantwoordelijkheidsgevoel noodig zijn om
de reorganisatie van het bedrijf voort te
zetten en de controle over het materieel ver
der op mij te nemen
Ik ben van meening, dat de regeering het
contract niet overeenkomstig de toezeggin
gen en de aanschrijving, waarop het berust,
naleeft en onder die omstandigheden heb ik
het ten slotte als een onmogelijkheid ge
voeld, mij met deze functie te blijven belas
ten".
„Ik wil nogmaals duidelijk laten uitkomen",
hernam de kolonel op een desbetreffende
vraag van het Hbl., „dat ik, reeds vóórdat
van het instellen van een inspectie sprake
was, mij op het standpunt heb gesteld, dat
alles, wat betreft organisatie, uitrusting en
oefening van den troep, te onderwerpen is
aan den chef van den generalen staf, maar
dat het technische beheer van het materiaal
en de bedrijfsaangelegenheden in engeren zin
niet aan het inzicht van een militairen
commandant overgelaten moeten zijn; en dat.
in 1931, iedereen het met die opvatting eens
was"
„Heeft de minister persoonlijk te decidee-
ren over uw ontslag-aanvrage?"
„Ongetwijfeld, daar het contract ook door
den minister van Defensie persoonlijk is ge
teekend, zooals ik u al zei".
Wij vroegen vervolgens naar den aard der
fouten, die op Soesterberg te verbeteren
waren.
„De fouten, die ik heb gevonden" zeide de
heer Oudendijk, „verdienen niet den naam:
misbruiken, maar dien van: organisatorische
onjuistheden. Ik meen, in de drie jaren, dat
ik mijn functie heb uitgeoefend, de bedrijfs
leiding niet zonder succes te hebben waar
genomen en de lof, dien ik daarover van ob
jectieve deskundige beoordeelaars te hooren
heb gekregen, is de eenigè uiterlijke satis
factie, die ik van mijn arbeid heb gehad.
Juist doordat ik de overtuiging had, met
mijn werk op den goeden weg te zijn, heb
ik lang geaarzeld, alvorens voor de omstan
digheden te zwichten; ik wilde nog trachten
te redden, wat er te redden viel. Tenslotte
echter is de zaak in een zoodanig stadium ge
komen, dat mij inderdaad de noodige zelf
standigheid ontnomen is, vereischt, om deze
zaak met eenig nut te kunnen blijven voort
zetten. En nu mijn brief aan den minister
eenmaal verzonden is, heb ik het gevoel,
alsof een zware last van mij is afgevallen".
DUITSCHE BALLONS IN
MOELIJKHEDEN.
Tot dusver één geland.
Gisteravond omstreeks half zes zijn te
Hoogezand drie Duitsche luchtballons ge
signaleerd, die vuurpijlen uitzonden Een
der ballons was zoo laag, dat men kon zien,
dat er D 6 op stond. Men meende, dat het de
bedoeling was, dat de ballons wilden dalen;
zij dreven evenwel verder in Noordwestelijke
richting.
Op verschillende plaatsen werden zij ge
zien en daarna duurde het weer geruimen tijd
voordat men bericht kreeg. Men vermoedde,
dat een der ballons in de buurt van Gronin
gen was geland, doch hoewel overal in de
landerijen werd gezocht, is tot dusver geen
luchtballon gevonden. De tweede ballon was
verder naar zee afgedreven en te ongeveer
zeven uur te Hornhuizen in de Kwelders bij
de Wadden geland. Er zaten vier personen
in, die zonder ongelukken behouden op de i
grond terecht kwamen. Zij vertelden om elf
uur gisterochtend te Düsseldorf te zijn opge
stegen voor een wedstrijd. Ballon en passa
giers zullen naar Groningen worden ovei-
gebracht. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de
ballon met het anker in de telefoondraden
heeft gezeten, daar de geheele lijn Groningen
Zoutkamp is gestoord. De derde baFon
heeft men evenals de eerste geheel uit het
oog verloren
In totaal vier ballons in de pro-
vicie Groningen geland.
Zondagmorgen zijn te Duseeldorf
veertien Duitsche ballons, elk met vier
inzittenden opgestegen voor een snel-
heidsvlucht. Van deze ballons zijn er
vier afgedreven naar de provincie Gro
ningen. Zij zijn tegen den avond of in
den loop van den avond alle behouden
in de provincie gedaald. Om 5 uur land
de een ballon bij Nieuweschans, om half
zes een bij Houwerzijl (gemeente Ui-
rum), om zes uur een tusschen Nieuw-
Wouda en Oostwold (gemeente Leek),
en om tien over half zeven een onder
Hornhuizen. Overal werd de schade,
aan de landerijen toegebracht, door de
ballonvaarders onmiddellijk in contan
ten vergoed.
D eballon, die te Hornhuizen is ge
land, is op een vrachtauto geladen en
des avonds half twaalf te Groningen ge
arriveerd, alwaar de vier Duitschers,
die ook met de auto meekwamen den
nacht hebben doorgebracht .Onder hen
bevond zich de bekende ballonvaarder
Karl Götze.
Het Tweede Kamerlid Rutgers heeft den
minister van koloniën, voorzitter van den
raad van den raad van ministers, de volgen
de vragen gesteld:
I. Is het den minister bekend, dat door de
heeren C. G. R. van Marselis Hartsincx en
N. J. van Straaten namens den raad van be
stuur van de stichting Nieuw Holland ^en
circulaire gezonden is aan de colleges van
burgemeester en wetthouders in Nederland,
waarin financieele steun van 25 per ge
meente gevraagd wordt voor de door deze
stichting voorgenomen kolonisatie in Suri
name?
II. Is het den minister bekend, dat in deze
circulaire de volgende zinsnede voorkomt:
„Met alle betrokken ministers is het koloni
satieplan persoonlijk besproken en alle mo
gelijke blijken van adhaesie mochten wij van
hunne Excellenties ontvangen"?
III. Wordt het standpunt van de betrokken
ministers ten opzichte van het bedoelde kolo
nisatieplan in dit citaat juist weergegeven?
IV. Indien de voorgaande vraag ontken
nend beantwoord wordt, welke is dan het
standpunt van de betrokken ministers ten
aanzien van het bedoelde kolonisatieplan?
Rijksambtenaren hebben te Kerkrade ver
schillende radiotoestellen in beslag genomen
die op frauduleuze wijze uit Duitschland wa
ren ingevoerd zonder dat daerop de verschul
digde invoerrechten waren betaald.
Gisteravond om 9 uur hoorde een agent
van politie hulpgeroep komen uit het Sterre-
bosch te Groningen. Hij snelde toe en zag op
den grond een jongen van ongeveer 20 jaar
liggen die in brand stond. Naast hem lag
een rijwiel. De agent doofde de vlammen,
waarbij hij aan de hand werd gewond. De
jongen, die spoedig het bewustzijn verloor,
oleek bij onderzoek brandwonden aan de lin
kerzijde en onder de linkerarm te hebber, ge
kregen. Daar hij geen papieren bij zich had
weet men niet wie hij is en vanwaar hij komt.
Het eenige wat hij den agent nog in half be-
wusteloozen toestand mededeelde was, dat bij
den veldwachter te Zuidwolde (gem. Bedum)
kende. In bewusteloozen toestand is hij naar
het academisch ziekenhuis gebracht.
Nader meldt men ons:
Bij onderzoek is gebleken dat de in het
Sterrebosch in brand geraakt man is de 35-
jarige J. M. uit Zuidwolde. Men vermoedt
dat hij in beschonken toestand een brandende
sigaar in zijn jaszak heeft gestoken. Zeker
heid daaromtrent bestaat echter niet, omdat
de jas vrijwel verkoold is.
In den nacht van Zaterdag op Zondag te
ongeveer drie uur is op de Mooksche Baan
een groote vrachtauto van de meubeltrans
portfirma B. F. Schotanus uit Amsterdam,
komende uit de richting Venlo in volle vaart
tegen een boom gereden. De wagen werd voi-
komen vernield. De heef Schotanus, die aan
het stuur zat, werd slechts licht gewond.
Naast hem was gezeten de heer H. Tjum^-
neff, behoorende tot het Russische tooneel-
gezelschap „De Blauwe Vogel'', die ernstige
verwondingen opliep. Nadat dokter Gerritsen
uit Heumen de eerste hulp had verleend, zijn
beide personen naar het Sint Canisius Zie
kenhuis te Nijmegen vervoerd. De heer Sch.
kon in den loop van den dag naar zijn woon
plaats terugkeeren. De inhoud van den wa
gen, bestaande uit tooneelrequisieten van ge
noemd gezelschap bleef vrijwel onbescha
digd
61. De meneer en de juffrouw die door
Jantje waren aangereden hadden veel ple
zier toen ze hoorden dat Jantje tot een
week gevangenisstraf werd veroordeeld.
Buiten het politiebureau zagen ze zijn be
droefd gezicht voor het tralievenstertje van
het arrestantenlokaal.
62. Dat was echter ook weer niet mooi
van hen. Ze letten niet op de waarschuwing
die op den muur stond geschreven: Neem
steeds voldoenden tijd voor eigen veiligheid,
v fey°'8 van hun domme pret was dan
5 Z.e be>den door een auto werden aan-
overstak n zonder uit te k'iken de straat
DE BRAND VAN DE CUNERA-KERK.
Loodgieter voor den Hoogen
Raad.
De Hooge Raad heeft heden behandeld
het cassatie-beroep van den loodgieter
W. F. v. H., die door het gerechtshof te
Arnhem in hooger beroep werd veroor
deeld tot 14 dagen hechtenis wegens het
aan zijn schuld te wijten hebben dat op
3 September 1934 op het dak van de
Cunera-kerk te Rhenen brand ontstond,
waardoor een gedeelte van het dak ver
loren ging.
H. zou daarbij in strijd gehandeld
hebben met de voorschriften van het
loodgietersbedrijf. Mr. I. J. Maarsen, ad
vocaat te Amsterdam, neeft eenige cas
satie-middelen toegelicht, waarin hij
o.m. stelde, dat op grond van het onder
zoek ter terechtszitting niet te consta-
teeren, althans in geen geval al6 bewe
zen is, aan te nemen, dat het ten laste
gelegde door den verdachte is begaan.
De conclusie van het M. is bepaald
op 25 November.
Naar wij vernemen, is te Rotterdam de
Tuimelraam-dief gearresteerd, die te Am
sterdam, zooals men zich herinneren zal,
o.m. op de Rozengracht en op de Nassau-
kade zich toegang verschafte tot winkel
huizen door via het tuimelraam boven de
deur binnen te komen. Te Rotterdam heeft
hij zijn practijken voortgezet. Hij werd ech
ter gisternacht bij een van zijn klimpartijen
gezien. Aanvankelijk wist hij nog te vluch
ten, maar kort daarna is hij toch gearres
teerd. Het is een Durtscher, die zonder
middel van bestaan in het land rondzwerft.
Een in ons land en ook daarbuiten zeer
bekend lichaam, welks menschlievende ar
beid reeds vele malen gepaard is gegaan
met het betoonen van heldenmoed, de N. Z.
H. Redding Mij., bestaat heden 111 jaar.
In de tuinen tusschen de Bremstraat en de
Van der Pekstraat aan de overzijde van het
IJ vertoonde zich Zondagmiddag reeds een
Sinterklaas met zijn zwarten Piet, die, in
combinatie met een straatmuzikant, de buurt
door hun aanwezigheid meenden te kunnen
opvroolijken. Een groot aantal kinderen
volgde het groepje. Groot was hun verba
zing, toen op een gegeven moment de Heilige
Sint en zijn medewerkers door de politie wer
den ingerekend en overgebracht naar het
bureau aan den Adelaarsweg.
De drie personen werden geverbaliseerd
wegens het geven van een vertooning en het
maken van muziek zonder vergunning en zij
moesten hun sierlijke kleedij afleggen, voor
dat zij het bureau mochten verlaten.
Omstreeks half vijf gistermiddag trol: etn
zware onaangenaam riekende rook over
Watergraafsmeer en verder over de stad Am
sterdam. Men begreep, dat een zware brara
moest woeden aan de Oostelijke grens van de
gemeente en weldra deed het gerucht de
ronde, dat er brand was uitgebroken in de
filmfabriek Cinetone aan de Duivendrecht-
sche Kade. Wel woedde brand aan de Dui-
vendrechtsche Kade, maar niet in de „Cine
tone". Hij was door tot nu toe onbekende oor
zaak uitgebroken in een opslagplaats van
oude rubberbanden toebehoorende aan de
Nederl. Rubberfabriek-Handel Maatschappij
„Nerufa", groothandel in oud rubber, ge
legen achter de R. H Dijkstra's theehandel
en koffiebranderij.
Reusachtige vlammen stegen op uit het
houten gebouwtje, dat naar schatting een
tiental meters diep is. De vlammen ontwik
kelden een groote hitte en lekten tegen de
deuren van de Lederfabr'ek „Holland", zoo
dat dit gebouw aanvankelijk groot gevaar
f
liep door het vuur te worden aangetast' Het
eerste werk van de brandweer was dan ook
dit hooge gebouw te beschermen tegen de
vuurzee. Zij rukte met groot en veel mate-
riaal uit en weldra bestreden een vijftal stra
len het vuur. Na een kwartier kon wel gc.
constateerd worden, dat het gebouw van de
Lederfabriek „Holland'' geen gevaar meer
had te duchten. Echter een loods van deze
fabriek, waar een voor-bereiding plaats heeft
vóór de huiden worden gelooid, was mede
door het vuur aangetast. Het grootste deel
van dit houten gebouw kon echter door de
brandweer worden behouden. De houten
loods met oude rubberbanden brandde tot
den grond toe af. Met de resten had de
brandweer echter nog de handen vol werk
want telkens laaide het vuur in de rubber
weer op. Nog zeer geruimen tijd had zij dan
ook noodig voor de laatste resten vuur ge.
doofd waren. Het vuur moet in de loods zijn
ontstaan. Een hoeveelheid oude rubber, dal
tegen de loods was opgestapeld, werd no^
een prooi der vlammen, maar werd eerst
aangetast toen de vlammen naar buiten
sloegen.
De bestrijding van den brand had plaats
onder leiding van commandant C. Gordijn
terwijl de noodige politiemaatregelen werden
genomen onder leiding van den commissaris
E. C. J. Staal. Een talrijk publiek sloeg van
af de Weesperzijde het werk van de brand
weer gade.
De hoofdbesturen van den Boerenbond
„Landbouw en Maatschappij" en van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw
hebben dezer dagen vergaderd om te over
leggen in hoeverre beide organisaties bij de
verdediging van de boeren belangen één lijn
kunnen trekken. De aanleiding daartoe was,
dat tusschen „Landbouw en Maatschappij"
eenerzijds en de drie centrale landbouw
organisaties en de F.N.Z. anderzijds geen
overeenstemming is bereikt.
Ook nu kon geen algeheele overeenstem
ming worden bereikt, omdat de Hollandsche
Maatschappij het standpunt van L. en M.
inzake hooge graanrechten niet deelt Niette
min besloot men elkander niet tegen te
werken en een commissie samen te stellen,
die verder 4an de orde komende vraagstuk
ken tot een voor beide groepen aanvaard
bare oplossing zal trachten te brengen.
Besproken werd voorts de mogelijkheid
ieders terrein zooveel mogelijk af te bakenen,
om te voorkomen dat beide organisaties met
elkander in conflict komen en om de samen
werking te bevorderen.
Overeenstemming werd in deze bereikt
volgens dezelfde richtlijnen als in de provin
cie Groningen geldig zijn.
Zij luiden als volgt:
Landbouw en Maatschappij heeft zijn taak
inzonderheid op politiek-economisch terrein,
waar hij de belangen van den landbouw
naar eigen inzicht zal behartigen. Het ter
rein, dat de Hollandsche Maatschappij van
Landbouw tot nu toe met haar werkzaam
heden bestreken heeft, wordt door Land
bouw en Maatschappij geheel intact gelaten;
laatstgenoemde zal het lidmaatschap van
H. M. v. L. aanbevelen.
Bepaalde maatregelen, die door Landbouw
en Maatschappij mogelijk worden geacht om
den landbouw te helpen, zullen ter verdere
bestudeering en uitwerking bij de Maat
schappij aanhangig worden gemaakt.
Over bepaalde zaken, die beide lichamen
aangaan, vindt ter voorkoming van misver
stand bij de leden en bij de overige bevol
king, overleg plaats, als dit door een van
beide wenschelijk worden geacht. Indien het
noodig mocht blijken, om de juiste verhou
ding tusschen beide lichamen nader of op
nieuw te regelen, zullen daartoe eveneens
besprekingen worden gehouden.
CORRESPONDENTIE.
5. Z„ St. Pancras en C. de J. te Alkmaar
Uwe berichten zijn advertenties.
FONDSEN.
4 obl Nederl. 1000 '34
3J4 idem 11
4X N O.-Indië 1000 30
4 idem 1000 M
5'A Duitschland '30
Idem met kettingverkl.
Amsterdamsche Bank.
Koloniale Bank
Ned. Ind. Hand Bank
Ned Handel Mij. Cert. v. ƒ250
Rotterdamsche Bank
Alg Kunstzijde Unie
v. Berkel's Patent
Calvé Delft Cert
Nederl. Ford
Ned Kabelfabr
Philips Gem. Bezit
Unilever
Anaconda
Beth. Steel
Cities Service
U. S. Steel
U. S. Leather
Cult. Mij. Vorstenl.
Handelsver. A dam
Javascbe Cult
Algem Explor. Mij.
Redjang Lebong
Dordtsche Petr. gew
Koninklijke 1000
Shell Union
A dam Rubber
Oostkust
Serbadjadi
Java China Jap. Lijn
Ned. Scheepv. Unie
Stoomvaart Mij Nederland
Deli Batavia Tab
Deli Maatij,
Senembah
South. Pacific
Union Pacific
Prolongatie
Ex-dividend.
2 Nov.
Vis
97$
9513/,,
21$
235
107$
44$
825
125$
103$
25$
52
59$
240$
352,1
238J
102$
>3%
237/,6
1%
27%
5
22%
215$
121',
168$
149$
192$
2°:t
108"/,,
63
43$
35f
143$
165
165$
10$
56$
3$
4 Nov,
5 Nov
6 Nov.
7 Nov.
961-7,6
9 7
977/IS
97i%
94
93$
93%
97$
97$
97$
97$
95%
96$
96$
96$
22
21
20%
23$
23%
24%
101*
108$
110
1105
44$
44$
45$
44%
83%
84$
84$
83%
128$
128$
128$
127
104
104$
104$
105$
25$
25$
26$
25$
52
48
48$
48$
60
60$
60$
59$
219$
246$
245$
249'.
358
358
3651
370$
239
237
235$
238
105
104$
102$
13
12$
12%
13%
237,«
24i/ie
24%
25%
1 i
1%
1%
1%
27%
27%
247/,6
28%
5Vi«
5$
5$
5$
21$
21Ï
217/u
21$
216$
213$
216
213$
122
118$
122$
120
171$
174$
174$
175$
149$
148
148
194$
194$
195
192$
206%
208%
207$
207$
7%
7%
7%
7%
108$
108$
108%
108$
34
335
34
33.
62$
62$
62
63$
32$
33$
34$
33$
44$
45%
46$
474
36$
38
39$
40$
146$
147$
147$
148
172
171
172
170$
170
170$
170
171
10$
11
11$
UI
57$
57$
57 j
34
58
3$
3
3$
8 Nov,
97%
93$
98
97
21$
24%
110$
43
82$
126$
105*
25$
49$
59
246$
370
240
103
1<%
257/ie
2%
28%
5$
2C$
21 i$
118$
174
148
190
205$
7%
108$
62$
34$
46$
40$
146$
17°
109$
11%
58
3$