SAXON UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN. rfSPSSSf J. W. ALBARDA. VERSTE -5225 G. P. BAKKER Op de rubbermarkt is niet veel verande ring ingetreden. De nieuwe drastische ver- liooging van het uitvoerrecht op inlandsche rubber heeft niet veel uitwerking gehad op den prijs, en dit is zelfs zeer begrijpelijk, omdat men in deze verhooging slechts een bewijs kan zien, dat het uitvoerrecht geen voldoende rem vormt voor de inlandsche productie. De afscheep in October is veel grooter geweest, dan men gehoopt had. Vol gens de voorloopige opgave bedroeg de rub berexport van Ned.-Indië 10.700 ton onderne mingsrubber en 17.765 ton bevolkingsrub- ber, tezamen dus 28.465.000 ton. Dat is 8 427 ton meer dan het toegestane quotum Deze overschrijding komt geheel op reke ning van den inlandschen rubber, daar de ondernemingsrubber nog 1000 ton beneden het quotum bleef. De overschrijding van de inlandsche rubber bedroeg dus 9427 ton. Men kan zich hier geen juist voorstelling vormen van de werking van het uitvoerrecht op inlandsche rubber. Ingewijden beweren soms, dat indien de inlander een lageren prijs voor zijn product ontvangt als gevolg van het hoogere uitvoerrecht, het eenige re sultaat is, dat hij meer rubber zal afleveren, teneinde zijn inkomsten niet verder te zien dalen. Of deze opvatting juist is, vermogen wij niet te beoordeelen. Het mag thans wel als vaststaand worden aangenomen, dat Amerika zich bereid ver klaard heeft, om het invoerrecht op Sumatra- tabak belangrijk te verlagen. Eer. dergelijke verlaging zal natuurlijk een sterke uitbrei ding van de Amerikaansche vraag naar het product met zich brengen. Ten deele zal de verlaging van het in voerrecht de koopers gelegenheid geven hoo gere prijzen te besteden en aan den anderen kant, en dit lijkt ons het meest waarschijn lijk, zullen de fabrikanten een grooteren af zet krijgen voor sigaren, waarvoor Sumatra- dekblad wordt gebruikt. Het is waarschijn lijk grootendeels op deze gronden, dat ta- baksaandeelen den laatsten tijd vast gestemd zijn geweest. Over de geheele linie heeft goede vraag bestaan en nadat eenigen tijd geleden aandeelen Deli-Mij. in koers zijn ge stegen in verband met het aangekondigde interim-dividend, deelde de kooplust zich thans ook mede aan aandeelen Deli-Batavia Tabak. Wat industrieele waarden betreft, trokken enkele minder courante soorten bijzondere belangstelling. Dit was o.a. het geval met Nederlandsche Kabelfabriek en Hollandsche Beton. Deze laatste aandeelen worden tegen oploopende koersen uit de markt genomen. Men dient te bedenken, dat deze markt zeer beperkt is, zoodat eenige vraag al spoedig een belangrijke koersstijging met zich brengt. De voornaamste drijfveer schijnt te zijn, dat de liquiditeit van de maatschappij zeer groot is, voornamelijk wegens de terugbetaling op het aandeelenbezit Hollandsche Aanneming Mij. De directie van de mij. is zeer gesloten, maar de leiding berust in goede handen en men is er aan gewend geraakt, dat de toe stand bij de mij. gewoonlijk gunstiger is dan uit de jaarverslagen kan worden opgemaakt. Het vorige jaarverslag, dat in Mei werd uit gebracht, was niet bijzonder optimistisch, riet dividend bedroeg, zooals men weet. 15 pCt. Medegedeeld werd, dat de maatschap pijen, waarbij de Hollandsche Beton direct of indirect belang heeft, nog in aanzienlijke mate tot het gunstige winstsaldo bijdroegen, maar dat deze bron het volgend jaar, d.i. dus in 1935, belangrijk minder zou opbren gen. In de hoofdfondsen is minder omgegaan, maar toch konden zoowel Philips' als Uni- lever in koers verbeteren. Aandeelen Phi lips' ondervonden den gunstigen invloed van de vraag naar buitenlandsche fondsen op de Parijsche beurs, waar zij, naar men weet, tot de officieele noteering zijn toegela ten. De dezer dagen gepubliceerde cijfers be treffende den export van radio-artikelen en gloeilampen in October maakten in zooverre een goeden indruk, dat zij voor beide gree- pen een stijging, in vergelijking met de voor afgaande maand te zien geven. Bij den uit voer in de overeenkomstige maand van het vorige jaar blijven zij evenwel aanmerkelijk ten achter. Aan radio-artikelen was voor het eerst in Juli minder geëxporteerd dan het vorige jaar, nadat het eerste halfjaar een aanzienlijken voorsprong had opgeleverd. In deze periode werd n.1. 17.74 millioen aan Tadio-artikelen uitgevoerd, tegen 14.63 mil lioen in denzelfden tijd van het vorige jaar. Deze voorsprong van ruim 3 millioen is door den kleineren export in de laatste vier maanden geleidelijk teloor gegaan. Door dien de uitvoer in October zelfs bijna 2 millioen bij het vorige jaar ten achter bleef, is voor de eerste tien maanden een achter stand ontstaan van ruim 1 millioen, welke in de twee laatste maanden van het jaar wel nauwelijks zal kunnen worden inge haald. De export van gloeilampen is in de eerste tien maanden van dit jaar met een to taal-cijfer van 4.75. millioen circa acht ton kleiner geweest dan in dezelfde periode van 1934. Deze, op zichzelf niet aanzienlijke ver mindering van den export, beteekent niet, dat de bedrijvigheid der Philips' fabrieken hier te lande minder groot is geweest dan het vorige jaar. Zooals in de jaarvergadering werd medegedeeld, vinden de fabrieken in Nederland voor het grootste deel van hun productie afzet binnen onze landsgrenzen. Meer nog dan aandeelen Philips' hebben Koninklijke Petroleum geprofiteerd van de kooplust voor buitenlandsche aandeelen in Frankrijk. Evenals bij vorige gelegenheden is ook ditmaal weder het koersverloop van aandeelen Koninklijke omgekeerd evenredig geweest aan dat van Fransche staatsfondsen. De Fransche belegger, die uit angst voor de waardevastheid van den franc zijn bezit aan Fransche staatsfondsen van de hand doet, schijnt bij voorkeur zijn heil te zoeken in het internationale petroleumfonds. Ditmaal was dit al in bijzondere mate het geval, omdat de prijsverbetering voor petroleum en benzine in de Ver. Staten en de verwachting, dat deze prijsstijging zich ook tot andere landen zal uitbreiden, de belangstelling voor aan deelen Koninklijke toch reeds had doen toe nemen. In scheepvaartaandeelen ging ook in de afgeloopen week nog vrij wat om, en ver schillende dezer fondsen boekten nog een verdere koerswinst. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: 4 pCt. Nederland 9715/16, 9654, 97 5/8; 354 pCt. Nederland 93 3/4, 9254, 9354 2% pCt N.W.S. 74, 72 7/8, 7454: 4 pet. Ned.-Indië 9654, 95 5/8, 96 3/4; 4 pCt. Amsterdam 93, 92; 354 pCt. Noord-Holland 92, 91, 917/8; 4 pCt. Holl. Spoor 8854, 837/8; Amsterdam Rubber 106, 10754, 109 3/4, 109; Amsterdam Thee 41 1/4, 43 3/4, 405/8, 40; Tjiranggon 7254, 70; Handelsver. Amsterdam 213, 220; Javasche Cultuur 118 3/4, 124 1/4; N.I.S.U. 104'4, IOQI/2; Kol. Bank 42)4, 4154, 45, 44^; Ned. Handelmij. 1253/4, 12854, 128; Deli Batavia Mij. 147, 15254; Deli Mij. 170, 1761/4; Selembah 171, 176, 175*4; Holl. Beton Mij. 211, 218, 207; Philips' 23854, 24254; Unilever 102 3/4, 106 3/8, 105 5/8; Kon. Petroleum 204 3/4, 211 1/4. Breero's woord, tot een gemeenplaats verworden, dat „het verkeeren kan", LXVI. partij betoogd, dat de partij geen leider kiest, doch dat het leiderschap door talent moet worden veroverd. Het zij zoo, doch men drijve dit niet te ver. heeft zich wèl op merkwaardige wijze 1 De man, die tot Troelstra's opvolger ge- bevestigd aan den heer J. W. Albarda, destijds tot Troel6tra's opvolger gekozen, al6 voorzitter der socaal-democratische fractie in de Tweede Kamer. Want: zoo heel lang was het toen werkelijk nog niet geleden, dat de heer Albarda behoorde tot de Marxistische oppositie in de partij, die onder den banvloek der officieele leiding worstelde om een plaats je-in-de-zon. Ik zie de congressen uit die jaren, die ik alle als pereman heb meegemaakt, nog vóór me. Ik hoorde Troelstra's zwie pende, bruisende, geeselende welepre- kendheid, als hij spotte, in al de kracht van z'n ongemeene oratorische gaven en in al de felheid van z'n als vitriool bijtend-sarcasme, met de „jonge veu lens" der Marxistische fractie in de partij, de geleerden en de geletterden, de theoretici, die uit de studeercel kwa men en zóó fluks de maatschappij en de partij wilden hervormen. En ik zie, deinend, woelig, tot in de diepete veze len van ziel en hart bewogen, het con gres, als het opgejaagd d<.or des leiders brandend woord, die „jonge veulens" wilde terug sturen naar de w ei waar ze hoorden. Ik hoor Duys nog roepen dat Herman Gorter in Hilversum „tennist met le boerzwazie" en een denderend pro- testgehuil van het congres bewees, hoe dit als een misdaad werd gevoeld. Ik zie Jetje Holst zóó werd ze ge noemd de begaafde kunstenares, op het podium staan, als een leeuwin zich verdedigend tegen „de partij", met tra nen in de oogen en de «tem heesch van snikken Welnu: tot die veel-bestrèden, veel-aangeval- len groep in de partij behoorde J. W. Albarda. Hij was een der „jonge veulens", die Troelstra èn op het congres èn in z'n (eerst geheime, later uitgegeven) boek „Inzake Partijleiding" scherp bestreed. De stormen hebben zich in later jaren gelegd. De vrede werd geteekend. „Het Volk" kreeg een wetenschappelijk bij voegsel, waarin de Marxistische fractie zich weren mocht. Toen Wijnkoop en van Ravestevn, desondanks, hun week blad niet wilden opheffen, werden ze geroyeerd. Meer en meer werd het pays en vree. En later is een dier Marxistische op posanten uit die dagen gekozen tot voorzitter der socialistische Kamerfrac tie. Tot leider. Leider Schaper heeft toen in het dagblad der kozen ie, op wiens 6chouders Troelstra's mantel viel, is de leider der partij Hij moge geen partij-voorzitter zijn: dat >s Troelstra ook nooit geweest. Dat wae. bij de Katholieken, Nolens evenmin. Zonder overdrijving mogen we zeggen, dat Albarda de leider der sociaal demo craten is geworden, dat het jonge veu len van eertijds, dat in de achterhoede te trappelen stond van ongeduld en boosheid, nu sinds een aantal jaren als een fier strijdpaard aan het hoofd van den stoet is geplaatst. Het leiderschap van een groote, groei ende politieke partij is een zaak van al gemeen belang. Over het algemeen pleegt een partij haar leider te volgen. Dat de fractie Albarda koos, eert haar. Zij heeft toen tot leider benoemd een degelijke, rustige, beschaafde, veelzijdig- ontwikkelde figuur. Een man van den wettigen weg. Deze benoeming was in de richting, tegenovergesteld aan: 1918. Albarda is niet een liefhebber van operette-revoluties, ook niet van „heu- sche" omwentelingen. Hij is een hervor mer lange het parlementaire pad Een ctrijder? Neen en ja. Neen, omdat hij meer strijdvaar- d i g dan s t r ij d 1 u s t i g is. Hij zit te hunkeren naar het gevecht. Hij zal er met hart en ziel aan deelnemen als het moet, maar hij zal het niet onnoodig uitlokken. Hij is een bezonnen figuur, die niet nutteloos kracht verspilt. De innerlijke rust die hem kenmerkt, en die hem wel steed6 een bereidheid voor, maar geen gejaagdheid naar het gevecht schenkt hij weet zijn hartstochten binnen de grenzen te houden treedt ook uiterlijk voor den dag. Oratorisch 16 zijn figuur veel meer de docent dan de strijder, veel meer de hoogleeraar, dan de generaal. Dit ligt trouwens in de lijn van zijn ontwikke ling; hij is in verschillende steden des lands bij het middelbaar onderwijs ver bonden geweest. En toch kan hij zich warm maken. Dan blijkt eer6t recht z'n voortreffelijke welsprekendheid. Hij spreekt vlot, vloeiend, rustig, correct. Hij heeft niet de minste moeite met z'n redevoeringen en hij behoort het is een van z'n groot ste aantrekkelijkheden tot hen, die nooit eenige geleerdheid ten toon sprei den, maar een ingewikkeld onderwerp kunnen behandelen op een bevattelijke wijze. In dit opzicht doet hij aan Drucker denken, en aan Oppenheim: hij is bijzonder knap, maar coquetteert er niet mee, en onder zijn handen lijkt de moeilijkste zaak eenvoudig. Overigens: oratorisch een heel andere figuur dan Troelstra. Pieter Jelles, och, als die 6prak, dan voerde hij ons tot in de diep ste dalen en tot op de hoogste bergen. Z'n stem fluisterde als een espenblad en donderde als een bergstroom. Brandend vaak van hartstocht was Troelstra in de oogenblikken dat hij sprak, en dan weer koel als een herfstwind: heel z'n roman- tisch-dichterlijke natuur in haar uit bundigheden demonstreerde zich in zoo n rede. Albarda, echter, is veel meer egaal. Zeker, hij kan zich warm maken, we zeiden het al, dan verheft zich de stem en verbreedt zich het gebaar en ver snelt zich de loop, maar hij nadert de bergtoppen niet waar Troelstra ons heenvoerde. Een andere figuur, een an der genre, doch de snit van zijn wel sprekendheid is er niet minder om en het luisteren naar hem is een bekoring. Hij gaat recht op den man af, hij treft het hart van de kwestie, hij kiest geen zijwegen, en hij benut geen kleine poli tieke middelen. Want dit moet zelfs den felsten tegenstander weldadig aandoen: Albarda is niet verpolitiekt, hij kan niet verontwaardigd zijn op bestelling en hij kan geen geestdrift puren uit onnoozele dingen, hij windt zich niet op als een kalkoen6che haan en hij dondert niet met z'n stem en z'n vuist: heel z'n figuur blijft, zelfs op de meest-spannende mo menten, beschaafd van allure en, tot vechten bereid, heeft hij nooit den in druk gemaakt van een vechtersbaas. Zoo ligt over heel z'n gestalte een sfeer van frischheid. Er is niets onecht aan hem. Daarom: indien ooit iemand enkel en alleen door z'n kwaliteiten op een leidersplaats is gekozen, dan nu stellig Albarda Want hij is niet uit het arbeiders-milieu af komstig; historische overwegingen golden hier niet; hij is eerat later tot de partij gekomen en heeft tot de intellec- tueelen behoord, die Troelstra's beleid en tactiek destijds 6Cherp bestreden: de Nieuwe-Tijdgroep der Marxisten. Naar bekwaamheid, stijl en standing gemeten heeft de fractie destijds een goede keus gedaan. Albarda zal de partij niet langs revo- lutionnaire zijwegen voeren, hoe revo- lutionnair-in-woord de vroegere oppo sitie ook was. Hij is geen dichter en geen droomer. maar het type van een overtuigd Real-politicus. Sfeer een op lettend waker dan een hartstochtelijk aanvaller, al heeft hij ruimschoots getoond een strijder te kunnen zijn. Een man van kennis en van karakter; daardoor, des te sterker, een gevaarlijk tegenstander, in een sterk harnas. D. HANS. fand- ea EEN ADRES VAN DEN TUINBOUW. Aan den Raad van Ministers te 's-Graven- hage is het volgende adres gezonden: Excellenties, Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, De Commissie, samengesteld uit de gecom bineerde vergadering van de besturen der gemeenten Noordscharwoude, Zuidschar- woude, Oudkarspel, Broek op Langendijk, St. Pancras en Koedijk, benevens uit de be sturen van de tuinbouwvereenigingen, ge vestigd in deze gemeenten: Na alle moeilijkheden, waarmede de tuin bouw in genoemde gemeenten in de laatste jaren te kampen heeft gehad, is dit bedrijf in dit jaar getroffen door een bijzonderen ramp. Door een ongekend sterk optreden van de bladluizenplaag is n.1. de teelt van de be- waarkool (het hoofdproduct in deze streek) bij zeer vele tuinbouwers geheel en bij an deren grootendeels mislukt. De gevolgen hiervan zijn, indien de regee ring niet te hulp zou komen, niet te over zien. Immers, door deze ramp zijn de meeste tuinders, die in den loop der crisisjaren reeds zoo zwaar getroffen zijn en geen reserves meer bezitten om de gevolgen van deze ramp nog te kunnen diragen, thans van inkomsten geheel verstoken. Zij zullen geen of zeer weinig producten hebben te vericoopen en bovendien zouden zij ook nog verstoken blijven van tuinbouwsteun, indien deze vol- gens hetzelfde systeem zou worden toege- past als in vorige jaren. Immers, voor zoo ver geen K. G. producten worden geleverd omdat men ze niet heeft, zal ook geen toe.! slag per K G. ontvangen kunnen worden en voor zoover men nog een kleine hoeveel heid heeft, zal deze steun eveneens uit- blijven, omdat er alle kans is, dat dit weinige den richtprijs wel zal opbrengen. Het is ondergetekenden bekend, dat door de provinciale Noordhollandsche tuinbouw organisaties actie wordt gevoerd, waarbij den minister van Landbouw zal worden ge vraagd om dit jaar bij wijze van uitzonde- rin<* een systeem van uitkeering toe te pas- sen, waardoor de bedrijven in de betrokken streken voor dien totalen ondergang worden behoed, wat bij zeer velen ongetwijfeld het geval zal zijn, indien niet een bijzondere steunverleening zal worden toegepast. Ons geheel aansluitende bij deze actie verzoeken wij Uwen Raad hieraan een g('. willig oor te leenen en vertrouwen wij ooi- dat, waar hier het bestaan van geheele ?e.' bieden op het spel staat, deze steun ook k. derdaad zal worden gegeven. Dit vertrouwen op de hulpvaardig!^ van de regeering geeft ondergeteekemfen echter de vrijheid om in verband met het vorenstaande op haar nog een ander beroep te doen, n.1. op onmiddellijke steunverlee- ning in een anderen vorm: een socialen steun. Het iaat zich aanzien dat, indien bovenge- noemde bijzondere bedrijfssteun wordt toe- gestaan, dit niet eerder mogelijk zal zijn daa na een zeker tijdsverloop, omdat het seizoen hier eerst in het voorjaar afloop* De nood in zeer vele gezinnen is echter zoo groot, dat ondergeteekenden zich met angst afvra! gen hoe de menschen, verstoken als zij zijn van eenige inkomsten, hier den winter zuil® doorkomen. Aan eenige beteekenende voorziening hier- is niet te denken, omdat de algemeene ver arming haar stempel tevens gedrukt heeft op de gemeenten, wier fondsen ten eenen- male onvoldoende mogen worden geacht om in zoo'n algemeenen nood bij wijze van armenzorg te voorzien, afgezien nog van het deprimeerende van 'n dergelijken steun voor de tuinders, die als zelfstandige onder nemers door harden en langen arbeid ge tracht hebben zich staande te houden. Een oogenblik zou nog gedacht kunnen worden aan het opnemen van hen in de werkver schaffing. maar de mogelijkheid hiertoe is er slechts indien het bedrijf door hen wordt verlaten, terwijl die gedachte onmiddellijk moet worden prijsgegeven als men denkt aan de consequenties hiervan voor het econo misch leven, wat het laatste betreft, het leger der werkloozen vergrooten en geheel voor rekening komen van de gemeens hapa zou tegelijk het grootste deel van het tuis bouwbedrijf, waarvan in deze streken kt geheele economisch leven afhangt, teo storten. Het is om al deze redenen, dat wjfffbij Uwen raad op aandringen zij het dan als tijdelijke maatregel een vooratóng te treffen, waarbij de tuinders, die dat- voor in aanmerking komen, in eigen bedrijf te werk worden gesteld, door middel va een bijdrage, te bepalen naar gelang der omstandigheden (bedrijfsgrootte, gezins grootte etc.) van iederen tuinder afzonder lijk. Hierdoor wordt bevorderd dat zij hun bedrijf in stand kunnen houden en dat zij voor onderhoud van het gezin eenig geld ontvangen, maar ongetwijfeld óók dat de uitgaven voor de publieke kassen zeer veel lager kunnen worden gehouden dan wan neer zoovele zelfstandigen hun bedrijf zou den moeten prijsgeven en als gevolg daar van tot de gesteunde werkloozen zouden overgaan. Wij mogen er Uwe Excellentie nog op wij zen dat de nood zoo acuut is dat leniging hiervan dringend geboden is, redenen waar om wij eerbiedig verzoeken in deze spoedig te willen beslissen. Uiteraard moesten wij ons in de toelich ting beperken, redenen waarom wij het op hoogen prijs zouden stellen indien de Be windsman, aan wien de afdoening van dit adres wordt verzocht, ons een onderhoud zou willen toestaan. Uwe Excellenties gelieven onze bijzondere hoogachting te willen aanvaarden. Het adres is onderteekend namens alle tuinbouwvereenigingen: door den heer S. de Boer, voorzitter van den Tuinbouwvereeni- ging „de Toekomst" te Zuidscharwoude en door den heer J. Ootjers, bestuurslid van de T uinfcouwvereeniging „Tuinbouwbelang", voorzitter van deh „Noordermarktbond" te Noordscharwoude, ïhuilletoH 51) HOOFDSTUK XXXII. Twee zigeuners, een oude man, forsch van gestalte, met een dikke naar boven krullende snor, een grooten bril voor de bijziende oogen en een jongen met een olijf kleurige gelaatstint en het eerste zwarte dons op de bovenlip, liepen langs een smal slingerend paadje naar den top van een heuvel aan de westzijde van de Elbe, noor delijk van Maagdenburg. Langzaam daalde de schemering, zoodat van hun kleeding slechts weinig te onder scheiden was. De fel gekleurde buizen en de bonte sjerpen hadden ze blijkbaar afge legd. De groote breedgerande vilten hoe den waren diep over het voorhoofd getrok ken. De korte ruime pofbroeken verdwenen in hooge zwartleeren laarzen. De geheele donkere dracht wees er op dat ze uit waren op een geheimzinnige onderneming: dief stal, kinderroof of schaking van een jonge vermogende erfgename. De oudste had om zijn schouders een lange zwarte almaviva geslagen, die hem tot aan de knieën reikte. Toen zij den top van den heuvel langs het zich door het struikgewas naar boven slingerend pad hadden bereikt, wierp de oude zijn mantel in het mos onder een ouden, honderdjarigen eik. Ze gingen zit ten, de jonge man dicht tegen den ouden aan. „Een mooie nacht", zei hij, „donker, geen maan die het landschap verlicht en een sterrenlooze hemel, beter dan heldere fantastische maneschijn, wat ook dwaze dichters mogen zeggen". „Is dit de plek, waar Verona en jij heb ben gezeten? vroeg de jongeling. „Ja, en waar zij plotseling jouw gelaat aannam - en mij aanzag met jouw donkere oogen, maar dat alles was slechts een droom". De jongeling sloeg zijn arqj om den hals van den ouden zigeuner. „Saxon", zei hij fluisterend, „zelfs in den droom kon je mij niet ontrouw zijn". Hij kuste Marion op de warme lippen „Natuurlijk was jij het", antwoordde hij „Ik zou mjj daarin nooit kunnen vergissen „Vreemd'. „Wat?" „Dat die droom zoo duidelijk in je her innenng bewaard is gebleven". „Dat komt, denk ik, door het verdoo- vingsmiddel". „Misschien". „Vt eet je den weg naar den verborgen ingang? „Ik zou hem in het donker kunnen vin den. Ik heb de schreden geteld en ik ben zeker dat het dezelfde weg is, dien wij in Mei bij de ontvluchting uit Maagdenburg in omgekeerde richting zijn gegaan". „Laten we dan vertrekken „Geef mij de hand", „Steek je geen lantaarn aan?" vroeg ze „Niet noodig en het zou onvoorzichtig zijn". In de duisternis daalden ze hand in hand den heuvel af. „Mijn oogen zijn nu eenigszins aan het donker gewend. Het is hier lichter dan on der de hooge boomen. Dit is de plek, waai wij het pad moeten verlaten". „Ik geloof ook, dat we hier de vorige maal uitgekomen zijn, maar zeker zou ik het niet kunnen zeggen". Langzaam vooruitdringend door het struikgewas, soms verward in de takken, dan weer door scherpe doorns gestoken, kwamen ze eindelijk aan de verborgen stee- nen deur. „Ons pad ging niet over rozen", zei Ma- rion. „Stil", fluisterde Saxon, „hoor je niets? 't Is alsof ik in de verte voetstappen hoor Nu is het weer stil. Ga liggen. Het is mis schien niet prettig, maar jij wilde op avon tuur uit en er staat geschreven: „Gij zult lijden, gelijk wij lijden". Zij lachte stil, drukte zijn hand. Ze lagen naast elkaar ingespannen luiste rend, maar geen enkel geluid drong meer tot hen door. „Weet je?" fluisterde hij, „vanmiddag zag ik twee mannen aan den weg liggen, bedelaars. Ze deden, alsof ze ons niet za gen, doch ik ving hun spiedende blikken op". „Gisteren in de herberg", antwoordde zij, ,,za8 twee boeren met verstandige schei pe trekken, die mij met meer dan gewone belangstelling aankeken. Ik vond beter er toen niets van te zeggen. Als vrouw ge beurt je dat dikwijls, maar ik dacht er eerst later aan dat ik als man gekleed was. Ze hebben ons echter geen strootje in den weg gelegd". „Als jongeman zie je er toch buitenge woon verleidelijk uit". „Vleier". „Niemand zou ons herkennen. De mees ter en Bernhard hebben dat beiden gezegd Wij hebben de proef genom enmet Edzke Hij is een slimme knaap, die jou al eerder vermomd heeft gezien. Ook Von Holm zag niet dat jij die oude Zigeuner waart". „Hij was zich evenmin bewust jou ooit te voren gezien te hebben. Ik begrijp het niet. Ik zou het dadelijk gevoeld hebben aan het kloppen van mijn hart", voegde hij er stil lachend bij. Zij kneep hem even in den arm. „Ja. iii" zei ze zacht. "J „Toch heb ik den indruk", zei Saxon, „dat we bespionneerd zijn. en een voorgevoel dat er iets niet in orde is". „pch", zei ze zacht, „dat komt omdat ik bij je ben. Je inoet geen angst om mij heb- ben. Als er iets gaat gebeuren, zal het zon- der twijfel wat goeds zijn. Als wij samen Z'j greep zijn hand. streek zacht met de vmgertopcen over de palm om de lijnen te voelen. „Ja zei ze. „Je wordt hartstochte lijk bemind tot op hoogen leeftijd door een mooie zwarte vrouw Je liefde voor haar is onbegrensd. Verlaat haar „ooit. Zij zal je geluk brengen in al je ondernemingen Als je haar alleen laatneen, ik wil je niet meer vertellen, maar ik weet het". „Dwaas waarzegstertje". „Niet dwaas 't Is zigeunerbloed. Ik leer de het van mijn oude grootmoeder". Hij greep haar hand, kuste die. „Ja®" nier, dat ik je donkere oogen niet kan zien Een oogenbklik zwegen beiden. „Ernstig blijven. Nu geen gekheid ®a' ken, of ik zet je weer neer". „Vooruit dan maar", zei ze, greep zijn hand. Hij hielp haar opstaan. Het struikgewas terzijde schuivende spra Saxon: „Kijk, hier is de verborgen deur Hij trapte op den steen. De deur ging z°n der eenige moeilijkheid open. „Dat gaat als gesmeerd", merkte hij Ze traden binnen. Scherp keek Saxo achterom, wachtte. Zeker dat niemand n had gevolgd of bespied, sloot hij de o?u5. Ze stonden nu in de zwartste duister' Hij haalde zijn lantaren en tondelu te voorschijn, sloeg vuur, opende de at® klep en liet het licht in de gang schijn1^ Het was een troosteloos gezicht De dem was een moeras, de grauwgroene ren hingen uit het lood, brokstukken lagen in den modder, staken boven hei le waier uit. )ecjits „Onbegaanbaar. Een stuk moeras. jjj hier en daar een pad en verder *a,e kunt hier nooit doorkomen". even- „Evengoed als jij. Een vrouw bez veel volharding als een man". „Dan maar vooruit" staan Doch na eenige pae-en bleH Zl (Wordt vervolg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 10