Twee Alkmaarsche kunslenaars exposeeren. lady-killer. City-Theater. HELDEN VAN ONZEN TIJD. Victoria-theater Een eigenaardige film, deze „Helden van onzen Tijd", waarin de groote acteur Wal- lace Beery de hoofdrol vertolkt. Om te be ginnen is de titel eenigszins misleidend, want ondanks de vaak fabelachtige staaltjes vliegkunst, welke in deze rolprent verwerkt zijn, is er niets, dat de spelers tot helden maakt. Integendeel, de op de spits gedreven eigenwaan van de vliegers, die in deze film voorkomen, leidt maar al te vaak tot gren- zelooze roekeloosheid en wij kunnen dat on mogelijk heldhaftig noemen. Interessant in scène gezet is het eerste gedeelte van de film, waar we teruggevoerd worden naar het jaar 1910, toen de gehee le vliegerij nog in haar kinderschoenen stond. Toen reeds was de bekwame sergeant instructeur Stone (Wallace Beery) een ge ziene persoonlijkheid op het vliegveld en een ieder wil zich graag aan zijn instructies onderwerpen, zijn hartewensch is echter, dat zijn zoon een beroemd vlieger zal wor den en gezien de groote animo welke de jonge Mike Stone reeds op jeugdigen leef tijd aan den dag legt, belooft de toekomst veel. En inderdaad, wanneer we dan een twin tigtal jaren verder zijn, behoort de inmid dels door een rugby-wedstrijd alom popu- lair geworden Mike tot de beste vliegers van de Ver. Staten. Nu moet opgemerkt worden, dat het ge luk hem wel zeer gunstig gezind is. want waar links en rechts vrienden van hem doodehjk verongelukken of voor hun leven lang verminkt word, daar blijft hij van al deze vlieg-ellende gevrijwaard en op de meest wonderbaarlijke wijze weet hij steeds aan de vreeselijkste ongelukken te ontko men. Deze film zou niet volledig zijn, in dien niet vele charmante vrouwen den le venswandel van Mike Stone zouden kruiseu En de een doet al liever dan de ander, zoo dat de veraandheid van den populairen vlie ger nog een tikje wordt aangedikt en in dezen roes komt hij tot de dolzinnigste ma noeuvres. In de meeste vliegersfilms zit niet veel verhaal, het is altija gebaseerd op angst wekkende en levensgevaarlijke toeren en de ze film maakt geen uitzondering. Voor hen, die graag naar een sensationeele film gaan, is „Helden van onzen tijd" uitermate geschikt en kunnen we ook deze film warm aanbevelen. Uit het voorprogramma noemen we een Amerikaansche smijt- en roomtaartenfilm, DE ZIGEUNERBARON. In het Roxy-theater. De directie van dit theater heeft het aange- diurfd om een film, welke hier nog maar korten tijd geleden een week heeft geloopen, weer als hoofdnummer op het programma te zetten, zij het dan ook slechts tot en met Zondag. Nu willen we terstond zeggen, dat dit ons nog niet zoo'n erg groot waagstuk lijkt, want „De zigeunerbaron" verdient de belangstelling, die van zoo veel zijden voor deze film is getoond en wij zijn ervan over tuigd, dat ook heden en morgen velen van die belangstelling zullen blijk geven Wij meenen, omdat het nog maar een drietal maanden is geleden dat wij uitvoeriger over dit filmwerk schreven, er thans niet veel meer van te moeten zeggen. Wij willen dan ook slechts even herinneren, dat het is ge maakt naar de gelijknamige operette van Johann Strauss en dat de geschiedenis speelt in Hongarije in het jaar 1746, toen het land pas het Turksche juk, hetwelk een eeuw haJ gedrukt, had afgeworpen. Er komen aar dige dansen en prettige melodieën in voor Het voorprogramma geeft na een journaai met o.a. prachtige kieken van een jachtrit irt de duinen bij Den Haag, de interessante tee kenfilm „Krazy Kat's bruiloft". Verder nog een klucht, waarin twee personen, die zich presenteeren als boekhouder op een tijdstip dat de chef der zaak afwezig is, elkaar v»r dien directeur aanzien, uit welke vergissing allerlei rare situaties en verwikkelingen voortvloeien, met als slot, dat de beide snaken door gelukkige resultaten van eenige speculaties de zaak kunnen overnemen Alles te zamen een zeer aantrekkelijk pro gramma, humoristisch en romantisch. RUGGLES DIENT TWEE HEEREN. Bioscoop Théatcr Harmonie. Het hoofdnummer dat ditmaal in de Har monie de aandacht vraagt, is een bijzondere komische film, die bovendien den grooten ac- teur Charles Laughton (vertolker van Hen drik de Achtste in Nero) gelegenheid geeft zijn talenten te toonen. Ruggles is de echte perfecte Engelsche butler van Lord Burnstead. Doch op zekeren dag wordt hij door zijn meester misbruikt als inzet van een partijtje poker met een Amerikaansch touristenpaar. De drie achten van den lord moesten het afleggen tegen de vijf klavers van den Amerikaan en zoodoende ging Ruggles over in dienst van de familie Floud die hem meenam naar het Amerikaan sche provincieplaatsje Red Cap. En nu is het eigenaardigen te zien hoe de butlertrouw langzamerhand door de democratische begin selen wordt verdrongen, Ruggles wordt een man die iets beteekent, daar in het verre Amerika, en zelfs als zijn oude meester Lord Burnstead komt om hem terug te halen, zege viert zijn vrijheidsliefde. Hij blijft in Amerika en de lord zelf wordt in doen en laten ook democratisch. Ruggles gaat een restaurant beginnen en de opening daarvan is een ware feestavond met tal van verrassingen. Ruggles ziet er niet tegen op om een vervelend per soon hardhandig uit de zaal te verwijderen en hij verwerft door deze actie nog grooter sympathie. Een prachtige acteur die Charles Laugh ton. Wat een verschil met een Engelsche ko ning of een Romeinsch keizer. Maar Laugh ton. Wat een verschil met een Engelschen ko- schillende personen uit de comedie zijn ver der schitterend getypeerd. We noemen slechts Roland Young, Leila Hyams, Zasa Pitts e a Het voorprogramma bracht een Para- mountnieuws, een nieuwe klucht van Pop- peye the Sailormar, een komische twee-ader over het Vreemde-Dingen Legioen en een fraai muzikaal filmpje van den violist Rubi- noff en zijn orkest. CINEMA EN THEATER. Voor deze week vinden wij in het Week blad o.m. „De Passiegang te Roquebrune", door Eduard Veterman, 'n artikel over Eveline Booth, zeer mooie portretten o.m. van Charley Chaplin en Paulette Godard in de artistenfilm „Modern Times", van Jean Parker; de actrice Aaf Bouber, veel filmnieuws. Guus Betlem Jr. schreef tekst en muziek voor het liedje: „Te veel ver langd!" Stad en Omgevinp. In het Stedelijk Museum. In een gedeelte van de groote zaal van het Stedelijk Museum exposeeren de Alkmaarsche kunstschilders J. de Wolf en K. Stikvoort een 60-tal hunner werken. Voorop willen wij stellen, dat beide stadgenooten voor hun werk de volle belangstelling verdienen. Van den voorzitter van de Berger Kunstenaars vereeniging, den rector van het Alkmaarsche Gymnasium, dr. J. Hemelrijk, was het dan ook een daad van erkenning, om deze expo sitie, die dagelijks tot en met 27 November geopend zal zijn, met een welwillend woord te openen. Koos Stikvoort, wiens werk wij reeds eer der bespraken, is toor de Alkmaarders geen onbekende. Zij weten, dat deze kunstenaar, met academische opleiding (hij bezocht de academie te Antwerpen) voor zijn groot ge zin het dagelijksch brood verdient als zelf standig handwerksman. De liefde voor de schilderkunst is hem ge bleven. Zijn vrije uren en dagen zijn daar aan gewijd. Wij uitten reeds eerder den wensch, dat deze voor het oude steden schoon zoo gevoelige artist eens de gelegen heid zou krijgen om in het oude Vlaanderen- land te werken. In den voorbijen zomer heeft hij daartoe gelegenheid gehad en het resul taat daarvan toont hij ons in een 12-tal doe ken uit Brugge, het internationale schilders centrum. Voorts exposeert hij eenige interieurs, door hem dezen winter vervaardigd. Stikvoort's palet, met als hoofdtoon bruin en grijs, is ietwat lichter geworden. De sfeer van Brugge, waar de geest van de middeleeuwen hangt, de grachten en bruggen zijn van een onovertrefbare schoon heid heeft hij op zijn wijze, gevoelig ge troffen. Treffend is het doek van het blinde vrouw tje, dat daar al jaren dagelijks voor den in gang van haar woning in Brugge zit. floe juist is in dit doek de belichting. Van een treffende devotie is het schilderij tje voorstellende een knielend meisje voor een in een begijnenhofje geplaatst altaar. Dit doekje getuigt ervan, dat het geloof in Vlaanderenland onder het volk een levend geloof is. Stikvoort is de man van de werkinterieurs Zijn schilderij van de hoefsmederij te Eg- mond aan den Hoef, voor enkele jaren op „Kunst zij ons doel" geëxposeerd, is ons als een zeer geslaagd stuk, altijd bij gebleven. Ditmaal komt hij met een interieur van een hoefsmederij te Oudorp, dat zeker op gelijke hoogte staat. De witte knol staat daarop zoo treffend, als het door arbeid afgeleefde dier en brengt ons het werk van Breitner in her innering, die zoo onovertrefbaar het zielige van het oude werkpaard heeft uitgebeeid. Een bijzonder fijn schilderijtje is dat van een stalinterieur. Ook dat van een hoekje van een boerderij in St. Pancras met het op melken wachtende geitje verdient afzonder lijke vermelding. Afwijkend van zijn gewone werk, is het doekje waarop hij ons de oude boom bij de pastorje in Bergen met het museum op den achtergrond laat zien. Wij zagen dit geval niet eerder op het doek. De mozaiekachtige manier waarop vooral de oude boom is geschilderd wijst in een richting om met behulp van de natuur boven de natuur te gaan. Zijn mede-exposant J, de Wolf, leeraar teekenen aan het Alkmaarsche R.K. Lyceum waaraan hij reeds 8 jaar is verbonden, volg de na het behalen van zijn acte M.Ó. tee kenen, onder der Kinderen en Roland Holst 6 jaren de lessen aan de Academie van Beel dende Kunsten te Amsterdam, waarna hij 8 jaar in het buitenland werkte. De Wolf geeft in deze tentoonstelling een overzicht van zijn werk, waarbij vooral het door hem in de jaren 1925, 1927, 1929 en 1935 in Brugge vervaardigde werk, bijzon dere aandacht verdient. Wie Brugge kent wordt getroffen door de juiste sfeer van den oude middeleeuwsche stad met de kantklossende begijntjes. Zijn wit is wel iets te klaar, maar in zijn werk van 1935, vooral in het doek waarop de oude boogbrug van 1325 is afgebeeld, be reikt hij in het wit iets zeer bijzonders, door daarvoor in hoofdzaak de kleur van het schilderwerk te gebruiken. Het is ons bekend hoe de belichting van dijt gedeelte yan Brug ge bijna geen vijf minuten hetzelfde blijft. Kunstenaars van groofe beteekenis hebben daarmede de grootste moeilijkheden onder vonden. De heer de Wolf is erin geslaagd de kleurschakeeringen van deze brug en de herfststemming van de omgeving vast te leg gen. De honderden lichtschakeeringen maken dit doek tot eep levend werk. De weerspiege ling in het water van het bij de brug staande huis met het madonna beeld geeft aan het werk nog bijzondere bekoring. Het geheele werk van de Wolf uit Brugge bewijst trouwens, dat hij het oude Zuid-Ne derland treffend aanvoelt. Ook hij beeldde de rustig kantklossende begijntjes. Zijn stofuit drukking is subliem en het teruggedrongene van een der begijntjes maakt deze figuur zeer levendig. In een interieur van een binnenhuisje van een Brugge's hofje gevoelt men, dat daar ge durende eeuwen het menschenleven op de zelfde wijze is voorbij gegaan. De Wolf voelt zich sterk aangetrokken door het oude stedenschoon. Zijn doeken van „De Noordzee" aan de Oudegracht, de Bloemstraat en de Kooltuin, toonen ons de schoonheid van oud-Alkmaar door het oog van een schilder. Ook in Alkmaars omgeving heeft hij veel gewerkt en de rust van een eenvoudige oude werkmanswoning bij de Halve Maan- brug te Oudorp, weet hij zeer gevoelig vast te leggen. Een belangrijk doek is, dat waarop hij de ingang Van de Groote Kerk heeft uitgebeeld. Men wordt bij de aanschouwing getroffen door de schoonheid van dit middeleeuwsche bouwwerk. Door een mooi schuin licht kenmerkt zich het kleine schilderijtje waarop de Wolf het interieur van een smederij h«eft uitgebeeld. Ook in zijn etsen en houtineden toont hij zich een ernstig kunstenaar. Belangrijk, hoewel bijkomstig, is ook het feit, dat, op initiatief van den heer de Wolf, beide expcsanten om hun geëxposeerde doe ken door hen vervaardigde passende lijsten hebben aangebracht, die toch een geheel an deren indruk maken dan de zoo bekende fa- briekslijsten. die alle indiVudaliteit missen. Het openingswoord van Dr. Hemelrijk. Dr. Hemelrijk verzekerde, dat hij de uit- noodiging, om deze tentoonstelling te ope nen met genoegen had aanvaard, omdat hi het zich tot een plicht rekende de belang stelling en waardeering voor goede kunst te bevorderen. Spr. wees erop, dat in onzen tijd factoren werkzaam zijn die de ware kunst verdringen en noemde als zoodanig de massaproductie van de mechanisatie. De mechanisatie-producten kunnen wel afleiding geven, maar het is alleen de ware kunst, die blijvende vreugde schenkt en op heft boven de alledaagsche sfeer. Een tweede belemmerende toestand voor de kunst is de crisis, die in de eerste plaats de Kunst en de kunstenaars zwpar treft Men laat nu eenmaal eerder na een schilde rij dan een nieuwe japon te koopen. Erger nog oordeelde spr. de psychische invloed van de crisis. l°,c^ 's verwoestender dan de ma teueele Velen toch verliezen door de zor gen en de onzekerheid van het bestaan het élan, noodig voor verheffende bezigheid en veredelend genot. Een kunstwerk, zoo vervolgde sipr. vraagt aandacht, tijd en ver trouwelijkheid ermede. Elk ding wat ons dierbaar is, is dit ge worden, omdat het in een vertrouwde om geving tijd heeft gehad onze gehechtheid te winnen. Een waarlijk goed kunstwerk laat niet na die gehechtheid te wekken. Uitvoerig stelde spr. de juistheid van de ze stelling in het licht; met nadruk wees lij er op, dat de Kunst en de kunstenaar er behoefte aan hebben weerklank te vin den, om niet in de eenzaamheid te verkom meren. Komende tot de vraag, welke mogelijk heden te Alkmaar den kunstenaar biedt, zeide spr. dat Alkmaar bij andere steden in dit opzicht niet zoo gelukkig is geweest. En dit niet, omdat Alkmaar en omstreken geen talenvolle kunstenaars hebben gekend. Meesters uit vroeger eeuwen zooals Van Everdingen, Emanuel de Witte, Johan van Scorel en Fabrius zijn daarvoor het be wijs. En van al deze meesters bezit Alk maar geen enkel kunstwerk In dit opzicht moet Alkmaar de vreemdelingen teleurstel len; zij moeten naar elders gaan, om Alk- maar's glorie in de schilderkunst te zien In dezen tijd is het niet anders. De fouten van het verleden worden niet goed gemaakt voor de toekomst; ook nu weet Alkmaar zijn schilders niet aan de stad te binden; A. H. Gouwe, die in 1908 de prix de Rome behaalde, keerde nooit meer naar hier terug;-ook Dirk Smoren- berg; Johan Bezaan en in de laatste jaren Lambert Jansen, die met veel succes in Florence schildert, komen niet meer in hun geboortestad. Men legt ook nu met een pi loot als stadgenoot meer eer in. Hte zou een goede daad van kunstlievende burgers zijn, indien zij hun stad door ge schenken in de gelegenheid stelden monu menten van de kunst uit deze dagen te bewa ren. Vandaag hebben twee Alkmaarsche schil ders de vrijmoedigheid gehad hun werk te toonen. De Wolf, die 8 jaar hier werkzaam :s, is een enthousiast en ernstig schilder en vervult daarnaast de betrekking van leeraar aan het lyceum, dat zich gelukkig mag prij zen zulk een talentvol leeraar te hebben Koos Stikvoort i3 van een oude Alkmaarsche familie, die 1 Yt eeuw hier het kuipersvak uitoefent. Een gezaghebbend buitenlander verzekerde spr., dat het algemeen niveau der schilderkunst in Nederland hoog staat, hooger dan in de meeste andere landen De roem van Nederland in het buitenland is eeuwenlang zijn schilderkunst geweest, in volle oprechtheid kon spr. verklaren, dat men hier staat voor een expositie van twee verdienstelijke artisten. In Koos Stikvoort is de lust tot schilderen ong ontwaakt; zijr. vader wilde, dat hij kuiper werd; hij wist het echter door zuinig heid zoover te brengen, dat hij zich op de Ar.twerpsche academie kon bekwamen en daar verschillende prijzen behaalde. De nood dwong hem later het kuipersvak weer op te nemen en tot op den huidigen dag onder houdt hij daarmede eervol zijn gezin van 9 leden. Toch is de schilderkunst hem steeds een behoefte gebleven: daarvan getuigt zijn werk. Zijn ambacht voelt hij niet als een vernedering; in de gouden eeuw waren het tal van groote meesters, die nevenberoepen uitoefenden; spr. noemde Jan van Goyen, die bloembollenhandelaar was, diens schoon zoon Jan Steen, de bierbrouwer, Pieter de Hoogh. die huisknecht was en Meindert Hobbema, de incasseerder van belastingen. Stikvoort betreurt het dan ook slechts, dat zijn ambacht hem te weinig tijd laat voor de kunst. In Stikvoort's werk is de sfeer van zijn werkplaats te bespeuren. Dezen zomer beleefde hij de hem ongekende weelde, door den verkoop van een paar zijner werken, een 12-tal dagen in Brugge te kunnen werken; zoozeer ging hij daar in zijn werk van den vroegen morgen tot den laten avond op. dat hij niet wist welke dag van de week het was. Hier kunt gij de resultaten van dien ar beid aanschouwen. De stille sfeer van Brugge hebben beide schilders op hun wijze uitgebeeld. Zes jaar geleden kocht het Stedelijk Museum 2 wer ken van Stikvoort aan en aan Burgemeester Wendelaar werd bij diens afscheid tot zijn zeer groot genoegen een werk van Stik voort aangeboden. Hopenlijk zijn er nog wel eens gelegenheden, waarbij aan dezen Alk- maarschen schilder gedacht kan worden, opdat hij ook het volgend jaar er eens op uit kan trekken. Spr. eindigde met den wensch, dat beide schilders voldoening mogen bele ven van deze tentoonstelling en dat zij in be teekenis mogen groeien D. A. K. TERAARDEBESTELLING P. ZEEMAN. Groote belangstelling. Vele waardeevende woorden. Het was een droevt stoet, die zich gister middag, circa 2 uur, in beweging zette vanaf het sterfhuis in Roclidale-West naar Zuid- scharwoude, waar het stoffelijk overschot van den Dinsdag j.1. overieden heer P Zee man aan den schoot der aarde zou worden to. vertrouwd. Tweemaal werd onderweg eerbiedig halt ge houden: vóór het gebouw van de HA.B.0 waar de overledene eenige jaren had gewerki en in Zuidscharwoude vóór het huis, waar hi vroeger woonde. Reeds lang vóór de stoet aankwam, was het in de omgeving van de begraafplaats erg druk, en toen hij tegen half 4 onder droef geestig klokgelui op het eenvoudige kerkhof naast de kleine kerk arriveerde, was de be langstelling tot ongekende hoogte gesteg Wij zagen o.a. den heer J. W E Duys, lid der Tweede Kamer, partijgenoot van den heer Zeeman; de heeren P. K. Peerlkamp en Swierstra, als vertegenwoordigers van het Gewest Noordhoband-Noord der S.D.A P cte heeren Ringnalda, Pothuis en van de Vall, namens de soc.-dem. Statenfractie; den burgemeester van Zuidscharwoude; de S D A P. raadsfiacties van Schoorl en Nieuwe Niedorp; bestuurders van de afd. Alkmaa' S D.A.P.; den heer P. N. Groot, penning Aan de geopende groeve sprak allereerst de heer Pothuis, lid van Prov. staten van Noordholland. Hij meende, dat het be kende gezegde „Hier liggen de dood® en liegen de levenden" in dit geval niet van toe passing zou kunnen zijn, omdat allen naar waarheid kunnen getuigen van de groote verdiensten van den heer Zeeman voor deze heele streek. Wat hij heeft gegeven was zeer veel. Hij was in de Staten geen veelprater in den ge wonen zin, maar sprak alleen als hij inder daad wat te zeggen had en dat was vaak het geval. Hij had gezag in de Staten, en dat kwam hem toe. Hij was een gelukkig man, die den geest kon stellen boven het lichaam, een man met wilskracht, een man wiens geest en ziel ver uitgingen boven de kracht van het lichaam. Je hebt je geheel gegeven voor onze be weging, voor hen, die je lief waren, zei spr., en je hebt ook veel bereikt. Een grootsch idee was het „Plan-Zeeman", dat zal worden bezien door een studiecommissie uit de Prov. Staten. Spr. wilde niet zeggen: „Rust zacht", maar hij wenschte den heer Zeeman, dat hij aan de andere zijde van het graf zal vinden een wereld, die hem zal bieden wat aan zielen als hij gegeven zal worden. Vriend Zeeman, je laat niet alleen treurende familie leden, maar ook vrienden na, die je de eer geven, welke een trouw kameraad toekomt, komt. De heer Swierstra sprak namens het Gewest Noordholland-Noord een afscheids woord, waarin hij herinnerde aan de groote beteekenis van den overledene voor de S. D. A. P., aan welke hij vele jaren zijn beste krachten gaf. Hij werkte inderdaad tot den laatsten snik en wat hij deed was zeer zeker van groot belang. Wij zullen, zei spr., naar beste krachten dien strijd voortzetten. De heer W. v a n de Vall (Alkmaar) zag dankbaar terug op de vele gesprekken, welke hij in de laatste 23 jaren met den heer Zeeman had mogen voeren, maar onvergete- ijk was wel het laatste, toen de reeds ster vende man afscheid nam en, spreker aanzien de, gevraagd had: „Hoe laat is het?" Spr. roopte, dat dit woord zou mogen worden verstaan door allen, die nog niet weten hoe laat het is in hun leven. Spr. zou de stem van den heer Zeeman steeds hooren, ook als ét klank ervan niet meer tot hem zou doordrir- gen, zijn leven was er rijk door geworden. Je was een held, vervolgde spr., want bij het af scheid nemen van je familieleden vond -jenog woorden van troost voor hen. Als vrienfl wilde spr. namens talloos velen, die vriendschap van den overledene hadden ondervonden en naar wie de warmte van zijn hart uitging, hem dank brengen voor alles wat hij gedaan heeft voor de gemeenschap. Het gereedschap is jou thans ontvallen maar de bouw moet worden voortgezet. Wij be loven je, dat we dat zullen doen voorzoover we het kunnen. Je hebt veel goeds gezaaid. Dank daarvoor! Ook de heer Hart (Koedijk) bracht den overledene geroerd dank voor al hetgeen hij van hem had mogen leeren en voor alle# wat door hem was gedaan in het belang van de partij. Vooral in den laatsten tijd, toen spr. met hem in eenzelfde commissie had mogen samenwerken, had hij diens grooten geest kunnen bewonderen en spr. meende voor alle aanwezigen de belofte te mogen afleggen, dat zij allen, gestaald door dien geest, het door den heer Zeeman aangevangen werk zullen voortzetten. Tot mevr. Z. zei spr. te hopen, dat het haar een troost mag zijn, dat er zoo'n groote belangstelling is getoond bij deze teraardebe stelling en op de dagen daarvóór en dat er thans zoovele hartelijke en zeer waardeerende woorden zijn gesproken over den afgestor vene, die het zoo precies heeft uitgedrukt: het is nu eenmaal zoo beschikt. De burgemeester van Zuidscharwoude, jhr. L. A. van Spengler, getuigde van den heer Zeeman, dat hij een man was, die de ge meente vele jaren heeft gediend met al zijn krachten. Er was bijna geen enkel onderwerp, dat niet zijn belangstelling had, en dan voo'- al wanneer het gold de belangen van de minder bedeelden. Nooit was eerzucht zijn drijfveer, hij betoogde slechts het algemeen belang In den gemeenteraad had spr. zich meermalen verwonderd over de vlugheid waarmee de heer Zeeman vermocht zich in te werken in de vele onderwerpen, waarin hij belang stelde, en al waren er weieens tegen stellingen, toch had spr. altijd kunnen er varen, dat hetgeen de thans gestorvene naar voren bracht de moeite van het onderzoeken steeds waard was Gaarne had spr. met hem van gedachten gewisseld, vooral omdat hij overtuigd was van diens absolute betrouw baarheid. Al heeft het leven ook den heer Zeeman n« verdriet niet gespaard, toch bleef hij iltija optimist en ook daardoor heeft hij veel zegen rijk werk kunnen verrichten in het belang van den tuinbouw Spr. betreurde het slechts, dat de overledene het eindresultaat van zijn groote plan niet meer heeft mogen beleven- Maar in elk geval: hij heeft niet tevergeei geleefd, de herinnering aan hem zal bujve' voortbestaan. t, Dr. G. W. M e 1 c h e r s, em.-predikant Heiloo, herinnerde aan zijn werkzaamheid Zuidscharwoude, waaraan 37 jaren een einde kwam Echter niet aan de vrie" schap met de fam. Zeeman, in die jaren g sloten. Voor de derde maal had *Pr. 51j een lid dier familie mee grafwaarts gebrac Hij zou niet herhalen wat hij in het sterin Men kent het vastbeslotene, het resolute optreden van James Cagney en begrijpt, da. hij daardoor in een film, die in de New-Yorksche onderwereld speelt een prachtige rol kan vervullen. Hij is suppoost in een theater, maar wordt wegens brutali teit ontslagen en ziet dan in een dancing een jonge, knappe vrouw, die blijk geeft hem niet ongezind te zijn. Zij vergeet bij haar vertrek haar taschje en natuurlijk brengt James het terug op het adres, dat het in dit taschje gevonden kaartje aan geeft. Hij wordt bij de bekoorlijke jonge dame binnen gelaten en zal juist in vriend schappelijke relatie komen, als de schuif deuren open gaan en een zwager van de jonge dame zich komt voorstellen. In de achterkamer wordt een partijtje poker ge speeld en James wordt geïnviteerd eens mee te spelen, met het gevolg, dat hij bin nen een kwartier zijn geld kwijt is. Juist als hij zal vertrekken komt hij tot de ont dekking, dat het verliezen van taschjes een truc is om de vinders naar dit speelhol te brengen. Hij is zonder betrekking en sluit zich bij de bende aan, die hoe langer hoe driester optreedt. Men berooft, dank zij zijn voorbereiding, een schatrijke dame in haar villa en een lid van de bende doodt daarbij den butler. James vlucht met het meisje-bendelid, maar wordt in Californië gearresteerd, waarna het meisje er met een ander lid van de bende vandoor gaat. Na dat James bij gebrek aan bewijs is vrijgela ten, begint hij een ander leven. Hij komt als figurant bij een filmonderneming, weet al spoedig de aandacht te trekken en wordt een bekende filmster, die een zeer vriend schappelijke relatie onderhoudt met een vrouwelijke ster van de eerste grootte. Aan het geluk van dien tijd wordt een einde ge maakt door het weder opduiken van de oude bende, die van plan is op zijn kosten te gaan leven. Hij koopt de mannen en de vrouw af voor 10.000 dollar en zij beloven hem het land te zullen verlaten. Inplaats van dit te doen beramen zij een aanslag op een bekende filmster en het is James, die hen ontmaskert, maar door een misver stand gearresteerd wordt, omdat men meent, dat hij bij de misdaad is betrokken. De bende koopt hem vrij om hem te ver moorden, maar het meisje van de bende verraadt hem dat plan en dan volgt er een spannende scène tusschen drie auto's, de eerste waarin James met het meisje is ge zeten, de tweede waarin de bende hen achtervolgt en de derde waarin een groep politiemannen de bende weer achtervolgt. Het slot is een bloedige schietpartij en het allerlaatste slot een huwelijksreis per vliegtuig, waarin James en zijn filmster retje elkaar eeuwige trouw beloven. James Cagney en Margaret Lindsay spelen in deze spannende misdadigersfilm de hoofdrollen en doen dat zoo uitstekend, dat men voortdurend in spanning verkeert. Een misdadigersfilm vol romantiek, vol ge varen en sensationeele ontknoopingen, waar zal men spannender film vinden dan de vertolking van dezen roman, dié in de schaduwzijde van het leven speelt! Vooraf gaat veel actueel nieuws in be weegbaar geïllustreerden vorm, alsmede een aardige screensong.een film van dan sende detectieven en wat voor detectie- ven! benevens een rolprent waarin een zeeleeuw de hoofdrol speelt, een film, die hier al eens meer vertoond is, maar die men graag nog eens voor den tweeden keer ziet. een prachtig gekleurde teekenfilm en goed binnen- en buitenlandsch nieuws in beweeg baren vorm. meester Hoogheemraadschap Noordhol ands Noorderkwartier, van welk college de ïeer Zeeman hoofdingeland is geweest en verder vertegenwoordigers van de Coön slieuw Leven en vereenigingen op tuinbouw! g<Het aantal kransen en bloemstukken was evenredig aan deze groote belangstelling Wij noemen slecnts die van de afdeelingen Langendijk en Alkmaar dei S.D.A.Phet Gewest Noordhollano-Noord, de soc.dem Statenfractie, de \rbeiderspers, het Pian: Zeeman-comité en bewoners Rochdale-West Voorts zonden verschillende families, behoo- rende tot den vriendenkring van den over- edene, een laatsten bloemengroet. reeds had gezegd tot de achtergeblevon maar wilde toch constateeren, dat velen verdiensten van den heer Zeeman hebben tolkt en in het licht stelden wat hij heelt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6