Hollandsche iongens als globetrotters.
□v42JLESAXON
UIT HET PARLEMENTAIRE LEVEN.
feuilleton
Anecdoten en incidenten.
Wentel dien last van U af door
intijds Abdijsiroop te nemen.
Thans slechts 75 ct. per flacon!
POpR G. P. BAKKER
tijd met den dollar te stabiliseeren en onder
de tegenwoordige gespannen politieke ver
houdingen mag zeker niet een wijziging van
het Engelsche standpunt worden verwacht
Tot de Atnerikaansche obligatiën, die in de
laatste maanden e»n aanzienlijke koerswinst
hebben kunnen boeken, behooren ook die der
Cities Service Co. De 5 pCt. 30-jarige gold
bonds zijn van een laagsten stand in het be
gin van dit jaar van 16 pCt. gesteken tot 30
pCt., waarop slechts een lichte terugslag is
gevolgd. Ook de aandeelen dezer maat
schappij hebben in toenemende mate belang
stelling getrokken, waardoor de koers tegen
over den laagsten stand in dit jaar ad 7Ï16
pCt. meer dan verviervoudigd is (tegenwoor
dige noteering 1 7/8 a 2 pCt.) Het g ;a' hier
bij om een, vooral wegens den lagen kcers-
stand, geliefd speculatie-object. Het ontzag
lijke bedrag aan uitstaande leeningen dezer
onderneming, waardoor de obligatiën eenigs-
zins het karakter van in alle kwade kans.n
deelende aandeelen hebben verkregen, maakt
de kans, dat het ooit tot hervatting der divi-
denduitkeering zal komen, wel zeer gering.
De financieele structuur van dit openbaar
nutsbedrijf, dat tevens groote petroleumbe
langen heeft, is zeer onoverzichtelijk. Uit de
winst worden telkenmale aanzienlijke bedra
gen voor afschrijvingen aangewend (in het
derde kwartaal van 1935 weer bijna 17
millioen), zonder dat men weet, of deze ook
maar eenigermate voldoende zijn. De verbe
tering in de situatie der Amerikaansche pe
troleumindustrie, tezamen met de in den
jongsten tijd toegenomen mogelijkheid, dat
de wet op de openbaar nutsbedrijven in de
Ver. Staten, welker uitvoering de Cities Ser
vice Co. voor groote moeilijkheden zou
plaatsen, in strijd met de grondwet zal wer
den verklaard, heeft de kans op een finan
cieele reorganisatie der Mij., gepaard gaande
met offers van obligatiehouders veel kleiner
gemaakt. Hieraan is het koersherstel voor
obligatiën en aandeelen voornamelijk toe te
schrijven.
Van de andere buitenlandsche obligatiën
waren Fransche staatsfondsen wederom ge
drukt, in verband met de aanhoudende poli
tieke onzekerheid in Frankrijk. Ook de francs-
koers heeft hiervan weer den invloed onder
vonden; na een tijdelijk koersherstel trad een
nieuwe reactie in, als gevolg van een her
vatting van de kapitaalvlucht uit Frankrijk.
Ten opzichte van den gulden blijft de franc
zich in de nabijheid van het gouduitvoerpunt
bewegen, nadat blijkens den jongsten week
staat van de Nederlandsche Bank de goud
arbitrage reeds goud uit Frankrijk r.aar ons
land had overgeheveld. De goudvoorraad
van de Nederlandsche Bank toont dientenge
volge een verdere stijging van 9 millioen
aan en de gouddekking der direct opeisch-
bare verplichtingen der bank bedraagt thans
weer 73 34 pCt.
Dp verruiming op de geldmarkt ken onder
deze' omstandigheden weer vorderingen ma
ken; geld op prolongatie is tot 2% pCt. ge
daald, particulier disconto tot 2 3/4 a 3 pCt.
Bij de nieuwe uitgifte van schatkistpapier
kon de rente op de schatkistbiljetten Vt pCt
lager worden gesteld dan bij de uitgifte van
de vorige maand. De positie van ce geld
markt is dan ook van dien aard, dat de Ne
derlandsche Bank gemakkelijk tot een ver
dere verlaging van haar rentetarieven zou
kunnen overgaan, ware het niet, dat de po
litieke onzekerheid in Frankrijk aanleiding
geeft tot voorzichtigheid. Bij vorige gelegen
heden is herhaaldelijk gebleken, dat onrust
ten aanzien van een bepaalde goudvaluta
gemakkelijk ook naar de andere goudvaluta s
overslaat. Het pleit wel voor het herstel van
het vertrouwen in den gulden, dat tot dus
verre in ons land nog niets te bemerken is
van een inflatie-stemming, zooals deze reeds
weder op de Parijsche beurs valt waar te
nemp. Nederlandsche staats- en gemeen te
keningen zijn in de afgeloopen weck welis
waar meerendeels iets in koers afgebrok
keld, maar dat was voornamelijk toe te
schrijven aan gebrek aan belangstelling
voor obligatiën in het algemeen, nu d. aan
dacht, zoowel van het publiek als van den
beroepshandel, weder in zoo sterke mate op
de aandeelenmarkt is geconcentreerd.
De kooplust gold in de afgeloopen week
voornamelijk Amerikaansche shares, van
welke speciaal staalwaarden, kopershares en
verschillende olie-aandeelen levendig werden
verhandeld. Laatstgenoemde werden gunstig
beïnvloed door de nieuwe verhooging van
den prijs voor ruwe petroleum in Pennsyl-
vania, de tweede met 0.15 in een paar w*-
ken tijds, die, naar men aanneemt, door een
prijsstijging in de andere petroleumgebieden
zal worden gevolgd. Ook de benzine-prijzen
zijn stijgende en men verwacht, dat de no
teeringen spoedig weder het niveau zullen
bereiken, dat vóór de sterke prijsdaling m
den zomer bestond. Voor de financieele po
sitie van de Amerikaansche petroleummijen
is dit prijsherstel ook daarom van zooveel
beteekenis, omdat zij hierdoor zullen wor
den ontheven van de noodzakelijkheid, om
aan het eind van het jaar belangrijke bedra
gen op hun voorraden petroleum en benzine
af te schrijven.
Aandeelen Koninklijke Petroleum hebben
zich aanvankelijk niet bij de koersstijging
van Amerikaansche petroleumshares kunnen
aansluiten, omdat de markt eenigszins te
leurgesteld was over het bericht, dat het be
stuur der Shell Transport Trading Co., de
zustermij. der Koninklijke, de beslissing over
de uitkeering van een interim-dividend voor-
loopig heeft uitgesteld. Naar verluidt, zal in
een over eenige weken te houden vergadering
van commissarissen der Koninklijke de kwes
tie van een interim-uitkeering aan de órde
komen. Dat hiervan sprake kan zijn, nadat
jaren achtereen de uitkeering van een inte
rim-dividend achterwege is gebleven, wijst
op zich zelf reeds op een verbetering in -ie
verhoudingen bij het internationale petro-
leumconcern.
De Unilever Mij. heeft haar interim-divi
dend op hetzelfde niveau van het vorige jaar
(2 pCt.) gehandhaafd; de koers van de aan
deelen is vrijwel onveranderd gebleken en
ook aandeelen Philips toonden slechts gerin
ge koersschommelingen aan. Tegen het mid
den der week viel een opleving van de be
langstelling voor Indische cultuur /aarder.
waar te nemen. Behalve het hoofdfonds, H
V.A., waren ook verschillende incourante
suikeraandeelen gevraagd. Tabaksaandcelen
waren eveneens hooger op de verwachting,
dat de Duitsche sigarenfabrikanten, welker
voorraden Java- en Sumatra-tabak vrijwel
uitgeput zijn, toestemming tullen verkrijgen
c in het nieuwe ;:.ar meer tabak in te v :-
ren dan in 1935. Rubberaandeelen waren
vrij goed prijshoudend, hoewel de markt voor
het product gedrukt werd door hernieuwde
geruchten, dat de Ned.-Indische regeerfing
een verhooging van het voor Ned.-Inaië vast
stelde quotum zal verlangen, nu het niet mo-
gelijk blijkt, de inlandsche productie door
het uitvoerrecht binnen de perken te hou
den.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop;
4 pCt. Nederland 97 7/8, 97, 97 3/8;
3M pCt. Nederland 94%, 93 3/4, 93 7/8;
2X pCt. N.W.S. 751/16, 74 1/4;
4 pCt. Ned.-Indië 97, 96 1/8;
4 pCt. Amsterdam 93, 92 1/4, 92 A
4 pCt. Gem. Utrecht 97 1/4, 98, 97%;
4A pCt. Frankrijk 77 5/8, 761/4;
Anaconda Copper 13 5/16, 14 3/8;
Bethlehem Steel 28, 30K, 29 1/4;
U.S. Steel 29 1/4, 30, 29 7/16;
Shell Union 8 5/16, 8 13/16;
Tidewater 7 7/16, 7 3/4;
Kon. Petroleum 211 1/4, 208, 213;
Handelsver. Amsterdam 218, 223;
Javasche Cultuur 121, 125;
Tjepper Cultuur 35, 37 1/4;
Deli Batavia Mij. 152, 167;
Deli Mij. 715, 184K;
Senembah 175, 184'A;
Amsterdam Rubber 107 A, 10»;
Philips 238y,, 236%, 239;
Unilever 103, 102 5/8, 103 5/8.
Toen aan generaal Wiiliam Booth, den
stichter van het Leger des Heils, eens
gevraagd werd, waarom hij voor zijn
psalmen en andere godsdienstige liede
ren toch zulke opgewekte melodiën uit
zocht, gaf hij ten antwoord: „Omdat ik
het verkeerd zou vinden, als de d u i v e 1
de aardigste wijsjes had". Zijn populaire
psalmen wekten belangstelling voer den
godsdienst, mijn anecdoteL en inciden
ten trachten dat te doen voor het par
lement.
Ik maakte dus een soort propaganda,
zij het dan ook van anaeren aard, dan
die behoorde bij een rede van den En-
gelschen staatsman Lloyd George. Hebt
U dat nooit gehoord? Minister Lloyd
George hield eens in een groote zaal van
Londen een verkiezings-rede, en één
zijner toehoorders, die zich verschrik
kelijk opwond, riep op zeker oogenblik:
„Naar de hel met 'ni!"
„Och antwoorde Lloyd George, „ieder
maakt propaganda voor zijn eigen land".
En nu ik toch in Engeland ben, even het
volgende. Als het Lagerhuis zijn nieu
wen voorzitter heeft gekozen, is het ge
woonte, dat de waarnemende president
aan enkele leden vraagt, den nieuwen
functonaris naar zijn zetel te geleiden.
Dit geschiedde ook onlangs, en toen
die uitnoodiging werd gericht tot Sir
YVilliam Thorne, antwoordde deze plech
tig en onder groote hilariteit: „Mijnheer
de Voorzitter, ik, die gedurende mijn
leven al vier vrouwen naar het altaar
heb geleid, wil nu wel eens een man
wegbrengen".
Maar nu stap ik het Kanaal over, en
waar ik bezig was aan aardige antwoor
den, roep ik even in uw herinnering de
nobele verschijning van Victor de
Stuers, het Katholieke Kamerlid voor
het district Weert, den vermaarden
kunstbevorderaar. Hij was een fijne en
ruime geest, een hartstochtelijk strijder
voor wat hij waar en goed achtte, en
zeer slagvaardig. Toen hij eenmaal voor
een Limburgsch belang het woord had
gevoerd en een liberaal lid hem iro
nisch tegemoet voerde: „Uw zon gaat
blijkbaar onder in Weert!" gaf de Stuers
dit fijne antwoord: „Dan moet de ge
achte afgevaardigde stellig eens komen
kijken, want de zon-ondergang in de
Peel is toch zoo schoon!"
Er is in den loop der jaren heel wat
veranderd in het aspect, in de uiterlijke
samenstelling der Tweede Kamer. Als u
vroeger, laat ik zeggen een dertig, veer
tig jaren terug, op een kouden winter
dag in de garderobe der Kamer gekeken
zoudt hebben, dan zoudt u daar onge-
LXVII.
twijfeld lange rijen van de meest wel
varende pelsjassen hebben gezien, het
kostelijkste bont. Maar de mot der de
mocratie heeft er in gevreten; er han
gen nu dozijnen heel gewone jassen zeer
democratische duffeltjes. Toch mag het
ge elschap er nog zijn. Het socialisti
sche Eerste-Kamerlid Hermans p.'eegt
er in z-n redevoeringen zelfs af en toe
aan te herinneren, dat hij „een gezeten
burger" is: hij heeft namelijk vroeger
voor majesteits-schennis een paar
maanden moeten zitten. Toch is er de
evolutie; o.a. in de namen. Mag ik (ik
deed het vroeger ook al eens) enkele
voorbeelden noemen? Schittert tegen
woordig in ons parlement een naam als
van Aylva van Pallandt van Waarden
burg en Neerijnen? Een luisterrijk afge
vaardigde was hij: 43 letters, schoon aan
den haak. Hij won het toen nog met
een neuslengte van Thomassen Thus-
sink van der Hoop van Slochteren; 42
letters. En zoo hebben we ze met hoop
jes gehad: Pallandt van Keppel, Van
Aylva van Pallandt, Schimmelpennick
van den Oye, Schimmelpenninck van
Nijenhuis. Schimmelpenninck van der
Oye èn Nijenhuis, Van Heeckeren van
Keil, Van Heeckeren Wassenaar, Van
Heeckeren van Enghuizen, Taets van
Amerongen tot Natewisch, Dieu Fontein
Verschuir van Heiloö, Maekay van Op-
hemert en Zennewijnen, de Bieberstein
Rogalla Zawadsky, van Rheenen van
Rheenenshuizen, van Hardenbroek tot
Harden Nóg-zoo'n-broek, Van Heyma toe
Kingma, Nedermeyer ridder van Ro-
senthal, enfin, zoekt u maar uit. de lijst
van namen was vroeger als een rui-
schend woud van statige, hooge popu
lieren, glinsterend in de zon. Een sym-
phonie van Beethoven. Maar Koning
Demo houdt niet van zoo stralend ge
volg. Zijn staatsie-stoet luistert naar
andere namen.
Natuurlijk heeft de naam met de
waarde der persoonlijkheid niets te
maken.
De bekende professor Pekelharing uit
Deift heeft eens gezegd: „Ik ben mijn
gtheele leven abonné geweest op het
weekblad van den Diamantbewerkers-
bond, want als ik dan iedere Week na
men las als Agste-ribbe. Uyekruier,
Augurkiesman, werd ik weer volkomen
met mijn eigen naam verzoend."
Toch hebben we een vroolijk oogen
blik gehad, toen de voorzitter der Twee
de Kamer eens de heeren Suring, Uyen
en Boon in een commissie benoemde:
voedzamer commissie is er nooit ge
weest. Zoo opperde destijds een spot
vogel het denkbeeld, om de Commissie
vtn Rapporteurs over de wijziging der
Drankwet te doen bestaan uit de leden
Wijnkoop, van Wijnbergen, Bierema
Fleskens en Katz, maar bepaald ondeu
gend was voorzitter van Schaik, toen hi.
eens in een commirsie benoemde mej
Groer.eweg en Brautigain en toen Guit
er bij stopte.
Voorzitter Fock heeft eens twee afge
vaardigden een wenk moeten geven dat
ze iets deden wat ze niet mochten doen
De eerste was Boer Braat. Kort na zijn
intrede in de Tweede Kamer wilde hij
het zich gemakkelijk maken, vleide zich
lang-uit in z'n bank en legde z'n rech
terbeen dwars over den lessenaar. De
president zond hem, toen hij het ont
dekte, ijlings een waarschuwing. Heel
wat onschuldiger was het incident met
den heer Weitkamp, een trouwhartig en
pienter boeren-afgevaardigde uit Over-
ijsel. In het begin van zijn Kamerlid
maatschap haalde hij op zeker oogen
blik tijdens een vergadering een grooten
appel uit zijn zak, een pracht van een
bellefleur, en begon er met den lust van
Pallieter van te eten, gemakkelijk ach-
ter-over leunend, alsof hij in het uur
van den noen tegen een hooischelf zat.
De voorzitter liet hem waarschuwen;
dat mag niet, en de bellefleur verdween.
In de zaal wordt natuurlijk nooit ge
geten, en alleen water gedronken. Maar
als er avond-vergadering is, dan krijgt
de voorzitter een glas thee gebracht
Thee? Als ge het hem vragen zoudt, zou
hij zeggen: „Het is gekleurd water!"
HToen eenige jaren geleden echter de
behandeling der Waterstaats-begrooting
tot 's nachts drie uur had geduurd en de
voorzitter de vergadering had gesloten,
haalden eenige leden plotseling een paar
fleschjes Bockbier uit hur. lessenaar te
voorschijn, lieten glazen aanrukken en
bij de regeeringstafel klonken ze met
Minister Reymer.
Nu ik met dit Bockbier en de daardoor
te verwekken stemming toch min of
meer in het poëtische ben aangeland,
oge ik herinneren aan den dichterlij
ken gelukwensch, dien Troelstra een
maal zond aan zijn mede-lid prof van
Hamel op een jubileum. Troelstra sein
de aan van Hamel:
Een groet van Pieter Jelles.
Ook Troelstra zegt men wel i6.
Van Hamel, die een fijne kop was uit
eer literaire familie, antwoordde als
volgt, doelend op Troelstra:
Een 6taatsman-Jichter, schoon zijn
woord soms vlijmt,
Heeft van natuur twee gaven
meegekregen,
Zich-zelf tot heil, het vaderland
ten zegen:
Steeds houdt hij m a a t, nooit
spreekt hij ongeriim d.
Van Troelstra naar Kuyper, van den
eenen grooten man naar den anderen.
Kuypers imposante figuur, de Caesars-
kop, die onbewogen en roerloos bleef
zelfs in het felste debat, heeft vaak heel
wat deining in het parlement gebracht,
maar één keer (hij was toen ziek) to
taal onschuldig. Ik zal nooit vergeten,
he' was op 10 Maart 19*20, dat velschil
lende journalisten op de perstribune
Wilt Ge verlichting in den kortst mogelij.
kan tiid? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dat
overmatige fluimen doen ophouden, plaag
dan geen verzuim door te wachten en Uw
hoest te laten ontaarden in een of andere
gevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge-
ïond, laat ie niet ztek worden door het met
ziektekiemen beladen «lijm. Weer op na-
tuurlijke wijze de ziek eaanval af. Zorg dal
die taaie slijm die U het ademen bemoeilijkt,
wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, dia
«topt den hoest, maakt Uw ademhaling.-
organen gezond, geeft Uw borst de weer
stand die deze noodig heeft en zal U
weer vrij, ruim en diep doen ademhalen.
plotseling telefonisch bericht kregen:
„Kuyper is dood". Het gerucht bereikte
de zaal en verwekte it het geheele ge
bouw een geweldige emotie Het was of
het debat stil stond. Duymaer van Twist.
Kuyper s trouwe adjudant, holde naar
de telefoon, en kwam terug met het
bericht, dat het een loos alarm was:
Kuyper leefde nog. Wij hebben nooit
ontdekt v'*1 het valsche bericht had ge
telefoneerd.
Ik heb Kuyper, die van een ichier
boven-menschelijke uiterlijke onaan
doenlijkheid was, eenmaal ontroerd ge
zien, namelijk toen hem op zijn 80sten
verjaardag een hulde van oud-leerlin
gen gewerd. Toen zag ik tranen in zijn
oogen en het deed mij goed.
In bet Engeische Lagerhuis heeft zich
eenigen tijd geleden het volgende tafe
reel afgespeeld:
Het is daar de gewoonte dat een af
gevaardigde, die het woord vraagt, zich
het hoofd bedekt, dus even den hoed op
zet. Toen een lid van do Labour-Partij,
van pian het woord te vragen, aan die
bepaling wilde voldoen, ontdekte fay dat
zijn hoed verdwenen was. Nergens kon
hij het noodzakelijke meubelstuk vin
dei Maar wat zag zijn oog? Op het
bankje naast hem lag het sierlijke hoed
je van Lady Astor, het bekende vrouwe
lijke parlements-Iid, een snoes (ik bedoel
het hoedje): zeegroen, met een witte
veer. Het socialistisch lid, bevree» d dat
de Speaker, ?e voorzitter, liet dsbat zou
sluiten, bedacht zich geen oogenblik. en
on ier bulderende vroolijkheid van het
Huis zette hij zich het charmante, mo
derne jagershoedje op de democrati
sche kruin En aangezien er geen bepa
ling bestond, die dit modelhoed ver
bood, verleende de president hem het
woord. D. HANS.
I.
Toen onlangs een geacht stadgenoot in
zijn auto van Wageningen naar Arnhem
ging werd hij met het bekende verzoek om
mee te rijden aangeklampt door twee jonge
lieden in khaki-kleeöing. In den wagen
stelde de automobilist natuurlijk de vraag:
„Waar gaat de tocht heen?" en tot zijn niet
geringe verbazing luidde het antwoord:
„Over Perzië naar Nederlandsch-lnJië
Het bleken jongens te zijn van 24 jaar
beide eind-diploma H.B S. 5-jarigen cursus,
sedert dien op eenige kantoren werkzaam
geweest voor 40.- ad 50.— per maand,
noodgedwongen beperkt tot de omgeving
van Zeist, waar hun ouders wonen Immers,
van een dergelijk salaris zou men in Am
sterdam niet zelfstandig hebben kunnen
leven. Het bekende liedje: Inkrimping van
personeel, opheffing der zaak ctc
Een hunner was al eens te voet naar
Spanje gereisd op gelijke wijze als zij thans
naar Indië cp weg waren.
De A.N.w B had de geheele reis voor
bereid Aanbevelingsbrieven hadden zij
eigenlijk maar niet meegenomen, want de
menschen werden toch al zoo vaak lastig
gevallen.
Zij hadden bij zich ieder f 47 met name
voor wat bu.tenlandsche passen en den
overtocht over de Middellandsche Zee en
voorts vertrouwden zij op hun slaapzakken,
als zij niet kosteloos in een hooischuur
zouden kunnen slapen.
De automobilist vioeg hun hoe zij aan
levensonderhoud zouden komen waarop zij
antwoordden: „Wij vertrouwen op het ge
zonde egoïsme van onze mede-menschen.
Immers, eten geven is altijd nog goedkooper
dan iemand van honger te hebben laten om
komen en voor zijn begrafenis te moeten
zorgen1
Ten slotte beloofden zij. dat zij een relaas
van hun wederwaardigheden zouden sturen.
Er zou misschien een kans bestaan dat dit in
een krant zou worden gepubheetrd.
De automobilist wendde zich tot ons
57)
„Dat spreekt vanzelf, Peter. Ik dank je
van ganscher harte, ook namens den ko
ning. Ik denk, dat je de mooiste vrouw ter
wereld toch nog zult kunnen trouwen".
„Mooi is ze, maar de woorden van de
prinses hebben mij tot nadenken gebracht
en dan dat grapje van Edzke. De prinses
heeft u ook niet om uw geld genomen".
„Neen, maar als je werkelijk van een
vrouw houdt en een vrouw van jou, vraag
je niet naar rijkdom", oordeelde de overste
„Daar is Edzke weer".
Edzke kwam, vergezeld van een zestal
ruiters, die het ijzer hadden afgelegd. Hij
wond de dreg los, die hij om zijn middel
had gebonden.
„Daar midden in", wees Peter. „Onge
veer tien vademen van den wai De schat
ten liggen dicht aan de oppervlakte. Die
dreg is groof genoeg".
Edzke wierp de dreg; trok.
„Niemendal zei hij.
Weer wierp hij „Niets".
De derde maal wierp hij een lie. 1
verder, daalde de steenen af en trok
eind
mei
rukken. Het touw spande zich. „Beet", zei
hij. „Een klein vischje. Neen een groote"
Een paar mannen lieten zich zakken om
hem te helpen. Langzaam haalden ze den
buit binnen.
De derde bundel was gevuld met gouden
schalen, sieraden en kostbare edelsteenen.
De schatgravers keken er naar met de
grootste belangstelling.
Binnen een uur waren alle twaalf pakken
op het droge. Het was een geheele verzame
üng van zilveren, gouden en met edelstee
nen ingelegde kostbaarheden. Eik der man
nen nam een pak op en zoo werd de terug
tocht aanvaard. Saxon droeg niets, want
op de slechte gedeelten van de gang torste
hij een voor hem nog kostbaarder last.
„Liefste", zei ze. „Je hebt woord gehou
den. We hebben den schat".
„Hoera, we gaan nu trouwen", jubeld^
Saxon.
„Zoodra je wilt", zei ze zacht.
Buiten gekomen flcot Melchior. Van al
le zijden kwamen ruiters opdagen. Een pele
ton nam de pakken over. riet regiment ver
zamelde zich. Men nam hartelijk afscheid
In gestrekten drag reden de ruiters naar
het kamp van den koning.
„Kapitein", vroeg Edzke. „Waarom zou
den we eigenlijk Maagdenburg niet ver
overen?"
„Geduld, jongeman Dat komt later".
HOOFDSTUK XXXV.
Nog altijd stond koning Gustaaf Adolf
wantrouwend tegenover keurvorst Johanu
Georg I van Saksen, die aarzelde of hij de
partij van keizer Ferdinand of de zijde van
den koning zou kiezen, maar die liefst zou
willen wachten deze beslissing .e nemen
tot het einde van den strijd bekend was.
Dit was een der redenen waarom de
koning besloot zich te verschansen in een
vaste sterke legerplaats en hij had een stra
tegisch alleszins geschikte plek gekoz.i in
den driehoek bij Werben, waar de Havel
in oc Elbe valt
Het front was naar het zuiden naai
Maagdenburg gekeerd. De rechterflank
was gedekt door de stad Werben. De linker
steunde op Havelberg. De rug was verze
kerd door de bocht van de Elbe, terwijl hij
besloot door het graven van schansen de
positie nog te versterken.
Zelf had de koning zijn tent opgeslagen
op den heuvel in de weide van Werten, ter
wijl hij zijn intrek genomen had in een ruim
huis aan de markt.
Hij zond boden naar de generaals Tot
en Fiorne om zith met hun troepen uit
Mecklenburg en Poinmeren bij hem te voe
gen. Hij voelde zich niet sterk genoeg om
de vereenigde legers van Tilly en Pappen
heim in het open veld te ontmoeten
Toen Marion en Saxon zich hadden la
ten aandienen in zijn veldtent, trad de
groote blonde koning van Zweden hun ui
s,e[timing tegemoet.
„welkom! Welkom! Avonturiers", klonk
zijn ocewekte stem. „Ik heb reeds veel van
je beiden gehoord, maar ik moet de geheele
sage kennen. Het beste zal zijn, dat ge van
avond bij mij in mijn woning het avond-
macl komt gebruiken".
„Bij mijn schatmeester zijn groote hoe
veelheden kostbaarheden gedeponeerd en
zelfs gemunt goud, maar ik kan dit niet
alles aanvaarden. I1c heb veel terzijde ge
zet, persoonlijke dingen, die nooii te ver
vangen zijn, vooral niet, als de prinses eens
mocht trouwen".
„Maar sire", sprak Marion. „Het is voor
het groote deel. Wii hadden ze voor oor
logsuitgaven van Uwe Majesteit bestemd"
„Zeker, nichtje, zeker, maar je moogt h°t
niet overdrijven. Eigenlijk moest ik niets
van je aannemen; je verloofde heeft reeds
genoeg voor mij gedaan, maar een arme
koning, die een zwaren strijd te voeren
heeft voor vrijheid van geloof, mag niet te
kieskeurig zijn".
„Generaal Saxon", zei hij. „Je berichten
waren voor mij yan het grootste belang
Men vertelde mij dat je leven meermalen
aan een draadje heeft gehangen. Je heb*
ondanks je hoogen rang een rol gespeeld
die niemand anders had kunnen vervullen
De oude graaf van Wrena is overleden
zender erfgenamen na te laten Zoo'n ech
te oude viking. Hij heeft zijn goederen aan
zijn koning nagelaten om hem in den oor
og te steunen. Nu dacht ik jou de goederen
te geven, nichtje, en generaal Saxon
„Kniel neder', zei hij eensklaps met
jongensachtige vrooli1 heid en trok zijn
zwaard, raakte even den schouder van
Saxon aan en sorak:
„Graaf van Wrena, stap op".
Saxon kuste den koning de toegestoken
hand, maar Marion trad op hem toe
„Neef zei ze. „Buig uw hoofd" en ze kus
te hem op beide wangen
,.We zouden spoedig willen trouwen",
sprak ze halfluid.
„En waarom niet? Dat kan hier in Wet*
ben. 't Was immers de afspraak Als
wat God verhoede, in mijn zending mocW
falen, dan heb je altijd een veilig thuis 'D
Zweden".
„Maar, sire*! Waarom zouden wij verlie
zen? Wij zijn op den gqeden weg Ik heb
nieuws", en generaal Saxon, graaf van
Wrena, vertelde den koning in korte woor
den zijn onderhoud met Peter.
De volgende dagen werd er hard gewerkt
aan de Werbener schansen En het vreemd
ste was, dat, hoewel er zoo weinig werN
krachten te vinden waren geweest, dat
Pappenheim de vesting Maagdenburg 'j!e
had kunnen herstellen, honderden werklie
den zich hier belangeloos aanboden
Marion en Saxon meenden onder de gran
vers vele bekende gezichten te zien en toen
ze naar de vorderingen van het we[.
gingen kijken, waren er velen die bel*e
glimlachend groetten met een blik van ne
kenning in de oogen. Ze zagen Von F'"**"
borg, Praxiteles, Mercurius en der. t"ee
ter, die blijkbaar als opzichters fungeer
maar het voorbeeld g*-ven, de scho" u
hand. (Wordt vervolgd;*