DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad Minister Slingenberg over de steunverleening. Mo. 283 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur: C. KRAK. Zaterdag 30 November 1935 137e Jaargang De heer Dijkman zal verstandig doen vannacht zijn schoen weer onder den schoorsteen weg te halen. Er is geen handiger man dan een gemeente-ambtenaar, die in dezen tijd honderd gulden uit de schatkist weet te halen. De oudste wethouder is in het dagelijksch leven boer Klaver, in den Raad is hij Klaverheer en als waarnemend burgemeester Klaveraas omdat er van alle kanten naar hem gehapt wordt. 1Val vandaag de aandacht trekt,,. Tweede Kamer De aannemers moeten de slechte gewoonte van de „opzetten" nalaten, zegt de minister, indien zij werken in werkverschaffing willen uitvoeren. DESKUNDIGEN ZIJN HET NIET EENS OVER GRAANPRIJZEN. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. ss PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADËMA. Het is niet duidelijk of Sint Nicolaas al dan niet reeds in Alkmaar gearriveerd is Sommige kinderen beweren pertinent, dat zij den heilige in hoogst eigen persoon in een Warenhuis hebben gesproken, maar er zijn andere, die met niet minder zekerheid ver kondigen, dat de grijze bisschop hier nog onmogelijk wezen kan omdat hij pas de vol gende week linea recta per stoomboot uit Spanje zal arriveeren. Hoe het ook zij, Sinterklaas is nu eenmaal een mystieke figuur, wat al blijken kan uit zijn behendigheid om paardje te rijden o» een besneeuwd dak en met een staf van twee Meter lengte door een keukenschoorsteen te kruipen. Hij kan wat een ander niet kan en hij kan daarom misschien ook wel op twee plaatsen tegelijk wezen Een feit is, dat het vroede gezelschap, dat zich Donderdagmiddag weer opgeofferd had om eenige kostbare ook voor de gemeente kas kostbare uren aan de zorgen en noo- den van Alkmaars bevolking te wijden, min of meer in een Sinterklaasstemming verkeer de, althans tot aan het laatste punt van de overigens niet veel beteekenende agenda. Er werd, hoewel de minst rooskleurige gemeen- tebegrooting die wij hier ooit gekend hebben als een zwaard van Damocles boven de edel achtbare hoofden zweefde, nog over doceur- tjes en tegemoetkomingen gesproken en het was alleen toen wethouder Klaver zich plech tig met den ambtsketen had omhangen, dat de Raad als het ware tot bezinning kwam en plotseling bedacht, dat het heele Sinter klaasverhaal eigenlijk maar een sprookje is en dat de tijden er werkelijk niet naar uit zien om zelfs de meest onmisbare ambtena ren met de een of andere surprise te beden ken. Nummero een, die zijn schoentje of la ten wij liever zeggen zijn schoen onder de groote schouw van de raadszaal gezet had, was de heer Dijkman. Wie en wat hij is behoeven wij hier na tuurlijk niet nader te verklaren. Dijkman is een Alkmaarsche bezienswaardigheid. Iedere stad heeft een oudsten inwoner, maar Alk maar heeft, om in stijl te blijven, een oudsten kaasdrager, al draagt die dan ook geen kaas meer. Dijkman is zestig jaar een beziens waardigheid voor de vreemdelingen geweest al kwamen die dan ook vroeger niet in zulke dichte drommen opzetten als tegenwoordig. Hij droeg van het eene jaar in het andere altijd maar kaas en hoewel dit op zichzelf nu niet zoo'n bijzondere prestatie is, zullen er toch weinigen zijn, die hem dat nadoen, althans die hem dat zestig jaar nadoen Dijkman is dan ook een Alkmaarsche be roemdheid, de vlaggen zijn meermalen voor hem uitgestoken, hij heeft de gouden medail le van de gemeente gekregen en last not least is prinses Juliana dezen zomer nog eens naar hem komen kijken, al is H.K.H. hier dan ook niet alleen voor Dijkman gekomen. Toch heeft de Prinses bij die gelegenheid medegedeeld, dat Zij zich net jubileum van dezen kaasveteraan nog heel goed herin nerde en dat is zeker wel een bewijs, dat hij in den lande min of meer een beroemdheid is geworden. Dorus Rijkers, die een borst en ook nog een zak vol medailles had, was ook een beroemd man, maar al die beroemdheid kon toch niet verhinderen, dat hij zoo nu en dan een van zijn eereteekenen moest verkoopen om in figuurlijken zin het hoofd boven water te kunnen houden. Beroemdheid gaat niet al tijd samen met een goed gevulde beurs en zoo schijnt het ook bij den heer Dijkman te zijn. Een gouden eerepenning, die in een kastje gelegd wordt is een mooi souvenir voor de kleinkinderen, maar het slachtoffer zelf is een bewonderaar van het spreek woord, dat één rijksdaalder in de hand beter is dan tien medailles in de kast, en hij was daarom zoo vrij eens aan te kloppen bij de heeren, die hem in zulke treffende bewoor dingen hadden gehuldigd en hun te vragen om alsjeblieft een klein schepje op zijn pen sioen te willen leggen aangezien hij anders geen kans zag om er mee rond te kunnen komen. De heer Govers, die prettig voor den heer Dijkman den betrokkene nog ander half tot twee jaar tijd van leven gaf, wasin een gulle bui en wilde maar dadelijk gulden geven, de heer Stoutjesdijk was het o wonder ditmaal heelemaal met zijn partijgenoot eens en wilde eveneens langja rige trouwe diensten beloonen, de heer Ap pel deed er nog een schepje bovenop en wil de er dan maar zeventig gulden van maken en wie weet hoe ver men nog tegen elkaar op geboden zou hebben als de heer Wol dendorp niet toevallig eens naar boven gekeken had en daar aan de traditioneele zijden draad het financieele zwaard van Damocles had zien hangen. Laten we, zeide hij, geen precedent schep pen en voorzichtig zijn, want er zijn meer menschen die tegenwoordig met hun pensioen niet rond kunnen komen en wat men den een geeft zal men den ander niet kunnen wei geren. Vallen de kaasdragers eigenlijk wel onder de pensioenwet? vroeg de heer Vogelaar. Zij zijn eigenlijk nooit in gemeentedienst geweest, vertelde de heer Bakker en toen be gon het debat vcor den heer Dijkman een heel verkeerden kant op te loopen. want stel U voor, dat de Raad tot de ontdekking was gekomen, dat de heer Dijkman en zijn colle ga's heelemaal geen pensioen moeten heb ben, dan was deze veteraan in zijn onberis pelijk wit kaasdragerspakje van den wal in de sloot terecht gekomen Nu de heer Grondsma nog niet geïnstalleerd is was er ook niemand in den Raad die het tekort even uit eigen zak wilde bijpassen en het was maar goed, dat B. en W aan alle bespre kingen een einde maakten en beloofden de zaak om „bericht en raad" te zullen nemen, zoodat wij in een der eerstvolgende raads vergaderingen het is voor den heer Dijk man niet te hopen, dat het tijdens de begroo- tingsbeschcuwingen zal zijn een gedocu menteerd overzicht zullen krijgen van de rechten en plichten van kaasdragers in het algemeen en die van den heer Dijkman in het bijzonder. Het is een karakteristiek teeken des tijds dat de Raad zelfs zonder een enkele opmer king besloot om voor dit jaar nog maar even tjes 40.000 meer voor Maatschappelijk Hulpbetoon af te staan dan waarop men al gemeen had gerekend. Het is het berusten in groote offers, die men weet, dat toch niet vermeden kunnen worden, maar dat de Raad daartegenover toch op de kleintjes blijft let ten kwam onmiddellijk daarna tot uiting toen bij het voorstel tot verhuur van gemeente lijke eigendommen verschillende huurprijzen onder de loupe werden genomen en hier en daar geconstateerd werd, dat B. en W. geen geboren kooplieden waren omdat zij anders nog heel wat meer in de gemeentelijke wacht hadden kunnen sleepen. Zoo was er een man, die voor 28 een H A. land huurde en de heer Leesberg be cijferde, dat men voor dat bedrag ternau wernood de polder- en andere lasten zou kunnen betalen. Er moest een speciale des kundige bij te pas komen om het geval uit te leggen en de heer Govers, die op het gebied van landprijzen een bekend expert is, heeft mr. Leesberg verteld, dat het hier grond be trof die door den vorigen eigenaar totaal verwaarloosd was, zoo verwaarloosd, da' hij eigenlijk niet eens 28 per jaar waard was. De tegenwoordige bezitter was nu met de reclasseering begonnen en trachtte er nog van te maken wat er van te maken was, wat al weer een buitengewoon ondankbaar werk je was omdat het vaststond, dat binnen af- zienbaren tijd de heele grond zou verdwij nen, dat wil zeggen als bouwgrond, omdat de nieuw aan te leggen weg er dwars over heen komt te loopen. Veel eer en ook veel geld was er dus met deze HA. niet te behalen en interessan ter was eigenlijk de kwestie welke mr. de Groot naar voren bracht, die namelijk vroeg waarom een woning eigendom der ge- meente aan de Zuiderhoutlaan van een huurprijs van 492 tot een huurprijs van 390 gedaald was. Dat kwam, zei wethouder Klaver, omdat de huurder gedreigd had er uit te zullen gaan als de huurprijs niet honderd gulden naar beneden ging en als de huurder er uit ging dan zou die woning leegstaan met het waarschijnlijke gevolg dank zij den over vloed van huurhuizen dat er vooreerst geen nieuwe huurder meer zou komen opda gen. De gemeente heeft lièver een half ei dan een leege dop en omdat J 390 nog altijd beter is dan heelemaal niets was er dan maar besloten den huurder zijn zin te geven, een gemeentelijk voorbeeld, dat, naar wij voor huisbezitters hopen, niet overal tot navolging zal wekken. Het bleek nota bene, dat de man, die de gemeente zoo de pen op den neus gezet had een gemeente-ambtenaar was en nu zou men theoretisch een prachtig betoog kunnen hou den over menschen, die hun eigen weldoe ners benadeelen, maar de tijden zijn zoo, dat de gemeente er ook niet tegen opziet de amb tenaarssalarissen te bekorten als dat nood zakelijk blijkt, zoodat het geen wonder is, dat een ambtenaar weer iets verzint om ten slotte zijn eerste honderd gulden korting door de gemeente zelf te laten betalen. De vraag of de Landbouwcrisis-organisa tie in Alkmaar zal kunnen blijven hing af van de wedervraag of Alkmaar voor de vele heeren ambtenaren en dames-ambtenaressen voldoende kantoorruimte zou kunnen vinden en omdat het gemeentebestuur van meening was, dat wij een dergelijke organisatie hier noode zouden missen, was men maar weer aan het bouwen gegaan en het houten kan toorgebouw, dat in den tuin van het Land- bouwhuis aan het verrijzen is, zal, naar de raad thans besloten heeft, voor onoverzien- baren tijd voor enkele duizenden guldens per jaar aan de L.C.O. verhuurd worden. Het is te hopen, dat men in dezen tijd van wisselende ministers en wisselende inzichten niet binnenkort op de gedachte komt de heele L.C.O. weer te laten verdwijnen of zulke ver eenvoudigde werkmethodes invoert, dat het personeel in het Landbouwhuis meer dan genoeg ruimte zal hebben, omdat we in dat geval weer een houten kantoorgebouw rijker zijn, dat moeilijk een nieuwe bestem ming zal kunnen vinden. We hebben nog altijd dringend behoefte aan een nieuw gym nasium en aangezien het Rijk, dat bij Heu bouw van het politiebureau zoo royaal uit den hoek gekomen is, wel niet zoo spoedig weer opnieuw 70.000 zal presenteeren of voor onbepaalden tijd voorschieten om den heer Kropholler ook nog een middel- eeuwsch gymnasium te laten ontwerpen, is het misschien mogelijk de gymnasiasten later nog van de overvloedige ruimte in het thans gestichte houten kantoorgebouw 'e laten profiteeern. Het is wel niet zoo mooi en zoo stevig als het nieuwe bureau, maar een schooljongen is ook niet zoo degelijk als een politie-agent en voor de jeugd is in de jaren van afbraak en vernieling elk schoollokaal goed genoeg zoolang er voldoende plaats is om er banken in te zetten. Over schoolbanken gesproken, er was een voorstel in den Raad om banken voor een katholieke jongensschool beschikbaar te stel len en B. en W. schenen daaraan bereids voldaan te hebben, terwijl achteraf bleek, dat er een andere school was, die nog banken in reserve had, zoodat men deze heel gemakke lijk van de eene school naar de andere had kunnen brengen. Blijkbaar had het een of andere schoolbe stuur zich herinnerd, dat er volgens de wet een onaantastbaar bankgeheim mag zijn en dat onwillekeurig ook op de schoolbanken toegepast. Misschien ook was de een of ander van oordeel, dat katholieke jongens niet in vrijzinnige of christelijke banken kun nen zitten, maar in allen gevalle is de finan cieele toestand der gemeente op het oogenblik van dien aard, dat er geen nieuwe schoolmeu- belen gekocht moeten worden als er hier en daar nog oude beschikbaar zijn en zal Ge meentewerken goed doen eens een inspectie op verschillende schoolzolders te onder nemen en eens na te gaan wat er alzoo op dit gebied nog beschikbaar gesteld kan wor den Kinderen spelen wel eens een onschul dig kaartspelletje, dat „Zwarte Pieten" heet. Schopoenboer is Zwarte Piet en wie daarmee zitten blijft, is verre van gelukkig. Ook de Raad heeft ten slotte nog een spel letje gespeeld, waarbij de burgemeester zijn ambtsketen aan den heer Klaver overhandig de. zoodat Klaverboer ditmaal de voornaam ste kaart was en als de Zwarte Piet van bet spel fungeerde. Want het was meer gard en roe dan ban ketletters en Sintreklaaspoppen, wat hij voor den Raad uit zijn beruchten zak haalde en het was maar goed, dat de burgemeester en de secretaris op veiligen afstand in hun eigen vertrekken zaten, want de bedekte aanvallen, die op hun respectievelijke salarissen gedaan werden, waren nu juist niet het bewijs, dat de Raad van plan is deze functionnarissen bij de wellicht noodzakelijk wordende bezuini gingen geheel buiten schot is zullen laten. Zooals de minister kort geleden de vraag gesteld had of de Raad van meening was, dat er op de salarissen van het gemeente- personeel niets meer gekort behoefde te wor den, zoo vroegen thans Ged. Staten hetzelfde ten 'aanzien van de salarissen van den burge meester, den secretaris en den ontvanger en de Raad was het er vrij algemeen over eens, dat deze vragen enkele weken te vroeg komen en eerst bij de behandeling van de gemeente- begrooting definitief beantwoord kunnen worden. Wat de ambtenaren betreft, had men den vorigen keer een voor deze functionnarissen gunstig antwoord gezonden, hoewel dit slechts theoretische waarde heeft, omdat men bij de begrooting weer tot een heel an dere conclusie zal kunnen komen. Toen, aldus de heer Leesberg, kenden wij de begrooting nog niet en B. en W. wel en die hebben er ons dus eigenlijk zoo'n beetje laten inloopen. Nu, aldus deze afgevaardigde die tegenwoordig in zijn eigen partij nog op het meeste verzet schijnt te stuiten kennen wij de begrooting wèl en ik zou niet gaarne definitief willen adviseeen, dat men al ie salarissen, en dus ook die van de hoogste ambtenaren, in dezen tijd ongewijzigd moet laten. Als wij den burgemeester en den secretaris buiten schot laten en de lagere ambtenaren straks gaan verlagen, dan is dat een onbil lijkheid, zei de heer Bakker en die onbillijk heid blijft of wij de salarissen zelf verlagen of daartoe het college van Ged. Staten advi- seeren Wij hebben, zoo betoogde wethouder Van Slingerland, een besten burgemeester en een besten secretaris, van hun salarissen kan niets meer af en bovendien, wat geeft die kieine besparing als wij er toch het groote tekort niet mee kunnen dekken? Het was wel juist, maar het was niet ver standig van dezen anders zoo handigen magistraat om dergelijke dingen te zeggen, want de heer Vogelaar en anderen betoogden natuurlijk onmiddellijk, dat ook de andere ambtenaren van meening zij, dat er van hun salarissen niets meer af kan, dat ook zij hier op hun plaats zijn en dat men de groote te korten nooit zal kunen dekken als men niet vele kleine bezuinigingen bij elkaar telt en er tesamen een groote van maakt. De heer Leesberg sprak van dwang van het college, wethouder Bonsema zette nog eens uiteen, dat wij het Rijk op zijn stroop tocht niet behoeven te volgen en wethouder Klaver, die nog eens -in de bijlage gekeken had, kwam op de lumineuze gedachte, dat ei thans aan het verzoek van Ged. Staten vol daan was, omdat deze alleen maar verzocht hadden over een en ander den Raad te wil len „hooren". De Raad was gehoord de wethouder had zelfs meer moeten hooren dan hem 1ief was en de kwestie was dus afgedaan, zoo dat de openbare vergadering wel gesloten kon worden. En wat bericht U dan aan Ged. Staten? vroeg de heer Leesberg. Dat hebben de wethouders niet heelemaal duidelijk kunnen maken. Zij zouden zelf ook een advies geven, maar de Raad, die nergens ontdekken kon, dat er nog een apart advies van het College gevraagd werd, vertrouwde Do oorlog in Abessinië; van do fronton woinig positief nieuws. (Dag. Overzicht). De toestand in het Verre Oosten. (Buitenland). De Fransche Kamer schenkt haar vertrouwen aan Laval; een meer derheid van ongeveer 80 stemmen. (Buitenland). Tragisch ongeval te Hilversum. (Binnenland). Schipper te Rotterdam' door 5 vrouwen beroofd. (Binnenland). Verkiezing Kamer van Koophan del. (Stad en Omgeving). Provinciale Staten van Noord holland bijeen. (Provinciaal Nieuws) Uit het parlementaire leven. (Ar tikelen). Holland's stedenschoon in praat en prent. (Artikelen). (Zie verder eventueel laatste berichten.) de zaak heelemaal niet. Wethouder Klaver zag niets dan booze blikken, de wethouders hadden nu eenmaal niets te adviseeren als de Raad zich eerst bij de begrooting zou wil len uitspreken en om aan alle onzekerheid een einde te maken kwam er door samenwer king van mr. de Groot, den heer Venneker en mr. Leesberg drie geestelijke vaders van hetzelfde papieren kindje een verklaring tot stand, waarin men besloot aan Ged. Staten te berichten, dat de Raad het geven van advies wil uitstellen tot bij de behande ling van de begrooting. Met tien tegen zeven stemmen werd dit voorstel aangenomen en het moge dan al geen verpletterende meerderheid geweest zijn, zij was toch voldoende om het college er aan te herinneren, dat het heel wat te vertel len heeft, maar dat alleen de almachtige Raad ten slotte zal bepalen, wat er in Alk maar zal moeten gebeuren. Den Haag, 29 Nov. Eerst heeft de Kamer die begrooting van Sociale Zaken afgehandeld en daarna heeft zij het debat over die van Landbouw voort gezet. Vier grondslagen heeft minister Slingen berg genoemd, waarop de steunverleening aan de werkloozen moet zijn gebaseerd; een ethisch noodzakelijk minimum, een bepaalde verhouding tusschen loon en steunbedrag, de beperktheid der openbare geldmiddelen en het feit, dat een mensch recht heeft op ar beid en niet mag worden veroordeeld, zijn geheele leven van steun te bestaan Hij ver zette zich tegen vermindering van den aftrek van den steun wegens gezinsinkomsten en vond de verlaging van den steun met twee derden dezer inkomsten juist. En hij ver klaarde, dat, wanneer gemeenten onder houdsplichtigen willen dwingen, werklooze familieleden te steunen, zij niet gedurende het proces, dat daartoe noodig is. de werk loozen zonder steun mogen laten. Inzake hulp aan kleine boeren, kleine middenstanders en andere noodlijdende zelf standigen overlegt de bewindsman met zijn collega's van Landbouw en van Handel, Scheepvaart en Nijverheid. Bij het Land- bouwdebat, later op den middag gevoerd, vertelde minister Deckers nog, dat dit over leg, voor wat de kleine boeren belangt, hun tewerkstelling in het eigen bedrijf betreft. Minister Slingenberg zal onderzoeken, of het mogelijk is, nog meer vrijen armslag aan de particuliere liefdadigheid te geven. Er zou dan niet zooveel van den steun worden afgetrokken wegens particuliere giften. De ministers Slingenberg en Deckers on derzoeken, in hoeverre het mogelijk is, nieuw blikvleesch te maken. Er is nu een voorraad blikvleesch voor werkloozen tot en met Maart. In 1934 is er 10 millioen K G. vleesch in blik door werkloozen gebruikt en in 1935 tot September. 15 millioen K G Wel een sterke stijging dus. Ook de hoeveelheden goedkoope margarine en groenten zijn niet onbelangrijk. Nadrukkelijk verklaarde minister Slingen berg, niet voornemens te zijn, de steunnor- men te verlagen. Wel is het mogelijk, dat liet steunbedrag verder daalt, namelijk als het loon, waarvan het een percentage vormt, lager wordt. De werkverschaffing besprekende, zeide Z. Exc., evenals de heer Ebels (v.d.) gedaan had, dat hiervoor in aanmerking komen werken, die niet of voorloopig niet zouden worden verricht, als zij niet in werkverschaf fing werden uitgevoerd. Hij gaat ervan uit, dat alle arbeiders beurtelings bij de werk verschaffing moeten worden geplaatst, zoo dat er een rouleerstelsel moet worden ge volgd. Als het werkverschaffingsloon niet iets lager was dan dat in het vrije bedrijf, zou de prikkel, om in het vrije bedrijf werk te zoeken, verdwijnen. Hoezeer overigens werkverschaffing boven steun de voorkeur verdienen, Z. Exc. moet zich een rem aan leggen vanwege de kosten. De minister strafte tot dusverre bij de werkverschaffing geplaatsten in eerste en laatste instantie. Voortaan echter zal in eerste instantie de inspecteur der werkver schaffing straffen. De organisatie, waarbij de gestrafte is aangesloten, heeft dan een recht van beroep op den minister, die alle betrokkenen ruimschoots hoort, alvorens zijn beslissing te nemen. Er wordt gewerkt aan een verbetering van het stelsel van den loonbijslag in land en tuinbouw. Het is voorgekomen, dat boeren personeel hebben ontslagen om het daarna, met bijslag, weer aan te stellen. Moge 's ministers beroep op de organisaties, om de boeren ertoe te brengen, zulks na te laten, gehoor vinden Onderzocht wordt, of voor de bijslagen objectieve normen, al- gemeene maatstaven, mogelijk zijn. Over werkverschaffing aan de jeugd zal de bewindsman, die tot nu toe met de col leges van Gedeputeerde Staten overleg heeft gepleegd, later ook rechtstreeks met de werk geversorganisaties in verbinding treden. Aan aannemers wil minister Slingenberg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 1