DAGBLAD VOOR
ALKMAAR
EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad
Minister Slingenberg over de
steunverleening.
Mo. 283 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 30 November 1935
137e Jaargang
De heer Dijkman zal verstandig doen vannacht zijn schoen weer
onder den schoorsteen weg te halen.
Er is geen handiger man dan een gemeente-ambtenaar, die in dezen
tijd honderd gulden uit de schatkist weet te halen.
De oudste wethouder is in het dagelijksch leven boer Klaver, in den
Raad is hij Klaverheer en als waarnemend burgemeester Klaveraas
omdat er van alle kanten naar hem gehapt wordt.
1Val vandaag de
aandacht trekt,,.
Tweede Kamer
De aannemers moeten de slechte gewoonte
van de „opzetten" nalaten, zegt de minister,
indien zij werken in werkverschaffing willen
uitvoeren.
DESKUNDIGEN ZIJN HET NIET EENS
OVER GRAANPRIJZEN.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
ss
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADËMA.
Het is niet duidelijk of Sint Nicolaas al
dan niet reeds in Alkmaar gearriveerd is
Sommige kinderen beweren pertinent, dat zij
den heilige in hoogst eigen persoon in een
Warenhuis hebben gesproken, maar er zijn
andere, die met niet minder zekerheid ver
kondigen, dat de grijze bisschop hier nog
onmogelijk wezen kan omdat hij pas de vol
gende week linea recta per stoomboot uit
Spanje zal arriveeren.
Hoe het ook zij, Sinterklaas is nu eenmaal
een mystieke figuur, wat al blijken kan uit
zijn behendigheid om paardje te rijden o»
een besneeuwd dak en met een staf van twee
Meter lengte door een keukenschoorsteen te
kruipen. Hij kan wat een ander niet kan en
hij kan daarom misschien ook wel op twee
plaatsen tegelijk wezen
Een feit is, dat het vroede gezelschap, dat
zich Donderdagmiddag weer opgeofferd had
om eenige kostbare ook voor de gemeente
kas kostbare uren aan de zorgen en noo-
den van Alkmaars bevolking te wijden, min
of meer in een Sinterklaasstemming verkeer
de, althans tot aan het laatste punt van de
overigens niet veel beteekenende agenda. Er
werd, hoewel de minst rooskleurige gemeen-
tebegrooting die wij hier ooit gekend hebben
als een zwaard van Damocles boven de edel
achtbare hoofden zweefde, nog over doceur-
tjes en tegemoetkomingen gesproken en het
was alleen toen wethouder Klaver zich plech
tig met den ambtsketen had omhangen, dat
de Raad als het ware tot bezinning kwam
en plotseling bedacht, dat het heele Sinter
klaasverhaal eigenlijk maar een sprookje is
en dat de tijden er werkelijk niet naar uit
zien om zelfs de meest onmisbare ambtena
ren met de een of andere surprise te beden
ken.
Nummero een, die zijn schoentje of la
ten wij liever zeggen zijn schoen onder de
groote schouw van de raadszaal gezet had,
was de heer Dijkman.
Wie en wat hij is behoeven wij hier na
tuurlijk niet nader te verklaren. Dijkman is
een Alkmaarsche bezienswaardigheid. Iedere
stad heeft een oudsten inwoner, maar Alk
maar heeft, om in stijl te blijven, een oudsten
kaasdrager, al draagt die dan ook geen kaas
meer. Dijkman is zestig jaar een beziens
waardigheid voor de vreemdelingen geweest
al kwamen die dan ook vroeger niet in zulke
dichte drommen opzetten als tegenwoordig.
Hij droeg van het eene jaar in het andere
altijd maar kaas en hoewel dit op zichzelf
nu niet zoo'n bijzondere prestatie is, zullen
er toch weinigen zijn, die hem dat nadoen,
althans die hem dat zestig jaar nadoen
Dijkman is dan ook een Alkmaarsche be
roemdheid, de vlaggen zijn meermalen voor
hem uitgestoken, hij heeft de gouden medail
le van de gemeente gekregen en last not least
is prinses Juliana dezen zomer nog eens
naar hem komen kijken, al is H.K.H. hier
dan ook niet alleen voor Dijkman gekomen.
Toch heeft de Prinses bij die gelegenheid
medegedeeld, dat Zij zich net jubileum van
dezen kaasveteraan nog heel goed herin
nerde en dat is zeker wel een bewijs, dat hij
in den lande min of meer een beroemdheid
is geworden.
Dorus Rijkers, die een borst en ook nog
een zak vol medailles had, was ook een
beroemd man, maar al die beroemdheid kon
toch niet verhinderen, dat hij zoo nu en dan
een van zijn eereteekenen moest verkoopen
om in figuurlijken zin het hoofd boven water
te kunnen houden. Beroemdheid gaat niet al
tijd samen met een goed gevulde beurs en
zoo schijnt het ook bij den heer Dijkman te
zijn. Een gouden eerepenning, die in een
kastje gelegd wordt is een mooi souvenir
voor de kleinkinderen, maar het slachtoffer
zelf is een bewonderaar van het spreek
woord, dat één rijksdaalder in de hand beter
is dan tien medailles in de kast, en hij was
daarom zoo vrij eens aan te kloppen bij de
heeren, die hem in zulke treffende bewoor
dingen hadden gehuldigd en hun te vragen
om alsjeblieft een klein schepje op zijn pen
sioen te willen leggen aangezien hij anders
geen kans zag om er mee rond te kunnen
komen.
De heer Govers, die prettig voor den
heer Dijkman den betrokkene nog ander
half tot twee jaar tijd van leven gaf, wasin
een gulle bui en wilde maar dadelijk
gulden geven, de heer Stoutjesdijk was het
o wonder ditmaal heelemaal met zijn
partijgenoot eens en wilde eveneens langja
rige trouwe diensten beloonen, de heer Ap
pel deed er nog een schepje bovenop en wil
de er dan maar zeventig gulden van maken
en wie weet hoe ver men nog tegen elkaar op
geboden zou hebben als de heer Wol dendorp
niet toevallig eens naar boven gekeken had
en daar aan de traditioneele zijden draad
het financieele zwaard van Damocles had
zien hangen.
Laten we, zeide hij, geen precedent schep
pen en voorzichtig zijn, want er zijn meer
menschen die tegenwoordig met hun pensioen
niet rond kunnen komen en wat men den een
geeft zal men den ander niet kunnen wei
geren.
Vallen de kaasdragers eigenlijk wel onder
de pensioenwet? vroeg de heer Vogelaar.
Zij zijn eigenlijk nooit in gemeentedienst
geweest, vertelde de heer Bakker en toen be
gon het debat vcor den heer Dijkman een
heel verkeerden kant op te loopen. want stel
U voor, dat de Raad tot de ontdekking was
gekomen, dat de heer Dijkman en zijn colle
ga's heelemaal geen pensioen moeten heb
ben, dan was deze veteraan in zijn onberis
pelijk wit kaasdragerspakje van den wal in
de sloot terecht gekomen Nu de heer
Grondsma nog niet geïnstalleerd is was er
ook niemand in den Raad die het tekort even
uit eigen zak wilde bijpassen en het was
maar goed, dat B. en W aan alle bespre
kingen een einde maakten en beloofden de
zaak om „bericht en raad" te zullen nemen,
zoodat wij in een der eerstvolgende raads
vergaderingen het is voor den heer Dijk
man niet te hopen, dat het tijdens de begroo-
tingsbeschcuwingen zal zijn een gedocu
menteerd overzicht zullen krijgen van de
rechten en plichten van kaasdragers in het
algemeen en die van den heer Dijkman in het
bijzonder.
Het is een karakteristiek teeken des tijds
dat de Raad zelfs zonder een enkele opmer
king besloot om voor dit jaar nog maar even
tjes 40.000 meer voor Maatschappelijk
Hulpbetoon af te staan dan waarop men al
gemeen had gerekend. Het is het berusten in
groote offers, die men weet, dat toch niet
vermeden kunnen worden, maar dat de Raad
daartegenover toch op de kleintjes blijft let
ten kwam onmiddellijk daarna tot uiting toen
bij het voorstel tot verhuur van gemeente
lijke eigendommen verschillende huurprijzen
onder de loupe werden genomen en hier en
daar geconstateerd werd, dat B. en W. geen
geboren kooplieden waren omdat zij anders
nog heel wat meer in de gemeentelijke wacht
hadden kunnen sleepen.
Zoo was er een man, die voor 28 een
H A. land huurde en de heer Leesberg be
cijferde, dat men voor dat bedrag ternau
wernood de polder- en andere lasten zou
kunnen betalen. Er moest een speciale des
kundige bij te pas komen om het geval uit te
leggen en de heer Govers, die op het gebied
van landprijzen een bekend expert is, heeft
mr. Leesberg verteld, dat het hier grond be
trof die door den vorigen eigenaar totaal
verwaarloosd was, zoo verwaarloosd, da'
hij eigenlijk niet eens 28 per jaar waard
was. De tegenwoordige bezitter was nu met
de reclasseering begonnen en trachtte er nog
van te maken wat er van te maken was, wat
al weer een buitengewoon ondankbaar werk
je was omdat het vaststond, dat binnen af-
zienbaren tijd de heele grond zou verdwij
nen, dat wil zeggen als bouwgrond, omdat
de nieuw aan te leggen weg er dwars over
heen komt te loopen.
Veel eer en ook veel geld was er dus met
deze HA. niet te behalen en interessan
ter was eigenlijk de kwestie welke mr. de
Groot naar voren bracht, die namelijk vroeg
waarom een woning eigendom der ge-
meente aan de Zuiderhoutlaan van een
huurprijs van 492 tot een huurprijs van
390 gedaald was.
Dat kwam, zei wethouder Klaver, omdat
de huurder gedreigd had er uit te zullen
gaan als de huurprijs niet honderd gulden
naar beneden ging en als de huurder er uit
ging dan zou die woning leegstaan met het
waarschijnlijke gevolg dank zij den over
vloed van huurhuizen dat er vooreerst
geen nieuwe huurder meer zou komen opda
gen. De gemeente heeft lièver een half ei
dan een leege dop en omdat J 390 nog altijd
beter is dan heelemaal niets was er dan maar
besloten den huurder zijn zin te geven, een
gemeentelijk voorbeeld, dat, naar wij voor
huisbezitters hopen, niet overal tot navolging
zal wekken.
Het bleek nota bene, dat de man, die de
gemeente zoo de pen op den neus gezet had
een gemeente-ambtenaar was en nu zou men
theoretisch een prachtig betoog kunnen hou
den over menschen, die hun eigen weldoe
ners benadeelen, maar de tijden zijn zoo, dat
de gemeente er ook niet tegen opziet de amb
tenaarssalarissen te bekorten als dat nood
zakelijk blijkt, zoodat het geen wonder is,
dat een ambtenaar weer iets verzint om ten
slotte zijn eerste honderd gulden korting
door de gemeente zelf te laten betalen.
De vraag of de Landbouwcrisis-organisa
tie in Alkmaar zal kunnen blijven hing af
van de wedervraag of Alkmaar voor de vele
heeren ambtenaren en dames-ambtenaressen
voldoende kantoorruimte zou kunnen vinden
en omdat het gemeentebestuur van meening
was, dat wij een dergelijke organisatie hier
noode zouden missen, was men maar weer
aan het bouwen gegaan en het houten kan
toorgebouw, dat in den tuin van het Land-
bouwhuis aan het verrijzen is, zal, naar de
raad thans besloten heeft, voor onoverzien-
baren tijd voor enkele duizenden guldens per
jaar aan de L.C.O. verhuurd worden.
Het is te hopen, dat men in dezen tijd van
wisselende ministers en wisselende inzichten
niet binnenkort op de gedachte komt de heele
L.C.O. weer te laten verdwijnen of zulke ver
eenvoudigde werkmethodes invoert, dat het
personeel in het Landbouwhuis meer dan
genoeg ruimte zal hebben, omdat we in
dat geval weer een houten kantoorgebouw
rijker zijn, dat moeilijk een nieuwe bestem
ming zal kunnen vinden. We hebben nog
altijd dringend behoefte aan een nieuw gym
nasium en aangezien het Rijk, dat bij Heu
bouw van het politiebureau zoo royaal uit den
hoek gekomen is, wel niet zoo spoedig weer
opnieuw 70.000 zal presenteeren of
voor onbepaalden tijd voorschieten om
den heer Kropholler ook nog een middel-
eeuwsch gymnasium te laten ontwerpen, is
het misschien mogelijk de gymnasiasten
later nog van de overvloedige ruimte in het
thans gestichte houten kantoorgebouw 'e
laten profiteeern. Het is wel niet zoo mooi en
zoo stevig als het nieuwe bureau, maar een
schooljongen is ook niet zoo degelijk als een
politie-agent en voor de jeugd is in de jaren
van afbraak en vernieling elk schoollokaal
goed genoeg zoolang er voldoende plaats is
om er banken in te zetten.
Over schoolbanken gesproken, er was een
voorstel in den Raad om banken voor een
katholieke jongensschool beschikbaar te stel
len en B. en W. schenen daaraan bereids
voldaan te hebben, terwijl achteraf bleek, dat
er een andere school was, die nog banken in
reserve had, zoodat men deze heel gemakke
lijk van de eene school naar de andere had
kunnen brengen.
Blijkbaar had het een of andere schoolbe
stuur zich herinnerd, dat er volgens de wet
een onaantastbaar bankgeheim mag zijn en
dat onwillekeurig ook op de schoolbanken
toegepast. Misschien ook was de een of
ander van oordeel, dat katholieke jongens
niet in vrijzinnige of christelijke banken kun
nen zitten, maar in allen gevalle is de finan
cieele toestand der gemeente op het oogenblik
van dien aard, dat er geen nieuwe schoolmeu-
belen gekocht moeten worden als er hier en
daar nog oude beschikbaar zijn en zal Ge
meentewerken goed doen eens een inspectie
op verschillende schoolzolders te onder
nemen en eens na te gaan wat er alzoo op dit
gebied nog beschikbaar gesteld kan wor
den
Kinderen spelen wel eens een onschul
dig kaartspelletje, dat „Zwarte Pieten" heet.
Schopoenboer is Zwarte Piet en wie daarmee
zitten blijft, is verre van gelukkig.
Ook de Raad heeft ten slotte nog een spel
letje gespeeld, waarbij de burgemeester zijn
ambtsketen aan den heer Klaver overhandig
de. zoodat Klaverboer ditmaal de voornaam
ste kaart was en als de Zwarte Piet van bet
spel fungeerde.
Want het was meer gard en roe dan ban
ketletters en Sintreklaaspoppen, wat hij voor
den Raad uit zijn beruchten zak haalde en
het was maar goed, dat de burgemeester en
de secretaris op veiligen afstand in hun eigen
vertrekken zaten, want de bedekte aanvallen,
die op hun respectievelijke salarissen gedaan
werden, waren nu juist niet het bewijs, dat
de Raad van plan is deze functionnarissen
bij de wellicht noodzakelijk wordende bezuini
gingen geheel buiten schot is zullen laten.
Zooals de minister kort geleden de vraag
gesteld had of de Raad van meening was,
dat er op de salarissen van het gemeente-
personeel niets meer gekort behoefde te wor
den, zoo vroegen thans Ged. Staten hetzelfde
ten 'aanzien van de salarissen van den burge
meester, den secretaris en den ontvanger en
de Raad was het er vrij algemeen over eens,
dat deze vragen enkele weken te vroeg komen
en eerst bij de behandeling van de gemeente-
begrooting definitief beantwoord kunnen
worden.
Wat de ambtenaren betreft, had men den
vorigen keer een voor deze functionnarissen
gunstig antwoord gezonden, hoewel dit
slechts theoretische waarde heeft, omdat
men bij de begrooting weer tot een heel an
dere conclusie zal kunnen komen.
Toen, aldus de heer Leesberg, kenden wij
de begrooting nog niet en B. en W. wel en die
hebben er ons dus eigenlijk zoo'n beetje laten
inloopen. Nu, aldus deze afgevaardigde
die tegenwoordig in zijn eigen partij nog op
het meeste verzet schijnt te stuiten kennen
wij de begrooting wèl en ik zou niet gaarne
definitief willen adviseeen, dat men al ie
salarissen, en dus ook die van de hoogste
ambtenaren, in dezen tijd ongewijzigd moet
laten.
Als wij den burgemeester en den secretaris
buiten schot laten en de lagere ambtenaren
straks gaan verlagen, dan is dat een onbil
lijkheid, zei de heer Bakker en die onbillijk
heid blijft of wij de salarissen zelf verlagen
of daartoe het college van Ged. Staten advi-
seeren
Wij hebben, zoo betoogde wethouder Van
Slingerland, een besten burgemeester en een
besten secretaris, van hun salarissen kan
niets meer af en bovendien, wat geeft die
kieine besparing als wij er toch het groote
tekort niet mee kunnen dekken?
Het was wel juist, maar het was niet ver
standig van dezen anders zoo handigen
magistraat om dergelijke dingen te zeggen,
want de heer Vogelaar en anderen betoogden
natuurlijk onmiddellijk, dat ook de andere
ambtenaren van meening zij, dat er van hun
salarissen niets meer af kan, dat ook zij hier
op hun plaats zijn en dat men de groote te
korten nooit zal kunen dekken als men niet
vele kleine bezuinigingen bij elkaar telt en er
tesamen een groote van maakt.
De heer Leesberg sprak van dwang van
het college, wethouder Bonsema zette nog
eens uiteen, dat wij het Rijk op zijn stroop
tocht niet behoeven te volgen en wethouder
Klaver, die nog eens -in de bijlage gekeken
had, kwam op de lumineuze gedachte, dat ei
thans aan het verzoek van Ged. Staten vol
daan was, omdat deze alleen maar verzocht
hadden over een en ander den Raad te wil
len „hooren".
De Raad was gehoord de wethouder
had zelfs meer moeten hooren dan hem 1ief
was en de kwestie was dus afgedaan, zoo
dat de openbare vergadering wel gesloten
kon worden.
En wat bericht U dan aan Ged. Staten?
vroeg de heer Leesberg.
Dat hebben de wethouders niet heelemaal
duidelijk kunnen maken. Zij zouden zelf ook
een advies geven, maar de Raad, die nergens
ontdekken kon, dat er nog een apart advies
van het College gevraagd werd, vertrouwde
Do oorlog in Abessinië; van do
fronton woinig positief nieuws.
(Dag. Overzicht).
De toestand in het Verre Oosten.
(Buitenland).
De Fransche Kamer schenkt haar
vertrouwen aan Laval; een meer
derheid van ongeveer 80 stemmen.
(Buitenland).
Tragisch ongeval te Hilversum.
(Binnenland).
Schipper te Rotterdam' door 5
vrouwen beroofd. (Binnenland).
Verkiezing Kamer van Koophan
del. (Stad en Omgeving).
Provinciale Staten van Noord
holland bijeen. (Provinciaal Nieuws)
Uit het parlementaire leven. (Ar
tikelen).
Holland's stedenschoon in praat
en prent. (Artikelen).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
de zaak heelemaal niet. Wethouder Klaver
zag niets dan booze blikken, de wethouders
hadden nu eenmaal niets te adviseeren als
de Raad zich eerst bij de begrooting zou wil
len uitspreken en om aan alle onzekerheid
een einde te maken kwam er door samenwer
king van mr. de Groot, den heer Venneker en
mr. Leesberg drie geestelijke vaders van
hetzelfde papieren kindje een verklaring
tot stand, waarin men besloot aan Ged.
Staten te berichten, dat de Raad het geven
van advies wil uitstellen tot bij de behande
ling van de begrooting.
Met tien tegen zeven stemmen werd dit
voorstel aangenomen en het moge dan al
geen verpletterende meerderheid geweest
zijn, zij was toch voldoende om het college er
aan te herinneren, dat het heel wat te vertel
len heeft, maar dat alleen de almachtige
Raad ten slotte zal bepalen, wat er in Alk
maar zal moeten gebeuren.
Den Haag, 29 Nov.
Eerst heeft de Kamer die begrooting van
Sociale Zaken afgehandeld en daarna heeft
zij het debat over die van Landbouw voort
gezet.
Vier grondslagen heeft minister Slingen
berg genoemd, waarop de steunverleening
aan de werkloozen moet zijn gebaseerd; een
ethisch noodzakelijk minimum, een bepaalde
verhouding tusschen loon en steunbedrag,
de beperktheid der openbare geldmiddelen
en het feit, dat een mensch recht heeft op ar
beid en niet mag worden veroordeeld, zijn
geheele leven van steun te bestaan Hij ver
zette zich tegen vermindering van den aftrek
van den steun wegens gezinsinkomsten en
vond de verlaging van den steun met twee
derden dezer inkomsten juist. En hij ver
klaarde, dat, wanneer gemeenten onder
houdsplichtigen willen dwingen, werklooze
familieleden te steunen, zij niet gedurende
het proces, dat daartoe noodig is. de werk
loozen zonder steun mogen laten.
Inzake hulp aan kleine boeren, kleine
middenstanders en andere noodlijdende zelf
standigen overlegt de bewindsman met zijn
collega's van Landbouw en van Handel,
Scheepvaart en Nijverheid. Bij het Land-
bouwdebat, later op den middag gevoerd,
vertelde minister Deckers nog, dat dit over
leg, voor wat de kleine boeren belangt, hun
tewerkstelling in het eigen bedrijf betreft.
Minister Slingenberg zal onderzoeken, of
het mogelijk is, nog meer vrijen armslag
aan de particuliere liefdadigheid te geven. Er
zou dan niet zooveel van den steun worden
afgetrokken wegens particuliere giften.
De ministers Slingenberg en Deckers on
derzoeken, in hoeverre het mogelijk is, nieuw
blikvleesch te maken. Er is nu een voorraad
blikvleesch voor werkloozen tot en met
Maart. In 1934 is er 10 millioen K G. vleesch
in blik door werkloozen gebruikt en in
1935 tot September. 15 millioen K G Wel
een sterke stijging dus. Ook de hoeveelheden
goedkoope margarine en groenten zijn niet
onbelangrijk.
Nadrukkelijk verklaarde minister Slingen
berg, niet voornemens te zijn, de steunnor-
men te verlagen. Wel is het mogelijk, dat liet
steunbedrag verder daalt, namelijk als het
loon, waarvan het een percentage vormt,
lager wordt.
De werkverschaffing besprekende, zeide
Z. Exc., evenals de heer Ebels (v.d.) gedaan
had, dat hiervoor in aanmerking komen
werken, die niet of voorloopig niet zouden
worden verricht, als zij niet in werkverschaf
fing werden uitgevoerd. Hij gaat ervan uit,
dat alle arbeiders beurtelings bij de werk
verschaffing moeten worden geplaatst, zoo
dat er een rouleerstelsel moet worden ge
volgd. Als het werkverschaffingsloon niet
iets lager was dan dat in het vrije bedrijf,
zou de prikkel, om in het vrije bedrijf werk
te zoeken, verdwijnen. Hoezeer overigens
werkverschaffing boven steun de voorkeur
verdienen, Z. Exc. moet zich een rem aan
leggen vanwege de kosten.
De minister strafte tot dusverre bij de
werkverschaffing geplaatsten in eerste en
laatste instantie. Voortaan echter zal in
eerste instantie de inspecteur der werkver
schaffing straffen. De organisatie, waarbij
de gestrafte is aangesloten, heeft dan een
recht van beroep op den minister, die alle
betrokkenen ruimschoots hoort, alvorens zijn
beslissing te nemen.
Er wordt gewerkt aan een verbetering
van het stelsel van den loonbijslag in land
en tuinbouw. Het is voorgekomen, dat boeren
personeel hebben ontslagen om het daarna,
met bijslag, weer aan te stellen. Moge
's ministers beroep op de organisaties, om
de boeren ertoe te brengen, zulks na te
laten, gehoor vinden Onderzocht wordt,
of voor de bijslagen objectieve normen, al-
gemeene maatstaven, mogelijk zijn.
Over werkverschaffing aan de jeugd zal
de bewindsman, die tot nu toe met de col
leges van Gedeputeerde Staten overleg heeft
gepleegd, later ook rechtstreeks met de werk
geversorganisaties in verbinding treden.
Aan aannemers wil minister Slingenberg