De zitting van het Engelsche Lagerhuis. E ONBUIGZAMEN Daqdiiksch O veezicht Groofe belangstelling voor met spanning verwacht debat. Sir Samuel Hoare onder de afgevaardigden. toooooo Jladiopco q catnuta Seuilietou De met groote spanning tegemoet geziene zitting van het Lagerhuis, waarin het lang-verwachte debat over het Italiaansch-Abessinische conflict en de Parijsche vredesvoor stellen aan de orde zal komen, is gistermiddag tegen 4 uur begonnen. Door het sensationeele aftreden van Sir Samuel Hoare was de be langstelling voor deze zitting nog grooter, dan toch reeds het geval zou zijn geweest. Men zag vele le den van het diplomatieke corps, de vertegenwoordigers van de Domini ons, en talrijke Lords, op wier tri bune ook de Prins van Wales heeft plaats genomen. 3Er heerschte in het Huis een ze nuwachtige spanning, die tot uiting kwam in de levendige gesprekken tusschen de afgevaardigden onder ling, die niet de minste belangstel ling toonden voor de vragen van eenige leden en de antwoorden der regeeringsvertegenwoordigers, die overigens van weinig belang waren. Toen Baldwin binnentrad bleven bijvalsbetuigingen uit, doch van verschillende kanten hoorde men een onderdrukt: „Hear! Hear!" De spanning bereikte haar hoogtepunt toen Sir Samuel Hoare de zaal be trad en ontvangen werd met luide bijvalsbetuigingen uit de minister- banken, waarbij zich het aplaus van verscheidene conservatieve le den aansloot. Plotseling was het in de groote zittingzaal rustig en daardoor vestigde ieders aandacht zich op de geste van Sir Austen Chamberlain, door velen beschouwd als de opvolger van den afgetreden minister van buitenlandsche zaken. Chamberlain bood zijn hoekplaats op de voorste bank der regeerings- partijen aan en nam zelf plaats op een stoel, die daarnaast stond. Sir Samuel Hoare opent het debat. Het debat werd geopend door den af getreden minister van buitenlandsche zaken Sir Samuel Hoare. Hoare riep de welwillendheid van het Lagerhuis in, ten eerste met het oog op de vele gecompliceerde kwesties, waar mee hij zich moest bezig houden, ten tweede vanwege de groote moeilijkhe den, waar tegenover hij zich de laatste dagen had geplaatst gezien. Helaas had hij zich op medisch advies naar het bui tenland moeten begeven. Nog betreu renswaardiger was het, dat hij in het buitenland een ongeval had gehad, waardoor hij verhinderd was om dade lijk terug te keeren. Het gevolg hiervan was geweest, dat een misschen door ver keerde toelichtingen ontstane critiek zoo ver om zich heen had gegrepen, dat het thans voor hem zeer moeilijk was, een verdedigende positie in te nemen indien men in détails wilde ingaan op de omstandigheden, die tot zijn aftrederl hadden geleid. Sedert hij zijn functie had aanvaard, had hij de urgentie erkend van de twee groote kwesties, ten eerste alles te doen, wat in zijn macht was om een grooten Europeeschen brand te voorkomen, en ten tweede niets onbeproefd te laten om een oorlog tusschen Groot-Brittannië en Italië te verhinderen. Persoonlijk had hij alles, wat in zijn macht was, gedaan, om in de plenaire vergadering te Genève de publieke opi nie der geheele wereld wakker te roe pen tegen den oorlog tusschen Italië en Abessinië. Elke nieuwe dag van dezen oorlog had grootere en gevaarlijker kwesties te voorschijn gebracht. Er ont stonden moeilijkheden in het Verre Oosten en moeilijkheden in Egypte. Ook in meer dan één gedeelte van Europa pakten zich dreigende wolken samen. Het moest voor iedereen duidelijk zijn, dat de publieke opinie in breede kringen in Frankrijk een breuk met It^ië vreesde en dat daar nervositeit heerschte bij de gedachte aan de moge lijkheid van verzwakking der Fransche defensie. Met het oog op deze feiten had Hoare alles gedaan om een regeling mo gelijk te maken. Terwijl hij eenerzijds loyaal de sanctiepolitiek had voortge zet, had hij aan den anderen kant geen dag laten voorbijgaan om op een of an dere wijze tot een vreedzame regeling van het noodlottige conflict te komen. Engeland had de dubbele taak, in vollen omvang aan de collectieve actie deel te nemen en tegelijkertijd te pogen, een grondslag voor den vrede te vinden. In velerlei opzicht had men ongeveer 14 dagen geleden een keerpunt bereikt, dat spoediger wps gekomen dan menig een had verwacht. Er was door de kwe6ti© van het petroleum-embargo een nieuwe situatie ontstaan. Op voorwaar de, dat het olie-embargo in werking had kunnen treden met medewerking vau de staten, die geen lid van den Volken bond zijn, had het kunnen leiden tot een gedwongen einde van den oorlog. (Luid applaus). Doch juist daarom was de toestand, gezien met het oog op eventueel Italiaansch verzet, zoo ge vaarlijk geworden. Van alle kanten wa ren berichten ontvangen, die geen en kele verantwoordelijke regeering buiten beschouwing had mogen laten, n.1. dat Italië een petroleum-embargo als een militaire sanctie of als een oorlogsdaad zou beschouwen. „Ik wenschte", verklaarde Hoare on der applaus, „den toestand volledig op te helderen. Als natie waren wij geens zins bevreesd voor 't Italiaansche drei gement. Wat Italië ook zou hebben ge daan, wij zouden, zooals de geschiede nis leert, eiken aanval met succes heb ben afgeslagen". Er had Hoare echter iets geheel an ders voor oogen gestaan. Een dergelijke geïsoleerde aanval op een enkele mo gendheid, zonder de zekerheid van vol ledige ondersteuning door andere mo gendheden, zou naar zijn meening bijna onvermijdelijk tot ontbinding van den Volkenbond hebben geleid. Onder deze omstandigheden had hij zich tien dagen geleden naar Parijs begeven, waar men van alle kanten op zoodanige wijze druk op hem had uitgeoefend, dat een weige ring onmogelijk was. De besprekingen begonnen in een ware oorlogsstemming. Men beweerde, dat de groote meerder heid der Volkenbondsstaten tegen toe passing van militaire sancties was. De tijd drong. Binnen vijf dagen zou het petroleum-embargo in Genève behan deld worden. Hoare had zich niet ge rechtigd geacht, uitstel van het embar go voor te stellen, indien men den Vol kenbond niet kon toonen, dat de onder handelingen practisch waren begonnen. Onder bijvalsbetuigingen wees Hoare erop, dat met uitzondering van Enge- DECEMBER WINTERMAAND! EEN GEURIGE SOEP? Prei, Selderie, Doperwtjee, Worteltjes, Knolletjes en Bloemkool. Al die ingrediënten vereenigd in zoo'n busje SOEPGROENTEN van HOOGENSTRAATEN 12M> CENT Meer dan honderd winkeliers in ALKMAAR en Omgeving kunnen het U leveren. land geen enkele Volkenbondsstaat militaire voorzorgsmaatregelen had ge nomen, terwijl de inees^g leden aan de economische saboties meededen. Daar bij kwam, dat naar zijn meening een Fransch-Britsche samenwerking nood zakelijk was, indien men een breuk te Genève wilde voorkotpen en men het sanctiefront niet in gevaat ynlAle bren gen. Twee dagen lang had 'hij met Laval over een onderhapdalingsbasis gediscussieerd. Er was geen sprake van voorwaarden, die den oorlogvoerenden opgelegd zouden wordeh. Dok waren de voorstellen, die het resultaat der be sprekingen waren, niet bedoeld als voorstellen van Engeland'of Frankrijk. Integendeel stond er zeër veel in, dat noch hem, noch Laval lief was. De voorstellen leken echter beiden staats lieden de eenig mogelijke basis voor toekomstige besprekingen. Het was noodzakelijk, een poging te doen, en daarbij was het een dringend belang, de Fransch-Britsche solidariteit te handhaven. In dezen geest had men overeenstemming over de voorstellen bereikt. Dat was de eenige verklaring en rechtvaardiging van de voorstellen van Parijs. Hoare besprak vervolgens de bijzon derheden van de voorstellen, en ver klaarde in het laatste deel van zijn rede onder protest van de Labour-fractie, dat men van verschillende kanten in het- Lagerhuis voor de koloniale wen- schen van het buitenland had gepleit. Hij citeerde het Engelsch-Fransche ver drag van 190fi en de nota-wisseling van 1925 tusschen Engeland en Italië, waar bij Engeland de bijzondere economischs belangen van Italië in een groot gedeel te van Abessinië heeft erkend, en wel voor een vëel grooter gedeelte van Abessinië, dan wat de Parijsche plan nen als Zuid-Abessinische invloeds sfeer van Italië voorstellen. De Parijsche vporstellen zijn veel on gunstiger voor" -Mussolini dan de eischèn, die hij dézen zomer aan Eden heeft gesteld. |Er zijn slechts twee wegen tot beëindiging van het conflict: vrede door overeenstemming of vrede door overgave. Hoare geloofde aan de eerste mogelijkheid. De bedoelde onder handelingen waren mislukt. Het pro bleem echter, dat opgelost moest wor den, bleef beslaan. Men stond voor een nieuwe en veel gevaarlijker fase van den oorlog. Met uitzondering van Engeland, dat zijn vloot in de Middel}é^idsche Zee en ver sterkingen in Aden eriiGibraltar gecon centreerd had, had geWi staat een hand uitgestoken. Hij had minister-presi dent zijn ontslag afAftboden, omdat het hem duidelijk was geworden, dat een groot deel van ttejigblieke opinie niet achter hem stond. ïmoare besloot zijn rede met het üUspreften van den wensch, dat zijn opvolger bij de oplos sing van het moeilijke probleem -meer succes en meer gelufe_z.pu mogen hgb- ben dan hij zelf. Toen Hoare Zijn plaats weer innam, werd hij minutenlang jtpegejuiebt. Minister-president Baldwin aan het woord. Minister Baldwin sptilc* ttjn 'persoonlijk leedwezen over hef aftreden van Hoare dit en constateerde vervolgens, dat de Parijsche voorstellen dood en afgedaan waren.De Britsche regeering zou geen pogingen doen om de levensgeesten weer op te wekken: Met Hcare had Baldwin binnen en buiten de re geering bijna een kwart ëeuw samengewerkt, en zijn aftreden was zoowel uit zakelijke als uit persoonlijke overwegingen voor de regee ring een zware slag. Meer dan iemand an ders had Hoare gedaan btn 50 naties te ver eenigen om collectief op te treden. Al zijn werk had zich op den volkenbond gelicht en meer dan iemand anders geloofde hij in den Volkenbond. Baldwin was ervan overtuigd, dat alles wat Hoare gedaan had, naar diens meening binnen het kader van den Volken bond was gebleven. Vervolgens keerde Baldwin zich tegen de aanvallen der oppositie. Baldwin betreurde, dat de Volkenbond niet al'e staten omvatte, omdat zijn besluiten dan misschien doeltreffender zouden zijn. De Volkenbond moest de zekerheid hebben, dat allen, die daartoe in staat waren, hem on middellijk te hulp zouden komen. In de sanc tiemaatregelen schuilt een enerme macht. Zij is echter weinig waard* wanneer zij niet ter- stend gebruikt kan worden. Anders bestaat het gevaar, dat langzaam het eene land na 7aterdag 21 December. HILVERSUM. 301 M. (VARA- uitz.) 8.Gevar. concert. 9 Gr.pl. 10.VPRO-niorgenwijding. 10.15 Gr.pl. en orgelspel. 12. Gr.pl. 12.30 Oivitropia. 1.301.45 Gr.pl. 2— Gr.pl. 2.15 De Fliere fluiters. 2.45 Filmpr. 3.05 Gr.pl 3.3CR'damschPhilh. orkest. 4 30 Bariton en piano. 4.50 Verv. orkest- concert. 5.40 Literaire lezing. 6.— Orgelspel. 6.30 Esperanto-uitz. 6.50 Betuwsche nitz. 7.30 Gr.pl. 8.Ber. 8.15 VARA-orkest. 9,15 Toespraak. 9.25 Ber. 9.30 Zang. 9.50 Radiotooneel. 11.— Fantasia en solisten. 11.45—12.Gr.pl. HILVERSUM, 1875 M. (K.R.O.- uitz.) 8—915 en 10.Grpl. 11.30—12.— Godsd. halfuur. 12.15 Or.pl. en orkestconcert. 2.— Voor de jeugd. 2.30 Sport. 3.— Kindei- uurtje. 4.Grpl. en schlagermu- ziek. 6.20 Lezingen en gr.pl. 8.— Ber. en rep. 8.20 Gr.pl. 8.30 Zang spel. 9.— Voordr. 9.15 Orkestcon eert en voordracht. 10.30 Ber. 10.35 —12.- Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20 BPC-Northern-orkest mmv. solist. 12.35 Grpl. 1.20 Coomodore Grana Orkest. 2.25 Sportrep. 4.10 Gr.pl 4.50 Zigeunerorkest, mmv. solis. 5 50 Relais uit Amerika. 6.20 Ber 6.50 Sportpr. 7.05 Welsch Intei- mezzo. 7.20 „The Saturday Maga. zine". 8.05 Zang. 8.20 Variété-pro gramma. 9.50 Ber. 10.35 BBC- orkest. 11.20—12.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7 20 en 8 20 Gr.pl. 12.35 Orkestconceri. 4.20 Populair concert. 5.50 Gr.pi 905 Sel. „Othello'Verdi, mmv. solisten, koor en orkest. 11.05 Dansmuziek. 11.3512.35 Goldy- oricest. KEULEN, 456 M. 5 50 Concert. (Populair). 6.30 Militair concert. 11.20 Pforzheimer Symph-orkes., si hrammelkwartet, orkest en solis ten. 1.35 Gr.pl. 3.20 Vroolijk progr mmv. solisten, het Omroeporkest en kleinorkest. 6.20 Omroeporkest; -koor en solisten. 7.30 „La fille du régiment', opera van DonizettL 9.50—11.20 Emdé-orkest en soli» ten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Omroeporkest. 1.30^2.20 Gr.pl. 3.40 Salonorkest en radio tooneel. 5.20 Omroeporkest. 6.20 Operamuziek. 7.20 Cello-recitat. 8 20 Cabaret. 9.20 Salonorkest en zang. 10.3012.20 J. Rutten» orkest. 484 M.: 12.20 Gr.pl 1.30— 2.20, 4.35 en 5.20 Gr.pl. 5.35 Soli» tenconcert. 6.20, 6.50 en 7.20 Gi. pl. 8.20 Trioconcert. 8.35 Fransche liederen. 9.05 Trioconcert. 9.3© Fransche liederen 10.05 Gr.platen 10.30 Dansmuziek. 11.20—12.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M 7 30 Gevar. concert en voor dracht. 9.20 Ber. 9.50 Pianoduetten. 10.05 Weerber. 10.2012.15 Dans muziek. GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1Hilversum I. Lijn 2: Hilversum II. Lijn 3: Brussel V\. 8 9 20, Keulen 9.20-1120, Kalundborg U 20—12.20, Brussel VI. 12 20— 14.20, Kalundborg 14.20—15.20, Keulen 15.20—17.20, Brussel Fr. 17.20—18.20, Weenen 18.20— 1930, Leipzig 19.30—21.20, Paris P. P. 21.20-21.50, Leipzig 21.50 —23.20, Weenen 23.20—24.—. Lijn 4: Parijs Radio 8 05—8 50, Normandië 8.5010.35, Lond. Reg. 10 35—13.20, Droitwich 13.20— 14.20, Lond. Reg. 14.20—15.50, Droitwich 15.5018.20, Keulen 18.20—18.50, Lond. Reg. 18.50— 20.20, Droitwich 20.20—21.55, Lond. Reg. 21.55—24.—. Zondag 22 December. HILVERSUM, 301 M. (8.55 10.en 5.-8— VARA, de VPRO van 10—12.— en de AVRO van 12—5.—, 8.—12— 8.55 Orgelspel. 9.— Sport en cau serie. 9.30 Orgelspel. 9.45 Causerie, 10— Zondagschool. 10.30 Vrijz. Herv. kerkdienst. 12.— Filmpr. 12.30 De Octophonikers. 1.30 Gr.pl. 2— Boekbespreking. 2.30 Opera- concert mmv. solisten, koor en orkest. 4.10 Pianorecital. 4.30 Kerstliederen. 4.50 Sport. 5.— VARA-orkest. 5.30 Sport en grpl. 6.Verv. concert. 6.30 Radiotoo neel. 7 De Flierefluiters en solis ten. 8— Ber. 8.15 Revue-progr. 9 45 Radiojournaal. 10.Omroep orkest en soliste. 10.30 Kovacs La- jos en solisten. 11.— Ber. en gr pl. 11 15—12.— Avro-Decibels HILVERSUM, 1875 M. (830- 9.30 en 5.-7.45 NCRV, de KRO van 9-305.— en 74511. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gezon gen Mis. 10.45 Gr.pl. 12.15 Orkest concert en lezingen. 3.— Relais KRO—PHOHI-progr. 4.— Gr.pl. 4.30 Ziekenhalfuur. 5.— Koorcon cert mmv. solist. 5.30 Ned. Herv, kerkdienst 7Koorconcert mmv. solist. 7.45 Ber. en causerie. 8 15 Orkestconcert en solist. (9.Voor dracht). 10.05 Zang en piano. 10.15Gr.pl. (10.30 Ber.) 10.40- 11.Epiloog. het andere iq. pen oorlog geyvijdcel^ wordt, zoodat niemand het einde kan voorzien. Wan neer de betreurenswaardige Abessinische oorlog ten einde is zullen de leden van den Volkenbond deze dingen onder oogen moeten zien. fn een modernen oorlog is de aanvalU.- in het voordeel. De Europeesche volkeren moeten zich dat feit voor oogen houden, wanneer zij hun veiligheid willen waarbor gen. Bialdwin was ervan overtuigd, dat deze kwestie reeds in elk land van Europa de aan dacht had. Het juiste antwoord was te vin den, wanneer de Volkenbond datgene deed, dat allen van hem hoopten en waartoe En geland zijn aandeel ten volle wilde bijdra gen. Het was echter niet gemakkelijk, een duurzamen vrede te vestigen. Baldwin eindigde zijn rede met een beroep op het Lagerhuis, om de regering zijn ver trouwen te blijven schenken. Verklaring van Sir Austen Chamberlain. Namens de conservatieven legde, nadat Baldwin gesproken had, Sir Austen Cham berlain een korte verklaring af. Hij constateerde, dat de minister-president de volle verantwoordelijkheid voor de ge beurtenissen op zich had genomen. Uit de verklaring van Baldwin was gebleken, dat de Parijsche vredesvoorstellen," die ook onder aanhangers der regeering verontwaardiging hadden gewekt, dood waren. Hij sprak de hoop uit, dat het Lagerhuis diet zou uitspreken, dat onderhandelingen over het Oost-Afrikaansche conflict op zich zelf reds trouwbreuk tegenover den Volken bond waren of schending van het Volken bondspact beteekenden. Het aftreden van Hoare was hem zeer aan het hart gegaan. Onder applaus van de regeeringsaanhangers verklaarde Chamberlain, dat hij hoopte, dat dit echter niet de laatste ministerieele rede van Hoare zou zijn geweest. Onder applaus uit de ministerbanken be sloot Sir Austen zijn rede met de woorden: „Dat is geen collectieve veiligheid. Alles met allen, niets alleen, dat is het werkelijke Vol kenbondsbeginsel. Wanneer andere mogend heden datzefde beginsel even trouw opvol gen en er naar handelen als wij het doen en gedaan hebben, dan zal de Volkenbond uit dit proces met nieuwe kracht opstaan en een aanval zal in de toekomst moeilijker zijn ge worden dan ooit". Sir Samuel Hoare heeft onmiddellijk na zijn rede het Lagerhuis, althans de zitting zaal, verlaten. Men kon hem de geestelijke en lichamelijke inspannine van de laatste dagen duidelijk aanzien. Wankelend en met het gezicht in beide handen verliet hij de zaal. Neville Chamberlain spreekt. Het debat werd besloten door den minister van financiën Neville Chamberlain, die na mens de regeering sprak. Hij zeide opnieuw, D 21) naar het Engelsch van J. S. FLETCHER door mr. H. J. H. „Ja, dat weet ik best!" antwoordde Mat- tliew. „Meneer Hargreaves heeft me daar alles van verteld, toen ik eigenaar werd. Ik ben, wat ze noemen, onbezwaard eige naar. Denkelijk weet u wel, wat dat be duidt?" „Of ik dat weet? Het beteekent, dat je het grootste recht hebt, wat iemand op een stuk grond kan bezitten volkomen eigendom. Jij kunt over dat land beschik ken net zooals je maar wilt; tijdens je le ven en bij testament; over het geheel en over ieder deel, voor goed of tijdelijk ja, ik ken de wet op dat punt heel goed! Je kunt het me verkoopen o,p de allereen voudigste manier, zonder formaliteiten, je kunt net volkomen vrij verkoopennu op dit oogenblik zelfs! Kom, kerel, zeg maar jal' „Maarwat zou u er mee willen doen, meneer Carsdale?" vroeg Matthew, na lang hoofdschuddend voor zich uitge staard te hebben. „Bent u van plan te gaan bouwen of zoo?" „Ja, zooiets", zei Oliver. „Maar wat kan jou dat schelen! Kom nou., wat zou jij oen fatsoenlijken prijs vinden? Ik zeg je nogmaals, je kunt het zelf bepalen". „Neen, dat kan ik zoo maar niet", zei Matthew. „Ook al zou ik het willen ver koopen en ik zeg niet, dat ik het wildan zou ik dat toch niet kunnen zeggen. U weet van die zaken heel wat meer af dan ik. Wat hadt u me willen bieden, meneer?" „Dat zal je eens vertellen", antwoord de Oliver. „Men rekent twintig jaar rente als een redelijken prijs. Nu dan, jij vertelt me, dat je zooiets van honderd pond aan rente jaarlijks maakt „Ja, ja, maar ik zou eigenlijk tweehon derd pond moeten maken!" onderbrak Mat thew hem sluw, „en ik reken ook wel, dat ik dat krijgen kan". „Daar kom ik dadelijk op", zei Oliver. „Laten we zeggen dat het land tweehon derd pond per jaar doetTwintig maal tweehonderd is vierduizend. Dan neb je nog het bosch, het huisje en den tuin Kijk. we zijn buren, ik zal je zeggen, wat ik van plan ben. Ik zal je zesduizend pond geven, in baar geld, voor het heele zaakje bij el kaar! Nou?... En daarmee heb je kapitaal genoeg voor de grootste boerderij in heel Yorkshire. Kom, vooruit nou!" Matthew's oogen waren zichtbaar groo ter geworden op het hooren van die cijfers en de oude man zag, dat de jongere begon te weifelen. „Ik weet niet, wat moeder er van zeggen zou", begon Matthew. „Misschien dat het haar wel aanstond maar „Wat heeft zij er mee te maken?" viel Oliver hem in de rede. „Het is jouw eigen dom! En de vraag is maar hoe staat het jou aan?" „Ik zal niet zeggen dat het me niet aan staat", gaf Matthew toe. „Ik houd er bo vendien op dat punt geen gevoeligheden op nanooit gehad ook! En, zooals ik al zei, ik wil graag ergens anders heen. Als ik er alleen voor stond „Jij staat er alleen voor,!" zei Oliver „Niemand heeft er iets over te zeggen dan jij alleen!" En, als onder den drang eeper plotse linge ingeving, stond hij op, liep naar de deur, opende die op een kier en riep tegen de waardin, dat ze papier, pen en inkt moest brengen. HOOFDSTUK IX. Moeder en zoon. Matthew lachte flauwtje, toen hij Oli- ver's toebereidselen tot schrijven zag. Hij bewoog zich ongeduldig op zijn stoel heen en weer en schudde bedenkelijk het hoofd. „Ik ben er nog zoo zeker niet van, dat ik nu al iets bepaalds tusschen ons beiden zou willen vastleggen, meneer Carsdale", zei hij. „U weet zelf ook wel, dat je zulke dingen niet overhaast moet doen. En ik heb heelemaal geen haast". „Ik wel!" antwoordde Oliver. „Wat ik doen wil, moet ik dadelijk beginnen. Wat belet jou en mij eigenlijk om tot een over eenkomst te geraken?" „Ik zou eerst wel eens met moeder wil len pratenen ook met meneer Har- graeves, den advocaat". „Als je met Hargreaves praat, dan zal die je zeggen, dat ik een uitstekend en royaal bod heb gedaan! Als je met je moe der praat, dan komt er rooit iets van Do-1 het zelf, man, doe het nu meteen! Het is jou eigendom! Maar kom, ik wil ie nog royaler behandelen. Maak het zaakje at, hier met mij alleen en dan zal ik er drie honderd pond opleggen! Zesduizend drie honderd! Nou... wat zeg je daarop?" „Wel, dat u heusch heel vrijgevig bent, meneer Carsdale", gaf Matthew toe. „Dat kan ik niet anders zeggenMaar kun nen we dat wel zonder een advcaat doen?" Oliver hoorde de toestemming in die vraag gelegen en haalde zijn chequeboek voor den dag. „Gemakkelijk genoeg", antwoordde hij en begon te schrijven. „Hier heb je een cheque voor zesduizend driehonderd pondKijk, daar staat hetNou danik zal een ontvangbewijsje schrijven en met Hargrea ves vanmiddag nog praten en hij zal het heelemaal in orde maken... jij komt Don dvrdag oo de markt en hij zal alle papieren voor je klaar hebben om ze te teeltenen Nou dan, hoe zullen we het inkleeden?" Hij schoof de cheque c\er tafel aan Mat thew toe en begon ijverig te schrijven op het vel papier, dat de waardin h»m gebracht had. Eindelijk keek hij op en zag dat Mat thew de cheque reeds met beverige vingers bvoelde. „Ik geloof dat dat alls is, wat we noodig hebben", zei hij. „Ik heb dit geschreven- „Voor de som van zesduizend-driehonderd pond, welke ik hierbij erken ontvangen te hebben, stem ik toe in den verkoop aan Oliver Carsdale van mijn eigendom bei kend als Ryvedale Flat, en in het 'over geven van de documenten, noodig voor de wettelijke overdracht aan hem in persoon" Juist, ik denk zoo, dat daarmee alles ge dekt isAls je nu maar je poot hier on deraan wilt zetten, Matthewmaar wachtwe moeten er een getuige bij heb ben. dat kan hier de juffruw wel doen. De waardin kwam op verzoek van Oliver binnen en stond aandachtig toe te zien hoe Matthew zijn naam met veel moeite neer schreef. „Het is alleen maar een ontvangbewijs", zei Oliver tegen haar, terwijl hij het vel papier voor haar neerlegde, maar zijn groote hand zrgvuldig boven het geschre vene hield. „Als u nu maar alleen naam hier neerzet, als bewijs, dat u er ge tuige van bent geweest, dat Matthew Scar- pe daar onderteekend heeftZiezoo", ver volgde hij, toen de vrouw verdwenen was, dat is gebeurd heel prettig en gemak kelijk, nietwaar? En nu beste kerel, neem een raad van me aan", zei hij „zeg hier over geen woord tegen je moeder, voordat je de papieren bij Hargreaves geteekena hebt. Dan kun je het haar gerust heel be daard en vriendelijk vertellen Als ze er wat op aan te merken heeft, dan zeg Ij- haar doodbedaard dat je je eigen heer en meester bent en er je eigen meening op "a houdt!" Matthew die de cheque nog steeds ston° te beduimelen, alsof hij niet goed wist, wa hij er mee moest aanvangen, schudde nei hoofd. „Ze zal me er van langs geven, menec Carsdale", zei hij. „Hoe het ook loopt. °a zal ze zeker doen! Ik zal haar er 11001 hei. kunnen overhalen het oude huis op de de te verlaten!" (Wordt vervolgo)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1935 | | pagina 6