De zitting van het Engelsche Lagerhuis.
E ONBUIGZAMEN
Daqdiiksch O veezicht
Groofe belangstelling voor met spanning
verwacht debat. Sir Samuel Hoare
onder de afgevaardigden.
toooooo Jladiopco q catnuta
Seuilietou
De met groote spanning tegemoet
geziene zitting van het Lagerhuis,
waarin het lang-verwachte debat
over het Italiaansch-Abessinische
conflict en de Parijsche vredesvoor
stellen aan de orde zal komen, is
gistermiddag tegen 4 uur begonnen.
Door het sensationeele aftreden
van Sir Samuel Hoare was de be
langstelling voor deze zitting nog
grooter, dan toch reeds het geval
zou zijn geweest. Men zag vele le
den van het diplomatieke corps, de
vertegenwoordigers van de Domini
ons, en talrijke Lords, op wier tri
bune ook de Prins van Wales heeft
plaats genomen.
3Er heerschte in het Huis een ze
nuwachtige spanning, die tot uiting
kwam in de levendige gesprekken
tusschen de afgevaardigden onder
ling, die niet de minste belangstel
ling toonden voor de vragen van
eenige leden en de antwoorden der
regeeringsvertegenwoordigers, die
overigens van weinig belang waren.
Toen Baldwin binnentrad bleven
bijvalsbetuigingen uit, doch van
verschillende kanten hoorde men
een onderdrukt: „Hear! Hear!" De
spanning bereikte haar hoogtepunt
toen Sir Samuel Hoare de zaal be
trad en ontvangen werd met luide
bijvalsbetuigingen uit de minister-
banken, waarbij zich het aplaus
van verscheidene conservatieve le
den aansloot. Plotseling was het in
de groote zittingzaal rustig en
daardoor vestigde ieders aandacht
zich op de geste van Sir Austen
Chamberlain, door velen beschouwd
als de opvolger van den afgetreden
minister van buitenlandsche zaken.
Chamberlain bood zijn hoekplaats
op de voorste bank der regeerings-
partijen aan en nam zelf plaats op
een stoel, die daarnaast stond.
Sir Samuel Hoare opent het
debat.
Het debat werd geopend door den af
getreden minister van buitenlandsche
zaken Sir Samuel Hoare.
Hoare riep de welwillendheid van het
Lagerhuis in, ten eerste met het oog op
de vele gecompliceerde kwesties, waar
mee hij zich moest bezig houden, ten
tweede vanwege de groote moeilijkhe
den, waar tegenover hij zich de laatste
dagen had geplaatst gezien. Helaas had
hij zich op medisch advies naar het bui
tenland moeten begeven. Nog betreu
renswaardiger was het, dat hij in het
buitenland een ongeval had gehad,
waardoor hij verhinderd was om dade
lijk terug te keeren. Het gevolg hiervan
was geweest, dat een misschen door ver
keerde toelichtingen ontstane critiek
zoo ver om zich heen had gegrepen, dat
het thans voor hem zeer moeilijk was,
een verdedigende positie in te nemen
indien men in détails wilde ingaan op
de omstandigheden, die tot zijn aftrederl
hadden geleid.
Sedert hij zijn functie had aanvaard,
had hij de urgentie erkend van de twee
groote kwesties, ten eerste alles te doen,
wat in zijn macht was om een grooten
Europeeschen brand te voorkomen, en
ten tweede niets onbeproefd te laten om
een oorlog tusschen Groot-Brittannië en
Italië te verhinderen.
Persoonlijk had hij alles, wat in zijn
macht was, gedaan, om in de plenaire
vergadering te Genève de publieke opi
nie der geheele wereld wakker te roe
pen tegen den oorlog tusschen Italië en
Abessinië. Elke nieuwe dag van dezen
oorlog had grootere en gevaarlijker
kwesties te voorschijn gebracht. Er ont
stonden moeilijkheden in het Verre
Oosten en moeilijkheden in Egypte. Ook
in meer dan één gedeelte van Europa
pakten zich dreigende wolken samen.
Het moest voor iedereen duidelijk
zijn, dat de publieke opinie in breede
kringen in Frankrijk een breuk met
It^ië vreesde en dat daar nervositeit
heerschte bij de gedachte aan de moge
lijkheid van verzwakking der Fransche
defensie. Met het oog op deze feiten had
Hoare alles gedaan om een regeling mo
gelijk te maken. Terwijl hij eenerzijds
loyaal de sanctiepolitiek had voortge
zet, had hij aan den anderen kant geen
dag laten voorbijgaan om op een of an
dere wijze tot een vreedzame regeling
van het noodlottige conflict te komen.
Engeland had de dubbele taak, in vollen
omvang aan de collectieve actie deel te
nemen en tegelijkertijd te pogen, een
grondslag voor den vrede te vinden.
In velerlei opzicht had men ongeveer
14 dagen geleden een keerpunt bereikt,
dat spoediger wps gekomen dan menig
een had verwacht. Er was door de
kwe6ti© van het petroleum-embargo een
nieuwe situatie ontstaan. Op voorwaar
de, dat het olie-embargo in werking had
kunnen treden met medewerking vau
de staten, die geen lid van den Volken
bond zijn, had het kunnen leiden tot
een gedwongen einde van den oorlog.
(Luid applaus). Doch juist daarom was
de toestand, gezien met het oog op
eventueel Italiaansch verzet, zoo ge
vaarlijk geworden. Van alle kanten wa
ren berichten ontvangen, die geen en
kele verantwoordelijke regeering buiten
beschouwing had mogen laten, n.1. dat
Italië een petroleum-embargo als een
militaire sanctie of als een oorlogsdaad
zou beschouwen.
„Ik wenschte", verklaarde Hoare on
der applaus, „den toestand volledig op
te helderen. Als natie waren wij geens
zins bevreesd voor 't Italiaansche drei
gement. Wat Italië ook zou hebben ge
daan, wij zouden, zooals de geschiede
nis leert, eiken aanval met succes heb
ben afgeslagen".
Er had Hoare echter iets geheel an
ders voor oogen gestaan. Een dergelijke
geïsoleerde aanval op een enkele mo
gendheid, zonder de zekerheid van vol
ledige ondersteuning door andere mo
gendheden, zou naar zijn meening bijna
onvermijdelijk tot ontbinding van den
Volkenbond hebben geleid. Onder deze
omstandigheden had hij zich tien dagen
geleden naar Parijs begeven, waar men
van alle kanten op zoodanige wijze druk
op hem had uitgeoefend, dat een weige
ring onmogelijk was. De besprekingen
begonnen in een ware oorlogsstemming.
Men beweerde, dat de groote meerder
heid der Volkenbondsstaten tegen toe
passing van militaire sancties was. De
tijd drong. Binnen vijf dagen zou het
petroleum-embargo in Genève behan
deld worden. Hoare had zich niet ge
rechtigd geacht, uitstel van het embar
go voor te stellen, indien men den Vol
kenbond niet kon toonen, dat de onder
handelingen practisch waren begonnen.
Onder bijvalsbetuigingen wees Hoare
erop, dat met uitzondering van Enge-
DECEMBER WINTERMAAND!
EEN GEURIGE SOEP?
Prei, Selderie, Doperwtjee, Worteltjes,
Knolletjes en Bloemkool.
Al die ingrediënten vereenigd in zoo'n
busje SOEPGROENTEN van
HOOGENSTRAATEN
12M> CENT
Meer dan honderd winkeliers in
ALKMAAR en Omgeving kunnen het U
leveren.
land geen enkele Volkenbondsstaat
militaire voorzorgsmaatregelen had ge
nomen, terwijl de inees^g leden aan de
economische saboties meededen. Daar
bij kwam, dat naar zijn meening een
Fransch-Britsche samenwerking nood
zakelijk was, indien men een breuk te
Genève wilde voorkotpen en men het
sanctiefront niet in gevaat ynlAle bren
gen. Twee dagen lang had 'hij met
Laval over een onderhapdalingsbasis
gediscussieerd. Er was geen sprake van
voorwaarden, die den oorlogvoerenden
opgelegd zouden wordeh. Dok waren de
voorstellen, die het resultaat der be
sprekingen waren, niet bedoeld als
voorstellen van Engeland'of Frankrijk.
Integendeel stond er zeër veel in, dat
noch hem, noch Laval lief was. De
voorstellen leken echter beiden staats
lieden de eenig mogelijke basis voor
toekomstige besprekingen. Het was
noodzakelijk, een poging te doen, en
daarbij was het een dringend belang,
de Fransch-Britsche solidariteit te
handhaven. In dezen geest had men
overeenstemming over de voorstellen
bereikt. Dat was de eenige verklaring
en rechtvaardiging van de voorstellen
van Parijs.
Hoare besprak vervolgens de bijzon
derheden van de voorstellen, en ver
klaarde in het laatste deel van zijn rede
onder protest van de Labour-fractie,
dat men van verschillende kanten in
het- Lagerhuis voor de koloniale wen-
schen van het buitenland had gepleit.
Hij citeerde het Engelsch-Fransche ver
drag van 190fi en de nota-wisseling van
1925 tusschen Engeland en Italië, waar
bij Engeland de bijzondere economischs
belangen van Italië in een groot gedeel
te van Abessinië heeft erkend, en wel
voor een vëel grooter gedeelte van
Abessinië, dan wat de Parijsche plan
nen als Zuid-Abessinische invloeds
sfeer van Italië voorstellen.
De Parijsche vporstellen zijn veel on
gunstiger voor" -Mussolini dan de
eischèn, die hij dézen zomer aan Eden
heeft gesteld. |Er zijn slechts twee
wegen tot beëindiging van het conflict:
vrede door overeenstemming of vrede
door overgave. Hoare geloofde aan de
eerste mogelijkheid. De bedoelde onder
handelingen waren mislukt. Het pro
bleem echter, dat opgelost moest wor
den, bleef beslaan.
Men stond voor een nieuwe en veel
gevaarlijker fase van den oorlog. Met
uitzondering van Engeland, dat zijn
vloot in de Middel}é^idsche Zee en ver
sterkingen in Aden eriiGibraltar gecon
centreerd had, had geWi staat een hand
uitgestoken. Hij had minister-presi
dent zijn ontslag afAftboden, omdat
het hem duidelijk was geworden, dat
een groot deel van ttejigblieke opinie
niet achter hem stond. ïmoare besloot
zijn rede met het üUspreften van den
wensch, dat zijn opvolger bij de oplos
sing van het moeilijke probleem -meer
succes en meer gelufe_z.pu mogen hgb-
ben dan hij zelf.
Toen Hoare Zijn plaats weer innam,
werd hij minutenlang jtpegejuiebt.
Minister-president Baldwin
aan het woord.
Minister Baldwin sptilc* ttjn 'persoonlijk
leedwezen over hef aftreden van Hoare dit
en constateerde vervolgens, dat de Parijsche
voorstellen dood en afgedaan waren.De
Britsche regeering zou geen pogingen doen
om de levensgeesten weer op te wekken: Met
Hcare had Baldwin binnen en buiten de re
geering bijna een kwart ëeuw samengewerkt,
en zijn aftreden was zoowel uit zakelijke als
uit persoonlijke overwegingen voor de regee
ring een zware slag. Meer dan iemand an
ders had Hoare gedaan btn 50 naties te ver
eenigen om collectief op te treden. Al zijn
werk had zich op den volkenbond gelicht en
meer dan iemand anders geloofde hij in den
Volkenbond. Baldwin was ervan overtuigd,
dat alles wat Hoare gedaan had, naar diens
meening binnen het kader van den Volken
bond was gebleven.
Vervolgens keerde Baldwin zich tegen de
aanvallen der oppositie.
Baldwin betreurde, dat de Volkenbond niet
al'e staten omvatte, omdat zijn besluiten dan
misschien doeltreffender zouden zijn. De
Volkenbond moest de zekerheid hebben, dat
allen, die daartoe in staat waren, hem on
middellijk te hulp zouden komen. In de sanc
tiemaatregelen schuilt een enerme macht. Zij
is echter weinig waard* wanneer zij niet ter-
stend gebruikt kan worden. Anders bestaat
het gevaar, dat langzaam het eene land na
7aterdag 21 December.
HILVERSUM. 301 M. (VARA-
uitz.) 8.Gevar. concert. 9
Gr.pl. 10.VPRO-niorgenwijding.
10.15 Gr.pl. en orgelspel. 12.
Gr.pl. 12.30 Oivitropia. 1.301.45
Gr.pl. 2— Gr.pl. 2.15 De Fliere
fluiters. 2.45 Filmpr. 3.05 Gr.pl
3.3CR'damschPhilh. orkest. 4 30
Bariton en piano. 4.50 Verv. orkest-
concert. 5.40 Literaire lezing. 6.—
Orgelspel. 6.30 Esperanto-uitz.
6.50 Betuwsche nitz. 7.30 Gr.pl.
8.Ber. 8.15 VARA-orkest. 9,15
Toespraak. 9.25 Ber. 9.30 Zang.
9.50 Radiotooneel. 11.— Fantasia
en solisten. 11.45—12.Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 M. (K.R.O.-
uitz.) 8—915 en 10.Grpl.
11.30—12.— Godsd. halfuur. 12.15
Or.pl. en orkestconcert. 2.— Voor
de jeugd. 2.30 Sport. 3.— Kindei-
uurtje. 4.Grpl. en schlagermu-
ziek. 6.20 Lezingen en gr.pl. 8.—
Ber. en rep. 8.20 Gr.pl. 8.30 Zang
spel. 9.— Voordr. 9.15 Orkestcon
eert en voordracht. 10.30 Ber. 10.35
—12.- Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.20
BPC-Northern-orkest mmv. solist.
12.35 Grpl. 1.20 Coomodore Grana
Orkest. 2.25 Sportrep. 4.10 Gr.pl
4.50 Zigeunerorkest, mmv. solis.
5 50 Relais uit Amerika. 6.20 Ber
6.50 Sportpr. 7.05 Welsch Intei-
mezzo. 7.20 „The Saturday Maga.
zine". 8.05 Zang. 8.20 Variété-pro
gramma. 9.50 Ber. 10.35 BBC-
orkest. 11.20—12.20 Dansmuziek.
RADIO PARIS, 1648 M. 7 20 en
8 20 Gr.pl. 12.35 Orkestconceri.
4.20 Populair concert. 5.50 Gr.pi
905 Sel. „Othello'Verdi, mmv.
solisten, koor en orkest. 11.05
Dansmuziek. 11.3512.35 Goldy-
oricest.
KEULEN, 456 M. 5 50 Concert.
(Populair). 6.30 Militair concert.
11.20 Pforzheimer Symph-orkes.,
si hrammelkwartet, orkest en solis
ten. 1.35 Gr.pl. 3.20 Vroolijk progr
mmv. solisten, het Omroeporkest en
kleinorkest. 6.20 Omroeporkest;
-koor en solisten. 7.30 „La fille du
régiment', opera van DonizettL
9.50—11.20 Emdé-orkest en soli»
ten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M
12.20 Omroeporkest. 1.30^2.20
Gr.pl. 3.40 Salonorkest en radio
tooneel. 5.20 Omroeporkest. 6.20
Operamuziek. 7.20 Cello-recitat.
8 20 Cabaret. 9.20 Salonorkest en
zang. 10.3012.20 J. Rutten»
orkest. 484 M.: 12.20 Gr.pl 1.30—
2.20, 4.35 en 5.20 Gr.pl. 5.35 Soli»
tenconcert. 6.20, 6.50 en 7.20 Gi.
pl. 8.20 Trioconcert. 8.35 Fransche
liederen. 9.05 Trioconcert. 9.3©
Fransche liederen 10.05 Gr.platen
10.30 Dansmuziek. 11.20—12.20
Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571
M 7 30 Gevar. concert en voor
dracht. 9.20 Ber. 9.50 Pianoduetten.
10.05 Weerber. 10.2012.15 Dans
muziek.
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1Hilversum I.
Lijn 2: Hilversum II.
Lijn 3: Brussel V\. 8 9 20,
Keulen 9.20-1120, Kalundborg
U 20—12.20, Brussel VI. 12 20—
14.20, Kalundborg 14.20—15.20,
Keulen 15.20—17.20, Brussel Fr.
17.20—18.20, Weenen 18.20—
1930, Leipzig 19.30—21.20, Paris
P. P. 21.20-21.50, Leipzig 21.50
—23.20, Weenen 23.20—24.—.
Lijn 4: Parijs Radio 8 05—8 50,
Normandië 8.5010.35, Lond. Reg.
10 35—13.20, Droitwich 13.20—
14.20, Lond. Reg. 14.20—15.50,
Droitwich 15.5018.20, Keulen
18.20—18.50, Lond. Reg. 18.50—
20.20, Droitwich 20.20—21.55,
Lond. Reg. 21.55—24.—.
Zondag 22 December.
HILVERSUM, 301 M. (8.55
10.en 5.-8— VARA, de
VPRO van 10—12.— en de
AVRO van 12—5.—, 8.—12—
8.55 Orgelspel. 9.— Sport en cau
serie. 9.30 Orgelspel. 9.45 Causerie,
10— Zondagschool. 10.30 Vrijz.
Herv. kerkdienst. 12.— Filmpr.
12.30 De Octophonikers. 1.30 Gr.pl.
2— Boekbespreking. 2.30 Opera-
concert mmv. solisten, koor en
orkest. 4.10 Pianorecital. 4.30
Kerstliederen. 4.50 Sport. 5.—
VARA-orkest. 5.30 Sport en grpl.
6.Verv. concert. 6.30 Radiotoo
neel. 7 De Flierefluiters en solis
ten. 8— Ber. 8.15 Revue-progr.
9 45 Radiojournaal. 10.Omroep
orkest en soliste. 10.30 Kovacs La-
jos en solisten. 11.— Ber. en gr pl.
11 15—12.— Avro-Decibels
HILVERSUM, 1875 M. (830-
9.30 en 5.-7.45 NCRV, de KRO
van 9-305.— en 74511.
8.30 Morgenwijding. 9.30 Gezon
gen Mis. 10.45 Gr.pl. 12.15 Orkest
concert en lezingen. 3.— Relais
KRO—PHOHI-progr. 4.— Gr.pl.
4.30 Ziekenhalfuur. 5.— Koorcon
cert mmv. solist. 5.30 Ned. Herv,
kerkdienst 7Koorconcert mmv.
solist. 7.45 Ber. en causerie. 8 15
Orkestconcert en solist. (9.Voor
dracht). 10.05 Zang en piano.
10.15Gr.pl. (10.30 Ber.) 10.40-
11.Epiloog.
het andere iq. pen oorlog geyvijdcel^ wordt,
zoodat niemand het einde kan voorzien. Wan
neer de betreurenswaardige Abessinische
oorlog ten einde is zullen de leden van den
Volkenbond deze dingen onder oogen moeten
zien. fn een modernen oorlog is de aanvalU.-
in het voordeel. De Europeesche volkeren
moeten zich dat feit voor oogen houden,
wanneer zij hun veiligheid willen waarbor
gen. Bialdwin was ervan overtuigd, dat deze
kwestie reeds in elk land van Europa de aan
dacht had. Het juiste antwoord was te vin
den, wanneer de Volkenbond datgene deed,
dat allen van hem hoopten en waartoe En
geland zijn aandeel ten volle wilde bijdra
gen. Het was echter niet gemakkelijk, een
duurzamen vrede te vestigen.
Baldwin eindigde zijn rede met een beroep
op het Lagerhuis, om de regering zijn ver
trouwen te blijven schenken.
Verklaring van Sir Austen
Chamberlain.
Namens de conservatieven legde, nadat
Baldwin gesproken had, Sir Austen Cham
berlain een korte verklaring af.
Hij constateerde, dat de minister-president
de volle verantwoordelijkheid voor de ge
beurtenissen op zich had genomen. Uit de
verklaring van Baldwin was gebleken, dat de
Parijsche vredesvoorstellen," die ook onder
aanhangers der regeering verontwaardiging
hadden gewekt, dood waren.
Hij sprak de hoop uit, dat het Lagerhuis
diet zou uitspreken, dat onderhandelingen
over het Oost-Afrikaansche conflict op zich
zelf reds trouwbreuk tegenover den Volken
bond waren of schending van het Volken
bondspact beteekenden. Het aftreden van
Hoare was hem zeer aan het hart gegaan.
Onder applaus van de regeeringsaanhangers
verklaarde Chamberlain, dat hij hoopte, dat
dit echter niet de laatste ministerieele rede
van Hoare zou zijn geweest.
Onder applaus uit de ministerbanken be
sloot Sir Austen zijn rede met de woorden:
„Dat is geen collectieve veiligheid. Alles met
allen, niets alleen, dat is het werkelijke Vol
kenbondsbeginsel. Wanneer andere mogend
heden datzefde beginsel even trouw opvol
gen en er naar handelen als wij het doen en
gedaan hebben, dan zal de Volkenbond uit
dit proces met nieuwe kracht opstaan en een
aanval zal in de toekomst moeilijker zijn ge
worden dan ooit".
Sir Samuel Hoare heeft onmiddellijk na
zijn rede het Lagerhuis, althans de zitting
zaal, verlaten. Men kon hem de geestelijke
en lichamelijke inspannine van de laatste
dagen duidelijk aanzien. Wankelend en met
het gezicht in beide handen verliet hij de
zaal.
Neville Chamberlain spreekt.
Het debat werd besloten door den minister
van financiën Neville Chamberlain, die na
mens de regeering sprak. Hij zeide opnieuw,
D
21)
naar het Engelsch
van J. S. FLETCHER
door mr.
H. J. H.
„Ja, dat weet ik best!" antwoordde Mat-
tliew. „Meneer Hargreaves heeft me daar
alles van verteld, toen ik eigenaar werd.
Ik ben, wat ze noemen, onbezwaard eige
naar. Denkelijk weet u wel, wat dat be
duidt?"
„Of ik dat weet? Het beteekent, dat je
het grootste recht hebt, wat iemand op
een stuk grond kan bezitten volkomen
eigendom. Jij kunt over dat land beschik
ken net zooals je maar wilt; tijdens je le
ven en bij testament; over het geheel en
over ieder deel, voor goed of tijdelijk
ja, ik ken de wet op dat punt heel goed!
Je kunt het me verkoopen o,p de allereen
voudigste manier, zonder formaliteiten, je
kunt net volkomen vrij verkoopennu op
dit oogenblik zelfs! Kom, kerel, zeg maar
jal'
„Maarwat zou u er mee willen doen,
meneer Carsdale?" vroeg Matthew, na
lang hoofdschuddend voor zich uitge
staard te hebben. „Bent u van plan te gaan
bouwen of zoo?"
„Ja, zooiets", zei Oliver. „Maar wat kan
jou dat schelen! Kom nou., wat zou jij
oen fatsoenlijken prijs vinden? Ik zeg je
nogmaals, je kunt het zelf bepalen".
„Neen, dat kan ik zoo maar niet", zei
Matthew. „Ook al zou ik het willen ver
koopen en ik zeg niet, dat ik het wildan
zou ik dat toch niet kunnen zeggen. U
weet van die zaken heel wat meer af dan
ik. Wat hadt u me willen bieden, meneer?"
„Dat zal je eens vertellen", antwoord
de Oliver. „Men rekent twintig jaar rente
als een redelijken prijs. Nu dan, jij vertelt
me, dat je zooiets van honderd pond aan
rente jaarlijks maakt
„Ja, ja, maar ik zou eigenlijk tweehon
derd pond moeten maken!" onderbrak Mat
thew hem sluw, „en ik reken ook wel, dat
ik dat krijgen kan".
„Daar kom ik dadelijk op", zei Oliver.
„Laten we zeggen dat het land tweehon
derd pond per jaar doetTwintig maal
tweehonderd is vierduizend. Dan neb je
nog het bosch, het huisje en den tuin Kijk.
we zijn buren, ik zal je zeggen, wat ik van
plan ben. Ik zal je zesduizend pond geven,
in baar geld, voor het heele zaakje bij el
kaar! Nou?... En daarmee heb je kapitaal
genoeg voor de grootste boerderij in heel
Yorkshire. Kom, vooruit nou!"
Matthew's oogen waren zichtbaar groo
ter geworden op het hooren van die cijfers
en de oude man zag, dat de jongere begon
te weifelen.
„Ik weet niet, wat moeder er van zeggen
zou", begon Matthew. „Misschien dat het
haar wel aanstond maar
„Wat heeft zij er mee te maken?" viel
Oliver hem in de rede. „Het is jouw eigen
dom! En de vraag is maar hoe staat het
jou aan?"
„Ik zal niet zeggen dat het me niet aan
staat", gaf Matthew toe. „Ik houd er bo
vendien op dat punt geen gevoeligheden op
nanooit gehad ook! En, zooals ik al
zei, ik wil graag ergens anders heen. Als
ik er alleen voor stond
„Jij staat er alleen voor,!" zei Oliver
„Niemand heeft er iets over te zeggen dan
jij alleen!"
En, als onder den drang eeper plotse
linge ingeving, stond hij op, liep naar de
deur, opende die op een kier en riep tegen
de waardin, dat ze papier, pen en inkt
moest brengen.
HOOFDSTUK IX.
Moeder en zoon.
Matthew lachte flauwtje, toen hij Oli-
ver's toebereidselen tot schrijven zag. Hij
bewoog zich ongeduldig op zijn stoel heen
en weer en schudde bedenkelijk het hoofd.
„Ik ben er nog zoo zeker niet van, dat
ik nu al iets bepaalds tusschen ons beiden
zou willen vastleggen, meneer Carsdale",
zei hij. „U weet zelf ook wel, dat je zulke
dingen niet overhaast moet doen. En ik
heb heelemaal geen haast".
„Ik wel!" antwoordde Oliver. „Wat ik
doen wil, moet ik dadelijk beginnen. Wat
belet jou en mij eigenlijk om tot een over
eenkomst te geraken?"
„Ik zou eerst wel eens met moeder wil
len pratenen ook met meneer Har-
graeves, den advocaat".
„Als je met Hargreaves praat, dan zal
die je zeggen, dat ik een uitstekend en
royaal bod heb gedaan! Als je met je moe
der praat, dan komt er rooit iets van Do-1
het zelf, man, doe het nu meteen! Het is
jou eigendom! Maar kom, ik wil ie nog
royaler behandelen. Maak het zaakje at,
hier met mij alleen en dan zal ik er drie
honderd pond opleggen! Zesduizend drie
honderd! Nou... wat zeg je daarop?"
„Wel, dat u heusch heel vrijgevig bent,
meneer Carsdale", gaf Matthew toe. „Dat
kan ik niet anders zeggenMaar kun
nen we dat wel zonder een advcaat doen?"
Oliver hoorde de toestemming in die
vraag gelegen en haalde zijn chequeboek
voor den dag.
„Gemakkelijk genoeg", antwoordde hij en
begon te schrijven. „Hier heb je een cheque
voor zesduizend driehonderd pondKijk,
daar staat hetNou danik zal een
ontvangbewijsje schrijven en met Hargrea
ves vanmiddag nog praten en hij zal het
heelemaal in orde maken... jij komt Don
dvrdag oo de markt en hij zal alle papieren
voor je klaar hebben om ze te teeltenen
Nou dan, hoe zullen we het inkleeden?"
Hij schoof de cheque c\er tafel aan Mat
thew toe en begon ijverig te schrijven op
het vel papier, dat de waardin h»m gebracht
had. Eindelijk keek hij op en zag dat Mat
thew de cheque reeds met beverige vingers
bvoelde.
„Ik geloof dat dat alls is, wat we noodig
hebben", zei hij. „Ik heb dit geschreven-
„Voor de som van zesduizend-driehonderd
pond, welke ik hierbij erken ontvangen te
hebben, stem ik toe in den verkoop aan
Oliver Carsdale van mijn eigendom bei
kend als Ryvedale Flat, en in het 'over
geven van de documenten, noodig voor de
wettelijke overdracht aan hem in persoon"
Juist, ik denk zoo, dat daarmee alles ge
dekt isAls je nu maar je poot hier on
deraan wilt zetten, Matthewmaar
wachtwe moeten er een getuige bij heb
ben. dat kan hier de juffruw wel doen.
De waardin kwam op verzoek van Oliver
binnen en stond aandachtig toe te zien hoe
Matthew zijn naam met veel moeite neer
schreef.
„Het is alleen maar een ontvangbewijs",
zei Oliver tegen haar, terwijl hij het vel
papier voor haar neerlegde, maar zijn
groote hand zrgvuldig boven het geschre
vene hield. „Als u nu maar alleen
naam hier neerzet, als bewijs, dat u er ge
tuige van bent geweest, dat Matthew Scar-
pe daar onderteekend heeftZiezoo", ver
volgde hij, toen de vrouw verdwenen was,
dat is gebeurd heel prettig en gemak
kelijk, nietwaar? En nu beste kerel, neem
een raad van me aan", zei hij „zeg hier
over geen woord tegen je moeder, voordat
je de papieren bij Hargreaves geteekena
hebt. Dan kun je het haar gerust heel be
daard en vriendelijk vertellen Als ze er
wat op aan te merken heeft, dan zeg Ij-
haar doodbedaard dat je je eigen heer en
meester bent en er je eigen meening op "a
houdt!"
Matthew die de cheque nog steeds ston°
te beduimelen, alsof hij niet goed wist, wa
hij er mee moest aanvangen, schudde nei
hoofd.
„Ze zal me er van langs geven, menec
Carsdale", zei hij. „Hoe het ook loopt. °a
zal ze zeker doen! Ik zal haar er 11001 hei.
kunnen overhalen het oude huis op de
de te verlaten!"
(Wordt vervolgo)-