DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Mieuwjaarswenschen
KERSTMIS.
Eden, de nieuwe Engelsche minister.
Bxujeliihsch
^Buitenland
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Ho. 302 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 24 December 1935 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
137e Jaargang
Italië verre van tevreden met de benoeming
van „den meest ge haten man" tot Engelsch
minister van buitenlandsche zaken.
De Alkmaarsche Courant zal Woens
dag 25 en Donderdag 26 December NIET
verschijnen.
De oorlog in Oost-Afrika.
KERSTFEEST.
Wat vandaag de
aandacht trekt
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
Evenals vorige jaren is ook dit
jaar weer gelegenheid voor
het plaatsen van
MIEUWJAARSWENSCHEH
in ons nummer van
DINSDAG 31 DECEMBER.
De prijs bedraagt 50 cent voor
een enkele advertentie van 5
regels a contant.
U zoudt onze administratie ten
zeerste verplichten door nu
reeds Uw Nieuwjaars wensch
aan ons bureau Voordam 9
op te geven.
Ook kunt U ons Uwe adverten
tie doen toekomen door tus-
schenkomst van onze agenten
en van H.H. Boekhandelaren.
ZIJ, DIE ZICH MET 1 JANUARI
A.S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN
OP DIT BLAD ABONNEEREN, ONT
VANGEN DE TOT DIEN DATUM
VERSCHIJNENDE NUMMERS FRAN
CO EN GRATIS.
DE DIRECTIE.
VIER VISSCHERS VERDRONKEN.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
Iranco door het geheele Rijk 2.50.
De zon is eiken dag een tijdsdeeltje vroe
ger weggekropen en een tijdsdeeltje later te
voorschijn gekomen. Het was een verschui
ving van enkele minuten, een verschuiving
van licht naar donker, die zoo regelmatig
plaats vond, dat wij er niet door getroffen
werden.
Maar nu, in het kortste der dagen, ver
wonderen wij er ons over, dat om vier uur
in den namiddag de lichten reeds worden
aangestoken, dat de zon, de weinige uren.
dat zij ons beschijnt, nog achter mist- en
regenwolken is weggekropen Het is alsof
het licht, de bron van alle leven steeds
verder van ons is weggenomen, alsof wij
langzaam maar zeker op weg zijn naar de
duisternis, naar het zwart, dat iets unhei
misch verborgen houdt.
Wij kijken naar buiten en zien de natuur
als het ware reeds afgestorven. De schijn
baar doode boomen steken hun naakte,
knoestige armen in verstard protest omhoog
tegen loodgrijze luchten, er is een dreiging
van ondergang en dood om ons heen. ons
beheerscht de gedachte aan inzinkend en
verdwijnend leven.
Op het moment, dat ons dit beklemt
straalt plotseling een ster aan den hemel.
Het is kerstmis geworden.
Er komt een einde aan oit donkere en on
zekere, het rose schijnsel van het kerstfeest
straalt ons tegen als het symbool van weder
keerend leven, het brengt de belofte van een
terugkeer van het licht, de zekerheid, dai
wij door het diepste duister zijn gegaan, dat
elke nieuwe dag ons naar het leven terug
voert, dat het schijnbaar doode het tijdstip
der wedergeboorte nadert.
Hoe wonderlijk is die wedergeboorte van
schijnbaar uitgebluscht leven.
Dieren, die zich insponnen of in diepen
maandenlange slaap waren verzonken
komen in veranderden vorm of als opnieuw
geboren tot het leven terug. Boomen. strui
ken en planten, die weinige maanden ge
leden hun verschrompelde bladeren lieten
vallen, hebben in hun knoestige takken al
weer waaiertjes van jong blad verborgen.
Het is nog niet zoo ver, dat dit alles reeds
tot uiting komt, maar het kerstlicht is ver
schenen en dat is de bode, dat de vorst der
duisternis zijn eerste waarschuwing heeft
gekregen en weet. dat binnen afzienbaren
tijd zijn macht weer geëindigd zal zijn.
Het is of de mensch, die elk jaar dat alles
om zich heen ziet, een uitzondering op den
regel maakt, maar nooit meer dan wanneer
de schijn van het kerstlicht tot ons door
dringt, brengen die millioenen vormen van
wedergeboorte ons de overtuiging, dat ons
bestaan met den dood niet geëindigd zal
zijn.
Uit duizenden omkapte lampen en vanuit
ontelbare kaarsjes aan den kerstboom komt
het licht ons tegemoet, het kerstlicht, dat
allereerst onze gedachte doet gaan naar de
ster, die eens aan den hemel stond en onver
breekbaar verbonden is aan de geboorte
van Hem, wiens leven een lichtend voorbeeld
voor alle schepselen is geworden.
rijp om de kerstgedachte in ons op te nemen
en de beteekenis van dit vredesfeest diep te
doen gevoelen.
i,Hebt Uw naasten lief gelijk U zelve,
vrede op aarde, in menschen een welbe
hagen".
Bedenkt, dat het leven te kort is om het
door wraakgedachten te laten vergallen, doet
iets, al is het nog zoo weinig, om de vredes-
gedachte op aarde te versterken.
Niet alleen onze daden, maar ook onze
gedachten zullen onze omgeving beïnvloeden,
zij zijn geestelijke atoompjes, die naar an
dere harten zullen overspringen en die, als
zij maar in voldoende mate verspreid wor
den, den wensch naar vrede en naastenliefde
overal naar voren doen komen.
Ziet om ons heen naar het zwaar bewa
pende Europa, ziet die machtige staten, die
in koortsachtige haast hun bewapeningen
hebben opgevoerd, gereed om ieder oogen-
blik de hel van den oorlog over weerlooze
schepselen te doen losbarsten, ziet den strijd
tusschen Italië en Abessinië, waar de macht
van den sterkste reeds dood en verderf ge
zaaid heeft over levende schepselen, en be
denkt, dat er een anderen geest moet komen,
dat er een algeheele terugkeer moet zijn naar
de kerstgedachte: „Vrede op aarde, in men
schen een welbehagen".
Wij zitten met onze kinderen bij den kerst
boom, wij zien de verrukte gezichtjes als de
lichtjes zijn aangestoken, als al dat licht
weerkaatst wordt in zilveren slingertjes, in
het fijne glaswerk van versieringen en de
boom tpt een sprookje is geworden.
Dan gaan onze gedachten terug naar
eigen kinderjaren, naar den tijd, toen de deu
ren ook voor ons zoo plotseling geopend
werden en wij, stom van verbazing en ver
rukking, het wonder mochten aanschouwen
Dan komt de wondere bekoring van dit
stemmingsfeest opnieuw over ons, dan
dringt de kerstgedachte zich weer naar
voren en doen wij opnieuw in stilte de ge
lofte mede te werken om de vredesgedachte
te versterken.
Dan bedenken wij en het is altijd jam
mer, dat zoo velen dit te laat bedenken dat
er armen en werkloozen zijn, voor wie het
ook dit jaar weer moeilijk is, om in de
kerststemming te komen omdat het harde
leven hun gezinnen zoo zwaar heeft getrof
fen, omdat er gebrek is aan alles, wat men
vroeger gemeend heeft nooit te zullen ont
beren.
Denkt aan het kerstfeest der armen, denkt
aan de gezinnen, waar hulp zoo dringend
noodzakelijk is, offert nog een kleinigheid
aan stichtingen als het Leger des Heils, die
de hulp voor de allerarmsten op zich hebben
genomen, koopt in deze donkere dagen ook
een kinderzegel, die het lot van de meest
misdeelde kleinen kan verzachten. Er ver-
keeren vele ouderen in zorgvolle omstandig
heden, die toch de gedachte aan een geluk
kige jeugd in zich dragen. Dubbel droevig
is het lot van de kleinen, die later slechts de
herinnering zullen hebben aan een jeugd,
die een tijdperk van desillusie en ellende ge
weest is.
van
Als het kerstlicht tot onze harten is door-
Het klinkt van den torentrans, het wordt gedrongen begrijpen wij meer dan ooit, dat
met de metalen stemmen der klokken over
stad en lande verkondigd: „Vrede op aarde,
in menschen een welbehagen".
Luistert, gij allen, die U op den sleur van j
het dagelijksch leven liet voortdrijven, gij
allen, die, mistroostig door steeds dieper
duister zijt gegaan. Ontwaakt tot nieuw
leven, het donker gaat wijken, de ster van
den kerstnacht is ook voor ons aan den
hemel verschenen, de jubelzang der enge en
is ook voor onze ooren bestemd, ontwaakt
en verheugt U met ons, want het is kerst
feest geworden.
Het is kerstfeest en in duizenden kerken,
onze hulp allereerst moet uitgaan naar de
zwaksten, naar hen, die lichamelijk of gees
telijk lijden, die behoefte hebben aan voeding
en kleeding of die in een moeilijke levens
periode een woord van troost en bemoedi
ging niet kunnen ontberen.
Aan het „Vrede op aarde", zit onverbre
kelijk het „Hebt Uw naasten lief gelijk U
zelve" verbonden.
Het kerstlicht is in deze donkere dagen
niet alleen het symbool van terugkeerend
leven, het is, door Jezus' geboorte, ook de
waarschuwing, die ons telken jare weer doet
opzien en ons doet beseffen, dat wij de
weinig jaren welke ons hier
gegeven zijn
i «„telbare gezin-1 moeten gebruiken om naar Zijn voorbeeld
m zalen en woningen van onteioare getm brengen
nen d«„ - verMa.
spar en luistert naar het mooiste en wonder-1 aan anen, aie naai—u u
lijkste verhaal, dat ooit is geschreven.
Het is in wezen zoo simpel, zoo eenvoudig,
inaar het doet elk jaar onze harten weer
opengaan, het maakt ons ieder jaar weer
Als dit tot ons is doorgedrongen, zullen
de kaarsjes van den kerstboom dit jaar niet
tevergeefs voor ons gebrand hebben.
Veel meer dan het aftreden
Hoare, dat te Rome blijkbaar ver
wacht werd, heeft de benoeming van
Eden tot minister van buitenland
sche zaken in Italië verbijstering en
verontwaardiging gewekt. Eden is
op dit oogerblik zeker de meest ge
hate persoon in geheel Italië en het
i6 dan ook geen wonder, dat men in
zijn benoeming een aanwijzing ziet,
dat Engeland werkelijk van plan i6,
de sanctiepolitiek met kracht voort
tezetten.
Aldus de Romeinsche correspondent
van het Hbld., die verder schrijft:
Al doet men opmerken dat er waar
schijnlijk wel verschil zal bestaan tus
schen Eden, zooals men dien tot nu toe
heeft leeren kennen en den Eden, die
thans tot den zoo verantwoordelijken
post i6 benoemd, toch schijnt men over
tuigd, dat de Engelsche politiek thans
nog minder dan tot nog toe geneigd zal
blijken tot toegeeflijkheid.
De in regeeringskringen heerschende
opwinding komt natuurlijk in de pers
tot uiting. Nadat vele dagen lang de
toon der Italiaansche bladen tegenover
Engeland en tegenover de andere sanc-
tielanden vrij baaadigd is geweest, is er
thans opnieuw een opleving van den
zelfden anti-Engelschen toon, dien men
eenige maanden geleden gewend was.
Gayda zegt in zijn hoofdartikel zeer
eigenaardige dingen, welke wij hier ci-
teeren willen:
„De voorstellen van Parijs werden door
Laval en Hoare geteekend ,na twee da
gen discussie, op den avond van 8 De
cember. Er werd nadrukkelijk overeen
gekomen, dat voorloopig niets aan de
dagbladen bekend zou worden gemaakt
en dat publicatie eerst zou volgen nadat
de belanghebbende partijen voldoende
ingelicht waren. Om 2 uur 's nachts
echter werd minister Laval gewekt en
aan de telefoon geroepen, waar hem
werd medegedeeld, dat de volledige
tekst der voorstellen reeds publiek be
kend was tengevolge van de werkzaam
heid van zekere vertrouwenspersonen
van Eden. Deze voorbarige openbaar
making had een drievoudig doel:
le. Wilde men de Engelêche regeering
nog voor zij van den officieelen tekst
had kunnen kennis nemen om dien te
bestudeeren, tegenover vijandige uit
barstingen der openbare meening plaat
sen, welke kunstmatig werden aange
wakkerd, opdat deze regeering de voor
stellen niet onbevooroordeeld en zake
lijk zou kunnen onderzoeken.
2e. Wilde men de Ethiopiërs in hun
weerstand stijven door hen door middel
van een perscampagne de overtuiging
te geven, dat de publieke opinie in Euro
pa achter hen stond.
3e. trachtte men in talië het gevoel,
dat in de sanctielanden nog steed6 een
vijandschap tegen Italië heerschte en dat
men in die landen doorging met intri
geeren, levendig te houden, om daardoor
de Italiaansche regeering tot groote
voorzichtigheid aan te zetten bij het
bestudeeren van die voorstellen.
Die geheele opzet is geslaagd. De
Britsche regeering heeft twee dagen lang
over de voorstellen beraadslaagd, zelfs
eenige wijzigingen voorgesteld, zij heeft
ze daarop aangenomen en ze met kracht
aanbevolen aan de Italiaansche regee
ring, daarna heeft zij ze laten vallen
Neen erger, ze belachelijk gemaakt en
vermoord en duidelijk doen begrijpen,
dat succes dier voorstellen niet ge-
wenscht werd."
In een ander gedeelte van zijn artikel
zegt Gayda: „De zaak komt hierop neer,
dat de voorstellen door een der twee par
tijen reeds werden getorpedeerd op het
zelfde oogenblik waarop zij tot stand
kwamen. Alles blijkt thans waar te
zijn, wat men reeds zoo lang beweerd
heeft, over het verschil van meening
tusschen Hoare en Eden, en dit over
wegende is het, zacht uitgedrukt, zon
derling, dat sommige buitenlandsche
couranten nog altijd doorgaan te schrij
ven over de rede van Mussolini te Pon-
tinia. De rede van Pontinia werd uitge
sproken nadat Hoare reeds als minister
was afgetreden .overwonnen door de
georganiseerde oppositie en op een
oogenblik toen duidelijk was dat de
voorstellen geen practische beteekenis
meer hadden. Die rede is dus een der
gevolgen en niet een der oorzaken van
de nieuwe uitbarsting van het anti-
Italiaansche ultra-sanctionisme."
Voortgaande schrijft Gayda nog, dat
op den dag zelf, waarop Hoare te Parijs
de voorstellen toekende, de Engelsche
regeering bij de regeeringen der mogend
heden aan de Middellandsche Zee in
lichtingen inwon over haar militaire
voorbereiding in verband met een even-
tueele Italiaansche reactie op de sanc
ties. Het is dus duidelijk, zegt hij, dat te
Londen dezelfde aan Italië vijandige po
litie is voortgezet zonder een oogenblik
van onderbreking een politiek, die er
op uit is, automatisch den toestand van
bedreiging en aanval tegen Italië te
ontwikkelen.
Uit dit alles wil Gayda dan afleiden,
dat thans het bewijs geleverd is, dat er
geen geschil bestaat tusschen Italië en
*m Volkenbond, doch alleen tusschen
Italië en Engeland. De Parijsche voor
stellen hebben in Engeland tegenwer
king ondervonden en zijn dood ver
klaard, alleen maar met een Britsch
oordeel, terwijl de Volkenbond nog niet
eens een oordeel heeft uitgesproken. En
geland neemt nog steeds in de geheele
Ethiopische aangelegenheid het initia
tief en dwingt zijn oordeel aan Genève
op.
De Britsche regeering heeft er op ge
staan dat de voorstellen aanvaardbaar
moesten zijn voor Italië, voor den Vol
kenbond en voor Ethiopië doch in de
practijk werd in de allereerste plaats in
het Britsche Lagerhuis en in het Hoo-
gerhuis verklaard dat de voorstellen niet
aanvaardbaar waren en dus matigde
Engeland zich ook zelf een oordeel aan.
ja het hoogste oordeel. Als alle sanctie-
landen hetzelfde deden dan zouden de
vredesvoorstellen tusschen Italië en
Ethiopië eerst de goedkeuring moeten
wegdragen van 52 parlementen. Daar
mede zou wellicht een eeuw gemoeid
zijn.
Tot zoover Gayda.
Algemeen verwacht men hier thans
een krachtige hervatting der sanctie-
politiek van Genève, of, zooals men dat
hier uitdrukt, van de anti-Italiaansche
politiek der vrijmetselaars en der ver
schillende internationale en anti-fascis
tische groepen, die te Genève het heft in
handen hebben. Men wijst er ook op, dat
Frankrijk thans op den tweesprong staat
en men heeft natuurlijk nog altijd hoop,
dat het Laval zal gelukken om Europa
voor een oorlog, of althans Italië voor
een verscherping der sancties te be
waren.
te
Het ziet er naar uit, dat de Abessiniërs
met hun nieuwe actie in Tembien minder
succes hebben, dan de vorige week met hun
inval in Sciré.
Het gevecht, dat heeft plaats gevonden
zuidelijk van Addi Abbi, dat de Italianen in
December bezet nebben, moet. volgens de be
richten, met een voiledige nederlaag voor de
Abessiniërs geëindigd zijn In hoeverre er
van eer. volledige nederlaag te spreken is, is
niet zeker, aangezien het er de Abessiniërs
niet zoozeer om te dooi is om gebied te be
zetten en de Italianen definitief terug
drijven, dan wel om hen schade toe te bren
gen. Inmiddels heeft men hier toch wel met
een zeer grooten Abessinischen aanval te ma
ken, indien ten minste de Italiaansche op
gave, dat er 5000 Abessiniërs deelnamen aan
het gevecht, juist is. Dit getal is waarschijn
lijk, de terreingesteldheid in aanmerking
nomen, wel wat aan den hoogen kant.
gevechten begonnen op Zondagmiddag. De
Abessiniërs kregen direct versterking en den
geheelen middag duurde de strijd voort, zon
aer dat er aan een van de kanten successen
werden behaald. De Abessiniërs hebben toen
getracht om de Italianen op den linkervleu
gel te omsingelen, en, na in een gevecht van
man tegen man, eenig succes te hebben ge
had, trokken de Italianen zich terug, waarbij
de Abessiniërs in een pas gelokt schijnen te
zijn, waar zij vervolgens door de Italiaan
sche artillerie onder vuur genomen werden
Dit schijnt nogal stevig aangekomen te
zijn; de berichten van het Italiaansche Tigré-
front melden namelijk alle, dat voor het
Italië boo6 op Engeland over
de benoeming -van Eden tot En
gelsch minister van buitenland
sche zaken. (Dag. Overzicht.)
De Chineesch-Japansche kwestie.
(Buitenland.)
In Oostenrijk kerstamnestie voor
de Februari-opstandelingen. (Bui
tenland.)
De Lindberghs op weg naar
Europa. (Buitenland.)
De oorlog in Abessinië. (Buiten
land.)
Weeshuis-vader te Tiel aange
houden wegens verduistering van
gelden .(Binnenland.)
Gemeenteraad Alkmaar. (Stad.)
eerst in den oorlog de artillerie zulke uitste
kende diensten heeft bewezen. Later kwamen
hier ook nog vliegtuigen aan het gevecht
deelnemen en de Abessiniërs zich ge
noodzaakt haastig den terugtocht te begin
nen.
Hoeveel slachtoffers er gevallen zijn is
niet bekend, doch als de Abessiniërs inder
daad zoo'n groot aanal soldaten in den
strijd hebben gestuurd, bestaat de mogelijk
heid, dat er veel dooden zijn gevallen.
Verder hebben er gisteren nog weer eeni
ge schermutselingen in Scire plaats gevon
den. De Italianen zijn opnieuw de streek
Zuidelijk van Makallé en in de buurt van 't
Asjiangimeer intnesief gaan verkennen.
De troepen van ras Moeloegeta bevinden
zich nog steeds bij Amba Aladiji. Van het
Zuidelijk front komen geen berichten bin
nen.
Later werd nog gemeld dat het aantal
dooden bij de gevechten in Fembrien aan
Abessinischen kant 600 zou zijn.
DE ONLUSTEN IN VENEZUELA.
Meer dan veertig dooden.
Het is gister bekend geworden, dat de on
lusten, die hebben plaats gehad in
Caracas, Maracaibo en andere steden, meer
dan veertig dooden hebben geëischt. Buiten
landsche gezinnen worden onder bescher
ming van de petroleumterreinen overgebracht
naar elders, bij wijze van voorzorgsmaatre
gel. Er zijn onder de slachtoffers geen
vreemdelingen.
Nabij Bari zijn in een hevigen storm twee
Italiaansche visschersschepen omgeslagen.
Vier visschers vonden den dood in de golven.