Aanpassing Noord-Hollandsche
Graslandbedrijven.
c 'v*' i«»r .«.i
NIEUWE BOERDERIJ AFGEBRAND.
DOOR AUTOBUS GEGREPEN.
En gedood.
DE BILT HEEFT AARDBEVING
OPGETEEKEND.
Nabij ol ten Noorden van
Sumatra.
Ook Ambon merkte het.
KONINGIN SCHENKT f 30.000.
yhheepstiidMQen
JlacfU&etichtw
Land- en Tuinbouw.
Er valt voor den boer met moderne b°
voering mog wel iets te verdienen.
drijfs-
De practische uitvoering.
De regeling van de weidegang.
Hoeveel bemesting is daar
voor noodig?
den brand te bereiken. De dijk, die zeer smal
is, was versperd door een krioelende menigte
wielrijders en voetgangers, die door de hoog
oplaaiende vlammen, welke tot ver in de stad
te zien waren, werden aangetrokken of uit
het naburige Diemen waren gekomen om het
fantastische schouwspel bij te wonen. De
brandweer had echter nog andere moeilijkhe
den te overwinnen. Een tweetal spoorweg
overgangen moesten worden gepasseerd, die
natuurlijk gesloten waren.
Op het terrein van den brand werd on
middellijk begonnen het vuur met kracht aan
te tasten. Zes stralen werden op de vlammen
gericht en deze overstelpende hoeveelheid
water deed spoedig haar uitwerking gelden,
zoodat de tweede loods behouden kon blij
ven. In de eerste loods was het groote aan
tal booten reeds zoozeer door het vuur aan
getast, dat deze alle als reddeloos verloren
moesten worden beschouwd. De bootjes, al
thans voorzoover het de kano s betreft, wa
ren alle voor het grootste deel bezit van
weinig kapitaalkrachtige eigenaren. wat
reeds bleek uit het feit, dat slechts één ver
zekerd was.
Na een uur van hard werken was de
brandweer het vuur meester, zoodat met na-
blusschen kon worden begonnen, hetgeen
nog geruimen tijd in beslag nam.
De loods was verzekerd voor 6000.
De oorzaak van den brand is onbekend.
De politie stelt een onderzoek in.
Zondagnacht is de eenige jaren ge
leden nieuw gebouwde kapitale land-
bouvvschuur van den heer I. B. Becu te
Breskens door tot nu toe onbekende
oorzaak geheel door brand verwoest. De
schade wordt door verzekering gedekt.
Zondagmorgen omstreeks 11 uur is op
den Kanaaldijk tusschen sluis 10 en 11
van de Zuid-Willemsvaart onder de ge
meente Someren (N.-Br.) de gehuwde
30-jarige H. P. A. Arens, kellner te den
Bosch, toen hij achter een autobus om
plotseling den weg over stak, gegrepen
door een autobus van dien6t B. B. A., die
van Asten naar Helmond loopt, en op
slag gedood. Het voorloopig onderzoek
heeft uitgewezen, dat den chauffeur
geen schuld treft. De ongelukkige laat
een vrouw en twee kinderen achter.
Het slachtoffer was met een gezel
schap in een autobus onderweg van
den Bosch naar Maastricht, waar het
een voetbalwedstrijd zou bijwonen. Op
de plaats van het ongeluk had de auto
bus rechts van den weg een oogenblik
gestopt, teneinde eenige inzittenden de
gelegenheid te geven zich even te ver
treden. Daarbij stak genoemde Arens
achter de wachtende autobus om,
plotseling den weg over, met het ge
noemde gevolg.
BROEDER-VEETE TE BODEGRAVEN.
De een gunde den ander het
meisje niet.
Dezer dagen werd de 19-jarige J. v.
Groeningen te Bodegraven, terwijl hij
met een meisje aldaar op straat wandel
de, aangereden door een auto, welke be
stuurd werd door zijn tweelingbroer
Simon. die chauffeur is in dienst van de
firma B.
J. v. Groeningen, die het gevaar zag
aankomen, wist zich door een handige
beweging voor op de motorkap te wer
ken. zoodat er met enkele lichte verwon
dingen afkwam.
De bijzondere omstandigheden, waaron
der dit ongeluk plaats had, de chauffeur
was n.1. met de auto het trottoir opgereden,
zonder dat daarvoor ook maar eenige re
den bestond gaf de politie aanleiding tot 'n
nader onderzoek.
Dit heeft thans aan het licht gebracht, dat
de 19-jarige chauffeur opzettelijk zijn broer
heeft aangereden. Reeds vroeger heeft hij ge
dreigd zijn tweelingbroer van het leven te
zullen berooven, wanneer deze zijn omgang
met het meisje niet staakte. Tegen den chauf
feur is thans proces-verbaal opgemaakt we
gens poging tot doodslag, terwijl eenen
ander ter kennis is gebracht van den officier
van justitie te den Haag.
Het Kon. Ned. Met. Instituut te
De Bilt deelt mede:
In den morgen van 28 December
om 2 uur 28 minuten 36 seconden
Greenwichtijd is aan het Meteorolo
gisch Instituut te de Bilt een 6terke
aardbeving opgeteekend.
De afstand bedraagt ongeveer
10.000 K.M. De richting ligt iet6 be
noorden het Oosten, waaruit volgt,
dat de oorsprong moet liggen in de
nabijheid of ten Noorden van Su
matra.
Batavia registreerde aardbeving.
Het meteorologische observatorium te Ba
tavia registreerde Zaterdag te 10.08 uur
plaatselijke tijd een zware aardbeving, waar
van het epicentrum, dat moeilijk vast te stel
len was. in de omgeving van de Batoe-eilan-
den (westkust van Sumatra) moest worden
gezocht.
Hierna werden nog naschokken geregis
treerd te 13.42 uur. Zondag 00 54 uur
en Zondag 11.12 uur. Uit Padang wordt ge
meld, dat er Zaterdagmorgen een aardschok
is gevoeld. De beving duurde 1 minuut. De
interlocale verbinding werd hierdoor ver
broken, zoodat berichten uit dit gewest niet
spoedig doorkwamen.
Winkels ingestort door aardbeving.
Zaterdagmorgen te 9 uur werd te Pa
dangSidenpolang een sterke aardbeving
geconstateerd. De menschen vluchten uit de
huizen Men verneemt, dat te Sibolga in
heemsche steenen winkelhuizen zijn inge
stort,
Aardbeving op schip gevoeld
De gezagvoerder van het K. P. M. schip
„Elout" rapporteerde, dat hij Zaterdag al
varende nabij Emmahaven eveneens de ge
volgen van de beving heeft waargenomen.
Hij deelde mede. dat dit een gevoel gaf, als
of het schip op een klip liep.
Hedenmorgen te 7.12 uur is op Ambon 'n
zwakke aardbeving geconstateerd in ooste
lijke richting. Verder is nog te Fort de Koek
en Medan bericht ontvangen, dat de aard
schok aldaar Zaterdagmorgen is gevoeld
Er hadden geen persoonlijke ongelukken
plaats terwijl omtrent schade geen rappor
ten zijn binnengekomen.
H. M. de koningin heeft een bedrag
van 30.000. ter beschikking gesteld
van het Nationaal Crisis-Comité
evenals het vorig jaar, speciaal be
stemd voor kleeding en dekking in
dringende gevallen.
STOOHVAARTMIJ. NEDERLAND.
Bengalen, S.J.P.L., van Cebu 29 Dec.
Enggano, thuisreis te Londen 29 Dec.
Tarakan, uitreis van Amsterdam 28 Dec.
Marnix v. St. Aldegonde, thuisreis van Porl
Said 27 Dec.
K.N.S.M.
Achilles. 28 Dec. Gibraltar gepasseerd.
Aiax, 28 Dec. van Santander naar Musel.
Amazone, 25 Dec. te Curagao.
Ariadne, 29 Dec. 05.40 Holtenau gepasseerd
Astrea, 13 Dec. van New-York naar Port au
Prince.
Aurora, 28 Dec. van Amsterdam n. Melilla.
Baarn, 28 Dec. van Curagao n. Cristobal.
Bacchus, 29 Dec. te Fiume.
Bennekom, 29 Dec. te Hamburg.
Bodegraven, 29 Dec. te Amsterdam.
Calypso, 28 Dec. te en v. Rotterdam n Vigo.
Costa Rica. 28 Dec. van Dover naar M. deira
Cottica, 27 Dec. v. Madeira n. Plymouth.
Euterpe, 28 Dec. van La Pallice n. A'dam.
Fauna, 29 Dec. te A'dam.
Ganymedes, 29 Dec. v. Gibraltar n. Algiers.
Hercules, 29 Dec. v. Izmir naar Istanbul.
Hermes, 27 Dec. van Burgas nn r Candia.
Juno, 29 Dec. C. Finisterre gepasseerd.
Mars, 29 Dec. te Valencia.
Rhea, 29 Dec. 13.00 185 Mijl Z.W. Ouessant.
Stuyvesant, 28 Dec. van Dover n. Madeira
Titus, 28 Dec. van Alicante naar Malaga.
Triton, 28 Dec. Gibraltar gepasseerd
Ulysses, 29 Dec. 19.30 Lydd gepasseerd.
Vesta, 29 Dec. te Hamburg.
Vukanus, 28 Dec. te Izmir.
DE VEEMARKT.
ALKMAAR, 30 Dec. 1935. Op de heden
gehouden veemarkt waren aanvoer en prijzen
als volgt: 72 Vette koeien 110200,
handel goed; 9 Kalveren, w.o.: gras 30—
38, vette 70—90 en per K.G. 0.80—
131 Nuchtere kalveren (slacht) 6
16; 329 Vette arkens (zware) per K.G.
36—39 cent. Handel stug.
\MSTERDA.MSCHE AARDAPPEL
PRIJZEN.
AMSTERDAM, 30 Dec. 1935. Op de he
den gehouden aardappelenmarkt waren de
prijzen als volgt: Zeeuwsche bonten en blau
wen 2.702.90, eigenheimers 2—
2.25, Bintjes 2—2.20 en Poters 1.70
1.90; Noordholl. Eigenheimers 2—
2.20; Friesche Borgers 2.202.30;
Andijker bonten en blauwen 2.30
2.50; Drentsche Zandaardappelen 2
2.30; Duinzandaardappelen 3.50
3.75. Alles per H.L. Aanvoer 131100 K.g.
AMSTERDAMSCHE VEEMARKT.
AMSTERDAM, 30 Dec. 1935. Op de he
den gehouden veemarkt waren aanvoer en
prijzen als volgt: 656 Vette koeien, le kw.
4952 cent, 2e kw. 42—48 cent, 3e kw
3240 cent per K.G. slachtgew.94 Melk
en kalfkoeien 160190; 171 Vette kal
veren, le kw. 6470 cent, 2e kw. 5662
cent, 3e kw. 50—55 ct. per K.G levendgew
57 Nuchtere kalveren f 4.50—7 50; 51
Schapen en Lammeren, resp. 1315 en
1(>13; 596 Varkens, vleeschvarkens,
48—49 cent, zware varkens 4647 cent en
vette varkens 4546 cent per K.G. slacht-
gewicht.
BROEK OP LANGENDIJK, 30 Dec. '35
Aanvoer en prijzen waren heden als volgt:
9700 K.G. Uien: gele drielingen 090—
1, gele uien 1 2.20, grove 2.30—
2.50; 1125 K.G. Peen 1.80—1.90;
600 K.G. Roode kool 2.70; 1100 K.G.
Gele kool 1— ƒ7.90 en 1500 K.G. D. witte
kool 4.20—5.30, alles per 100 KG
Ir. Lienesch ving het tweede deel van
zijn lezing aan, met er op te wijzen, dat.
hoe beter op het land gepast wordt, des
te meer gras verkrijgt men als zoden
vormend element. Het is zelfs zóó, dat
bij extra zware stikstofbeme6ting het
bestand vrijwel geheel uit gras kan be
staan. Het eigenlijke grasbestand ie on
dergeschikt aan het tijdstip van het ge
bruik, dat men van het land maakt.
In de allereerste plaats is hoofdzaak,
zoo zeide spr., niet welke graesen er
staan, maar dat er grassen 6taan. Wan
neer het gras maar in een jong genoeg
stadium is, dan laat het de dieren koud.
welke grassoort ze opnemen. Het kan u
opgevallen zijn, dat in de Meimaand het
vrijwel nooit gebeurt, dat de dieren be
paalde grassen laten staan. Voor de we-
•nschap i6 dit een nieuw gezichtspunt,
maar de praktijk profiteert hiervan
al lang.
Behalve het vormen van jonge sprui
ten in het voorjaar, moet een gras ook
nog iets meer prestoeren, in de rest van
de weideperiode. Het moet dan in staat
zijn tot een snel vormen van nieuwe uit-
loopers ,veel bladmassa in korten tijd
kunnen produceeren, bestand zijn tegen
scherpe beweiding wintervast zijn en op
zijn tijd niet te veel lijden bij droogte,
enz.
De oamenstelling van de zoden is dus
we van belang voor al deze eigenschap
pen van ons grasland, maar toch blijft
•/aar, dat alle jonge spruiten van alle
grassen door het vee graag geconsu
meerd worden.
Meer uitvoerig resumeerde spr. het
geen hij in zijn eerste lezing reeds naar
voren had gebracht om nog nader de
belangrijkheid van het grasland voor
het bedrijf vast te stellen.
De aanpassing van de graslandbedrij
ven, zoo betoogde hij, moet men dan ook
zien als een mogelijkheid om te komen
tot een zoodanig gebruik, dat men voor
een goed deel den aankoop van kracht
voer achterwege kan laten met behoud
van een normale productie, waaronder
spr. een bedrijfvoering verstond, die ten
naastenbij gebaseerd is op een veedicht
heid van één melkkoe per H.A., met
daarnaast het jong vee en de schapen
Met nadruk betoogde spr., dat uitspa
ren van krachtvoeraankoop en daar
voor in de eerste plaats aankoopen van
goede meststoffen beteekent een behoud
van het nationaal vermogen van den
boerenstand en het boerenbezit.
Vóórop stelde spr., dat het bedrijfsver
band naar zijn meening in verreweg de
meeste gevallen geheel kan blijven be
staan, zooal6 het nu is.
Noodig is het echter kennis te nemen
van praktische resultaten en proefne
mingen, om die voor eigen bedrijf toe
te passen.
Alle hulpmiddelen om het in eigen
bedrijf te winnen voedsel zoo goed moge
lijk te conserveeren zullen aangepakt
dienen te worden, terwijl juist in de eer
ste tijden goede controle noodig zal zijn
op de kwaliteit van het gewonnen
voedsel evenals op de hoeveelheid, opdat
tijdig kan worden ingegiepen in dien
men eventueel tekorten ziet ontstaan.
De vele proeven in andere deelen van
het land en ook in onze provincie heb
ben overtuigend aangetoond, dat vooral
de hooiopbrengst sterk is te beïnvloeden
met behulp van oordeelkundige bemes
tingen. Ook de weideproductie is daar
door gunstig te beïnvloeden
Wanneer men deze vaststaande feiten
ook in eigen bedrijf wil zien ontstaan,
zoo vervolgde spr., dan zal men daarbij
moeten vasthouden aan twee principes:
lste dikwijls omweiden en ten 2de vroeg
maaien, terwille van de kwaliteit van
het gewas.
Spr. toonde hierop een teekening van
een typisch Hollands graslandbedrijf in
exploitatie bij den heer Jb. Blom, Achter
weg te St. Pancras, waarop in 1935 het
moderne systeem consekwent is toege
past.
Spr. wees er op dat niet ieder bedrijf
gelijk is, zoodat voor ieder bedrijf een
afzonderlijk 6chema moet worden opge
steld. Hoofdzaak is echter, dat men het
graslandbedrijf ook kan gebruiken door
geregeld omweiden en tijdig maaien.
Wanneer men wil is het mogelijk om
het jonge hoogwaardige gras zoodanig
te conserveeren en te winnen, dat de
verliezen binnen redelijke grenzen blij
ven en men een uitstekend en goedkoop
wintervoedsel ter beschikking houdt.
Ter illustratie van zijn bewering gaf
spreker een interessante reeks van cij
fers, waarbij hij ook uitvoerig stil stond
bij de resultaten die de proef op het land
van den heer Blom had opgeleverd.
Spr. betreurde het, dat men tot nog
toe steeds afkeerig is van het gebruik
van ruiters bij de hooiwinning. Men
moet ze zoo gebruiken, dat men enkele
perceelen, welke onder 6lechte om
standigheden tot hooi moeten worden
gemaakt op ruiters plaatst. Door gebruik
te maken van een 40 a. 50 ruiters per
H.A. kan men een goed bedrag aan voer-
waarde veilig stellen tegen een kleine
uitgaaf van een 5 aan extra loon. Bij
goed weer zijn de ruiters niet noodig.
Wat minder goed gewonnen hooi
soms nog vraagt aan extra loon bij het
spitten wordt gewoonlijk niet voldoende
beseft en 6pr. oordeelde het dan ook
beter om wat meer geld uit te geven
voor de hooiwinning op het veld en een
goed product in de schur te hebben en
te houden, dan snel en met weinig kos
ten te hooien en later bij te spijkeren in
de schuur.
Spr. legde hierop sterk den nadruk
omdat er langs den weg van zorgzame
hooiwinning zooveel valt te besparen
op krachtvoer-aankoop.
Teneinde voldoende voedsel uit eigen
bearijf te winnen is het noodig het ge
heels ter beschiking 6taai de oppervlak
een keer te maaien in een jaar. Hiervoor
zal 1 per H.A. meer loon noodig zijn,
doch de voordeelen zijn veel grooter
Sp- deelde mede, dat op een bedrijf van
26 H A. zooveel gras is ingekuild en zoo
veel hooi is ge vonnen, dat er naar alle
waarschijnlijkheid op dat bedrijf slechts
voor een maand krachtvoer noodig zal
zijn. In de andere 5 maanden blijven de
dieren op normale productie en worden
zij uitsluitend gevoerd met behulp van
kuilgras en hooi.
Wanneer men zooveel hooi enik ui -
gras wil winnen is het noodig
de^riode van «n
veer 7 are land te harer beschikking
krijgt! Gedurende de 180 dagen weide-
Rang zal een koe dus over een weide-
oppervlakte van 3 H.A. moeten kunnen
beschikken en men de koe dus 3 maal
over 1 H.A. moeten laten grazen om een
koe per H.A. te kunnen houden. Daarbij
K^og het een keer maaien van alle
nerceelen. Uit zich zelf is het land tot
deze prestatie niet in staat. Kunstmest
is daarvoor noodig.
Om tijdig gras te hebben voor het
vroeg uit te jagen vee moet men enkele
perceelen land wat extra stikstof geven.
Men kan volstaan met een gift van 2 a
baal p H.A. Tevens moet men in Maart
gaan denken aan den silobouw. Op een
bedrijf van 25 H.A. moet men zoowat
rekenen op 100 M3 .graskuilruimte. De
kuil moet ongeveer 10 Mei gewonnen
worden, want dan heeft het gras een
uitstekende k.valiteit en laat het zich
ook best kuilen bij een goede stikstof-
gift krijgt men ongeveer 16 20.000 K.u
per H.A. Voor een bedrijf van 25 H.A.
heeft men dus voor kuilwinning 5 H.A.
noodig. Zelfs met de meest moderne
methode mag men er 10 tot 14 dagen
over werken om het in de silo te krij
gen. Vier weken na het kuilen levert
het gemaaide kuilland al weer een
bruikbaar etgroen.
In begin Juni maait men op de vroeg
te winnen hooiperceelen, gedurende wel
ken tijd men de dieren weidt en op het
koeland en op het etgroen van de vroeg
gekuilde perceelen.
Tengevolge van het voorweiden zal
men in het algemeen de hoeveelheid
gras op het hooiland verminderen, doch
daar staat tegenover, dat men een zwa 1
te maaien krijgt, dat voornamelijk be
staat uit jonge uitloopers van het gras,
met weinig ieilen dus van een zeer goede
samenstelling. Men behoeft niet met alle
perceelen even vroeg te zijn met maaien
mits men er maar voor zorgt, dat het
gewas niet uitgroeit en gaat bloeien.
In het algemeen kunnen wij wel zeg
gen, dat ieder perceel, dat zal worden
beweid of gemaaid tot half September
toe niet langer leeg mag liggen dan 4
of 5 weken.
Het bedrijf Blom ligt op licht venigen
grond, met voldoenden watertoevoer.Wij
hebben daar in 1935 ongeveer 300 K.G.
kalkammonsalpeter per H.A. noodig ge
had naast de gewone hoeveelheid gier
en stalmest. Om schoon land te houden
moet men natuurlijk mestplakken slech
ten na afloop van iedere beweiding van
een perceel. Bossen maaien vervalt dan.
De melkkoeien worden voor geweid,
dan volgt het jongvee en dan komen de
schoonmakers, de schapen. De veebe
zetting van dit bedrijf wa« normaal voor
N.-H. n.1. op 27 H A. land werden gehou
den 27 melkkoeien, 6 kalveten, 5 hokLe-
lingen, 1 stier, 2 paarden, 30 schapen en
30 lammeren. Momenteel loopt alles uit
stekend. De koeien eten ten naaste bij
30 K.G. kuilgras en 8 K.G. hooi. Het
jongvee krijgt een evenredig rantsoen.
De tot nog toe opgedane ervaring valt
zoo gunstig uit, dat de heer B om al be
sloten is het komende seizoen deze'fde
bedrijfsvoering toe te passen.
Tijdens de weidei>eriode werden de
kojien over het land gemolken. Van on
rust tijdens den weidegang was geen
sprake, hoewel de dieren gemiddeld om
de 5 dagen werden omgeweid.
Hierna ging spr. nog uitvoerig in op
de bezwaren van de zuivelfabrieken
tegen kuilgras in het algemeen en de
Hc'landsche koude kuilen in het bij
zonder. Om tan deze bezwaren tegemoet
te komen doet men het verstandigst de
kuilmelk afzonderlijk te verwerken tot
boter.
Met nadruk verzekerde 6pr. nog, dat
het van groot belang is de koeien vroeg
naar buiten te brengen, desnoods in
combinatie met opstalling 's nachts. In
de eerste weken is het gras zoo eiwitrijk,
dat men, ook ter vermijding van de kop-
ziekte, verstandig doet wat hooi of stroo
in de weide bij te voeren. Zoodra het
eiwitgehalte in het gras terug loopt
laten de koeien dit stroo wel weer lig
gen.
Juist in Mei moet men den grondslag
leggen voor het goede verloop van de
heele weideperiode.
Spi. eindigde met de mededeeling, dat
binnenkort in het blaadje dat door de
staatsmijnen wordt uitgegeven, een om
schrijving gepubliceerd zal worden van
de bedrijfsproef van den heer Blom,
waarop hij zich beschikbaar stelde voor
het beantwoorden van vragen.
Een krachtig applaus volgde on deze
zeer boeiend gehouden lezing over dit
toch zoo taaie onderwerp.
Aan het slot van zijn betoog gaf
Ir. Lienesch de afd. nog in overweging
om in den winter een excursie te orga-
niseeren naar het bedrijf van den heer
Blom.
De heer DeBoer (Sch<rmeer) vroeg
of het noodig was ook fosforzuur en
kali te mesten en hoe of de stikstof
wordt toegepast.
De heer Hoek vroeg of Ir. Lienesch
niet bang was dat de methode te
gezondheidstoestand van het vee in
gevaar bracht.
De heer Bürrnami vroeg of 't systeem
ieder jaar kon worden volgehouden.
im n vf» Buis deelde mede, dat
iemand het vee altijd op stal had ge
houden en 16 melkkoeien hield op 10
H.A. land, dat hij regelmatig maaide en
we. in de 6 jaar 18 maal tn toch bleef
het land in goede conditie, hoewel hii
voer gebruikte en kunstmest door hem
niet werd gebruikt. Spr vestigde
den° in^eirt'^n r'n? d* aan,la,h'
inleider Deze bedrnfsvoering
mogelijk door de aanwezirhefd van vol
doende eigen personeel. Ook hij maaide
op
van
was
het gras als het niet ouder dan 6 weken
was.
De heer Lau van 't Graft vroeg of
groote silo's geen voorkeur verdienen.
De heer H o u t uit Twisk vroeg of het
kuilgras voor of na het melken moest
gebeuren? Ook wees hij op den stank in
de stal bij het voeren van kuilgras.
De heer B 1 o k p o e 1 vroeg of het ver
dwijnen van de klaver niet te vreezen
wa6?
De heer v. Kleef vroeg of het g^n
bezwaar had het kuilgras oud te voeren
De heer P o s c h wilde weten hoeveei
arbeidsloon op het bedrijf van den heer
Blom was uitgekeerd.
De heer Bruin vernam graag hoe
Ir. Lienesch denkt over de bemesting
met stroo.
Spr. had er veel gebruik van gemaakt
en gezien dat het land daardoor vooruit
gaat, omdat men door het stroo veel
wormen en humus in het land krijgt
Dit resultaat zag spr. op veen- en klei-
g ond.
Ir. Lienesch de verschillende vra
genstellers beantwoordende constateer
de, dat een nieuwe lezing voor hem lag
In antwoord aan den heer de Boer
zeide spr. dat ook fosforzuur en kali
gebruikt moet worden. Men moet er
echter rekening mede houden dat te
veel kali nadeelig kan werken op de
melkgift.
Wat de toediening van het stikstof be
treft, moet men in het voorjaar de
grootste hoeveelheid geven.
De vrees van den heer Hoek voor de
gezondheidstoestand van het vee, deelde
epi. niet, omdat het gras een volledige
voeding is.
Wij hebben brakwater en een zout-
lar.dje wat voordeelig is voor de mine
ralen.
Het Deensche systeem, door den Buis
genoemd, gaat een stapje verder.
Spr. was echter overtuigd dat met
deze methode het land hol wordt.
Wil men 't land behouden dan moet 't
beweid worden en spr. oordeelde het
onnatuurlijk om het vee 12 maanden
op stal te houden.
In antwoord op de vraag van den heer
Bürman antwoordde spr. dat hij niet
voorop wilde stellen om het perceel, dat
men het eene jaar vroeg heeft gemaaid,
ook het volgend jaar vroeg te maaien.
Bezwaren er tegen heeft hij echter niet,
omdat het om weiden de zoden wel goed
houdt.
Aan den heer v. 't Graft zeide spr. dat
het bouwen van groote silo's een voor-
dei»'. kan geven, maar een voordeel van
vele silo's is, dat men deze sneller kan
vol krijgen en een makkelijker aanpas
sing heeft Spr. geeft toe, dat men de
groote silo's goedkooper maakt.
In antwoord aan den heer Oud zeide
spr. dat het beter is om na het melken
kuilvoer te geven.
Tot den heer Blokpoel zeide 6pr. dat
de klaver het beetje stikstof dat gege
ven moet worden de klaver wel kan
verdragen. De klaver kan heel wat ver
dragen. Geeft men 4 baal stikstof per
H.A. wordt het anders.
Voorts merkte spr. nog op, dat het gras
wel degel ij kzoo versch mogelijk naar
de silo moet. Zoolang het gras op het
land ligt ademt het nog en geeft het
verlies.
De praktische werkverdeeling is, dat
men 's avonds maait en den volgenden
dag het gras in de 6ilo doet.
Voor de cijfers aan loon enz. wilde
spr. de geheele periode afwachten.
Het voordeel is aan de Finsche methode
doch die is niet zoo goedkoop en de
Hollandsche methode heeft het voordeel
dat ze bij grootere verliezen geen extra
kosten vraagt. De silo oordeelde 6pr.
een voornaam ding.
In antwoord aan den heer Bruin zeide
spr., dat men het stroo niet zonder meer moet
gebruiken, doch wel verwerkt met mest en
ier en spr. oordeelde, dat de heer Bruin te ver
gaat als hij denkt de kunstmest door het stroo
te kunnen vervangen, omdat het te langzaam
verteert. Als bemesting heelt stroo niet dat
nuttig effect wat de heer Bruin bevroedde.
De heer E. Govers Dz. vroeg of het
niet juist was, dat hoe lekkerder het gras is,
hoe grooter het verschil in voedingswaarde.
Voorts oordeelde hij, dat de proef perceelen
gunstig waren wat de ontwatering betreft
en daarnaast vroeg hij of ir. Lienesch ver
wachtte als de proef werd genomen op per
ceelen met zandbodem, men niet voor iets
anders kwam te staan.
Het voeren van het kuilgras in drieen
juichte spr. tce. Spr. verwachtte zelfs voor
deel om de koeien vier maal fier dag iets te
geven.
Voorts vroeg spr. of het de bedoeling van
ir. Lienesch was om het krachtvoer naast
hooi in de laatste maand te geven, om meer
als tot nog toe de stal periode in het oog te
houden.
Ir. Lienesch merkte op, dat er reeds
onderzoekingen bestaan over de verteerbaar
heid van verschillende grassoorten bij het
vee. In het algemeen komt de kwaliteit van
jonge gras bij de verschillende grassoort n
overeen. ru-ariif
Ontwatering heeft men op het proefbea J
inderdaad in handen, doch dit is in de
meer ook het geval.
De bedrijfsvoering kan niet a
men andere goede factoren verw
Door beweiding in perceelen heeft men
op zandgronden, die gevaar '°°P®'
verdrogen, meer aanpassingsmogelijkheid.
Spr had ook geen bezwaar om het ku -
gras in vieren te voeren, doch dit hangt v
de bedrijfsmogelijkheid af Voorts oordeelde
hij met het oog op de boterzuurbacterien. dat
de staldeur vaker open kan dan geschied
XTJo r z i 11 e r noemde het in zijn
sluitingswoord een goede gedachte van den
heer Blom, om het denkbeeld naar voren te
brengen ir. Lienesch uit te noodigen en h'j
hoopte van de gedachte excursie gebruik te
mogen maken.
Vocrts bracht hij ir. Lienesch dank voor
zijn prachtige uiteenzetting, die op zoon
boeiende wijze was gegeven.