DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De vernielde Zweedsche ambulance.
Qxujetiiksch OveczicfU
^Buitenland
DE OORLOG IN
OOST-AFRIKA.
No. 2
138e Jaargang
De verslagenheid In Zweden. - Een
bewogen oudejaarsavond.
Felle protesten in de couranten.
Wat vandaag de
aandacht trekt
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden by vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Ryk f 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Directeur: C. KRAK. Vrijdag 3 Januari 1936
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Een N. R. C.-corespondent te Genève
meldde gisteravond:
Het Italiaansche Roode Kruiscomité heeft
gistermiddag de aanvullende inlichtingen
van zijn gedelegeerde in Abessinië over
den omvang van de ramp, die het Italiaan
sche bombardement bij de Zweedsche am
bulance heeft veroorzaakt, en over de juis
te toedracht ontvangen.
Het Italiaansche Roode Kruis Comité
achtte het gewenscht niet den geheelen
tekst van deze telegrammen bekend te ma
ken.
Het internationaal comité heeft den in
houd aam het Italiaansche comité medege
deeld, in de hoop het standpunt van het
Italiaansche comité te kunnen vernemen.
De telegrammen zijn ook ter kennis van
het Zweedsche Roode Kruis gebracht
Het secretariaat van het Internationale
Roode Kruis comité had echter geen be
zwaar aan de pers te Genève te bevestigen,
dat het telegram van het internationale
comité den indruk wekte, dat tengevolge
van het Italiaansche bombardement twee
Zweden, waaronder dr. Hylander, ernstig
gewond zijn, dat 23 Abessiniërs om het le
ven zijn gekomen, en dat er 50 Abessi
niërs ernstig gewond werden.
Het Internationale Roode Kruis comité
zal op het oogenblik zelf geen stappen
doen tot het organiseeren van het by ar
tikel 30 van de Roode Kruis conventie be
doelde officieele onderzoek naar de al of
niet schending van de bepaling der con
ventie, door een der oorlogvoerende par
tijen.
Artikel 30 geeft aan het internationale
Roode Kruis comité alleen het recht tot
een zoodanig onderzoek te besluiten, in
dien een der oorlogvoerende partijen dit
verlangt. Een dergelijk verzoek is op het
oogenblik nog niet binnengekomen.
Uit Stockholm meldt men aan het blad:
Oudejaarsavond te Stockholm.
Men had zich opgemaakt om den Oude
jaarsavond weer als andere jaren te vie
ren, om zich vroeg in den avond reeds
met verwanten en vrienden rond den door
kaarsen beschenen feestdisch te scharen,
om naar de Nieuwjaarswake van restau
rants, bioscopen of theaters te gaan, die
veelal dagen tevoren reeds waren uitver
kocht, om thuis genoegelijk gezeten bij de
radio te luisteren naar vroolijke muziek
en een rijmkroniek over het afgeloopen
jaar of om op Skansen in jouyeusen rei
dans hossend en hollend langs de met
brandende teertonnen en flakkerende
flambouwen verlichte boschpaadjes te
slingeren bij muziek van de marinekapel
en later te luisteren naar Tennyson's
Nieuwjaarsklokken als over heel de stad
het bronzen gebeier voor het Nieuwe Jaar
begon.
Het was een Oudejaarsdag als andere
Jaren met drukte in de straten, bedrijvig
heid in de winkels, die spoedig, om drie
uur of vier uur, gesloten zouden worden,
menschen, die elkaar hartelijk de hand
schudden om een goed uiteinde te wen-
schen, bloemenkooplui, die goedkoop hun
laatste kersttulpjes kwijt wilden, menschen
die zich repten naar de warmte, de gezel
ligheid thui3.
Dan kam het verpletterende nieuws.
Waar het vandaan kwam kon men zoo di
rect niet zeggen, maa* in minder dan geen
tijd wist schier iedereen het en wie het
niet gelooven wilde, niet gelooven ko n
misschien, las dan al spoedig op de bulle
tins de vette letters, de weinige woorden,
dat de ambulance met bommen vernietigd
was, dat negen Zweden den dood hadden
gevonden. Men liep te hoop voor de filia
len van de kranten om wat meer te weten
te komen. Er vormden zich groepjes op
pleinen en midden op straat, onbekenden
spraken elkaar aan, zeiden slechts, dat het
verschrikelijk, dat het ontzettend was of
zeiden dingen, die men moeilijk in een
krant kan weergeven. De extra-edities van
de avondbladen kwamen, de kranten wer
den de verkoopers onder den arm wegge
rukt, men las met opeengeklemde lippen
en anderen, die geen krant meer konden
krijgen lazen mee over den schouder. Men
belde de krantenredacties op om te vra
gen of dit nu werkelijk waar was, zoodat
alle lijnen in minder dan geen tijd bezet
waren en dat bleven; met het hoofdbestuur
van het Roode Kruis was geen verbinding
te krijgen en op het departement van bui-
tenlandsche zaken was iedereen naar huis
gegaan. Maar hier en daar hing een vlag
nu halfstok in den motregen en het stond
immers in de krant, de namen van de ge-
doode Zweden erbij en hun portretten van
toen zij drie maanden geleden in de nieu
we uniform, een paar bloemen in de hand,
afscheid namen op het Centraal-station.
Men bleef samengroepen voor de kran-
tenbureaux, maar elders was het nu stil
in de straten, en de winkels hadden wei
nig meer te doen. Waar menschen bijeen
waren heerschte een doffe, gedrukte stem
ming, de hevige ontsteltenis had'plaats ge
maakt voor deernis en diepe verontwaar
diging en overal bittere afschuw.
Onzekerheid.
Het werd avond. Wie thuis de radio aan
zette kon constateeren, dat het program
ma gewijzigd was, dat er stemmige mu
ziek gespeeld werd inplaats van de caba
retliedjes, die gegeven zouden zijn. De
persberichten van zeven uur brachten in
zooverre eenige opluchting, dat zij ge
waagden van tegenstrijdige telegrammen,
van groote onzekerheid over het lot van de
Roode Kruismannen en van de mogelijk
heid, dat er geen of slechts enkele dooden
waren. Die onzekerheid bleef, ook na een
korte, inderhaast gearrangeerde rede van
aartsbisschop Eidem, ook na de laatste
persberichten van dezen Oudejaarsavond.
Die onzekerheid maakte, dat velen niet in
de stemming waren, dat zij maar naar
bed gingen, terwijl vele anderen, die voor
dezen avond hun voorbereidingen hadden
getroffen, hun plaatsen hadden besproken
dan toch maar gingen feestvieren, ook al
stond het verschrikkelijke feit van den
aanslag op de Roode Kruis-afdeeling, zoo
als aartsbisschop Eidem het noemde, prac-
tisch vast. Rouw en carnavalsstemming
heerschten beide in 't Zweedsche land op
dezen Oudejaarsavond. In de kerk, tot
welker zendingsgenootschap verscheidene
leden van de ambulance behoorden,
werd de late godsdienstoefening tot een
aangrijpenden gedenkdienst en in den
dienst in andere kerken werd eveneens ge
beden om kracht en troost voor de ver
wanten van de Roode Kruis-mannen in
Abessinië. Bij de „Nieuwjaarswake" in
schouwburgen en bioscopen werden al te
grappige liedjes achterwege gelaten en in
het circus hield een liedjeszanger kort
voor twaalven een toespraak over de man
nen van de ambulance, die door het voor
feestvieren gekomen publiek in haast
plechtige stilte aangehoord en daarna met
het zingen van Du gamla, du fria beant
woord werd. In de restaurants ging het
Sylversterbal zijn gewonen gang, met ser-
pentine-gegooi en geblaas op toeters en in
een zeer groot en speciaal door den kleinen
burgerman gefrequenteerd restaurant,
waarvan de directeur besloten had de
„feestartikelen" dezen Oudejaarsavond
maar in hun doozen te laten, ontstond
daarover een zoodanige herrie, dat men
wel genoodzaakt was, de papieren mutsen
en kartonnen neuzen, de toeters en de ser
pentines uit te deelen. Op Skansen danste
men geen reidans en in de hoofdstraat
Drottninggaten, waar anders op Oude
jaarsavond een dichte menigte van voor
namelijk opgeschoten jongens wacht op
den twaalfden klokslag om zoo luidruch
tig mogelijk Nieuwpaar te wenschen en
de politie te tergen behoefden er maar
zes jongens opgepakt te worden en werd
er inplaats van „Gelukkig Nieuwjaar"
„Weg met Mussolini" geschreeuwd. Maar
de chef van de 24 man politie, die al se
dert de eerste bulletins uitkwamen de aan
den buitenkant der stad in het boschpark
Dj ur garden gelegen Italiaansche legatie
bewaakten, kon gistermorgen rapportee
ren, dat alles volkomen rustig was ge
weest.
Er is Dinsdagavond evenwel zoo vaak
naar de legatie opgebeld dat men genood
zaakt was den telefoondienst te verzoeken
de lijnen af te koppelen.
Het Roode Kruis wacht nadere
berichten af.
Onmiddellijk nadat by het hoofdbestuur
van het Roode Kruis de eerste berichten
over het bombardement van de Westelijke
groep waren ontvangen heeft men de naaste
familieleden van de leden dezer groep er
van in kennis gebracht en zich daarna in
verbinding gesteld met het departement van
buitenlandsche zaken en het Internationale
Roode Kruis. Prins Carl, die op het punt
stond naar zijn landgoed Fridhem nabij Ny-
köping tae vertrekken om daar den Oude
jaarsavond door te brengen, begaf zich di
rect naar het hoofdbureau van het Roode
Kruis, waar al spoedig ook de meeste andere
leden van het hoofdbestuur kwamen. Er
werden verschillende plannen besproken,
maar men achtte het niet mogelijk reeds
eenig besluit te nemen, zoolang nog geen
volkomen betrouwbare berichten over het
gebeurde ontvangen zijn. Bij het Internatio
nale Roode Kruis te Genève zou echter te
legrafisch aangedrongen worden op een zoo
uitgebreid mogelijk onderzoek o.a. om vast
te kunnen stellen in hoeverre het Roode
Kruis-teeken waargenomen kon worden en
desondanks niet gerespecteerd werd. In den
avond is prins Carl, die zichtbaar onder den
indruk was van het verschrikkelijke lot, dat
de ambulance getroffen heeft, naar Fridhem
gereisd, waar hij den geheelen nacht telefo
nisch van de binnenkomende telegrammen
op de hoogte gehouden werd.
Perscommentaren.
Uit den aard der zaak zijn de bladen zeer
verontwaardigd over het bombardement van
de ambulance en zeer scherp in hun oordeel
over de Italiaansche wijze van oorlogvoe
ren. Aftonbladet is er van overtuigd, dat het
bombardement opzettelijk was en zegt, dat
deze wijze van oorlogvoeren doet denken
aan legenden over de Hunnen. Het liberale
hoofdorgaan Dagens Nyheter heeft het over
„de Nieuwjaarsboodschap aan het Zweed
sche volk: verachting voor en vernietiging
van het werk der barmhartigheid, dood over
hen, die uitgegaan zijn om verminkten en
lijdenden by te rtaan", en zegt tenslotte:
Wij willen hen huldigen, die met hun leven
als inzet voor de humaniteit opkwamen en
wier daad een stom maar toch zoo aangrij
pend protest was tegen de dwalingen der
civilisatie. Wij zullen hun werk voortzetten.
Hun idee mag niet onder de brokstukken
begraven worden, het vernielde moet her
steld worden. En voor de gewonden komen
nieuwe mannen in de plaats, die bereid zijn
de verantwoordelijkheid en de risico te aan
vaarden. Laat dit ons antwoord zijn tot de
misdadigers, onze belofte aan de gevalle
nen". In hetzelfde blad zegt de dichter Bo
Bergman „Wanneer deze bomaanval op een
vergissing berust, dan is het ontstellend.
Wanneer het opzettelijk gebeurd is, dan is
het een bandietenstreek".
De Italiaansche legatie onder
bewaking, de telefoon geblokkeerd.
De Italiaansche gezant, die op Oudejaars
avond op Oakhill, het gebouw van de lega
tie in Djurgarden, dat in vroeger jaren
door prins Wilhelm bewoond werd, een
feest zou geven, heeft Dinsdagmiddag de
gasten af laten zeggen en is daarna in ge
zelschap van den attaché per auto vertrok
ken, naar men zegt, omdat hij demonstraties
vreesde. Waar de gezant heen gegaan is
weet men niet. Journalisten, die in den loop
van den middag de legatie opbelden in de
hoop iets naders over het bombardement
van de ambulance te weten te komen, kre
gen ten antwoord, dat men niets van een
bombardement wist. Voor alle zekerheid
heeft de politie het gebouw der legatie on
der strenge bewaking gesteld en is in den
loop van den nacht voortdurend door mo
torpolitie in de buurt gepatrouilleerd, maar
van eenige demonstratie is geen sprake ge
weest.
Zweedsche Roode-Kruisbestuur
bijeen.
Gistermiddag is het bestuur van het
Zweedsche Roode Kruis bijeengekomen on
der voorzitterschap van Prins Carl.
De prins hield een rede, waarin hij er den
nadruk op legde, dat het geheele Zweedsche
volk smartelijk getroffen is door en veront
waardigd over het ongeluk, dat de Zweed
sche ambulance in Abessinië heeft getroffen.
Al blijkt ook uit de laatste berichten, dat
althans de Zweedsche verliezen niet zoo
groot zijn, als men aanvankelijk moest ge
looven, geenszins vermindert daardoor de
verschrikkelijke verantwoordelijkheid, die
op de aanvallers rust.
Het bestuur besloot, het Roode Kruis te
Genève middelen ter beschikking te stellen
om een uitgebreid onderzoek naar de ver
antwoordelijkheid, ook in juridisch opzicht,
te verzekeren. Verder werd besloten tot het
nemen van maatregelen, waardoor het per
soneel der ambulance weer wordt aange
vuld.
Het onderhoud van Suvich met
den Zweedschen gezant. Officieel
Italiaansch communiqué.
Officieel wordt bekend gemaakt, dat
staatssecretaris Suvich op Nieuwjaarsdag
den Zweedschen gezant heeft ontvangen om
hem mededeeling te doen over het resul
taat, waartoe de Italiaansche regeering ge
komen is in de kwestie van het luchtbom
bardement by Dolo, waarbij de leider der
Zweedsche ambulance, dr. Hylander, ge
wond werd.
„Er was bevel gegeven aldus vervolgt
het communiqué tot bombardeering van
het Abessinische Somalifront als vergel
dingsmaatregel tegen de wreedheden, die
door de Abessiniërs op Italiaansche gevan
genen waren gepleegd. In de omgeving van
Dolo had het borbardement een groep ge
wapende Abessiniërs en eenige tenten, die,
naar gebleken was, tot het Abessinische
legercommando behoorden, ten doel. Het
schijnt, dat een bom is ingeslagen in de na
bijheid van de ambulance en dr. Hylander
verwond heeft. Terwijl hy zyn leedwezen
heeft betuigd over dit voorval, heeft Suvich
de aandacht van den Zweedschen gezant
gevestigd op de tendentieuze voorstellingen,
die van de gebeurtenis zijn gegeven om de
openbare meening in Zweden te misleiden".
Rome kondigt repressailles aan.
De geheele Romeinsche pers kondigt Don
derdagavond krachtige repressaillemaatre-
gelen aan tegen de Abessinische troepen
die, volgens de semi-officieele „Giorginale
d'Italie" de bescherming van het het Roode
Kruis-embleem op onduldbare wijze mis
bruiken.
Volgens het blad kunnen de gruwelen en
de schendingen van het internationale recht
door de Abessinische troepen te gelegener-
tijd met documenten bewezen worden.
Thans moet daartegen echter opgetreden
worden. Alle oorlogsmiddelen moeten wor
den toegepast. Dat is noodzakelijk omdat de
Abessiniërs zijn begonnen met de toepas
sing van onmenschelijke oorlogsmethoden
tegenover de Italianen. Aangezien het leven
der Italianen en dergenen, die onder hun
bescherming staan, op geen enkele wijze
door de Abessiniërs gespaard wordt, kan
men voor het leven der Abessiniërs geen ge
nade meer laten gelden. De genomen ver
geldingsmaatregel voor den moord op een
Italiaansch vlieger is niet meer voldoende.
De „Lavoro Fascista" spreekt in hetzelfde
verband openlijk van de toepassing van „de
moderste en moorddadigste oorlogsmidde
len", waarvan Italië zich tot nog toe ont
houden heeft.
De toestand aan de fronten.
De bedreiging van Makallé neemt toe.
Het schijnt, dat de Italianen hun voorpos
ten Zuidelijk van die stad reeds hebben
teruggetrokken. Verder is het leger van
den Abessinischen minister van oorlog, ras
Moeloegeta, dat geruimen tyd bij Amba
Aladji gelegerd is geweest, opgerukt, na
dat de troepen versterking hadden gekre
gen van afdeelingen onder fitaurare Ger-
ma, een neef van den negus, die eenigen
tijd geleden met eenige duizenden mannen
van Dessie was vertrokken. Zooals men
weet, bevinden zich om Makallé reeds vele
Abessinische troepen en de talrijke en zeer
intensieve luchtaanvallen van de Italianen
hebben niet kunnen verhinderen, dat deze
troepen de laatste dagen de stad dichter ge
naderd zijn.
In het Zuiden schijnt de toestand ook vrij
ernstig te zijn voor de Italianen. Ras Desta
is Dolo nu zeer dicht genaderd. De grenzen
van Italiaansch Somaliland zijn wel aan
zienlijk versterkt, alle troepentransporten
van den laatsten tijd werden naar het Zui
delijk front gedirigeerd, maar de bedreiging
van Desta is toch wel zoo, dat de Italianen
het succesje van de troepen van den sultan
van Scillave, Olol Dinle, die Danan, een
plaatsje, 100 kilometer Westelijk van Gor-
rahei gelegen, bezet hebben, zeer hard
noodig hadden in hun communiqué, want
van een eigen Italiaansche actie meer in
het Noorden van Ogaden, zal bij een stand
houden van Desta wel niets kunnen komen.
Gisteren hebben de Italianen wel Dagga-
boer, de stad met een magische aantrek
kingskracht weer gebombardeerd. Men
vraagt zich af wat er in deze stad nog over
eind zal staan. Volgens de Abessiniërs is er
dan ook geen schade aangericht. De Italia
nen gebruiken verder een groot gedeelte
van hun luchtvloot in het Zuiden om steeds
nieuwe bombardementen op de troepen
van ras Desta te verrichten, doch hierbij
schijnen ook al geen noemenswaardige suc
cessen behaald te worden.
De actie in Scire en in Tembien zal vol
gens de berichten binnen korten tijd stil
gelegd moeten worden in verband met den
regen, die dit jaar, tot ongerief van de
Italianen ook al weer iets vroeger schijnt
te komen. De Italianen zullen in de gege
vens over den Abessinischen regentijd zoo
langzamerhand wel een typisch staaltje
van legendenvorming gaan zien, want de
regen heeft hen, ook in den tijd, dat het
officieel niet mocht regenen genoeg dwars
gezeten en naar men wel mag aannemen,
het aanvalsplan in het Zuiden in het begin
reeds in de war gestuurd.
Hoe de posities van de Italianen in Scire
en in Tembien zijn, is niet goed duidelyk.
De Abessiniërs hebben hier op het oogen
blik echter goede kansen, omdat de Italia
nen versterkingen naar Makallé hebben
moeten sturen. Bij een aanval over het zeer
breede front in het Noorden zijn de Abes
siniërs niet in een ongunstige positie, dat
staat wel vast. Dit wordt nog bevestigd
door de alarmeerende artikelen in de
Romeinsche avondbladen van gisteren, die
op opvallend openhartige wijze pleidooien
houden voor het invoeren van harder
methoden in den stryd.
Wederom een Italiaansch vliegtuig
neergeschoten.
Reuter meldt uit Dessie, dat aldaar een
officieel communiqué is gepubliceerd vol
gens hetwelk Dinsdag j.L een Italiaansch
vliegtuig in de buurt van Makallé is neer
geschoten.
De beschieting van de Zweedsche
Roode Kruis-ambulance. De reactie
in Zweden. (Dag. Overzicht).
De oorlog in Oost-Afrika. Minder
gunstige situatie voor de Italianen.
(Buitenland).
Het proces tegen „Volk en Vader
land"; officier van justitie in hooger
beroep. (Binnenland).
Gemeente-ambtenaar te Amsterdam
pleegt fraude. (Binnenland).
De vermiste Fransche vliegers terug
gevonden. Het toestel vernield.
(Luchtvaart).
De drie motoren van het veronge
lukte Engelsche vliegtuig geborgen.
(Luchtvaart).
Dieven te Heiloo gearresteerd.
(Stad).
De „Jos Maria" in dok te Amster
dam. (Stad).
(Zie verder eventueel laatste
berichten.)
Er vlogen dien dag twee Italiaansche
vliegtuigen op geringe hoogte boven het
dorpje Kertia in Wolkait. In dit dorp be
vond zich een kleine afdeeling Abessinische
soldaten en de vliegtuigen openden onmid
dellijk het vuur. Een Abessinisch scherp
schutter slaagde er in een van de toestellen
dusdanig te treffen, dat het een noodlan
ding moest verrichtten, waarbij het neer
stortte. De beide inzittenden van het toe
stel moeten den dood gevonden hebben.
Het vernielde toestel had twee mitrail
leurs aan boord, waarvan er een is aange
boden aan den soldaat, die er in geslaagd
was het toestel naar beneden te krijgen.
Nieuwe Abessinische klachten te
Genève.
De Abessinische regeering wijst in een
schrijven aan den Volkenbond nogmaals
het verwijt af, als zouden de Abessinische
troepen gebruik maekn van dum-dum-
kogels.
Verder verklaart de Abessinische regee
ring, dat de Italianen by hun terugtocht in
het Noorden het krygsrecht hebben ge
schonden. De Italiaansche autoriteiten, zoo
wordt in het schrijven gezegd, lieten de
kerken in brand steken en de burgerlijke
bevolking systematisch uitroeien. In het ge
bied van de Takazze zijn gif- en stikgassen
tegen de Abessinische troepen gebruikt.
Indien de Italiaansche autoriteiten voort
gaan met dergelijke schennis van het
krijgsrecht aldus vervolgt het schrijven
zal Abessinië moeten overgaan tot het
treffen van tegenmaatregelen. Wel zal de
regeering onder alle omstandigheden afzien
van onmenschelijke methoden tegenover
de Italiaansche soldaten, doch eventueel zal
zij het particuliere vermogen van in Abes
sinië gevestigde Italiaansche onderdanen
in beslag nemen.
HET VATICAAN EN DE SANCTIES.
Geen geld te krijgen.
Naar vernomen wordt, heeft ook het
Vaticaan sterk onder de sancties te lijden.
Het aantal pelgrims en bezoekers van Vati
caanstad is sterk teruggeloopen. In de eer
ste plaats echter heeft de financieele posi
tie van het Vaticaan een zware slag gekre
gen; immers hoewel het Vaticaan een sou-
vereine staat is, beschikt het niet over eigen
bankinstellingen. De gelden worden be
heerd door de Italiaansche staatsbanken,
die echter geen geld meer uit het buiten
land krijgen. Een pauselijke afgezant zou
om deze reden reeds tweemaal stappen te
Genève hebben ondernomen.
Men verzekert te Rome, dat Laval heeft
beloofd zich met het geval bezig te houden,
teneinde het Vaticaan een speciale positie
te verschaffen.
Ondanks de tegenspraak van de Obser-
vatore Romane beweert men te Rome, dat
Italië en het Vaticaan een soort clearing-
overeenkomst hebben gesloten. Aan Italië
zou daarom worden toegestaan om de in
het buitenland vastgevroren geraakte St.
Pieterspenning (de in r.k. kerken ten be
hoeve van den Paus vergaarde gelden)
voor aankoopen te besteden. In ruil daar
voor ontvangt het Vaticaan lires van den
Italiaanschen staat.
Het blad meent met stelligheid te weten,
dat de financieele maatregel reeds min
stens eenmaal is toegepast. Het zou in ieder
geval vaststaan, dat de catastrophale ver
mindering der inkomsten van het Vaticaan
een reden te meer beteekenen om de ver
zoeningspogingen voort te zetten.
GROOTE BELANGSTELLING VOOR
EEN VIJFLING.
Gedurende het jaar 1935 hebben niet min
der dan 380.000 toeristen hun belangstelling
getoond voor de Canadeesche Dionne-vijf-
ling. Vijf-en-negentig percent der bezoekers
was afkomstig uit de Ver. Staten.