DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De vernielde Zweedsche ambulance. Qxujetiiksch OveczicfU ^Buitenland DE OORLOG IN OOST-AFRIKA. No. 2 138e Jaargang De verslagenheid In Zweden. - Een bewogen oudejaarsavond. Felle protesten in de couranten. Wat vandaag de aandacht trekt ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden by vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Ryk f 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 3 Januari 1936 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Een N. R. C.-corespondent te Genève meldde gisteravond: Het Italiaansche Roode Kruiscomité heeft gistermiddag de aanvullende inlichtingen van zijn gedelegeerde in Abessinië over den omvang van de ramp, die het Italiaan sche bombardement bij de Zweedsche am bulance heeft veroorzaakt, en over de juis te toedracht ontvangen. Het Italiaansche Roode Kruis Comité achtte het gewenscht niet den geheelen tekst van deze telegrammen bekend te ma ken. Het internationaal comité heeft den in houd aam het Italiaansche comité medege deeld, in de hoop het standpunt van het Italiaansche comité te kunnen vernemen. De telegrammen zijn ook ter kennis van het Zweedsche Roode Kruis gebracht Het secretariaat van het Internationale Roode Kruis comité had echter geen be zwaar aan de pers te Genève te bevestigen, dat het telegram van het internationale comité den indruk wekte, dat tengevolge van het Italiaansche bombardement twee Zweden, waaronder dr. Hylander, ernstig gewond zijn, dat 23 Abessiniërs om het le ven zijn gekomen, en dat er 50 Abessi niërs ernstig gewond werden. Het Internationale Roode Kruis comité zal op het oogenblik zelf geen stappen doen tot het organiseeren van het by ar tikel 30 van de Roode Kruis conventie be doelde officieele onderzoek naar de al of niet schending van de bepaling der con ventie, door een der oorlogvoerende par tijen. Artikel 30 geeft aan het internationale Roode Kruis comité alleen het recht tot een zoodanig onderzoek te besluiten, in dien een der oorlogvoerende partijen dit verlangt. Een dergelijk verzoek is op het oogenblik nog niet binnengekomen. Uit Stockholm meldt men aan het blad: Oudejaarsavond te Stockholm. Men had zich opgemaakt om den Oude jaarsavond weer als andere jaren te vie ren, om zich vroeg in den avond reeds met verwanten en vrienden rond den door kaarsen beschenen feestdisch te scharen, om naar de Nieuwjaarswake van restau rants, bioscopen of theaters te gaan, die veelal dagen tevoren reeds waren uitver kocht, om thuis genoegelijk gezeten bij de radio te luisteren naar vroolijke muziek en een rijmkroniek over het afgeloopen jaar of om op Skansen in jouyeusen rei dans hossend en hollend langs de met brandende teertonnen en flakkerende flambouwen verlichte boschpaadjes te slingeren bij muziek van de marinekapel en later te luisteren naar Tennyson's Nieuwjaarsklokken als over heel de stad het bronzen gebeier voor het Nieuwe Jaar begon. Het was een Oudejaarsdag als andere Jaren met drukte in de straten, bedrijvig heid in de winkels, die spoedig, om drie uur of vier uur, gesloten zouden worden, menschen, die elkaar hartelijk de hand schudden om een goed uiteinde te wen- schen, bloemenkooplui, die goedkoop hun laatste kersttulpjes kwijt wilden, menschen die zich repten naar de warmte, de gezel ligheid thui3. Dan kam het verpletterende nieuws. Waar het vandaan kwam kon men zoo di rect niet zeggen, maa* in minder dan geen tijd wist schier iedereen het en wie het niet gelooven wilde, niet gelooven ko n misschien, las dan al spoedig op de bulle tins de vette letters, de weinige woorden, dat de ambulance met bommen vernietigd was, dat negen Zweden den dood hadden gevonden. Men liep te hoop voor de filia len van de kranten om wat meer te weten te komen. Er vormden zich groepjes op pleinen en midden op straat, onbekenden spraken elkaar aan, zeiden slechts, dat het verschrikelijk, dat het ontzettend was of zeiden dingen, die men moeilijk in een krant kan weergeven. De extra-edities van de avondbladen kwamen, de kranten wer den de verkoopers onder den arm wegge rukt, men las met opeengeklemde lippen en anderen, die geen krant meer konden krijgen lazen mee over den schouder. Men belde de krantenredacties op om te vra gen of dit nu werkelijk waar was, zoodat alle lijnen in minder dan geen tijd bezet waren en dat bleven; met het hoofdbestuur van het Roode Kruis was geen verbinding te krijgen en op het departement van bui- tenlandsche zaken was iedereen naar huis gegaan. Maar hier en daar hing een vlag nu halfstok in den motregen en het stond immers in de krant, de namen van de ge- doode Zweden erbij en hun portretten van toen zij drie maanden geleden in de nieu we uniform, een paar bloemen in de hand, afscheid namen op het Centraal-station. Men bleef samengroepen voor de kran- tenbureaux, maar elders was het nu stil in de straten, en de winkels hadden wei nig meer te doen. Waar menschen bijeen waren heerschte een doffe, gedrukte stem ming, de hevige ontsteltenis had'plaats ge maakt voor deernis en diepe verontwaar diging en overal bittere afschuw. Onzekerheid. Het werd avond. Wie thuis de radio aan zette kon constateeren, dat het program ma gewijzigd was, dat er stemmige mu ziek gespeeld werd inplaats van de caba retliedjes, die gegeven zouden zijn. De persberichten van zeven uur brachten in zooverre eenige opluchting, dat zij ge waagden van tegenstrijdige telegrammen, van groote onzekerheid over het lot van de Roode Kruismannen en van de mogelijk heid, dat er geen of slechts enkele dooden waren. Die onzekerheid bleef, ook na een korte, inderhaast gearrangeerde rede van aartsbisschop Eidem, ook na de laatste persberichten van dezen Oudejaarsavond. Die onzekerheid maakte, dat velen niet in de stemming waren, dat zij maar naar bed gingen, terwijl vele anderen, die voor dezen avond hun voorbereidingen hadden getroffen, hun plaatsen hadden besproken dan toch maar gingen feestvieren, ook al stond het verschrikkelijke feit van den aanslag op de Roode Kruis-afdeeling, zoo als aartsbisschop Eidem het noemde, prac- tisch vast. Rouw en carnavalsstemming heerschten beide in 't Zweedsche land op dezen Oudejaarsavond. In de kerk, tot welker zendingsgenootschap verscheidene leden van de ambulance behoorden, werd de late godsdienstoefening tot een aangrijpenden gedenkdienst en in den dienst in andere kerken werd eveneens ge beden om kracht en troost voor de ver wanten van de Roode Kruis-mannen in Abessinië. Bij de „Nieuwjaarswake" in schouwburgen en bioscopen werden al te grappige liedjes achterwege gelaten en in het circus hield een liedjeszanger kort voor twaalven een toespraak over de man nen van de ambulance, die door het voor feestvieren gekomen publiek in haast plechtige stilte aangehoord en daarna met het zingen van Du gamla, du fria beant woord werd. In de restaurants ging het Sylversterbal zijn gewonen gang, met ser- pentine-gegooi en geblaas op toeters en in een zeer groot en speciaal door den kleinen burgerman gefrequenteerd restaurant, waarvan de directeur besloten had de „feestartikelen" dezen Oudejaarsavond maar in hun doozen te laten, ontstond daarover een zoodanige herrie, dat men wel genoodzaakt was, de papieren mutsen en kartonnen neuzen, de toeters en de ser pentines uit te deelen. Op Skansen danste men geen reidans en in de hoofdstraat Drottninggaten, waar anders op Oude jaarsavond een dichte menigte van voor namelijk opgeschoten jongens wacht op den twaalfden klokslag om zoo luidruch tig mogelijk Nieuwpaar te wenschen en de politie te tergen behoefden er maar zes jongens opgepakt te worden en werd er inplaats van „Gelukkig Nieuwjaar" „Weg met Mussolini" geschreeuwd. Maar de chef van de 24 man politie, die al se dert de eerste bulletins uitkwamen de aan den buitenkant der stad in het boschpark Dj ur garden gelegen Italiaansche legatie bewaakten, kon gistermorgen rapportee ren, dat alles volkomen rustig was ge weest. Er is Dinsdagavond evenwel zoo vaak naar de legatie opgebeld dat men genood zaakt was den telefoondienst te verzoeken de lijnen af te koppelen. Het Roode Kruis wacht nadere berichten af. Onmiddellijk nadat by het hoofdbestuur van het Roode Kruis de eerste berichten over het bombardement van de Westelijke groep waren ontvangen heeft men de naaste familieleden van de leden dezer groep er van in kennis gebracht en zich daarna in verbinding gesteld met het departement van buitenlandsche zaken en het Internationale Roode Kruis. Prins Carl, die op het punt stond naar zijn landgoed Fridhem nabij Ny- köping tae vertrekken om daar den Oude jaarsavond door te brengen, begaf zich di rect naar het hoofdbureau van het Roode Kruis, waar al spoedig ook de meeste andere leden van het hoofdbestuur kwamen. Er werden verschillende plannen besproken, maar men achtte het niet mogelijk reeds eenig besluit te nemen, zoolang nog geen volkomen betrouwbare berichten over het gebeurde ontvangen zijn. Bij het Internatio nale Roode Kruis te Genève zou echter te legrafisch aangedrongen worden op een zoo uitgebreid mogelijk onderzoek o.a. om vast te kunnen stellen in hoeverre het Roode Kruis-teeken waargenomen kon worden en desondanks niet gerespecteerd werd. In den avond is prins Carl, die zichtbaar onder den indruk was van het verschrikkelijke lot, dat de ambulance getroffen heeft, naar Fridhem gereisd, waar hij den geheelen nacht telefo nisch van de binnenkomende telegrammen op de hoogte gehouden werd. Perscommentaren. Uit den aard der zaak zijn de bladen zeer verontwaardigd over het bombardement van de ambulance en zeer scherp in hun oordeel over de Italiaansche wijze van oorlogvoe ren. Aftonbladet is er van overtuigd, dat het bombardement opzettelijk was en zegt, dat deze wijze van oorlogvoeren doet denken aan legenden over de Hunnen. Het liberale hoofdorgaan Dagens Nyheter heeft het over „de Nieuwjaarsboodschap aan het Zweed sche volk: verachting voor en vernietiging van het werk der barmhartigheid, dood over hen, die uitgegaan zijn om verminkten en lijdenden by te rtaan", en zegt tenslotte: Wij willen hen huldigen, die met hun leven als inzet voor de humaniteit opkwamen en wier daad een stom maar toch zoo aangrij pend protest was tegen de dwalingen der civilisatie. Wij zullen hun werk voortzetten. Hun idee mag niet onder de brokstukken begraven worden, het vernielde moet her steld worden. En voor de gewonden komen nieuwe mannen in de plaats, die bereid zijn de verantwoordelijkheid en de risico te aan vaarden. Laat dit ons antwoord zijn tot de misdadigers, onze belofte aan de gevalle nen". In hetzelfde blad zegt de dichter Bo Bergman „Wanneer deze bomaanval op een vergissing berust, dan is het ontstellend. Wanneer het opzettelijk gebeurd is, dan is het een bandietenstreek". De Italiaansche legatie onder bewaking, de telefoon geblokkeerd. De Italiaansche gezant, die op Oudejaars avond op Oakhill, het gebouw van de lega tie in Djurgarden, dat in vroeger jaren door prins Wilhelm bewoond werd, een feest zou geven, heeft Dinsdagmiddag de gasten af laten zeggen en is daarna in ge zelschap van den attaché per auto vertrok ken, naar men zegt, omdat hij demonstraties vreesde. Waar de gezant heen gegaan is weet men niet. Journalisten, die in den loop van den middag de legatie opbelden in de hoop iets naders over het bombardement van de ambulance te weten te komen, kre gen ten antwoord, dat men niets van een bombardement wist. Voor alle zekerheid heeft de politie het gebouw der legatie on der strenge bewaking gesteld en is in den loop van den nacht voortdurend door mo torpolitie in de buurt gepatrouilleerd, maar van eenige demonstratie is geen sprake ge weest. Zweedsche Roode-Kruisbestuur bijeen. Gistermiddag is het bestuur van het Zweedsche Roode Kruis bijeengekomen on der voorzitterschap van Prins Carl. De prins hield een rede, waarin hij er den nadruk op legde, dat het geheele Zweedsche volk smartelijk getroffen is door en veront waardigd over het ongeluk, dat de Zweed sche ambulance in Abessinië heeft getroffen. Al blijkt ook uit de laatste berichten, dat althans de Zweedsche verliezen niet zoo groot zijn, als men aanvankelijk moest ge looven, geenszins vermindert daardoor de verschrikkelijke verantwoordelijkheid, die op de aanvallers rust. Het bestuur besloot, het Roode Kruis te Genève middelen ter beschikking te stellen om een uitgebreid onderzoek naar de ver antwoordelijkheid, ook in juridisch opzicht, te verzekeren. Verder werd besloten tot het nemen van maatregelen, waardoor het per soneel der ambulance weer wordt aange vuld. Het onderhoud van Suvich met den Zweedschen gezant. Officieel Italiaansch communiqué. Officieel wordt bekend gemaakt, dat staatssecretaris Suvich op Nieuwjaarsdag den Zweedschen gezant heeft ontvangen om hem mededeeling te doen over het resul taat, waartoe de Italiaansche regeering ge komen is in de kwestie van het luchtbom bardement by Dolo, waarbij de leider der Zweedsche ambulance, dr. Hylander, ge wond werd. „Er was bevel gegeven aldus vervolgt het communiqué tot bombardeering van het Abessinische Somalifront als vergel dingsmaatregel tegen de wreedheden, die door de Abessiniërs op Italiaansche gevan genen waren gepleegd. In de omgeving van Dolo had het borbardement een groep ge wapende Abessiniërs en eenige tenten, die, naar gebleken was, tot het Abessinische legercommando behoorden, ten doel. Het schijnt, dat een bom is ingeslagen in de na bijheid van de ambulance en dr. Hylander verwond heeft. Terwijl hy zyn leedwezen heeft betuigd over dit voorval, heeft Suvich de aandacht van den Zweedschen gezant gevestigd op de tendentieuze voorstellingen, die van de gebeurtenis zijn gegeven om de openbare meening in Zweden te misleiden". Rome kondigt repressailles aan. De geheele Romeinsche pers kondigt Don derdagavond krachtige repressaillemaatre- gelen aan tegen de Abessinische troepen die, volgens de semi-officieele „Giorginale d'Italie" de bescherming van het het Roode Kruis-embleem op onduldbare wijze mis bruiken. Volgens het blad kunnen de gruwelen en de schendingen van het internationale recht door de Abessinische troepen te gelegener- tijd met documenten bewezen worden. Thans moet daartegen echter opgetreden worden. Alle oorlogsmiddelen moeten wor den toegepast. Dat is noodzakelijk omdat de Abessiniërs zijn begonnen met de toepas sing van onmenschelijke oorlogsmethoden tegenover de Italianen. Aangezien het leven der Italianen en dergenen, die onder hun bescherming staan, op geen enkele wijze door de Abessiniërs gespaard wordt, kan men voor het leven der Abessiniërs geen ge nade meer laten gelden. De genomen ver geldingsmaatregel voor den moord op een Italiaansch vlieger is niet meer voldoende. De „Lavoro Fascista" spreekt in hetzelfde verband openlijk van de toepassing van „de moderste en moorddadigste oorlogsmidde len", waarvan Italië zich tot nog toe ont houden heeft. De toestand aan de fronten. De bedreiging van Makallé neemt toe. Het schijnt, dat de Italianen hun voorpos ten Zuidelijk van die stad reeds hebben teruggetrokken. Verder is het leger van den Abessinischen minister van oorlog, ras Moeloegeta, dat geruimen tyd bij Amba Aladji gelegerd is geweest, opgerukt, na dat de troepen versterking hadden gekre gen van afdeelingen onder fitaurare Ger- ma, een neef van den negus, die eenigen tijd geleden met eenige duizenden mannen van Dessie was vertrokken. Zooals men weet, bevinden zich om Makallé reeds vele Abessinische troepen en de talrijke en zeer intensieve luchtaanvallen van de Italianen hebben niet kunnen verhinderen, dat deze troepen de laatste dagen de stad dichter ge naderd zijn. In het Zuiden schijnt de toestand ook vrij ernstig te zijn voor de Italianen. Ras Desta is Dolo nu zeer dicht genaderd. De grenzen van Italiaansch Somaliland zijn wel aan zienlijk versterkt, alle troepentransporten van den laatsten tijd werden naar het Zui delijk front gedirigeerd, maar de bedreiging van Desta is toch wel zoo, dat de Italianen het succesje van de troepen van den sultan van Scillave, Olol Dinle, die Danan, een plaatsje, 100 kilometer Westelijk van Gor- rahei gelegen, bezet hebben, zeer hard noodig hadden in hun communiqué, want van een eigen Italiaansche actie meer in het Noorden van Ogaden, zal bij een stand houden van Desta wel niets kunnen komen. Gisteren hebben de Italianen wel Dagga- boer, de stad met een magische aantrek kingskracht weer gebombardeerd. Men vraagt zich af wat er in deze stad nog over eind zal staan. Volgens de Abessiniërs is er dan ook geen schade aangericht. De Italia nen gebruiken verder een groot gedeelte van hun luchtvloot in het Zuiden om steeds nieuwe bombardementen op de troepen van ras Desta te verrichten, doch hierbij schijnen ook al geen noemenswaardige suc cessen behaald te worden. De actie in Scire en in Tembien zal vol gens de berichten binnen korten tijd stil gelegd moeten worden in verband met den regen, die dit jaar, tot ongerief van de Italianen ook al weer iets vroeger schijnt te komen. De Italianen zullen in de gege vens over den Abessinischen regentijd zoo langzamerhand wel een typisch staaltje van legendenvorming gaan zien, want de regen heeft hen, ook in den tijd, dat het officieel niet mocht regenen genoeg dwars gezeten en naar men wel mag aannemen, het aanvalsplan in het Zuiden in het begin reeds in de war gestuurd. Hoe de posities van de Italianen in Scire en in Tembien zijn, is niet goed duidelyk. De Abessiniërs hebben hier op het oogen blik echter goede kansen, omdat de Italia nen versterkingen naar Makallé hebben moeten sturen. Bij een aanval over het zeer breede front in het Noorden zijn de Abes siniërs niet in een ongunstige positie, dat staat wel vast. Dit wordt nog bevestigd door de alarmeerende artikelen in de Romeinsche avondbladen van gisteren, die op opvallend openhartige wijze pleidooien houden voor het invoeren van harder methoden in den stryd. Wederom een Italiaansch vliegtuig neergeschoten. Reuter meldt uit Dessie, dat aldaar een officieel communiqué is gepubliceerd vol gens hetwelk Dinsdag j.L een Italiaansch vliegtuig in de buurt van Makallé is neer geschoten. De beschieting van de Zweedsche Roode Kruis-ambulance. De reactie in Zweden. (Dag. Overzicht). De oorlog in Oost-Afrika. Minder gunstige situatie voor de Italianen. (Buitenland). Het proces tegen „Volk en Vader land"; officier van justitie in hooger beroep. (Binnenland). Gemeente-ambtenaar te Amsterdam pleegt fraude. (Binnenland). De vermiste Fransche vliegers terug gevonden. Het toestel vernield. (Luchtvaart). De drie motoren van het veronge lukte Engelsche vliegtuig geborgen. (Luchtvaart). Dieven te Heiloo gearresteerd. (Stad). De „Jos Maria" in dok te Amster dam. (Stad). (Zie verder eventueel laatste berichten.) Er vlogen dien dag twee Italiaansche vliegtuigen op geringe hoogte boven het dorpje Kertia in Wolkait. In dit dorp be vond zich een kleine afdeeling Abessinische soldaten en de vliegtuigen openden onmid dellijk het vuur. Een Abessinisch scherp schutter slaagde er in een van de toestellen dusdanig te treffen, dat het een noodlan ding moest verrichtten, waarbij het neer stortte. De beide inzittenden van het toe stel moeten den dood gevonden hebben. Het vernielde toestel had twee mitrail leurs aan boord, waarvan er een is aange boden aan den soldaat, die er in geslaagd was het toestel naar beneden te krijgen. Nieuwe Abessinische klachten te Genève. De Abessinische regeering wijst in een schrijven aan den Volkenbond nogmaals het verwijt af, als zouden de Abessinische troepen gebruik maekn van dum-dum- kogels. Verder verklaart de Abessinische regee ring, dat de Italianen by hun terugtocht in het Noorden het krygsrecht hebben ge schonden. De Italiaansche autoriteiten, zoo wordt in het schrijven gezegd, lieten de kerken in brand steken en de burgerlijke bevolking systematisch uitroeien. In het ge bied van de Takazze zijn gif- en stikgassen tegen de Abessinische troepen gebruikt. Indien de Italiaansche autoriteiten voort gaan met dergelijke schennis van het krijgsrecht aldus vervolgt het schrijven zal Abessinië moeten overgaan tot het treffen van tegenmaatregelen. Wel zal de regeering onder alle omstandigheden afzien van onmenschelijke methoden tegenover de Italiaansche soldaten, doch eventueel zal zij het particuliere vermogen van in Abes sinië gevestigde Italiaansche onderdanen in beslag nemen. HET VATICAAN EN DE SANCTIES. Geen geld te krijgen. Naar vernomen wordt, heeft ook het Vaticaan sterk onder de sancties te lijden. Het aantal pelgrims en bezoekers van Vati caanstad is sterk teruggeloopen. In de eer ste plaats echter heeft de financieele posi tie van het Vaticaan een zware slag gekre gen; immers hoewel het Vaticaan een sou- vereine staat is, beschikt het niet over eigen bankinstellingen. De gelden worden be heerd door de Italiaansche staatsbanken, die echter geen geld meer uit het buiten land krijgen. Een pauselijke afgezant zou om deze reden reeds tweemaal stappen te Genève hebben ondernomen. Men verzekert te Rome, dat Laval heeft beloofd zich met het geval bezig te houden, teneinde het Vaticaan een speciale positie te verschaffen. Ondanks de tegenspraak van de Obser- vatore Romane beweert men te Rome, dat Italië en het Vaticaan een soort clearing- overeenkomst hebben gesloten. Aan Italië zou daarom worden toegestaan om de in het buitenland vastgevroren geraakte St. Pieterspenning (de in r.k. kerken ten be hoeve van den Paus vergaarde gelden) voor aankoopen te besteden. In ruil daar voor ontvangt het Vaticaan lires van den Italiaanschen staat. Het blad meent met stelligheid te weten, dat de financieele maatregel reeds min stens eenmaal is toegepast. Het zou in ieder geval vaststaan, dat de catastrophale ver mindering der inkomsten van het Vaticaan een reden te meer beteekenen om de ver zoeningspogingen voort te zetten. GROOTE BELANGSTELLING VOOR EEN VIJFLING. Gedurende het jaar 1935 hebben niet min der dan 380.000 toeristen hun belangstelling getoond voor de Canadeesche Dionne-vijf- ling. Vijf-en-negentig percent der bezoekers was afkomstig uit de Ver. Staten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 1