dlJels -
lïiponclers
£and-- en Juiuèouw
fBitumdatid
DE) GEBROEDERS „GOCHEM"
HET HOOGLIED VAN DE
ZON.
Zó bijzonder, dat het niet
mogelijk is het artikel naar
werkelijkheid af te beelden.
Zó fijn van smaak, dat
het moeilijk is U deze te
omschrijven. Grotendeels
chocolademaar hoe
vernuftig toegepast! Een
lekkernij: verrukkelijk van
smaak, pittig van aroma en
croquant van samenstelling.
In eerste klas zaken verkrijg
baar: 14 ets. per ons
(2 ons voor 25 ets.)
verantwoorden ter zake een in 1933 te Wer-
vershoof gepleegde verduistering tot een
bedrag van pl.m. 30.80, zulks ten nadeele
van den expediteur N. Koopman, die dit be
drag aan David had afgedragen, om aan een
oliemaatschappij te Amsterdam ter hand te
stellen.
Verdachte beweerde, dat het bedrag maar
20 was en momenteel het geld niet terug
te kunnen betalen in verband van zijn droe
vige financieele omstandigheden. De maat
schappij kreeg echter wel 2 paar duizend
gulden van dezen voortreffelijken vertegen
woordiger. Gerequireerd werd tegen den
man, die steeds veel beloofde en niets gaf,
6 maanden gevangenisstraf.
Mr. van Leeuwen, verdediger van ver
dachte, vestigde de aandacht op het huis
gezin van verdachte, bestaande uit vrouw
en 5 jonge kinderen en de moeilijkheden,
die verdachte, die thans zat te snikken,
heeft moeten doormaken. Hij had nu zijn
trouwring moeten beleenen, om thans voor
den politierechter te kunnen verschijnen.
Summa Summarum verzocht pleiter het
toepassen van een voorw. straf met voor
waarde, om de 20 alsnog af te betalen.
Na re- en dupliek werd verdachte veroor
deeld tot 2 maanden gevangenisstraf.
Een getuige, die „beroken" werd!
De heer Johan Frangois St. stond terecht
ter zake het hem tenlaste gelegde feit, dat
hij in den nacht van 26 op 27 November den
landbouwer Piet Komen in een café te Wer-
vershoof een opstopper in zijn gelaat had
uitgedeeld. De mishandelde landbouwer, die
thans als getuige werd gehoord en nogal
vreemd stond te redeneeren, bleek na ge
houden reukproef drank te hebben gebruikt,
wat de politierechter niet passend noemde.
Gerequireerd werd vrijspraak uit gebrek
aan bewijs. Vonnis vrijspraak.
GEPOOGD AGENT IN HET WATER
TE WERPEN.
In den ochtend van den 15den November
ontmoetten een kolenwefker en een agent
elkaar op de Kattenburgerbrug. Eerstge
noemde bleek in een recalcitrante bui te
zijn; hij liep aan de linkerzijde en weiger
de voor den agent opzij te gaan. Zijn plan
nen tot oplossing van dit verkeersvraag-
stuk bleken tamelijk vreemd te zijn: „ga
op zij, kerel, of we gaan samen zwem
men voegde hij den agent toe. Ou
hetzelfde oogenblik omvatte hij den poli
tieman en tilde hem van den grond, met
de bedoeling hem over de leuning te
werpen
De agent liet zich niet overdonderen.
Hij wist zich Jos te rukken en oen man in
bedwang te houden, tot er assistentie
kwam. Gisteren stond de man voor de
rechtbank terecht, verdacht van poging
tot doodslag; subsidiair is bedreiging met
zware mishandeling ten laste gelegd.
De agent geeft een onopgesmukt verhaal
van het gebeurde; hij had den indruk ge
kregen, dat verd. op het moment van den
aanval zeer zenuwachtig was. Getuige had
naar zijn meening in levensgevaar ver
keerd.
Verd. had 's morgens ongenoegen met
zijn broer gehad; hij was toen naar het
bureau gegaan in overspannen toestand.
Toen hij ook daar geen troost vond had hij
gezegd: „de eerste de beste agent, dien ik
tegen kom, ga ik mee zwemmen
Pres.: Nu, verdachte, wat zegt U er
zelf van?
Verdachte herinnert zich er niet veel
meer van; wel weet hij zeker, dat hij geen
oogenblik het plan had om den agent in
het water te werpen. „Ik wilde hem al
leen maar opzij zetten
Verd. was wanhopig, omdat hij geen
steun had en in het gezin armoede
heerschte.
Requisitoir.
De officier van justitie mr. B. Kist zei-
de in zijn requisitoir, dat verd. in een
wanhopige stemming verkeerde. Er is
hier sprake va neen strafbare poging tot
doodslag, welk feit spr. bewezen achtte.
Verd. had thuis een zeer moeilijk leven,
omdat hij het gezin niet kon steunen; hij
was zenuwachtig en opgewonden. Zijn
strafregister is echter blanco en het re-
classeeringsrapport luidt gunstig.
Spr. requireerde negen maanden gevan
genisstraf, waarvan vier maanden voor
waardelijk, met een proeftijd van drie
jaar en onder aftrek van twee maanden
voorloopige hechtenis.
De verdediger mr. Th. Eskens bepleitte
een clemente straf, gedeeltelijk voorwaar
delijk, gedeeltelijk onvoorwaardelijk.
Vonnis 20 Januari.
HET CONFLICT BIJ HET LANDBOUW
CRISIS-BUREAU.
Beslissing van den minister.
Naar aanleiding van het conflict, dat
zich einde September heeft voorgedaan
tusschen vier juridische ambtenaren van 't
regeeringsbureau en een ambtenaar van 't
landbouw-crisisbureau, heeft de minister
van landbouw en visscherij een beslissing
genomen.
De minister is tot de conclusie gekomen,
dat een dringende reden om de dienstbe-
treking zonder inachtneming van den op
zeggingstermijn te doen eindigen, voor de
vier juridsche ambtenaren van het regee
ringsbureau niet aanwezig was.
Ten aanzien van den ambtenaar van het
landbouw-crisis-bureau heeft de minister
uitvoering gegeven aan het voornemen,
dat hij reeds vóór het uitbreken van het
conflict had, om dezen ambtenaar op een
andere plaats in den crisisdienst werkzaam
te doen zijn.
Verdere publicaties zijn niet te ver
wachten.
In aansluiting aan dit communiqué over
de strubbelingen, die zich in het verleden
hebben voorgedaan aan het Landbouw
crisisbureau, in herinnering gebracht, dat
minister Deckers, na wat er zich zoo al bü
genoemd bureau had voorgedaan wordt
door mr. Schepel, raadsheer in den Hoogen
Raad, een onderzoek had laten instellen.
Thans verneemt het „Handelsblad" van
bevoegde zijn dat, aangezien de minister
van landbouw en Visscherij aan mr. Schepel
persoonlijk verzocht had een en ander te
willen nagaan, hem dientengevolge een
voor zijn persoonlijke informatie bestemd
rapport is uitgebracht. Het ligt dan ook, zoo
wist men ons nog mee te deelen, niet in het
voornemen van den Minister om meer
omtrent het al sedert eenige weken in zijn
bezit zijnde rapport-Schepel te publiceeren
dan wat er opgenomen in het aan de pers
verstrekte communiqué.
Er werd hier nog aan toegevoegd, dat
men wat thans bekend is gemaakt, in zeke
ren zin kan beschouwen als een aanvulling
op de antwoorden door minister Deckers
18 October ingezonden naar aanleiding
van schriftelijke vragen van het Tweede
Kamerlid mr. Boon.
Deze had, aldus zij nog even gereleveerd,
onder meer gevraagd, of de minister bereid
was om, indien hem bij een ernstig onder
zoek van misstanden in de ambtelijke ver
houdingen bij het bureau in kwestie mocht
blijken, een reorganisatie daarvan te gelas
ten, opdat aan eventueele misstanden een
einde zou worden gemaakt.
Uit het communiqué omtrent de conse
quenties van het onderzoek, valt op te
maken, dat er een reorganisatie heeft
plaats gevonden, bestaande in de verwijde
ring van één ambtenaar, feitelijk leider
van het landbouwcrisisbureau, die elders in
den crisisdienst werkzaam is gesteld.
KENNEMERLAND.
In de afgeloopen week was de aanvoer
aan de veilingen niet zoo groot als we voor
Kerstmis gewoon waren.
De markt (zoowel op de veiling als straat
veilingen) toont het beeld van den winter.
Ja, er komt nog wel aanvoer, doch zachtjes
aan gaan de herfstproducten verdwijnen,
terwijl de winterproducten domineeren. En
de grossiers en ook de straathandel laten
zien, dat het winter is. Boerekool, prei, win
terpeen, rapen en kool (wel te verstaan kool
van eigen bodem) domineeren. Er komt ook
nog groente, die aan den herfst herinnert en
bloemkool houdt dezen winter lang stand,
hoewel le soort (of wat er voor doorgaat)
bescheiden naar voren komt. Wel komt er
nog aanvoer van z.g. 2e soort. De aanvoer
van andijvie was neg wel van be.teekenis en
voorts groene kool, boerekool en spruiten.
De handel was niet onvoordeelig, sterker,
vele groente, die sporadisch wordt aange
voerd, was duur.
Bloemkool le soort gold 710, 2e soort
24 per 100 stuks. Andijvie was prijs
houdend. n.1. 23.50 per 100 stuks. Prei,
waarvan een groote aanvoer, gold niet hoog,
n.1. 46 per 100 (alleen voor goede kwa
liteit). Groene kool was gewild, en gold 3
tot 5.50 per 100 stuks. Roode kool (waar
van een bescheiden aanvoer) gold 812
per 100 stuks. Knolselderie was gewild en.
gold 25 per 100 stuks. Witlof werd
ruimschoots (eigenlijk te veel) aangevoerd
en gaf een gereserveerd en handel te zien
tegen prijzen, voor le soort, van 1719
per 100 K.G. Peterselie was duur, n.1. 6
10 per 100 bos. Spruiten werden, naar ge
lang de kwaliteit, voor vele prijzen verhan
deld en wel van 6.5020 per 100 K.G.
Boerekool was in trek met sterk verhoogde
prijzen, n.1. 1 0.601 per kist. Winterpeen,
mooie kwaliteit, gold 1.502.20 per 100
K.G. De overige aanvoer, grootendeels 2e
soort of kleine kwantums, geeft geen reden
tot afzonderlijke vermelding.
DE LANGENDIJKER
GROENTENVEILINGEN.
Het verloop der prijzen, besteed voor de
producten, aan de Langendijker veilingen
aangevoerd, was niet bijzonder gunstig,
daar in het algemeen de noteeringen iets
lager waren. Aan beide veilingen werden
in de afgeloopen week nog aardappelen aan
gevoerd, al was het in geringere hoeveel
heden dan de laatste weken het geval was.
Voor blauwe aardappelen werd 3.60 be
taald. Blauwe eigenheimers van prima kwa
liteit werden voor den bijzonder lagen prijs
van 2.202.40 verkocht. Friso bracht,
zelfs niet meer dan 1.50 per 100 K.G. op.
Een deel van het verhandelde werd uit de
hand verkocht, doch over de veiling betaald.
Met de roode kool liep het ook niet best.
De prijzen waren over 't geheel wel 1—
1.50 lager, vooral voor eerste kwaliteit. De
laagste prijs, welke werd besteed, was
7.80. In 't laatst van het vorige jaar gin
gen de prijzen boven de 9 uit. Voor eerste
soort met een gewicht van 2 tot 4 pond
werd 6—7 besteed, soms 40 a 80 cent
hooger. Voor zwaardere werd 5.806.90
betaald. Groote kool wordt echter in bijzon
der kleine kwantums aangevoerd. Voor
tweede kwaliteit werd 56.50 betaald,
met enkele uitzonderingen 20 tot 50 cent
daarboven. Partijen, die vrij sterk afweken
in kwaliteit, brachten nog 0.801.10
minder op. Voor stortgoed werd doorgaans
niet meer dan 1—2 betaald. Enkele par
tijtjes brachten 40 tot 80 cent meer op. De
achteruitgang in den prijs lag vooral in de
omstandigheid, dat er geen vraag uit het
buitenland was.
De voorraden gele kool zijn bijzonder
klein dit jaar. Vandaar dat er van deze kool
soort weinig wordt aangevoerd en onder
dat weinige was ook nu maar weinig eerste
soort. De prijzen waren ook lager. De aller
mooiste van de eerste soort brachten 7.60
tot 8.10 op. Dit betrof de sorteering van
3 tot 4 pond. Het meeste kon echter geen
hooger prijs bedingen dan 67. Groote-
re kool was over 't geheel 40 tot 60 cent
goedkooper. Voor tweede kwaliteit werd
2.806 betaald, al naar de mindere of
meerdere grootte en de mate van afwijking.
De kleinste soort of stortgoed werd met 1
tot 2.50 betaald.
De grootste aanvoer vindt nog plaats van
Deensche witte kool. Het meeste behoort
tot de tweede kwaliteit. Zij wordt bijna alle
afgenomen door de zuurkoolfabrikanten.
Eerste kwaliteit van 3 tot 4 pond bracht
4.505.50 op, iets zwaardere is tot 30
cent minder. Voor tweede soort van 2 kilo
en zwaarder werd 3.804.80 betaald.
De sorteering van 3 pond werd voor 2.80
3.30 verkocht, het kleingoed voor 0.70—
1.
Bedroevend was het weer met de uien,
daar de prijzen nog omlaag gingen. Voor
grove uien werd niet meer dan 22.50
betaald, terwijl de middelgroote slechts
1.802.20 opbrachten. Ook de drielingen
waren weer lager, n.1. 0.701. Nep, die
sporadisch wordt aangevoerd, werd ver
kocht voor 33.40.
Voor kroten, die maar weinig werden
aangevoerd, bleek nog goede belangstelling
te bestaan. Middelgroote werden voor
2.90, kleine voor 3.90 verkocht. Groote
breekpeen bracht 1.401.80 op, kleine
0.60—0.90.
Andijvie werd alleen aan de veiling van
de Langendijker Groentencentrale aange
voerd. De prijs liep van 0.501.30. Aan
dezelfde veiling werden verschillende par
tijen ruige gele kool aangevoerd. Ze bracht
0.403.80, al naar kwaliteit, op.
Winnend licht en wijkend
duister van Januaridagen.
Het mysterie en de zegen
van de zon.
James Jeans, de bekende Engelsche na
tuurkundige en schrijver van ook in het
Nederlandsch vertaalde boeken als Het
Heelal, De Sterren in hun loop en andere
populaire astronomische werken, heeft on
langs gezegd, dat, wat de moderne na
tuurwetenschap van de natuur weet, onge
veer het stof is, dat de mensch eerst zelf
opjaagt, als hij in de woestijn gaat wan
delen.
Het besef, het diep besef, het blijkt ook
uit deze uitspraak weer, dat wij met al
onze wijsheid en wetenschap, met al onze
kennis van aarde en heelal toch staan voor
een peilloos mysterie, een ondoorgrond en
ondoorgrondelijk geheimenis, spreekt bij
hedendaagsche geleerden veel sterker dan
in een vroegere periode.
Zulk een mysterie, zulk een goddelijk
wonder, blijft voor ons altijd de zon met
haar licht en kracht, haar warmte en koes
tering, die bij het stilaan lengen der dagen
in de eerste Januariweken weer langer en
straks al warmer de aarde beschijnt.
Het is het hooglied van de zon, dat in de
donkere dagen voor en na Kerstmis slechts
met heele vage tonen en matte gedempte
klanken tot ons doordringt, maar dat nu
weer aanzwelt tot al voller en krachtiger
accoorden.
Er is een sterk sprekend verschil tus
schen Decemberzon en het licht van
Januari. Wat in December ons beschijnt,
het is bij de nadering van Kerstmis en
Oudejaarsavond het vaak in de laatste
weken van het jaar al zwakker en valer
wordende licht met toch de gouden glans
erin van stemming, stilte, sfeer van ge
wijde geheiligde dagen. Het licht van
Januari is scherper, feller, wat kouder en
nuchterder ook, het is de eerste strofe van
het zonnelied, die nog niet direct stemming
heeft en geeft, die ons nog wat ijl en scherp
in de ooren klinkt, maar dit bij 't voort
gaan der dagen en weken al sterker en war
mer worden zal.
Het is het hooglied van de zon, dat door
heel het jaar over de aarde klinkt. Voor mij
ligt een boek, een Duitsch boek, Das Hohe-
lied der Sonne. Een boek over de bron des
levens, luidt de ondertitel. De tekst, die
Karl With schreef, is belangrijk en boeiend,
maar van groote waarde zijn ook de prach
tige afbeeldingen die het boek sieren, ja die
wat de plaats betreft, die zijn innemen, de
hoofdzaak van deze uitgave vormen. Iets
van de kracht, de glorie van het schaterend
zonlicht, iets van de zegen van dit hemel
licht, dat aan mensch en dier en plant
warmte geeft en glans, dat zegent en ge
neest, maar ook bederf en verwoesting
brengt, komt uit dit boek tot ons. Morgen,
middag en avond, dag en nacht en scheme
ring, de wisseling der seizoenen, het hangt
alles samen met de zon en met de gang van
de aarde door het hemelruim, als deel van
ons zonnestelsel.
Speelsch valt het licht door de takken
van het bosch in lentetooi, wekkend de
bloemen, het speenkruid, de anemonen uit
de wintersche aarde. Fel beschijnt het den
boer, die zijn ploeg over de velden stuurt.
In 't zonlicht speelt het kind en koesterende
stralen vangen de ouden van dagen op, die
op de banken in 't plantsoen een warm
plaatsje zoeken, zoodra de winterkilheid
wijkt. Straks wordt het zomer en de koren
aren wuiven in de Augustuszon, na de teere
schoonheid der knoppen en der bloemen
rijpen der vruchten in het warme licht.
In herfstglans fonkelt het kleurige blad
van de Octoberboomen, in late winterzon
ligt de besneeuwde wereld van een stillen
Decemberdag. Zoo zingt over heel de aarde,
sterk en sonoor, het lied van de zon. In
deze dagen van winnend licht, van wijkend
duister, begint het opnieuw en het zal de
maanden doorgaan van het jaar en ons be
geleiden door al onze dagen. Het hooglied
van de zon! A. L. B.
BOTSING OP BEWAAKTEN OVERWEG.
Auto met 7 inzittenden rijdt door
spoorboomen.
Gisteravond te ongeveer half acht
botste een auto uit de richting Mars-
sen tegen de neergelaten boomen van
den bewaakten overweg bij de halte
Leeuwarden aan den Harlingerstraat-
weg. Door de kracht van de botsing
werden de boomen weggerammeid en
kwam de wagen midden op de spoor
baan tot stilstand, juist op het oogen
blik, dat een trein van de richting
Stins naderde. De machinist remde nog
op korten afstand uit alle macht, doch
dit kon niet verhinderen, dat de auto
eenige meters werd medegesleurd.
In de auto zaten zeven personen, n.1. de
bestuurder H. Miedema, D. Glas en echt-
genoote, mevr. van der Bij en drie kinde
ren van 11, 7 en 2 jaar, allen uit Dokkum.
De beide dames werden ernstig gewond, 't
7-jarig meisje brak het linkeronderbeen,
terwijl de vier andere inzittenden allen
lichte kwetsuren opliepen.
Na door verschillende doctoren verbon
den te zijn, zijn de slachtoffers naar het
Diaconessenhuis te Leeuwarden overge
bracht.
De auto werd totaal vernield.
H.M. HERTOG HENDRIK VERTROKKEN.
Naar de Canarische eilanden.
H. M. Hertog Hendrik onder commando
van kapitein-luiten, ter Zee A. C. Waker-
lin is voor een oefenreis naar de Canari
sche eilanden uit de haven van Nieuwediep
vertrokken. De reis zal zeven weken du
ren en is dezelfde trip, die H. M. Gelder
land kortelings heeft gemaakt.
DE MAAS WAST BIJ VENLO.
Reeds vele landerijen onder water.
Gisteravond was de stand van de Maas
bij Venlo 15.10 M. boven A. P. Tengevolge
van dit hooge rivierpeil hebben de sche
pen te Venlo de winterhaven moeten op
zoeken, daar de zomerhaven reeds onder
water stond. In verschillende wijken van
Venlo en omgeving hebben de bewoners
van de aan de Maasoevers gelegen huizen
reeds last van het welwater, dat in de kel
ders is binnengedrongen. De uiterwaarden
staan grootendeels reeds blank. Ook zijn
reeds vele landerijen onder wat gezet.
CREMATORIUM TE VELSEN.
Overzicht van crematies.
In het Crematorium van de Vereeniging
voor Facultatieve Lijkverbranding te Vel-
sen hadden in 1935 747 verasschingen
plaats tegen 668 in 1934; een stijging dus
met 79.
Van de veraschten behoorden 385 tot 't
mannelijk en 362 tot het vrouwelijk ge
slacht. Uit Amsterdam 136, uit Den Haag
193, uit Rotterdam 35 en uit de overige
plaatsen in Nederland 285.
Naar den godsdienst behoorden de over
ledenen 337 Ned. Hervorm, 25 Remon
strant, 36 Doopsgeind, 27 Luthersch, 15
Isrealitisch, 3 Roomsch-Katholiek, 15 an
dere gezindten en 280 tot geen kerk.
TRANSPORT VAN EEN NIEUWE
BASCULE-SPOORBRUG.
Van de Ned. Dok My. naar het
Oosterdok. Een moeilijk karwei.
Tusschen één uur en half vier heeft
gistermiddag het transport plaats gehad
van de eerste der drie bascule-spoorbrug
gen, die in de verhoogde spoorbaan tus
schen het Centraal Station en de Rietlan
den te Amsterdam de overbrugging over
den toegang tot het Oosterdok zullen vor
men. Het transport vertrok te één uur van
de terreinen der Nederlandsche Dok Maat
schappij aan de overzijde van het IJ, waar
de brug is geconstrueerd.
Het gevaarte, dat 35 meter lang, 9 meter
breed en 3 meter hoog is en, mèt de onder-
deelen, 615 ton weegt, was gemonteerd cp
een ijzerconstructie, die rustte op een
groote elevatorbak. Het bovengedeelte
toch moest 9 meter boven den waterspie
gel uitsteken om aan den eenen kant over
de opengedraaide oude spoorbrug en aan
den anderen kant over het bruggehoofd
daarvan te kunnen worden heengema-
noeuvreerd door twee sleepbooten der
firma Goedkoop, waarvan er één vóór en
één achter had vastgemaakt.
De doorvaartruimte van de oude brug
Was amper voldoende om het transport
door te laten. Wel was alles vooruit bere
kend, doch dit nam niet weg, dat tusschen
ITO
TONNEMA CIE - SNEEK
FABRIKANTEN VAN KING PEPERMUNT
de ijzerconstructie, waarop de nieuwe brug
voorloopig rust en den pijler van de oude
brug ter eener, alsmede het bruggehoofd
ter anderer zijde, slechts eenige decime
ters speling overbleef.
Voor de ingenieurs van de Ned. Dok
Maatschappij, de directie van de Spoor-
wegwerken Amsterdam-Oost, niet het
minst voor de sleepboot-kapiteins en nog
minder voor den chef van het Centraal
Station, die het doorvaren met begrijpe
lijke belangstelling volgden en daarbij wel
sterk gedacht zullen hebben aan den ge-
regelden treinendienst in de richting Hil
versum, was het een eenigszins hachelijke
uurtje, dat aanbrak tegen half drie, toen
het transport van over het IJ tot voor de
oude spoorbrug genaderd was.
Het technisch kunnen van de deskundi
gen, alsook de ervaring, welke men met
karweien van dergelijken aard heeft op
gedaan, was echter een waarborg, dat dit
transport zijn beslag zou krijgen, zonder
dat er „brokken" zouden worden gemaakt!
Aan één zijde van den elevator waren
twee zolderschuiten vastgemaakt ter ver
hooging van de stabiliteit van het geheel.
Er was trouweps stil weer afgewacht voor
den tocht, omdat golfslag van eenige be-
teekenis alle berekeningen in de war had
kunnen sturen en noodlottige gevolgen
had kunnen hebben. Bovendien was met
hetzelfde doel het scheepvaartverkeer in
de buurt door de havenpolitie gestremd.
Het doortrekken naar de plaats van be
stemming voltrok zich in den tijd van
twintig minuten; af en toe moest het
transport iets naar links of naar rechts
zwenken om niet tegen den pijler of het
bruggehoofd te schuren. Het ging met de
grootste voorzichtigheid en te vijf minuten
over half vier lag de nieuwe brug voor
haar eigen bruggehoofden, om binnenkort
daarop neergelaten te worden.
Het treinverkeer, dat slechts tien minu
ten vertraging ondervonden had, is daarna
over de weer dichtgedraaide oude spoor
brug hervat.
AUTO TE WATER GEREDEN.
Een der inzittenden aan gevolgen
overleden.
In de buurtschap Zevender, onder Lo-
pik, is een personenauto, bestuurd door
den heer T. Schenkel uit Benschop, door
dat te veel aan den kant van den weg
werd gereden, omgeslagen en in de Lopi-
ker Wetering terecht gekomen.
Drie van de passagiers konden zich
spoedig bevrijden, doch met de twee laat
ste passagers gelukte dit slechts met groo
te moeite. Een van hen verkeerde in be-
wusteloozen toestand.
Nadat dr. Blankestein uit Lopik hulp
had verleend, zijn de jongelui per auto
naar huis gebracht. Een van de inzitten
den, de 17-jarige D. J. Schenkel uit
Benschop, is echter Zondagmiddag tenge
volge van longontsteking, bij het ongeluk
opgeloopen, overleden.
61. Pit nam angstig Dumpy op en drukte hem stevig
tegen zich aan. „Wat doe je?" vroeg Pummels, „ben je
bang, dat dat hondje daar jouw Dumpy zal opeten?"
„Wat U maar een hondje noemt", zei Pit, ,,'t lijkt wel
een olifant". „Pff, 't zou wat," vond Pummels, „dat is
een gevalletje van niks. Moeten jullie maar zien hoe ik
'm dat lever."
62. De bulldog kwam nu sluipend nader. 'tWas wer
kelijk een gevaarlijk uitziend beest en Pit en Pat hiel
den zich wijselijk achteraf. Pummels stapte een eindje
naar voren, maar krabde zich toch aan zijn kin, toen hij
de aanminnige blikken van zijn tegenstanders opving.
„En toch zal ik moeten doorzetten", murmelde hij bij
zichzelf.