dlJels - lïiponclers £and-- en Juiuèouw fBitumdatid DE) GEBROEDERS „GOCHEM" HET HOOGLIED VAN DE ZON. Zó bijzonder, dat het niet mogelijk is het artikel naar werkelijkheid af te beelden. Zó fijn van smaak, dat het moeilijk is U deze te omschrijven. Grotendeels chocolademaar hoe vernuftig toegepast! Een lekkernij: verrukkelijk van smaak, pittig van aroma en croquant van samenstelling. In eerste klas zaken verkrijg baar: 14 ets. per ons (2 ons voor 25 ets.) verantwoorden ter zake een in 1933 te Wer- vershoof gepleegde verduistering tot een bedrag van pl.m. 30.80, zulks ten nadeele van den expediteur N. Koopman, die dit be drag aan David had afgedragen, om aan een oliemaatschappij te Amsterdam ter hand te stellen. Verdachte beweerde, dat het bedrag maar 20 was en momenteel het geld niet terug te kunnen betalen in verband van zijn droe vige financieele omstandigheden. De maat schappij kreeg echter wel 2 paar duizend gulden van dezen voortreffelijken vertegen woordiger. Gerequireerd werd tegen den man, die steeds veel beloofde en niets gaf, 6 maanden gevangenisstraf. Mr. van Leeuwen, verdediger van ver dachte, vestigde de aandacht op het huis gezin van verdachte, bestaande uit vrouw en 5 jonge kinderen en de moeilijkheden, die verdachte, die thans zat te snikken, heeft moeten doormaken. Hij had nu zijn trouwring moeten beleenen, om thans voor den politierechter te kunnen verschijnen. Summa Summarum verzocht pleiter het toepassen van een voorw. straf met voor waarde, om de 20 alsnog af te betalen. Na re- en dupliek werd verdachte veroor deeld tot 2 maanden gevangenisstraf. Een getuige, die „beroken" werd! De heer Johan Frangois St. stond terecht ter zake het hem tenlaste gelegde feit, dat hij in den nacht van 26 op 27 November den landbouwer Piet Komen in een café te Wer- vershoof een opstopper in zijn gelaat had uitgedeeld. De mishandelde landbouwer, die thans als getuige werd gehoord en nogal vreemd stond te redeneeren, bleek na ge houden reukproef drank te hebben gebruikt, wat de politierechter niet passend noemde. Gerequireerd werd vrijspraak uit gebrek aan bewijs. Vonnis vrijspraak. GEPOOGD AGENT IN HET WATER TE WERPEN. In den ochtend van den 15den November ontmoetten een kolenwefker en een agent elkaar op de Kattenburgerbrug. Eerstge noemde bleek in een recalcitrante bui te zijn; hij liep aan de linkerzijde en weiger de voor den agent opzij te gaan. Zijn plan nen tot oplossing van dit verkeersvraag- stuk bleken tamelijk vreemd te zijn: „ga op zij, kerel, of we gaan samen zwem men voegde hij den agent toe. Ou hetzelfde oogenblik omvatte hij den poli tieman en tilde hem van den grond, met de bedoeling hem over de leuning te werpen De agent liet zich niet overdonderen. Hij wist zich Jos te rukken en oen man in bedwang te houden, tot er assistentie kwam. Gisteren stond de man voor de rechtbank terecht, verdacht van poging tot doodslag; subsidiair is bedreiging met zware mishandeling ten laste gelegd. De agent geeft een onopgesmukt verhaal van het gebeurde; hij had den indruk ge kregen, dat verd. op het moment van den aanval zeer zenuwachtig was. Getuige had naar zijn meening in levensgevaar ver keerd. Verd. had 's morgens ongenoegen met zijn broer gehad; hij was toen naar het bureau gegaan in overspannen toestand. Toen hij ook daar geen troost vond had hij gezegd: „de eerste de beste agent, dien ik tegen kom, ga ik mee zwemmen Pres.: Nu, verdachte, wat zegt U er zelf van? Verdachte herinnert zich er niet veel meer van; wel weet hij zeker, dat hij geen oogenblik het plan had om den agent in het water te werpen. „Ik wilde hem al leen maar opzij zetten Verd. was wanhopig, omdat hij geen steun had en in het gezin armoede heerschte. Requisitoir. De officier van justitie mr. B. Kist zei- de in zijn requisitoir, dat verd. in een wanhopige stemming verkeerde. Er is hier sprake va neen strafbare poging tot doodslag, welk feit spr. bewezen achtte. Verd. had thuis een zeer moeilijk leven, omdat hij het gezin niet kon steunen; hij was zenuwachtig en opgewonden. Zijn strafregister is echter blanco en het re- classeeringsrapport luidt gunstig. Spr. requireerde negen maanden gevan genisstraf, waarvan vier maanden voor waardelijk, met een proeftijd van drie jaar en onder aftrek van twee maanden voorloopige hechtenis. De verdediger mr. Th. Eskens bepleitte een clemente straf, gedeeltelijk voorwaar delijk, gedeeltelijk onvoorwaardelijk. Vonnis 20 Januari. HET CONFLICT BIJ HET LANDBOUW CRISIS-BUREAU. Beslissing van den minister. Naar aanleiding van het conflict, dat zich einde September heeft voorgedaan tusschen vier juridische ambtenaren van 't regeeringsbureau en een ambtenaar van 't landbouw-crisisbureau, heeft de minister van landbouw en visscherij een beslissing genomen. De minister is tot de conclusie gekomen, dat een dringende reden om de dienstbe- treking zonder inachtneming van den op zeggingstermijn te doen eindigen, voor de vier juridsche ambtenaren van het regee ringsbureau niet aanwezig was. Ten aanzien van den ambtenaar van het landbouw-crisis-bureau heeft de minister uitvoering gegeven aan het voornemen, dat hij reeds vóór het uitbreken van het conflict had, om dezen ambtenaar op een andere plaats in den crisisdienst werkzaam te doen zijn. Verdere publicaties zijn niet te ver wachten. In aansluiting aan dit communiqué over de strubbelingen, die zich in het verleden hebben voorgedaan aan het Landbouw crisisbureau, in herinnering gebracht, dat minister Deckers, na wat er zich zoo al bü genoemd bureau had voorgedaan wordt door mr. Schepel, raadsheer in den Hoogen Raad, een onderzoek had laten instellen. Thans verneemt het „Handelsblad" van bevoegde zijn dat, aangezien de minister van landbouw en Visscherij aan mr. Schepel persoonlijk verzocht had een en ander te willen nagaan, hem dientengevolge een voor zijn persoonlijke informatie bestemd rapport is uitgebracht. Het ligt dan ook, zoo wist men ons nog mee te deelen, niet in het voornemen van den Minister om meer omtrent het al sedert eenige weken in zijn bezit zijnde rapport-Schepel te publiceeren dan wat er opgenomen in het aan de pers verstrekte communiqué. Er werd hier nog aan toegevoegd, dat men wat thans bekend is gemaakt, in zeke ren zin kan beschouwen als een aanvulling op de antwoorden door minister Deckers 18 October ingezonden naar aanleiding van schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid mr. Boon. Deze had, aldus zij nog even gereleveerd, onder meer gevraagd, of de minister bereid was om, indien hem bij een ernstig onder zoek van misstanden in de ambtelijke ver houdingen bij het bureau in kwestie mocht blijken, een reorganisatie daarvan te gelas ten, opdat aan eventueele misstanden een einde zou worden gemaakt. Uit het communiqué omtrent de conse quenties van het onderzoek, valt op te maken, dat er een reorganisatie heeft plaats gevonden, bestaande in de verwijde ring van één ambtenaar, feitelijk leider van het landbouwcrisisbureau, die elders in den crisisdienst werkzaam is gesteld. KENNEMERLAND. In de afgeloopen week was de aanvoer aan de veilingen niet zoo groot als we voor Kerstmis gewoon waren. De markt (zoowel op de veiling als straat veilingen) toont het beeld van den winter. Ja, er komt nog wel aanvoer, doch zachtjes aan gaan de herfstproducten verdwijnen, terwijl de winterproducten domineeren. En de grossiers en ook de straathandel laten zien, dat het winter is. Boerekool, prei, win terpeen, rapen en kool (wel te verstaan kool van eigen bodem) domineeren. Er komt ook nog groente, die aan den herfst herinnert en bloemkool houdt dezen winter lang stand, hoewel le soort (of wat er voor doorgaat) bescheiden naar voren komt. Wel komt er nog aanvoer van z.g. 2e soort. De aanvoer van andijvie was neg wel van be.teekenis en voorts groene kool, boerekool en spruiten. De handel was niet onvoordeelig, sterker, vele groente, die sporadisch wordt aange voerd, was duur. Bloemkool le soort gold 710, 2e soort 24 per 100 stuks. Andijvie was prijs houdend. n.1. 23.50 per 100 stuks. Prei, waarvan een groote aanvoer, gold niet hoog, n.1. 46 per 100 (alleen voor goede kwa liteit). Groene kool was gewild, en gold 3 tot 5.50 per 100 stuks. Roode kool (waar van een bescheiden aanvoer) gold 812 per 100 stuks. Knolselderie was gewild en. gold 25 per 100 stuks. Witlof werd ruimschoots (eigenlijk te veel) aangevoerd en gaf een gereserveerd en handel te zien tegen prijzen, voor le soort, van 1719 per 100 K.G. Peterselie was duur, n.1. 6 10 per 100 bos. Spruiten werden, naar ge lang de kwaliteit, voor vele prijzen verhan deld en wel van 6.5020 per 100 K.G. Boerekool was in trek met sterk verhoogde prijzen, n.1. 1 0.601 per kist. Winterpeen, mooie kwaliteit, gold 1.502.20 per 100 K.G. De overige aanvoer, grootendeels 2e soort of kleine kwantums, geeft geen reden tot afzonderlijke vermelding. DE LANGENDIJKER GROENTENVEILINGEN. Het verloop der prijzen, besteed voor de producten, aan de Langendijker veilingen aangevoerd, was niet bijzonder gunstig, daar in het algemeen de noteeringen iets lager waren. Aan beide veilingen werden in de afgeloopen week nog aardappelen aan gevoerd, al was het in geringere hoeveel heden dan de laatste weken het geval was. Voor blauwe aardappelen werd 3.60 be taald. Blauwe eigenheimers van prima kwa liteit werden voor den bijzonder lagen prijs van 2.202.40 verkocht. Friso bracht, zelfs niet meer dan 1.50 per 100 K.G. op. Een deel van het verhandelde werd uit de hand verkocht, doch over de veiling betaald. Met de roode kool liep het ook niet best. De prijzen waren over 't geheel wel 1— 1.50 lager, vooral voor eerste kwaliteit. De laagste prijs, welke werd besteed, was 7.80. In 't laatst van het vorige jaar gin gen de prijzen boven de 9 uit. Voor eerste soort met een gewicht van 2 tot 4 pond werd 6—7 besteed, soms 40 a 80 cent hooger. Voor zwaardere werd 5.806.90 betaald. Groote kool wordt echter in bijzon der kleine kwantums aangevoerd. Voor tweede kwaliteit werd 56.50 betaald, met enkele uitzonderingen 20 tot 50 cent daarboven. Partijen, die vrij sterk afweken in kwaliteit, brachten nog 0.801.10 minder op. Voor stortgoed werd doorgaans niet meer dan 1—2 betaald. Enkele par tijtjes brachten 40 tot 80 cent meer op. De achteruitgang in den prijs lag vooral in de omstandigheid, dat er geen vraag uit het buitenland was. De voorraden gele kool zijn bijzonder klein dit jaar. Vandaar dat er van deze kool soort weinig wordt aangevoerd en onder dat weinige was ook nu maar weinig eerste soort. De prijzen waren ook lager. De aller mooiste van de eerste soort brachten 7.60 tot 8.10 op. Dit betrof de sorteering van 3 tot 4 pond. Het meeste kon echter geen hooger prijs bedingen dan 67. Groote- re kool was over 't geheel 40 tot 60 cent goedkooper. Voor tweede kwaliteit werd 2.806 betaald, al naar de mindere of meerdere grootte en de mate van afwijking. De kleinste soort of stortgoed werd met 1 tot 2.50 betaald. De grootste aanvoer vindt nog plaats van Deensche witte kool. Het meeste behoort tot de tweede kwaliteit. Zij wordt bijna alle afgenomen door de zuurkoolfabrikanten. Eerste kwaliteit van 3 tot 4 pond bracht 4.505.50 op, iets zwaardere is tot 30 cent minder. Voor tweede soort van 2 kilo en zwaarder werd 3.804.80 betaald. De sorteering van 3 pond werd voor 2.80 3.30 verkocht, het kleingoed voor 0.70— 1. Bedroevend was het weer met de uien, daar de prijzen nog omlaag gingen. Voor grove uien werd niet meer dan 22.50 betaald, terwijl de middelgroote slechts 1.802.20 opbrachten. Ook de drielingen waren weer lager, n.1. 0.701. Nep, die sporadisch wordt aangevoerd, werd ver kocht voor 33.40. Voor kroten, die maar weinig werden aangevoerd, bleek nog goede belangstelling te bestaan. Middelgroote werden voor 2.90, kleine voor 3.90 verkocht. Groote breekpeen bracht 1.401.80 op, kleine 0.60—0.90. Andijvie werd alleen aan de veiling van de Langendijker Groentencentrale aange voerd. De prijs liep van 0.501.30. Aan dezelfde veiling werden verschillende par tijen ruige gele kool aangevoerd. Ze bracht 0.403.80, al naar kwaliteit, op. Winnend licht en wijkend duister van Januaridagen. Het mysterie en de zegen van de zon. James Jeans, de bekende Engelsche na tuurkundige en schrijver van ook in het Nederlandsch vertaalde boeken als Het Heelal, De Sterren in hun loop en andere populaire astronomische werken, heeft on langs gezegd, dat, wat de moderne na tuurwetenschap van de natuur weet, onge veer het stof is, dat de mensch eerst zelf opjaagt, als hij in de woestijn gaat wan delen. Het besef, het diep besef, het blijkt ook uit deze uitspraak weer, dat wij met al onze wijsheid en wetenschap, met al onze kennis van aarde en heelal toch staan voor een peilloos mysterie, een ondoorgrond en ondoorgrondelijk geheimenis, spreekt bij hedendaagsche geleerden veel sterker dan in een vroegere periode. Zulk een mysterie, zulk een goddelijk wonder, blijft voor ons altijd de zon met haar licht en kracht, haar warmte en koes tering, die bij het stilaan lengen der dagen in de eerste Januariweken weer langer en straks al warmer de aarde beschijnt. Het is het hooglied van de zon, dat in de donkere dagen voor en na Kerstmis slechts met heele vage tonen en matte gedempte klanken tot ons doordringt, maar dat nu weer aanzwelt tot al voller en krachtiger accoorden. Er is een sterk sprekend verschil tus schen Decemberzon en het licht van Januari. Wat in December ons beschijnt, het is bij de nadering van Kerstmis en Oudejaarsavond het vaak in de laatste weken van het jaar al zwakker en valer wordende licht met toch de gouden glans erin van stemming, stilte, sfeer van ge wijde geheiligde dagen. Het licht van Januari is scherper, feller, wat kouder en nuchterder ook, het is de eerste strofe van het zonnelied, die nog niet direct stemming heeft en geeft, die ons nog wat ijl en scherp in de ooren klinkt, maar dit bij 't voort gaan der dagen en weken al sterker en war mer worden zal. Het is het hooglied van de zon, dat door heel het jaar over de aarde klinkt. Voor mij ligt een boek, een Duitsch boek, Das Hohe- lied der Sonne. Een boek over de bron des levens, luidt de ondertitel. De tekst, die Karl With schreef, is belangrijk en boeiend, maar van groote waarde zijn ook de prach tige afbeeldingen die het boek sieren, ja die wat de plaats betreft, die zijn innemen, de hoofdzaak van deze uitgave vormen. Iets van de kracht, de glorie van het schaterend zonlicht, iets van de zegen van dit hemel licht, dat aan mensch en dier en plant warmte geeft en glans, dat zegent en ge neest, maar ook bederf en verwoesting brengt, komt uit dit boek tot ons. Morgen, middag en avond, dag en nacht en scheme ring, de wisseling der seizoenen, het hangt alles samen met de zon en met de gang van de aarde door het hemelruim, als deel van ons zonnestelsel. Speelsch valt het licht door de takken van het bosch in lentetooi, wekkend de bloemen, het speenkruid, de anemonen uit de wintersche aarde. Fel beschijnt het den boer, die zijn ploeg over de velden stuurt. In 't zonlicht speelt het kind en koesterende stralen vangen de ouden van dagen op, die op de banken in 't plantsoen een warm plaatsje zoeken, zoodra de winterkilheid wijkt. Straks wordt het zomer en de koren aren wuiven in de Augustuszon, na de teere schoonheid der knoppen en der bloemen rijpen der vruchten in het warme licht. In herfstglans fonkelt het kleurige blad van de Octoberboomen, in late winterzon ligt de besneeuwde wereld van een stillen Decemberdag. Zoo zingt over heel de aarde, sterk en sonoor, het lied van de zon. In deze dagen van winnend licht, van wijkend duister, begint het opnieuw en het zal de maanden doorgaan van het jaar en ons be geleiden door al onze dagen. Het hooglied van de zon! A. L. B. BOTSING OP BEWAAKTEN OVERWEG. Auto met 7 inzittenden rijdt door spoorboomen. Gisteravond te ongeveer half acht botste een auto uit de richting Mars- sen tegen de neergelaten boomen van den bewaakten overweg bij de halte Leeuwarden aan den Harlingerstraat- weg. Door de kracht van de botsing werden de boomen weggerammeid en kwam de wagen midden op de spoor baan tot stilstand, juist op het oogen blik, dat een trein van de richting Stins naderde. De machinist remde nog op korten afstand uit alle macht, doch dit kon niet verhinderen, dat de auto eenige meters werd medegesleurd. In de auto zaten zeven personen, n.1. de bestuurder H. Miedema, D. Glas en echt- genoote, mevr. van der Bij en drie kinde ren van 11, 7 en 2 jaar, allen uit Dokkum. De beide dames werden ernstig gewond, 't 7-jarig meisje brak het linkeronderbeen, terwijl de vier andere inzittenden allen lichte kwetsuren opliepen. Na door verschillende doctoren verbon den te zijn, zijn de slachtoffers naar het Diaconessenhuis te Leeuwarden overge bracht. De auto werd totaal vernield. H.M. HERTOG HENDRIK VERTROKKEN. Naar de Canarische eilanden. H. M. Hertog Hendrik onder commando van kapitein-luiten, ter Zee A. C. Waker- lin is voor een oefenreis naar de Canari sche eilanden uit de haven van Nieuwediep vertrokken. De reis zal zeven weken du ren en is dezelfde trip, die H. M. Gelder land kortelings heeft gemaakt. DE MAAS WAST BIJ VENLO. Reeds vele landerijen onder water. Gisteravond was de stand van de Maas bij Venlo 15.10 M. boven A. P. Tengevolge van dit hooge rivierpeil hebben de sche pen te Venlo de winterhaven moeten op zoeken, daar de zomerhaven reeds onder water stond. In verschillende wijken van Venlo en omgeving hebben de bewoners van de aan de Maasoevers gelegen huizen reeds last van het welwater, dat in de kel ders is binnengedrongen. De uiterwaarden staan grootendeels reeds blank. Ook zijn reeds vele landerijen onder wat gezet. CREMATORIUM TE VELSEN. Overzicht van crematies. In het Crematorium van de Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbranding te Vel- sen hadden in 1935 747 verasschingen plaats tegen 668 in 1934; een stijging dus met 79. Van de veraschten behoorden 385 tot 't mannelijk en 362 tot het vrouwelijk ge slacht. Uit Amsterdam 136, uit Den Haag 193, uit Rotterdam 35 en uit de overige plaatsen in Nederland 285. Naar den godsdienst behoorden de over ledenen 337 Ned. Hervorm, 25 Remon strant, 36 Doopsgeind, 27 Luthersch, 15 Isrealitisch, 3 Roomsch-Katholiek, 15 an dere gezindten en 280 tot geen kerk. TRANSPORT VAN EEN NIEUWE BASCULE-SPOORBRUG. Van de Ned. Dok My. naar het Oosterdok. Een moeilijk karwei. Tusschen één uur en half vier heeft gistermiddag het transport plaats gehad van de eerste der drie bascule-spoorbrug gen, die in de verhoogde spoorbaan tus schen het Centraal Station en de Rietlan den te Amsterdam de overbrugging over den toegang tot het Oosterdok zullen vor men. Het transport vertrok te één uur van de terreinen der Nederlandsche Dok Maat schappij aan de overzijde van het IJ, waar de brug is geconstrueerd. Het gevaarte, dat 35 meter lang, 9 meter breed en 3 meter hoog is en, mèt de onder- deelen, 615 ton weegt, was gemonteerd cp een ijzerconstructie, die rustte op een groote elevatorbak. Het bovengedeelte toch moest 9 meter boven den waterspie gel uitsteken om aan den eenen kant over de opengedraaide oude spoorbrug en aan den anderen kant over het bruggehoofd daarvan te kunnen worden heengema- noeuvreerd door twee sleepbooten der firma Goedkoop, waarvan er één vóór en één achter had vastgemaakt. De doorvaartruimte van de oude brug Was amper voldoende om het transport door te laten. Wel was alles vooruit bere kend, doch dit nam niet weg, dat tusschen ITO TONNEMA CIE - SNEEK FABRIKANTEN VAN KING PEPERMUNT de ijzerconstructie, waarop de nieuwe brug voorloopig rust en den pijler van de oude brug ter eener, alsmede het bruggehoofd ter anderer zijde, slechts eenige decime ters speling overbleef. Voor de ingenieurs van de Ned. Dok Maatschappij, de directie van de Spoor- wegwerken Amsterdam-Oost, niet het minst voor de sleepboot-kapiteins en nog minder voor den chef van het Centraal Station, die het doorvaren met begrijpe lijke belangstelling volgden en daarbij wel sterk gedacht zullen hebben aan den ge- regelden treinendienst in de richting Hil versum, was het een eenigszins hachelijke uurtje, dat aanbrak tegen half drie, toen het transport van over het IJ tot voor de oude spoorbrug genaderd was. Het technisch kunnen van de deskundi gen, alsook de ervaring, welke men met karweien van dergelijken aard heeft op gedaan, was echter een waarborg, dat dit transport zijn beslag zou krijgen, zonder dat er „brokken" zouden worden gemaakt! Aan één zijde van den elevator waren twee zolderschuiten vastgemaakt ter ver hooging van de stabiliteit van het geheel. Er was trouweps stil weer afgewacht voor den tocht, omdat golfslag van eenige be- teekenis alle berekeningen in de war had kunnen sturen en noodlottige gevolgen had kunnen hebben. Bovendien was met hetzelfde doel het scheepvaartverkeer in de buurt door de havenpolitie gestremd. Het doortrekken naar de plaats van be stemming voltrok zich in den tijd van twintig minuten; af en toe moest het transport iets naar links of naar rechts zwenken om niet tegen den pijler of het bruggehoofd te schuren. Het ging met de grootste voorzichtigheid en te vijf minuten over half vier lag de nieuwe brug voor haar eigen bruggehoofden, om binnenkort daarop neergelaten te worden. Het treinverkeer, dat slechts tien minu ten vertraging ondervonden had, is daarna over de weer dichtgedraaide oude spoor brug hervat. AUTO TE WATER GEREDEN. Een der inzittenden aan gevolgen overleden. In de buurtschap Zevender, onder Lo- pik, is een personenauto, bestuurd door den heer T. Schenkel uit Benschop, door dat te veel aan den kant van den weg werd gereden, omgeslagen en in de Lopi- ker Wetering terecht gekomen. Drie van de passagiers konden zich spoedig bevrijden, doch met de twee laat ste passagers gelukte dit slechts met groo te moeite. Een van hen verkeerde in be- wusteloozen toestand. Nadat dr. Blankestein uit Lopik hulp had verleend, zijn de jongelui per auto naar huis gebracht. Een van de inzitten den, de 17-jarige D. J. Schenkel uit Benschop, is echter Zondagmiddag tenge volge van longontsteking, bij het ongeluk opgeloopen, overleden. 61. Pit nam angstig Dumpy op en drukte hem stevig tegen zich aan. „Wat doe je?" vroeg Pummels, „ben je bang, dat dat hondje daar jouw Dumpy zal opeten?" „Wat U maar een hondje noemt", zei Pit, ,,'t lijkt wel een olifant". „Pff, 't zou wat," vond Pummels, „dat is een gevalletje van niks. Moeten jullie maar zien hoe ik 'm dat lever." 62. De bulldog kwam nu sluipend nader. 'tWas wer kelijk een gevaarlijk uitziend beest en Pit en Pat hiel den zich wijselijk achteraf. Pummels stapte een eindje naar voren, maar krabde zich toch aan zijn kin, toen hij de aanminnige blikken van zijn tegenstanders opving. „En toch zal ik moeten doorzetten", murmelde hij bij zichzelf.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 7