De onbuigzamen Protestantsch-Christelijke reclasseering. SCHOORL Stad w Omgeving. Een afdeeling te Alkmaar opgericht. Gering was gisteravond de belangstel ling voor de vergadering tot vorming van een afdeeling van de vereeniging voor protestantsch-christelijke reclasseering, gehouden in de kleine zaal van de Har monie. Als voorzitter van het voorloopig comité opende de heer Van 't Laar, hoofd der Julianaschool u.l.o., de vergadering. Na ge- zamenlijken zang van Gez. 194 1 ging hij voor in gebed, waarna hij een kort woord ter inleiding sprak, de beste wen- schen uitende voor het welslagen van den avond. Als eerste der drie sprekers, die het werk der vereeniging zouden toelichten, kreeg de heer Hornstra, lid van het hoofdbestuur, het woord. Spr. ving aan met de noodzaak van christelijke reclasseering te bepleiten. Hij las dan eenige verzen voor uit het achtste hoofdstuk van het Evangelie van Johannes (het verhaal van de overspelige vrouw), waarvan spr. ontroerend vond de vryspraak door Jezus met het bekende: „Zondig niet meer." Vooral in dezen tijd van toenemende moreele inzinking zijn warme liefde, ge vouwen handen en een biddend hart noodiger dan ooit. Onder reclasseering verstond spr. het herstel van de verhouding tusschen maat schappij en individu. Daaronder vallen drankbestrijding, werkloosheid, armen zorg, enz., en bovendien de zorg voor ont slagen gevangenen en voorwaardelijk ver oordeelden en voorwaardelijk in vrijheid gestelden. Zy is een onmisbare voorwaar de daarvoor en daarbij kon.en tegenover elkaar eenerzyds de meening dat alles moet uitgaan van Gods woord en ander zijds de stelling, dat men alleen rekening heeft te houden met maatschappelijke toe standen, opvoeding e. d., dus de humani taire gedachte. Spr. meende, dat deze laatste meening niet opgaat. Immers een goed onderlegde zal als misdadiger veel gevaarlijker kun nen zijn dan anderen. Méér scholen heb ben geen mindere criminaliteit gebracht. Als erfelijkheid en ziekte als oorzaak van misdadigheid moesten worden aangeno men, mocht geen straf volgen en als maat schappelijke toestanden ertoe zouden lei den, waren diï misstanden te verbeteren om de criminaliteit op te heffen. Volgens spr.'s overtuiging is de misda digheid alleen een gevolg van de zonde en kan slechts God reclasseeren. Alleen de door Christus geredde is gereclasseerd en daarom moeten de delinquenten tot den Heiland worden gebracht, als een roeping uit liefde tot Ilem. Die arbeid kan niet geschieden onder het humanistische vaan, maar slechts onder de spreuk Pro Rege. Wil men met succes den strijd aanbin den tegen de misdaad, dan moet men be- gi._nen met strijd tegen de zonde. Het gaat om behoud van de eeuwige ziel, tot eere van God. De straf voor de misdaad moet gezien worden als vergelding, boete en niet als wraak, zooals men soms wel wil beweren. En nu moet men den overtreder opvoeden tot hij weder een beelddrager Gods wordt. Elk geval zal daartoe afzonderlijk moeten worden bezien. Niet met preeken e. d. zal men het meeste bereiken, want daaraan heeft de delinquent niet allereerst behoef te, maar met vertrouwen; echter dit geve men slechts met groote bedachtzaamheid, opdat men niet het tegendeel bereikt van wat men wil. Spr. schetste de moeilijkheden, die zich in dezen kunnen voordoen bij de christe lijke reclasseering, maar wie werkelijk den Heiland heeft leeren kennen, zal het werk met liefde doen. De religie is niet, zooals men in ander kamp wel zegt, een middel, maar het middel voor reclasseering. De tweede spreker, de heer Bos, van Den Helder, besprak de chr. reclasseering als man van de practijk. De geringe belangstelling voor deze ver gadering deed spr. vragen: Stelt men meer belang in de rechtszaak dan in de ophef fing uit de misdaad? Reclasseeren beteekent terugbrengen in den kring waarin men behoort. Daarvoor en zijn belangstelling en liefde noodig, daaraan ontbreekt nog al eens iets. Daar om moet men die belangstelling trachten te winnen, ook in Alkmaar. Alleen zij, die weten hoe spoedig men in het kwaad kan vervallen, kunnen beseffen hoe moeilijk het is een delinquent terug te brengen in den kring waarin hy behoort, m. a. w. alleen wie de liefde Gods kent, is tot re classeering in staat. Spr. schetste het sombere der gevange niscel en van de ziel van den daarin ver- toevenden misdadiger, om dan te betoo- gen, dat het vreeselijke daarvan een aan sporing dient te zyn voor het reclassee- ringswerk. Spr. meende, dat men geen misdadiger mag pogen te redden uit den greep der justitie, indien men niet overtuigd is van diens innig berouw. Dan pas mag men aan dringen op voorwaardelijke veroordeeling of voorwaardelijke invrijheidstelling. Na de voorwaardelijke veroordeeling be gint voor den reclasseeringsambtenaar het verantwoordelyke werk, omdat hij door den rechter is belast met het toezicht op den aldus veroordeelde, om hem te raden en te leiden. Dit kan die ambtenaar slechts goed doen, als hy waarlijk christen is. Dan pas kan hij het onmisbare vertrouwen en de liefde geven, die noodig zyn om den betrokkene weder op den goeden weg te brengen en tot Christus. De voorwaardelijke invrijheidstelling geschiedt na tusschenkomst van den re- classeeringsraad. Tot welken zegen de re- classeeringsarbeid kan zijn voor den mis dadiger maakte spr. duidelijk met te wij zen op de geschiedenis van een moorde naar, die in de gevangenis God leerde ken nen en een dusdanig berouw toonde, dat besloten werd tot zijn voorwaardelijke vrijlating. Met klem wekte spr. op om mede te doen aan het chr. reclasseeringswerk. In een stad, waar een rechtbank is gevestigd, is een afdeeling der vereeniging zeer zeker noodig, meende hy. De laatste spreker, de heer Van Doorn, van Alkmaar, behandelde speciaal de dik wijls door buitenstaanders gestelde vraag: „En hebt ge nog al wat zegeningen op uw arbeid?" Spr. moest toegeven dat er nogal eens teleurstellingen komen, maar toch had hy in zijn 15-jarige werkzaamheid in de reclasseering heel veel zegeningen on dervonden, sterker nog, véél méér zege ningen dan teleurstelling had hij op zijn werk gehad. Reclasseering en rechtspraak zijn in de laatste jaren hand aan hand gegaan, om den gevallen man of vrouw terug te bren gen waar hij behoort. Spr. toonde door een voorbeeld van een gevangene aan hoe de reclasseering dient te werken en speciaal hoe iemand, die „onder toezicht" staat, bejegend moet worden. Het gaat niet al leen om woorden, maar ook en vooral om de practyk van het leven. Door den mis dadiger te brengen tot God, zal men hem redden en behoeden voor een weder vér- vallen in de zonde. Met eenige voorbeel den toonde spr. voorts aan dat de ware liefde tot Christus de beste leidsvrouw is voor de reclasseering. Een afdeeling opgericht. Na een opweking door den heer Bos verklaarden alle aanwezigen (slechts één uitgezonderd) zich bereid toe te treden tot een te vormen afdeeling van de vereeni ging voor protestantsch-christelijke re classeering. Medegedeeld werd nog, dat de vereeni ging is opgericht in 192f en thans een 40- tal afdeelingen telt en honderden corres pondenten. Eenige duizenden zaken wer den reeds door haar behandeld. Zij geniet de belangstelling en daadwerkelijke mede werking van een grooten kring van intel- lectueelen en o.a. van leden der rechtbank te Alkmaar. De vergadering werd gesloten met dankzegging, waarbij de heer Bos voor ging- i. d. huishouding, Isr., van Heilooërdijk 5 naar Duitschland. J. Zwart, N.H., z. b., van Metiusstraat 12 naar Winkel. W. F. J. Kraaije, geen, machinist /.er koopvaardij, van Bergerweg 18 naar Curacao. E. Koeleman, geen, dienstbode, van 2e Land- dwarsstraat 24 naar Noordscharwoude. Klaas Erdtsieck, D.G., z. b.,. van Emma- straat 37 naar Den Helder. J- Kropt, G.K., 2e Luitenant b. d. Infanterie, van v. Vverdingenstraat 8 naar Amersfoort. J. Beemsterboer, R.K., chauffeur, en gezin, van Rochdalestraat 4 naar Zaandam. O. J. M. Kroon, R.K., reiziger, van Stations straat 65 naar Purmerend. M. P. C. Molschildwacht, R.K., liefdezuster, van v. Everdingenstr. 18 naar 's-Gravenhage. C. Kater, D.K., z. b., van Mient 24 naar Am sterdam. P. Helder, N.H., brugwerker N.S., en gezin, van Nieuwpoortslaan 89 naar Utrecht. G. Tielenburg, HdlD., brugwerker N.S., en gezin, van Asterstraat 17 naar Utrecht. E. Commandeur, R.K., dienstbode, van Verdr.Oord 25 naar War- menhuizen. -j 'fxxwinciaat 'flieuws VERTROKKEN PERSONEN. G. N. Oudejans, R.K., electricien, van St. Annastraat 27 naar Ursem. B. J. M. Pekelharing, R.K., kantoorbediende, van Oudegracht 192 naar Amsterdam. Tr. Prinsen, R.K., dienstbode, van Fabrieksweg 8 naar Bloemendaal. J. N. H. Al, R.K. hulpkommies Bel., van Mient 10 naar Al phen (N.B.) C. H. van Erkelens, geen, timmerman, van Nieuwpoortslaan 11 naar Wijk by Duurstede. L. Weinberg, hulp 10-jarig bestaan van de V. V. V. GroetKamperduin. Bij het ontvangen van de convocatie meenden we, dat dit 10-jarig bestaan zeer sober zou worden herdacht; de oproepings- kaart zag er zeer zakelijk uit, en geleek al zeer veel op die van een heel gewone ver gadering. Ter vergadering bleek ons echter, dat, ofschoon alles er eenvoudig uitzag (slechts het podium was wat met groen ver sierd en het bestuur was getooid met de mooie insignes) het zeer goed mogelijk is, om met beperkte middelen een zeer gezel- ligen avond te maken. Tusschen de diverse agenda-punten door kregen we zang en voordracht en verdere verrassingen, en. aangezien er heel wat dames aanwezig waren, natuurlijk niet ge komen voor streng zakelijke dingen, kwam er al heel spoedig een zeer vroolyke stem ming. Doch laten we by het begin beginnen, en dit is dan natuurlijk de opening van den voorzitter, welke al dadelijk een jubileum karakter kreeg. De dames vooral waren hem welkom, terwijl hy mededeelde, dat op de aan allen verstrekte bon consumptie kon worden verkregen, terwijl koek, bon bons en sigaren het deel zouden worden van de aanwezigen. De oprichting was ge schied op 12 Januari 1926, doch aangezien die datum thans op Zondag viel, was de her denking nu op Maandag gesteld. De notulen van den secretaris, den heer Meedendorp, genoten een gunstig onthaal. Diverse ingekomen stukken werden voor kennisgeving aangenomen, t. w.: Mededeeling van het- gemeentebestuur, dat de raad besloot, om de leges op het kam peeren vast te stellen op-5 ets. per persoon en per dag. Trekkers betalen een minimum van 0.25 per tent en per. nacht. Voor een. langer verblijf vallen ook zy onder het 5 cts.-tarief. Mededeeling van P. T. T., dat expresse bestellingen naar Groet én Kamperduin op dezelfde wijze als tot héden zullen worden uitgevoerd. Deze uitvoering is snél, en, waar hoofdzakelijk deze stukken in het seizoen worden besteld, en dan vaak bij 4 of 5-tal gelijk, is het bestelloon niet duur. Het bestuur is over dit antwoord niet vol daan en zal verder ageeren om een goed- koopere bestelling van deze stukken te ver krijgen. Mededeeling van den heer van de Garde, dat de kookcursus van de P. H. V. door 36 cursisten wordt medegemaakt. Een felicitatie van den heer S. G. L. F. baron von Fridagh, als donateur van de V. V. V., en beste wenschen voor het verdere actieve werk van de vereeniging. Mededeeling, dat de eerste aanvragen reeds weder binnenkomen voor zomer- bezoek. Mededeeling, dat de federatievergadering (V. V. V.'s in Noordholland boven het Noordzeekanaal) in Groet zal worden ge houden, ter gelegenheid van het jubileum jaar van V. V. V. Groet—Kamperduin. Mededeeling van den directeur van het telegraafkantoor, dat, tot, meerder nuttig effect van de telefoon-aansluiting in het in lichtingenbureau, het toestel in de winter maanden by den voorzitter kan worden ge plaatst tegen een directe vergoeding van 12.50 en verder tegen een kleinen jaar- lykschen prys. De vergadering kon hier mede accoord gaan. «osaeoo Jladiopcogcamma Vrijdag 17 Januari. HILVERSUM, 1875 M. (8.—12.— 4.—8.en 11.—12.— VARA, de AVRO van 12.—4.— en de VPRO van 8.—11.— uur). 8.— Orgelspel. 8.30 Gr.pl. 10.— VPRO-morgen- wyding. 10.15 Voordracht. 10.35 Gr.pl. en voordracht. 11.20 Gr.pl. 12.— Gr.pl. 12.30 Kovacs Lajos' orkest en gr.pl. 2.Voordr. en kamermuziek. 3.10 De Avro-Deci- bels. 4.De Zonnekloppers. 5.— Voor de kinderen. 5.30 Orvitropia en gr.pl. 7.Lezing. 7.20 Gr.pl. 7.50 Ber. 8.— Vryz. Godsd. Pers bureau. 8.05 Causerie 8.30 Zang en piano. 9.Lezing. 9.30 Gr.pL 10.— Filmkroniek. 10.45 Ber. 11.— Jazz muziek. 11.3012.Gr.pl. HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr. NCRV). 8.— Schriftlezing. 8.15 9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst. 11.— Gr.pl. 11.15—12.— Piano recital. 12.15 Gr.pl. 12.45 Ensemble, van der Horst. 2.30 Chr. Lectuur. 3.15 Tenor en piano. 4.Gr.pl. 5. Solistenconcert. 6.30 Causerie. 7.-* Ber. 7.15 Reportage. 7.30 Literaire causerie. 8.Ber. 8.05 Arnhem- sche Orkestvereeniging. 8.55 Gr.pl. 9.25 Verv. concert. 9.55 Ber. 10.20 11.30 Gr.pl. In de pauze: Repor tage damwedstryd. DROITWICH, 1500 M. 11.20 Orgel spel. 11.50 Populair concert. 12.50 Dansmuziek. 1.35 Kamermuziek. 2.20 Gr.pl. 2.50 Orkestconcert mmv. solist. 3.50 BBC-Midland-orkest mmv. solist. 5.05 Gr.pl. 5.35 Dans muziek. 6.20 Ber. 6.50 Zang. 7.10 Lezingen. 8.20 Concert uit Leipzig. 9 20 Dansmuziek. 9.50 Ber. 10.20 Nieuws uit Amerika. 10.40 BBC- orkest en soliste. 11.35—12.20 Dansmuziek. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20, 8.35 en 11.35 Gr.pl. 12.35 Orkestconcert. 2.50 Gr.pL 4.20 Kwartetconcert. 5.50 Orkestconcert. 9.05 Operette- uitz. 11.05—1.05 Gr.pL KEULEN, 456 M. 5.50 Orkestcon cert. 11.20 Weragkamer-orkest. 1.35 Gr.pl. 5.20 Dresden Philh. orkest en solisten. 7.30 Voor solda ten. 8.30 Omroepkleinorkest. 10,20 —11.20 Populair concert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en 1.30—2.20 J. Schnyders' orkest. 5.20 Gr.pL 5.50 Kamermu- ziek. 7.35 Gr.pL 8.20 Concert uit Leipzig. 9.20 Salonorkeit. ca. 10.30 —11.20 Dansmuziek. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Salonorkest. 1.50 Zang. 2.—2.20 Gr.pL 5.20 Symph.-concert en zang. 6.20 Gr.pL 6.50 Piano- recital. 7.35 Zang. 8.20 Symph.- concert en zang. 10.30—11.20 Gr.pL DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7,30 Omroeporkest mmv. solist 9.20 Ber. 9.40 Causerie. 9.50 Zang en piano. 10.05 Weerber. 10.20—11.20 Dansmuziek. I GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Parijs Radio 8.059.05, Keulen 9.05—10.05, D.sender 10.05 11.20, Kalundborg 11.2012.05, Parijs R. 12.05—13.05, Brussel VL 13.05—14.20 Lond. Reg. 14.20—14.50 Parijs R. 14.50—17.20, Keulen 17.20 —19.05, D.sender 19.05—20.20, Leipzig 20.20—21.20, Ween en 21.20 —22.10, Berlijn 22.10—23.20 Wee- nen 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VL 8.—9.20, Nor- mandië 9.2010.35, Lond. Reg. 10.3511.20, Droitwich 11.20 15.50 Lond. Reg. 15.50—17.35 Droit wich 17.35—18.20, Brussel VL 18.20 18.50, Droitwich 18.5019.10, Lond. Reg. 19.10—21.20, Droitwich 21.20—21.50, Lond. Reg. 21.50— 24.—. Mededeeling van het gemeentebestuur, dat de Oude Hagei Zeeweg in den vervolge zal genaamd zyn: Oorsprongweg. De heer H. Groothoff werd, op diens ver zoek, na eenige discussie, weder als lid aan genomen, nadat hjj 10 zal hebben betaald. Hierna las de secretaris zijn jaarverslag, ditmaal niet uitvoerig, doordat de voor zitter een overzicht zou geven van het werk der 10 jaren van het bestaan van de V. V. V. Uit het jaarverslag bleek, dat het bezoek in 1935 voldoende was geweest, doch het financieel resultaat voor verhuurders en pensions minder was dan vorige jaren. Er werden 3 ledenvergaderingen gehouden, vele brieven waren ontvangen en verzonden (dit bleek reeds in een vorig vergaderings- verslag). De vereeniging telt thans 131 leden en 10 donateurs, een vooruitgang van 7 leden. 'Nauwkeurig is het bezoek van rijwielen en motorrijtuigen, alsmede van gasten na gegaan, terwyl ook hieruit, zoowel als uit het hoog aantal zeebaden bleek, hoe druk het in den zomer te Kamperduin is. Het verslag werd onder applaus aan vaard. De heer S. Gutker deed hierna, als pen ningmeester, zijn verslag van de financiën over 1935. De ontvangsten, w.o. als grootste posten 102 als opbrengst van de pensionlyst, 357 van ledengeld, 91.98 als opbrengst van het reclamefonds en f 151 als saldo der ver loting, bedroeg in totaal 1005,48 1/2. De uitgaven w.o. 192,40 voor de gids, 139,91 voor advertentiereclame en 1 68,20 als rente en aflossing van het V. V. V.-gebouwtje, en f 114,11 als batig saldo, bedroegen eveneens 1005,48 1/2. De balans wees een eindcijfer aan van 722,31. Het eigen gebouwtje, dat in een goede behoefte voorziet, kwam nog voor met een balanswaarde van 400, waar tegenover een schuld bestaat tot hetzelfde bedrag. De heer C. Duin Wz. rapporteerde tot aanvaarding van de rekening, daar alles buitengewoon keurig in orde was. Alzoo werd besloten. De voorzitter dankte den penningmeester voor zijn goede werk, als mede de financieele commissie. Als nieuw lid van deze commissie werd aangewezen de heer J. W. Damiaans. Hierna gaf de voorzitter, de heer P. Kos, een resumé van het gebeurde in de 10 jaren van V. V. V.'s bestaan. Allereerst werd gesproken van de minder goede organisato rische verhouding in de plaatselijke V. V. V. „Noord-Kennemerland" en de plannen tot afscheiding en oprichting van een nieuwe V. V. V. in Groet en Kamperduin. Na reeds 'vergaderd te hebben in D«qp. ber 1925, werd tot oprichting overgegaan op- 12 Januari 1926; tot deze oprichting had vooral de tegenwoordige secretaris kracht dadig medegewerkt De heer Dehé werd voorzitter, later, in 1927 door den heer Kos opgevolgd. Reeds spoedig ging men tot enkele werkzaamheden over, en trachtte men voor eigen omgeving verbeteringen voor het verkeer aan te brengen. Een pen sionlyst werd uitgegeven (we zagen dit exemplaar circuleer en in de vergadering). Kamperduin verkreeg waterleiding. Ter st ij ving van de kasmiddelen hield men al dra een verloting. Een gids werd gemeenschappelijk met Schoorl V. V. V. uitgegeven. Gemeente subsidie werd verkregen. In 1930 ging men over tot uitgave van een reclamegidsje zonder anonces. Zuid-Afrikaansche studen ten werden ontvangen in Kamperduin. Jaarlijks werden, onder leiding van den heer Greup, duinwandelingen voor de gas ten georganiseerd. In 1932 werd door den heer Minkema een strandpaviljoen geplaatst, en een jaar daar na bouwde deze heer zijn mooie inrichting op den Zeedijk, wat wel de hechte funda menten werden voor Kamperduin als bad plaats. Verder werd gewaagd van diverse offi- cieele ontvangsten van vereenigingen, van komende en gaande bestuursleden, en van velerlei werk. Klein werd begonnen, en thans kan de V. V. V. bogen'op een sterke en financieel-krachtige organisatie. Een eigen informatiegebouwtje was eveneens tfeuitteton naar het Engelsch 7=^== van J. S. FLETCHER «oor mr. li. J. xi. 41) „Er is nog nooit een dijk tegen het water bestand geweest, zoodra het water er in kon dringen", antwoordde Louis. „Het erg ste is, dat niemand zeggen kan hoe erg 't daar binnenin uitziet, zoolang de inge nieurs er niet zyn geweest. Als er werke lijk een scheur isen het water dringt daarin... en er komt dan vannacht wer kelijk zware stormnou, dan loopt het mis! Napleiten geeft niets, maar dat re servoir had daar nooit moeten worden aan gelegd! Het had twintig mijl verderop in de hei moeten zijn gebouwd". De anderen waren hen een eindje vooruit en bleven nu stilstaan. Toen Rawlinson en Louis hen inhaalden, stonden Washington en Crabtree, met de lantaarns boven het hoofd geheven, aan Oliver te toonen, wel ke schade er was veroorzaakt. Met verba zing keek Rawlinson naar de groote blok ken steen, die van hun plaats waren ge slingerd alsof ze niet meer wogen dan 'n stuk kinderspeelgoed. „U kunt zien, hoe het gebeurd moet zijn", zei Crabtree, zijn licht zoover mogelijk over de borstwering houdend. „De dyna- miet-patroon moet ergens daar beneden geplaatst zijn kyk, daar aan het einde van die scheur., en die is zoo als u ziet slechts een paar meter lang. Maar ja, als het waar is, wat mijnheer Louis denkt als die zich diep onder de oppervlakte doorzet „Ik zal je zeggen, wat er gebeuren moet", zei Oliver, zich uit zijn gebogen houding hoog oprichtend en sprekend met iets van zijn oude kracht, „want één ding staat vast! Vannacht moeten jullie zorgen, dat deze plek met de grootste zorgvuldigheid bewaakt wordt. Niet uit angst voor een herhalingik denk, dat die schurk zijn werk beter gedaan heeft, dan jullie den ken... maar voor het geval, dat de storm erger wordt en het water in die scheur zou komen. Er moeten hier overal wachten komenEnhoe staat 't met de sluis deuren? Kunnen jullie niet flink spuien, zoodat de druk van het water minder wordt?" „Dat is vooreerst nog niet noodig", zei Crabtree, en gaf verder eenigen techni- schen uitleg. „Maar ik zal toch zorgen, dat de dam hier bewaakt wordt. Ik zal een paar van mijn mannen op post zetten en zelf vannacht ieder uur komen kijken. Maar ik geloof niet, dat er op het oogen- blik ten minste veel gevaar is". „Veel gevaar?" riep Oliver uit. „Maar man, er mag heelemaal geen gevaar zijn!" Hy bleef wachten tot de opzichter voor de noodige bewaking gezorgd had en Louis bleef met Rawlinson op hem wach ten. Maar eindelijk was alles gedaan, wat mogelijk was en keerde Oliver, hoewel met tegenzin, naar zijn huis terug. „Ik ben hier morgenochtend vroeg terug, Crabtree", zei hy. „Zoodra het licht wordt, kom ik! En mocht er in dien tusschentijd iets verkeerd gaan...". „Ik zou nog graag iets zeggen", onder brak Crabtree hem. „U zit beiden in het gemeentebestuur en... misschien is het iets, dat onderzocht moet worden. Wilt u misschien nog een paar minuten binnen komen?" HOOFDSTUK XVIII. Angst. Zoodra ze weer in de kamer van den hoofdopzichter waren, wendde Oliver zich terstond tot hem met de vraag: „Wat bedoel je met te zeggen, dat we in het gemeentebestuur zitten? Weet je dan soms iets, wat een rechtszaak kon wor den? Wat hiermee te maken heeft?" Crabtree keek eerst zijn ondervrager en dan Washington aan. „Ik heb er over loopen denken van het oogenblik af, dat we naar buiten zyn ge gaan om te kijken", zei hij. „En ik weet zelf niet, of ik wel bèhoor te zeggen wat ik eigenlijk denk; ik zou niet graag iets zeggen, waardoor ik een onschuldige in verdenking bracht. Maar u weet toch wel, mijnheer Washington, dat we dat geval met Barsow hebben gehad?" Washington schrok er van op en begon zachtjes ta fluiten. Blijkbaar bracht de naam, door Crabtree genoemd, een of an der feit voor zijn geest. „Zoo... zou dat het zijn!" riep hij uit. „Daar had ik nog niet aan gedacht". „Ik ook niet... tot daareven!" zei Crab tree. „U weet toch wel, wat er gebeurd is, toen hy ontslag kreeg?" „Waar heb je het over?" vroeg Oliver. „Je hebt me gevraagd binnen te komen, om iets te vernemen. Maar wat ik nu hoor is Spaansch voor me! Wie is Barstow? Waarom is hij ontslagen? Wat is er ge beurd? Vertel het toch wat duidelijker!" „Barstow was een van mijn werklui", antwoordde Crabtree. „Hij was hier al een paar jaar en hij woonde in een van de huisjes daar aan den dijk. Hij begon te drinken en zijn werk te verwaarloozen en nadat ik hem ontelbare keeren gewaar schuwd had, moest ik hem tenslotte wel bij het bestuur aanbrengen. Dat weet mijnheer Washington ook wel. Ze hebben hem toen nog een paar maal een kans ge geven, maar hij verbeterde niet en toen moest hij weg. En toen hij ontslag kreeg, werd hij razend van woede en gooide er allerlei dreigementen uit... wat weet ik zoo precies niet meer. Maar hij zei in elk geval, dat hij zich wreken zou!" „En?" vroeg Oliver. „Ik heb gehoord, dat hij werk heeft ge vonden in de steengroeven van Dibbs", zei Crabtree. „Wat zou dat?" vroeg Oliver. „Wel... daar gebruiken ze nog al dyna miet", zei Crabtree. „Daar laten ze elk oogenblik de rotsen springen. En een man, die daar aan het werk is, zou ge makkelijk kans hebben om aan wat springstof te komen, Natuurlijk het is maar een veronderstelling van me Louis John tikte zijn vader op den arm. „Het is al erg laat", zei hij. „Ik zou graag naar huis gaan. Als er, in wat Crab tree zegt, iets zit, dan kan dat morgen na gezocht worden. Maar als ik in jullie plaats stond", vervolgde hij tot Crabtree en Washington, „dan zou ik de politie er liever buiten laten. Op het oogenblik is er nog niet te zeggen, welke schade er i« aangericht", Hij trok zyn vader mee en gevolgd door Rawlinson gingen ze alle drie zwijgend over de heide den weg naar huis op door den stroomenden regen. Zoodra hij thuis was, gooide Oliver zijn druipende regenjas uit en begaf zich naar zijn werkkamer en toen de anderen zich daar bi) hem voeg den, zagen ze hem bezig met zich een flink glas whisky in te schenken. Hij schoof hun den karaf toe. „Schenk zelf maar in, jongens", zei hij- „Dat heeft een mensch na zoo'n tocht wel noodig! Ik denk, dat ik vannacht geen oog dicht zal doen! En in dat geval zal het mijn eerste slapelooze nacht zijn in..." Maar hij hield zich opeens in, want hij bedacht zich, hoe hy den nacht had door gebracht, nadat hy van de handelwyze van Joe Bickerdyke gehoord had. „Nou ja", wierp hy het meteen over 'n anderen boeg. „Het is in elk geval een leelyke geschiedenis! Erg leeiyk! Louis, i0 moest vannacht maar liever hier blij ven... ik zal je kamer wel..." „Neen, ik moet naar huis", zei Louis. „Maar ik zou wel graag even met u prs- ten, voordat ik wegga". (Wordt vervolgd*-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 6