WH
1111
BP
I
VISITEKAARTJES
GEBOORTEKAARTEN
ONDERTROUWKAARTEN
N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
*/h Herms. Coster Zn.
Het Joodsche werkdorp in de Wieringermeer.
Binnenland
Hoe Joodsche intellectueelen uit Duilschtand
thans landbouwers en ambachtslieden
worden.
mÊÈÈÈSË
HH9
h ?#J
.jm.' y
DE OPBOUW VAN HET DORP.
geen meerdaagsche
retourkaarten op de neder,
landsche spoorwegen.
UW ADRES VOOR
- T>
öf;::
',/vi
t
f.. ,/f
is
V
KSMflHll
■ip
Voorbij Wieringerwaard, van den ouden
Westfrieschen zeedijk af, kijkt men om
laag over de boomlooze uitgestrektheid
van den Wieringermeerpolder. Er welft
zich een grauwe winterhemel over het
vlakke, nieuwe land, waar slechts hier
en daar nog vuurroode daken der boer
derijen omhoog steken.
Direct over de brug van de ringvaart,
ter linkerzijde van den weg naar Sloot-
dorp, staan zestien houten barakken als
stralen van een halven cirkel, die met
den open kant naar den weg ligt, rond
om een bouwwerk, dat nog in wording
is en op welks steigers men de metse
laars druk aan het werk ziet. Aan den
overkant van den weg, voorbij een zeer
groote landbouwschuur met rood pan
nendak, zooals men er meer hier in
den polder ziet, staan nijvere werkers
den grond om te spitten en op nog
grooteren afstand zien we, als silhouet
ten tegen den horizon, de ploegers aan
het werk met hun door forsche paarden
getrokken ploegijzers.
Deze barakken, de groote landbouwschuur
aan den overkant van den weg, de 140 H.A.
land eromheen, en cle nyvere werKers op
de bouwsteigers en op het land, vormen te
zamen het Werkdorp Nieuwesluis van de
Stichting Joodsche Arbeid. Een platte boe
renwagen, met twee machtige Zeeuwsche
paarden ervoor, draait van een der zijpaden
den weg op. Op den wagen staat rechtop
en losjes een jongeman op klompen, met
pilo werkbroek en blauwe landbouwkiel, in
de hand de teugels, waarmee hij de paarden
in draf zet zoodra hij den weg heeft bereikt.
„Deze man had zijn studie zoo goed als
voltooid en zou nu doctor in de wijsbegeer
te zijn, als niet....", zegt ons dr. Hans Lu
binsky, leider van het Werkdorp, dat hier
is gesticht om uit Duitschland uitgeweken
Joodsche intellectueelen in de gelegenheid
te stellen, een nieuw beroep te leeren, dat
het hun mogelijk zal maken, te emigreeren
naar de weinige landen die nog voor emi
gratie openstaan, en daar een bestaan te
vinden.
De groei van het Werkdorp.
In Maart 1934 besloot de regeering, een
terrein in den Wieringermeerpolder voor dit
doel af te staan. Toen in October 1934 het
Werkdorp officieel werd ingewijd, o.a. in
aanwezigheid van den thans afgetreden
hoogen commissaris voor de Vluchtelingen
zorg James MacDonald, stonden er 4 of 5
barakken van door de Wieringermeerdirec-
tie afgestaan materiaal. Thans staan er 16
barakken en wordt met vlijt gewerkt aan
den bouw van het uit baksteen op te trek
ken gemeenschapshuis, dat o.a. eetzaal, re
creatiezaal, cursuszaaltjes en voorraadschu
ren zal bevatten en dat, wanneer het dorp
in de toekomst zal worden opgeheven, over
gaat in regeeringsbezit. De kolonie huisvest
thans ongeveer 150 personen, waarvan 30
meisjes, die allen hun vaste werkzaamhe
den hebben om de kolonie in stand te hou
den, doch tegelijkertijd om het nieuwe be
roep, dat zij er uitoefenen, tot in de per
fectie te leeren.
Het getal is juist het geschikte gemiddel-
gebleken om een economische exploitatie
rendabel te maken en tevens het beste pae-
dagogische effect te bereiken, omdat in een
grootere kolonie het persoonlijk contact en
de mogelijkheid der leiders van de bedrijfs-
afdeelingen om het door de leerlingen ver
richte werk te keuren en aanwijzingen daar
bij te geven, veel geringer zouden zijn.
Ongeveer 70 H.A. land wordt gebruikt
voor akkerbouw. Men verbouwt er voorna
melijk tarwe, maar ook gerst, rogge, kla
ver en zelfs karwij, waarbij men gébruik
maakt van de ervaringen, die in de proef-
polders zijn opgedaan, en men met vreug
de constateert, dat naarmate het zoutge
halte van den vetten grond daalt, de resul
taten beter worden.
Dan wordt ongeveer 65 H.A. land ge
bruikt als weidegrond. Natuurlijk staan de
26 melkkoeien thans in de volgens de mo
dernste regelen der hygiëne ingerichte stal
len. Zij glanzen en zien eruit als Hollands
welvaren en deze indruk wordt bevestigd
door de statistiek van de melkopbrengst en
het vetgehalte van de melk. Over de paar
den spraken wij al. In totaal zijn er acht
stuks, die voorzoover zij niet aan het werk
zijn eveneens op stal staan. Alleen de onge
veer 60 schapen, die bij de kolonie hoor en
en door een dikke vacht tegen de koude
zijn beschermd, grazen buiten.
En tenslotte wordt op een onmiddellijk
bij de kolonie gelegen stuk grondjan
HA. de tuinbouw beoefend, waarbij zich
alle gelegenheden voordoen om zelf te ex
perimenteren, wat natuurlijk gechts de
opleiding ten goede kan komen. En al heelt
dan ook in zoo'n geval 'mfTmisluk-
het verwachte succes, ook uit deze mislu
king trekt men zijn lessen, en de opbrengst
aan groenten, aardappelen en andere leve
middelen blijft groot genoeg om aan de be
hoeften der kolonie te voldoen. Want dit is
een der voorwaarden, die de regeering ge
steld heeft toen zij de behulpzame hand
bood bij de stichting van het werkdorp: de
producten die men er wint mogen niet op
de toch al zoo overvoerde Nederlandsche
agrarische markt komen. Derhalve blijft
alles voor eigen gebruik bestemd. Het werk
dorp is aangesloten bij de landbouw-crisis-
centrale, en slechts omdat men zelf niet
kan malen wordt de verbouwde tarwe af
gestaan aan de tarwecentrale, waarvoor
echter onmiddellijk de benoodigde voorraad
meel wordt aangekocht.
Als een der eersten in de Wieringermeer
heeft het werkdorp de hoenderteelt in het
groot ter hand genomen. De resultaten zijn
all°szins bevredigend, evenals die van de
byenhoudery, waarmee trouwens iedereen
in den nieuwen polder verrassende resulta
ten bereikt. Interessant is ook de proefne
ming met de bollenteelt. Een proefveldje
met'tulnen zal in het komende voorjaar
moeten'aantoonen, of de zware grond voor
bollencultuur geschikt gemaakt kan wor
den.
Opleiding en bestemming.
Al deze bedrijven bieden ruim 50 leerlin
gen gelegenheid, practisch en theoretisch te
worden opgeleid voor den landbouw en de
veeteelt, wat geschiedt onder leiding van
een voormalig leeraar aan een der Ryks-
tuinbouwscholen. Ruim 20 anderen worden
speciaal opgeleid voor den tuinbouw, de
hoenderteelt en de bijenteelt. Al het huis
houdelijke werk in de kolonie wordt ver
richt door de ongeveer 30 meisjes, die daar
naast echter eveneens tuinbouwonderricht
krijgen en tevens de kippenfokkerij, mel
ken, botermaken en kaasmaken leeren, zoo
dat ook zij aanstonds, als zij emigreeren, op
boerderijen en landbouwbedrijven emplooi
zullen kunnen vinden.
Tenslotte beschikt de kolonie over een
machinale meubelmakerij en over een sme
derij, waarin ongeveer 15 leerlingen het
meubelmaken en 15 de metaalbewerking en
lasschen leeren. De producten van deze
werkplaatsen, die onder leiding staan van
deskundige vaklieden, de eerste van een
jeugdig, intelligent vakman uit Wieringer
waard, de tweede onder leiding van een
eveneens geëmigreerden Duitscher, dienen,
evenals de agrarische producten, uitsluitend
voor de kolonie zelf. Bij den huidigen bouw
van het gemeenschapshuis worden verder
nog een kleine 30 leerlingen opgèleid in de
bouwvakken. Als in het komende voorjaar
dit huis voltooid is, zal echter vermoedelijk
deze opleiding worden stopgezet.
Het is de oozet van de Stichting Joodsche
Arbeid, dat het werkdorp een doorgangs
kolonie zal zijn. Zij, die een vak hebben ge
leerd, dat het hun mogelijk maakt, te emi
greeren, maken plaats voor anderen. Tegen
het einde van 1935 waren 41 jonge mannen
en vrouwen geëmigreerd, en wel 30 naar
Palestina, 7 naar Argentinië en 4 naar Z.
Afrika en andere landen, terwijl zeer bin
nenkort wederom 11 naar Palestina zullen
vertrekken en 13 naar Zmd-Amerika. Zuid-
Afrika en andere landen. Het aantal aanvra
gen voor het werkdorp overtreft echter ver
re het aantal vrijgekomen plaatsen.
Geestelijke omschakeling.
Wie op het veld en in de stallen, aan het
bouwwerk of in de werkplaatsen al deze
menschen opgewekt aan het werk ziet, kan
zich slechts met moeite voorstellen, hoe zij
nog geen drie jaar geleden vermoedelijk in
keurige colberts achter lessenaars of in
collegebanken zaten. Plotseling, achtervolgd
door een wreed noodlot, moesten zij dat
alles in den steek laten en angstig wegvluch
ten. En thans zien wij slechts vrije stoere
mannen en jonge vrouwen, gestaald en ge
sterkt door den lichamelijken arbeid en het
buitenleven.
„En toch" zegt ons de leider van het
dorp, dr. Hans Lubinsky, zelf een medicus,
die Duitschland moest verlaten „was het
voor al deze menschen niet zoo eenvoudig,
toen zij pas hier waren. Wy hadden bier
ongeveer 15 academici, w.o. juristen, tand
artsen, scheikundigen, enz., verder 25 stji
denten 60 hoofdarbeiders van verschillend
categorieën en 30 tot 40 jongelui, die juist
de middelbare school of het gymnasium
voorgesteld. Vooral degenen, die nog geen
TI 25 iaar waren, bleken zich spoedig te
kunnen aanpassen. Daarbij komt, dat voor-
ïlTi die naar Palestina emigreeren daar-
S een krachtige stimulans zien. Zy hebben
het gevoel, dat zij gaan helpen aan den op
Jouw van een nieuwe gemeenschap en vin
den gemakkelijker de juiste verhouding en
de synthese van hun lichamelijken arbeid
en hun intellectueele behoeften. Zy v°nnen
de uit ongeveer 100 personen bestaande
groep van „Galoetziem", Palestmap.oniers,
die na afloop van den 8-ur.gen werkdag cur
sussen organiseert in het Hebreeuwsch, He-
breeuwsche geschiedenis, literatuur en phi-
losophie. Voorts zijn er 's avonds nog cur
sussen in het Engelsch, in psychologie en
andere vakken, waar de belangstelhng van
deze intellectueelen naar uitgaat. Zoo vindt
men hier het begin van den groei van een
nieuwe type, synthese van intellectueel en
handarbeider, een type, dat vooral in
lestina een groote plaats zal gaan innemen.
Veel moeilijker hebben het degenen, die
niet naar Palestina emigreeren, maar naar
andere landen. Zij voelen minder den drang
van het nieuwe leven en komen ook niet in
een land met een nieuwe cultuur. Met Goe-
the en Schiller in den zak blijven zij onbe
wust dragers van de Duitsche cultuur, ter
wijl zij zich tegelijkertijd afgesneden van
Duitschland weten en geen gelijkwaardig
cultureel leven in het nieuwe land daar
voor terugvinden, tenzij zij m West-Europa
kunnen blijven, wat echter zoo goed als uit
gesloten is."
Dr Lubinsky was vol lof over de mede
werking van de Nederlandsche regeering.
de hulp van ^e Wieringermeerdirectie en de
hulpvaardig)-~;d van de bewoners uit de
omgeving, met wie men op voet van per
soonlijke vriendschap staat. „Een gelukki ,e
omstandigheid" verklaarde hij voor ons
vertrek is, dat onze kolonie gevestigd is
in Wen nieuwen nolder, ontstaan door de
er - ""ie van het N<> Wlandsche volk. Het
str t ons tot dankbaarheid en het inspi
reert ons, dat we daardoor een weinig kun
nen bydragen in het pionierswerk tot ont
ginning van dit nieuwe land".
CRÏTIEK MET ZEER ERNSTIGEN
ACHTERGROND.
Onpartijdige adviezen aan de Kroon?
Men schrijft ons:
In het afdeelingsverslag der Eerste Kamer
komt een passage voor, welke van zoo
groote beteekenis en diepen ernst is, dat zy
wel verdient, iets nader onder de loupe ge
nomen te worden. Deze passage luidt als
VOlgt!
„Critiek werd uitgeoefend op het feit, dat
aan enkele departementen hoofdambtenaren
werkzaam zijn, die niet met volkomen onbe
vangenheid staan tegenover alle aange
legenheden, die hun departement raken.
Zoo is de secretaris-generaal van het mi
nisterie van Waterstaat tevens president
commissaris van de Ned. Spoorwegen en
bekleedt diens ambtgenoot aan de departe
menten van Handel en Nijverheid en
Scheepvaart en van Landbouw en Visscherij
eenige bezoldigde bijbetrekkingen bij de
landbou wcrisisd iensten".
Wij wenschen in het bijzonder even de
aandacht te vestigen op hetgeen hierboven
gezegd wordt met betrekking tot den secre
taris-generaal van het ministerie van Wa
terstaat, die tevens president-commissaris
zou zijn van de Ned. Spoorwegen. Wanneer
in een college als de Eerste Kamer een der
gelijke uitlating gedaan wordt, mag ver
ondersteld worden, dat die mededee'mg
volkomen in overeenstemming is met de
feiten. De beschouwing, welke wij aan de,
hierboven aangehaalde critiek vastknoopen,
is dan ook gegrond op de veronderstelling,
dat het Eerste Kamer-lid, dat die critiek
uitte, goed beslagen ten ijs kwam.
Indien dus de president-commissaris der
Ned. Spoorwegen en de secretaris-generaal
van het departement van Waterstaat in één
persoon vertegenwoordigd zijn, rijst de
vraag, of het, bij een dergelijke combinatie
van functies, nog mogelijk is, volstrekt-on-
partijdige adviezen uit te brengen aan de
Kroon, wanneer het gaat om beroekszaken,
waarbij de Spoorwegen ten nauwste be
trokken zijn. Wij denken hierbij o.a. aan
tal van beroepen, ingesteld door onder
nemers van autobusdiensten, welke zaken
in de afgeloopen jaren voor den Raad van
State (Afdeeling Geschillen van Bestuur)
zijn gebracht. In tegenstelling met de vry-
algemeen gangbare meening, dat, wanneer
een beroep is gedaan op de Kroon, en de
betrokkenen gehoord zijn door den Raad
van State, het advies van dat, hooge col
lege, „maszgebend" zou zijn voor de beslis
sing van de Kroon, gaan alle adviezen van
den Raad van State eerst naar den betrok
ken minister, alvorens zy aan de Koningin
worden voorgelegd.
Bij de zeer talrijke beroepschriften,
wcl'ie de laatste jaren door exploit-~t«n
van autobusdiensten bij de Kroon werden
ingediend, en waarbij de Ned. Spoorwegen
als tegenpartij optraden, heeft het herhaal
delijk de aandacht getrokken, dat de Raad
van State in zijn advies aan de Koningin,
het goed recht verdedigde van den auto' 'is-
ondernemer, en dat wel op gronden van
billijkheid en loyautcit tegenover het parti
culier initiatief. Maar steeds weer kon een
dergelijk advies geen genade vinden in de
oogen van den minister van Waterstaat,
waarop dan de gebruikelijke briefwisseling
volgde tusschen Departement en Afdeeling
Geschillen van Bestuur, met het resultaat,
dat altijd weer de minister aan de Koningin
schreef, dat, de afdeeling hem niet had ver
mogen te overtuigen". Deze passage was
bijna een stereotype uitlating geworden.
By onzen constitutioneelen regeenngs-
vorm is het gebruikelijk, dat de Koningin
de adviezen van den betrokken minister
volgt en wij kunnen dan ook geen beroeps
zaak aanwijzen, waarin aan het advies van
den Raad van Staten door de Kroon de
voorrang gegeven zou zijn boven dat van
den minister. Nu is het van algemeene be
kend! 1, dat het Ryk jaarlijks millioencn
by pas t oy de Spoorwegen, en meermalen is
het vermoeden geuit, dat de adviezen van
de, elkander opvolgden minister van Water
staat, wanneer het ging om beroepszaken
van autobusondernemers, niet in ongunsti-
gen zin voor de Spoorwegen konden luiden,
omdat anders de Rijkskas nadeelig zou zyn
beïnvloed.
Zakelijk gesproken, moge er voor die
redeneering iets te zeggen vallen, maar het
rechtsgevoel wordt toch pynlyk getroffen,
wanneer uitsluitend een dergelijke maat
staf zou worden aangelegd. En de veelvul
dige adviezen van den Raad van State,
waarin niet uitsluitend gevraagd werd naar
de materialistische zyde van de gerezen
kwestie,^maar wel degelijk ook rekening
gehouden werd met recht en billijkheid,
wijzen er op, dat laatstgenoemd college de
juiste opvatting van zyn hooge taak had.
Nu uit het afdeelingsverslag van de Eer
ste Kamer gebleken is, welke hoogst be
langrijke functie by de Nederlandsche
Spoorwegen bekleed wordt door den secre
taris-generaal van het departement van
Waterstaat, mag het geen verwondering
wekken, wanneer de talrijke autobus-onder-
nemens, die tegenover de Spoorwegen door
de Kroon in het ongelijk werden gesteld (in
tegenstelling met het advies van den Raad
van State), zouden overhellen tot het ver
moeden, dat te hunnen opzichte geen vol
strekte objectiviteit was betracht, wat be
treft het uitbrengen van de departementale
adviezen aan de Kroon.
8POORWEGWERKEN IN
AMSTERDAM-OOST.
Men vordert te Amsterdam snel met de
spoorwegwekren in het Oosten van de stad,
waardoor alle spoorbanen in de hoofdstad
op hooger niveau zullen komen en aan dc
overwegmisère van uitgebreide stadsdeelen
radicaal een einde zal worden gemaakt.
Dezer dagen heeft men daarover in een
artikel kunnen lezen. De werkzaamheden
hebben zulk een voortgang, dat men reeds
eenige maanden op het oorspronkelijke
bouwplan heeft ingeloopen. Zoo zal, naar
wij vernamen, de eerste overbrugging van
de Oosterdoksluis, waarvan dezer dagen
de basculebrug is geplaatst, reeds in April
a.s. in gebruik genomen worden en niet in
November, zooals oorspronkelijk in de be
doeling lag.
DE MOORD IN GEISTEREN.
Onderzoek door de maréchaussee.
Naar wy vernemen, is van de zijde
der Koninklijke Maréchaussee een on
derzoek ingesteld naar den moord op
den pastoor te Geisteren, onder leiding
van den commandant jhr. Bowier. Er
zijn eenige fotografische opnamen ge
maakt, eveneens eenige gipsafdrukken
van gevonden voetsporen.
De maréchaussee verkreeg belang
rijke gegevens door eenige vingeraf
drukken, die in het huis werden ge
vonden.
Het is gebleken, dat de bandieten op een
verschrikkelijke wijze in het studeervertrek
van den pastoor hebben huisgehouden,
waar zy alles overhoop hebben gehaald en
o.a. de boekenkast uit elkaar hebben ge
nomen.
Gisternamiddag had men nog geen ver
dachten gearresteerd, maar zocht men in
bepaalde richting van de grens.
Hedenochtend wordt dr. Hulst uit Leiden
verwacht, die de gerechtelijke sectie zal
verrichten. Gebleken is, dat de brandkast
door de boeven is opengebroken, maar het
is niet zeker, of er geld ontvreemd is
De pastoor had de gewoonte het geld te
bewaren op zyn slaapkamer en daar is het
thans teruggevonden.
Het parket uit Roermond, dat gedurende
den geheelen dag nasporingen heeft gedaan,
is gisteravond vertrokken en wordt- van
daag terug verwacht.
Men heeft in de pastorie nog den vinger
van een handschoen gevonden, die vermoe
delijk door den pastoor van den handschoen
van één der daders is afgerukt.
Op het oogenblik legt men eenig ver
band tusschen dezen laffen roofoverval en
dien welke voor eeni"en tijd op een pastoor
in.de bij gelezen Duitsche Kempen heeft
plaats gehad.
NEDERLANDSCHE AMBULANCE EN
GEHEIME WAPENZENDING?
Onjuist Stefani-bericht.
Naar aanleiding van de laatste zin
snede van het communiqué van het
Italiaansch correspondentschap Stefani,
d.d. 18 Januari 1936, luidende:
Verder moet erop worden gewezen,
dat dikwijls zoogenaamde zendingen
voor hospitalen in werklijkheid wapen
zendingen zijn. Zoo bevatte een kist,
welke aan de Nederlandsche sanitaire
missie was gezonden, 16 geweren en 9
pistolen met munitie,
deelt het hoofdbestuur van het Neder
landsche Roode Kruis het volgende
mede:
De ambulance heeft te harer beschikking
drie (niet zestien) geweren en negen pisto
len met munitie. Art. 8 van de Roode Kruis
Conventie van 27 Juli 1929 erkent aan am
bulance-personeel de bevoegdheid wapenen
te bezitten, noodig voor verdediging van
eigen lijf en goed, alsmede van de gewon
den aan zijne zorgen toevertrouwd. In dit
verband zij nog aangeteekend, dat de ge
weren jachtgeweren zyn, die de ambu
lance met kan ontberen, met het oog op de
noodzakelijke vleeschvoorziening door het I
schieten van grof en klein wild. Uit den
TrT.i l1" Zaa,k.is deze aan8elegenheid aller- I
minst heimelijk behandeld, en werd voor
b rpffT" m Fransch-Somaliland de des
betreffende vergunning van de Fransche I
regeermg verzocht en verkregen. i
(Van onzen Reisredacteur).
Wat in Engeland wèl k^.
De vraag, of de Nederlandsche Spoor.
wegen goed zullen doen, naast de thans al
gemeen verkrijgbaar gestelde eendaags^*
retourkaarten, ook meerdaagsche retours in
te voeren, heeft de belangstelling van veleft
getrokken. Men weet, dat de directie der
Nederlandsche spoorwegen deze vraag voor.
alsnog niet in bevestigenden zin meent te
moeten beantwoorden, zoodat er vooreerst
wel geen sprake van zal zyn, dat we hier
zooals in Duitschland en België, met dé
zoogenaamde week-end-retours worden ge.
lukkig gemaakt.
Uit nadere informaties is ons zeif,
gebleken, dat de in ons vorig artikel
gereleveerde overwegingen er by de
spoorwegdirectie toe hebben geleid, dat
tot invoering van meerdaagsche retour-
kaarten niet zal worden overgegaan. De
berichten, die hieromtrent in sommige
bladen zyn verschenen, als zou de»
nieuwe maatregel spoedig te verwach
ten zyn, met name nog dezen zomer,
moeten niet op juiste inlichtingen be
rusten en zij kunnen dan ook met de
meeste beslistheid worden tegenge-
sproken.
Uit hetgeen wij de vorige maal hierover
schreven, moest blijken, dat Nederland met
zijn algemeene eendaagsche retours een
vrywel unieke positie inneemt temidden
van de landen, die op een of andere wij»
reductie geven op een terugreis per spoor,
Immers in België en Duitschland worden
wel week-endretours beschikbaar gesteld,
doch de dagretours, die hier zoo populair
zijn, kent men er niet. Men maakt ons thans
evenwel attent op de faciliteiten, die in En
geland op dit gebied aan het reizend pu
bliek worden geboden.
De Southern Railway Company althans
moet naast de gewone enkele-reis-kaarten
en de dagretours ook nog maandretours af
geven. Het prysvn schil wijkt daar ook niet
onbelangrijk af van dat van de Nederland
sche spoorwegen. Een dagretour kost name-
lijk 20 pet meer dan de prijs eener enkels
reis, tegen hier te lande 50 pet; by dt
maandretours betaalt de reizigers ongeveer
60 pet. meer. Als logisch gevolg hiervan
worden er daar bijna geen enkele reizen
gekocht maar haast uitsluitend retours, die
dan ook in Engeland zeer populair zyn,
evenals trouwens het reizen in het alge
meen.
Blykbaar heeft men daar dus ook niet
precies den toestand, dien velen hier te
lande als ideaal voorstellen: die van de
driedaagsche- of week-enretours. De maand
retours hebben ook vroeger in Nederland
bestaan, evenals in Duitschland, maar de
spoorwegdirecties zijn er al vóór den
oorlog van terug gekomen, omdat ze veel
aanleiding gaven tot misbruik. Het terug
reisgedeelte ervan was namelijk een heels
maand geldig en wie ervoor zorgde, dat het
niet geknipt werd en dan ook nog aan het
einde van de reis de controle wist te pas-
seeren, zonder het af te geven, kon er meer
dan éénmaal van gebruik maken. Het En-
gelsche prijsverschil lijkt evenwel zeer aan
lokkelijk en daarnaast maken de Neder
landsche spoorwegen een wat poover fi
guur. Om over deze materie een gegrond
oordeel te vellen, zou men echter op de
hoogte moeten zyn van de algemeen in En
geland geldende tarieven.
Wy hebben hierover nog inlichtingen
trachten in te winnen by de hoofdadmi
nistratie der Nederlandsche spoorwegen,
doch men deelde ons daar mede, dat verge
lijking met Engelsche toestanden bezwaren
heeft, zoodat men deze aangelegenheid hier
te lande niet in overweging pleegt te
nemen. Het lijkt ons niettemin niet van be
lang ontbloot, deze zaak eens nader onder
de oogen te zien, vooral wanneer onze hier
boven aangehaalde zegsman gelijk heeft met
zyn bewering, dat in Engeland door de ta
rievenpolitiek der spoorwegen en door de
geriefelijke inrichting der treinen het reizen
per spoor zoo populair is. Er zyn daar ook
groote buslijnen, zooals tusschen Londen en
Brighton en tusschen de hoofdstad en Bir-
mingham, maar deze kunnen nauwelijks
met de spoorwegen concurreeren, omdat de
tarieven der buslijnen maar weinig lager
zyn en de accomodatie by de spoorwegen
veel grooter is.
Het is bekend, dat in Engeland maar twee
treinklassen bestaan: eerste en derde klas.
Deze derde klas is geriefelijker dan de
houten banken van de onze. De Neder
landsche Spoorwegen hebben in deze rich
ting al iets gedaan, door de inrichting van
de dieseltreinen, die eveneens uit twee
klassen (in dit geval tweede en derde) be
staat en waarvan de goedkoopste klasse
ook nog voorzien is van veerende kussens.
Tot algeheele invoering van het twee
klassen-stelsel wil men evenwel om ver
schillende redenen niet overgaan. Sommi
gen verwachten van het Engelsche systeem
voor Nederland gouden bergen, doch de
leiding van ons spoorwegbedrijf deelt dit
optimisme niet. Wel blijft men er delingent
ten aanzien van de verbetering van de in
richting der derde klasse, hetgeen ieder er
varen kan, die van het moderne spoorweg
materiaal gebruik maakt-
IS:
VOORDAM C 9 ALKMAAR