8 SITTEP5OTQR D GERUCHTEN^ OVER' HITLER's ZIEKTE TEGENGESPROKEN. DE OORLOG IN OOST-AFRIKA. 0 ION en JftH BOlltMAHNE, HoopslrailB. E ONBUIGZAMEN Buitenland. Over berichtendie in de buitentandsche pers zoo graag gepubliceerd worden. DEMOCRATISCHE" RECHTEN IN DEN HITLERSTAAT. Jladioproqcanwia JeuilleloH (Van onzen Berlijnschen correspondent). Berlijn, 21 Januari. In de afgeloopen week heeft de Duit- sche pers naar binnen- en buitenland weer eens een sensatiebericht over den gezondheidstoestand van het Duitsche hoofd van staat Adolf Hitier moeten tegenspreken. Men had vooral in Fransche bladen, maar daarna natuur lijk ook weer in vele andere landen, welker pers voor een niet onbelangrijk deel de laatste jaren erg „zenuwachtig" geworden is, zoodra het gaat over din gen, die met „Hitler-Duitschland" te maken hebben, elkaar naverteld, dat de heer Hitier aan keeltering lijdt, dat hij ditmaal buitenlandsche, vooral Fransche en zelfs Joodsche geneeshee- ren-specialisten wilde raadplegen. En tusschen de regels door kon men lezen, dat zulk een ernstige ziekte van den Duitschen dictator volstrekt geen aan leiding ware om aan het bericht zelf eenige woorden van leedwezen en van hoop op spoedig herstel vast te knoo- pen. Ik kan het niet helpen: deze soort van berichtgeving, die de laatste jaren ten opzichte van Duitschland mode ge worden is, stuit me eerlijk tegen de borst. Adolf Hitier zoo gezond als een visch. In de eerste plaats is het bericht in eiken vorm onjuist. Maar het is ook als talloos andere van deze soort, ongecontroleerd. In derdaad is Hitier zoo gezond als een visch. De heeschheid, waaronder hij een tijd ge leden sterk leed en die waarlijk geen ge heim was, daar hij er vele spreekbeurten om had afgezegd en men de weinige malen, I dat hij in het openbaar sprak, de sterke aan doening zijner stembanden duidelijk hooren kon, is verleden jaar aanleiding tot een operatie geweest. Sindsdien spreekt HitJer weer vaak en naar wij hier in Duitschland hebben kunnen constateeren zonder eenige moeite of vermoeienis. Hy sprak ook in deze maand alweer op verschillende plaatsen, en zelfs uitvoerig en in zeer groote zalen. Des ondanks vond men het noodig, in de buiten landsche pers onzinnige geruchten over hem te verspreiden, die waarlijk geen ander doel kunnen gehad hebben dan onrust stoken en de internationale verhoudingen vergiftigen. Duidelijker werd dit streven nog door aan dit ziektebericht vastgeknoopte beschouwin gen over de politieke gevolgen van een overlijden van het tegenwoordige Duitsche staatshoofd! En wel naar aanleiding van het feit, dat dezelfde Hitier, van wien men eerst vertelt, dat hy zóó zwaar aan keel tering lydt, dat hij een buitenlandschen spe cialist te hulp wil gaan roepen, in een groote rede in Lippe-Detmold op hetzelfde oogenblik gezinspeeld heeft op zijn opvol ger, dien hij niet noemen wil, maar wiens naam reeds vast staat! (Onze correspondent doolt hier op Rudolf Hess! Red.) Het valt op het eerste gezicht op, dat hier weer eens met groote handigheid maar helaas als gewoonlijk in dienst van een slechte zaak gecombineerd is met het kennelijk doel, in de hand te werken, dat deze geruchten en combinaties via de bui tenlandsche bladen naar Duitschland terug- keeren (wat inderdaad steeds tot op zekere hoogte het geval pleegt te zijn) en daar verwarring en onzekerheid zullen stichten. Waarbij nog als pikante bijzonderheid op te merken valt, dat zulke geruchten en combi naties oorspronkelijk in Duitschland en wel uit voor de hand liggende motieven en in aan ingewijden voldoende bekende kringen geboren worden, om dan hun weg te vin den naar buitenlandsche berichtgevers in Berlijn, die naar zulk soort nieuwsmate- riaal snakken of den moed missen, het naar de prullemand te laten verhuizen. Voorzichtigheid is geboden. Wy hebben dit enkele voorbeeld weer eens aangehaald, ofschoon er nauwelijks een week voorbijgaat die niet te kust en te keur zulke voorbeelden aanbiedt, om er onzen lezers in Nederland opmerkzaam op te maken, hoe goed men doet, berichten over Duitschland tegenwoordig met de noodige voorzichtigheid te aanvaarden. Wij hebben dit voorbeeld aangehaald, omdat wij aan nemen, dat het meer dan gewone belang stelling zal opwekken. Immers gaat het hier om Hitier zelf en om de vraag, of hij inder daad zoo ernstig ziek is, dat men onwille keurig aan den tragischen regeeringsti.id van Keizer Friedrich, den vader van Wil helm II, herinnerd wordt, met alle inder daad ernstige consequenties, die een en ander met zich zou kunnen brengen. Een feit is, dat de ziekteberichten in de buitenlandsche bladen wellicht toch hier onrust, daar stiekume voldoening uitgelokt kunnen hebben, waar nu eenmaal het Duit sche nationaal-socialisme en zyn leider zoo uiteenloopende hartstochten plegen op te wekken. Hij en hij alléén regeert. En het is evenzeer een feit, dat Hitier er zelden zoo goed heeft uitgezien, een zoo volkomen gezonden indruk maakt, en in zijn redevoeringen zoozeer het bewijs levert, dat zijn indertijd werkelyk aange grepen stembanden weer tot alles in staat zijn (wat bij hem het een en ander zeggen wil!) Maar afgezien daarvan is het ook nog al naief, in deze zinspeling in Lippe oVer den „troonsopvolger" iets nieuws en sensa tioneels te zien, waar men toch nog behoor de in de herinnering te hebben, dat Hitier in zyn "slotrede op het jongste partycongres in Neurenberg zelf als eerste op deze dingen is ingedaan, en op voor onze ooren nogal pathetisch klinkende wijze gesproken heeft over de zeker niet sensationeel werkende mogelijkheid, dat hy uit dit leven plots kan worden weggerukt, een kans, die hij im mers met ons allen gemeen heeft. Van meer dan gewone beteeken is was echter inder daad de vraag, wat er dan met het huidige regeringssysteem in Duitschland gebeuren zal? Immers: Het Derde Rijk heeft nog slechts theoretisch een grondwet, die van Weimar. In werkelijkheid houden zich de nationaal-socialisten, met hun onbeperkte nachts-mogelijkheden, aan die grondwet nog slechts daar, waar het hun wenschelijk of onschadelijk voorkomt. Practisch regeert één man. Absolutistisch in den meest kras sen vorm. Zelfs over het Recht. Als het hem gewenscht voorkomt; Begrijpelijk is, dat deze ééne man en zijn volk zich de vraag gesteld, hebben: wat ge schiedt, als dit centrum van elke wilsuiting eensklaps komt te vallen? En nu heeft Hitier in Neurenberg deze vraag geregeld. Die regeling komt hierop neer, dat hijzelf blijkbaar heden reeds (en dan wellicht in den vorm van een politiek testament) zyn opvolger benoemd heeft. Deze opvolger zal „Führer" zijn van partij en volk, en tevens Rijkskanselier, dus politiek chef der regee ring. En het is zeer begrijpelijk, dat Hitier tijdens zijn leven aangenomen dat hij, wat mij waarschijnlijk voorkomt, het zich als plicht zal toerekenen levenslang zijn functie van heden te blijven vervullen; aangenomen, dat de omstandigheden hem dit zullen mogelijk maken den naam van dien opvolger niet noemen zal. Men zal zich wellicht nog een uitlating van hem in een gesprek met een buitenlandsch journalist herinneren, die er op gewezen had, dat men zoo vaak vernemen kon van wrijvin gen tusschen zijn ministers onderling, waar op Hitier antwoordde, dat men zooiets niet tragisch mocht nemen, omdat zijn intieme medewerkers nu eenmaal sterke en gepas- sionneerde persoonlijkheden zijn, die daar door wel eens met elkaar geestelijke klop partijtjes uitvochten, maar als het om va- derlandsche beslissingen ging, toch altijd weer eensgezind waren. Ministerieele heibeltjes. In die woorden lag echter ook de bevesti ging, dat de heeren ministers en party- onderaanvoerders nog al eens met elkaar overhoop liggen. Strubbelingen van meer of minder ingrijpende beteekenis, die ons be richtgevers steeds spoedig genoeg bekend werden, maar die inderdaad steeds weer doof Hitier Zblf beslecht weiden en eigen lijk alle weer tot het vwieden behoór'en. Maar men ?ièt er uit, 'dat Hitler verstan dig handelt, indien hij inderdaad den naam van zijn opvolger reeds in een politiek tes tament mocht vastgelegd hebben, maar de zen verzwijgt, om zijn medewerkers het ge vaarlijkste motief voor onderlingen naijver uit handen te houden. De heeren zelf zou den wellicht nog onder sterken dwang en met het oog op hoogere belangen binnen zekere perken blijven! Maar de bybehoo- rende echtgenooten? Niet in te denken! De stemming in het Hitler-rljk. Wy meenen met vertrouwen te mogen aannemen, dat wy de werkelijk niet zeer geheimzinnige dingen, waarover de wereld pers weer eens vol gestaan heeft, tot op bo venstaande korte feiten teruggebracht heb ben. Het Derde Rijk, met al zyn mérite's en al zijn in onze oogen minder sympathie ke verschijnselen en bijkomstigheden, is en blijft tot nader order een nationaal-socia- listische staat onder den kerngezonden Adolf Hitler. Het bevindt zich in een derden win ter, die zwaarder is, en waarin meer ge mopperd wordt dan in beide vorige. Maar de stemming is altijd nog boven, ver boven het gemiddelde. En het overgroote deel der bevolking wenscht geen anderen staat dan dien van heden. Men wenscht vrede naar alle richtingen, en werkt intusschen aan de volmaking van een weermacht, die naar men zegt over één of anderhalf jaar zoo ongeveer gereed zal zijn. En dan? Ja, dan zou men erg graag zijn koloniaal bezit, zij het ook maar alleen in Afrika, terug heb ben. Wellicht zal die vraag, die in vele Duit sche kringen altijd een brandende geble ven is, in de eerstvolgende maanden aan leiding voor een volksstemming zyn, om den goeden staats-, pardon rijksburger, toch weer eens aan zijn „democratische rechten in den Hitlerstaat" te herinneren? De toestand aan de fronten. Nu bekend is geworden, dat de Italianen Neghelli hebben ingenomen dit moet Zondag reeds geschied zijn is ook de hoop der Abessiniërs vervlogen, dat Desta zich nog binnen afz'enbaren tijd zou kun nen herstellen. Ook met de hulp van het „oude Turksche strijdros" Wehib pasja zal er voorloopig wel weinig meer te doen zyn, dan te trachten de troepen zoo goed en zoo kwaad als het gaat, bijeen te houden. Ras Desta zelf seint nog steeds optimistische berichten naar Addis Abeba, doch de mede- deelingen van Italiaansche zijde, als zouden zijn troepen volslagen gedesorganiseerd zijn en als wilde horden de bevolking lastig val len om aan voedsel te komen, klinken niet onwaarschijnlijk. Reeds voordat de strijd in het Zuiden ontbrand was, meldde Ras Desta, dat hy moeilijkheden met zyn troepen had, in verband met de slechte voedselvoorzie ning. Dat Desta's leger vernietigd is, blijkt ook wel uit 't feit, dat de Italianen Neghelli met een „vliegende" colonne, bestaande uit pantserauto's en lichte tanks, genomen heb ben. Een zelfde „vliegende" colonne nam eens Sasah Baneh in en werd er even „vlie gend" als zij er ingetrokken was, weer uit gezet door de Abessiniërs, omdat de verbin dingen met de hoofdmacht van het leger ontbraken en de colonne dus als een eiland in de Abessinische bezetting kwam te zitten. Dit avontuur heeft den Italianen toen bijna twee maanden gekost en het is moeilijk te verwachten, dat zij opnieuw tot een der gelijke actie zouden overgaan, als zy nu niet gevaarloos was. De inneming van Neghelli is inderdaad bijzonder belangrijk voor de Italianen. Ras Desta had hier zyn basis en ongetwijfeld be vat het Italiaansche bericht, dat den Italia nen groote voorr-.den in handen gevallen zyn, waarheid. Ook strategisch is de plaats belangrijk. Neghelli was het eindpunt van den kara vaanweg, die eenige 'aren geleden na een overeenkomst tusschen de Abessinische en de Britsche regeéring was aangelegd en die in Kenia begon. Langs dezen weg kregen de Abessiniërs tijdens den oorlog hun voed sel- en wapenvoorraden uit Kenia en hier aan is dus een einde gekomen. Dit is mis schien belangrijker, dan de eigenlijke over winning zijn kan. De Italianen zijn thans bezig de verbindingen in het Zuiden tot stand te brengen. Vermoedelijk zullen de troepen dus de eerste dagen wel geen nieu we actie voeren. Vrijdag 24 Januari.' HILVERSUM, 1875 M. (8.—12.— 4.-8.— en 11.—12.— VARA, de AVRO van 12.—4.— en de VPRO van 8.—11.— uur). 8.— Gr.pl. en pianospel. 9.Gr.pl. 10.VPRO- morgen wij ding. 10.15 Voordr. 10.40 Gr.pl. 11.05 Verv. voordr. 11.20 Gr.pl. 12.Kovacs Lajos' orkest en gr.pl. 2.— Voordr. 2.30 Zang en piano. 3.10 De Avro-Decibels. 4.— Gr.pl. 5.Kinderuurtje. 5.30 VARA-orkest. 7.— Lezing. 7.20 Verv. orkestconcert. 7.50 Ber. 9.05 Causerie. 8.30 Cello en piapo. 9.— Lezing. 8.30 Verv. concert. 10.Literaire causerie. 10.45 Ber. 11.—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr. KRO). 8.—9.15 en 10.—Gr.pl. 11.30 12.Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 Gr.pl. 1.— KRO-boys. 2.Operamuziek. 3.15 Orgelcon cert mmv. sopraan. 4.15 KRO- kamerorkest. 5.Gr.pl. 5.15 KRO- orkest. 6.— Lezing. 6.20 Verv. orkestconcert. 7.15 Lezing. 7.35 Gr. pl. 8.— Ber., gr.pl. 8.15 Causerie. 8.30 KRO-Symph.-orkest. 9.— Gr. pl 9.15 Cabaretprogr. mmv. de« KRO-boys en solisten. 10.30 Ber. 10.35—12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20—11.50 Orgelspel. 12.10 Populair concert. 12.50 Dansmuziek. 1.352.20 Trio concert. 3.20 Lezingen. 4.20 BBC- Midland-orkest, mmv. solist. 5.35 Dansmuziek. 6.20 Ber. 6.50 Zang. 7.10 Lezingen. 8.20 „The Kentucky Minstrels", revue-progr. 9.20 Viool recital. 9.50 Ber. 10.40 Londensch Symph.-orkest. 11.3512.20 Dans muziek. (In verband met het overlijden van den Engelschen koning zal dit programma waarschijnlijk wel ge wijzigd woroen). RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.35 en 11.35 Gr.pl. 12.35 Orkest concert. 2.50 Gr.pl. 5.50 Orkestcon cert. 8.20 Zang en piano. 9.05 Gev. concert. 11.05—1.05 Orkestconcert. Het blijkt dat de Abessiniërs in deze ge vechten 10.000 dooden en gewonden ver loren hebben. De slag, dien de vernietiging van ras Desta in Abessirië teweeg heeft ge bracht, blijkt wel i«r ernstig te zijn. Van alle kanten duiken berichten op over onrust Te Addis Abeba schijnt men reeds betoogin gen gehouden .e hebben ten gunste van een directe regeling met Italië en als ook aan het Noordelijk front de successen uitblijven, dan is te verwachten dat deze onrust zich nog zal uitbreiden. De berichten over den opstand in Godjam zijn te verward om een conclusie toe te laten, maar dat hier de rust hersteld .ia, .ttduk. men van Abessinische zijde-tracht aan te toonen, ia wel ze«t oo<- waarschijnlijk. - r»?*V De negus is verder nog niet naar het Noordelijk front vertrokken. Het schynt dat zyn Eurppeesche raadgevers, die reeds op weg waren naar Addis Abeba, in allerijl terug ontboden zyn. Ook het nieuwe mobi? lisatiebevel schynt op tegenstand te stuiten. De moeilijkheden van den negus blijven dus allerminst beperkt tot die aan de fronten. En als de Italiaansche berichten als zouden hun troepen in Tembien weer met eenig succes opereeren, waarheid, bevatten dan ziet het er op het oogenblik bijzonder on gunstig voor hem uit. Ras Hailoe nog in leven. Volgens berichten van Italiaansche zijde waren in de provincie Godjam geruchten opgedoken, volgens welke de vroegere gou verneur van deze provincie, ras Hailoe, te Addis Abeba, zou zijn vergiftigd. Ras Hailoe, die met den onttroonden keizer Jayoe intiem bevriend is geweest, was in 1932 met zijn zoon in de nabijheid van Addis Abeba ge vangen gezet. Sinds jaren wist niemand waar de beide gevangenen zich bevonden. In verband nu met de bovengenoemde ge ruchten heeft de negus eenigen journalisten verlof verleend een bezoek te brengen aan ras Hailoe. Deze is ondergebracht in de ver trekken van den kroonprins van Abessinië. Ras Hailoe verklaarde, dat hy zich reeds drie jaren in deze afzondering bevond en als een vriend behandeld werd. Men heeft hem al zijn waardigheden gelaten en hem is veroorloofd den keizerlijken tuin te gebrui ken voor wandelingen. KEULEN, 456 M. 5.507.20 Or- kestconcert. 1120 Omroepklein- orkest. 1.35—2.20 Gevar. concert. 3.20 Voordr. en concert. 5.20 Gev. concert. 7.30 Voor soldaten. 8.50 Toespraak. 9.5010.50 Operacon cert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Populair con- eert. 6.35 Dansmuziek. 7.20 Zang. 7 35 Gr.pl. 8.20 Salonorkest. 8.50 Radiotooneel. 9.35 Salonorkest 10.30Jl.20 Strijkkwartetconcert. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 1?.50 Salon orkest. 2.—2.20. 5.35, 6.20 en Gr.pl. 6.50 Chopin-recitai. 7.35 Zang. 8.20 Voor oud-strijders. 10.3011.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Gevar. progr. 8.20 Omroep orkest. 9.20 Ber. 9.55 Gr.pl. 10.05 Weerber. 10.20—11.20 Operettecon- cert GEMEENTELIJKE RADIO- DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Brussel (VI.) 8.9.20, Keulen 9.20—10.05, D.sender 10.05 10.35, Parijs Radio 10.3513.05, Brussel VI. 13.05—15.05, Kalund- borg 15.05—15.20, Keulen 15.20— 17.20, Leipzig 17.20—18.50, Brussel Fr. 18.50—19.20, Beromünster 19.20 —19.50, Deutschlandsender 19.50— 20.20, Luxemburg 20.2022.20, Brussel VL 22.20—22.55, Weenen 22.55—24.—. Lijn 4: Parijs R. 8.05—8.50, Nor- mandië 8.50—10.35, Lond. Reg. 10.3512.10 Droitwich 12.1013.20 Lond, Reg. 13.20—17.35, Droitwich 17.35—18.20, Brussel VL 18.20 18.50, Droitwich 18.50—19.10, Lond. Reg. 19.10—20.20, Droitwich 20.20 —21.50, Lond. Reg. 21.50—22.20 en Brussel VL 22.20—24.^ Vrooqt PoH» van lompvn «n Agenten voor Alkmaar, Hoorn en Den Helder: Dum-dumkogels. In het legerbericht van gisteren wordt ge meld, dat de" Italianen bij hun buit te Neg helli bok weer verscheidene dum-dumkogels aantroffen. Naar aanleiding hiervan vestigt men er de aandacht op, dat niet alle Dum- Dumkogels zijn wat het spraakgebruik on der den naam dum-dumkogels verstaat nL kogels, waarvan de hardmetalen kop is af gevijld, of waarin spleten zijn aangebracht zoodat de looden kern bloot komt Deze kogels, die heel erge wonden veroorzaken, zijn in de oorlogscode verboden. Het was een uitvinding van de Engel schen, die in hun oorlogen tegen de Afridi's en andere stammen aan de Noorder grenzen van Rritsch-lndië behoefte hadden aan een „man stopping"-kogel, aangezien het dik wijls voorkwam, dat die fanatieke en sterke kerels met een kogel in 't lijf of er dwars doorheen geschoten nog de kracht hadden, by een stormloop hun vijand op 't Hjf te vallen en met hun slagwapenen te treffen. De munitiefabriek te Dum Dum, bij Calcutta, vervaardigde die kogels voor het Britsch- Indische leger. Vandaar de naam. Veilig' heidshalve dient hierbij gezegd, dat 't wel gebeurde o.a. in den Boerenoorlog werd 't naar het Engelscb van J. 8. FLETCHER door mr. H. J. H. 47) „Maar Miriam Scarpe zal toch wel geen bom in den dam gelegd hebben", meende Louis. Bew sneed zich nog een boterham en legde er een flinke plak kaas op. „Miriam Scarpe heeft geld genoeg in han den gekregen", zei hij eindelijk. „En ze kan andere lui betalen om voor haar te doen, wat ze zelf niet tot stand kan brengen". „Oh., denk je, dat de zaak zóó zit?" „Tusschen ons gezegd, denk ik dit", ant woordde Bew. „Zoowel Abe Hoyland als die oude vrouw hebben uw vader wraak gezworen. Ze zijn nog op een of andere manier met elkaar verwant. Ik hoor na tuurlijk wel eens dingen... als je zoo de stad in komt, hoor je allicht van alles en nog wat, als je hier en daar eens gaat zit ten praten... en de lui in Halfirth hebben altijd den naam van groote kletskousen gehad en dat zal dus wel zoo zijnen op het oogenblik wordt er zeker heel wat af gepraat. Nu dan, toen die zoon van Scarpe dood was, erfde zijn moeder als eenige erf gename natuurlijk al zijn geld. Daar was al het geld bij, dat hij van uw vader ont vangen had voor dat verkochte land. En op een avond, het zal nu zoowat twee jaar geleden zijn, hoorde ik vertellen, dat Abe Hoyland nu erfgenaam was van Miriam Scarpe en dat hij alles krijgen zou, wat zij nalietals ze het hem tenminste wilde vermaken. Dat hoorde ik vertellen van een notarisklerk en die zei er bij, dat het een publiek geheim was". „En?" „Ik denk zoo, dat Hoyland en Miriam Scarpe heel aardig weten, wat ze aan el kander hebben. Hij moest geen man uit Halfirth zijn, als hy geen oogje hield op dat oude wyf met al haar geld. En ik zeg maar, dat zy er echt eentje is, die hem wat voor zyn geld zou willen laten doen". „Dat is een verstandige redeneering, Naylor", zei Louis. „Heb je soms al een idee, hoe het zaakje dan moet geloopen zyn?" „Ik denk, dat het zoo gegaan is", zei Bew. „Abe Hoyland is een kundige mon teur. Hy leerde zyn vak in Sheffield, voor dat hy zich als koper- en blikslager ves tigde, Ik heb hem eens hooren zeggen, dat hy eigeniyk altyd iets anders had willen worden, maar dat zich die zaak hier inder- tüd ter overname voordeed, en dat hy die toen gekocht heeft. Maar hy is werktuig kundige genoeg, om een helsche machine te maken, waarmede de heele stad zou kunnen worden opgeblazen. Ik denk zoo, dat hy en Miriam de hoofden bij elkaar hebben gestoken om te overleggen, hoe ze zich op mynheer Carsdale konden wreken en dat zy toen als voorwaarde gesteld heeft, dat Hoyland haar wil zou doen, als hy haar geld wilde erven. Zoo denk ik er over, mynheer. En hoogstwaarschyniyk heeft zy zelf dien bom daar eergisteren- nacht neergelegd, maar niet nauwkeurig genoeg. En daarom zullen ze het nog wel eens over doen! Het zyn een paar men- schen, die nergens voor terugschrikken!" „Enwat ben jy nu van plan te gaan doen?" vroeg Louis. Bew dronk het restje van zyn bier leeg en begon weer te werken aan een draai bank. „In de eerste plaats ga ik eens een kykje op de hei nemen", zei hy. „Als we ergens den sleutel van dat geheim willen vinden, dan moeten we dien onder het dak van Miriam Scarpe zoeken". „Nou, dan mag je wel goed op jezelf passen", meende Loul». „Ochdat komt wel terecht!" zei Bew gewoontjes. Hy ging op zyn gewone rustige manier met zyn werk door, tot de klok vier uur sloeg, legde dan zyn gereedschap neer en trok zyn jas aan. „Dan ga ik nu maar", zei hy. „Als ik morgen niet verschyn en overmorgen ook niet, dan weet u de reden". „Vergeet niet, wat je zelf over die twee gezegd hebt, dat ze gevaariyke lui zijn", vermaande Louis hem nogmaals. „Steek je hals niet in een strop, waar je niet meer uit kunt komen!" „Daar zal ik wel voor zorgen", antwoord de Bew met een grynslachje. Zonder meer verliet Bew de werkplaats en ging naar zyn kosthuis in een naburige straat, waar hy zyn kostjuffrouw verbaas de door haar te vragen op slag een flink maal voor hem klaar te maken. „Ik ga een paar dagen uit", zei hy. „En er is veel kans, dat ik weinig te eten zal krygen, voordat ik terug ben. Xook maar een stuk of vier eieren vóór me, goed hard en geef me wat koude ham en een grooten pot thee... daar zal ik het wel mee kun nen stellen, juffrouw". Na flink gegeten te hebben, pakte Bew zich een paar stevige boterhammen in, deed de eieren in een stuk papier en stak alles in zyn zak. Bovendien zorgde hy voor voldoende tabak en lucifers. Tenslot te haalde hy een veldflesch te voorschyn, die hy half met rum en half met melk vul de. Zoo voorbereid, trok hy een versleten, maar nog dikken jekker aan, stapte op zyn fiets en reed de stad uit naar de vallei. Het begon te schemeren en toen hy in de vallei was aangekomen, was het reeds aar dig donker. Naylor Bew kende de heide en de moe rassen rondom Ryvedale even goed als de werkplaats van Louis John. Evenals de meeste arbeiders uit het Noorden, had ook hij een groote voorliefde voor de vrye na tuur en bovendien was hy een groote vo gelliefhebber. Zyn kamer stond vol opge zette dieren, vogels door hemzelf ge vangen en opgezet. Ook bezat hy een aar dige verzameling eieren, die hyzelf in dert omtrek gezocht had. Zyn speurtochten had den hem met ieder plekje van de heide, 't bosch en de veengronden vertrouwd g< maakt. Hy wist precies de broedplaatsen der verschillende vogels te vinden en zoo wel in den winter als in den zomer had hU over de wyde vlakte gezworven. Het wa» voor hem dus een kinderspelletje om een paar uur de wacht te gaan houden over d" hoeve op dé hei. Nachten had hy er door- gebraqht om een of anderen vogel te be spieden ep vogels waren lastiger te be spieden naar zyn meening, dan menschen. Bew's weg voerde hem langs het huis van Crabtree, de arbeidswoningen by reservoir en den oever van het kunstmati ge meertje. Vandaar voerde de weg naaf het dorp, waar Carsdale den rampzalig»" koop met den jongen Scarpe had afgeslo ten. Maar Bew was niet van plan tot aan dat dorp te gaan. Hy wist een hutje in een dalkom van de heide, op een halven mb1 afstands van de straat naar Ryvedale daar stalde hy zyn flets. Met groote uH' overwinning onthield hy zich er van om zyn pyp aan te steken, opdat het vlamme tje niet gezien zou kunnen worden en ging behoedzaam in de richting der oude hoeve- Als hy eenmaal een goed beschut plekje tusschen de rotsen gevonden had, mis schien dat hy dan wagen kon een pypl» rooken, maar nu durfde hy het nog niet aan. Het was een donkere, maar toch nog voor een man als Bew vry heldere nacht (Wordt vervolgd)- i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1936 | | pagina 7