8
SITTEP5OTQR
D
GERUCHTEN^ OVER' HITLER's ZIEKTE
TEGENGESPROKEN.
DE OORLOG IN
OOST-AFRIKA.
0
ION en JftH BOlltMAHNE, HoopslrailB.
E ONBUIGZAMEN
Buitenland.
Over berichtendie in de buitentandsche pers
zoo graag gepubliceerd worden.
DEMOCRATISCHE" RECHTEN IN
DEN HITLERSTAAT.
Jladioproqcanwia
JeuilleloH
(Van onzen Berlijnschen correspondent).
Berlijn, 21 Januari.
In de afgeloopen week heeft de Duit-
sche pers naar binnen- en buitenland
weer eens een sensatiebericht over den
gezondheidstoestand van het Duitsche
hoofd van staat Adolf Hitier moeten
tegenspreken. Men had vooral in
Fransche bladen, maar daarna natuur
lijk ook weer in vele andere landen,
welker pers voor een niet onbelangrijk
deel de laatste jaren erg „zenuwachtig"
geworden is, zoodra het gaat over din
gen, die met „Hitler-Duitschland" te
maken hebben, elkaar naverteld, dat
de heer Hitier aan keeltering lijdt, dat
hij ditmaal buitenlandsche, vooral
Fransche en zelfs Joodsche geneeshee-
ren-specialisten wilde raadplegen. En
tusschen de regels door kon men lezen,
dat zulk een ernstige ziekte van den
Duitschen dictator volstrekt geen aan
leiding ware om aan het bericht zelf
eenige woorden van leedwezen en van
hoop op spoedig herstel vast te knoo-
pen. Ik kan het niet helpen: deze soort
van berichtgeving, die de laatste jaren
ten opzichte van Duitschland mode ge
worden is, stuit me eerlijk tegen de
borst.
Adolf Hitier zoo gezond als een
visch.
In de eerste plaats is het bericht in eiken
vorm onjuist. Maar het is ook als talloos
andere van deze soort, ongecontroleerd. In
derdaad is Hitier zoo gezond als een visch.
De heeschheid, waaronder hij een tijd ge
leden sterk leed en die waarlijk geen ge
heim was, daar hij er vele spreekbeurten
om had afgezegd en men de weinige malen, I
dat hij in het openbaar sprak, de sterke aan
doening zijner stembanden duidelijk hooren
kon, is verleden jaar aanleiding tot een
operatie geweest. Sindsdien spreekt HitJer
weer vaak en naar wij hier in Duitschland
hebben kunnen constateeren zonder eenige
moeite of vermoeienis. Hy sprak ook in deze
maand alweer op verschillende plaatsen, en
zelfs uitvoerig en in zeer groote zalen. Des
ondanks vond men het noodig, in de buiten
landsche pers onzinnige geruchten over
hem te verspreiden, die waarlijk geen ander
doel kunnen gehad hebben dan onrust
stoken en de internationale verhoudingen
vergiftigen.
Duidelijker werd dit streven nog door aan
dit ziektebericht vastgeknoopte beschouwin
gen over de politieke gevolgen van een
overlijden van het tegenwoordige Duitsche
staatshoofd! En wel naar aanleiding van
het feit, dat dezelfde Hitier, van wien men
eerst vertelt, dat hy zóó zwaar aan keel
tering lydt, dat hij een buitenlandschen spe
cialist te hulp wil gaan roepen, in een
groote rede in Lippe-Detmold op hetzelfde
oogenblik gezinspeeld heeft op zijn opvol
ger, dien hij niet noemen wil, maar wiens
naam reeds vast staat! (Onze correspondent
doolt hier op Rudolf Hess! Red.)
Het valt op het eerste gezicht op, dat hier
weer eens met groote handigheid maar
helaas als gewoonlijk in dienst van een
slechte zaak gecombineerd is met het
kennelijk doel, in de hand te werken, dat
deze geruchten en combinaties via de bui
tenlandsche bladen naar Duitschland terug-
keeren (wat inderdaad steeds tot op zekere
hoogte het geval pleegt te zijn) en daar
verwarring en onzekerheid zullen stichten.
Waarbij nog als pikante bijzonderheid op te
merken valt, dat zulke geruchten en combi
naties oorspronkelijk in Duitschland en wel
uit voor de hand liggende motieven en in
aan ingewijden voldoende bekende kringen
geboren worden, om dan hun weg te vin
den naar buitenlandsche berichtgevers in
Berlijn, die naar zulk soort nieuwsmate-
riaal snakken of den moed missen, het naar
de prullemand te laten verhuizen.
Voorzichtigheid is geboden.
Wy hebben dit enkele voorbeeld weer
eens aangehaald, ofschoon er nauwelijks een
week voorbijgaat die niet te kust en te keur
zulke voorbeelden aanbiedt, om er onzen
lezers in Nederland opmerkzaam op te
maken, hoe goed men doet, berichten over
Duitschland tegenwoordig met de noodige
voorzichtigheid te aanvaarden. Wij hebben
dit voorbeeld aangehaald, omdat wij aan
nemen, dat het meer dan gewone belang
stelling zal opwekken. Immers gaat het hier
om Hitier zelf en om de vraag, of hij inder
daad zoo ernstig ziek is, dat men onwille
keurig aan den tragischen regeeringsti.id
van Keizer Friedrich, den vader van Wil
helm II, herinnerd wordt, met alle inder
daad ernstige consequenties, die een en
ander met zich zou kunnen brengen.
Een feit is, dat de ziekteberichten in de
buitenlandsche bladen wellicht toch hier
onrust, daar stiekume voldoening uitgelokt
kunnen hebben, waar nu eenmaal het Duit
sche nationaal-socialisme en zyn leider zoo
uiteenloopende hartstochten plegen op te
wekken.
Hij en hij alléén regeert.
En het is evenzeer een feit, dat Hitier er
zelden zoo goed heeft uitgezien, een zoo
volkomen gezonden indruk maakt, en in
zijn redevoeringen zoozeer het bewijs
levert, dat zijn indertijd werkelyk aange
grepen stembanden weer tot alles in staat
zijn (wat bij hem het een en ander zeggen
wil!) Maar afgezien daarvan is het ook nog
al naief, in deze zinspeling in Lippe oVer
den „troonsopvolger" iets nieuws en sensa
tioneels te zien, waar men toch nog behoor
de in de herinnering te hebben, dat Hitier
in zyn "slotrede op het jongste partycongres
in Neurenberg zelf als eerste op deze dingen
is ingedaan, en op voor onze ooren nogal
pathetisch klinkende wijze gesproken heeft
over de zeker niet sensationeel werkende
mogelijkheid, dat hy uit dit leven plots kan
worden weggerukt, een kans, die hij im
mers met ons allen gemeen heeft. Van meer
dan gewone beteeken is was echter inder
daad de vraag, wat er dan met het huidige
regeringssysteem in Duitschland gebeuren
zal? Immers: Het Derde Rijk heeft nog
slechts theoretisch een grondwet, die van
Weimar. In werkelijkheid houden zich de
nationaal-socialisten, met hun onbeperkte
nachts-mogelijkheden, aan die grondwet
nog slechts daar, waar het hun wenschelijk
of onschadelijk voorkomt. Practisch regeert
één man. Absolutistisch in den meest kras
sen vorm. Zelfs over het Recht. Als het hem
gewenscht voorkomt;
Begrijpelijk is, dat deze ééne man en zijn
volk zich de vraag gesteld, hebben: wat ge
schiedt, als dit centrum van elke wilsuiting
eensklaps komt te vallen? En nu heeft
Hitier in Neurenberg deze vraag geregeld.
Die regeling komt hierop neer, dat hijzelf
blijkbaar heden reeds (en dan wellicht in
den vorm van een politiek testament) zyn
opvolger benoemd heeft. Deze opvolger zal
„Führer" zijn van partij en volk, en tevens
Rijkskanselier, dus politiek chef der regee
ring. En het is zeer begrijpelijk, dat Hitier
tijdens zijn leven aangenomen dat hij,
wat mij waarschijnlijk voorkomt, het zich
als plicht zal toerekenen levenslang zijn
functie van heden te blijven vervullen;
aangenomen, dat de omstandigheden hem
dit zullen mogelijk maken den naam van
dien opvolger niet noemen zal. Men zal zich
wellicht nog een uitlating van hem in een
gesprek met een buitenlandsch journalist
herinneren, die er op gewezen had, dat
men zoo vaak vernemen kon van wrijvin
gen tusschen zijn ministers onderling, waar
op Hitier antwoordde, dat men zooiets niet
tragisch mocht nemen, omdat zijn intieme
medewerkers nu eenmaal sterke en gepas-
sionneerde persoonlijkheden zijn, die daar
door wel eens met elkaar geestelijke klop
partijtjes uitvochten, maar als het om va-
derlandsche beslissingen ging, toch altijd
weer eensgezind waren.
Ministerieele heibeltjes.
In die woorden lag echter ook de bevesti
ging, dat de heeren ministers en party-
onderaanvoerders nog al eens met elkaar
overhoop liggen. Strubbelingen van meer of
minder ingrijpende beteekenis, die ons be
richtgevers steeds spoedig genoeg bekend
werden, maar die inderdaad steeds weer
doof Hitier Zblf beslecht weiden en eigen
lijk alle weer tot het vwieden behoór'en.
Maar men ?ièt er uit, 'dat Hitler verstan
dig handelt, indien hij inderdaad den naam
van zijn opvolger reeds in een politiek tes
tament mocht vastgelegd hebben, maar de
zen verzwijgt, om zijn medewerkers het ge
vaarlijkste motief voor onderlingen naijver
uit handen te houden. De heeren zelf zou
den wellicht nog onder sterken dwang en
met het oog op hoogere belangen binnen
zekere perken blijven! Maar de bybehoo-
rende echtgenooten? Niet in te denken!
De stemming in het Hitler-rljk.
Wy meenen met vertrouwen te mogen
aannemen, dat wy de werkelijk niet zeer
geheimzinnige dingen, waarover de wereld
pers weer eens vol gestaan heeft, tot op bo
venstaande korte feiten teruggebracht heb
ben. Het Derde Rijk, met al zyn mérite's
en al zijn in onze oogen minder sympathie
ke verschijnselen en bijkomstigheden, is en
blijft tot nader order een nationaal-socia-
listische staat onder den kerngezonden Adolf
Hitler. Het bevindt zich in een derden win
ter, die zwaarder is, en waarin meer ge
mopperd wordt dan in beide vorige. Maar
de stemming is altijd nog boven, ver boven
het gemiddelde. En het overgroote deel der
bevolking wenscht geen anderen staat dan
dien van heden. Men wenscht vrede naar
alle richtingen, en werkt intusschen aan de
volmaking van een weermacht, die naar
men zegt over één of anderhalf jaar zoo
ongeveer gereed zal zijn. En dan? Ja, dan
zou men erg graag zijn koloniaal bezit, zij
het ook maar alleen in Afrika, terug heb
ben.
Wellicht zal die vraag, die in vele Duit
sche kringen altijd een brandende geble
ven is, in de eerstvolgende maanden aan
leiding voor een volksstemming zyn, om
den goeden staats-, pardon rijksburger, toch
weer eens aan zijn „democratische rechten
in den Hitlerstaat" te herinneren?
De toestand aan de fronten.
Nu bekend is geworden, dat de Italianen
Neghelli hebben ingenomen dit moet
Zondag reeds geschied zijn is ook de
hoop der Abessiniërs vervlogen, dat Desta
zich nog binnen afz'enbaren tijd zou kun
nen herstellen. Ook met de hulp van het
„oude Turksche strijdros" Wehib pasja zal
er voorloopig wel weinig meer te doen
zyn, dan te trachten de troepen zoo goed en
zoo kwaad als het gaat, bijeen te houden.
Ras Desta zelf seint nog steeds optimistische
berichten naar Addis Abeba, doch de mede-
deelingen van Italiaansche zijde, als zouden
zijn troepen volslagen gedesorganiseerd zijn
en als wilde horden de bevolking lastig val
len om aan voedsel te komen, klinken niet
onwaarschijnlijk. Reeds voordat de strijd in
het Zuiden ontbrand was, meldde Ras Desta,
dat hy moeilijkheden met zyn troepen had,
in verband met de slechte voedselvoorzie
ning. Dat Desta's leger vernietigd is, blijkt
ook wel uit 't feit, dat de Italianen Neghelli
met een „vliegende" colonne, bestaande uit
pantserauto's en lichte tanks, genomen heb
ben. Een zelfde „vliegende" colonne nam
eens Sasah Baneh in en werd er even „vlie
gend" als zij er ingetrokken was, weer uit
gezet door de Abessiniërs, omdat de verbin
dingen met de hoofdmacht van het leger
ontbraken en de colonne dus als een eiland
in de Abessinische bezetting kwam te zitten.
Dit avontuur heeft den Italianen toen bijna
twee maanden gekost en het is moeilijk te
verwachten, dat zij opnieuw tot een der
gelijke actie zouden overgaan, als zy nu niet
gevaarloos was.
De inneming van Neghelli is inderdaad
bijzonder belangrijk voor de Italianen. Ras
Desta had hier zyn basis en ongetwijfeld be
vat het Italiaansche bericht, dat den Italia
nen groote voorr-.den in handen gevallen
zyn, waarheid.
Ook strategisch is de plaats belangrijk.
Neghelli was het eindpunt van den kara
vaanweg, die eenige 'aren geleden na een
overeenkomst tusschen de Abessinische en
de Britsche regeéring was aangelegd en die
in Kenia begon. Langs dezen weg kregen
de Abessiniërs tijdens den oorlog hun voed
sel- en wapenvoorraden uit Kenia en hier
aan is dus een einde gekomen. Dit is mis
schien belangrijker, dan de eigenlijke over
winning zijn kan. De Italianen zijn thans
bezig de verbindingen in het Zuiden tot
stand te brengen. Vermoedelijk zullen de
troepen dus de eerste dagen wel geen nieu
we actie voeren.
Vrijdag 24 Januari.'
HILVERSUM, 1875 M. (8.—12.—
4.-8.— en 11.—12.— VARA, de
AVRO van 12.—4.— en de VPRO
van 8.—11.— uur). 8.— Gr.pl. en
pianospel. 9.Gr.pl. 10.VPRO-
morgen wij ding. 10.15 Voordr. 10.40
Gr.pl. 11.05 Verv. voordr. 11.20
Gr.pl. 12.Kovacs Lajos' orkest
en gr.pl. 2.— Voordr. 2.30 Zang en
piano. 3.10 De Avro-Decibels. 4.—
Gr.pl. 5.Kinderuurtje. 5.30
VARA-orkest. 7.— Lezing. 7.20
Verv. orkestconcert. 7.50 Ber.
9.05 Causerie. 8.30 Cello en piapo.
9.— Lezing. 8.30 Verv. concert.
10.Literaire causerie. 10.45 Ber.
11.—12.— Gr.pl.
HILVERSUM, 301 M. (Alg. progr.
KRO). 8.—9.15 en 10.—Gr.pl. 11.30
12.Voor zieken en ouden van
dagen. 12.15 Gr.pl. 1.— KRO-boys.
2.Operamuziek. 3.15 Orgelcon
cert mmv. sopraan. 4.15 KRO-
kamerorkest. 5.Gr.pl. 5.15 KRO-
orkest. 6.— Lezing. 6.20 Verv.
orkestconcert. 7.15 Lezing. 7.35 Gr.
pl. 8.— Ber., gr.pl. 8.15 Causerie.
8.30 KRO-Symph.-orkest. 9.— Gr.
pl 9.15 Cabaretprogr. mmv. de«
KRO-boys en solisten. 10.30 Ber.
10.35—12.— Gr.pl.
DROITWICH, 1500 M. 11.20—11.50
Orgelspel. 12.10 Populair concert.
12.50 Dansmuziek. 1.352.20 Trio
concert. 3.20 Lezingen. 4.20 BBC-
Midland-orkest, mmv. solist. 5.35
Dansmuziek. 6.20 Ber. 6.50 Zang.
7.10 Lezingen. 8.20 „The Kentucky
Minstrels", revue-progr. 9.20 Viool
recital. 9.50 Ber. 10.40 Londensch
Symph.-orkest. 11.3512.20 Dans
muziek.
(In verband met het overlijden
van den Engelschen koning zal dit
programma waarschijnlijk wel ge
wijzigd woroen).
RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en
8.35 en 11.35 Gr.pl. 12.35 Orkest
concert. 2.50 Gr.pl. 5.50 Orkestcon
cert. 8.20 Zang en piano. 9.05 Gev.
concert. 11.05—1.05 Orkestconcert.
Het blijkt dat de Abessiniërs in deze ge
vechten 10.000 dooden en gewonden ver
loren hebben. De slag, dien de vernietiging
van ras Desta in Abessirië teweeg heeft ge
bracht, blijkt wel i«r ernstig te zijn. Van
alle kanten duiken berichten op over onrust
Te Addis Abeba schijnt men reeds betoogin
gen gehouden .e hebben ten gunste van een
directe regeling met Italië en als ook aan
het Noordelijk front de successen uitblijven,
dan is te verwachten dat deze onrust zich
nog zal uitbreiden. De berichten over den
opstand in Godjam zijn te verward om een
conclusie toe te laten, maar dat hier de rust
hersteld .ia, .ttduk. men van Abessinische
zijde-tracht aan te toonen, ia wel ze«t oo<-
waarschijnlijk. - r»?*V
De negus is verder nog niet naar het
Noordelijk front vertrokken. Het schynt dat
zyn Eurppeesche raadgevers, die reeds op
weg waren naar Addis Abeba, in allerijl
terug ontboden zyn. Ook het nieuwe mobi?
lisatiebevel schynt op tegenstand te stuiten.
De moeilijkheden van den negus blijven dus
allerminst beperkt tot die aan de fronten.
En als de Italiaansche berichten als zouden
hun troepen in Tembien weer met eenig
succes opereeren, waarheid, bevatten dan
ziet het er op het oogenblik bijzonder on
gunstig voor hem uit.
Ras Hailoe nog in leven.
Volgens berichten van Italiaansche zijde
waren in de provincie Godjam geruchten
opgedoken, volgens welke de vroegere gou
verneur van deze provincie, ras Hailoe, te
Addis Abeba, zou zijn vergiftigd. Ras Hailoe,
die met den onttroonden keizer Jayoe intiem
bevriend is geweest, was in 1932 met zijn
zoon in de nabijheid van Addis Abeba ge
vangen gezet. Sinds jaren wist niemand
waar de beide gevangenen zich bevonden.
In verband nu met de bovengenoemde ge
ruchten heeft de negus eenigen journalisten
verlof verleend een bezoek te brengen aan
ras Hailoe. Deze is ondergebracht in de ver
trekken van den kroonprins van Abessinië.
Ras Hailoe verklaarde, dat hy zich reeds
drie jaren in deze afzondering bevond en
als een vriend behandeld werd. Men heeft
hem al zijn waardigheden gelaten en hem is
veroorloofd den keizerlijken tuin te gebrui
ken voor wandelingen.
KEULEN, 456 M. 5.507.20 Or-
kestconcert. 1120 Omroepklein-
orkest. 1.35—2.20 Gevar. concert.
3.20 Voordr. en concert. 5.20 Gev.
concert. 7.30 Voor soldaten. 8.50
Toespraak. 9.5010.50 Operacon
cert.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 Omroeporkest
1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Populair con-
eert. 6.35 Dansmuziek. 7.20 Zang.
7 35 Gr.pl. 8.20 Salonorkest. 8.50
Radiotooneel. 9.35 Salonorkest
10.30Jl.20 Strijkkwartetconcert.
484 M.: 12.20 Gr.pl. 1?.50 Salon
orkest. 2.—2.20. 5.35, 6.20 en Gr.pl.
6.50 Chopin-recitai. 7.35 Zang. 8.20
Voor oud-strijders. 10.3011.20
Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Gevar. progr. 8.20 Omroep
orkest. 9.20 Ber. 9.55 Gr.pl. 10.05
Weerber. 10.20—11.20 Operettecon-
cert
GEMEENTELIJKE RADIO-
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Brussel (VI.) 8.9.20,
Keulen 9.20—10.05, D.sender 10.05
10.35, Parijs Radio 10.3513.05,
Brussel VI. 13.05—15.05, Kalund-
borg 15.05—15.20, Keulen 15.20—
17.20, Leipzig 17.20—18.50, Brussel
Fr. 18.50—19.20, Beromünster 19.20
—19.50, Deutschlandsender 19.50—
20.20, Luxemburg 20.2022.20,
Brussel VL 22.20—22.55, Weenen
22.55—24.—.
Lijn 4: Parijs R. 8.05—8.50, Nor-
mandië 8.50—10.35, Lond. Reg.
10.3512.10 Droitwich 12.1013.20
Lond, Reg. 13.20—17.35, Droitwich
17.35—18.20, Brussel VL 18.20
18.50, Droitwich 18.50—19.10, Lond.
Reg. 19.10—20.20, Droitwich 20.20
—21.50, Lond. Reg. 21.50—22.20 en
Brussel VL 22.20—24.^
Vrooqt PoH»
van lompvn «n
Agenten voor Alkmaar, Hoorn
en Den Helder:
Dum-dumkogels.
In het legerbericht van gisteren wordt ge
meld, dat de" Italianen bij hun buit te Neg
helli bok weer verscheidene dum-dumkogels
aantroffen. Naar aanleiding hiervan vestigt
men er de aandacht op, dat niet alle Dum-
Dumkogels zijn wat het spraakgebruik on
der den naam dum-dumkogels verstaat nL
kogels, waarvan de hardmetalen kop is af
gevijld, of waarin spleten zijn aangebracht
zoodat de looden kern bloot komt Deze
kogels, die heel erge wonden veroorzaken,
zijn in de oorlogscode verboden.
Het was een uitvinding van de Engel
schen, die in hun oorlogen tegen de Afridi's
en andere stammen aan de Noorder grenzen
van Rritsch-lndië behoefte hadden aan een
„man stopping"-kogel, aangezien het dik
wijls voorkwam, dat die fanatieke en sterke
kerels met een kogel in 't lijf of er dwars
doorheen geschoten nog de kracht hadden,
by een stormloop hun vijand op 't Hjf te
vallen en met hun slagwapenen te treffen.
De munitiefabriek te Dum Dum, bij Calcutta,
vervaardigde die kogels voor het Britsch-
Indische leger. Vandaar de naam. Veilig'
heidshalve dient hierbij gezegd, dat 't wel
gebeurde o.a. in den Boerenoorlog werd 't
naar het Engelscb
van J. 8. FLETCHER
door mr.
H. J. H.
47)
„Maar Miriam Scarpe zal toch wel geen
bom in den dam gelegd hebben", meende
Louis.
Bew sneed zich nog een boterham en
legde er een flinke plak kaas op.
„Miriam Scarpe heeft geld genoeg in han
den gekregen", zei hij eindelijk. „En ze
kan andere lui betalen om voor haar te
doen, wat ze zelf niet tot stand kan
brengen".
„Oh., denk je, dat de zaak zóó zit?"
„Tusschen ons gezegd, denk ik dit", ant
woordde Bew. „Zoowel Abe Hoyland als
die oude vrouw hebben uw vader wraak
gezworen. Ze zijn nog op een of andere
manier met elkaar verwant. Ik hoor na
tuurlijk wel eens dingen... als je zoo de
stad in komt, hoor je allicht van alles en
nog wat, als je hier en daar eens gaat zit
ten praten... en de lui in Halfirth hebben
altijd den naam van groote kletskousen
gehad en dat zal dus wel zoo zijnen op
het oogenblik wordt er zeker heel wat af
gepraat. Nu dan, toen die zoon van Scarpe
dood was, erfde zijn moeder als eenige erf
gename natuurlijk al zijn geld. Daar was
al het geld bij, dat hij van uw vader ont
vangen had voor dat verkochte land. En
op een avond, het zal nu zoowat twee jaar
geleden zijn, hoorde ik vertellen, dat Abe
Hoyland nu erfgenaam was van Miriam
Scarpe en dat hij alles krijgen zou, wat zij
nalietals ze het hem tenminste wilde
vermaken. Dat hoorde ik vertellen van een
notarisklerk en die zei er bij, dat het een
publiek geheim was".
„En?"
„Ik denk zoo, dat Hoyland en Miriam
Scarpe heel aardig weten, wat ze aan el
kander hebben. Hij moest geen man uit
Halfirth zijn, als hy geen oogje hield op
dat oude wyf met al haar geld. En ik zeg
maar, dat zy er echt eentje is, die hem wat
voor zyn geld zou willen laten doen".
„Dat is een verstandige redeneering,
Naylor", zei Louis. „Heb je soms al een
idee, hoe het zaakje dan moet geloopen
zyn?"
„Ik denk, dat het zoo gegaan is", zei
Bew. „Abe Hoyland is een kundige mon
teur. Hy leerde zyn vak in Sheffield, voor
dat hy zich als koper- en blikslager ves
tigde, Ik heb hem eens hooren zeggen, dat
hy eigeniyk altyd iets anders had willen
worden, maar dat zich die zaak hier inder-
tüd ter overname voordeed, en dat hy die
toen gekocht heeft. Maar hy is werktuig
kundige genoeg, om een helsche machine
te maken, waarmede de heele stad zou
kunnen worden opgeblazen. Ik denk zoo,
dat hy en Miriam de hoofden bij elkaar
hebben gestoken om te overleggen, hoe ze
zich op mynheer Carsdale konden wreken
en dat zy toen als voorwaarde gesteld
heeft, dat Hoyland haar wil zou doen, als
hy haar geld wilde erven. Zoo denk ik er
over, mynheer. En hoogstwaarschyniyk
heeft zy zelf dien bom daar eergisteren-
nacht neergelegd, maar niet nauwkeurig
genoeg. En daarom zullen ze het nog wel
eens over doen! Het zyn een paar men-
schen, die nergens voor terugschrikken!"
„Enwat ben jy nu van plan te gaan
doen?" vroeg Louis.
Bew dronk het restje van zyn bier leeg
en begon weer te werken aan een draai
bank.
„In de eerste plaats ga ik eens een kykje
op de hei nemen", zei hy. „Als we ergens
den sleutel van dat geheim willen vinden,
dan moeten we dien onder het dak van
Miriam Scarpe zoeken".
„Nou, dan mag je wel goed op jezelf
passen", meende Loul».
„Ochdat komt wel terecht!" zei Bew
gewoontjes.
Hy ging op zyn gewone rustige manier
met zyn werk door, tot de klok vier uur
sloeg, legde dan zyn gereedschap neer en
trok zyn jas aan.
„Dan ga ik nu maar", zei hy. „Als ik
morgen niet verschyn en overmorgen ook
niet, dan weet u de reden".
„Vergeet niet, wat je zelf over die twee
gezegd hebt, dat ze gevaariyke lui zijn",
vermaande Louis hem nogmaals. „Steek je
hals niet in een strop, waar je niet meer
uit kunt komen!"
„Daar zal ik wel voor zorgen", antwoord
de Bew met een grynslachje.
Zonder meer verliet Bew de werkplaats
en ging naar zyn kosthuis in een naburige
straat, waar hy zyn kostjuffrouw verbaas
de door haar te vragen op slag een flink
maal voor hem klaar te maken.
„Ik ga een paar dagen uit", zei hy. „En
er is veel kans, dat ik weinig te eten zal
krygen, voordat ik terug ben. Xook maar
een stuk of vier eieren vóór me, goed hard
en geef me wat koude ham en een grooten
pot thee... daar zal ik het wel mee kun
nen stellen, juffrouw".
Na flink gegeten te hebben, pakte Bew
zich een paar stevige boterhammen in,
deed de eieren in een stuk papier en stak
alles in zyn zak. Bovendien zorgde hy
voor voldoende tabak en lucifers. Tenslot
te haalde hy een veldflesch te voorschyn,
die hy half met rum en half met melk vul
de. Zoo voorbereid, trok hy een versleten,
maar nog dikken jekker aan, stapte op zyn
fiets en reed de stad uit naar de vallei.
Het begon te schemeren en toen hy in de
vallei was aangekomen, was het reeds aar
dig donker.
Naylor Bew kende de heide en de moe
rassen rondom Ryvedale even goed als de
werkplaats van Louis John. Evenals de
meeste arbeiders uit het Noorden, had ook
hij een groote voorliefde voor de vrye na
tuur en bovendien was hy een groote vo
gelliefhebber. Zyn kamer stond vol opge
zette dieren, vogels door hemzelf ge
vangen en opgezet. Ook bezat hy een aar
dige verzameling eieren, die hyzelf in dert
omtrek gezocht had. Zyn speurtochten had
den hem met ieder plekje van de heide, 't
bosch en de veengronden vertrouwd g<
maakt. Hy wist precies de broedplaatsen
der verschillende vogels te vinden en zoo
wel in den winter als in den zomer had hU
over de wyde vlakte gezworven. Het wa»
voor hem dus een kinderspelletje om een
paar uur de wacht te gaan houden over d"
hoeve op dé hei. Nachten had hy er door-
gebraqht om een of anderen vogel te be
spieden ep vogels waren lastiger te be
spieden naar zyn meening, dan menschen.
Bew's weg voerde hem langs het huis
van Crabtree, de arbeidswoningen by
reservoir en den oever van het kunstmati
ge meertje. Vandaar voerde de weg naaf
het dorp, waar Carsdale den rampzalig»"
koop met den jongen Scarpe had afgeslo
ten. Maar Bew was niet van plan tot aan
dat dorp te gaan. Hy wist een hutje in een
dalkom van de heide, op een halven mb1
afstands van de straat naar Ryvedale
daar stalde hy zyn flets. Met groote uH'
overwinning onthield hy zich er van om
zyn pyp aan te steken, opdat het vlamme
tje niet gezien zou kunnen worden en ging
behoedzaam in de richting der oude hoeve-
Als hy eenmaal een goed beschut plekje
tusschen de rotsen gevonden had, mis
schien dat hy dan wagen kon een pypl»
rooken, maar nu durfde hy het nog niet
aan. Het was een donkere, maar toch nog
voor een man als Bew vry heldere nacht
(Wordt vervolgd)-
i