f*
.7/
m
9mr.
Rede van min. Oud: „Vragen van dezen tijd".
wnsr
Een belangrijk deel van de rede gewijd
aan hel onderwijs.
De wereld-jamboree 1937.
brutale diefstal.
JiCmuieuius
f i mr
mm
Mr
J
l .v
Gisteravond heeft de minister van
financiën, mr. P. J. oud, voor de afdee-
ling Apeldoorn van den Vrijz. Dem.
Bond een rede gehouden over het on
derwerp: „Vragen van dezen tijd".
het belangrijkste deel van de rede
van den minister was gewijd aan het
onderwijs.
„Wij zullen het er wel allen over eens
zijn, aldus mr. Oud, dat, gezien het belang
rijke bedrag, dat de onderwijsuitgaven op
ons budget vertegenwoordigen, een aan
merkelijk bezuiniging op die uitgaven on
vermijdelijk is. Het probleem, waarvoor
men hier staat, is die bezuiniging op een
zoodanige wijze te doen geschieden, dat
openbaar en bijzonder onderwijs op ge
lijken voet worden behandeld. Dit probleem
is niet eenvoudig, omdat de bevoegdheid
der overheid tegenover het bij zonder-on
derwijs een andere is en een andere moet
zijn dan tegenover het openbaar onderwijs.
Minister Oud
Wij, vrijzinnig-democraten, staan tegen
over het openbaar onderwijs in beginsel
anders dan de partijen der rechterzijde. Ons
ideaal is: de openbare school als algemeene
volksschool. Dit beteekent niet, dat wij geen
oog zouden hebben voor de beteekenis, die
de bijzondere school voor breede groepen
van ons volk heeft. Ook ontbreekt het ons
allerminst aan respect voor de groote opof
feringen, die de voorstanders van het bij
zonder onderwijs zich in de jaren, toen die
school uit de overheidskas of in het geheel
niet of slechts zeer ten deele werd bekos
tigd, hebben getroost. Die opofferingen zijn
ook voor ons het bewijs, dat het voor die
voorstanders van het bijzonder onderwijs
ging om een groot beginsel, dat eerbied af
dwingt ook van hen, die dit beginsél niet
deelen. Liever zouden wij echter zien, dat
het anders was en dat kinderen van allerlei
gezindten zouden gaan naar dezelfde open
bare school.
Wat wij echter verwerpen, is, dat dit zou
mogen geschieden door dwang. Wij wen-
schen de vrijheid der voorstanders van het
bijzondere onderwijs volkomen te erkennen.
Dit alles moet men voorop stellen, wil
men de politiek door de regeering ten op
zichte van het onderwijs gevoerd naar bil
lijkheid kun en beoordeelen. Het was met
het oog op den financieelen toestand noodig
tot verlaging der onderwijsuitgaven te ge
raken, o.m. door vermindering van het aan
tal scholen. Concentratie van scholen, mede
gemakkelijker geworden door de verbete
ring der verkeersmiddelen, was derhalve
onvermijdelijk. Voor de openbare scholen is
die concentratie een zaak, die de overheid
geheel in de hand heeft. Dit is mogelijk,
omdat richtingverschil daarbij -nooit een
rol kan spelen. Men kan natuurlijk over de
vraag, of een concentratie van bepaalde
openbare scholen doelmatig is van gevoelen
verschillen. Ik sluit de mogelijkheid niet
uit, dat in de laatste jaren nu en dan scho
len zijn geconcentreerd, daar waar die con
centratie beter achterwege ware gebleven.
Bij de laatste debatten in de Tweede Kamer
heeft de tegenwoordige minister van onder
wijs, als zijn meening uitgesproken, dat er
in de cijfers van het aantal opgeheven open
bare scholen in de laatste jaren inderdaad
sprongen zijn, die hadden kunnen worden
vermeden.
Wat hiervan echter ook zij, een ding staat
vast, als twee openbare scholen gecon
centreerd worden, vereenigt men scholen
van dezelfde richting.
Bij de bijzondere scholen is dit anders.
Daar komt, als het gaat over de mogelijk
heid van concentratie, aanstonds de vraag
op, of de richting der scholen wel dezelfde
is. Daarom mag de overheid de concentra
tie nooit bevelen. Natuurlijk zal het bij de
bijzondere scholen evenzeer als bij de open
bare scholen voorkomen, dat plaatselijke
besturen om locale of andere overwegingen
een concentratie niet willen, zonder dat van
richtingsverschil sprake is. Zou men echter
met het oog op dergelijke gevallen aan de
overheid de bevoegdheid willen geven om
de concentratie te bevelen, dan legt men
de vraag of er richtingsverschil is of niet ter
beslissing aan de overheid voor. En dit kan
niet, omdat dan aan de overheid de taak
wordt opgedragen om haar oordeel uit te
spreken over beginselen, volgens welke
haar burgers meenen te moeten leven.
Daarmede zou zijn aanvaard, wat men
tegenwoordig gelijkschakeling noemt. Al
dus zou de bijl worden gelegd aan den
wortel van het beginsel der vrijheid van
onderwijs.
Ër moet dus worden gezocht naar een an
dere methode. Het beginsel der grondwet is
niet, dat iedere groep van ouders, hoe klein
ook, recht zou hebben op een eigen school.
Met het oog daarop vervult de openbare
school nog een tweede functie. Zij is niet
alleen de school voor de principieele voor
standers van het openbaar onderwijs, zij is
tevens vluchtheuvel voor hen, die liever
bijzonder onderwijs voor hun kinderen zou
den verlangen, doch die, omdat zq dit on
derwijs van de door hen gewenschte rich
ting niet kunnen verkrijgen, er de voor
keur aan geven hun kinderen te zenden
naar de openbare school in plaats van naar
een bijzondere school, welker richting de
hunne niet is. Het is om daartoe steeds de
mogelijkheid te openen, dat de grondwet
voorschrijft, dat overal in den lande de ge
legenheid moet bestaan om openbaar on
derwijs te ontvangen. Het is mede uit deze
overweging, dat het aantal kinderen ver-
eischt voor de oprichting of instandhouding
eener openbare school lager is dan voor de
oprichting of instandhouding eener bijzon
dere school.
Beperking van het aantal bijzondere scho
len, door de bezuinigingsnoodzakelijkheid
geboden, kon dus niet verkregen worden
door rechtstreeksch ingrijpen der overheid.
Wel kon deze maatregelen treffen tot ver
scherping der objectieve voorwaarden voor
de oprichting of instandhouding van bijzon
dere scholen. Voor nieuw op te richten
scholen is die verscherping spoedig na het
optreden van het kabinet-Colijn van 1933
tot stand gebracht. Bij de wet van 4 Augus
tus 1933 werden de aantallen leerlingen
voor het oprichten van nieuwe scholen ver-
eischt, met de helft verhoogd.
Op bestaande scholen had de wet geen
betrekking. Aangezien de regeering het
noodig achtte, dat, evenzeer als bq het
openbaar onderwijs, concentratie van be
staande scholen had plaats gehad, zulks ook
bij het bijzonder onderwijs zou geschieden,
stelde zij bij het bezuinigingsontwerp voor
ook voor bestaande scholen de minima met
de helft te verhoogen, een voorstel, dat
later werd verzacht tot een verhooging met
een vierde. Daarnaast werd een regeling
getroffen, om de concentratie van scholen
te bevorderen door aan do bijzondere scho
len de zekerheid te geven, dat ingeval van
opheffing van scholen om tot concentratie
te geraken, de waarborgsom niet verloren
zou gaan.
Tegen het voorstel om de minima voor be
staande scholen te verhoogen is nu in de
kamer bq alle groepen der rechterzijde
ernstig verzet gerezen. Voor de regeering
was dit een teleurstelling. Zq achtte toch
bevordering der concentratie van bijzon
dere scholen noodig, zoowel uit een oog
punt van bezuiniging op de onderwijsuit
gaven als in verband met hetgeen ten aan
zien van het openbaar onderwijs was ge
schied.
Bijzonder moeilijk was hier de positie der
ministers, behoorende tot de partijen der
linkerzijde. Voor hen was een afwijzing van
paragraaf 12 van het ontwerp, waarin de
bestreden voorschriften waren neergelegd,
niet te aanvaarden. Mochten zij het er nu
op laten aankomen, dat deze par. zou v/or-
den verworpen, om vervolgens uit het
kabinet te treden en het daarmede aan het
kabinet onmogelijk te maken om zijn taak
voort te zetten, m.a.w. aldus een kabinets
crisis in te leiden. De gebeurtenissen van
den afgeloopen zomer hadden geleerd, dat
een kabinetscrisis tot zeer ernstige gevol
gen kan leiden. Zq had tengevolge een
vlucht uit den gulden, onmiddellijk ge
paard gaande met een wegvloeiïng van het
goud. Fel hadden bq de verkiezingen van
dat jaar voor- en tegenstanders der bijzon
dere school tegenover elkander gestaan.
Het scheen een hopeloos ondernemen hier
verzoening te bewerkstelligen. Toch heeft
Cort van der Linden het beproefd. Hij be
vorderde de instelling eener staatscommis
sie van veelzijdige samenstelling. Het resul
taat was boven verwachting. Men werd het
in de commissie bijna unaniem eens en de
pacificatie van 1917 kwam tot stand.
De regeering hoopt vurig, dat thans een
even gunstig resultaat zal worden verkre
gen. Aan niets heeft ons volk in de moei
lijke tijden, die wq thans doormaken, min
der behoefte dan aan een heropening van
den schoolstrijd. Men heeft zich hier en
daar afgevraagd, welke de termijn zal moe
ten zijn, binnen welken deze commissie
haar taak zal moeten verrichten. Uit de
mededeeling der regeering, dat zq een on
derzoek wenscht op korten termijn, blijkt
reeds, dat deze staatscommissie niet bedoeld
is als een kapstok, om de zaak aan op te
hangen, in ieder geval tot aan het einde der
tegenwoordige parlementaire periode. Dit
zou trouwens ook niet kunnen om een an
dere reden.
Ik herhaal, dat dat ik het in de hoogste
mate zou betreuren, indien die overeen
stemming niet zou worden gevonden. De
beslissing, die hier zal vallen, zal toch naar
mijn vaste overtuiging voor de toekomst
onze staatkundige verhoudingen van de
grootste beteekenis zijn. Wil het parlemen
taire stelsel in Nederland behouden blijven,
dan zal stellig nog gedurende vele jaren
samenwerking van verschillende staatkun
dige groepen noodzakelijk zijn.
Als het ondanks alles op dit punt tot een
breuk mocht komen, mag niet op ons de
verantwoordelijkheid rusten, dat wij niet
alles hebben gedaan, wat redelijkerwijze
van ons verlangd mocht worden, om die
breuk te vermijden.
Ik mag er tenslotte op wijzen, dat de ver
klaring van 20 December, waarin de regee
ring haar standpunt te dezer zake heeft
uiteengezet, er tevens van heeft doen blij
ken, hoezeer de regeering ervan doordron
gen is, dat er te dezer zake verband bestaat
tusschen hetgeen gebeurt met betrekking
tot de openbare en de bijzondere school.
Daarom wenscht zij voorloopig af te zien
van een door de regeering zelf aan de ge
meentebesturen opgedrongen concentratie
terwijl zij vertrouwt, dat Ged. Staten een
zelfde gedragslijn zullen willen volgen.
Ik hoop en vertrouw, dat onze partij,
is haar teleurstelling over den gang van
zaken mq volkomen verklaarbaar, tot de
erkenning zal kunnen komen, dat de weg,
die hier met medewerking van de vrij zin
nig-democratische ministers is gekozen,
al
in
de gegeven omstandigheden de beste was.
Politiek is de kunst van het mogelijke. Dit
mogelijke bestaat maar al te dikwijls in de
keuze tusschen verschillende wegen, die
opzichzelf geen van alle een bijzondere aan
trekkelijkheid hebben. President Wilson
heeft het in de oorlogsjaren eens zoo uitge
sproken: „Wanneer het niet kan langs den
besten weg, doe het dan langs den weg, die
op een na de beste is en wanneer het ook
langs dien weg niet kan, dan langs den weg
die voert naar dien op één na den besten
weg". Wij hebben gemeend dit advies vol
gens de best mogelijke keuze te hebben ge
daan. Moge de toekomst leeren, dat wij juist
hebben gezien".
Van I10 Augustus, vermoedelijk
ie Bloemendaal.
Baden-Powell
Onder leiding van den heer C. R. T. Ba
ron Krayenhoff had gistermiddag de Jam
boree-Commissie een persconferentie be
legd, ten einde eenige mededeelingen te
verstrekken over de a.s. Wereld-Jamboree
1937 en daarmede te voldoen aan de her
haalde verzoeken en van tal van zijden, om
nu toch eens eindelijk iets over deze kwes
tie en de bestaande plannen bekend te ma
ken. Dat zplks niet eerder is geschied, al
dus baron Krayenhoff, is heusch niet aan
laksheid te wijten. Zoowel de hoofd ver
kenner, Staatsraad J. J. Rambonnet, als de
Jamboree-commissie, hebben alles gedaan
wat zq konden, om de zaak te bespoedigen,
doch er waren zoo verbazend veel moei
lijkheden te behandelen en te overbruggen,
dat zelfs thans nog lang niet alles defini
tief geregeld is kunnen worden.
In dit verband gaf spr. een overzicht van
den gang van zaken, waaraan 't volgende
wordt ontleend.
Kort nadat er sprake was dat de kans
bestond, dat de Wereld-Jamboree 1937 in
Nederland zou worden gehouden, werd de
terreinkeuze onder de oogen gezien, waar-
bq gedacht werd aan bet Gooi-reservaat en
even later ook aan het landgoed Vogelen
zang.
Na een serieuse beschouwing van beide
terreinen kwam men tot de overtuiging
dat het terrein Vogelenzang een groot suc
ces zou kunnen worden, terwijl het Gooi
niet zou kunnen worden wat Arrewepark
(Engeland '29 en Gödölö (Hongarije 1933)
geweest zijn. Men besloot daarom alles in
het werk te stellen om de moeilijkheden
die zich bij de keuze van Vogelenzang zou
den voordoen, uit den weg te ruimen. Eerst
als deze moeilijkheden bleken onoverko
melijk te zijn, zou van Vogelenzang moe
ten worden afgezien.
Ten overvloede is op verzoek van den
hoofdverkenner een alleszins deskundige
van het internationaal bureau naar Ne
derland gekomen om beide terreinen even
eens te beoordeelen. Deze deskundige die
vroegere Jamborees regelde, heeft groote ter
reinkennis en weet welke specifieke eische
voor een Wereld-Jamboree aan het terrein
moeten worden gesteld, heeft in zijn rap
port aan Vogelenzang de voorkeur gegeven
en wel in die mate, dat door hem#Vogelen-
zang met 85 en het Gooi met 55 werd ge
waardeerd.
De Commissie Wereld-Jamboree 1937 is
als volgt samengesteld:
Een centrale leiding.
Voorzitter: Staatsraad J. J. Rambonnet,
hoofdverkenner der Nederlandsche pad
vinders.
Secretariaat: Kolonel K. N. I. L. b. d. L.
J. M. Koremans en G. C. Ruys, oud-direc
teur Ruys' Handelsvereen.
Penningmeester: Kolonel b. d. J. A. van
der Kamp en voorts uit hoofden van ver
schillende afdeelingen, die commissarissen
worden genoemd.
De kampleiding zal berusten bij kolonel
A Diement.
De bouw en inrichting van het kamp
worden opgedragen aan architect A H. van
Leeuwen, Den Haag.
Wat het voorkeurterrein betreft, dat is
geheel gelegen in de gemeente Eloemen-
daal en wordt gevormd door het landhuis
Vogelenzang en omgeving met als oostgrens
de weg van Aerdenhout naar Noordwijker
hout en als westgrens de duinen. Men heeft
hier de beschikking over ongeveer 180 H.A.,
terwijl onder de gemeente Bennebroek aan
den hoofdweg nog 'n groote parkeerterrein
zal worden aangelegd. De hoofdingang is
gedacht tegenover het station Vogelenzang.
Voorts is het demonstratieterrein geprojec
teerd aan den Vogelenzangscheweg, terwijl
aan de grens van het terrein bij de duinen
ruimte is gelaten voor publieke kampvuren.
Een groot voordeel van dit terrein is nog,
dat het een rechtstreekschen weg i aar zee
heeft van slechts 4 K.M. lengte, terwql het
bovendien m de nabijheid ligt van de
groote plaatsen. Verwacht wordt, dat er on
geveer 30.000 deelnemers zullen komen.
Van de Nederlandsche regeering heeft de
commissie alle mogelijke medewerking toe
gezegd gekregen en ook de Ned. Spoor
wegen staan met sympathie achter de orga
nisatie. Verheugend achtte spreker het
voorts, dat ook de Chief Scout. Lord
Baden Powell of Gilwel 1 't kamp
zal bezoeken. Waar de organisatiekoste hoog
zijn, en ongeveer worden geraamd op 7 ton,
was financieele medewerking van buitenaf
onontbeerlijk. Tot dusver is reeds een be
drag van 75000 toegezegd. Daarbij komen
nog de deelnemerskosten a 15 per persoon,
de entree's van bezoekers (geraamd op
150 000 a 0.60) en voorts vermoedelijk 3
loterijen van elk f 60.000. Ook bestaat er
kans, dat jamboree-postzegels mogen wor
den uitgegeven. Er is echter nog meer
noodig en daarom kan ieder, die aan het
welslagen der jamboree wil medewerken,
een bijdrage storten op giro 271885 ten
name van de wereldjamboree 1937, kantoor
Den Haag.
De Nederlandsche padvinders zullen op
29 Juli in het kamp arriveeren, de buiten-
landsche op 30 en 31 Juli. De eigenlijke
jamboree duurt van 1 tot 10 Augustus,
waarna gedurende 4 dagen van uit het kamp
excursies zullen worden ondernomen.
Ten slotte gaf de hoofdverkenner nog
een kort overzicht van de tot dusver ge
houden jamborees, die alle goed geslaagd
zijn, hetgeen hij natuurlijk ook hoopt, dat
zal gebeuren met de komende jamboree in
Nederland.
INVAL BIJ „ZWART FRONT".
Bij afdeelingsleider.
Gisteren heeft de marechaussee uit Ber
gen op Zoom een .inval gedaan in de wo
ning van den afdeelingsleider van „Zwart
Front" te Lepelstraat (gem. Halsteren) van
der K., waarschijnlijk in verband met de
inbeslagneming van de pers en de admi
nistratie dezer beweging in het hoofdkwar
tier te Oisterwijk. Eenige partij blaadjes en
pamfletten, alsmede een browning werden
in beslag genomen. De voornaamste admi
nistratie en het ledenregister, waar het
voornamelijk om te doen was, bleken ech
ter onvindbaar. De leider scheen op een po
litioneel bezoek verdacht te zijn geweest en
kans gezien te hebben de bescheiden naar
een veiliger plaats over te brengen.
DIEVEGGE GEARRESTEERD.
Door de Haagsche politie.
De juwelier J. in de Korte Poten in Den
Haag heeft gisteravond aangifte gedaan bq
de politie, van diefstal van twee briljanten
oorknoppen. Reeds gister is de politie er in
geslaagd, de verdachte te arresteeren, toen
zq de sieraden in een pandhuis in Den Haag
wilde verpanden. De verdachte bleek te zijn
mej. A. E. K., wonende te Voorburg.
Het bleek, dat de vrouw zich ook nog aan
andere winkeldiefstallen heeft schuldig ge
maakt. Zq trachtte het vertrouwen van de
winkeliers te winnen door een bestelling te
doen, waarbij zij zich bediende van de
namen Roest en Van den Burg en daarbij
gefingeerde adressen opgaf. Als de vrouw
kans zag, sloeg zij bq het bezichtigen van de
sieraden haar slag. Later bleek den winW
lier dan, dat het opgegeven adres niet hT
stond. De zending kwam dan weer retom!
waarna dan tevens bleek, dat verschillens
«ipraden ontbraken.
Winkelier voor 310 bestol#^
Te Waalwijk hebben twee rondtrekkend.
koopvrouwen kans gezien om van den b»
jaarden winkelier F. R. 31 biljetten van jn
te stelen. De vrouwen kochten voor
aan huishoudelijke artikelen en verzochten
briefjes te mogen terug ontvangen, waaron
een vrouw in Zeeuwsche kleederdracht
voorkomt. De gemoedelijke winkelier noo-
digde de vrouwen uit om in de kamer zelf
maar mee te zoeken. Toen de vrouwen wa.
ren verdwenen, bleek dat 31 biljetten van
10 waren verdwenen.
DE TE DUSSELDORP VERDWENEN
NEDERLANDER.
Omtrent den koopman M. uit Eefde
die sedert Zondagavond vermist werd, is
gisteravond bericht ontvangen dat deze
te Dusseldorp is gearresteerd. Dit
geschied krachtens de Duitsche Joden-
wet. Als niet-Ariër werd hq beschuldigd
omgang gehad te hebben met een Arisch
meisje.
KLEINE SCHEEPSBRAND.
Gistermiddag te ongeveer vier uur js
brand uitgebroken in het Grieksche vracht
schip „Thaigetos", dat in reparatie in dok
III van de Amsterdamsche Droogdok Maat-
schappij aan de overzijde van het IJ irai
gelegen. Bq het lasschen is in de voorpiek
nabij het kabelgat brand ontstaan in een
partij touwwerk. De „Jason" en een motor
wagen van den post Plaatijzerweg zqn uit-
gerukt en wisten het vuur spoedig te blui-
schen. De schade is niet aanzienlijk.
SANEERING KALKZANDSTEEN.
INDUSTRIE.
Fabrikanten vragen 48-urige werkweek
en afschaffing overwerk.
Gisteren vergaderde te Amsterdam, de
Vereeniging van Nederlandsche Kalkzaeg.
steenfabrikanten, waarbij aangesloten 13 vu
de 17 fabrieken.
Met algemeene stemmen werd besloten
den minister van sociale zaken telegrafach
te verzoeken pnverwqld te willen besluiten
voor de Nederlandsche Kalkzandsteen-
industrie de 48-urige werkweek in te voeren
en de bestaande overwerk-vergunningen in
te trekken.
SCHOTS EN SCHEEF.
Victoria Theater.
Stan Laurel en Oliver Hardy komen
vanaf Vrijdagavond in het Victoria-theater,
dat wil zeggen, niet persoonlijk, maar al
leen hun levende en sprekende portretten,
dat op het witte doek geprojecteerd wordt.
Uit het verslag over deze film in de Tel.
nemen wq het volgende over:
Hoevele malen zijn Laurel and Hardy al
op het witte doek verschenen en in andere
situatie? Zij begonnen met kleine éénac-
ters men zag hen waschmachines en
kerstboomen verkoopen zij waren sol
daat, verzekeringsagenten, ontrouwe echt-
genooten, kunstenaars en fotograaf, onvrij
willige rooversmaar altijd bleven zij
gelukkig in hetzelfde karakter. De films
werden langer eveneens een aangename
omstandigheid, want een film met deze
twee helden kan nooit te lang zijn. Het
komische in hun figuren is een samenstel
van bijzondere werkingen Hardy is het
intellect Laurel de domheid. Doch de
domheid heeft geluk en bezit een zekere
boerenslimheid. Alles wat het hoogmoedi
ge intellect onderneemt om de domheid te
beleeren en te kastijden, loopt op narig
heid voor den dikken Hardy uit. Hq is het
gewoon, via honderdduizenden meters
film. Hq heeft een zekere geresigneerdheid,
verkregen, precies zooals Laurel zqn opko
mend verdriet met een enkele grimas kan
onderdrukken.
Zq komen als verstekelingen aan boord
van een cattleboat in Schotland aan de
oude grootvader McLaurel is overleden en
zijn kleinzoon Stanley is gekomen met zijn
vriend Hardy om de erfenis in ontvangst
te nemen. De notaris vraagt de geloofs
brieven van de heeren en het blijkt dat zij
geen paspoorten hebben zij zijn uit de
gevangenis ontvlucht en daarbij worden
geen paspoorten verstrekt Doch zij bezit
ten een document dat even geloofwaardig
is het vertoont de heeren en face en een
profil, benevens de vingerafdrukken. De
geindigneerde notaris overhandigt de erfe
nis een doedelzak en een doos snuif,
door Queen Mary aan een zeer ouden Mac
i
Laurel geschonken.
En nu pas eigenlijk vangt de nieuwe avon
turenreeks van Laurel and Hardy aan. De
schoone droom van het bezit der Mac Lau-
rel-millioenen is vervlogen da broek
van Hardy is verbrand omdat ze te drogen
hing en ze hing te drogen omdat Hardy in
het water is gevallen en hij viel in het wa
ter omdat Laurel hem den inhoud van de
historische snuifdoos in het gezicht nies
de alles hangt van oorzaak en gevolg
aan elkander. Hardy kan niet van zijn ho
telkamer af en zq hebben geen geld om te
betalen zie hoe de hongerige vrienden
een visch bakken op de stalen matras van
het bed en het is een pendant van Charley
Chaplin's spaghettimaaltqd, zoo prachtig
van humor en vondst
„We go ons folks!" zooals het mannetje
in de teekenfilm zegt. Nadat ze op straat
zijn gezet, lezen zij een advertentie, waar
bij een kleermaker costumes aanbiedt die
men een maand gratis mag dragen en bij
vergissing nemen beide „the Kings shil
ling". Zq hebben zonder het te weten
dienst genomen bij de Schotsche Hooglan
ders en worden naar Britsch-Indië inge
scheept. De twee zqn onverbeterlijk en een
bron van ergernis voor den opgeblizei
sergeant Finlayson. Laurel brengt door
zqn onhandigheid in het marcheeren het
gansche bataljon uit den pas. En verder
bespeurt ge nog iets het is alsof men
zich op bekend terrein bevindt, doch de
herkenning is als die van het eigen gela»'
in een lachspiegel. Want dit Britsch-Indië
het scenario, de menschen... jawel, hier
wordt een fijne en kostelijke parodie op
gevoerd op „Bengal Lancers" daar is de
Radjah die een overval op het garnizoen
beraamt en de officieren tot een maaltijd
uitnoodigt. Doch de commedant heeft Ion'
geroken en stuurt alle officieren verkleed*
soldaten onder hen Laural and Hardy
En zoo blijft ge van het begin tot het te
vroege slot in hoogspanning van amuse
ment en lach ge bewondert iedere nieu
we vondst van de beide komieken en voor
al ook het formidabele slot dat zulk een
voortreffelijken climax brengt. Want ner
gens wordt er een teveel opgediend d*
humor is zoo meesterlijk, dat men waarlijk
van een der beste Laurel and Hary-fd"15
spreken kan.
David Torrence. Laurel and Hardy in^fioojyc Scotland'
mAlser